„D E E EM LAN DER". Vrijdag 11 Mei 1917. N* 264 15"e Jaargang. BUITENLAND. FEUILLETON. Een Tooneel-voorstelling in een Limburgsch dorp. MARIE VAN 'VERSENDAAl. Mr. D. J. VAN SCHAARDENBURO. Uitgevers: VALKHOFF C ABON NEMEN TSPR US: maanden voor Amereioort f 1.30. Idem iranoo per pout 1.60* Per week (met gratie verzekering tegen ongelukken)0.13** Afionderlyke nummer» 0.05. Wekelijkeoh bijvoegsel -D# BollandMchs Buitvmue' (onder redactie van Thérèae Hoven) per '6 mnd. ÖO ©ts. "Wekelijkeoh bijvoeg»*! 9Wtrtldr**ue' per 3 mnd. 53 Cta. Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 46. Intercomm. Telefoonnummer 66. PRIJS DER ADV EKTEN 'i'I EN ün" I-5,r°"°l*f «.SO. Elke rogol rae.r «.15. Dienstajmbiedmtrau 1—6 regel.0.5ft. Groote lettor» naar plaatsruimte. Voor handel en bedril bestaan zeer voordeolige bepalingen tot hot herhaald advertoeren in dit Blad, b\j abonnoment. Eene circulaire, bevattende do vo >rwaarden, wordt ot> aanvraag toegezonden. Politiek Overzicht Rusland en de vredes- strooming. V. (Slot). De voorloopige regeering in Rusland, die haar mandaat van de rijksdoema heeft ge kregen, heeft eene proclamatie verspreid, die eene openhartige bekentenis van on macht inhoudt. Zij klaagt over de moeielijk- heden, die zij ondervindt bij de vervulling van hare taak. Die zijn in den laatsten tijd zoozeer toegenomen, dat de ernstige vrees haar bekruipt, dat sommige revolutionaire elementen op eigen gezag zullen traohten het doel van hun streven door geweld te ver wezenlijken. Het land wordt door anarchie bedreigd. Als redmiddel doet de voorloo pige regeering een beroep op den steun van allen, die er op bedacht zijn de vrijheid te beschermen; zij noodigt de vertegenwoor digers van de scheppende krachten van het land, die tot nog toe geen deel hebben ge nomen aan het bestuur des lands, uit zich bij de regeering aan te sluiten. Deze uitnoodiging is gericht in de eerste plaats tot de elementen, die den toon aan geven in den raad van soldaten- en arbei ders-afgevaardigden, die tot heden de rol van dwarskijkers hebben vervuld en toezicht hebben gehouden op de handelingen van de regeering, welke na de revolutie van 13 Maart van de doema, het orgaan, dat in het overgangstijdperk van het ancien régime naar de nieuwe staatsorde de fictie van een op wettige basis steunend gezag in wezen houdt, de opdracht heeft ontvangen om het bewind te voeren. Die elementen hebben nog juist het bewijs geleverd van hunne macht. Zij zijn opgekomen tegen de nota, die de minister Miljoekow aan Rusland's vertegenwoordigers bij zijne bondgenooten heeft gezonden, om dezen te verzekeren, dat Rusland hen niet zou afvallen, maar trouw zou blijven aan de verbintenissen, die het tegenover hen heeft aangegaan. Zij hebben zich tot eene schikking laten vinden, waar door de schijn is gered; de nota is niet in getrokken, maar men heeft er een tweede stuk op laten volgen, dat van hare bedoeling eene nadere uitlegging geeft en dat zoo grondig doet, dat de nota, in plaats van te verklaren, dat Rusland bereid is in den oor log te volharden tot aan de eindoverwin ning, als. eene bereidverklaring tot den vre de, kan worden aangemerkt. De voorloopige regeering heeft, door den nood gedwongen, zich hierbij neergelegd. Maar nu trekt" zij daaruit de consequentie en vraagt aan den raad van soldaten- en arbeidersafgevaardigden, die haar zijne macht zoozeer heeft doen voelen, zelf in-de regeering te treden en de daaraan verbon den verantwoordelijkheid mede te dragen. Dezelfde uitnoodiging is ook nog tot an deren' gericht, in het algemeen aan de ver tegenwoordigers van de soheppende krach ten van het land; de medewerking van deze allen wordt gevraagd om de vrijheid te be schermen tegen het gevaar, dat haar dreigt van de bandeloosheid, want de tegenwoor dige toestand brengt verwarring in het be stuur en kan leiden tot de desorganisatie in het binnenland en tot de nederlaag aan het front. De naaste toekomst zal leeren welken woerklank deze uitnoodiging zal vinden. Ei- zijn vele schakeeringen in de elementen, die de drijvende krachten van de revolutie in Rusland hebben geleverd. Men heeft er de sociaal-revolutionairen, voorts de sociaal' democraten, die weer onderverdeeld zijn in gematigden en radicalen, of om de Russi sche partijnamen te gebruiken Mensche- wiki (minder-eischers) en Bolschewiki (meer' eischers). Geen van deze groepen had tot dusver hare vertegenwoordigers in de regee- ring. Alleen had in de voorloopige regeering zitting de groep der Trudowiki (werkzamen), welker leider Kerenski als 't ware de trait- d'union was tusschen de voorloopige regee ring en de partijen van links. Nu zijn deze voor de vraag gesteld om zelf een deeb van den last der regeering op zich te nemen. Welk besluit zij zullen ne men, is nog niet bekend. Maar men behoeft op dat besluit n-iet te wachten om alvast te zeggen, dat de nieuwe regeering, hoe zij- ook zal rijn samengesteld, in geen geval er toe zal zijn fe brengen tot voortzetting van den oorlog tot aan de eindoverwinning de hand te leenen. De storm, dien de nota van Miljoekow van 1 Mei heeft doen losbarsten en die door de toelichtende nota van 6 Mei tot bedaren is gebracht, heeft het bewijs geleverd, dat het verlangen naar vrede in Rusland krachtig genoeg is om zich te doen gelden. Hoe men tot den vrede zal komen, is nog eene vraag, maar dat men er toe wil komen is duidelijk aan den dag gekomen. Eene vingerwijzing in die richting geeft de Petersburgsohe Djen, die. schrijft: „De overweldigende meerderheid van het Russische volk wenscht den vrede en hoopt hem te bereiken. Iedere poging om dit feit te ontkennen, is niet alleen tot mislukking veroordeeld, maar moet leiden tot het tegen deel van het daarmee beoogde doel, door dat de vredesbeweging dan des te schérpere vormen aanneemt." De oorlog, Washington, 10 M ei. (R.) Men be richt, dat de commissie uit de beide huizen voor de legerwet tot een besluit is gekomen en zoo spoedig mogelijk zal voorstellen het wetsontwerp te amendeeren in dien zin, dat •aan Roosevelt wordt toegestaan divisiën voor Frankrijk op de been te brengen en dat de leeftijdsgrens van 21 tot 35 jaar wordt geschrapt. Lond-en, 10 Mei. (R.) In een inter view van onzen vertegenwoordiger met den gezant van Liberia te Londen over het af breken van de diplomatieke betrekkingen tusschen Liberia en Duitschland, verklaar de deze, dat Liberia dezen stap langen tijd had overwogen, aangezien de bevolking zich van den Duitsohen invloed, die steeds de ontwikkeling van Liberia had belemmerd, wilde bevrijden. De Duitschers hadden 70 van den handel van het land in handen; ei- zijn thans ongeveer 100 Duitsche bankiers, kooplieden en andere ondernemers te Mon rovia en langs de kust gevestigd. Over de vraag, om de geheele Duitsche kolonie te deporteeren, wordt thans van gedachten ge wisseld. Liberia is thans het laatste land in Afrika, waar de Duitschers gevestigd zijn. Zij verdienden ei- veel geld en Liberia's deel neming aan den oorlog zou reeds hierom van groot gewicht zijn, omdat zij zou be- teekenen» de algeheele verdrijving van Duitschland uit hef vasteland van Afrika. B er 1 ij n 10 Mei. (W. B.) Officieel be richt. Als nieuwe duikbootsuccessen wordt ge meld het in den grond boren in den Atlon- tischen oceaan van vier stoomschepen en vier zeilschepen met 25.000 ton vrachtruim- te. Londen, 10 Mei. (R.) De blokkade- minister lord Robert Cecil, die gisteravond eene rede hield over de Britsche blokkade van Duitschland, zeide dat bij het nemen van onze maatregelen het noodig geweest was de positie van de onzijdigen in aanmer king te nemen, om ernstige geschillen te vermijden. Er is geen reden voor ongerust heid. De Duitsche duikboot-bedreiging zal niet in ruimer zin lot de overwinning leiden, dan de andere door wanhoop ingegeven plannen, die vroeger tegen ons zijn toege past. Engelsche lichte kruisers en torpedoja gers hebben in het zuidelijke deel van de Noordzee eene ontmoeting gehad met Duit sche torpedojagers, -die een gevecht hacl kunnen worden, als de Duitchers niet de voorkeur er aan hadden gegeven bescher ming te zoeken in de haven van Zeebrugge. In het westen heeft de strijd weer geheel het karakter aangenomen van een stelling- strijd. Plaatselijke aanvallen en tegenaan vallen brachten op geen enkel punt veran deringen van beteekenis. Over den strijd in Macedonië geven de telegrammen lange verhalen van aanvallen en tegenaanvallen, waarvan de korte inhoud is, dat de toestand blijft zooals hij was. Het Italiaansche bericht van een aanslag op den Duitschen keizer is door Wolffs bu reau als een puur verzinsel gekenschetst. Londen, 10 Mei. (R.) Het lagerhuis heeft heden in geheime zitting de discussie over het oorlogscredietvoorstel voortgezet. Londen, 10 Mei. (R.) In het district South Longford is tot lid van het lagerhuis gekozen Mc Guinness, de candidaat van de Sinn Feinpartij, met 1498 stemmen, tegen 1461 op Mc Kenna, den officieelen candi daat van de nationalisten. Mc Guinness hééft deelgenomen aan den Ierschen op stand err is nu in de1 gevangenis. Ber 1 ij n, 10 Mei. (W. B.) De commis sie voor de grondwetsherziening yan den rijksdag heeft met 16 teg*n 9 stemmen een voorstel aangenomen van de vrijzinnigen betreffende het kiesrecht voor den rijksdag. Het bepaalt, dat kiesdistricten, waar de be volking sterk is toegenomen, eene daarmee overeenkomstige vermeerdering van man daten zullen krijgen onderinvoering voor die districten van de evenredige vertegen woordiging. Men neemt in de parlementaire kringen aan, dat de Rijksdag vóór den herfgt in het geheel niet zal uiteengaan, aangezien juist in de komende maanden zich vragen van de grootste wereldhistorische beteekenis zullen kunnen voordoen. Ber 1 ij n, 10 Mei. (W. B.) De Rijks dag behandelde heden de onderteekende tien Rijksverdragen, die met Turkije geslo ten rijn. Staatssecretaris Zimmerman wees op de groote politieke beteekenis van deze verdragen, welke bestemd zijn het stelsel der capitulatiën te, vervangen. Hij betoogde hoe de door de capitulatiën geschapen be voordeeling der vreemdelingen door Tur kije in steeds groot-er mate als een kleinee ring van de nationale waardigheid werd ge voeld. Reeds voor het uitbreken van den oorlog werd de afschaffing der capitulatiën eenparig door het Turksche volk geëischt, hetgeen na het uitbreken van den oorlog door onze vijanden benut werd om het ge vaar voor een aansluiting met de centrale mogendheden te bestrijden door het aan bod, afstand van de capitulatiën te doen. De helderdenkende en doelbewuste lei ders der Turksche politiek verklaarden ech ter dat de Turksche neutraliteit niet te koop was, maar dat zij de capitulatiën van hun kant zouden opheffen. Weinige maanden daarop werden de Tur ken onze bondgenooten en bewezen sints dien trouwe wapenbroeders te zijn. De Duitsche regeering kon de eenzijdige opheffing der capitulatiën van volkenrech telijk standpunt echter niet erkennen, daar de rechten der Duitschers op de bestaande verdragen waren gegrondvest. Wel ech ter erkende Duitschland, dat voor Turkije de bevrijding van de ketenen van het capitu latie-stelsel het voornaamste, zoo niet het eenige oorlogsdoel vormde, want Turkije trok evenmin als Duitschland ten strijde om vreemde landen te veroveren, of zijne bu ren politiek of economisch ter neder te wer pen, maar alleen om in den kring der an dere volken vrij en veilig te kunnen leven. Daartoe heeft het een rechtstoestand van noode, welke aan de politieke agenten van hebzuchtige mogendheden niet langer toe staat, onder den dekmantel der capitulatiën geheele provincies van Turkije tot opstand te brengen, en op den ondergang van het Turksche rijk aan te sturen, zooals Russi sche vertegenwoordigers in Armenië, de Engelschen in Mesopotamië en de Fran- schen in Syrië gedaan hebben. Dat Turkije dit oorlogsdoel bereikt, daar toe zal Duitschland het naar krachten hel pen. Dat eischt niet alleen de trouw, die wij onzen wapenbroeders verschuldigd zijn maar het ligt ook in ons eigen belang, wan van alle mogendheden moet Duitschlanc' het meest om politieke en economische re denen er waarde aan hechten, dat het met ons verbonden en bevriende Turkije zich zelfstandig en krachtig ontwikkelt (Bijval.) De opheffing van de capitulatiën is niet voldoende; zij moeten door" nieuwe verdra gen vervangen worden, die met de tot dus ver bestaande toestanden, hoe groot de ver schillen ook zijn, toch zorgvuldig rekening houden en daarbij zoo weinig mogelijV speelruimte laten voor misverstand en wille keur. De rijksregcoring gelooft, dot deze taal in de verdragen vervuld is en verzoekt Kei Huis, in hol belang van de verdere instond- houding der goede, vriendschappelijke be trekkingen tusschen beide na.tw verbonden rijken en in het belang van het gemeen schappelijk oorlogsdoel, de verdragen zoo spoedig mogelijk goed te keuren. (Bijval.) De president verzocht en verkreeg toe stemming om aan de Turksche Kamer de groeten en gelukwenschen voor den geluk kigen afloop van dit groole werk telegra fisch over te bréngen. De Turksche gezant woonde de debatten bij. B e r 1 ij n 1 0 M e i. (W. B.) Na afdoening van de verdragen ter vervanging van de Turksche capitulatiën begon in den rijksdag een debat over de levensmiddelenvoorzie ning. President Batocki fegde hierbij de vol gende verklaringen af: De vijanden gingen van de overweging uit, dat wij 40 procent van onze voedings middelen uit het buitenland betrokken en dat wij de voor de productie noodige ar beidskrachten ten gevolge-van de behoef ten van het leger, zouden moeten beperken. Van economisch standpunt zijn deze over wegingen gemotiveerd. De gedachte, tijdens den oorlog de productie tot boven die in vredestijd op te voeren, is niet' verwezen lijkt. Toch moet de instandhouding van onze productie ons voornaamste doel zijn. De Duitsche markt is van den toevoer afgeslo ten. De vijanden beheerschten tot het begin van den duikboot-oorlog de wereld-arbeids markt en konden zich dus arbeidskrachten, koelies en voedingsmiddelen uit de geheele wereld halen. Niettemin hebben zij een veel grooiere vermindering van bewerkt bouw land en productie"dan wij, dank zij de niet te overtreffen toewijding van onze boereru (Bijval). Overdreven prijzen en productie-dwang baten niet. Met het oog op de schaarschte moet het doel drievoudig zijn: een juiste verdeeling van de bodem-productie op mensch en dier, waarbij ongetwijfeld fouten ziin begaan; verdeeling over de verschillen de districten, die hier moeilijker is dan in eenig ander land; staatsbeheer voor de laat ste maanden van het oogstjaar,. Ook de vijanden moeten thans ons Ml door hen bestreden systeem navolgen, onz« wetten woordelijk overschrijven en nog veel Zonder maskers zouden de menschen el kaar in het geheel niet meer kennen. door mr. L). H. J. Lamberts Hurrelbrinck. 5 ,,0 mijn gemaal," jammert zijn gade, met (ot huilen vertrokken gezicht, „gaal gij thans van mij scheiden, o dal is vreesclijk, thans op dit oogenblik, nu ik voel, dat ik het pand «wér liefde cnderv het harte draag." „Wat. openbaart gij mij, wat hoort mijn oor gij zuil mij een 7.0011 gebaren, 0 dierbare vrouwe, nu trek ik met nog grootcr blijdschap en vertrouwen ten oorlog, nu ik weet, dat, mocht ik ook al sneven door hel zwaard van den wreeden overweldiger, mijn bloed toch ral blijven voortleven door het uwe, dat mijn roemrijk voorgeslach zich zal voortplanten door dezen nieuwen telg, dat gij mijne dier bare gemalin he nooit zult ontberen, de hulp tei steun mijner",nazatten-." Een nieuwe krijschlach, die wij uitstooten het hooren van deze te overvloedige „t" waarmede 's Rijks gebieder zijn nakomeling schap reeds nu, nog vóór de geboorte van Ben stamvader, tot dronkenschap doemt en •ok thans wederom de verbolgen blikken en de verwenschingen prevelende lippen, welke enkele oogenblikkcn van staking in de hart roerende ontboezeming van Brabant's vorst ten gevolge hebben, om dan weer voort te gal men: „o dank voor deze blijde boodschap in dit uur, dat mij liet scheiden zoo zeer ver licht; o komt tot mij, dat ik u aan mijn hart drukke" en tegelijkertijd slaat hij zijn armen kruiselings op haar rug, persend haar legen zich aan, als wil hij de doedelzakken doen bersten, terwijl zij het op en neer snikkend hoofd wrijft tegen het kartonnen harnas. „Dank, dank, Heerc God, Almachtige Vader, over zoo veel zege in dit oogenblik." „Krak, krak, krak" plots achter in de zaal, verzeil van luid krijschend gegil en donde rende vloeken een der te zwaar belaste planken tusschen de biertonnen is gebroken; de mannelijke en vrouwelijke bewonderaars spartelen op den grond, tierend, razend, schreeuwend, weer begeleid door het van buiten doordringende „knor, knor", „waf, waf" en „kukeluku." Genoveva heeft opgeheven het hoofd, dal niet meer huilt, tuurt met verschrikte oogen in de zaal, mompelend „potverdikke micli, waat is dao gehord" en wij proesten, proesten, de hoofden achterover, mei wijde open mon den cn snel schokkende lijfschuddingen en opnieuw die onheilspellende blikken hunner Majesteiten, opnieuw die drcigsissende stem van Pie, die ons te midden der nog hcer- schcndc verwarring toesnaauwt: „Wach mèr, dc granaatlippen der onder 't harte liefdc- 'bös 't gedoon Is, verdomde loeders" en ook de granaatlippen der onder 't harte liefdc- i*iid dragende fee, vragen ons „waat veer hei zien komme doen, woeveur neet tlioes zien gebleven, dat waor beter gewes es hun hei te kommc laammakc." Enkele minuten later, als de rust weer cenigszins is teruggekeerd, heeft dc vorst dc ranke leest der koninginnc weer gevat in zijn nijp langarmen, haar laejammerend: „Vaar wel dan o dierbare gade, gij pronkjuweel der vrouwen" en zij, vergetend eerst haar schrik, vervolgens haar woede tegenover ons, jankt: „0,'Hadamar, mijn heer cn gebieder, ik sid der, als ik mij voorstel hoe de woeste vijan delijke horden den ijzeren voet zullen druk ken op ons schoon land cn hoe hun wild krijgsgeschreeuw hel vroolijkofcschal zal ver vangen van de blijde dagen, \roarop wij hoop ten bij de geboorte van onzen eersteling, maar ik iz'al niet ophouden mijne gebeden ten Hemel te zenden, opdat de Alvermogende de zege sclienke aan u cn aan uw roemvol leger, op dat gij allen behouden moogt wedcrkceren op dezen dierbaren grond." Nog eene aan 'l kloppend lv»rt prangende persing, maar zonder afscheidskus dit had dc pastoor uitdrukkelijk verboden nog enkele jammerklachten met schor keelge schraap en dan verdwijnt dc held van het tooiieel. Ilarde, bonzende stappen van liet wegtrek kend zesmansleger, dat luide schetterziugl: "Wij gaan ten strijde ,T hart vol moed, Niels zal ons wederstreven; Voor 'l vaderland ons goed cn bloed, Den vijand laten sneven. „Da's van dc boven meistér, die heet dat ge- di;cb en höbl geer waal gehuurd wie zich do' alles op cin rijmt," de burgemeester Een donderend applaus voor hel tccdcr. afscheid, voor den schooncn zang van het rijmvers, terwijl Genoveva. bij gebreke van een venster in deze koninklijke zaal, met groote roode wilcirkel gevlekte zakdoek in dc eene hand staal te zwaaien aan dc deur, met <le stompe vingertoppen van de andere dc oogen bewrijft, die moeten huilen. Dan nog een lange monoloog der prima donna, geknield gezegd, niet de blikken en vasl tegen elkander geplekte vingers, lood recht gericht naar de zoldering, welke zij in niajcslueusc overdrijving „de hemel" noemt en waarbij zij terstond de belofte in vervul ling brengt zoo even afgelegd; God, Maria, Christus en alle mogelijke Heiligen aanroept, opdat zij mogen zegenen de wapenen van haren gemaal, opdat het dierbaar vaderland niet ten offer zal vallen aan onrecht en dwingelandij, opdat alle strijders wedefkee- ren lol hunne dierbaren, beden, die tranen als beken doen vloeien over de wangen der Emnrn'khovensche vrouwen, die een grove vereelte boerenhanden geklets cn spijkerge- zooldc schoenen voelgétrappel verwekken, welke dr planken doen sidderen en de kegcl- pyramidc .in de hoek doen rollen over den vïocr. „Waor cl neet schoen?" steeds mijn buur man. „Magnifiek." „Je, ich Ijöb et tich wel gezag, dat is d'r cine, die is gehore vcur de theatre, dao waor get grocls oct gewore, dat geef ich op e pam- pierkc es geer duks dao bove in Holland n'occasie veur d'r wit, goer zoudt d'r e good werk mit doen, ierstens veur de kuns, mè ouch veur hcur zelve, want mit de spekwin- Soms» kcl geil 't neet mirabelant; de verfces zie* allewijl,6) te deur." „Jè, icli zal ins kickc," antwoord ik: „ïcS kin de vrouw, die de thefltre in Lcidc pots cn keert19), die is maag") bij cin van m'n vrun» die zal ich ins d'r euver spreke, dat bclaol ich uch." ,;Dool dat; geer zult cr plczecr van höblx» dc vader zal .zich neet laote kinne aon e paai» vette schinke l8) es geer reüsseert." *Dc derde akte, weer in dc kroonzaal, waar nog immer dc twee koninklijke zetclsj op een dezer Genoveva nog' altijd in hctzclfr» de maagdelijk bruidskleed, als bij haar eerste ten loonccle verschijnen. Peinzend, het hen- nephoofd in dc hand, begluurt zij met de kieroogen dc breedc punten van haar schoei sel. Dan op eens door dezelfde deur, een lang, mager individu met hoekig gezicht, waaruit de wangbeenderen scherp uitsteken; een hier en daar gelapt groen tricot hangt in tallooztf vouwen en plooien oin dc houterige streep-* beenen; een versleten roode kiel hobbezak! om zijn middel; op het hoofd een paarse poli tiemuts; zijn grauwe oogen looren gluiperig voor zich uit; ongetwijfeld de marqué, de valschaard te midden van zooveel schoons co edels. lö) Tegenwoordig. 10) Veegt 4 Meid. Hemmen. (Wordt vcrvolfldj

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1917 | | pagina 1