feuilleton"
Hoofdrede, „DE EEMLANDE R".
N° 273
15*" Jaarpang.
Woensdag 23 Mei 1917.
BUITFNLAND.
Strijdende Zielen.
ABONNEMENTSPRIJS:
uei 8 maanden voor Amersfoort f 1*30»
Idem franco per post.. 1.80.
Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) - 0.115»
Afzonderlijke nummers 0.05.
Wekelyksch bijvoegsel „D* HollandscJ%4 Huisvrouw' (onder
redaotie van ThérèM Hoven) per 3 mnd. 50 ©t8.
Wekelyksoh bijvoegsel Wereldr*vUi' per 3 mnd. 33 els.
"Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 46.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
PRIJS LEB AD VERTEN TI EN
Van 1—5 rogol».. f o.WO.
Elke rogol meer0.15.
Dienstaanbiedingen 15 rogels., 0.3O.
Groote lettors naar plaatsruimte.
Voor handel on bedrtft bestaan /.oor voordooligo bopalmgon
bot hot herhaald advortooreu in dit Blad, bii abonnement,
Eeue oirouttiiro, beyattonde do voorwaarden, wordt op
aanvraag toogozondon.
Of Duitschland daarmee au bout de ses
ressources is gekomen, zal nog moeten blij
ken. Engeland zal voorzichtig doen, niet al
te vast daarop te rekenen. Ook kan het geen
onvermengde vreugde zijn, die Engeland
ondervindt van de vrijgevigheid, die Ameri
ka aan den dag legt in zijne rol van finan
cieel verzorger van de oorlogsbehoeften der
Entente. Daaraan is eene keerzijde'verbon
den, die in de Frankf. Ztg. aldus wordt ge
schetst:
„Engeland zal reddeloos in de schuld ko
men bij Amerika; of 't 3^ pet. of 6 pet. rente
betaalt, verandert aan de afhankelijkheids
verhouding niet veel. De Engelsche uitvoer,
die ondanks den oorlog mogelijk was, vooral
naar Zuid-Amerika, zal afgesneden worden.
Maar er zal nog meer gebeuren. Wanneer
Engeland rijp is voor den vrede, zal Ame
rika op de vredesconferentie niet zitten als
de bescheiden idealist, wiens eenig doel is
vrede op aarde en in menschen een welbe
hagen. Wanneer het de grootste handels
vloot van de wereld bezit en een slagvaar
dig leger op de been heeft gebracht, wan
neer het zijne industrie opnieuw georgani
seerd heeft alles met het geld van de ge
allieerden dan zal het nuchtere macht-
politiek willen voeren.
„Gelijk de pacifist Wilson, ondanks "lang
tegenstribbelen in den oorlog trad, dien hij
oorspronkelijk niet wilde, omdat hij alle
stappen deed, die tot den oorlog moesten
leiden, zoo zal de idealist Wilson Ameri-
kaansche reëelc politiek voeren, wanneer
machtige belangen het verlangen. En dan
zal blijken, dat de geallieerden niet wij
Duitschers Amerika's rekening moeten
betalen. Wij hebben geene West-Indische
eilanden, die het Panamakanaal bedreigen,
wij hebben geene koloniën in Zuid-Amerika,
wij hebben nooit een oog op de economische
controle van Mexico geworpen en beheer-
schen niet de spoorwegstelsels van Zuid-
Amerika*. Wij hebben geene koloniën, zoo
als Canada, die natuurlijke markten voor de
Vereenigde Staten zijn, maar waarvan een
Britsche rijksbond ze zou uitsluiten. Naar al
deze dingen zal Amerika's begeerlijkheid
wakker worden, als het eerst het bewustzijn
van zijne eigen kracht heeft gekregen. De
Monroeleer zal verwezenlijkt worden op
plaatsen, waar zij militaire reden van "bestaan
heeft, en ten slotte zal Amerika zijne schul
denaars territoriaal geweld aandoöh, ook al
droomt het heden nog van zijne idealisti
sche zending.
„Dat is het Amerikaansche gevaar van
de toekomst, dat niet te vermijden is, wan
neer de oorlog lang genoeg duurt."
Het is "een toekomstbeeld, dat hier wordt
gegeven. Thans, nu de oorlog alles over-
heerscht, zal het nauwelijks de aandacht
trekken. Maar het doet toch zien, dat aan
de Amerikaansche hulp niet enkel voordeel
is verbonden; de nadeelen zal men later on
dervinden en dan misschien zeer sterk voe
len.
De oorlog.
P a r ij s, 2 2 Mei. (Havas). Volgens een
telegram, uit Washington heeft president
Wilson besloten, zoo spoedig mogelijk eene
divisie van het staande leger naar Frankrijk
te zenden, onder bevel van generaal
Pershing, die met zijn getieralen staf de
troepen vooruit zal reizen. i
De Figaro geeft eehige bijzonderheden
over den bevelhebber van het Amerikaan
sche expeditiekorps. Generaal John James
Pershing is een van de wetenschappelijkste
bevelhebbers van het leger der Vereenigde
Statn. Hij is 57 jaar oud en heeft 50 dienst
jaren. Hij is een kweekeltng van Westpoint,
waarvan hij een der schitteren€ste leerlin
gen was. Hij heeft gediend in de cavallerie
en heeft een welbestede loopbaan achter
zich. Hij heeft Indianenopstanden onder
drukt, deelgenomen aan den Spaansch-Ame-
rikaanschen oorlog, den veldtocht in Mand-
sjoerije gevolgd als buitenlandsch attaché in
den generalen staf van Kuroki en is belast
geweest met de opleiding van officieren in
Westpoint.
Hij heeft een groot gezag als samensteller
en leider van een leger, en -vooral heeft hij
zich onderscheiden in de vqjvolging, zooals
onlangs nog gebleken is in Mexico, toen hij
Villa heeft nagezeten in een vijandelijk land
bijna zonder wegen, waarin hij 110 mijlen
heeft afgelegd in 42 uren.
In Zweden heerscht diepe ontroering over
het verlies van de stoomschepen Vesterland,
Viken en Asten, die als slachtoffers van den
verscherpten duikbootoorlog in den grond
geboord zijn.
Ook is* weer een Braziliaansch schip, ter
hoogte van de kust van Bretagne, door een
Duitsche duikboot tot zinken gebracht. Het
congres van Brazilië heeft het voorstel van
den president aangtiromen om de in het be
gin van den* oorlog uitgevaardigde onzijdig
heidsverklaring in te trekken.
Van het westelijke front geene berichten
die bijzonder relief geven aan den daar nog
altijd voortwoedenden strijd.
Aan het Isonzofront heeft het Italiaansche
legerbèvel zich genoodzaakt gezien, na een
zevendaagscl}pn strijd eenige rust te gunnen
aan zijne infanterietroepen.
Van. de fronten worden geene gebeurte
nissen van belang bericht.
Parij s, 2 2 Mei* (Havas.) De bar-
baarschheid, waarmee- de Duitschers ver
woestingen hebben aangericht in de streek
van Somme en Oise, welke zij onder den
druk van ons aanstaand offensief gedwon
gen waren prijs te geven, heeft in de ge
heele beschaafde wereld gevoelens van af
schuw gewekt. In verband met deze alge-
meene afkeuring heeft de vijand getracht
^zijn gedrag te rechtvaardigen op grond van'
zoogenaamde militaire noodzakelijkheid.
Volgens een bericht van Nauen ging het er
om, over een afstand van 10 tot 12 kilo
meter een glacis te scheppen, waar de troe-
pen der geallieerden sleohts met de groot
ste moeite zouden kunnen marcheeren en
proviand aanvoeren. Het was noodzakelijk
alle dekking weg te nemen, die troepenbe
wegingen zou kunnen maskeeren.
De feiten zijn lijnrecht in strijd met deze
tendentieuze redeneeringen.
Allereerst werden de verwoestingen niet
in een zóne van tien twaalf kilometer
aangericht, maar over een afstand van
veertig kilometer en meer. Er zou geen
sprake kunnen zijn van een glacis dat ge
heel door den vijand te overzien was. De
aard van het terrein biedt den Franschen
troepen ieclere gelegenheid om zich te ver
plaatsen zonder waargenomen te worden.
Het is voldoende de afstanden op de kaart
te meten om het onjuiste van de Duitsche
beweringen in te zien.
Wat de vruchtboomen betreft, hebben al
le onzijdigen, die de verwoeste streek be
zóchten, ter plaatse geconstateerd, dat de
verwoesting door de Duitschers is aange
richt, om een bloeiende streek te ruïneèren
en voor twintig jaar of meer van haar voor
naamste hulpbronnen te berooven. In de
streek van Jussy is een bosch ongeschon
den gebleven, terwijl een rij vruchtboomen
aan den zoom van het bosch omgehakt is.
Te Flavy-le-Martel zijn gewone tuintjes voor
de huizen met den grond gelijk gemaakt. De
ze tuintjes zijn slechts een tiental vierkante
meters in oppervlak en er zou zelfs geen
kanon kunnen staan.
Langs den weg zijn alle populieren blij
ven staan, terwijl vier of vijf appelboomen
omgehakt zijn. Dit zijn enkele voorbeelden,
maar men zou ze bij duizenden kunnen aan
halen.
Weenen, 22 Mei. (Corr.-bur.) De
keizer heeft 60 nieuwe leden van het hee
renhuis benoemd, 5 erfelijke en 55 voor hun
leven. Onder de erfelijke leden is de voor
malige gezant te Petersburg Frans prins
Liechtenstein; onder de voor hun leven be
noemden zijn veldmaarschalk Conrad von
Hötzendorf en de kolonel-generaals Kroba-
tin, Bolfras, Dankl, Pflanzer-Baltin en Böhm-
Ermolli, de burgemeester van Weenen Weis-
kirohner, baron Rothschild, chef van het
bankiershuis Rothschild, de directeur van
de Skodawerken baron Skoda, de uitgever
van de Neüè Freie Presse Benedikt.
Pa r ij s, 2 2 Me i. (R.) De Kamer heeft,
op verzoek van minister-president Ribot, de
behandeling van de interpellatiën over het
laatste offensief verdaagd.
Londen, 22 Mei. (R.). De Portugee-
sohe minister van oorlog is [n Londen aan
gekomen.
Kopenhagen, 22 Mei. (W. B.) De
Berlingske Tidende bericht uit Haparanda:
In Finland, heerscht volslagen anarchie.
In Helsingfors, Abo en Raumo bestaat vol
slagen ontbinding.' Tengevolge van het ont
slag van eenige ^superieuren bevindt de
brandweer te Helsingfors zich sedert Woens
dag in staking. De macht in de hoofdstad van
Finland is in handen van een arbeider, die
vroeger lid was van het bestuur van eene
vakvereeniging. In Abo heeft de vrijwillige
brandweer plan om in staking te gaan. In
Raumo dreigt eene algemeene staking tot
volslagen anarchie te leiden. Het geheele
verkeer is gestremd; de telefoon staat onder
strenge censuur; de geheele brandweer is in
stoking en verklaart slechts te wiilen helpen
bij een brand van arbeiderswoningen.
De arbeiders hebben besloten geene be
lastingen te betalen aan het tegenwoordige
stedelijke bestuur. Eenigé socialistische
i bladen keuren de algemeene staking scherp
'u en vestigen er de aandacht op, dat de
sociaal-democraten de mocht hebben, langs
wettigen weg het algemeen kiesrecht voor
de gemeenten in te voeren, hetgeen ook
binnen kort zal gebeuren.
Ook de boerenarbeiders in Finland leg
gen in den meest uitgebreiden zin -den ar
beid neer.
Kopenhagen, 23 Mei. (W.-B.). De
Berlingske Tidende bericht uit Stockholm,
dat de permanente socialistische vredes-
commissie gister hare eerste bespreking
heeft gehad met de socialistische deputa-
tiën uit de verschillende oorlogvoerende
landen. Deze bespreking had plaats met de
Bulgaarsche afgezanten, die verklaarden, dat
zij in beginsel zijn voor vrede zonder ge-
biedsinlijvingen. Zij voegden echter daar
aan toe, dat het verkrijgen van de Dobroeds-
ja en van Macedonië door Bulgarije niet kon
vallen onder het begrip gebiedsinlijving.
Verspreide Berlohten.
D r. van Dyke gehuldigd. D<j
hoogeschool te Oxford heeft dr. Henri van
Dyke, die zooals men weet tot voor korten
tijd als gezant van de Vereenigde Staten bii
het Nederlandsche Hof geaccrediteerd was,
den titel van doctor in het burgerlijk rechl
verleend.
In tegenwoordigheid van een groot aantal
belangstellenden werd dr. van Dyke de des
betreffende bul overhandigd.
P a r ij s, 2 1 Mei. (Havas). Door de Ligue
fran^aise de l'enseignement werd heden
een gedenkteeken onthuld, dat is opgericht
voor Macelin Berthelot, een werk van den
beeldhouwer René de Snint-Marceaux, in
het groote amphitheater van de Sorbonne,
in het bijzijn van een groot publiek, waar
onder president Poincaré en de ministers,
het gemeentebestuur van Parijs, de hoofden
der universiteit en het bestuur van de Ligue
de l'enseignement. Er werden verschillende
redevoeringen gehouden.
Kopenhagen, 21 Mei. (W. B.) Vol
gens officieele Engelsche cijfers, zijn than«
in geheel Groot-Brittannie 63.000 werk
lieden van verschillende industrieën in sta
king. De oorzaken zijn verschillend, maar da
duurte van de levensmiddelen is een factor
bij de meeste stakingen. Vooral heerscht
overal eene groote ontevredenheid over het
nieuwe onderzoek, dat bevolen is voor de tot
dusver vrijgestelde arbeiders in de staats-
munitie-fabrieken.
-N
Politiek Overzicht
De financieele factor in
den wereldstrijd.
Met den militairen strijd gaat het in de
zen wereldstrijd ten einde. Wanneer men
epkel te rade ging met dep toestand, zooals
hij zich op de verschillende oorlogstoónee-
len vertoont, dan zou men kunnen zeggen,
dat het psychologische moment gekomen is
om den strijd te beëindigen. Van de hoofd-
tooneelen van den strijd is het oostelijke
geheel uitgeschakeld; op de gansche uitge
strektheid van het oostelijke front, van de
Oostzee tot de Zwarte zee, rusten feitelijk
de wapenen. Op de drie andere fronten, in
het westen, aan de Óostenrijksch-Italiaan-
sche grens en in Macedonië, dient de strijd
slechts om nieuwe bewijzen bij te brengen
voor de vroeger reeds opgedane ervaring,
dat in deze reuzenwoisteling geen van -de
beide in den strijd betrokken partijen in
staat is den tegenstander als overwonnene
aan zijne voeten te brengen. Militair gespro
ken, zou er alle aanleiding zijn, den strijd
remis te verklaren.
Maar deze strijd wordt mét met militaire
wapenen alléén gevoerd. Er zijn nog andere
factoren, die zich in dezen strijd doen gel
den en die vooral bij de eindbeslissing van
invloed zullen zijn. Reeds in het bégin van
den oorlog heeft LloydGeorge het beeld
geblikt van de zilveren kogels, die in den
strijd hunne eigen beteekenis hadden en
tegen het einde van den strijd misschien
wel den doorslag zouden geven. Van die
zilveren kogels stelde hij zich voor, dat En
geland den grootsten voorraad zou bezitten
en in den strijd zou kunnen gebruiken. Mis
schien zijn er wel oogehblikken geweest,
waarin Lloyd George twijfel voelde opko
men of hij hierin juist had gezien, en of hij
niet had gedwaald in tweeërlei opzicht: door
de financieele kracht van den tegenstan
der te onderschatten en door zich den last,
dien het financieren van den oorlog op En
geland moet leggen, te licht voor te stellen.
Maar hoe dit zij, op dit oogenblik behoeft
Engeland in dat opzicht zich niet meer on
gerust te maken; bij de indiening van de
staatsbegrooting voor het loopende dienst
jaar, in de zitting van het lagerhuis van
2 Mei j.l. verklaarde de kanselier der schat
kist vol zelfvertrouwen: „Het zal geen geld
gebrek zijn, dat onze overwinning zal ver
hinderen. Wij zullen in staat zijn in dit op
zicht voort te gaan langer dan onze vijan
den."
Langer dan de tegenstanders? Dat is op
dit oogenblik nog eene open vraag. Onder
den eersten indruk van het treden van Ame
rika in'den oorlog aan de zijde van de En-
tentè, dat het Engelsche zelfvertrouwen
weer heeft doen rijzen, heeft Duitschland
-de inschrijvingen op zijne zesde oorlogslee-
ning opgevoerd tot een bedrag, dat het re
cord slaat van alle vroegere inschrijvingen.
Menschen die steeds grooteren rijkdom
najagen zonder zich ooit den tijd te gunnen
er van' te genieten en anderen te doen ge
nieten, gelijken hongerigen die steeds door
koken doch nooit zich aan tafel zetten.
Roman van Ilelene Dickmar.
Geautoriseerde vertaling uit het NoorscÜ
door
ft. M. VAN DER LINDEN-VAN EDEN.
Dit werd alles gezegd om tijd te winnen en
2en koetsier met hel rijtuig goed en wel weg
te krijgen. Toen liepen zij de stoep op. Hij
hield haar vast onder de armen. En in de
ippen voordeur stond Gurine, die vele jaren
Haralds moeder had gediend, maar nu hier
heen gekomen was in haar zwarte japon
en stijf wit schort en boog.
„Goeden dag, Gurine! ahe deuren open,
purine wijd open het heele huis door...
£oo, zoo is het goed. hoera daar komt zij,
Je jonge mevrouw 1" riep hij met een blijde
item. En voordat Ragnhild het wist, had hij
met een snelle beweging zich neergebogen
ta haar op zijn armen genomen.
„Mijne liefste mijn vrouw" fluisterde i
ülj „dragen zal ik je, dragen hoog op mijn
Armen in je nieuw tehuis I'-
En zoo gingen zij door alle kamers.
„Kijk, hier is de huiskamer een erker
met bloemen mevrouw's eigen divan en
schrijftafel en Karel's portret er boven... het
is of ik hem voor je bezit moet danken be-
grijp-je Dit is mijn kamer hier is een
soort haard in deze leunstoel moet jij zit
ten en het gezellig hebben, lezen of naaien,
terwijl ik werk hier zijn bijna al mijn oude
meubels eenvoudig, maar gezellig, niet
waar? Eetkamer slaapkamer, keuken!...
Gurine maakt zich bezorgd dat ik je op haar
pannen zal laten vallen! Och, neen, wees maar
niet bang ik zal er wel op passen... maar nu
mag je een beetje toilet gaan maken voordat
wij aan tafel gaan.... daarom zet ik je hier
neer", eindigde hij buiten adem en liet haar
voorzichtig los op den grond van de slaap
kamer.
„Harald Harald", zei Ragnhild lachend
en schudde zich uil „toe, ga nu heen, en
laat ik me wat opfrisschen na de reis foei,
wat zie ik er uit."
II.
„Het kamermeisje van mevrouw Miville is
hier om te vragen of u om 12 uur mee gaat
naar de stad of dat mevrouw Miville kaar
ten voor het concert voor u wil nemen, tege
lijk met de hare!" Het was Gurine. Met een
stem zoo zacht en vriendelijk dat men bijna
niet korf gelooven, dat zij behoorde bij de
forsche gestalte, die in de deur der huiskamer
stond en naar binnen keek met een paar
lieve, bruine oogen.
Ragnhild keerde zich om. Zij was bezig de
bloemen in de erker water te geven, terwijl
de morgenzon naar biiinen scheen door de
groote groene bladeren en over haar goud
blond haar. Zoo bleef zij een oogenblik wei
felend staSn. met den gieter in de hand en
keek voor zich uil.
Zij wist hel: het wel'd altijd laat wanneer
zij naar de stad ging met Sigrid Miville. De
Miviïies aten niet vóór vijf uur, terwijl Harald
graag om drie uur at, dadelijk wanneer hij
van school kwam. Enwas zij dan niet thuis
ja, niet dat hij eigenlijk iels gezegd had
maar dan was hij zoo vreemd en verwonderd.
Zij maakte een haastige beweging met haar
hoofd.
„Zeg maar dal ik mee "ga en Gurine",
riep zij haar achterna „wanneer meneer
vóór mij mocht thuiskomen, zeg dan maar
waar ik ben en dat ilc zoo gauw mogelijk
kom."
Even daarna wandelden de twee jonge
vrouwen in levendig gesprek op den Dram-
menweg.
„Neen, Sigrid nu moet ik je toch eens ver
tellen wat Harald mij van morgen voorstelde
voordal hij naar de stad ging! De leerares in
hei Fransch is ziek geworden en moet een
poos naar buiten en nu vroeg hij mij in
vollen ernst, of ik haar plaats in de school
niet zou willen innemen. Je begrijpt, hoe
hartelijk ik er om lachen moest! Ik. did er
zelfs niet van gedroomd heb ooit onderwijze
res te worden!"
Het was een ware opluchting voor Ragn
hild om haar nieuwe, eenige jaren oudere,
nicht iets van de moeilijkheden mee te deelen,
waarmee Harald in deze eerste weken van
haar huwelijk haar bij wijlen overrompelde.
Sigrid Miville was dan ook in baar oogen
een - autoriteit. Zij w as reeds vijf jaar ge-
trouwd, had drie kinderen en bestuurde baai
mooie woning, waarin zij veel menschen ont
ving. Maar misschien kwam het, zonder dat
zij het besefte, nog meer hierdoor, dat zij
door Sigrid nader tot Richard Miville kwam,
voor wierf zij een groote achting en bewonde
ring koesterde. Niet alleen omdat er altijd
over hem werd gesproken als over een Hin
ken algemeen gcachten handelsman; maar ook
omdat hij voor haar het voorbeeld was van
een volkomen man van de wereld.
„Tiet dwaaste was, dat Harald zich werke
lijk verbeeldde er mij genoegen mee te doen,"
ging zij voort half klagend, half lachend. „Hij
kwam naar mij toe en sloeg zijn arm om mij
heen en was zoo innig blij en vergenoegd, ah
wou hij mij een groot cadeau geven! Hij
meende, dat hel zoo heerlijk zou zijn om
samen te kunnen werken, om op zijn kamer
te zitten en thema's te corrigeeren! Bah!" zij
maakte een minachtend gebaar... „En dan wil
hij dal ik interessante artikels in boeken en
kranten met hem zal lezen! En hij wordt
werkelijk boos wanneer ik niet wil. Ja, je
lacht er om. maar het is werkelijk w;aar"
zij wond zich nu op „Harald is in 't ge
heel niet.."
„Och, Ragnhild, Ilarahl is zoo vriendelijk,"
koYi Sigrid er eindelijk op haar zachte, ccnigs-
zins langzame manier tusschen komen. „Maar
Richard zegt dat hij, naar zijn meening, zich
te veel verdiept in moderne vraagstukken en
boeken en zoo... het wordt zoo gauw ver
keerd... verkeerd uitgelegd, zegt iiij... Ja, eer
lijk gezegd, vind ik ook" zij boog liaar
hooge, een weinig beschermende gestalte naar
Ragnhild en keek haar met een open, goed-
hartigen glimlach, aan, „dal het een beetje
een onbekookte inval is om jou onderwijzeres
te maken 1 Wanneer je getrouwd bent, moet
je in je huis blijven, dat is je eerste plicht!"-
Zij zei dit zoo zeker erf rustig als een
onomstootclijkc waarheid. Maar toen voegde
zij er als verzachtend, aan toe:
„Richard zegt evenwel, dat het Harald's
onpractische aanleg is... dat is iets dat je zeil
niet kunt helpen... en ook omdat hij zoo wei
nig in de wereld heeft verkeerd, zoodat.."
„Nu, Harald mag dan niet zooveel jaren als
je man in het buitenland gereisd hebben, h'lj
is toch bijna een vol jaar in Duitschland ge
weest", viel Ragnhild haar in de rede. Er wal
iets fn deze opinies van anderen, dat baar
onaangenaam in de ooren klonk; ofschoon zij
blijkbaar trachtte op dezelfde vriendschappe
lijke manier als eerst voort te gaan. „En
zoo heel o^practish is hij ook niet, als je be
denkt hoe goed de school gaat," ging zij met
meer zekerheid voort. Je kunt je niet voor
stellen hoe gevierd bij is en hoe hij wordt ge
prezen door allen met wie hij te maken heeft,
ipcl dv; ouders en de leeraars ook... Tk verze
ker je, hel verveelt mij wel eens er naar te
luisteren wanneer ik met hem onder de man*
schen ben— maar toch is bet wel erg vleiend"
zei zij ten slotte.
Ragnhild had onwillekeurig met ccne
zekere zelfvoldaanheid het hoofd opgeheven,
terwijl zij daar zoo licht en vroolijk in haar
mooi herfstcostuum wandelde, vrij en onge
dwongen in haar bewegingen wat haar
zoo goed stond.
(Wordt vervolgd.^