UIT DEN OMTREK. Daarna herdacht spr. de journalistieke functie Üoor den heer Lohman van rijn 57e tot zijn 80e laar bekleed air hoofd-redacteur van „De Neder lander". Het ministerschap had voor den heer Lohmon fiooit bekoring. Maar toen een opvolger gevonden moest wor den voor den vader der schoolwet-Meckoy, wel ke nog maar kortgeleden in het „Staatsblod" gestaan had en waarvan verschillende uitvoe ringsmaatregelen nog moesten tot stand komen, verstond de h;er Lohman, dat die taak op zijn Weg lag en dénrom nam hij haar op zich. Spr. herinnerde daarna nog aan 's heeren Loh- fnan's werk als voorzitter von de Unie „Hen School met den Bijbel", aan zijn curatorschap der Groningsche Universiteit en aan zijn lid maatschap van het Hof van Arbitrage Na het uitspreken van een hartelijken geluk- wensch ging spr. over tot het onthullen van het beeld. Moge het, aldus besloot spr., medewerken, om bij het nageslacht de gedachtenis levendig te houden aan jhr. mr. A. F. de Savornin Lohman, het parlementslid par droit de naissan- c e, den vurigen minnaar der waarheid, den no- belen strijder voor vrijheid en recht." Nadat het luid applaus, hetwelk op deze rede volgde, was verstomd, werd onder opnieuw op klinkende toejuichingen het voorloopig door Toon Dupuis in gips uitgevoerde zeer goed ge lijkende borstbeeld van den jubilaris onthuld, waarbij den tachtigjarige tevens het door de fir ma J. Brandt cn Zonen vervaardigde album met de nomen der deelnemers aan het huldeblijk werd aangeboden. Onder deze namen komen voor die van de Koningin-Moeder, de ministers Cort van des^ Linden, Treub, Lely en Loudon, den vice-president van den Raad van State, van de leden van den Raad van State, de heeren Cool cn Harte van Teclenburg, van den minister van Staat, dr. A. Kuyper, van vele leden van Eerste cn Tweede Kamer, behoorend tot alle fracties, van mr. L. J. Plemp van Duivelend, voorzitter van den Nederlondschen Journalistenkring. Na de onthulling van het borstbeeld sprak nog de heer mr. D. Fock, voorzitter der Tweede Ka mer. Deze hod gewenscht, dot de sluiting der Staten-Generaal een weck later had plaats gehad ten einde den heer Lohman in een openbare ver gadering der Tweede K'.mer te kunnen huldigen. Spr. hoopt dat de grijze staatsman nog lang tot het parlement zal behooren, waarvan hij een groot sieraad is. Ook deze woorden werden met luide instem ming begroet. En nu was het woord aan den jubilaris zelf, die met aanvankelijk door ontroering zacht klin kende, doch later krachtige stem zijn dank uitte voor de hem gebrachte hulde. De heer Lohmon verklaarde buitengewoon ge troffen te zijn door hetgeen hij had zien geschie den en hetgeen hij had aangehoord. Het denkbeeld der huldiging was uitgegaan van „De Nederlander", die, al is dit blad niet zijn kind, toch nog heel klein was toen spr. in den tijd van een uur tot hoofdredacteur van het orgaan werd geproclameerd. En wat hem nu zoo bijzonder getroffen heeft is, dat toen het plan van „De Nederlander" bekend werd, zoovele personen van de meest uiteenloopende richting gevraagd hebben te mogen meedoen. Dit heeft hem getroffen, niet omdat hij zou gelooven een allemansvriend te zijn, maar omdat hij gesteld is op de achting en de waardeering van ouderen en omdat hij overtuigd is zijn tegenstanders dikwijls te hebben gekwetst, ook waar zulks niet noodig was. En dit doet hem leed. Als hij nog voor verbetering vatbaar is, zal daartoe zeker medewerken de vele vriendelijkheden, welke hem dezer dagen ook van zijn^ tegenstanders rijn toegestroomd. Men heeft in deze dogen steeds vlorop gesteld dat hij streed voor vrijheid en voor recht. Dit acht spr. evenwel niets bijzonders. Alle Neder landers zijn strijders voor vrijheid cn recht. Meermalen duurt het eenigen tijd voordat de ware vrijheid en het juiste recht worden erkend, maar allen voelen dat men daar ten slotte voor zal moeten buigen. En dat geeft kracht om voort te gaan in den strijd voor de groote goederen. Twee zaken wenscht spr. nog even aan te ra ken. Vooreerst wijst hij er op steeds bang te zijn voor vooroordeel, voor een te spoedig gevormd en te vast stoand oordeel. Er zijn beginselen, waaraan hij onveranderlijk vasthoudt, omdat zij b'ggen in Gods Woord. Deze zijn onaantast baar. Doch spreker vergeet nooit, dat uit deze beginselen door het menschelijk verstand menig maal conclusies worden getrokken, die later blijken onjuist te zijn. En hoe ouder men wordt, des te meer geraakt men overtuigd van de be krompenheid van het menschelijk verstand. Ook hierin ligt sprekers onberekenbaarheid. Recht doen is een moeilijke zaak; moeilijk is het regels te vinden, volgens welke met elkaar in botsing komende belangen met elkander in overeen stemming worden gebracht Dan verklaart de jubilaris, steeds vertrouwen te hebben gehad in zijn tegenstanders, welke hij wil aanduiden met den uigemeenen naam van liberalen. Ook onder hen zijn er velen, die gevoel hebben voor recht en gerechtigheid. Als zij in strijd daarmede handelden was dit dik wijls omdat zij vastzaten aan dogma's en om dat hun verstond natuurlijk even beperkt is als dat van anderen. In dit yerband herinnert spreker aan de Be vredigingscommissie, die in volle vrijheid en al leen onder invloed van recht en vrijheid en zon der den invloed van pers en publiek beraad slaagde en wier arbeid zooveel instemming vond. In de hulde hem gebracht, ziet spreker de erkenning van weer een stop voorwaarts voor de vrijheid van consciëntie en voor recht voor allen. Daarom is deze hulde hem zoo bijzonder aangenaam. We gaan door uitbreiding van het kiesrecht een nieuwe toekomst tegemoet.. Spr. ziet daar niet tegen op, omdat wanneer men open tot het volk zegt, hoe de zaken staan, dat volk ten slotte steeds den goeden weg zal opgaan; wan neer de volksvertegenwoordiging maar niet ver geet, dat het haar taak is de reglementen van het recht vast te stellen en de wetten. Ten slotte dankt spreker, opnieuw merkbaar ontroerd, allen die aan de huldiging hebben medegewerkt. Na afloop van het officieele gedeelte der plechtigheid werd thee aangeboden, terwijl ge legenheid werd gegeven den jubilaris de hand te drukken. De eerste, die van deze gelegenheid gebruik maakte, was dr. A. Kuyper. N«d*rland «n d* oorlog. Onze Scheepvaart. Dezei dagen zijn in ballast naar de Ver een ig de Staten uitgevaren om graan voor de Regeering te halen, >an Amsterdam de Kui- nemcrland en de Bacchus, van Rotterdam de Gorredijk. Gister zijn te Rolterdaip^btnnengekomen de Maartensdijk, van de Holland-Amerika lijn, van New-York via Halifax, met een lading tarwe en meel voor de regeering, en de Arundo, van de Maatschappij „Zeevaart" van Philadelphia via Halifax, met een lading tarwe voor de Regeering. Onze vlazclierij. De deputatie uit de reéders van vis- schersvaartuigen te IJmuiden, welke zich thans te Berlijn bevindt, heetf aan het bestuur der Vereeniging een telegram gezonden, waar in medegedeeld wordt, dat reeds eenige vor deringen zijn gemaakt, i. z. dc schadeloos stelling der tot zinken gebrachte visschers- schepen alsmede over het uitoefenen van het visschersbedrijf. Volgens het telegram der deputatie schijnt deze goede verwachtingen te hebben over den afloop der besprekingen, met het Ministerie van Buitenlandsche Zaken cn de Marine Autoriteiten te Berlijn. De eenige reederij te Vlaardingen, die de laatste weken nog stoömbeugers ter vissche- rij uitzond, heeft thans besloten al haar schepen op te houden. Cliilisalpefer. (Officieel). Hoewel de Nederlandsche landbouw groote behoefte heeft aan chili- salpeter en deze in Nederland is aangekomen of hier over enkele dagen nog zal aankomen, is het niet mogelijk deze te distribueeren. Zoo dra de moeilijkheden die thans de distributie nog in den we? staan, weer zijn opgeheven zal de regeering met den meeslen spoed tot verdeeling overgaan. Aan 11000 personen het verblijf ontzegd. Door den commandant van het veldleger het militair gezag uitoefenend in Noordbra- batrt, Limburg enz., is reeds sedert het begin van den oorlog aan ruim elf duizend personen het verblijf binnen het in staat van beleg ver klaarde gebied ontzegd. Belgen hier te lande. De heer Knobel zond 15 Mei 1917 de volgende vraag in; Is de minister bereid te verstrekken een nader, zoo mogelijk in bijzonderheden tre dend, overzicht van hetgeen de regeering, sede-t het begin van den oorlog, tot dusver, ten bate der naar hier uitgeweken en op andere wijze hier te lande aangekomen Bel gen, heeft verricht en bekostigd? De minister van Staat, minister van Bin- nenlandsche Zaken, heeft daarop, d.d. ^9 Mei 1917, het volgende antwoord ingezon den: De ondergeteekende is bereid een over zicht te verstrekken van hetgeen de Regee ring heeft verricht en bekostigd ten bate van de naar hier uitgeweken en op andere wij ze hier te lande aangekomen Belgen. Maatschappij tot Nut van 't Algemeen. Naar reeds met een enkel woord gemeld, heeft de heer L. C. T. Bigot, lid von "het oofd- bestuur, ingeleid het onderwerp„I)e taak van het Nut ten aanzien van het onderwijs." Sp*. wees op den belangrijken tijd dien wij op onderwijsgebied beleven. De bevredigings commissie heeft haar intrede in de geschiede nis von onze wetgeving gedaan; art. 192 is in zijn nieuwen vorm aangenomen en belangrijke wijzigingen iri'de wet op het Lager Onderwijs zijn in zicht. Voor alle vrienden van goed on derwijs van volksontwikkeling en volksverlich ting breekt nu een tijd van werken aan. Het is voor het hoofdbestuur een groote voldoering en vooi het Nut een feit van beteekenis, dat het hoofdbestuur er in geslaagd is een samen werking tot stand te brengen, die ongetwijfeld van beteekenis zal zijn voor de onderWijswet- geving in de naaste toekomst. Spreker bedoelde de Nutscommissie voor art. 192, zooals ze kort weg genoemd wordt. Deze commissie is reeds aan het werk geto gen; ze hoopt, dat haar rapport in 't najaar zal verschijnen en dat dit rapport, bevattende critiek en aanvulling op de bevredigingsveor- stellen, een gunstigen invloed zal hebben zoo wel in de vergaderingen der politieke partijen, ols in die der volksvertegenwoordiging. Spreker zette nu kortelijks het doel van olie opvoeding uiteen, om er don op le wijzen, dat het onderwijs algemeen toegankelijk moet zijn- Daarvoor is noodig, dat geen beletselen, van niaalschappelijken of anderen aard, bestaan, die dat verhinderen. Bovendien moet bij dat onderwijs voorzitten het groote beginsel, voor alle eeuwen in hetChristendom vastgelegd, en det leert, dat alle menschen broeders zijn en dat de grootste vreugd van allen arbeid hierin is gelegen, dat deze arbeid ten bate onzer me- demenschen komt. Wat het nieuwe art. 192 betreft, behoeft bet geen betoog, dat het aanvaarden der gelijkstel ling ons een gansch ander schoolstelsel moet brengen. Welk standpunt heeft 't Nut daaromtrent in te nemen en wat is zijn taak? Naar sprekers innige overtuiging moet bet Nut in de kringen van hoofdbestuur, districten en departementen zoo mogelijk in samen werking met andere vereenigingen al zijn krachten inspannen tot verbetering en verhef fing der openbare school. Ziet, de openbare scholen hebben vaak besturen, die uit tegen standers van dit onderwijs zijn samengesteld' Dat hebbe men wel te bedenken; daarom, zei spreker: gaat in uw departementen aan den arbeid, verzorgt de openbare school, steunt de onderwijzers in hun werk en houdt in uw kring de liefde voor de openbare school warm. Maar <iaarneven zij men ook bedacht op een groot gevaar. Het is mogelijk, dat ondanks krach tig en ar beid dc openbare school verkommert en ver kwijnt. Waar zij niet kan bestaan, waar geble ken is, inderdaad helder gebleken is, 'dat dit hel geval is daar zal het Nut zelf aan het ,werk moeten gaan en scholen stichten, om het groote beginsel van neutraal onderwijs hoog t© houden. In het kort gezegdVoor ons, Nut, sta de openbare school voorop, als noodmaatregel home de bijzondere, neutrale Nutsschool. Ter verwezenlijking hiervan kunnen -de de partementen veel doen. Ze kunnen door het orgomsceren van paedagogischa lezingen oudeis en belangstellenden voorlichting geven op dit gebiedze kunnen in samenwerking met andere vereenigingen verbeteringen aanbrengen bij h°t openbaar onderwijs, zij kunnen ten slotte als het moet en niet anders kan, zelf scholen stichten. Bij de gedochtenwisseling, welke op deze ze r toegejuichte rede volgde, betoogde de af gevaardigde van Winschoten de wensche- Üjkjieid om de jeugd niet te vroeg tot het uit gebreid lager of middelbaar onderwijs toe te laten. Nu het progremma voor de middelbare school vereenvoudigd is, achtte spreker den rijd gekomen om een poging te doen, teneinde het overgaan naar het uitgebreid lager of mid delbaar onderwijs later te doen aanvangen dan thans het geval is. Lemmer was bevreesd, dat door het nieu we art. 192 van de Grondwet de toestand van net openbaar onderwijs op het platteland nog slechter zou worden. Spreker verwachtte van de rechfsche ge meentebesturen ten bate van het openbaar on derwijs van een betere solarieering van dc on derwijzers, heelemaal niets. Wijziging van art. 19i was dan ook niet geschied in het belang van de openbare schooldeze school was ver kocht voor het algemeen kiesrecht» (Applaus). De afgevaardigde van R ij n s a t e r w o u d e, verklaarde een voorstander te zijn van de ge lijkstelling van openbaar en bijzonder onder wijs. In zijn omgeving, waar een rechtsrho gemeenteraad is, had hij nimmer iets gevoeld of bemerkt van de nederdrukking van het open baar onderwijsr-Spreker kon zich dan ook vol komen mef de redfe van den heer Bigot ver- eenigen Hij verwachtte van het gewijzigde art. 192 grooteren bloei van het openbaar on derwijs. De heer Bigot repliceerde kortelijks. Hij gaf den afgevaardigden van Winschoten de verzekering, dat het punt betreffende het te vroeg verlaten van het gewoon lager onderwijs de aandacht had van. de Nutscommissie voor art. 192 Hij zette nog kort uiteen, dnh de wij ziging van art. 192 mocht worden beschouwd, in het belang van het onderwijs te zijn. School- en Kerknieuws. Imllftche Polytechnische school. In het gebouw van de Ned. Hondel-Mij. te Amsterdam is dezer dagen aan het Comité Indië Weerbaar officieel kennis gegeven van het voornemen in Ned.-Indië een polytechnische school te stichten. Behalve de leden van het Comité, dat zich Kier te lande daarvoor heeft gevormd, bestaan de uit de heeren C. J. K. van Aalst, J. B. A. Joncheer, H. Cob'jn, Herbert Cremer, W. F. van Heukelom, A. H. ter Kuile, R. van Lennep, jhr. H. Loudon, J. W. Macdonold, A. C. Mees, Ph. J. Roosegaarde Bisschop, B. E. Ruys, mr. G. Vissering en J. W. IJzerman, werden o.m. nog opgemerkt de heeren S. P. van Eeghen, J. T. Cremer, J. B. van Heutsz, W. H. J. Oderwald, jhr. L. P. D. Op ten Noort en J. F. de Beaufort. Toen de deputatie Indië Weerbaar was bin nengeleid, nam de heer C. J. K. van Aalst het woord en heette de heeren als voorzitter der stichtingscommissie welkom en dankte hen, dat ze aan zijn verzoek hadden gevolg gegeven in het gebouw te komen van de Maatschappij, die sinds 1826 in Ned.-Indië is gevestigd onder den naam van de Factory. Over de geschiedenis zal Spr. het thans niet hebben, maar spreken over het heden en in samenwerking met de Regee ring willen wij, aldus de heer Van Aalst, thans arbeiden niet alleen aan den voorspoed van den genen, die in Indië hun arbeid en kapitaal bren gen, doch in het bijzonder aan de economische en sociale opheffing van hen, die zoo dikwerf hebben blijk gegeven van trouw aan de Re geering. Komende tot het doel van deze bijeenkomst zeide Spr., dat het de bedoeling was om de deputatie bij haar vertrek door een daad onze belangstelling te toonen. Tot stichting eener universiteit, zoo deze reeds nu mogelijk zou zijn, is het particulier initiatief ontoereikend. De verheffing der tegen woordige vakscholen op medisch, juridisch, na tuurkundig en litterair gebied tot hooger peil en napr samenvoeging tot een universiteit, kan in Indië alleen het werk der Regeering zijn. Maar wij hebben gemeend in zoover aan het verlangen naar onderwijs van hooger peil te kunnen tegemoet komen, dat het ons mogelijk scheen door particulier initiatief een inrichting van onderwijs in het leven te roepen, die eener- zijds bevrediging geeft aan den drang naar hoo- gere ontwikkeling en aan den anderen kant van groote economische beteekenis zal kunnen worden. Wij zijn van oordeel, zoo vervolgde de heer Van Aalst, dat ook de Indiërs hun kans moe ten krijgen om in de goed betaalde betrekkin gen van Staat en maatschappij werkzaam te worden gesteld en om dat doel te bereiken is voor alles een degelijke technische opleiding noodzakelijk Zoo zijn wij dan te rade gegaan en besloten tot de oprichting eener vereeniging, die zich de stichting eener school in Indië ten doel stelt, welke den naam zal dragen van Instituut voor Hooger Technisch Onder- wijs in Ned.-Indië, aan welke inrichting van onderwijs dan Indische ingenieurs zullen kunnen worden opgeleid. Bij de Regeering kun nen deze plannen op instemming rekenen. Wij zijn Kier thans bijeen om u van dit be sluit mededeeling te doen. In bijzonderheden kunnen we niet alles meedeelen, maar dit staat vast, dat de school voor alle rassen en ook voor alle klassen der bevolking zal openstaan. Verder deelde de Keer Van Aalst mee, dat de school bezocht zal kunnen worden door hen, die met goed gevolg een M. U. L. O.-school hebben afgeloopen en dat naast het vakonder wijs ook nog algemeen vormend onderwijs zal gegeven worden. Spr. hoopte, dat het kapitaal, dat bijeenge bracht wordt, zoo groot zal zijn, dat behalve de oprichtingskosten nog genoeg overblijft om studiebeurzen toe te kennen. Aan het slot van zijn rede deelde de heer Van Aalst nog mede, dat hij de heugelijke tij ding ontvangen mocht, dat het H. M. de Ko ningin behaagd heeft goed te keuren, dat de op te richten vereeniging het praedicaat K o- n i n k 1 ij k zal mogen voeren, waardoor Hare Majesteit van haar hooge belangstelling voor het toekomstig instityut heeft blijk gegeven. Luid applaus volgde op deze rede, waarna de regent ven Magelang, Roden Toemeng- goeng Danoe Segendo dankte. Hij zeide o.m., dat er twee dagen zijn van onuitwisch- bare beteekenis tijdens zijn verblijf in Neder land. De eerste was die waarop H. M. de Ko ningin heeft goedgevonden de motie tot weer- baarmaking van Indië uit onze handen te aan vaarden en hare hooge instemming met ons streven te betuigen. De dag van heden zal daarneven blijven, omdat hetgeen thans geschied is, een daad von zooveel gewicht is voor den geestelijken en economischen vooruitgang van Ned.-Indië en zijn bewoners, dat zij nimmer in vergetelheid zal raken. Door deze daad hebt ge, aldus spr., u een monument gesticht in de harten van alle Indiërs. Moge het instituut, aldus besloot spreker, ver rijzen als een onderpand van de gevoelens wel ke ons hierheen voerden als leden van de de putatie Indië Weerbaar. Dat het Hare Majesteit behaagd heeft zooveel belangstelling te toonen zal zeker in geheel Indië met groote geestdrift worden vernomen. Het officieele gedeelte van de plechtigheid was hiermee geëindigd. Een bnrean voor kinder bescherming. In December T9I3 werd te Amsterdam op initiatief van den Bond van Ned. Onderwijzers een Congres voor kinderbescherming gehouden. Een groot aantal politieke partijen, onderwijzers verenigingen en vakorganisaties namen aan het congres deel. Personen van verschillende richtingen, erkende autoriteiten op hun terrein, hielden referaten over leerplicht, voortgezet on derwijs, kinderarbeid, kindervoeding* en klee ding. Door de heeren E. J. van Det en F. L. Ossen- dorp was een lijvig rapport uitgebracht, dat een standaardwerk is geworden voor bovenge noemde onderwerpen. Het Congres van 1913 bedoelde echter niet in de laatste plaats te zijn een forsche inzet voor een actie ter bescherming van het kind. Door de tijdsomstandigheden is deze arbeid ernstig ver traagd. Thans echter is door den Bond van Ned. Onderwijzers, in opdracht van het congresbe- stuur, een bureau voor kinderbescherming ge sticht. Het bureau stelt zich voorloopig in het bij zonder tot taak het verzamelen van gegevens omtrent kinderbescherming in binnen- en bui tenland. De installcering en leiding van dit Bu reau is voorloopig opgedragen aan het Centraal bureau voor onderwijsadviezen, eveneens een bondsinstelling welk bureau tevens zijn ge gevens, die het in zake kinderbescherming had, heeft overgedragen aan het nieuwe Bureau. Zal het Bureau er in slagen, de schoone taak te volbrengen, die het op zich heeft genomen, dan dient het verzekerd te zijn van de mede werking van besturende college's in Riik, Pro vincie en Gemeente, van werkgevers- en werk nemersorganisaties en van particulieren. Het Bureau is gevestigd Te Constantijn Huy- gensstraat TT8, Amsterdam. Gistermorgen ving te ruim TT uur in Buften- lust te Utrecht de 7e algemeene vergadering' aan van den Bond van Ned. Post-, Telegraaf- en Telefoonpersoneel, onder voorzitterschap van den heer B. J. van Stapele, uit Rotterdam. De voorzitter sprak zijn vreugde uit over de conferentie te Stockholm en de verkrijging van het algemeen kiesrecht. Spr. bracht hulde uan de soc.-denv. leiders, speciaal oan mr. Troelstra. (Applaus). Hij memoreerde den groei van de moderne vakorganisatie. Op T Juli T9J5 telde 't Ned. Verbond van Vak vereenigingen 88,000 leden, thans T40.OOO. Dc moderne ambtenaars- organisaties in dezen bond zijn in dien tijd'g'e- stegen van 12,000 tot 18,000. Er is alle reden tevreden te zijn, al zijn we niet voldaan. Er is overal uitbreiding; gevolg van verdieping en verheldering van het inzicht bij de arbeiders en ambtenoren. Verschillende Staatscommissies zijn even zoovele bewijzen, dat naarmate de ar beiders meer en meer zich zelf bewust zijn, de Regeering met hun belangen zal rekening hou den. Is het nog mogelijk den Bond „De Post" als serieus te beschouwen? We moeten er ons hoofd over schudden cn medelijden hebben met de leden, die afgehouden worden van de gTOOte arbeidersbeweging. Spr. drukt zijn buitengewone ontevredenheid uit over den directeur-generaal. (Applaus). De Minister van^Waterstaat had de Koningin geadviseerd de voorzitters van de algemeene en intercategorale bonden in de Staatscommissie te benoemen. De dir.-generaal noodigde eobter vertegenwoordigers van de kleine categorale branches uit tot een bespre king. Hij ging dus eigenlijk in oppositie tegen den minister. Spreker vreest, dat de gevoerde besprekingen ten nadeele kunnen Icomen van het lagere personeel. Wij hebben althans het recht te eischen, dat de Dir.-generaal ons niet buiten de deur laat staan. Wij zullen niet rusten voor wij in deze aangelegenheid recht van mee spreken hebben gekregen. Het bestuur heeft een dagelijksch bureau ge vestigd, zoodat met meer kracht aan het or ganisatorisch werk kan worden voortgearbeid. Eenige discussie wordt gevoerd over een mo tie, gericht tegen "den Dir.-generaal, welke daar na met algemeene stemmen wordt aangenomen. Het financieele verslag vermeldt aan ont vangsten een bedrag van TT,116 cn aan uit gaven een bedrag van 11,105. Het verslag wordt goedgekeurd. Het jaarverslag van den secretaris, den heer B. H. Waterberg uit Amsterdam, vermeldt, dat de Bond vermeerderde in 1916 met 557 leden, zoodat het totaal aantal leden op I Jan. 1917 1860 bedroeg (nu reeds gestegen tot 2173). Het getal afdeelingen steeg tot 29 (nu reeds 33). Men nam deel aan de actie tegen de duur te en voor een goede levensmiddelen-politiek en wel in samenwerking met het Ned. Verbond van Vakvereenigingen en de S. D. A. P. Actie werd gevoerd voor verbetering der steunbeweging aan werkloozen en vergoeding aan militairen, waardoor men wist te bereiken, dat de verarming der arbeidersklasse tot de kleinst mogelijke grenzen beperkt werd. De sa laris-actie had in dien zin succes, dat de Re geering als haar voornemen te kennen gaf de helft van het bedrag ten vorigen jare voor de loonsverhooging uitgetrokken, thans toe te ken nen. Toegezegd werd, wanneer later weer een salorisverbetering aan de orde komt, dat dan tevens het klassenstelsel zal worden herzien. Een verkregen duurtetoeslag van aanvankelijk 6 en 5 voor elk kind, werd na een inge diend adres van het Salaris-comité gebracht op^ 8 en met 7 voor elk kind. Bij de algemeene beschouwingen wordt de wensch uitgesproken, den leden meer stem te geven in het orgaan. Rotterdam zwaait den be stuursleden allen lof toe. Arnhem doet dit even zeer, maar oefent ook critiek; er is meer ge streden tegen andere bonden, dan dat ons eigen standpunt werd uiteengezet, en de klas senstrijd werd gevoerd; onze manier van de- monstreeren was „kleine actie" Spreker meent, dat de arbeidersklasse on danks den groei in ledental niet vooruitgaat, de toekomst ziet er voor ons ellendig uit. Den Hoog oefent ook op enkele punten critiek. Am* sterdam vindt de salarisactie van het oude be stuur niet krachtig genoeg gevoerd. Ook op het beleid van de redactie wordt eenige critiek ge oefend, speciaal op het feit, dat verschillende artikelen van de leden klakkeloos worden weg* geworpen. Hierna wordt gepauzeerd. In de middagzitting dient de voorzitter den verschillenden sprekers uitvoerig van repliek* speciaal dc afdeeling Arnhem. Spreker betoogt, dat het algemeen kiesrecht tenslotte het gevolg is geword-- van onze demonstraties. Hij ver dedigt den steun, geboden aan bet dagblad „Het Volk en de wijze van redactie van het "igen orgaan. Wil het weekblad op het hooge peil blijven staan, waarop het tot dusver staat, dan moet men uitermate sober zijr in het opnemen van stukken van inzenders. De secretaris, do heer R. Ir. Waterberg, vult deze beschouwingen nog aan en merkt op, dat voor ieder objectief toeschouwor duidelijk te zien is het verschil tus- schen de actje van de neutrale en categorale bonden en de op den klassenstrijd staande P. T. T. Spreker legt nadruk op het belang van het groote aantal in den strijd. Er volgt van versr-vilrndc sprekers no"- du pliek. De heeren Vos (Groningen) en v. Bochove (Arnhem) zijn ontevreden over den steun, ver leend aan de S. D. A. P. en „Het Volk." Dat ia het binnenhalen van politieke, vereenigingen in de vakbeweging. -Waarom steunt men de S. D. P. en de „Tribune" niet De Voorzitter antwoordt, dat de meerderheid van de vergadering accoord gaat met de hou ding van het Bestuur. Wij steunen die politieke organisatie, waaraan onze moderne vakbewe ging zelf Vn meesten steun te danken heeft. Al zijn wij dan ook den T>e«ren Vos en v. Bochove niet revolutionair genoeg. De afd. Arnhem dient een motie in, strekken de dat, gezien den onwil van de Regeering, het Bondsbestuur een actie zal voorbereiden tot het verkrijgen voor het overheidspersoneel van het "stakingsrecht. De Voorzitter bestrijdt deze motie. Ze is te rauwelijks ter tafel geworpen. We weten ook niet, hoe het ander overheidspersoneel er over denkt. En tenslotte is het niet slim, in dezen tijd, nu de Regeering zoo tal van commissies heeft ingesteld al is 't niet cdn amore van onwil te spreken. De heer v. Bochove acht het juist een ruggesteun voor onze medestanders in die com missies. Aanneming van deze motie zal doen zien, dat onze 'Bond niet voort wil soezen op de gewone manier, maar zeer stellig den klassen strijd voert. Over deze motie ontspint zich een breedvoe rige discussie. Bij de bestrijding wordt het vol- ^^nde beeld gebruikt bet gemis van het sta atsrecht wordt genoemd een muilkorf. Goed. On-r» vakorganisatie is een beestje, dat aan da ket!ii>e- liort. MaeV nu echter dot beest groot, YervT^rk V» betekent dat kettinkje niets mr Van het h">oidl>estu r wordt aangeraden de motie in te trekken, op 't oogenblik is het on tactisch haar aan te nemende bestuursleden hebben er zich niet over kunnen beraden. Op gemerkt wordt, dat het bezit van het stalrings- recht op rirhzelf niets betcekent, doch alleen met de mncht van het getal. De secretaris j yraag't, wat we met het stakingsrecht moeten doen met onze 2200 leden tegenover de 16,000 leden van het overheidspersoneel. Arnhem trekt tenslotte haar motie in. De heer v. Bochove beschouwt dit als een neder laag van het Congres. Het verslag van den secretaris wordt goed gekeurd. Een voorstel-Enkhuizen wordt aangenomen Het orgaan neme meer artikelen op over het verband tusschen onze economische belangen en de maatschappelijke verhouingen. Een discussie ontspint zich over 't voorstel- AmsterdamAdvertenties van woekeraars, af betalingsmagazijnen (behalve soliede) en han delaren in alcoholische dranken worden niet opgenomen. Het Bestuur is voor wering van de eerste en laatste advertenties. Wat de afbetnlingsmaga- zijnen betreft het H. B. zal prijs stellen op mededeelingen omtrent afbetolingsmagazij- nen,d ie niet bona fide zijn. Blijkt er woeker plaats te hebben, dan zal men onmiddellijk over gaan tot royeering der advertenties. Hiermee neemt de vergadering genoegen. Het verslag van den penningmeester wordt1 goedgekeurd. STAATSIOTBKIJ. Oe üoogste prijzen der S. klasse. TREKKING VAN I JÜNI. f 10003071 6812 16812. 1 400 5303 9754 17030 18463. 200: 4223 9530 16913 23115. f 100: 384 3097 4933 7651 7813 10S31 13059 14981 15905 19929. Vijfde Klasse. Prijzen van f 70. 88 111 215 249 327 183 511 578 585 006 631 687 763 929 1015 1125 1178 1239 1299 1305 1107 1172 15-16 1601 1669 1777 1885 2129 2166 2259 2398 2572 2703 2830 3236 3156 3572 3725 3727 3826 3827 4117 4123 4112 4177; 1573 4617 4658 4724 1808 4858 1919 5102 5304 5568 5395 5123 54S1 5617 5690 5710 5776 5S37 5872 5922 6110 6179 6263 6293 6520 £580 6C04 6605 6713 7000 7048 7067 7115 7121 7171 722® 7135 7111 7503 7563 7582 7611 7659 7675 7693 7S52 793S 8077 8085 8080 8291 S310 8312 8312 8591 8606 9316 9506 9579 9928 9911 9957 1(4116 10233 10364 10107 10117 1051S 10607 10615 10705 10812 10860 10864 10922 10979 11049 11161 11198, 11357 11361 11473 11509 11916 11937 11961 119S7 12050*12116 12251 12341 12400 12178 12G01 12638. 12619 12678 12756 12S99 12919 12961 13185 13217 ■13292 13310 13112 13173 13174 13524 13612 13650 13820 13936 11073 11188 14224 14312 14389 14101 11168 14725 11749 14788 14789 14790 14871 14890' 11904 11936 15151 15159 15290 15295 15326 1539* 15510 15621 15S12 16061 160% 16168 16196 16225 16259 16369 16116 16791 16991 17037 17102 17128 17151 17186 17516 17525 17583 17588 17603 17657, 17661 17989 1S07S 1S221 18332 18561 1S662 1S732 18771 1S785 18796 18870 18976 19023 19028 1910® 19111 19201 19314 19323 19366 19410 19664 1%8® lOWè 199% 20188 20189 26201 20230 20248 2026* 20311 20321 20332 20313 2D360 20434 20632 2008/ 20731 20761 20S56 20925 5e Klasse 11e Liist1780 m. i. 1788.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1917 | | pagina 6