DE EEMLANDER".
u^^v.uioo,: J:g;.
Maandag 21 Mei 1917,
N° 2711
15 Jaargang.
Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 46.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
Kennisgeving.
.BUITENLAND.
Politiek Overzicht
■FEUILLETON.
Strijdende Zielen.
AMERSFO
,A~A.Mi.. MARIE VAN VER$ENDAAU.
Aoofdreaactiet Mp D f VAN SCHAARDENBURO.
5»
Uitgevers: VALKHOFF Co.
ABONNEMENTSPRIJS:
$bt maanden root Amowfooet f
Afzonderlijke nummers
ftekelfckeoh bijvoegsel .D# Holland*!* HuU/vrom" (onder
redêotle ven Thértee Hoyen) per 8 mnd. GO oU.
W.k.iyknh btjToegMl ,Wtntdmu," p»r 8 mnd. 0# cU.
We.'
PKUS DER ADVEIITENTIËN
Van 1—5 r«iol».. f O.MO.
Elke regel meor0.15.
DionsUumbiodingon 1—5 regels., - 0.51>.
Groote letters maat plaatsruimte.
Voor handel en bodrtft bestaan zeer voordooligo bopaluigen
tot hot herhaald adverteeren in dit Blad, bij abonnement.
Eeno oiroulaire, bevattoude de voormiardon. wordt op
aanvraag toegezonden.
HINDERWET.
Burgemeester en Wethouders van Amers
foort,
Gelet op artt. 6 en 7 der Hinderwet,
Brengen ter kennis van het publiek, dat een
door L. H. Riezebos ingediend verzoek, met
bijlagen, om vergunning tot het oprichten van
eene smederij voor burgersmeedwerk en het
plaatsen van een electromotor van 2 P.K. tot
aandrijving van een ventilator, boormachine en
slijpsteen, in het perceel alhier gelegen aan de
Kamp No. 48 bij het Kadaster bekend onder
sectio E, No. 1302 op de Secretarie der ge
meente ter visie ligt, en dat op Woensdag den
30en Mei aanstaande, des voormiddogs te half
elf uren gelegenheid ten Raadhirize wordt ge
geven om, ten overstaan van het Gemeentebe
stuur of van één of meer zijner leden, bezwa
ren tegen het oprichten van de inrichting in te
brengen.
Tot het beroep, bedoeld in art. 15, le lid der
Hinderwet, zijn volgens d'e bestaande jurispru
dentie, alleen zij gerechtigd, die overeenkom
stig artikel 7 der Hinderwet voor het Gemeen
tebestuur of één of meer zijner leden zijn ver
schenen, teneinde hunne bezwaren mondeling
toe te lichten.
Amersfoort, den. 1-3. Mei 1917.
Burgemeester er\ Wethouders voornoemd,
De Secretaris, De Burgemeester,
A. R. VEBNSTRA. v RANDWIJCK.
De nieuwe regeering in
Rusland.
Voor de regeeringskrisis in Rusland is
eene oplossing gevQnden. Aan de tweehoof
dige regeering, die men in Petersburg heeft
gehad sedert dè revolutie het czarisme had
^Weggevaagd, de voorloopige regeering, door
•■le uoerna ingesteld, en het intVtm ë&t*:-tro*
mité van den raad van soldaten- en arbei
ders-afgevaardigden, is een einde gekomen.
Er is eene fusie tot stand gekomen tusschen
deze beide elementen. In het vorige ministe
rie had als eenige vertegenwoordiger van de
linksche partijen zitting Kerenski, het hoofd
van de partij der Trudowiki, die in de doe-
ma slechts eene kleine groep vormde, maar
in het land vooral onder de kleine boeren
een grooten aanhang heeft. Nu zijn de mi-
nisterieèle portefeuilles eerlijk verdeeld; zes
van de vroegere ministers zijn in het kabinet
gebleven; de andere plaatsen zijn vergeven
aan socialisten van verschillende schakee
ring; (men heeft in Rusland democratische,
nationale en revolutionaire socialisten en
waarschijnlijk is de lijst hiermee nog niet
uitgeput). Zij kunnen hun invloed nu recht
streeks doen gelden in den ministerraad en
behoeven niet meer van ter zijde druk uit
te oefenen om de zaken te sturen in de
richting, die door hen wordt gewenscht.
Zal men nu voortaan in Rusland niet meer
hooren van eene bij regeering? Daarop moet
men niet te zeer vertrouwen. Bij den in Rus
land heerschenden staat van verwarring en
de verzwakking van het centrale gezag, die
daaruit voortkomt, zal er altijd onder de par
tijen, die verder willen gaan dan de met de
verantwoordelijkheid voor den gang van za
ken belaste regeering, een streven zijn om
buiten de regeering om voor hunne bijzon
dere oogmerken werkzaam te zijn en de ge
stelde machten in hun werk te dwarsboo-
men. Het zal de vraag zijn of de uit deze
fusie voortgekomen regeering de innerlijke
kracht zal bezitten, die noodig is om die ele
menten binnen de perken te houden en te
genover hen haar gezag te handhaven. Dat
zal de toekomst moeten leeren.
Onder de bewindslieden,'die door deze
kabinetsverandering uit de regeering zijn ge
treden, zijn twee, wier aanwezigheid in het
vorige kabinet daaraan een bijzonder cachet
gaf. Miljoekow en Goetschkow waren in de
regeering, die na de revolutie was opgetre
den, de vertegenwoordigers van de imperia
listische richting, die het samengaan met de
Entente tot aan het zegevierend einde van
den oorlog op* hare vaan had geschreven.
Die twee namen komen in de nieuwe minis-
terlijst niet meer voor. Goetschkow is afge
treden onder verklaring, dat hij de verant
woordelijkheid niet verder kon dragen voor
de in 't leger heerschende en nog steeds veld
winnende anarchie. Miljoekow heeft zich niet
langer kunnen handhaven aan het hoofd van
het departement van buitenlandsche zaken,
waar hij eene richting vertegenwoordigde,
die hem reeds meermalen in conflict ge
bracht heeft met de meerderheid van zijne
ambtgenooten en met den raad van arbei
ders- en soldaten-afgevaardigden. Er schijnt
sprake van geweest te zijn hem in het kabi
net te laten blijven als hoofd van een ander
departement; maar dat plan is losgelaten en
men heeft hem geheel laten vallen.
Als opvolger van Goetschkow is minister
van oorlog geworden Kerenski, die de por
tefeuille-van justitie heeft verwisseld met die
van oorlog en er de marine nog bij gekregen
heeft. Hij was in het vorige kabinet de groote
tegenstander van Miljoekow en Goetschkow;
ziin aanblijven als minister en zijn optreden
als hoofd van de departementen van oorlog
en marine mogen dus worden beschouwd als
eene aanwijzing, dat het nieuwe kabinet in
zijne oorlogspolitiek en zijn buitenlandsch
beleid andere wegen zal volgen dan het vo
rige. De antecedenten van den nieuwen mi
nister van buitenlandsche zaken Terestsjenko
staan daaraan niet in den weg, want hij is
nog een nieuweling op het gebied, waarop
hij tot den arbeid wordt geroepen. Op den
nog jeugdigen leeftijd van 32 jaar, eigenaar
van groote suikerfabrieken bij Kiew, en van
groote zoutwerken bij .Cherson en een van
de rijkste grondbezitters van Rusland, heeft
hij na de revolutie de portefeuille van finan
ciën in de voorloopige regeering op zich ge
nomen. Nu is hij minister van buitenlandsche
zaken geworden, als staatsman een onbe
schreven blad.
Wat hij als leider van het buitenlandsche
beleid zal presteeren, is niet te voorzeggen.
Hij brengt althdns dit voordeel mee, dat hij
onbevangen staat tegenover de dingen, en
overigens kan het ambt hem het verstand
brengen. Het richtsnoer voor zijn beleid
vindt hij in eene verklaring, die door het
nieuwe kabinet is opgesteld en waarop het
eene uitspraak van vertrouwen heeft ver
langd van den raad-van soldaten- en arbei
ders-afgevaardigden. Van die verklaring
hebben wij den volledigen tekst niet onder
de oogen kunnen krijgen, maar slechts een
uittreksel, waarin men leest: „De verklaring
eerbiedigt stipt de beginselen van een vre
de zonder annexatiën en schadevergoedin
gen op den grondslag van het recht der vol
ken om vrij over hun toekomstig lot te be
slissen, en legt er nadruk op, dat eene neder
laag van Rusland en zijne bondgenooten de
bron van het grootste nationale ongeluk zou
zijn. Dientengevolge heeft de regeering het
vaste vertrouwen, dat het revolutionaire le
ger de overwinning van de Duitschers over
de geallieerden niet zal toelaten."
Het is niet gemakkelijk uit deze verklaring
te distilleeren welke daden van de nieuwe
Russische regeering zijn te verwachten. In
ieder geval kan echter gezegd worden, dat
aan dit programma de gedachte van eene
veroveringspolitiek, zooals Rusland nu drie
jaren geleden vervulde, geheel vreemd is.
De oorlog,
Londen, 20 Mei. (RWij vernemen
van het Amerikaansche gezantschap, dat
eenr divisie van het Amerikaansche leger,
onder bevel van generaal Pershing, zoo
spoedig mogelijk naar Frankrijk zal vertrek
ken. Deze divisie zal gezonden worden bo
ven en behalve de negen regimenten genie
troepen, die kort geleden voor den dienst
in Frankrijk zijn aangeworven.
Tweede telegram. Officieel wordt
gemeld, dat 2600 man van de marine de
Amerikaansche diviriejnaar Frankrijk verge
zellen.
Washington, 1 9 M e i. (RNica^ agua
heeft de betrekkingen met Duitschland afge
broken.
Berlijn, 19 Mei. (W.-B.). In het Engel-
sche hoogerhuis werd den 18en Mei door
lord Meath verklaard, dat den 22en Maart
het stoomschip Rotorna, groot 11,140 ton, in
het Kanaal in den grond geboord is. Het had
100,000 stuks geslacht vee en andere voe
dingsmiddelen aan boord. Het schip had in
Plymouth 250 passagiers aan land gezet en
ging daarna naar eene andere haven om daar
zijne lding te lossen, waarbij het door een
Duitsche duikboot getorpeteerd werd.
Berlijn, 20 Mei. (W.-B.). Thans is
definitief vastgesteld, dat in April aan
scheepsruimte van handelsschepen in 't ge
heel 1,091,000" ton door oorlogsmaatregelen
van de centrale mogendheden is vernietigd.
Daaronder is 822,000 ton vijandelijke
scheepsruimte (664,000 ton Engelsch).
Hiervan werden 80,000 ton op één tocht
door de U 25, commandant kapitein-luitenant
von Armand de la Perière, in den grond ge
boord.
Sedert het begin van den onbeperkten
duikbootoorlog _zijn in 't geheel 2,772,000
ton koopvaardijruimte ten gevolge van oor
logsmaatregelen van de centrale mogendhe
den verloren gegaandaarvan waren
1,707,000 ton Engelsch.
Tweede telegram. Door nieuwe U-
boot-successen in den Atlantischen oceaan
en het Engelsche kanaal zijn acht stoom
schepen, twee zeilschepen en een vischkot-
ter, te zamen met 23,000 ton scheepsruim
te, in den grond geboord.
P a r ij s, 2 0 Mei. (R.) Officieel bericht.
Het stoomschip Colbert, dat door het
vlootbestuur gecharterd was,, en een aantal
militaire passagiers aan boord had, is den
30en April in de Middellandsche zee ge
torpedeerd. Daarbij zijn 51 menschen om
gekomen.
Washington, 19 Mei. (R.) De Se
naat heeft het amendement op de oorlogs-
begrooting goedgekeurd, om onmiddellijk
400 millioen dollar beschikbaar te stellen
voor den aankoop van koopvaardijschepen.
B er l ij n, 2 0 Mei. (W. B.) Voormiddag-
bericht uit het groote hoofdkwartier.
Bij Atrecht is de strijdoctie weer toege
nomen. Aan beide zijden van Monchy vielen
de Engelschen na een korte, doch hevige
artillerievoorbereiding, met sterke krachten
aan; zij werden volkomen teruggeslagen.
Gedurende den nacht was de artillerie
actie tusschen Acheville en* Quéant buiten
gewoon hevig. Met het aanbreken van den
dag werd een allerkrachtigst trommelvuur
ingezet, waarop ten zuiden van de Scarpe
aanvallen der Engelschen volgden.
Terwijl aan het Aisnefront de artillerie-
actie onveranderd bleef, nam .zij in West-
Champagne in hevigheid toe. De door ons
den 18den genomen stelling bij Braye werd
gehandhaafd tegen een krachtigen Fran-
schenaanval.
Door ons afweergeschut en in luchtge
vechten verloor de vijand gisternacht acht
vliegtuigen.
Avond-communiqué.
De hedenmorgen gemelde aanvallen der
Engelschen ten zuiden van de Scarpe zijn
onder zware verliezen voor den vijand afge
slagen.
Bij Laffaux bleven partieele aanvallen der
Franschen zonder succes.
Parij s, 2 0 Mei. (Havas.) Namiddag
communiqué.
Een aanval der Duitschers op een voor
uitspringende stelling bij La Bovrelle werd
afgeslagen.
Ten Noord-Oosten van den molen van
Laffaux stelde een kleine aanval de Fran
schen in staat eenige stukken loopgraaf te
bezetten.
In Champagne mislukten twee onver
wachte aanvallen der Duitschers in de
streek ten Noorden van Mesnil en Hurlus.
Van het verdere front is niets te berich
ten.
Londen, 20 Mei. (R.) Bericht van
maarschalk Haig.
Vijandelijke aanvallen tegen onze voorste
posten ten zuid-oosten van Epechy werdet
door de artillerie gebroken.
Avondbericht.
Als gevolg van het gevecht van heden
morgen wonnen onze troepen nog meer ter
rein in de Hindenburg-linie tusschen Fon-
taine-les-Croiselles en Bullecourt.
De vijand deed verscheidene vruchtelooze
aanvallen, om ons uit deze stellingen te
verdrijven. Er werden in deze streek hevige
gevechten geleverd.
B e r 1 ij n, 19 Mei. (W. B.) Officieel be
richt.
Onze in de Hoofden kruisende torpedo
booten troffen in den nachl van den 18en
een groot, van Engeland komend stoom
schip aan, dat door torpedojagers geëscor
teerd werd. Zij boorden het in den grond*
en brachten door verscheidene trefschoten
schade toe aan een torpedojager; daarna
keerden zij behouden terug naar hunne
basis.
W e e n e n, 2 0 Mei. (Corr.-bur.) Offi
cieel bericht van heden middag.
De tiende Isonzoslag gaat verder zijn
gang. De Italiaansche infanterie Bleef giste
ren in de namiddaguren tamelijk werkloos.
Des te heviger was vooral iji de streek tus
schen Tolmein en Görz de ortilleriestrijd.
Aan den noordelijken vleugel von dezen
sector dwong 't geconcentreerde vuur onzer
kanonnen bij Auzza den nog uan den linker
rivieroever zich vastklemmenden vijand over
de Isonzo terug te wijken. Na drie uur in den
namiddag ging de vijandelijke infanterie bij
Vodice nogmaals over tot een buitengewoon
krachtigen aanval. Het kwam tot afwisselen
de gevechten, waaruit ten slotte na eene
urenlange worsteling van man tegen man
onze troepen overwinnaar bleven. De vijand
werd in den tegenaanval onder de zwaarste
verliezen van de hoogte geworpen. Even
eens mislukte ten oosten van Görz een aan
beide zijden van het Rozendal ondernomen
aanval van de Italianen.
Op het Karstploteau haalde een storm
troep drie officieren en 30 man uit de vij
andelijke verschansingen.
Tweede telegram. Uit het oor-
logsperskwartier wordt van den 20en des
avonds medegedeeld: Aan de Isonzo werd
heden aan den Monte Santo met verbittering
gestreden. Onze troepen handhaafden zege
vierend hunne stellingen.
Rome, 20 Mei. (Slefani). Officieecl
communiqué.
In de zóne ten noorden van Görz breidden
onze troepen gisteren hunne terreinwinst op
hoogte 652 (Vodice) uit. \Dichte vijandelijke
troepenmassa's trachtten door hardnekkige
tegenaanvallen, voorafgegaan door een
hevig spervuur, onzen opmarsch te stuiten,
maar werden telkenmale met bloedige ver
liezen teruggeworpen.
In den loop van den avond richtte de te
genstander, nadat hij zijne infanterie had
doen terugtrekken, het vuur van talrijke bat
terijen op zijne verloren stellingen, maar het
veroverde terrein werd krachtig door de on
zen gehandhaafd.
'n Voorzichtig man vertrouwt z'n hartsge
heimen alleen toe aan z'n vrienden. Het on
geluk echter wil* dat men in dergelijke ge
vallen iederen dag nieuwe vrienden ontdekt.
Roman van Hclcne Dickmar.
Geautoriseerde vertaling uit het Noorsch
door
ft. M. VAN DER LINDEN-VAN EDEN.
„Ja. ja, dat weet ik wel,'' antwoordde
Ragnhild haar gedachten konden niet zoo
lang bij één ding blijven. „Maar Harald!" zij
.was op eens vol vuur, „heb je "gezien hoe
schandelijk Elise Brun op het perron met
luitenant Storm coquetteerde liet was wal
gelijk!"
En er volgden nog verscheidene scherpe
uitvallen.
Zijn gelaat was ernstiger geworden.
„Stil, stil klein vogeltje niet zoo'n scher
pen snavel!"
Hij zei het zacht en schertsend, maar zij
scheen het niet prettig te vinden.
„Ik wil zelf weten wat ik zeggen zal en
jij ziet ook nooit iets", antwoordde zij met
«en gedwongen glimlach.
„Och, *k zie meer dan je tfcrnkt, en heel
goed ook.'?
„En wat is dat dan?" - *"V
„Jou!1
Zij lachte. „Och jij!" maar nu straalde
haar gezicht weer.
„Je weet niet wat"ik voelde, toen ik in de
kerk zat en op je wachtte nooit heb ik mij
zoo beklemd gevoeld."
"De mooie donkerblauwe oogen zagen vol
verwachting naar hem op zeker als zij was
van wat er nu zou komen.
„Maar, toen je er was, heb ik niets anders
kunnen zien dan jou!"
Ontroerd, met oogen vol tranen, trok hij
haar naar zich toe en kuste haar.
„Harald!"
„Ja!"
„Je vond me dus een beetje mooi?"
Zij zag hem vragend met een glimlach aan.
„Ja. ik vond je een beetje mooi... Ver
rukkelijk was je!"
„Mooier dan ooit?"
„Denk je,-dat je kleeren je mooier maakten
in mijn oogen dan al.hel andere?"
Hij trok haar dichter naar zich toe, boog
zich voorover en zag haar warm cn innig aan.
„Ja, dat begrijp ik, maar was ik toch niet
mooier dan anders met mijn bruidsjapon cn
-sluier?"
..Moet ik critiek uitoefenen?" Hij zag haar
schalks aan.
„Nu dan?"
„De kraag of het boord, of zooals het hce-
tcn mag, was van achteren en op zijde even
te hoog."
"Zij keek ontevreden... en trok zich onmerk
baar terug maar toch zoo, dat hij het
voelde.
„Zoo, vond je dat ik er niet uitzag zooals
hel behoorde? Dat vind ik het ergste wat
er is!"
„Neen, liefste, ik meen alleen maar dat ik
niet genoeg kon zien van de mooie, zachte
ronding bij jc wang en je kin, begrijp je?" zei
hij en streek haar over het hoofd, waai* het
blonde haar in krulletjes in haar nek neerviel.
Zij maakte zich zacht los. Zij was nog niet
verzoend.
„Ik had gedacht, dat je vandaag niets op
mij aan tc merken zoudt hebben!"... Misschien
heb je me zelfs in de kerk zitten criliseeren?"
„Neen mijn klein vogeltje, maar aan tafel
toen ik naast je zat, ontwaakte mijn schoon
heidsgevoel, zie je."
„Hè, zoo iels kan ik niet uilslaanl"
Zij was ongetwijfeld mooi,- zooals zij daar
zat, met haar hoed, dien zij had afgezet, op
haar schoot de jonge mevrouw Ragnhild
Lassen. Met haar zacht, kroezig, goudblond
haar, met haar groote, donkerblauwe oogen,
die zij zoo vol en flink kon opslaan, terwijl
een snel vibreeren niet geheel onbewust
der oogleden met de lange, donkere wim
pers, de werking van den blik nog verhoogde
en met het mooie, ecnigszins scherp ovaal ge
laat. Maar één dinp bedierf het geheel een
weinig. Dat was de mond. Niet omdat die
wat groot was, maar vooraf omdat die zoo'n
wonderlijke neiging had om het misnoegen
weer te geven, dat haar gemoed beheerschte.
Dan verbreedde zich de mond, wanneer zij
sprak, en dit flatteerde haar niet. Hiervan
kwam nu even iets le voorschijn, maar ook
slechts voor een oogcnblik.
En voor Harald was zij hel schoonste wat
hij zich denken kon. Hij zag niets anders, hij
wilde niets anders zien dan een onschul
dige kleine kinderachtigheid om den verra
derlijken mond.
Het was half donker geworden in de coupé.,
en niet lang daarna werd het licht ontstoken.
Ragnhild was minder spraakzaam gewor
den cn begon een weinig,tc geeuwen.
Harald trachtte haar weer aan den gang
te krijgen maar het gelukte hem niei. Hij keek
haar telkens vragend even teleurgesteld aan.
Het Éielp niet. Terugtrokken maakte zij een
gemakkelijk plaatsje voor zich gereed op dc
bank, waarop zij zich nccrvlcide en wilde pro-
bceren even te slapen.
Hij zat tegenover haar en keek, terwijl zij
met gesloten oogen neerlag, naar haar, vast
besloten haar vooreerst niet tc storen.
Maar neen! Dc verleiding was te sterk. Hij
ging op dc knieën voor haar liggen.
„Ragnhild!" v
Zijn stom klonk zoo zacht cn in zijn oogen
was zulk een zachte, teedere blik gekomen als
van een zich overgevende vrouw.
Ragnhild opende de oogen en glimlachte
een stralende glimlach Juist zóó wilde zij
hem hebben
„Trek je handschoenen uil Ragnhild
neen, de rechter hand, wil jc?"
„Maar mijn handen worden zoo vuil in den
trein."
„Toe voor mijn plezier zoo..."
Hij nam de kleine hand met <lc schitterende
diamant naast den gpuden, gladden ring,
voorzichtig in de. zijne en kuste zctclkcns en
telkens weer. Hij drukte haar aan zijn oogen
cn liet haar zacht over zijn wang strijken,
heen en terug.
„Denk eens, dat zij vandaag de mijne is
geworden, deze hand. Dc mijne voor mijn
gelieelc leven! En zulk een mooie, zachte hand
kan zoo'n groote schat voor ecu man zijn
cn hem zoo rijk, zoo rijk maken. Is da' niet
wonderlijk cn heerlijk?"
„Vindt jc den ring mooi?" ging hij voort,
„zie hoe dc diamant glinstert!" Hij keek met
trots en kinderlijke vreugde naar zijn huwe
lijkscadeau.
Zij knikte glimlachend en streek met de
hand, die zij vrij had. het haar van zijn
voorhoofd. 4
„Voor mij was het als ccn symbool, zie je,"-
ging hij voort, terwijl hij zich tot haar voor
over boog cn kuste „de ring waarmee ik
je aan mij verbond, vergezeld le doen gaau
van een diamant. Niets zoo schitterend, niets
zoo onvergankelijk!.En weet je, Ragnhild.
er kwam een groote ernst over hemIk
meende dat ik juist vandaag iets uiterlijks
moest hebben, dal jc vast, cchl vast aan mij
verbond... Weet je ach, wees er niet boos
om, maar vandaag jnoct ik alles zeggen
dal somtijds wanneer ik verlangde en ver
langde, en wanneer ik de weken en dagen
telde en wanneer ik in mijn vrije dagen
naar je toe ging dan had ik een gevoel
alsof je van me weggleedt of op het punt
was van mij weg tc glijden Ach, je weel
niet hoe angstig ik kon wezen!... Vooral was
het daaraan misschien loc te schrijven, dat
ik zulke groote verwachtingen van alles had
en jij jc was slechts een klein jong
vogeltje, dat iederen keer even gegroeid was,
iederen keer mooier cn liever ,maar dat nog
geen echte vleugelen had gekregen! Maar
nu komen de vleugelen te voorschijn nu is
mijn jonge vogel volwassen cn wil uitvliegen
nu gaal zij altijd met mij mee altijd!"
(Wordt vervolgd.)