DE EEMLAN D E
Dinsdag 22 Mei 1917.
BUITENLAND.
Strijdende Zielen.
N° 212
Jaargang.
Uitgevers: VALKHOFF Co.
Bureau: UTRECHTSCHESTRAAT 46.
Kennisgeving.
Hoe lang nog?
Politiek Overzicht
FEUILLETON.
Hoofdredactie:
MARIE VAN VERSENDAAu
Mr. D. J. VAN SCHAARDENBURG.
ABONNEMENTSPRIJS:
P#r 3 maanden voor Amersfoort f 1.30.
Idem franco per post1.80.
Per week (met gratia verrekering tegen ongelukken) - Ö.12&#
Af*onderl\jko nummers 0.05.
Wekelijksch bijvoegsel „Ds Hollandses Huisvrouw (onder
redactie van Thérèse Hovon) per 3 mnd. 50 cis.
Wekelyksch bpvoegsol „Wsrcldrsvüs" per 3 mnd. 52 clfl.
intercomin. Telefoonnummer G6.
PRIJS DEK ADVERTENT!EN
Van 1—5 reffpla
EIku regel meur
Dienstoanbiodingon 15 rogels.,
Grooto lettors naar plaatsruimte.
Voor handel cil bedrijl bostaau /.oer vooidoolige bepalingen
tot het herhaald advertooren in dit Blad, bij nbonnomont-
Eene oiroulairo, bevattonde do voorwaardon, wordt
aanvraag toegozondon.
f 0.80.
- 0.15.
- 0.30.
op
LANDSTORM.
Inschrijving in de registers voor den Landstorm.
De Burgemeester der gemeente Amersfoort
brengt bij deze ter kennis van de in onderstaan-
den staat genoemde personen, dat zij, ingevolge
Koninklijk Besluit d.d. 12 April 1917 (Staatsblad
no. 285) in deze gemeente voor den dienst bij
den landstorm zijn ingeschreven op den datum,
achter ieders naam aangegeven.
Geslachts- en Datum
Voornamen. van
Jaarklasse 1905. inschrijving.
Dr^Éiner, Theodorus Maric 4 10 Mei 1917.
van Drie, Jacobus
Hartogsveld, Gijsbertus
de Jong, Hendrik Wilhelmus
Joseph us Maria
Jongerius, Bastiaan
Keizer, Marinus r,
Kradolfer, Hendrikus
van Lokhorst, Willem Jacobus
Revenic, Cornelis Johannes
Sanders, Frederik Herman
Schoonderwoerd, Everardus Theodorus
Ti vie, Arie
Tulpen, van Hof fel Cornelis
Wallet, Cornelis
Jaarklosse 1904.
van den Castel, Franciscus
Douwcs, Jakob r,
van den Karei, Albert
Overwijk, Jemke r,
Roebel, Johan
Ramselaar, Gerardus Johannes
Renes, Teunis
Reijnders, Cnristiaan Gerzinus
Veerman, Dirk
Volmer, Bortus Hugo
Zwanenburg, Johannes
De personen in bovenstaanden staat ge
noemd, kunnen ter secretarie dezer gemeente
bekomen eene persoonlijke kennisgeving, waar
in hunne verplichtingen - ten aanzien van den
landstorm zijn vermeld.
Amersfoort, 21 Mei 1917.
De Burgemeester voornoemd,
VAN RANDWDCK.
Vier krantenberichten uit één ochtend
blad
1. „De Belgisohe regeering heeft een rap
port ontvangen over den toestand van de
arbeidersbevolking, voornamelijk in het land
•van Charleroi. De hoeveelheid voedsel is
tot een vierde van die in gewone omstandig
heden ingekrompen. De lichamelijke toe
stand dier menschen is volslagen in verval.
Dit nijpt te meer door de aankomst van
15,000 uitgewekenen uit de streek van
Saint Quentin. De arbeidersklasse wordt be
dreigd met een totale bloedarmoede en alle
ziekten, tuberculose in de eerste plaats. Het
rapport dringt ernstig op een vermeerdering
van de levensmiddelen en vooral van vet
aan."
(Zou nog niet 'n afdoender middel denk
baar zijn om aan deze schriklijke ellende
voor goed 'n einde te maken
2. Uit de Roemeensohe stad Jassy
„Hier gaat het ons bitter slecht. Honger,
vlektyphus en wisselkoorts zijn aan de orde
van den dag. Soldaten, geneesheeren en of
ficieren worden bij honderden door dez<?
beide ziekten getroffen. Wat wij hier ten
deele onder ontberingen, ten deele in den
angst voor besmetting verduren, kan ik je
niet maar in enkele woorden beschrijven.
Vleesch ontbreekt geheel, melk heb ik, zoo
lang ik hier ben, niet gedronken, gevogelte
en eieren zijn er niet en met suiker, koffie,
rijst en koloniale waren in het algemeen is
het van hetzelfde laken een pak. Om een
homp zwart brood meester te worden, moet
je zonder overdrijving vóór de bakkerswin
kels een gevecht met de heffe des volks
uitvechten. Wat -de kleeding aangaat, zullen
we spoedig in de grootste verlegenheid ra
ken. Met de wasch is het allertieurigst ge
steld, daar elk waschmiddel, als zeep of
een plaatsvervanger, ontbreekt. De zieken
huizen zijn propvol met menschen, die aan
vlektyphus lijden. In één zaal liggen drie tot
vier honderd zieken, op één bed telkens drie
tot vijf. Geen mensch, dokter noch verple
ger, zet daar een voet. Binnen drie weken
zijn meer dan twee divisies aan de vlektyphus
ten prooi gevallen. Geneesmiddelen zijn niet
voorhanden. Denk niet, dat ik overdrijf. In
tegendeel, mijn beschrijving blijft ten ach
ter bij de werkelijkheid."
3. 'n Zinsnede uit 'n telegram over den
strijd in Noord-Frankrijk
,,'s Middags bestreek grof geschut plan
matig de stad Lens. Reeds was de stad het
offer der granaten geworden. Men vindt er
nauwelijks meer een huis dot niet ernstig
gehavend is".
4. En ten slotte een blik ter zee
„Thans is uitgemaakt dat in April
1,091,000 ton scheepsruimte door oorlogs
maatregelen van de middenriiken is vernie
tigd.
„Sedert het begin van den on'beperkten
duikbootoorlog is in 't geheel 2,772,000
ton scheepsruimte in den grond geboord,
waarvan 1,707,000 ton Engelsch."
Maar wee hem die het bevrijdende woord
durft spreken f
Wie door louter menschelijkheidsmotie-
ven gedreven, het e e n i g e middel om aan
al deze onduldbare toestanden 'n einde te
maken, durft aanbevelen, wie durft reppen
van het woord „vrede" dat in veler ooren
thans cle schandelijkste vloek is, wordt aan
geblaft als 'n verrader van de beschaving,
'n misdadiger jegens de menschheid, 'n
handlanger van de dolle zeehonden.
't Is wel 'n zeer hooge prijs welke de re
geeringen voor hun grillen en illusies
betalen laten door hun volken I
Do stand van den wereld-
strijd.
Van zijne vrienden moet men het hebben.
Sedert 9 April putten aan het westelijke
front de Engelschen en Franschen zich uit
om door de Duitsche linie heen te komen.
Zij willen 't nog niet opgeven,, al zijn zij altijd
nog maai aan het bejin van wat zij zich had
den voorgesteld te bereiken.
Nu komen uit Italië stemmen, die
duidelijk te kennen geven dat men daar
niet gelooft aan hel slagen van de onder
neming. Zoo schrijft de Stampa: „Door lang
zaam reserves te laten aanrukken, is het Hin
denburg gelukt, in Frankrijk het evenwicht
te herstellen, dat wel is waar nog nan ge
ringe schommelingen onderworpen kan zijn,
maar aan geen vary de tegenstanders de mo
gelijkheid tot de strategische beslissing zal
bieden. De Engelschen voor Lens en de
Franschen voor Laon hebben ten gevolge
van den verstel klep tegenstand den Duit-
schers de doorbraak niet kunnen afdwingen.
Slechts door het intreden van onvoorziene
omstandigheden zou misschien nog eene
verschuiving in den evenwichtstoestand te
verkrijgen zijn."
Er wordt wel gezegd, dat er zekere aan
wijzingen zijn, dat zulke omstandigheden
niet uitgesloten zijn, maar dat draagt te zeer
den stempel van eene poging om de bittere
pil te vergulden, dan dat aan die uitspraak
waarde is te hechten. De hoofdzaak ligt in
de erkenning, dat het Engelsch-Fransche of
fensief in het westen is mislukt. Tot dezelfde
conclusie komt de Perseveranza ten aanzién
van het offensief van Sarrail aan het Mace
donische front. De correspondent van dat
blad te Rome schrijft, dat men bjj dit offen
sief meer te doen heeft met eene diplomatie
ke afleiding dan met militair bereikbare
oogmerken, want die kunnen niet bereikt
worden zoolang de toestand in Griekenland
niet tot klaarheid is gebracht. De tegenwoor
dige ondernemingen dienen hoofdzakelijk er
toe, de reeds veroverde streken te beveili
gen en de politieke Balkanonderneming van
de Entente te ondersteunen.
Zoo .wordt van Italiaansche -zijde het werk
van de bondgenoeruïi beoordeeld op tv.ee
strijdtooneelen, waar Italië niet betrokken is
in den strijd. Nu doet zich intusschen het
merkwaardige geval voor, dat daar, wear
Italië zelf den last van den strijd heeft te dra
gen, dezelfde grief door de bondgenooten
tegen de Italiaansche oorlogvoering kan
worden uitgesproken. Maanden achtereen,
van November 1916 af, hebben aan
het Isonzofront de groote operatiën ge
rust. Die rust is besteed aan de voor
bereiding van een nieuw offensief. Het aan
tal geschutmonden werd vermeerderd, de
munitievoorraad uitgebreid, versterkingen
aangevoerd. Ofschoon door het kolengebrek
ernstige bezwaren bij het spoorwegvervoer
waren te overwinnen, is het toch gelukt eene
geduchte strijdmacht bijeen te brengen,
waarmee voor de tier.de maal de aanval is
ingezet naar het doel van ïtalië's slreven:
het groote Oostenrijksche handelscentrum
aan de Adriatische zee Triest. Sedert 11 Mei
buldert het kanon op het geheele 40 KM.
breede front van Tolmein in het noordon tot
aan den zuidelijken rand van het Karstpla-
teau. De eerste dagen was de artillerie aan
het woord. Daaruit ontwikkelden zich hard
nekkige gevechten, waarin aanval en verde
diging hunne krachten maten. Er vormden
zich daarbij verschillende brandpunten.
Try het noorden werd tusschen Auzza zn
Canale gestreden om den overgang over de
Isonzo. Verder zuidelijk woedde cle strijd op
den linkeroever van cle rivier tegenover Pla-
va, wa«£ de top van den Kuk van hond tot
hand ging. Het zelfde beeld leverde de om
trek van Görz, waar in het noorden de tegen
e'en Monte Gabriele gerichte aanvallen, in
het zuiden de aanvallen aan den van Görz
naar het oosten voerenden weg door het
Rosenthal werden afgeslagen. Tusschen cle
Wippach en Kostanjevico richtte cle storm
aanval zich tegen de stellingen ten oosten
van de Fnjti Hrib. Het omstreeks 6 K.M.
breede eindstuk van de Oostenrijksch-Hon-
gaarsche stelling tot nan zee is niet in den
strijd betrokken.
Als uitkomst van den dagen achtereen
voortgezette strijd stelde het Oostenrijksche
hoofdkwartier op het einde van de vorige
week vast, dat op één punt, bij Pla-
va, de Italianen hunne brughoofdstclling tot
een omtrek van ter nauwernood 2 K.M. had
den uitgebreid. De strijd is op dit front nog
niet geëindigd; beide partijen kennen zich
winsten toe, die door hen zijn bevochten op
den tegenstander. Maar met iederen dog
wordt de waarschijnlijkheid grooter, dat
deze tiende Isonzoslagdenzelfdcn uitslag zal
hebben als de negen vorigen, en dat aan het
einde zal blijken, dat de krachten van den
aanvaller en den verdediger, legen elkaar
opwegen.
Ook hier dus laat het zich aanzien, dat de
militaire strijd geenc beslissing zal brengen.
Wat het oostelijke oorlogstooneel betreft,
daar bestaat, volgens cle eigen verklaring
van het hoofd der op nieuw samengestelde
voorloopige regeering in Rusland, een fei
telijke wapenstilstand, die veroorzaakt
wprdt door .den toestand van anarchie, waar
in het Russische leger thans verkeert. Prins
Lwow noemt dit een toestand, die onbe
staanbaar is rnet de eer en de waardigheid
van Rusland. Maar men mag met eenigen
grond in twijfel trekken of het in dit sta
dium van den oorlog gelukken zal daarin
eene zoodanige verandering te brengen, dat
het Russische leger wecler kan worden ver
vormd tot het geduchte aanvalswapen, dat
het in eene vroegere strijdperiode is ge
weest
Wanr.eer men dit alles met elkaar in er-
band beschouwt, clan krijgt men den indruk,
dat het met den militairen strijd ten einde
gaat Niet in dien zin, dat deze strijd nu
spoedig zal ophouden, maar toch in zoo ver
re, dat niet is te voorzien, dat de verdere
strijd, hij moge langer of korter duren, nog
verandering van beteekenis in oen toestond
zal brengen. En die toestand vertoont ons
een beeld, dat aanleiding geeft om te zeg
gen, dat, als men alleen de uitkomsten laat
wegen van den met oorlogswapenen ge-
voerden strijd, de wereldstrijd zal eindigen
zonder dat één der partijen zich de groote,
beslissende zegepraal, die de tegenpartij
aan de voeten van den overwinnaar brengt,
zal kunnen toerekenen. Men zal, goedschiks
of kwaadschiks, zich ten slotte er bij moeten
neerleggen, dat de strijd eindigt op eene
wijze, die geen ruimte laat voor de tegen
stelling tusschen overwinnaar en overwon
nene.
De oorlog,
W a s h i n g t o n, 2 0 Mei. (R.) In een©
proclamatie van Wilson, waarin wordt aan
gekondigd dat den 5en Juni een nationaal
register zal worden opgemaakt, wordt ge
zegd, dat geheele voiken nu onder de wa
penen zijn. Maar de mannen, die thuis blij
ven om den grond te bewerken of in fabrie
ken en werkplaatsen te arbeiden, maken daar
niet minder deel uit van hét leger, don zij,
die onder de strijdvlag staar.. Zoo moet
het ook bij ons zijn. Wij moeten de natie
voor den oorlog oefenen en vormen. Het
volk moet één compact front tooncn tegen
den geineenschappelijken vijand. Allen moe
ten één doel nastreven. De r.otie heeft alle
mannen noodig; maar zij heeft noodig, dat
ipdere man het best is uitgerust om de ge
meenschappelijke zaak te dienen. De ge
heele natie moet daarom een toom zijn.
waarin iedere man zijn deel vervult. Het is
daarom van het meeste gewicht, clat de natie
voor den dienst wordt geciassiiiceerd en
dat iedere man geplaatst wordt in die stel
ling, waarin hij' het algemeen belang hel
best kan dienen.
Washington, 21 Mei. (Haves). De
wet op den dienstplicht, eergisteren door het
congres goedgekeurd, gisteren door den
president geteekend, bevat de volgeAde
punten: Inschrijving voor den militairen
dienstplicht van alle burgers tusschen 21 cn
30 jaar. Oproeping onder de wapenen van
twee lichtingen, elk van 500,000 man, die
achtereenvolgeps ingelijfd zullen worden.
Aanwerving en inlijving, indien de president
het noodig acht, van 4 divisiër. vrijwilligers.
Voorts het verbod van den verkoop van alco
hol in de oefeningskampen of in de omge
ving dier kampen.
Washington, 21 Mei. (Havas). De
regeering der'Vereenigde Stoten heeft be
sloten bezit te nemen van cle 233 schepen,
die nu op Amerikaansche werven in aan
bouw zijn voor rekening van vreemde maat
schappijen.
Een telegram uit New-York bericht, dat de
herstelling van de Oostenrijksch-Hongaar-
sche schepen, waarop beslag is gelegd, de
met dit werk belaste commissie in staat stelt,
over eenigen tijd 71 schepen beschikbaar
te stellen. Men beschouwt het als mogelijk,
dat 535.000 tonnen vrachtruimte ter be
schikking van de geallieerden kunnen wor
den gesteld.
Ottawa, 19 Me i. (R.) De premier van
Canada, sir Robert Borden, heeft in het Ca-
nadeesche Lagerhuis de onmiddellijke in
diening aangekondigd van een wetsontwerp,
waarbij machtiging wordt verleend tot het
invoeren van dienstplicht. Hij verklaarde,
dat de tijd gekomen was om te zorgen voor
de reserven, noodig om de dappere mannen
te steunen, die de liniën maandenlang ver-
Elk wijsgeerig onderzoek eindigt in een
verbijsterende onzekerheid.
Roman van Hel ene Dick mar.
Geautoriseerde vertaling uit het Noorsch
door
A M. VAN DER LINDEN-VAN EDEN.
Ragnhjld had opnieuw de oogen gesloten.
Ha raid stoorde haar niet meer. Maar zij kon
'den slaap niet vatten. Er kwamen zoovele ge
dachten tot haar, die haar niet wilden ver
laten. Zij woelden door haar hoofd terwijl
de trein voortsnelde, en het geraas en het
leven haar ooren vulde.
Was zij het zelf!... Het was zoo moeiclijk tc
vatten... zoo wonderlijk als een drooml
Sedert Paschen toch had zij Harald niet
gezien vóór nu. in deze bruidsdagen loen hij
gekomen was om haar te halen haar met
zich mede te nemen!... En die dagen zelve
zij waren als een droom geweest... En nu werd
*ij weggevoerd als in een haastige vluchtl
...Fluitende, suizende joeg de locomotief
voort trok hen willoos mee verder en
verder werd zij weggevoerd en nooit meer
voerde dc weg terug!
Neen neen zij wilde ook niet anders, j
Zij was immers wc r ke 1 ij k gelukkig, zeker! j
Harald had haar immers lief!
Zij dacht aan de woorden, die hij zoo pas
tot haar had gezegd... dat hij soms een ge
voel had, alsof zij van hem weggleed. Ja,
arme Harald! Hij moest eens weten, hoe
veel waarheid hierin wasveel meer dan
hij het zich ooit kon denken.
„.En hare gedachten gingen terug. De vijf
laatste jaren van haar leven, van dal zij hem
had leeren kennen af, schenen voor haar
geestesoog voorbij te ijlen als in tafreelen.
Den eersten keer. Toen hij met haar broer
Karei in de vacantie mee kwam. Zij waren
toen beiden student en Karei woonde bij de
moeder van Harald in huis. Toen was zij nog
slechts zestien jaar en nog niet eens bevestigd,
en hij was een-en-twintig jaar. Maar toen
reeds was hij vrceselijk.aardig voor haar ge
weest en hij had verzen op haar gemaakt.
Toen een paar jaren later. Zij was juist
thuisgekomen van haar verblijf van een jaar
in Parijs, loen Karei stierf aan longontste
king in Christiania; Harald en mevrouw Las
sen hadden hem verpleegd en waren tot het
laatste bij hem geweest. Daardoor ook had
haar vader een sterke genegenheid voor
Harald opgevat cn eindelijk wilde hij Harald
zoo dikwijls bij zich zien, als zijn studie het
hem veroorloofde. Zij begon hem toen ook te
beschouwen als iemand die hun na bestond
zij hield veel van hem misschien ook
Ier wille van Karei.
En toen Harald een beurs had gekregen, cn
een jaar in Duitschland was geweest de
menschen begonnen er toen reeds over te
spreken dat hij zooveel beloofde toen wer
den zij verloofd maar eerst nog in stilte.
Harald wilde zijn verloving niet openbaar
maken, voordat liij een betere positie had.
Zij was toen juist negentien jaar... Wat was
zij gelukkig geweest uitgelatenL Iiij voelde
alles zoo krachtig en sterk. En het was alsof
hij haar niet zich mede optrok in een soort
van verrukking.
Maar., in 't geheim verloofd!... En om dc
drie maanden ontmoetten zij elkaar. Dat kon
wel eens lastig cn gevaarlijk worden. Want...
begeerd was zij wel. En dat men haar het hof
maakte... daar kon zij toch niets aan doen...
Advocaat Rosenvingen had zij werkelijk wel
aardig gevonden. Zij irfocst bekennen, hel bad
iels kunnen worden nu ja... Was Harald
loen niet met Kerstmis gekomen en was
papa niet zoo streng geweest, dal Daar
durfde zij niet eens aan denken!En dan al
de jonge officieren, die er 's zomers kwamen...
cn Brun, dc officier van gezondheid... Ja, die
arme tante Nora, die bij lien aan huis was
geweest sedert den dood van haar moeder
had het lang niet gemakkelijk gehad in dien
tijd!... Maar alle heeren hadden haar zoo ge
plaagd met haar „schoolmeester" roonls zij
hem noemden-, die niet kon paardrijden
en geen billard speelde, maar die naar dc
maan tuurde en verzen maakte en dien zij
om haar pink» kon winden wanneer zij i ge
wild had... Maar zc konden toch geen van
allen ontkennen dat I(arald een cchtc man
was,... sterk en breedgeschouderd en knap
ook met zijn verstandige oogen en zijn moeien
mond! doch geen eigenlijke figuur voor
een salon. Maar... hij stond bekend als meer
dan gewoon begaafd. Altijd zag men zijn naam
in de kranten in verband met redevoeringen
en toepasselijke gedichten.
Toen was hij benoemd als mede-directeur
van een meisjesschool waaraan hij" leeraar
was cn dc verloving was publiek geworden
Juist in dien Lijd had bij een bundel gedich
ten uitgegeven, die zeer geprezen werd.
Eenige kranten waren uitbundig geweest in
hun lof. Een enkele recensent had de opmer
king gemaakt dat zulk een geestdriftige hulde
en bijval door hem geschonken aan de ideeën
en aan de groote mannen- van dezen ijd
moest worden geplaatst op rekening van zijn
jeugd cn dal hel licrn misschien verder zou
voeren, dan hij pu zelf wist dal het gevaar
lijk'kon worden, enz... -
Maar nu was Ilarald ouder geworden; hij
zou nu wel voorzichtig zijn en geen méeningen
meer verkondigen die hem zouden hinderen
om in de wereld vooruit te komen daar
was zij zeker van...
En Ragnhild had Inwendig, misschien onbe
wust. het zekere vermoeden dat alles, wal
hem cr loc bracht om verzen te maken en
zoo onvoorzichtig te zijn... in een min of meer
natuurlijk verband stond mei zijn verliefd
heid op haar! En dat nu, wanneer hij haar
altijd bij zich had, hij wel voorzichtiger zou
worden
Want., wat had hij'haar lief! ja. zij was
werkelijk ook gelukkig ongetwijfeld.
Dc trein ging steeds verder.
Ragnhild sliep nu rustig. Maar Harald
bleef den gebcclcn nacht ziltcii, hij dacht niet
aan slapen.
Iiij had hel gordijn opgetrokken en zag dal
dc maan scheen. Alle voorwerpen, die zij
voorbij reden, lagen in een droomerig licht...
Zoo stil cn eenzaam cn verlaten zag alles er
uit in dezen blecken schijn I Maar spoedig
ging de maan onder cn het werd donker. Het
was hem alsof hij door een onbevolkte, een
zame streek reisde over bergen en door
dalen, cn over zeeën waarop zich geen levend
wezen bevond... ver weg naar een nieuw
land, naar ecu nieuwe wereld met zijn
jónge bruid!
Voor hen'alleen werkte dc stoom jagend
steunend, zonder rust Er was niemand
meer slechts zij beiden! Niemand om Ie be
sturen niemand om loc Ie zien. Dal be*
hoefde niet. liet was zijn eigen sterk verlan
gen zijn geluk dal in staat was <lc geesten
der natuur in zijn dienst le nemen cn op
hunne vleugels voort-te vliegen.
En het eentonig, geregeld gedreun mengde
zich in zijn fantastische droomen, die lang
zamerhand ^vergingen in een bepaald rylit
mus, dal op eens tot zijn bewustzijn door
drong als een zonnestraal in een nevelachli-
gen zomermorgen. En eens gekomen bleven
zij daar zonder ophouden... spelende, lich
tende, glinsterende een lied, voortkomende
uit zijn eigen stemming... uit zijn gelukkige
vlucht naar hel land der liefde.
En den gchcelen nacht door was dil het
refrein van al zijn blijde gedachten tot hij,
tegen den morgen, ook in een korten, onrustf-
gen slaap viel.
„Och koetsier wees zoo vriendelijk de
koffers hoven 1c brengen.... Kijk eens naar den
tuin, Ragnhild... zijn er geen mooie bloemen?
En van hier zie je heel tot Oskarshal! En
dóór boven is o n s balcon, met ccn hek cn
zuilen waarlangs dc wilde wingerd cn de
kamperfoelie al beginnerf op tc kruipen is
liet niet mooi?*'
(Wordt vervolgd.)