■Pi
N* 289
T5"e Jaargang.
„DE EEMLANDER".
Dinsdag 12 Juni 1917.
r
BlIITFNI AND.~~
FEUILLETON.
Strijdende Zielen.
-
II
H a
----- ssf
Hoofdredactie:
MARIE VAN VERSENDAAu.
Mr. D. J. VAN SCHAARDENBURO.
Uitgevers: VALKHOF F 6 Co.
ABONNEMENTSPRIJS:
2 maanden voor Amereloort
Idem franco per post.. j«
Per week
Afzonderlyke nummers
Wekeliiksch bijvoegsel „Ds Hollandsehs Huisvrouw' (onder
redactie van 'PhérèM Hoven) per 3 ami. ÖO ets.
Wekelyksoh bij> «ju^sdl „Wereldrecus per 3 mod. Ö2d cis»
f i.»o;
l.SO.
o.ia».
- 0.05.
Bureau: UTRECHTSCHESTRAAT 46.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
PRIJS DER A D V ERT EN TI EN
Van 1—-5 rogols
Elke rogel meer
Dienstaanbiodingen l5 regels,,
Qroote lotters naar plaatsruimte.
Voor handel oil beclrijl boslaim /.eer voordeeligo bopuüugen
tot het herhaald adverteeron in dit Blad, bil abonuomont.
Eeno circulaire, bovuttonde de voorwaarden, wordt
aanvraag toegezonden.
f O..SU.
- 0.15.
- O.tfO.
op
Is de groDdwbutierziening
ontijdig
De motieven mogen hemelsbreed ver
schillen, hierin komt het bonte gezelschap
dat dezen stembusstrijd uitgelokt heeft, over
een, dat allën verschrikkelijk tegen de
grondwetsherziening zijn.
r Onder de argumenten welke tegen die
herziening aangevoerd worden, is er een
dat vooral in den beginne opgeld deed,
maat; ook thans nog wel bij sommigen in
slaat*
Wij bedoelen het met veel aplomb voor
gedragen verwijt*, dat het nu toch allerminst
de tijd zou zijn om aan de grondwet te gaan
peuteren, terwijl er zooveel actueeler zaken
■aan de orde zijn, waaraan men liever alle
aandacht moest wijden, bijv. het voedsel- en
'het verdedigingsvraagstuk.
Inderdaad, wij kunnen ons gemakkelijk
voorstellen, dat politiek weinig-onderlegden
er in vliegen. Vooral als er dan nog met
veel verontwaardiging geklaagd wordt over
de Kamerleden, die om zelf hun zetel te be
houden en het pensioen dat zij zich toege
kend hebben, niet mis te ioopen, het be
wuste verkiezingsaccoord -sloten en de vrije
uitspraak der kiezers beletten. „Gekonkel" is
zelfs het geliefkoosde woord voor deze, ge
lijk wij reeds meermalen aantoonden, ge
heel van zelf sprekende overeenkomst.
Wie échter zich op hooger standpunt weet
te plaatsen en den blik wat verder werpt,
zal terstond het dwaze van die redeneering
inzien.
In de eerste 'plaats gaat het nu niet maar
om de vraag of het oogenblik al dan niet
goed gekozen was, doch om den inhoud van
de revisie. Is deze wat hij zijn moet, dan
zou het wel van grenzelooze lichtzinnig
heid getuigen als alle arbeid ongedaan ge
maakt moest worden, alleen omdat het
oogenblik niet juist gekozen zou zijn.
Vroeger kon men dit argument over de
ontijdigheid nog veel vaker vernemen.
Thans heeft de Russische revolutie menig
een nattigheid doen voelen. En het feit dat
in tal van ander^landen vérgaande beloften
gedaan worden om dergelijke volksbewe-
"•gingen te voorkomen, doet ten slotte vele
der aanvankelijke tegenstanders in het on
vermijdelijke berusten. Het zijn nog slechts
de meest kortzichtigen die zich blindstaren
op de ontijdigheid van deze democratisee
ring.
Van hoe groote staatsmanswijsheid ge
tuigt daarentegen de politiek van minister
Cort v. d. Linden, die met ver vooruitzien-
den blik, lang voordat de Russische revolu
tie veler oogen opende, de wenschelijkheid
inzag om t ij d i g alle brandstof weg te rui
men en de baan voor de nieuwe tijden te
effenen.
Straks als andere regeeringen, opge
schrikt c^por en onder den indruk van de
biritenlandsche gebeurtenissen, ja misschien
ook wel onder den dwang van hun eigen
door den eindelpozen oorlog revolutionair
geworden volk, gaan democratiseeren om
nog te redden wat er te redden valt, zal ons
land volkomen rustig zijn en zich geheel
kunnen wijden aan onzen economischen
wederopbouw.
Dat is toch waarlijk wel eenige toegeef
lijkheid ten opzichte van de geschilpunten
van de binnenlandsche politiek waard! En
wat beteekent dan daartegenover de quaes-
tie van de pensioenen der Kamerleden
Nu reeds is in geen land van Europa de
binnenlandsche toestand zoo rustig en
gunstig als in Nederland. Wat zou ons lot
geweest zijn als de regeering geluisterd had
naar den gevaarlijken raad van de kortzich
tigen, die het oogenblik voor de Grondwets
herziening zoo „ongunstig" Qoemden Had
de regeering soms 'n nog ongunstiger
oogenblik moeten afwachten? Misschien wel.
totdat gelijk in Rusland het volk zelf die
taak van haar overnam
Nog zijn wij niet aan heteind der be
proevingen en kunnen wij, als oorlogvoe-
i renden maar lang genoeg „durch halten",
vreemde dingen in Europa beleven, doch
dit staat reeds vasthet buitenlandsch en
het binnenlandsch beleid der regeering heeft
ons land tweemaal gered. Maar de tegen
standers van deze Grondwetsherziening zou
den ons naar den afgrond geleid hebben.
Mogen de kiezers a.s. Vrijdag toonen
hiervan het duidelijke* besef te hebben en
allen bewusten (voorstanders-v. Wijhe) of
önbewusten revolutionairen (voorstanders-
Baerveldt) 'n geduehte nederlaag bezorgen I
Politiek Overzicht.
Het Amerikaanscbe
oorlogsdoel.
Over het herstel van den vrede willen de
Entente en zij, die met hen samengaan,
liefst r.og niet spreken. Maar over de oog
merken, die zij door den oorlog trachten te
verwezenlijken, spreken zij gaarne en veel.
Daarover zullen zij ook wel niet spoedig
uitgepraat raken, want het oorlogsdoel wij
zigt zich naar de omstandigheden; het moet
rekening houden met de vraag wat bereik
baar is.
In eene nota, die gezonden is aan de voor-
loopige regeering in Rusland, heeft presi
dent Wilson medegedeeld wat het oorlogs
doel is van de Vereenigde Staten van
Noord-Amerika. Het merkwaardigste in dat
stuk is het stilzwijgen, dat het in acht neemt
over het motief, dat de Vereenigde Staen
bewogen heeft in den oorlóg te gaan. Dat
motief is de vrije vaart op zee. Het is de
zelfde leus, die ook Duitschland in den
mond neemt om den Uboot-oorlog te recht
vaardigen. Duitschland zegt te strijden
voor de vrijheid, tegen de tirannie, die
Engeland op zee uitoefentmaar het be-
diept zich daartoe van middelen zóó
monsterachtig en zóózeer in strijd met
alle begrippen van vrijheid en van
menschelijkheid, dat Amerika zich genoopt
heeft gezien tegen eene dergelijke manier
om de vrijheid der zee te bevechten daad
werkelijk op te treden *en Duitschland den
oorlog aan te doen.
Van deze aanleiding tot Amerika's besluit
om zijne onzijdigheid prijs te geven en in
den oorlog de zijde te kiezen van de En
tente, wordt in deze nota niet gerept. Met
geen woord wordt herinnerd aan den groo-
ten strijd, die op het water steeds aan den
gang is. Duitschland is d e vijand, maar als
doel van den strijd tegen Duitschland wordt
niet meer verkondigd de vrije vaart op zee.
Het oorlogsdoel heeft eene veel wijdere
strekking gekregen; het wordt nu aldus om
schreven „Het was de Status quo ante
(de toestand vóór den oorlog), waaruit deze
onrechtvaardige oorlog voortkwam, om de
macht, die de keizerlijke Duitsche regee
ring binnen het rijk uitoefent, en hare vér
strekkende overheersching en invloed daar
buiten te vergrooten. De Status quo ante
moet zoodanig veranderd worden, dat een
zoo afschuwelijk iets voor goed vermeden
wordt."
Hét doel is inderdaad van wijden omvang.
Niet alleen tegen de positie van Duitschland
in de wereld is het gericht, maar ook tegen
het Duitsche staatsgebouw zelf. President
Wilson ontmoet daarin parlement en re
geering van Frankrijk, die onlangs hebben
verkondigd, dat de strijd moet worden ge
voerd tegen wat zij noemen „het Pruisische
militarisme". Dat is een minder juiste term
voor eene zaak, die de Daily News uitvoeri
ger en juister aldus omschrijft; „Zoolang niet
het Hohenzollern-stelsel het Romanow-stel-
sel in de vergetelheid is gevolgd, zoolang
niet het Duitsche volk zijne tirannie heeft af
geworpen, zooals het Russische volk heeft
gedaan, is het verraad aan de democratie en
de opoffering van al hare verwachtingen,
werkzaam te zijn aan een bres in de zaak
der geallieerden. Er staat nog slechts één
vijand van de vrijheid overeind. Het is „der
Kaiser" en zijne machine van despotisme-
Zoolang die machine blijft, kan de vrijheid
niet leven in Rusland, in Frankrijk, in En
geland of in eenig land."
Derhalve: het allereerste en allernoodigste,
dat er te doen valty is het gebouw van den
Duitschen staat ineen te doen vallen. Wan
neer dat doel is bereikt, dan zal al het' an
dere van zelf volgen. De Daily News» ver
wacht het vast en zeker; zij schrijft: „De
vrije volken -hebben de wereld aan hunne
voeten, de overwinning in hun bereik. Nog
slechts ééne sterkte van den jrijand is niet
gevallen." Dezelfde gedachte is ook neer
gelegd in het getuigenis, dat in de vorige
week uit Frankrijk is gekomen, en nu weer
in deze nota van president Wilson.
Wat is hierover te zeggen? Men kan met
zeer weinig volstaan, alleen met de vraag:
Meent men werkelijk aan de zijde van de
Entente dit als oorlogsdoel te kunnen be
reiken? Voor zoover het ons gegeven is dén
toestand te bezien, meenen wij, dat het
allerlaatste wat* men in dezen wereldstrijd
zal zien gebeuren, is dat de inwendige
structuur van het Duitsche rijk tengevolge
van den oorlog uit hare voegen zal geraken
en ineen zal vallen. Wanneer men zich daar-t
mee vleit aan de zijde van de Entente, don
geeft men zich over aan illusie en geeft
blijk den blik op den werkelijken stand der
dingen te hebben verloren. Het -is iammer,
dat dit van deze nota van president Wilson
moet worden gezegd. Men ziet daaruit hoe
ver de oorlogvoerenden nog verwijderd zijn
van de opvatting van den toestond, die moet
zijn ingetreden om de gemoederen voor het
herstel van den vrede ontvankelijk te ma
ken.
De oorlog,
Berlijn, 11 Juni (W. B.), De Spaan-
sche gezant heeft aan het departement van
buitenlandsche zaken medegedeeld, dat,
volgens een door hem ontvangen officieel
bericht, dé republiek Sint Domingo, daartoe
door de Vereenigde Staten bewogen, de di
plomatieke betrekkingen met Duitschland
verbrokên heeft. Spanje heeft de behartiging
van de Duitsche belangen in de republiek
op zich genomen.
B e r 1 ij n, II Juni. (W. B.) Officieel be
richt.
In den Atlpntisohen oceaan hebben onze
U-booten 10.600 ton vrachtruime in den
grond geboord.
Parijs, 10 Juni. (R.) Avondcommu
niqué.
In België bombardeerde onze artillerie
hevig de Duitsche loopgraven in den sector
Nieuwport Bad en beschadigde ze ernstig.
Op den Chemin des Dames werden vij
andelijke afdeelingen, die voet kregen in
een klein uitstekend deel van onze linie ten
westen van Cerny, onmiddellijk weer ver
dreven.
Van 1 tot 7 Juni brachten wij 21 vliegtui
gen naar den grond.
Londen, 10 Juni. (R.) Avondbericht
van maarschalk Hoig.
De vijand deed geen nieuwen tegenaan
val ten zuiden van Yperen, maar zijne ar
tillerie bleef werkzaam in die streek. Wij
voerden heden met succes raids uit ten zui
den van de Souchez. De vijandelijke artil
lerie was werkzaam bij Fonlaine-lez-Croi-
silles.
Zes Duitsche vliegtuigen zijn. gister neer
geveld, drie moesten landen. Drie van onze
vliegtuigen worden vermist.
B e r 1 ij n, 11 Juni. (W. B.) Voormiddag-
bericht uit het groote hoofdkwartier.
In de duinstreek bij Nieuwpoort en ten
oosten van Yperen nam gisteren tijdelijk de
vuuractie aanmerkelijk in sterkte toe. Ook
in het strijdgebied ten oostep van Wyt-
schaete en Messines steeg tegen den avond
het vuur. Des nachts rukten na hevige vuur-
i overvallen Engelsche compagnieën op te-
I gen onze liniën ten westen van Hollebeke
j ert Warnbeke; zij werden terug geslagen; ten
zuiden van het dorp mislukten gisteravond
aanvallen van de Engelschen tegen de pot-
i lebokkerij ten westen van Warneton."
Aan beide zijden van het La Basséeka-
naol en op den zuidelijken Scarpe-oever
I verijdelde ons vernielingsvuur bij Festu-
bert. Loos en Monchy de uitvoering var\
zich voorbereidende Engelsche aanvallen.
Aan den weg La IJasséeBethune, ten
noordoosten van Vermei les en bij Hulluch
werden vijandelijke verkenningsaonvollen
afgewezen.
Aan den Chemin des Dames vielen in een
overval ten westen van Cerny aanvalstroc-
pen in Fransche loopgraven; zij maakten de
bezetting af, voor zoover zij niet vluchtte,
en keerden met gevangenen terug. Het hier
inzettende levendige vuur breidde zich ook
uit tot de naburige sectoren, maar bleef
overigens gering.
B e r 1 ij n, 11 Juni. (W. B.) Avondbed
richt uit het groote hoofdkwartier.
Op het Vlaamsche front een vuur van
wisselende sterkte, zonder bijzondere strijd-
actie. Overigens niets nieuws.
P a r ij s 1 1 Juni. (Havas). Namiddag-
communiqué.
Ten noorden van de Somme en in de
streek van Cerny was de werkzaamheid van
de helde artillerieën tamelijk groot.Ten wes
ten van dit dorp beproefden de Duitschers
op nieuw een overval, die weid teruggesla
gen. Er waren patrouillegevechten tegen
hoogte 304 en in de Wocvre.
Overigens was de nacht op hel front rus
tig-
Londen, II Juni. (R.). Bericht van
maarschalk Haig.
Onze eigen artillerie en dig van den vijand
toonen groote werkzaamheid ten zuiden van
yperen. Onze linie is weer een weinig voor-
uitgebracht ten zuiden van Messines.
Londen, 11 Juni. (R.) Avond-bericht
van maarschalk Haig.
Onze vooruitgang ten zuidoosten van
Messines hield aan. Heden in de vroegte
namen wij een vijandelijke loopgraaf-
systeem in de buurt van de pottebakkerij op
een front «van ongeveer een mijl. Gedurende
den dag wonnen wij meer grond in die streek
en maakten wij verscheidene veldkanonnen
en eenige gevangenen buit
B e r 1 ij n, 11 Juni. (\V. B.) In den sec
tor Wytschaete blijft de Engelsche aanval
nog steeds steken. Daarentegen nam de ar
tilleriebedrijvigheid toe over 't geheele front
van Vlaanderen, tot in de duinen. De Duit
sche artillerie trad overal krachtig in actie,
en bracht de vijandelijke batterijen bij Ype
ren tot zwijgen.
De Engelschen zetten de vernieling der
plaatsen Wervicq, Warneton en Deulement
voort met geschut van zwaar kaliber. Waar
zij met patrouilles of verkennersafdeelfngen,
eenige compagnieën, trachtten vooruit t©
rukken, werden zij overal, teruggeslagen, o.a.
zuidwestelijk van Hollebeke, Westelijk van
Wambeke en aan beide zijden der Douve.
Een aanval tegen de pottenbakkerij, ten wes
ten van Warneton, den lOen Juni, des
avonds om 7 uur, met aanzienlijke strijd-
krachten uitgevoerd, mislukte onder zware
verliezen voor de Engelschen. Aan weers
zijden van het kanaal van La Bassée kwam
de voorgenomen aanvalsactie van de En-
Gewoonte is een langzaam werkend ver
gift-
Roman van Helen e Dickmar.
Geautoriseerde vertaling uit het Noorsch.
door
A. M. VAN DER LINDEN-VAN EDEN.
20
Margretha keek hem weer met een haasti
gen blik aan. Toen zei zij op quasi ernstigen
toon. „Ik heb geen tijd."
„Och, kom!"
„Ja, 't is waar ik mag mijn studiën niet
yer.waarloozen ik heb van middag les in
anatomie."
Zij kneep haar oogen dicht en kuchte, ter
wijl zij zich ijverig koelte toewoei met haar
hord
Kom, gekheid!"
„Hans, alsjeblieft, lach er niet om... Het is
volle ernst, zie je. ik heb mijn werk evengoed
als jij en dit is niet de manier 'om mij het te
♦doen verzuimen nu weet je het!... Kijk,"
yiel zij zich zelve in de reden, „kijk, daar in
iden tuin komen al de Mivilles aan! De squire
met drie kinderen en Sigrid wëet je hoe ik
Sigrid noem? „De o nberisp e 1 ij ke" vind-
jje niet dat die naam voor haar past? Toe, kijk
eens gauw, Hans" riep zij vroolijk uit, terwijl
zij hem een lichten duw met haar elleboog
gaf. „Let nu eens eventjes op de kousen van
de kleintjes, van boven zwart en onder
vleeschkleurig; zoo zullen de menschen den
ken dat zij met bloote kuiten loopen!... Sigrid
is de beste en verstandigste vrouw van de
wereld, wanneer het Richard en Engeland
geldt dear me, it is the fashion, you know!
Verbeeld-je dat Richard wist dat ik in een
'bodega ben geweest 1 Zeg, wil ik het hem eens
toeroepen? „RichardI" zij opende haar
mond, haalde diep adem maar dempte haar
stem zoo, dat het fluisteren werd. Richard
ik ben in de bodega geweest!"... Och neen,
arme man hij heeft al meer dan genoeg met
zijn zusters te stellen."
„Hij moest zich schamen," riep Hans ver
ontwaardigd uit.
„Ja, dat vind ik ook. Maar het komt vooral
door Ellen, zie je ze behoort nu eenmaal
zoqln beetje tot de geëmancipeerde, moderne
vrouwen 'en het woord modern wil in
Richard's mond zeggen: iets heel bijzonder
g r u w e 1 ij k s. En dan haar gejegeride
durf. „dat is m ij n opvatting niet, Richard",
zij bootste Ellens £tem na „zoo zonder
blikken of blozen, volmaakt kalm... En Richard
hij staat verstomd! Die lieve inner
lijk zoo goeie Richard hij is volstrekt niet
aan zoo iets gewend! Maar w'eet je wat ik
geloof, .Hans?" ging zij ernstiger voort,, en
keerde zich geheel tot hem „ik geloof," zij
sprak zacht en legde nadruk op ieder woord
„ik geloof, dat Richard heel graag wou dat
Ellen weer in Stavanger zat! "Wal dwaas toch,
het heeft moeite gekost om haar hier heen te
lokken, maar moeite zou het ook kosten om
haar weer weg te krijgen. Zoo is zij nu, wan
neer zij eenmaal het werk heeft aangepakt"
zij knikte beslist met hel hoofd en kneep haar
mond samen „Ellen weet wat ze wil, dat
kan ik je zeggen!"
En dal heeft zij zich misschien ook aan
geleerd?" plaagde Hans haar.
„Wees nu niet zoo pédant. Hans! dal slaat
je heelemaal niet. Maar kijk daar komen
Ellen en Harald ook aan daar achter die
hoornen" zij wees. „beiden met boeken
ik geloof waarlijk dal Ilarald met deze
warmte een overjas aan heeft, nu, dan is hij
zeker niet récht wél... Zie eens naar hem,
Hans vind-je niet dat hij wat gebogen is
en wat is hij in den laatsten tijd. mager ge
worden!"
„Vind-je dat?"
Margretha antwoordde niet, maar bleef
slaan en volgde in. gepeins de twee met haaf
oogen.
„Hans!" zei ze en keek haar neef ernstig
aan „geloof jij, dal Harald en Ragnhild bij
elkaar passen?"
„Hoe kom je daar aan?*Ragnkild is lief en
levendig en Harald gaat geheel in zijn werk
op, weet je, en..."
„Meer is niet jroodig, wil je zeggen," viel zij
hem driftig -in de rede. ,,Jc bent geen goed
psycholoog, Hans! of zou jij het misschien
prettig vinden op die manier getrouwd te
zijn? ieder zijn weg gaande.... Dat kun je toch
nier meenen!" zei ze kalmer en zag hem half
vragend aan.
Hij had een kleur gekregen, maar beant
woordde haar vraag met een harlelïjken blik.
„Om je de waarheid te zeggen, heb ik-er
nooit op gelet," zei hij even daarna, op een
toon alsof hij haar vergiffenis vroeg.
„Ik was nog maar een jongen, toen Ragnhild
als jong getrouwde bij ons kwam en zij
was altijd vol lof en bewondering voor Harald
van den lijd af toen hij naar Trondhjem
ging en haar het hof maakte. Ieder is
égoist, veel meer dan hel moest, dat is waar
maar wanneer iemand vooruil wil komen
en een doel voor oogen heeft ja, dan..."
„Hè, hoe is het mogelijk dat Ragnhild met
dit mooie weer zoo kan studcerenl" viel Mar
gretha hem in de rede cn stampte met den
voel, toen er een paar bijzonder hooge tonen
lot hen doordrongen. „Weet je, waarin ik zoo
dikwijls grooten lust heb, Hans?" zei ze met
nadruk en daarbij zoo vertrouwelijk dat blijk
baar al haar boosheid op hem verdwenen
was.
„Nu?"
,.0m vóór alles mijn nieuwe kunst'aan te
wenden en Ragnhild eens even het hart te
masseeren zóó." En M'nrgretha maakte een
paar veel heteekenende bewegingen met haar
duimen „Daar is het geloof ik niet geheel
in orde."
Ilans bleef een oogenblik zwijgend staan.
„Is dat iets uit je zelve of heeft Ellen je op
het idéé gebracht dat van Ragnhild en
Harald?" vroeg hij ernstig.
„Ellen? Ellen begrijpt niets van zulke
dingen... Zij heeft zooveel anders 'om over te
denken en te doen ook."
„Nu, zij heeft toch tijd genoeg om scherp
te zijn en om_ te critisecren, vooral wanneer
het ons mannen betreft.
„Ellen is zoo goed als goud, Hans" "zei ze
heel ernstig.
„Een klein beetje hard locli."
Margretha keek hera een oogenblik aan.
„Wanneer je me beloven wilt te zwijgen, zal
ik je iels vertellen... kom'hier zitten het
daar zoo licht en warm." Zij ging op de
bank zitten, die vlak tegen den muur onder
de marquise stond en wees hem naast haar
plaats te nemen. „Het is de schuld van de
mannen, dat Ellen voor het uiterlijk wat hard
cn streng is geworden.... Herinner je je
Eduard Bie nog?"
„Dezelfde, die nu burgemeester van Ek'er ifi}
die goedhartige, knappe man?"
„Bah! weet je hoe "wij thuis in Stavanger
zoo iemand noemen? een Streber noemen:
wij hem. Maar genoeg hierover zij waren:
in stilte verloofd zij waren beiden nog erg
jong, zij achttien en hij een paar jaar ouder.
Zij zou op hem wachten terwijl hij zijn studiën'
voortzette. En Ellen ging thuis hard aan hel
werk om voor mama geld te verdienen in-»
tusschen zag zij uit naar iedere vacantie, wan
neer hij zou komen... en toen ontdekte Ellen:
dat hij daar ginds alle rijke meisjes het hof-
maakte. Toen werd Ellen boos en schreef hem
af cn wat denk je dat hij antwoordde? Wel,
dat er voor arme menschen geen toekomst
was, en dat zij geen vooruitzichten hadden ett
zoo meer. En kort daarop was hij verloofd*
Maar één ding herinner ik mij nog uil dien»
tijd en dat heeft een diepen indruk op mij ge
maakt, hoewel Ik toen nog zeer jong wa
(Wordt vervolgd.J