■Pi N* 289 T5"e Jaargang. „DE EEMLANDER". Dinsdag 12 Juni 1917. r BlIITFNI AND.~~ FEUILLETON. Strijdende Zielen. - II H a ----- ssf Hoofdredactie: MARIE VAN VERSENDAAu. Mr. D. J. VAN SCHAARDENBURO. Uitgevers: VALKHOF F 6 Co. ABONNEMENTSPRIJS: 2 maanden voor Amereloort Idem franco per post.. j« Per week Afzonderlyke nummers Wekeliiksch bijvoegsel „Ds Hollandsehs Huisvrouw' (onder redactie van 'PhérèM Hoven) per 3 ami. ÖO ets. Wekelyksoh bij> «ju^sdl „Wereldrecus per 3 mod. Ö2d cis» f i.»o; l.SO. o.ia». - 0.05. Bureau: UTRECHTSCHESTRAAT 46. Intercomm. Telefoonnummer 66. PRIJS DER A D V ERT EN TI EN Van 1—-5 rogols Elke rogel meer Dienstaanbiodingen l5 regels,, Qroote lotters naar plaatsruimte. Voor handel oil beclrijl boslaim /.eer voordeeligo bopuüugen tot het herhaald adverteeron in dit Blad, bil abonuomont. Eeno circulaire, bovuttonde de voorwaarden, wordt aanvraag toegezonden. f O..SU. - 0.15. - O.tfO. op Is de groDdwbutierziening ontijdig De motieven mogen hemelsbreed ver schillen, hierin komt het bonte gezelschap dat dezen stembusstrijd uitgelokt heeft, over een, dat allën verschrikkelijk tegen de grondwetsherziening zijn. r Onder de argumenten welke tegen die herziening aangevoerd worden, is er een dat vooral in den beginne opgeld deed, maat; ook thans nog wel bij sommigen in slaat* Wij bedoelen het met veel aplomb voor gedragen verwijt*, dat het nu toch allerminst de tijd zou zijn om aan de grondwet te gaan peuteren, terwijl er zooveel actueeler zaken ■aan de orde zijn, waaraan men liever alle aandacht moest wijden, bijv. het voedsel- en 'het verdedigingsvraagstuk. Inderdaad, wij kunnen ons gemakkelijk voorstellen, dat politiek weinig-onderlegden er in vliegen. Vooral als er dan nog met veel verontwaardiging geklaagd wordt over de Kamerleden, die om zelf hun zetel te be houden en het pensioen dat zij zich toege kend hebben, niet mis te ioopen, het be wuste verkiezingsaccoord -sloten en de vrije uitspraak der kiezers beletten. „Gekonkel" is zelfs het geliefkoosde woord voor deze, ge lijk wij reeds meermalen aantoonden, ge heel van zelf sprekende overeenkomst. Wie échter zich op hooger standpunt weet te plaatsen en den blik wat verder werpt, zal terstond het dwaze van die redeneering inzien. In de eerste 'plaats gaat het nu niet maar om de vraag of het oogenblik al dan niet goed gekozen was, doch om den inhoud van de revisie. Is deze wat hij zijn moet, dan zou het wel van grenzelooze lichtzinnig heid getuigen als alle arbeid ongedaan ge maakt moest worden, alleen omdat het oogenblik niet juist gekozen zou zijn. Vroeger kon men dit argument over de ontijdigheid nog veel vaker vernemen. Thans heeft de Russische revolutie menig een nattigheid doen voelen. En het feit dat in tal van ander^landen vérgaande beloften gedaan worden om dergelijke volksbewe- "•gingen te voorkomen, doet ten slotte vele der aanvankelijke tegenstanders in het on vermijdelijke berusten. Het zijn nog slechts de meest kortzichtigen die zich blindstaren op de ontijdigheid van deze democratisee ring. Van hoe groote staatsmanswijsheid ge tuigt daarentegen de politiek van minister Cort v. d. Linden, die met ver vooruitzien- den blik, lang voordat de Russische revolu tie veler oogen opende, de wenschelijkheid inzag om t ij d i g alle brandstof weg te rui men en de baan voor de nieuwe tijden te effenen. Straks als andere regeeringen, opge schrikt c^por en onder den indruk van de biritenlandsche gebeurtenissen, ja misschien ook wel onder den dwang van hun eigen door den eindelpozen oorlog revolutionair geworden volk, gaan democratiseeren om nog te redden wat er te redden valt, zal ons land volkomen rustig zijn en zich geheel kunnen wijden aan onzen economischen wederopbouw. Dat is toch waarlijk wel eenige toegeef lijkheid ten opzichte van de geschilpunten van de binnenlandsche politiek waard! En wat beteekent dan daartegenover de quaes- tie van de pensioenen der Kamerleden Nu reeds is in geen land van Europa de binnenlandsche toestand zoo rustig en gunstig als in Nederland. Wat zou ons lot geweest zijn als de regeering geluisterd had naar den gevaarlijken raad van de kortzich tigen, die het oogenblik voor de Grondwets herziening zoo „ongunstig" Qoemden Had de regeering soms 'n nog ongunstiger oogenblik moeten afwachten? Misschien wel. totdat gelijk in Rusland het volk zelf die taak van haar overnam Nog zijn wij niet aan heteind der be proevingen en kunnen wij, als oorlogvoe- i renden maar lang genoeg „durch halten", vreemde dingen in Europa beleven, doch dit staat reeds vasthet buitenlandsch en het binnenlandsch beleid der regeering heeft ons land tweemaal gered. Maar de tegen standers van deze Grondwetsherziening zou den ons naar den afgrond geleid hebben. Mogen de kiezers a.s. Vrijdag toonen hiervan het duidelijke* besef te hebben en allen bewusten (voorstanders-v. Wijhe) of önbewusten revolutionairen (voorstanders- Baerveldt) 'n geduehte nederlaag bezorgen I Politiek Overzicht. Het Amerikaanscbe oorlogsdoel. Over het herstel van den vrede willen de Entente en zij, die met hen samengaan, liefst r.og niet spreken. Maar over de oog merken, die zij door den oorlog trachten te verwezenlijken, spreken zij gaarne en veel. Daarover zullen zij ook wel niet spoedig uitgepraat raken, want het oorlogsdoel wij zigt zich naar de omstandigheden; het moet rekening houden met de vraag wat bereik baar is. In eene nota, die gezonden is aan de voor- loopige regeering in Rusland, heeft presi dent Wilson medegedeeld wat het oorlogs doel is van de Vereenigde Staten van Noord-Amerika. Het merkwaardigste in dat stuk is het stilzwijgen, dat het in acht neemt over het motief, dat de Vereenigde Staen bewogen heeft in den oorlóg te gaan. Dat motief is de vrije vaart op zee. Het is de zelfde leus, die ook Duitschland in den mond neemt om den Uboot-oorlog te recht vaardigen. Duitschland zegt te strijden voor de vrijheid, tegen de tirannie, die Engeland op zee uitoefentmaar het be- diept zich daartoe van middelen zóó monsterachtig en zóózeer in strijd met alle begrippen van vrijheid en van menschelijkheid, dat Amerika zich genoopt heeft gezien tegen eene dergelijke manier om de vrijheid der zee te bevechten daad werkelijk op te treden *en Duitschland den oorlog aan te doen. Van deze aanleiding tot Amerika's besluit om zijne onzijdigheid prijs te geven en in den oorlog de zijde te kiezen van de En tente, wordt in deze nota niet gerept. Met geen woord wordt herinnerd aan den groo- ten strijd, die op het water steeds aan den gang is. Duitschland is d e vijand, maar als doel van den strijd tegen Duitschland wordt niet meer verkondigd de vrije vaart op zee. Het oorlogsdoel heeft eene veel wijdere strekking gekregen; het wordt nu aldus om schreven „Het was de Status quo ante (de toestand vóór den oorlog), waaruit deze onrechtvaardige oorlog voortkwam, om de macht, die de keizerlijke Duitsche regee ring binnen het rijk uitoefent, en hare vér strekkende overheersching en invloed daar buiten te vergrooten. De Status quo ante moet zoodanig veranderd worden, dat een zoo afschuwelijk iets voor goed vermeden wordt." Hét doel is inderdaad van wijden omvang. Niet alleen tegen de positie van Duitschland in de wereld is het gericht, maar ook tegen het Duitsche staatsgebouw zelf. President Wilson ontmoet daarin parlement en re geering van Frankrijk, die onlangs hebben verkondigd, dat de strijd moet worden ge voerd tegen wat zij noemen „het Pruisische militarisme". Dat is een minder juiste term voor eene zaak, die de Daily News uitvoeri ger en juister aldus omschrijft; „Zoolang niet het Hohenzollern-stelsel het Romanow-stel- sel in de vergetelheid is gevolgd, zoolang niet het Duitsche volk zijne tirannie heeft af geworpen, zooals het Russische volk heeft gedaan, is het verraad aan de democratie en de opoffering van al hare verwachtingen, werkzaam te zijn aan een bres in de zaak der geallieerden. Er staat nog slechts één vijand van de vrijheid overeind. Het is „der Kaiser" en zijne machine van despotisme- Zoolang die machine blijft, kan de vrijheid niet leven in Rusland, in Frankrijk, in En geland of in eenig land." Derhalve: het allereerste en allernoodigste, dat er te doen valty is het gebouw van den Duitschen staat ineen te doen vallen. Wan neer dat doel is bereikt, dan zal al het' an dere van zelf volgen. De Daily News» ver wacht het vast en zeker; zij schrijft: „De vrije volken -hebben de wereld aan hunne voeten, de overwinning in hun bereik. Nog slechts ééne sterkte van den jrijand is niet gevallen." Dezelfde gedachte is ook neer gelegd in het getuigenis, dat in de vorige week uit Frankrijk is gekomen, en nu weer in deze nota van president Wilson. Wat is hierover te zeggen? Men kan met zeer weinig volstaan, alleen met de vraag: Meent men werkelijk aan de zijde van de Entente dit als oorlogsdoel te kunnen be reiken? Voor zoover het ons gegeven is dén toestand te bezien, meenen wij, dat het allerlaatste wat* men in dezen wereldstrijd zal zien gebeuren, is dat de inwendige structuur van het Duitsche rijk tengevolge van den oorlog uit hare voegen zal geraken en ineen zal vallen. Wanneer men zich daar-t mee vleit aan de zijde van de Entente, don geeft men zich over aan illusie en geeft blijk den blik op den werkelijken stand der dingen te hebben verloren. Het -is iammer, dat dit van deze nota van president Wilson moet worden gezegd. Men ziet daaruit hoe ver de oorlogvoerenden nog verwijderd zijn van de opvatting van den toestond, die moet zijn ingetreden om de gemoederen voor het herstel van den vrede ontvankelijk te ma ken. De oorlog, Berlijn, 11 Juni (W. B.), De Spaan- sche gezant heeft aan het departement van buitenlandsche zaken medegedeeld, dat, volgens een door hem ontvangen officieel bericht, dé republiek Sint Domingo, daartoe door de Vereenigde Staten bewogen, de di plomatieke betrekkingen met Duitschland verbrokên heeft. Spanje heeft de behartiging van de Duitsche belangen in de republiek op zich genomen. B e r 1 ij n, II Juni. (W. B.) Officieel be richt. In den Atlpntisohen oceaan hebben onze U-booten 10.600 ton vrachtruime in den grond geboord. Parijs, 10 Juni. (R.) Avondcommu niqué. In België bombardeerde onze artillerie hevig de Duitsche loopgraven in den sector Nieuwport Bad en beschadigde ze ernstig. Op den Chemin des Dames werden vij andelijke afdeelingen, die voet kregen in een klein uitstekend deel van onze linie ten westen van Cerny, onmiddellijk weer ver dreven. Van 1 tot 7 Juni brachten wij 21 vliegtui gen naar den grond. Londen, 10 Juni. (R.) Avondbericht van maarschalk Hoig. De vijand deed geen nieuwen tegenaan val ten zuiden van Yperen, maar zijne ar tillerie bleef werkzaam in die streek. Wij voerden heden met succes raids uit ten zui den van de Souchez. De vijandelijke artil lerie was werkzaam bij Fonlaine-lez-Croi- silles. Zes Duitsche vliegtuigen zijn. gister neer geveld, drie moesten landen. Drie van onze vliegtuigen worden vermist. B e r 1 ij n, 11 Juni. (W. B.) Voormiddag- bericht uit het groote hoofdkwartier. In de duinstreek bij Nieuwpoort en ten oosten van Yperen nam gisteren tijdelijk de vuuractie aanmerkelijk in sterkte toe. Ook in het strijdgebied ten oostep van Wyt- schaete en Messines steeg tegen den avond het vuur. Des nachts rukten na hevige vuur- i overvallen Engelsche compagnieën op te- I gen onze liniën ten westen van Hollebeke j ert Warnbeke; zij werden terug geslagen; ten zuiden van het dorp mislukten gisteravond aanvallen van de Engelschen tegen de pot- i lebokkerij ten westen van Warneton." Aan beide zijden van het La Basséeka- naol en op den zuidelijken Scarpe-oever I verijdelde ons vernielingsvuur bij Festu- bert. Loos en Monchy de uitvoering var\ zich voorbereidende Engelsche aanvallen. Aan den weg La IJasséeBethune, ten noordoosten van Vermei les en bij Hulluch werden vijandelijke verkenningsaonvollen afgewezen. Aan den Chemin des Dames vielen in een overval ten westen van Cerny aanvalstroc- pen in Fransche loopgraven; zij maakten de bezetting af, voor zoover zij niet vluchtte, en keerden met gevangenen terug. Het hier inzettende levendige vuur breidde zich ook uit tot de naburige sectoren, maar bleef overigens gering. B e r 1 ij n, 11 Juni. (W. B.) Avondbed richt uit het groote hoofdkwartier. Op het Vlaamsche front een vuur van wisselende sterkte, zonder bijzondere strijd- actie. Overigens niets nieuws. P a r ij s 1 1 Juni. (Havas). Namiddag- communiqué. Ten noorden van de Somme en in de streek van Cerny was de werkzaamheid van de helde artillerieën tamelijk groot.Ten wes ten van dit dorp beproefden de Duitschers op nieuw een overval, die weid teruggesla gen. Er waren patrouillegevechten tegen hoogte 304 en in de Wocvre. Overigens was de nacht op hel front rus tig- Londen, II Juni. (R.). Bericht van maarschalk Haig. Onze eigen artillerie en dig van den vijand toonen groote werkzaamheid ten zuiden van yperen. Onze linie is weer een weinig voor- uitgebracht ten zuiden van Messines. Londen, 11 Juni. (R.) Avond-bericht van maarschalk Haig. Onze vooruitgang ten zuidoosten van Messines hield aan. Heden in de vroegte namen wij een vijandelijke loopgraaf- systeem in de buurt van de pottebakkerij op een front «van ongeveer een mijl. Gedurende den dag wonnen wij meer grond in die streek en maakten wij verscheidene veldkanonnen en eenige gevangenen buit B e r 1 ij n, 11 Juni. (\V. B.) In den sec tor Wytschaete blijft de Engelsche aanval nog steeds steken. Daarentegen nam de ar tilleriebedrijvigheid toe over 't geheele front van Vlaanderen, tot in de duinen. De Duit sche artillerie trad overal krachtig in actie, en bracht de vijandelijke batterijen bij Ype ren tot zwijgen. De Engelschen zetten de vernieling der plaatsen Wervicq, Warneton en Deulement voort met geschut van zwaar kaliber. Waar zij met patrouilles of verkennersafdeelfngen, eenige compagnieën, trachtten vooruit t© rukken, werden zij overal, teruggeslagen, o.a. zuidwestelijk van Hollebeke, Westelijk van Wambeke en aan beide zijden der Douve. Een aanval tegen de pottenbakkerij, ten wes ten van Warneton, den lOen Juni, des avonds om 7 uur, met aanzienlijke strijd- krachten uitgevoerd, mislukte onder zware verliezen voor de Engelschen. Aan weers zijden van het kanaal van La Bassée kwam de voorgenomen aanvalsactie van de En- Gewoonte is een langzaam werkend ver gift- Roman van Helen e Dickmar. Geautoriseerde vertaling uit het Noorsch. door A. M. VAN DER LINDEN-VAN EDEN. 20 Margretha keek hem weer met een haasti gen blik aan. Toen zei zij op quasi ernstigen toon. „Ik heb geen tijd." „Och, kom!" „Ja, 't is waar ik mag mijn studiën niet yer.waarloozen ik heb van middag les in anatomie." Zij kneep haar oogen dicht en kuchte, ter wijl zij zich ijverig koelte toewoei met haar hord Kom, gekheid!" „Hans, alsjeblieft, lach er niet om... Het is volle ernst, zie je. ik heb mijn werk evengoed als jij en dit is niet de manier 'om mij het te ♦doen verzuimen nu weet je het!... Kijk," yiel zij zich zelve in de reden, „kijk, daar in iden tuin komen al de Mivilles aan! De squire met drie kinderen en Sigrid wëet je hoe ik Sigrid noem? „De o nberisp e 1 ij ke" vind- jje niet dat die naam voor haar past? Toe, kijk eens gauw, Hans" riep zij vroolijk uit, terwijl zij hem een lichten duw met haar elleboog gaf. „Let nu eens eventjes op de kousen van de kleintjes, van boven zwart en onder vleeschkleurig; zoo zullen de menschen den ken dat zij met bloote kuiten loopen!... Sigrid is de beste en verstandigste vrouw van de wereld, wanneer het Richard en Engeland geldt dear me, it is the fashion, you know! Verbeeld-je dat Richard wist dat ik in een 'bodega ben geweest 1 Zeg, wil ik het hem eens toeroepen? „RichardI" zij opende haar mond, haalde diep adem maar dempte haar stem zoo, dat het fluisteren werd. Richard ik ben in de bodega geweest!"... Och neen, arme man hij heeft al meer dan genoeg met zijn zusters te stellen." „Hij moest zich schamen," riep Hans ver ontwaardigd uit. „Ja, dat vind ik ook. Maar het komt vooral door Ellen, zie je ze behoort nu eenmaal zoqln beetje tot de geëmancipeerde, moderne vrouwen 'en het woord modern wil in Richard's mond zeggen: iets heel bijzonder g r u w e 1 ij k s. En dan haar gejegeride durf. „dat is m ij n opvatting niet, Richard", zij bootste Ellens £tem na „zoo zonder blikken of blozen, volmaakt kalm... En Richard hij staat verstomd! Die lieve inner lijk zoo goeie Richard hij is volstrekt niet aan zoo iets gewend! Maar w'eet je wat ik geloof, .Hans?" ging zij ernstiger voort,, en keerde zich geheel tot hem „ik geloof," zij sprak zacht en legde nadruk op ieder woord „ik geloof, dat Richard heel graag wou dat Ellen weer in Stavanger zat! "Wal dwaas toch, het heeft moeite gekost om haar hier heen te lokken, maar moeite zou het ook kosten om haar weer weg te krijgen. Zoo is zij nu, wan neer zij eenmaal het werk heeft aangepakt" zij knikte beslist met hel hoofd en kneep haar mond samen „Ellen weet wat ze wil, dat kan ik je zeggen!" En dal heeft zij zich misschien ook aan geleerd?" plaagde Hans haar. „Wees nu niet zoo pédant. Hans! dal slaat je heelemaal niet. Maar kijk daar komen Ellen en Harald ook aan daar achter die hoornen" zij wees. „beiden met boeken ik geloof waarlijk dal Ilarald met deze warmte een overjas aan heeft, nu, dan is hij zeker niet récht wél... Zie eens naar hem, Hans vind-je niet dat hij wat gebogen is en wat is hij in den laatsten tijd. mager ge worden!" „Vind-je dat?" Margretha antwoordde niet, maar bleef slaan en volgde in. gepeins de twee met haaf oogen. „Hans!" zei ze en keek haar neef ernstig aan „geloof jij, dal Harald en Ragnhild bij elkaar passen?" „Hoe kom je daar aan?*Ragnkild is lief en levendig en Harald gaat geheel in zijn werk op, weet je, en..." „Meer is niet jroodig, wil je zeggen," viel zij hem driftig -in de rede. ,,Jc bent geen goed psycholoog, Hans! of zou jij het misschien prettig vinden op die manier getrouwd te zijn? ieder zijn weg gaande.... Dat kun je toch nier meenen!" zei ze kalmer en zag hem half vragend aan. Hij had een kleur gekregen, maar beant woordde haar vraag met een harlelïjken blik. „Om je de waarheid te zeggen, heb ik-er nooit op gelet," zei hij even daarna, op een toon alsof hij haar vergiffenis vroeg. „Ik was nog maar een jongen, toen Ragnhild als jong getrouwde bij ons kwam en zij was altijd vol lof en bewondering voor Harald van den lijd af toen hij naar Trondhjem ging en haar het hof maakte. Ieder is égoist, veel meer dan hel moest, dat is waar maar wanneer iemand vooruil wil komen en een doel voor oogen heeft ja, dan..." „Hè, hoe is het mogelijk dat Ragnhild met dit mooie weer zoo kan studcerenl" viel Mar gretha hem in de rede cn stampte met den voel, toen er een paar bijzonder hooge tonen lot hen doordrongen. „Weet je, waarin ik zoo dikwijls grooten lust heb, Hans?" zei ze met nadruk en daarbij zoo vertrouwelijk dat blijk baar al haar boosheid op hem verdwenen was. „Nu?" ,.0m vóór alles mijn nieuwe kunst'aan te wenden en Ragnhild eens even het hart te masseeren zóó." En M'nrgretha maakte een paar veel heteekenende bewegingen met haar duimen „Daar is het geloof ik niet geheel in orde." Ilans bleef een oogenblik zwijgend staan. „Is dat iets uit je zelve of heeft Ellen je op het idéé gebracht dat van Ragnhild en Harald?" vroeg hij ernstig. „Ellen? Ellen begrijpt niets van zulke dingen... Zij heeft zooveel anders 'om over te denken en te doen ook." „Nu, zij heeft toch tijd genoeg om scherp te zijn en om_ te critisecren, vooral wanneer het ons mannen betreft. „Ellen is zoo goed als goud, Hans" "zei ze heel ernstig. „Een klein beetje hard locli." Margretha keek hera een oogenblik aan. „Wanneer je me beloven wilt te zwijgen, zal ik je iels vertellen... kom'hier zitten het daar zoo licht en warm." Zij ging op de bank zitten, die vlak tegen den muur onder de marquise stond en wees hem naast haar plaats te nemen. „Het is de schuld van de mannen, dat Ellen voor het uiterlijk wat hard cn streng is geworden.... Herinner je je Eduard Bie nog?" „Dezelfde, die nu burgemeester van Ek'er ifi} die goedhartige, knappe man?" „Bah! weet je hoe "wij thuis in Stavanger zoo iemand noemen? een Streber noemen: wij hem. Maar genoeg hierover zij waren: in stilte verloofd zij waren beiden nog erg jong, zij achttien en hij een paar jaar ouder. Zij zou op hem wachten terwijl hij zijn studiën' voortzette. En Ellen ging thuis hard aan hel werk om voor mama geld te verdienen in-» tusschen zag zij uit naar iedere vacantie, wan neer hij zou komen... en toen ontdekte Ellen: dat hij daar ginds alle rijke meisjes het hof- maakte. Toen werd Ellen boos en schreef hem af cn wat denk je dat hij antwoordde? Wel, dat er voor arme menschen geen toekomst was, en dat zij geen vooruitzichten hadden ett zoo meer. En kort daarop was hij verloofd* Maar één ding herinner ik mij nog uil dien» tijd en dat heeft een diepen indruk op mij ge maakt, hoewel Ik toen nog zeer jong wa (Wordt vervolgd.J

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1917 | | pagina 1