v N' 285
WDE EEMLANDER".
15de Jaargang.
Donderdag 7 Juni 1917.
Bureaut UTRECHTSCH ESTRAAT 46.
Centrale keuken.
~B 11 ITENTAN D.~
FEUILLETON.
Strijdende Zielen.
AMERSFOORTSCH
,1,,,. ritfiMARIE VAN VERSENDAAL»
«ooMreaact M|. D j VAN SCHAARDENBURa
Uitgevers: VALKHOFF Coi
ABONNEMENTSPRIJS:
Pet maanden voot Amersloort u
Wmd ft-anoo per poetj, 4. 14 .11 u ujll'. J*®®}
Per week
AfionderUjke nummer*O.O».
Wek«H)kaoh bttroefreel ,Dt EoUtmisAt Buinrcuw" (onder
redactie ven Thérèee Horen) per mnd. 50 ets.
Wekeliikeoh bijvoegsel ffnWrifU" per S-mnd. 62 ot*.
Interoomrn. Telefoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTltfN:
Ven 1—5 rogelsf O.HO.
Elke regel meer0.15:
Dienstaanbiedingen 1—6 regelsO.SO.
Groote lettors naar plaatsruimte.
Voor handel en bodrijt bestaan zoor voordooligo bepalingen
tot hot herhaald advortoeron in dit Blad, bij abonnement.
Eene circulaire, bevattende de voorwaardou, wordt op
aanvraag too gezonden.
Kennisgeving.
Stemming ter verkiezing van een lid van de
Tweede Kamer der Staten-Generaal.
De Burgemeester der gemeente Amersfoort
krengt ter openbare kennis, dat op Vrijdag, den
35en Juni aanstaande, van des morgens acht tot
des namiddags vijf uren, de stemming zal ge
schieden ter vervulling van eene plaats in de
(Tweede Kamer der Staten-Generaal voor het
kiesdistrict Amersfoort, waartoe deze Gemeente
behoort.
De candidaten, in alphabetische volgorde,
eijn: J. F. Baerveldt; Mr. \V. M. de Beaufort en
JM. C. van Wijhe.
Tevens wordt de aandacht gevestigd op ar
tikel 128 van het Wetboek van Strafrecht, lui
dende:
„Hij die opzettelijk zich voor een ander uit
gevende aan eene krachtens wettelijk voo'r-
échrift uitgescheven verkiezing deelneemt,
iwordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoog
ste een jaar."
Amersfoort, 6 Juni 1917.
De Burgemeester voornoemd,
VAN RANDWDCK.
Niemand heeft meer betreurd dan wij, dat
de proef met de Centrale keuken hier, gelijk
trouwens ook elders in kleinere steden, mis
lukt is. Spijsbereiding buitenshuis is nog niet
populair. Dat pleit in zekeren zin voor onze
huisvrouwen, maar is tevens 'n les dat in
voering van nieuwigheden, waarvoor de be
volking nog niet rijp is, op teleurstelling uit
loopt. Zelfs dan, als de tijdsomstandigheden,
gelijk thans het geval was, er zoo gunstig
voor zijn.
'n Mislukte proefneming zet de zaak 'n
eind achteruit, doet immers terugschrikken
voor herhaling, als de kans van slagen in-
tusechen grooter geworden is.
Er zijn ten opzichte van dergelijke nieu
wigheden drie standpunten denldbaar.
Wie zich op het eerste stelt, wil ze maar
liefst terstond in praktijk brengen, verwacht
er olie heil van. Het zijn de socialisten die
sterk zijn in het uitdenken van tal van her
vormingen en verbeteringen; maar gewoon
lijk willen zij veel te hard van stapel loopen;
kregen zij hun zin, ze zouden door ontijdige
invoering de zaak voor langen tijd beder
ven.
Er zijn anderen, de conservatieven, die
beginnen met alle bezwaren te zien en te
onderstreepen. Bij voorbaat verklaren zij de
uitvoerbaarheid urtgesioten. Lag het aan
hen, tal van thans reeds algemeen aanvaar
de en geprezen instituten, zouden zich nog
geheel moeten inburgeren.
Maar de derde man zal het voor en tegen
overwegen, de zaak aanbevelenswaardig ach
ten, doch alvorens er 'n proef mee te nemen,
eerst het terrein verkennen en bereiden, pro
paganda n&aken, de invoering bepleiten en
er toe overgaan zoodra de bevolking er rijp
voor blijkt te zijn.
Dat is het vrijzinnig standpunt en men
vaart er het welst bij.
En nu zegge men niet met beroep op de
mislukking van de Centrale keuken, dat men
ook van dit standpunt zich vergissen kan.
Dat beroep gaat niet op, want er zullen
slechts weinigen geweest zijn, die geloofden
dat de burgerij reeds rijp was voor spijsberei
ding buitenshuis. Het waren veeleer de tijds
omstandigheden, de schaarschte van levens
middelen en brandstof, welke tot de Cen
trale keuken toevlucht deden nemen. Dat
zelfs in die omstandigheden de proef mis
lukte, bewijst wel dat onze huisvrouwen, en
misschien ook wel de andere gezinsleden,
nog geducht bewerkt zullen moeten worden
voor zij met deze toch zoo practische en eco
nomische voedselvoorziening vrede zullen
hebben.
Het is daarom 'n verblijdend verschijnsel
dat 'n gezaghebbend deskundige als Martine
Wittop Koning zich voor deze zaak spannen
gaat. In het tijdschrift Gemeentebelangen
maakt zij 'n aanvang met 'n warm pleidooi
voor „Keukens voor de massa-voeding'
waarop wij stellig nader zullen terugkomen.
Politiek Overzicht
Het oorlogsdoel van
Frankrijk.
Het verlangen naar den vrede is algemeen.
Dat mag men op dit oogenblik, nu het derde
oorlogsjaar zijn einde nadert, gerust zeggen.
Er zal nu wel niemand zijn, die niet hart
grondig naar het einde van den strijd ver
langt. Het ongeluk is echter dot de strijdende
partijen nog steeds den vrede, die den strijd
moet beëindigen, zich geheel verschillend
voorstellen.
Uit de troonrede, waarmee den 3Ien Mei
de zitting van den Oostcnrijkschen rijksraad
is geopend, heeft men gezien, dat aan de
zijde van den vierbond de meening bestaat,
dat de juiste vredesiormule slechts in de we-
derkeerige erkenning van de roemrijk ver
dedigde machtstelling is te vinden. Keizer
Karei heeft zijne vreugde er over uitgedrukt,
dat in Rusland een streven aan den dag komt
om, zooals hij het uitdrukt, „naar eene nieu
we oriënteering te zoeken, die de goederen
voor de toekomst redt, voordat de zinnelooze
oorlogspolitiek ze heeft verslonden." Hij
heeft de hoop geuit, dat eene dergelijke op-
klarng van den openbaren geest ook op de
andere vijandelijke landen zal overslaan, en
heeft daaraan nog deze woorden toegevoegd,
die zoo duidelijk mogelijk doen kennen, dat
men aan die zijde liever vandaag dan mor
gen tot den wede wil komen: „Gelijk onze
statengroep met onweerstaanbaren nadruk
strijdt voor de eer en het bestaan, zoo is zij
tegenover ieder, die het voornemen om haar
te bedreigen, eerlijk laat varen, gaarne bereid
den strijd te begraven."
Geheel anders klinken de tonen, die uit
Parijs vernomen worden. De Fransche regee
ring wil van een wede zooals men zich dien
m Weenen voorstelt, 6teunende op de weder-
keerige erkenning van de beiderzijds ver
kregen machtstelling, niets weten. Zelfs de
gedachte van het houden van besprekingen
over den wede is haar een gruwel. Niet eens
langs indirectcn weg mag dat gebeuren. Zij
wil de verantwoordelijkheid niet op zich ne
men, dat leden der socialistische partij in
Frankrijk zich naar Stockholm begeven om
daar besprekingen te houden over het her
stel van den wede, die hen in aanraking zou
den brengen met vertegenwoordigers van
hunne geestverwanten uit andere landen.
Hoe kan men zoo vraagt zij zulke be
sprekingen houden, terwijl een deel van het
vaderland nog door den vijand bezet is? Gee-
ne partij mag zich eene bevoegdheid aanma
tigen, die slechts aan de regeering toekomt,
en om volkomen zeker te zijn, dat men zich
niet daaraan schuldig zal maken, worden de
paspoorten, die de gemachtigden van de so
cialisten noodig hebben, om naar Stockholm
te kunnen reizen, hun niet uitgereikt.
De vrede, zegt minister-president Ribot,
kan niet l)et werk zijn van eene partij, maar
kan slechts een Fransche vrede zijn; hij zal
de verwachtingen van het geheele land moe
ten samenvatteiv
Op deze verklaringen van het hoofd der
regeering is een debat gevolgd van eenige
dagen, dat in geheime zitting is gevoerd, en
aan het einde daarvan is in de openbare zit
ting eene motie aangenomen, die in een kort
bestek omschrijit welke de verwachtingen
van het land zijn. De motie verklaart, dat de
Kamer van dezen oorlog verwacht, met de
bevrijding van de overstroomde gewesten,
den terugkeer van Elzas-Lotharingen tot het
moederland en een rechtvaardig herstel van
de geleden schaden. Zij drukte verder het
vertrouwen uit. dat door de gezamenlijke in
spanning van Frankrijk en zijne bondgenoo-
ten, nadat het Pruisische militarisme zal zijn
neergeveld, deze uitkomst en voorts duur?
zame waarborgen voor den vrede en de on
afhankelijkheid - da groote en kleine vol
ken zullen worden verkregen.
Dit zijn de eischen, die Frankrijk verbindt
aan zijne toestemming tot het herstel van
den vrede. Vóór de stemming heeft minister
president Ribot verklaard, dat Frankrijk
hiermee eenvoudig verlangt wat het toe
komt. De Kamer heeft die uitspraak be
krachtigd met eene meerderheid van negen
tienden, door aanneming van de motie met
453 tegen 55 stemmen.
Voor zooveel Frankrijk betreft, is dus het
oorlogsdoel, waarmee indertijd de Entente
in den oorlog is gegaan, altijd nog hetzelfde.
Geen tittel of jota is er aan veranderd. In
derdaad zulk een vrede kan slechts uit de
1 overwinning voortkomen. Maar het is wel
I wat boud gesproken, wanneer de Temps
I zegt, dat de enorme meerderheid, waarmee
dit votum is uitgebracht, voldoende is en
I meer dan dat om het land naar de overwin-
ning te voeren. Er zal nog eene kleinigheid
I meer moeten gebeuren, voordat Frankrijk
de vruchten kan plukken van deze overwin-
I ning, waaraan op dit oogenblik nog alles
1 ontbreekt. De Duitschers staan nog in noord-
oostelijk Frankrijk en voordat zij er uit ver-
I dreven zijn, fe er niet aan te denken met de
verovering van Elzas-Lotharingen te begin
nen. Het „Pruisische militarisme" is nog niet
neergeveld, of om het in andere, juistere
woorden uit te drukken: de militaire macht
van den vierbond staat nog ongeschokt
ovèréind.
Hoe zal men in staat zijn de verandering
in den toestand te weeg te brengen, die
moet gebeuren om Frankrijk den wede door
de overwinning te doen verkrijgen? Wij
wandelen, wat die vraag betreft, in raadselen.
Maar zoolang de geest, die spreekt uit de
verklaringen van de Fransche regeering en
uit het Kamervotum, dat ze bekrachtigt, de
stemming van de Entente beheerscht, is het
einde van den striid niet te voorzien.
De oorlog.
Washington, G Jun i. (R.) Meer dan
10 millioen Amerikanen zijn gisteren in de
registers ingeschreven.
Washington, 6 Juni. (R.) De Attor
ney-general verklaart, dat uit de door het de
partement van justitie ontvangen berichten
blijkt, dat de bevolking algemeen bereid is
aan de conscriptie gehoor te geven. Er is
geen verzet ter kennis van het departement
gekomen; slechts van drie arrestatiën is be
richt ontvangen.
B e r 1 ij n, 6 Joni. (W. B.) Officieel be
richt.
In den Atlantlschen oceaan zijn door U-
booten schepen met 22.000 ton wachtruim
te in den grond geboord.
Christiania, 6 Juni. (Havas). Vol
gens officieele opgave zijn 49 Noorweeg-
sche schepen met eene gezamenlijke tonnage
van 75.347 ton gedurende de maand Mei In
den grond geboord. 22 personen zijn gedood
of gewond.
Londen, 6 Juni. (R.) De admiraliteit
bericht, dat in de laatste week 2693 sche
pen zijn aangekomen in de Britsche havens
en 2642 er uit vertrokken zijn. Vijftien sche
pen boven de 1600 ton en" drie daar bene
den zijn in den grond geboord, zeventien
zonder succes aangevallen. Vijf visschers-
schepen zijn gezonken.
B e r 1 ij n, 6 Juni. (W. B.) Het gunstige
weder van de laatste dagen heeft aan onze
vliegers gelegenheid gegeven tpt breed aan
gelegde aanvallen, die buitengewoon veel
succes hadden. In 't geheel zijn gedurende
drie dagen en nachten 25.823 K.G. bom
men neergeworpen, waarvan de moreele uit
werking zeker niet geringer was dan de ma-
terieele.
Londen, 6 Juni. (R.) Twee leden der
bemanning van een der beide Duitsche
vliegtuigen, die bij den raid van Dinsdag
aan de Engelsche kust zijn neergeveld, zijn
uit de zee opgepikt en gevangen gemaakt.
Londen, 6 Juni. (R.). De admiraliteit
bericht, dat vier zeevliegtuigen gistermiddag
een gevecht zijn begonnen met 18 Duit
sche vliegtuigen ter hoogte van Ostende
en hen hebben verjaagd. Twee huis
waarts keerende vijandelijke machines
werden ter hoogte van de kust van Kent
naar beneden gebracht. Tien vliegers van
Duinkerken ontmoetten ter hogte van Os*
tende zestien vijandelijke machineszij ver
nielden er twee en brachten vier anderen
naar den grond. Het lot van de overigen was
niet na te gaan.
Londen, 6Juni. (R.) Officieel bericht
Het totaalcijfer van de verliezen in den
luchtraid van gisteren is 12 dooden en 36
gewonden. De materieele schade is niet
groot.
Een denkbeeld van de beteekenis van de
nu in gang zijnde periode van den opnieuw
opgeleefden Isonzoslag, waarin ditmaal de
Oostenrijkers de aanvallers zijn, geeft do
opgave, dat in drie dagen van de Italianen
als gevangenen zijn ingeleverd 250 officie
ren (waaronder vier stafofficieren) cu
10,000 man.
De uitwerking van dezen strijd is te zien
in het Itaiaansche bericht, dat de nieuwe li
nie ten zuiden van Jamiano een weinig naar
achteren is gebracht tegenover Flondor.
Op alle overige frontenis de toestand
onveranderd.
Londen,*6 Juni. (R.) Op verzoek van
het oorlogskabinet is lord Northcliffe naar
Amerika vertrokken, om eenheid te brengen
in het werk van de Britsche missiën aldaar
en het door Balfour begonnen werk voort te
zetten.
Weenen, 6 Juni. (Corr.-bur.). De
aanneming gisteren van het voorstel-Franta
over de opneming in het protokol ook van
niet-Duitsche redevoeringen, maakte over
leggingen tusschen de partijen noodig tot
het verkrijgen van een compromis in deze
zaak. De zitting werd daarom tot 4 uur na
middags onderbroken.
Het bestuur van den Czechischen bond
heeft namens alle Czechische afgevaardig
den aan kolonel-generaal Boroevic een in
warme woorden gesteld telegram van ge»
lukwensching gezonden, naar aanleiding van
de overwinning bij Jamiano.
In.het heerenhuis drukte onder luide bij
valsbetuigingen van de vergadering de on
dervoorzitter prins Fürstenberg vreugde en
bewondering uit over het nieuwe succes van
de O.-H. troepen aan het Isonzofront.
Budapest, 6 Juni. (W. B.) De ge
meenschappelijke minister van financiën ba
ron Burian, die in opdracht van den koning
raet de leiders van de verschillende partijen
over de oplossing van de krisis besprekin
gen gehouden heeft, is gisteravond naar
Weenen teruggekeerd om den koning ver
slag uit te brengen over zijne bemoeiingen.
Londen, 5 Juni. Bij het indienen van
de begrooting der posterijen in het lagerhuis
deelde de Postmaster-General IUingworth
mede, dat het aantal Britsche krijgsgevan
genen en burgerlijke gevangenen, welke in
Duitschland gein terneerd zijn, 42.031 be
draagt, tegen 30.710 in het afgeloopen jaar.
Het aantal pakketten, wekelijks uit Engeland
naar Duitschland gezonden, bedraagt
Wilt gij een wij» antwoord hebben Vraag
«dan verstandig.
Roman van Helene Dickmar.
Geautoriseerde vertaling uit het Noorsch
door
A- M. VAN DER LINDEN-VAN EDEN.
16
Ik iben er volstrekt niet tegen dat
vrouwen werken" ging hij op zijn
levendigen toon voort, toen Harald op
(het punt stond om te antwoorden
„verre van daar ik wilde dat Ellen hier
ook terstond wat te doen zou hebben bijv.
les zou geven in het Duilsch hier, bij haar
aan huis of zoo... Maar neen in deze
dagen is dat niet genoeg! Nu moet iedere
vrouw haar „zelfstandige werkkring" heb
ben, zooals het heetl... Welnu: „Ce que femme
Teut, Dieu le veut". Dat was mijn vaders lijf
spreuk," zei- hij met een plotselingen over
gang, alsof hij 't niet de moeite waard vond
er zich warm over te maken. Hij legde zijn
sigaar neer, trok zijn stoel dichterbij en legde
*ijn hand op Ilaralds knie. „Wij behoeven
niet te probeeren om Ellen in deze zaak tot
andere gedachten te brengen, en ter wille
Van moeder moeten wij behoedzaam te werk
laan... daarom kom ik nu bij je om te vra
gen, of het ook mogelijk zou zijn Ellen een
betrekking aan jou school te geven, voor
Duitsch of iets anders in Duitsch munt zij
uit."
Harald was met meer aandacht gaan luiste
ren. Hij had medelijden met het jonge meisje,
over wier werk en toekomst, zonderbaar zelve
daarin te kennen, zou worden beschikt.
„Ik heb wel hoop, dat ik dit klaar zal kun
nen spelen" zei hij met opgewektheid „het
treft werkelijk heel gelukkig, dat onze leerares
in het Duitsch verloofd Is en spoedig denkt
te trouwen en ik geloof wel dat Clausen
och, ik weet wel zeker dat ik het durf belo
ven," ging hij na eenig nadenken voort.
„Nu, dat treft bijzonder! Hartelijk dank,
Harald. Zulk een betrekking zal -waarschijn
lijk den grooten werkkracht van mijn zuster
Ellen bevredigen," zei Richard spottend, ter
wijl hij zijn sigaar weer opnam. „Ik mag toch
wel onderstellen dat haar bijzondere aanleg in
die richting gaat?"
Richard begon op eens zachtjes te fluiten
en ontmoette Harald's verwonderden blik met
een eigenaardige schittering in zijn blauwe
oogen maar hij zei niets, maakte het zich
wat gemakkelijker zoodat zijn hoofd boven
tegen de leuning van zijn stoel rustte, trok
de pijpen van zijn pantalon op. strekte zijn
beenen zoo ver mogelijk voor zich uit en
dampte er op los.
„Nu wat is er?" Harald moest onwille
keurig 'glimlachen. „Je schijnt niet heel ge
rust op het punt van dien „bijzonderen aan
leg?"
„Neen, dat ben ik voor den drommel ook
niet" antwoordde Richard met nadruk. „Ik
beschouw dien eisch, dien zij stelt, als gevaar
lijk voor de maatschappij in hoogen graad,
dat doe ik werkelijk."
„Hou ie 't er dan voor, dat de menschen
niet worden geboren met een bijzonderen aan
leg voor een of andere levensrichting?"
Harald sprak op schertsenden toon.
„Aanleg, neiging och zeker men heeft
natuurlijk zijn bijzonderen aanleg dat heeft
natuurlijk ieder maar voör iedere gelden
de regel moet een basis zijn, begrijp je. Pro
beer eens" Hij sprak mei groote zeker
heid „probeer je eens in te denken, wat een
beroering, welk een wanorde zou het in de
wereld worden, wanneer de menschen slechls
daar wilden geplaatst worden waar zij hun
eigen bijzonderen aanleg konden uitvieren!
Neen er is slechts één speciale roeping,
waarmee de maatschappij en het individu
ook, het best is gediend: Blijf op de plaats
waar God je geplaatst heeft, houd je rustig,
doe je plicht. Daar heb je mijn stelregel. Maar
in deze dagen....!"
En Richard knipte de asch van zijn sigaar
en sprak verder over zijn geliefkoosde onder
werpen. Politiek sociale vragen.
Het was de storthing-man in den dop, die
zijn programma ontwikkelde. Hij sprak met
steeds meer vuur, cn met een zekere zelfvol
daanheid.
Zag Harald dan niet wat dit allemaal be-
teelcende? Al die sociale hervormingen.
Ja, dat hadden wij te danken aan die zooge
naamde „groote geesten" en de anderen die
met hen meegingen. Maar er is geen onder
Ken. die vraagt, welk karakter deze aan
voerders der menschen hebben, welke mid
delen zij zich veroorlooven te gebruiken.
En ook deze meer ondergeschikten, die hen
steunen, al is het slechts met hun pink. „D i e
dragen de vcrantwoordclijk-
h e i d..." Hij legde nadruk op die woorden...
„zijn ze waarlijk zoo naief dat zij niet zien,
waar dit alles ten slotte heenvoert? Zelfs dc
eenvoudigste begrippen van moraal worden
door hen onzinnig genoemd. Zwart is geen
zwart, cn wit is geen wit meer! Plicht beslaat
niet. Godsdienst, vaderlandsliefde, liefde tot
de waarheid, zedelijkheid, heiligheid van het
huwelijk, alles slapheid en lichtvaardigheid
God moge ons bewaren!"
Ilarald zal stil, met de clboog op zijn
schrijftafel geleund Met de hand, die hij vrij
had, nam hij een vouwbeen op cn -deod alsof
hij verdiept was in hel trekken van lijnen op
een papier dat naast hem lag. Over zijn ge
laat gleed nu en dan een schaduw terwijl hij
met een enkel woord Richard's woordenvloed
had trachten le stuiten.
Toen deze opslond om heen te gaan, kreeg
hij een schok nis iemand, die uil zijn eigen
gedachten opschrikt.
„Er zijn verschillende oogpunten, waaruit
men een zaak kan beschouwen," zei hij met
ccn glimlachje cn een gedwongen beleefdheid
terwijl hij ook opstond. „Beide partijen
kunnen hun goede zijden hebben zou ik
mcencn."
„Dal ontken ik," riep Richard met overtui
ging uil, op een toon die niet zonder gemoe
delijken humor was. „Ik sla aan «de cenig
mogelijk, de rechte zijde er i s geen
andere." Hij stampte half in scherts op den
grond. „Maar, o wee, ik vergeet den tijd!" Hij
keek op zijn horloge. „AI zes uur! En ik moet
om half zeven op een vergadering zijn. Nu
adieu, van avond schrijf ik aan moeder. Het
zal haar veel rust geven dat-wij 't zoo geschikt
hebben. Maar dat is waar ook" hij kwam
een paar schreden terug, terwijl hij zijn hand
schoenen aantrok „wat was dal een ver
velend artikel over je in liet morgenblad van
vandaag. Wil je naar mijn raad luisteren,
Ilarald als ik jou was, zou ik dit niet meer
doen. Oprecht gesproken, zie je" cn er
sprak warmte, bijna medelijden uit zijn regel
matige trekken „je neenit dc dingen te
ernstig op, Harald, doe je best om het leven
wat lichter op te vatten. Het is of je maar al
zoekt naar iets wat je toch nooit kunt bena
deren je hebt nog geen vast steunpunt ge
vonden! Er zit geen deugdelijk staal in je
karakter als jc zoo voortgaat. Ja ik meert
fact goed dat weet je. Nu, adieu I" Hij keer
de zich nog eens om in dc deur en zei met
een zekere grootmoedigheid in zijn slem, ter
wijl hij Ilarald met zijn gchandschocndc hand
tegen de borsl tikte: „Het kan niet in de be
doeling van onzen Heer liggen dat wij ons
zullen aftobben met allerlei onoplosbare
raadsels wij moeten ons best doen meer als
kinderen te zijn... Want wanneer wij eerlijk
tegen ons zclvcn zijn, Ilarald dan ligt. er
geestelijke hoogmoed aan ten grondslag en
niets anders! Denk aan al het goede dal het
leven je gegeven heeft jc best, lief vrouwtje
je prachtige kinderen! Een mensch heelt
geen hooger plicht dan danldbaar en verge
noegd te zijn en rustig te leven ieder op zijn
aangewezen plaats. Enfin, je kent mijn stel
regel..."
Harald liep met haastige schreden dc kamer
op-bn-necr. Goddank, hij kon weer vrij adenl
halen, weer zich zelf zijn.
(Wordt vervolgd.)