„D E E EM LAN DER".
Vrijdag 11 Mei 1917.
N* 264
15"e Jaargang.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
Een Tooneel-voorstelling
in een Limburgsch dorp.
MARIE VAN 'VERSENDAAl.
Mr. D. J. VAN SCHAARDENBURO.
Uitgevers: VALKHOFF C
ABON NEMEN TSPR US:
maanden voor Amereioort f 1.30.
Idem iranoo per pout 1.60*
Per week (met gratie verzekering tegen ongelukken)0.13**
Afionderlyke nummer» 0.05.
Wekelijkeoh bijvoegsel -D# BollandMchs Buitvmue' (onder
redactie van Thérèae Hoven) per '6 mnd. ÖO ©ts.
"Wekelijkeoh bijvoeg»*! 9Wtrtldr**ue' per 3 mnd. 53 Cta.
Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 46.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
PRIJS DER ADV EKTEN 'i'I EN
ün" I-5,r°"°l*f «.SO.
Elke rogol rae.r «.15.
Dienstajmbiedmtrau 1—6 regel.0.5ft.
Groote lettor» naar plaatsruimte.
Voor handel en bedril bestaan zeer voordeolige bepalingen
tot hot herhaald advertoeren in dit Blad, b\j abonnoment.
Eene circulaire, bevattende do vo >rwaarden, wordt ot>
aanvraag toegezonden.
Politiek Overzicht
Rusland en de vredes-
strooming.
V. (Slot).
De voorloopige regeering in Rusland, die
haar mandaat van de rijksdoema heeft ge
kregen, heeft eene proclamatie verspreid,
die eene openhartige bekentenis van on
macht inhoudt. Zij klaagt over de moeielijk-
heden, die zij ondervindt bij de vervulling
van hare taak. Die zijn in den laatsten tijd
zoozeer toegenomen, dat de ernstige vrees
haar bekruipt, dat sommige revolutionaire
elementen op eigen gezag zullen traohten
het doel van hun streven door geweld te ver
wezenlijken. Het land wordt door anarchie
bedreigd. Als redmiddel doet de voorloo
pige regeering een beroep op den steun
van allen, die er op bedacht zijn de vrijheid
te beschermen; zij noodigt de vertegenwoor
digers van de scheppende krachten van het
land, die tot nog toe geen deel hebben ge
nomen aan het bestuur des lands, uit zich
bij de regeering aan te sluiten.
Deze uitnoodiging is gericht in de eerste
plaats tot de elementen, die den toon aan
geven in den raad van soldaten- en arbei
ders-afgevaardigden, die tot heden de rol
van dwarskijkers hebben vervuld en toezicht
hebben gehouden op de handelingen van
de regeering, welke na de revolutie van 13
Maart van de doema, het orgaan, dat in
het overgangstijdperk van het ancien régime
naar de nieuwe staatsorde de fictie van een
op wettige basis steunend gezag in wezen
houdt, de opdracht heeft ontvangen om het
bewind te voeren. Die elementen hebben
nog juist het bewijs geleverd van hunne
macht. Zij zijn opgekomen tegen de nota,
die de minister Miljoekow aan Rusland's
vertegenwoordigers bij zijne bondgenooten
heeft gezonden, om dezen te verzekeren, dat
Rusland hen niet zou afvallen, maar trouw
zou blijven aan de verbintenissen, die het
tegenover hen heeft aangegaan. Zij hebben
zich tot eene schikking laten vinden, waar
door de schijn is gered; de nota is niet in
getrokken, maar men heeft er een tweede
stuk op laten volgen, dat van hare bedoeling
eene nadere uitlegging geeft en dat zoo
grondig doet, dat de nota, in plaats van te
verklaren, dat Rusland bereid is in den oor
log te volharden tot aan de eindoverwin
ning, als. eene bereidverklaring tot den vre
de, kan worden aangemerkt.
De voorloopige regeering heeft, door den
nood gedwongen, zich hierbij neergelegd.
Maar nu trekt" zij daaruit de consequentie
en vraagt aan den raad van soldaten- en
arbeidersafgevaardigden, die haar zijne
macht zoozeer heeft doen voelen, zelf in-de
regeering te treden en de daaraan verbon
den verantwoordelijkheid mede te dragen.
Dezelfde uitnoodiging is ook nog tot an
deren' gericht, in het algemeen aan de ver
tegenwoordigers van de soheppende krach
ten van het land; de medewerking van deze
allen wordt gevraagd om de vrijheid te be
schermen tegen het gevaar, dat haar dreigt
van de bandeloosheid, want de tegenwoor
dige toestand brengt verwarring in het be
stuur en kan leiden tot de desorganisatie
in het binnenland en tot de nederlaag aan
het front.
De naaste toekomst zal leeren welken
woerklank deze uitnoodiging zal vinden. Ei-
zijn vele schakeeringen in de elementen, die
de drijvende krachten van de revolutie in
Rusland hebben geleverd. Men heeft er de
sociaal-revolutionairen, voorts de sociaal'
democraten, die weer onderverdeeld zijn in
gematigden en radicalen, of om de Russi
sche partijnamen te gebruiken Mensche-
wiki (minder-eischers) en Bolschewiki (meer'
eischers). Geen van deze groepen had tot
dusver hare vertegenwoordigers in de regee-
ring. Alleen had in de voorloopige regeering
zitting de groep der Trudowiki (werkzamen),
welker leider Kerenski als 't ware de trait-
d'union was tusschen de voorloopige regee
ring en de partijen van links.
Nu zijn deze voor de vraag gesteld om
zelf een deeb van den last der regeering op
zich te nemen. Welk besluit zij zullen ne
men, is nog niet bekend. Maar men behoeft
op dat besluit n-iet te wachten om alvast te
zeggen, dat de nieuwe regeering, hoe zij-
ook zal rijn samengesteld, in geen geval er
toe zal zijn fe brengen tot voortzetting van
den oorlog tot aan de eindoverwinning
de hand te leenen. De storm, dien
de nota van Miljoekow van 1 Mei heeft
doen losbarsten en die door de toelichtende
nota van 6 Mei tot bedaren is gebracht,
heeft het bewijs geleverd, dat het verlangen
naar vrede in Rusland krachtig genoeg is
om zich te doen gelden. Hoe men tot den
vrede zal komen, is nog eene vraag, maar
dat men er toe wil komen is duidelijk aan
den dag gekomen. Eene vingerwijzing in die
richting geeft de Petersburgsohe Djen, die.
schrijft:
„De overweldigende meerderheid van het
Russische volk wenscht den vrede en hoopt
hem te bereiken. Iedere poging om dit feit
te ontkennen, is niet alleen tot mislukking
veroordeeld, maar moet leiden tot het tegen
deel van het daarmee beoogde doel, door
dat de vredesbeweging dan des te schérpere
vormen aanneemt."
De oorlog,
Washington, 10 M ei. (R.) Men be
richt, dat de commissie uit de beide huizen
voor de legerwet tot een besluit is gekomen
en zoo spoedig mogelijk zal voorstellen het
wetsontwerp te amendeeren in dien zin, dat
•aan Roosevelt wordt toegestaan divisiën
voor Frankrijk op de been te brengen en dat
de leeftijdsgrens van 21 tot 35 jaar wordt
geschrapt.
Lond-en, 10 Mei. (R.) In een inter
view van onzen vertegenwoordiger met den
gezant van Liberia te Londen over het af
breken van de diplomatieke betrekkingen
tusschen Liberia en Duitschland, verklaar
de deze, dat Liberia dezen stap langen
tijd had overwogen, aangezien de bevolking
zich van den Duitsohen invloed, die steeds
de ontwikkeling van Liberia had belemmerd,
wilde bevrijden. De Duitschers hadden 70
van den handel van het land in handen; ei-
zijn thans ongeveer 100 Duitsche bankiers,
kooplieden en andere ondernemers te Mon
rovia en langs de kust gevestigd. Over de
vraag, om de geheele Duitsche kolonie te
deporteeren, wordt thans van gedachten ge
wisseld. Liberia is thans het laatste land in
Afrika, waar de Duitschers gevestigd zijn.
Zij verdienden ei- veel geld en Liberia's deel
neming aan den oorlog zou reeds hierom
van groot gewicht zijn, omdat zij zou be-
teekenen» de algeheele verdrijving van
Duitschland uit hef vasteland van Afrika.
B er 1 ij n 10 Mei. (W. B.) Officieel be
richt.
Als nieuwe duikbootsuccessen wordt ge
meld het in den grond boren in den Atlon-
tischen oceaan van vier stoomschepen en
vier zeilschepen met 25.000 ton vrachtruim-
te.
Londen, 10 Mei. (R.) De blokkade-
minister lord Robert Cecil, die gisteravond
eene rede hield over de Britsche blokkade
van Duitschland, zeide dat bij het nemen
van onze maatregelen het noodig geweest
was de positie van de onzijdigen in aanmer
king te nemen, om ernstige geschillen te
vermijden. Er is geen reden voor ongerust
heid. De Duitsche duikboot-bedreiging zal
niet in ruimer zin lot de overwinning leiden,
dan de andere door wanhoop ingegeven
plannen, die vroeger tegen ons zijn toege
past.
Engelsche lichte kruisers en torpedoja
gers hebben in het zuidelijke deel van de
Noordzee eene ontmoeting gehad met Duit
sche torpedojagers, -die een gevecht hacl
kunnen worden, als de Duitchers niet de
voorkeur er aan hadden gegeven bescher
ming te zoeken in de haven van Zeebrugge.
In het westen heeft de strijd weer geheel
het karakter aangenomen van een stelling-
strijd. Plaatselijke aanvallen en tegenaan
vallen brachten op geen enkel punt veran
deringen van beteekenis.
Over den strijd in Macedonië geven de
telegrammen lange verhalen van aanvallen
en tegenaanvallen, waarvan de korte inhoud
is, dat de toestand blijft zooals hij was.
Het Italiaansche bericht van een aanslag
op den Duitschen keizer is door Wolffs bu
reau als een puur verzinsel gekenschetst.
Londen, 10 Mei. (R.) Het lagerhuis
heeft heden in geheime zitting de discussie
over het oorlogscredietvoorstel voortgezet.
Londen, 10 Mei. (R.) In het district
South Longford is tot lid van het lagerhuis
gekozen Mc Guinness, de candidaat van de
Sinn Feinpartij, met 1498 stemmen, tegen
1461 op Mc Kenna, den officieelen candi
daat van de nationalisten. Mc Guinness
hééft deelgenomen aan den Ierschen op
stand err is nu in de1 gevangenis.
Ber 1 ij n, 10 Mei. (W. B.) De commis
sie voor de grondwetsherziening yan den
rijksdag heeft met 16 teg*n 9 stemmen een
voorstel aangenomen van de vrijzinnigen
betreffende het kiesrecht voor den rijksdag.
Het bepaalt, dat kiesdistricten, waar de be
volking sterk is toegenomen, eene daarmee
overeenkomstige vermeerdering van man
daten zullen krijgen onderinvoering voor
die districten van de evenredige vertegen
woordiging.
Men neemt in de parlementaire kringen
aan, dat de Rijksdag vóór den herfgt in het
geheel niet zal uiteengaan, aangezien juist
in de komende maanden zich vragen van de
grootste wereldhistorische beteekenis zullen
kunnen voordoen.
Ber 1 ij n, 10 Mei. (W. B.) De Rijks
dag behandelde heden de onderteekende
tien Rijksverdragen, die met Turkije geslo
ten rijn. Staatssecretaris Zimmerman wees
op de groote politieke beteekenis van deze
verdragen, welke bestemd zijn het stelsel
der capitulatiën te, vervangen. Hij betoogde
hoe de door de capitulatiën geschapen be
voordeeling der vreemdelingen door Tur
kije in steeds groot-er mate als een kleinee
ring van de nationale waardigheid werd ge
voeld. Reeds voor het uitbreken van den
oorlog werd de afschaffing der capitulatiën
eenparig door het Turksche volk geëischt,
hetgeen na het uitbreken van den oorlog
door onze vijanden benut werd om het ge
vaar voor een aansluiting met de centrale
mogendheden te bestrijden door het aan
bod, afstand van de capitulatiën te doen.
De helderdenkende en doelbewuste lei
ders der Turksche politiek verklaarden ech
ter dat de Turksche neutraliteit niet te koop
was, maar dat zij de capitulatiën van hun
kant zouden opheffen.
Weinige maanden daarop werden de Tur
ken onze bondgenooten en bewezen sints
dien trouwe wapenbroeders te zijn.
De Duitsche regeering kon de eenzijdige
opheffing der capitulatiën van volkenrech
telijk standpunt echter niet erkennen, daar
de rechten der Duitschers op de bestaande
verdragen waren gegrondvest. Wel ech
ter erkende Duitschland, dat voor Turkije de
bevrijding van de ketenen van het capitu
latie-stelsel het voornaamste, zoo niet het
eenige oorlogsdoel vormde, want Turkije
trok evenmin als Duitschland ten strijde om
vreemde landen te veroveren, of zijne bu
ren politiek of economisch ter neder te wer
pen, maar alleen om in den kring der an
dere volken vrij en veilig te kunnen leven.
Daartoe heeft het een rechtstoestand van
noode, welke aan de politieke agenten van
hebzuchtige mogendheden niet langer toe
staat, onder den dekmantel der capitulatiën
geheele provincies van Turkije tot opstand
te brengen, en op den ondergang van het
Turksche rijk aan te sturen, zooals Russi
sche vertegenwoordigers in Armenië, de
Engelschen in Mesopotamië en de Fran-
schen in Syrië gedaan hebben.
Dat Turkije dit oorlogsdoel bereikt, daar
toe zal Duitschland het naar krachten hel
pen. Dat eischt niet alleen de trouw, die
wij onzen wapenbroeders verschuldigd zijn
maar het ligt ook in ons eigen belang, wan
van alle mogendheden moet Duitschlanc'
het meest om politieke en economische re
denen er waarde aan hechten, dat het met
ons verbonden en bevriende Turkije zich
zelfstandig en krachtig ontwikkelt (Bijval.)
De opheffing van de capitulatiën is niet
voldoende; zij moeten door" nieuwe verdra
gen vervangen worden, die met de tot dus
ver bestaande toestanden, hoe groot de ver
schillen ook zijn, toch zorgvuldig rekening
houden en daarbij zoo weinig mogelijV
speelruimte laten voor misverstand en wille
keur.
De rijksregcoring gelooft, dot deze taal
in de verdragen vervuld is en verzoekt Kei
Huis, in hol belang van de verdere instond-
houding der goede, vriendschappelijke be
trekkingen tusschen beide na.tw verbonden
rijken en in het belang van het gemeen
schappelijk oorlogsdoel, de verdragen zoo
spoedig mogelijk goed te keuren. (Bijval.)
De president verzocht en verkreeg toe
stemming om aan de Turksche Kamer de
groeten en gelukwenschen voor den geluk
kigen afloop van dit groole werk telegra
fisch over te bréngen. De Turksche gezant
woonde de debatten bij.
B e r 1 ij n 1 0 M e i. (W. B.) Na afdoening
van de verdragen ter vervanging van de
Turksche capitulatiën begon in den rijksdag
een debat over de levensmiddelenvoorzie
ning. President Batocki fegde hierbij de vol
gende verklaringen af:
De vijanden gingen van de overweging
uit, dat wij 40 procent van onze voedings
middelen uit het buitenland betrokken en
dat wij de voor de productie noodige ar
beidskrachten ten gevolge-van de behoef
ten van het leger, zouden moeten beperken.
Van economisch standpunt zijn deze over
wegingen gemotiveerd. De gedachte, tijdens
den oorlog de productie tot boven die in
vredestijd op te voeren, is niet' verwezen
lijkt. Toch moet de instandhouding van onze
productie ons voornaamste doel zijn. De
Duitsche markt is van den toevoer afgeslo
ten. De vijanden beheerschten tot het begin
van den duikboot-oorlog de wereld-arbeids
markt en konden zich dus arbeidskrachten,
koelies en voedingsmiddelen uit de geheele
wereld halen. Niettemin hebben zij een veel
grooiere vermindering van bewerkt bouw
land en productie"dan wij, dank zij de niet
te overtreffen toewijding van onze boereru
(Bijval).
Overdreven prijzen en productie-dwang
baten niet. Met het oog op de schaarschte
moet het doel drievoudig zijn: een juiste
verdeeling van de bodem-productie op
mensch en dier, waarbij ongetwijfeld fouten
ziin begaan; verdeeling over de verschillen
de districten, die hier moeilijker is dan in
eenig ander land; staatsbeheer voor de laat
ste maanden van het oogstjaar,.
Ook de vijanden moeten thans ons Ml
door hen bestreden systeem navolgen, onz«
wetten woordelijk overschrijven en nog veel
Zonder maskers zouden de menschen el
kaar in het geheel niet meer kennen.
door
mr. L). H. J. Lamberts Hurrelbrinck.
5
,,0 mijn gemaal," jammert zijn gade, met
(ot huilen vertrokken gezicht, „gaal gij thans
van mij scheiden, o dal is vreesclijk, thans op
dit oogenblik, nu ik voel, dat ik het pand
«wér liefde cnderv het harte draag."
„Wat. openbaart gij mij, wat hoort mijn oor
gij zuil mij een 7.0011 gebaren, 0 dierbare
vrouwe, nu trek ik met nog grootcr blijdschap
en vertrouwen ten oorlog, nu ik weet, dat,
mocht ik ook al sneven door hel zwaard van
den wreeden overweldiger, mijn bloed toch
ral blijven voortleven door het uwe, dat mijn
roemrijk voorgeslach zich zal voortplanten
door dezen nieuwen telg, dat gij mijne dier
bare gemalin he nooit zult ontberen, de hulp
tei steun mijner",nazatten-."
Een nieuwe krijschlach, die wij uitstooten
het hooren van deze te overvloedige „t"
waarmede 's Rijks gebieder zijn nakomeling
schap reeds nu, nog vóór de geboorte van
Ben stamvader, tot dronkenschap doemt en
•ok thans wederom de verbolgen blikken en
de verwenschingen prevelende lippen, welke
enkele oogenblikkcn van staking in de hart
roerende ontboezeming van Brabant's vorst
ten gevolge hebben, om dan weer voort te gal
men: „o dank voor deze blijde boodschap in
dit uur, dat mij liet scheiden zoo zeer ver
licht; o komt tot mij, dat ik u aan mijn hart
drukke" en tegelijkertijd slaat hij zijn armen
kruiselings op haar rug, persend haar legen
zich aan, als wil hij de doedelzakken doen
bersten, terwijl zij het op en neer snikkend
hoofd wrijft tegen het kartonnen harnas.
„Dank, dank, Heerc God, Almachtige Vader,
over zoo veel zege in dit oogenblik."
„Krak, krak, krak" plots achter in de zaal,
verzeil van luid krijschend gegil en donde
rende vloeken een der te zwaar belaste
planken tusschen de biertonnen is gebroken;
de mannelijke en vrouwelijke bewonderaars
spartelen op den grond, tierend, razend,
schreeuwend, weer begeleid door het van
buiten doordringende „knor, knor", „waf,
waf" en „kukeluku."
Genoveva heeft opgeheven het hoofd, dal
niet meer huilt, tuurt met verschrikte oogen
in de zaal, mompelend „potverdikke micli,
waat is dao gehord" en wij proesten, proesten,
de hoofden achterover, mei wijde open mon
den cn snel schokkende lijfschuddingen en
opnieuw die onheilspellende blikken hunner
Majesteiten, opnieuw die drcigsissende stem
van Pie, die ons te midden der nog hcer-
schcndc verwarring toesnaauwt: „Wach mèr,
dc granaatlippen der onder 't harte liefdc-
'bös 't gedoon Is, verdomde loeders" en ook
de granaatlippen der onder 't harte liefdc-
i*iid dragende fee, vragen ons „waat veer
hei zien komme doen, woeveur neet tlioes
zien gebleven, dat waor beter gewes es hun
hei te kommc laammakc."
Enkele minuten later, als de rust weer
cenigszins is teruggekeerd, heeft dc vorst dc
ranke leest der koninginnc weer gevat in zijn
nijp langarmen, haar laejammerend: „Vaar
wel dan o dierbare gade, gij pronkjuweel der
vrouwen" en zij, vergetend eerst haar schrik,
vervolgens haar woede tegenover ons, jankt:
„0,'Hadamar, mijn heer cn gebieder, ik sid
der, als ik mij voorstel hoe de woeste vijan
delijke horden den ijzeren voet zullen druk
ken op ons schoon land cn hoe hun wild
krijgsgeschreeuw hel vroolijkofcschal zal ver
vangen van de blijde dagen, \roarop wij hoop
ten bij de geboorte van onzen eersteling, maar
ik iz'al niet ophouden mijne gebeden ten Hemel
te zenden, opdat de Alvermogende de zege
sclienke aan u cn aan uw roemvol leger, op
dat gij allen behouden moogt wedcrkceren
op dezen dierbaren grond."
Nog eene aan 'l kloppend lv»rt prangende
persing, maar zonder afscheidskus dit had
dc pastoor uitdrukkelijk verboden nog
enkele jammerklachten met schor keelge
schraap en dan verdwijnt dc held van het
tooiieel.
Ilarde, bonzende stappen van liet wegtrek
kend zesmansleger, dat luide schetterziugl:
"Wij gaan ten strijde ,T hart vol moed,
Niels zal ons wederstreven;
Voor 'l vaderland ons goed cn bloed,
Den vijand laten sneven.
„Da's van dc boven meistér, die heet dat ge-
di;cb en höbl geer waal gehuurd wie zich
do' alles op cin rijmt," de burgemeester
Een donderend applaus voor hel tccdcr.
afscheid, voor den schooncn zang van het
rijmvers, terwijl Genoveva. bij gebreke van
een venster in deze koninklijke zaal, met
groote roode wilcirkel gevlekte zakdoek in
dc eene hand staal te zwaaien aan dc deur,
met <le stompe vingertoppen van de andere
dc oogen bewrijft, die moeten huilen.
Dan nog een lange monoloog der prima
donna, geknield gezegd, niet de blikken en
vasl tegen elkander geplekte vingers, lood
recht gericht naar de zoldering, welke zij in
niajcslueusc overdrijving „de hemel" noemt
en waarbij zij terstond de belofte in vervul
ling brengt zoo even afgelegd; God, Maria,
Christus en alle mogelijke Heiligen aanroept,
opdat zij mogen zegenen de wapenen van
haren gemaal, opdat het dierbaar vaderland
niet ten offer zal vallen aan onrecht en
dwingelandij, opdat alle strijders wedefkee-
ren lol hunne dierbaren, beden, die tranen
als beken doen vloeien over de wangen der
Emnrn'khovensche vrouwen, die een grove
vereelte boerenhanden geklets cn spijkerge-
zooldc schoenen voelgétrappel verwekken,
welke dr planken doen sidderen en de kegcl-
pyramidc .in de hoek doen rollen over den
vïocr.
„Waor cl neet schoen?" steeds mijn buur
man.
„Magnifiek."
„Je, ich Ijöb et tich wel gezag, dat is d'r
cine, die is gehore vcur de theatre, dao waor
get grocls oct gewore, dat geef ich op e pam-
pierkc es geer duks dao bove in Holland
n'occasie veur d'r wit, goer zoudt d'r e good
werk mit doen, ierstens veur de kuns, mè
ouch veur hcur zelve, want mit de spekwin-
Soms»
kcl geil 't neet mirabelant; de verfces zie*
allewijl,6) te deur."
„Jè, icli zal ins kickc," antwoord ik: „ïcS
kin de vrouw, die de thefltre in Lcidc pots cn
keert19), die is maag") bij cin van m'n vrun»
die zal ich ins d'r euver spreke, dat bclaol
ich uch."
,;Dool dat; geer zult cr plczecr van höblx»
dc vader zal .zich neet laote kinne aon e paai»
vette schinke l8) es geer reüsseert."
*Dc derde akte, weer in dc kroonzaal,
waar nog immer dc twee koninklijke zetclsj
op een dezer Genoveva nog' altijd in hctzclfr»
de maagdelijk bruidskleed, als bij haar eerste
ten loonccle verschijnen. Peinzend, het hen-
nephoofd in dc hand, begluurt zij met de
kieroogen dc breedc punten van haar schoei
sel.
Dan op eens door dezelfde deur, een lang,
mager individu met hoekig gezicht, waaruit
de wangbeenderen scherp uitsteken; een hier
en daar gelapt groen tricot hangt in tallooztf
vouwen en plooien oin dc houterige streep-*
beenen; een versleten roode kiel hobbezak!
om zijn middel; op het hoofd een paarse poli
tiemuts; zijn grauwe oogen looren gluiperig
voor zich uit; ongetwijfeld de marqué, de
valschaard te midden van zooveel schoons co
edels.
lö) Tegenwoordig.
10) Veegt 4
Meid.
Hemmen.
(Wordt vcrvolfldj