„d e eemlande r". "buitenland. N* 292 Vrijdag 15 Juni 1917. B"1" Jaarpang, FEUILLETON. Strijdende Zielen. Hoofdredactie: MARIE VAN VERSENDAAu Mr. D. J. VAN SCHAARDENBURO. Uitgevers: VALKHOFP Co. ABONNEMENTSPRIJS: e®r maanden tooi Anjerelooct f 1»Sd* Idem franco per poetn Per week - AfronderUjke nummers Wekelijksoh bnyoegeel ,Dt HoUantltdu BxiKrOH»' (onder redactie van Thérèee Horen) per a mnd. BO els. 3Vek»Uiksoh bijvoegwl Wtrtldrrriu" per 8 mud. 38 cl». Bureau: UTRECHTSCHESTRAAT 46. Inter comm. Telefoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIES Vaii 1—5 rogela f O.MO. Elko regal meer0.15. Dionstaanbiodingon 1—5 rogela.»0.50. Qrooto lettors naar plautsruimto. Voor handel en bear\jt bestaan zeer voordeeltje bopaliugoit tot het hortuudd adverteeren in dit Blad, bi| abonuomout» Eene oirculairo, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toogezondon. Kennisgevingen. Burgemeester en Wethouders der Gemeente Amersfoort maken bekend, dot in de week van 18 tot en met 24 Juni 1917 zal worden verkrijg* boor gesteld op bon no. 21 rijst op de rijstbon a 14 cent per pond rijst op de gezouten spekbon 10 cent per pond gort bok- en braadvet zeep aardappelen, I K.G. op eiken bon regeertngsvorkensvleescb gezouten kluiven zonder bon aan den Keurings dienst voor 22 cent per K.G.; kaarsen 50 cent per 300 gram, schemer lichten a 50 cent per doos plus 10 cent per glaasje, alleen voor lichtlooze gezinnen op een bewijs dat aan de gasfabriek kan worden afge haald. •rijst op bon no. 21 in de volgende hoeveel heden 1-persoonsboekje *A K.G. 2 1 3 1% 4 2 5 2* 6 3 De winkeliers gelieven vooral te letten op het nummer op de bon hetwelk het aantal personen aangeeft. Het is aan winkeliers groentehandelaars ten strengste verboden minder te geven dan de bon aangeeft. Dit is bij name het geval met de rijst op de gezouten spekbon. Een winkelier, welke hierop minder geeft dan in dit bericht is bepaald, zal worden uitgesloten. Amersfoort, 15 Juni 1917. B. en \V. voornoemd De Burgemeester, VAN RANDWIJCK. De Secretaris, A. R. VEENSTRA. Verkiezing of Candidaatstelling. De Burgemeester der gemeente Amersfoort brengt ter kennis, dat de verkiezing van zes leden van den Gemeenteraad van Amersfoort, wegens periodieke aftreding, en van een lid wegens bedanken van den heer A. J. Looxma van Weideren baron Rengers, zal plaats hebben op Dinsdag, den 26. Juni T917, op welken dag van des morgens 9 tot des namiddags 4 uur, bij den Burgemeester der gemeente Amersfoort, ter Gemeente-secretarie aldaar, de opgaven van candidaten, en wel voor drie leden in het Ie kies district, voor twee leden in het lie kiesdistrict en voor twee leden in het IIIc kiesdistrict zal plaats hebben. Formulieren voor deze opgaven worden ter Secretarie der gemeente kosteloos verkrijgbaar gesteld vanaf heden, tot en met den dag der ver kiezing en moeten onderteekend zijn, wat het Ie kiesdistrict betreft door minstens 28 kiezers, in het He kiesdistrict door minstens 22 kiezers, cn in het Ille kiesdistrict door minstens 19 kiezers, bevoegd tot deelneming aan deze verkiezing. De inlevering dezer opgaven geschiedt per soonlijk door één of meer personen, die haar hebben onderteekend, tegen een door den Bur gemeester of te geven ontvangbewijs. Verder worden de ingezetenen herinnerd aan art. 151 der kieswet, luidende „Hij, die eene opgave, als bedoeld in art. 51 der Kieswet inlevert, wetende, dat zij voorzien is van handteekeningen van personen, die niet be voegd zijn tot deelneming aan de verkiezing. waarvoor de inlevering geschiedt, terwijl zonder die handteekeningen geen voldoend aantal voor eene wettige opgave zou overblijven, wordt ge straft met gevangenisstraf van ten hoogste drie maanden of eene geldboete van ten hoogste honderdtwintig gulden. „Met gelijke straf wordt gestraft hij, die, we tende dat hij niet bevoegd is tot deelneming oan de verkiezing, eene voor die verkiezing ter in levering bestemde opgave, als bedoeld bij art. 51, heeft onderteekend." De stemming en herstemming, zoo ntfodig, zijn bepaald op respectievelijk Vrijdag 6 Juli en Vrijdag 13 Juli e. k. Amersfoort, 12 Juni 1917. De Burgemeester voornoemd, VAN RANDWIJCK. Politiek Overzicht De abdicatie van koning Constantijn. De Entente kan eindelijk eens in den Bal kan een succes boeken op hare rekening, die anders niets dan mislukkingen en teleurstel lingen te zien geeft. Geen succes echter, dat met de wapenen is behaald, maar een on bloedig succes. Het is eindelijk gelukt koning Constantijn van Griekenland van den troon te stooten. Met dat doel hebben de drie mogendheden, die op zoo eigenaardige wijze de taak van beschermers van Griekenland ven-uilen, den Franschen senator Jonnart gezamenlijk tot hun commissaris benoemd. Deze heeft zich, om zich voor de vervulling van de hem op gedragen zending voor te bereiden, naar Londen begeven. Op zijn weg naar Athene heeft hij in Salamis halt gemaakt en de diplomatieke vertegenwoordigers van de En- tente-staten in Athene ontvangen. Daarna is hij in Saloniki geweest, waar hij geconfe reerd heeft met generaal Sarrail, die wat de betrekkingen met Griekenland betreft, even als de gezanten te Athene aan hem onderge schikt is. Toen kon aan de uitvoering van de zen ding begonnen worden. Fransche troepen zijn ontscheept aan de landengte van Co- rinthe, om het Grieksche leger, dat inge volge een vroeger besluit van de Entente naar den Peloponnesus is overgebracht, in bedwang te houden, en Fransch-Engelsche troepen zijn in Thessalië binnengerukt. En tegelijk heeft Jonnart te Athene aan de Grieksche regeering den wensch van de En- tente-mogendheden overgebracht, dat ko ning Constantijn afstand zou doen van den troon van Griekenland. Die wensch kwam overeen met een bevel, waaraan geen ontkomen mogelijk was. Ko ning Constantijn heeft dus geabdiceerd, niet ten gunste van zijn oudsten zoon, den kroon prins (diadochus) George, hertog van Spar ta, maar ten behoeve van zijn tweede zoon, den op 30 Juli 1893 geboren prins Alexan der. Deze is de nieuwe koning van Grieken land; hij is dat bij de gratie van de Entente, want uitdrukkelijk is aan den aftredenden koning aangezegd, dat met voorbijgang van het eerstgeboorterecht zijn tweede zoon hem moe.'Jt opvolgen. De wereldstrijd is voor menigen vorsten kroon noodlottig geweest. De czaar van Rusland is van den troon vervallen ver klaard, en in afwachting dat de constitu- eerende vergadering, die de nieuwe staats inrichting van Rusland moet bepalen, zal beslissen over het verdere lot van het huis Romanow, vertoeft de czaar met zijn gezin als gevangene in een van zijne voormalige zomerverblijven. De koningen van Monte negro, Servië, Rumenië en België zijn thans koningen zonder land; hun gebied is geheel of althans voor hel overgroote gedeelte door den vijand bezet. De steun van de Entente heeft hen voor dat lot niet kunnen behoe den. Nu heeft ook koning Constantijn van Griekenland zijn tTOon verloren. Zijn op volger zal zich moeten getroosten een verk- ttuig van de Entente te zijn en anders wel spoedig den weg van zijn vader volgen. De Entente heeft, wat de bezetting van den troon van Griekenland betreft, haren wil kunnen doorzettenmaar het is geene over winning, waarop zij roem kan dragen. Inte gendeel, in de geschiedboeken, waarin de beschrijving van dezen wereldstrijd zal wor den opgenomen, zullen de bladzijden, die de wijze verhalen, waarop de Entente het kleine, zwakke Griekenland, welks eenige zonde was, dat het buiten den oorlog wilde blijven, aan zijn wil heeft onderworpen, be- hooren tot die, welker inhoud den meesten weerzin wekt. Desniettemin komt in een van de Griek sche regeering zelve uitgegaan communiqué de mededeeling voor, dat het de bedoeling van de Entente-mogendheden niet is in breuk te maken op de rechten van Grieken land; zij willen -slechts, dat het land sterk en onafhankelijk blijft. Daarbij sluit zich waardig aan de verklaring, die namens de Engelsche regeering in het lagerhuis is af gelegd, waarin de hoop wordt uitgedrukt, dat de abdicatie van koning Constantijn bevorderlijk zal zijn aan de hereeniging van Griekenland en het herstel van dé consti- tutioneele regeering. Eene illustratie van deze beide verklaringen, waarop volkomen past het woord van Talleyrand „La parole a été donnée a l'homme pour déguiser sa pensée", levert eene mededeeling van de Temps over het doel van de zending van Jonnart. Men leest daarin, dat de dringend ste taak, die Jonnart heeft te vervullen, hierin bestaat, dat hij den geheelen oogst van Thessalië onder de controle van de Entente moet brengen, omdat die onmis baar is voor het bestaan van het leger van Sarrail en voor de verdere uitvoering van de blokkade. Praktisch komt derhalve de zorg, dat Griekenland sterk en onafhankelijk blijft, die aan Jonnart heet te zijn opgedra gen, hierop neer, dat de hooge commissa ris er op moet toezien, dat van den oogst in Thessalië niets ten goede komt aan de bevolking van het land zelf, dat door de blokkade aan uithongering is blootgesteld. De oorlog, P a r ij s, 14 Juni. (R.) Generaal Pershing werd hier bij zijne aankomst ontvangen door de ministers Viviani en Painlevé en door maarschalk Joffre. Op zijn weg naar het ho tel Brillon werd hij met geestdrift begroet door het publiek. B e r 1 ij n, 1 4 J u n i. (W. B.) Officieel be richt. In de spergebieden om Engeland werden door de werkzaamheid van onze U-booten 21.000 ton vrachtruimte tot zinken gebracht. Een van onze U-booten had met een zeil- schip-U-bootval bij de Hibride een gevecht, waarbij minstens vier treffers verkregen werden. Christianio, 14 Juni. (W.-B.). Het ministerie van buitenlandsche zaken deelt mede, dat het stoomschip Bricid, van Pora- grund, groot 1062 ton, den 11 en Juni na middags in den grond is geboord. De beman ning is in Lerwick geland. Het stoomschip Soerland, groot 2472 ton, is op 160 zeemijlen afstand van Ouessant in den grond geboordde bemanning is gered. De consul-generaal te Bilbao bericht, dat het stoomschip Fordenvore, van Forsund, groot 1565 ton, is den 9en Juni in den grond geboord. De bemanning, sterk 18 man, is in Vigo aangekomen. Petersburg, 14 Juni. (Tel.-ag.). De bevelhebber van het Oostzee-eskader doet bij dagorder mededeeling van het vermoe delijke verlies van den onderzeeër Bars, die zich op 16 Mei in zee bevond en tot op he den niet binnengeloopen is. London, 14 Juni. (R.) De admiraliteit bericht, dat in de laatste week 2767 sche pen zijn aangekomen in de Britsche havens en 2822 er uit vertrokken zijn. In den grond geboord zijn 22 schepen van meer dan 1600 ton en 10 van kleineren inhoud. 23 sohe- pen zijn zonder succes aangevallen. Zes vis- scherschepen zijn tot zinken gebracht. Van de verschillende fronten geen nieuws. Een van de Zeppelins, die aan den lucht- raid, die tegen Londen is uitgevoerd, heb ben deelgenomen, is op de terugreis in een aanval van Engelsche zeestrijdkrachten in de Noordzee vernietigd. Doot de Engelsche regeering is uitdrukkelijk geconstateerd, dat militaire schade niet is aangericht door de bomrrfen, die zoo overvloedig op Londen zijn neergekomen. Des te grooter is de schade, die door burgers geleden is. In dat opzicht schijnt deze raid alle vorigen te overtreffen. B e r 1 ij n14 Juni. (W.-B.). De koning van Bulgarije, vergezeld door kroonprins Boris, prins Kyrill en minister-president Ra- doslawow, heeft 11 Juni den keizer in het groote hoofdkwartier een bezoek gebracht. De beraadslagingen, waaraan ook de rijks kanselier en de staatssecretaris van Buiten landsche Zaken, Zimmerman, deelnamen, leidden opnieuw tot volkomen overeenstem ming. De koning vertrok des avonds weder. P a r ij s, 14 Juni. (R.) Een telegram uif Saloniki bericht, dat een bataillon jagers eene stelling halverwege Baba en Larissa heeft bezet. Elassona en Tirnovo zijn zonder incident bezet. De uit covallerie bestaande voorhoede bezette Larissa, waar ondanks de verzekering van den Griekschen genei aal Bawas de Grieksche troepen tegenstand bo den. De Franschen verloren zes dooden en een twintigtal gewonden. De Grieksche ver liezen zijn 60; 322 zijn gevangen genomen. De Grieksche generaal is gearresteerd, de orde hersteld. Par ij s, 11 Jun i. (R.) In Athene is de toestand steeds rustig. In overleg met de Grieksclie regeering liet Jonnart troepen in Piraeus oan land gaan, die nu gecontonneerd zijn ten noorden van de stad. Athene, 13 Juni. (R.) Er heerscht groote ongerustheid in Athene. De banken, en alle andere instellingen riin gesloten Londen, 14 Juni. (R.) De Daily Mail bericht uit Syra, dat de pro-Duitsche leiders Goenaris, Doesmanis, Metaxos en Mercouris waarschijnlijk zullen gaan naar eene plaats, waar zij onder het toezicht van de geallieer den staan. We en en, 14 Juni (Corr.-bur.). Het Neue Wiener Abendbl&tt bericht uit Buda pest, dat de volkspartij heeft besloten niet aan de regeering deel te nemen, maar een kabinet-Esterhazy te ondersteunen. Graaf Aladar Zichy zal dues voorloopig niet treden in het kabinet, dat cloor graaf Esterhazy wordt samengesteld. Budapest, 14 Juni. (Corr.-bur.) Het blok voor de hervorming van het kiesrecht heeft in eene vergadering, waaraan alle par tijen, die voor algemeen kiesrecht strijden, deelnamen, goedgekeurd, dat twee vertegen woordigers van het blok, n.l. de afgevaar digden graaf Theodor Batthyani en Wilhelm Vazsonyi, in het nieuwe kabinet zullen tre den, om de nieuwe regeering bij de door voering van de kiesrechthervorming te steu nen. W e e n e n, 14 Juni. (Corr.-bur.) Vol gens overeenstemmende dagbladberichten uit Budapest, zal de aangewezen minister president Esterhazy reeds heden een xoU ledige lijst der ministers aan den keizer voorleggen. Alle oppositie-partijen willen in het kabinet vertegenwoordigd zijn. De con- stitutioneele partij door Esterhazy, die be halve het premierschap ook Binnenlondsche zaken op zich neemt, en door Mezoessy, die minister van Landbouw wordt. Van de Ap- ponyi-partij nemen Apponyi als minister van Eeredienst en Onderwijs, en Foeldes als voorloopig minister van Justitie in het kabinet zitting. Na de oprichting van het sociaal ministerie komt Foeldes aan het hoofd daarvan te staan; de staatssecretaris Grecsak, die hem tijdelijk wordt toegevoegd, zal dan de portefeuille van Justitie definitie! van hem overnemen. Als tweede vertegenwoordiger van hel kiesrechtblok treedt graaf Theodor Batthya- ny, aanvankelijk als minister van het konink« Indien niet het uiterlijk, maar het innerlijk van den mensch gefotografeerd werd, zou den de fotografen wel spoedig verhongeren. Roman van Hel'ene Dickmar. Geautoriseerde vertaling uit het Noorsch door A. M. VAN DER LINDEN-VAN EDEN. 23 En plotseling gevoelde */ij zich veilig. Zij begreep dat hij één van hen was, wien „niets menscheiyks vreemd is." Misschien ging hiermee een vaag vermoeden gepaard, dat hij, indien hij wilde, haar iets meer, iets nieuws, .zou kunnen geven en haar een ander gezichtspunt zou kunnen aanwijzen. Zij wist zelve niet wat zij verwachtte, maar, terwijl de schemering nu sterker viel, de maan hoogcr steeg boven dc zwartgroene dennen, kwam er een eigenaardige uitdrukking over het gelaat met de zwarte oogen was het alsof al het onderdrukte, opgeslotene, alles waarmee zij jaren lang alleen had verkeerd, zich nu uitte in een stroom van woorden, uit gesproken met een stem, die trilde van ver ontwaardiging. „Begrijp je niet, Harald, dat voor wie Togen heeft om te zien, voor wie d u r f t zien, nl wat de vrouwen bereikt hebben, is, dat zij dubbel lijden? Hel beetje vrijheid en zelfstandigheid dat zij bemachtigd hebben, dat hebben zij niet alleen verkregen in opstand tegen de openbare meening. maar ook door openlijke ongehoor zaamheid aan de kerk en haar dienaars door de hulp der vrijdenkers-— terwijl dc •banbliksem met tienvoudige kracht over hare hoofden werd geslingerd. Dat weet j ij toch wel. Juist dè kerk heeft het sterkst geremd, wanneer de vrouwen wilden trachten het juk af te schudden. Niels heeft een grooter ge zag uitgeoefend gedurende alle lijden en een haast onuitwischbaar stempel gedrukt op ons geestelijk en zedelijk leven... En dan om haar buiten het christendom te plaatsen om dat men haar aan het verstand wil brengen, dat daarin geen plaats is voor de waardee ring der vrouw. Denk eens aan, hoe geraffi neerd. hoe vreeselijk dat is hoe moeiclijk de keus voor ons is geworden... Toen ik het woord gebruikte „vrouwelijke predikant1' dacht ik niet aan het ambt, het prediken zelf ofschoon het mogelijk zou zijn dat zij iets nieuws konden geven maar ik meende hiermee dat de vrouwen, juist op dat gebied niemand hadden om haar te begrijpen, nie mand om haar in te lichten om haar den bijbel te verklaren Zelve hebben zij noch de macht noch het gezag om zich vrij le maken van de gehoorzaamheid aan de letter der schrift, zooals die ons uit het jodendom is overgeleverd...'' Zij liep een oogenblik zwijgend naast hem. En het was of de naklank van haar heftige woorden nog natrilde in dc stille even als de echo van een noodkreet. Het hof Ilnrald, hel boog hem neer alsof op eens iets tot hem was gekomen, wat -den last van het leven nog zwaarder deed drukken. „Toch geloof ik, dat liet zal komen, Ellen", zei hij, „uit zich zelf, tegelijk met al het andere... Een ademloch! van bevrijding gaat er nu reeds door dc wereld, vol van groote beloften Een frissrhe bries in den morgen" zooals Ponlus Wikner ergens zegt. Kingslcy Robertson en Farren zijn door anderen ge volgd. Ook bij ons zijn er. die aan de ketens rukken en trachten de menseben te bevrijden van dc slavernij des gcesles, die ons allen heeft verlamd.' Ilij 'sprak ernstig, maar zonder geestdrift in zijn slem. alsof hij zelf niet geloofde aan deze schoonc beloften En het was of Ellen dit bemerkte. In ieder geval viel zij hem met een zeker ongeduld in de rede en zij ging voort, vervuld van liaar eigen onderwerp: „Ja, ja, jij denkt aan wat de menschheid in hel groot en in het algemeen denkt Ik weet wel dat er gewerkt wordt jij bent /elf een van hen. die de hand uitgestoken hebben om le helpen maar de vrouwen in hel bijzonder, de boeien der vrouwen wie zal die verbreken? Wie zal voor haar den sprong in den nieuwen lijd wagen haar nieuwe vormen aan dc hand doen voor de eeuwige, ware idealen? Denk je #al hel iels zou balen, wanneer de verstandigste, de vroomste, dc geleerdste onder dc vrouwen den bijbel verlaaiden in den trant van Kings- ley en Wikiier uit haar gezichtspunt mei het oóg op hare nooden? Door bijv. le zeg gen: dat dc opvalling der joden aangaande dc plaats der vrouw in de maatschappij en in het huwelijk hoewel in zijn di'epslcn grond werkelijk y. e d e 1 ij k zoo iaag is dat niets eens een man als Paulus zich er boven heeft kunnen verheffen? Denk je, dat hii ge loofde dat hel zou baten?.. Geloof je, over 't geheel, dat eenige man, zelfs al wilde hij het nog zoo eerlijk en ernstig beproeven, het lijden der vrouw zou kunnen begrijpen? Neen, zij kunnen het niet. Niemand, uitgezonderd misschien de dichters, maar dichters zijn geen menschen van de daad zij zijn zeiven niet veel beter dan vrouwen onder de mannen! En zij worden er dikwijls naar behandeld ook. Zij zweeg een oogenblik. Toen ging zij voort met een lintje ironie in haar slem: „Ik las juist iets een nieuw betoog in deze zaak van een man, een predikant die begon met le verzekeren dat hij aan o n.z e n kant stond! Weel jc, waarmee hij ons wil paaien? Wel Adam was hel hoofd na tuurlijk zooals hij het nog is... En hij kreeg hel verbod van God zelf, direct Zoo doende was hij eigenlijk verantwoordelijk voor den val En dc bestraffende woorden: ,.De aarde is vervloekt door uw schuld," waren dus voor hem bedoeld. Eva daarentegen, als ondergeschikte mensch no. 2 gescha pen van den man en voor den man, aan haar wordt dan ook niet zoo slrc.ng rekenschap ge vraagd Haar straf is naar verhouding kleiner, milder, een paar kleinigheden slechts zooals de moedersmart cn de onderdanig heid aan den man. „Ilij zal licerschen over u." Derhalve dat de aarde vervloekt werd en dat er moest gewerkt worden in het zweet des aansehijns dal gaat gelukkig haar niet aan! Zij leeft dus als op een andere pla neet, daar waar noch doornen noch diste- len groeien. Niet waar?' En Ellen lachte een spollenden, harden lach, in sein. wende tegenstelling met den diepen ernst, die er in haar blik opgesloten lag. „Dat was de hulp, die wij van dien kanf kregen. Om dc waarheid te zeggen vond ik dlfj al heel weinig verheffend."t Harold liep stil naast haar zonder haar ill de rede te vallen. Hij keek een oogenbliÜ naar de jonge vrouw die daar zoo flink cn veerkrachtig naast hem ging, als droeg zij een deel van het lijden der menschheid op hare schouders een lijden der menschen. dat hij, zooals hij nu meer en meer inzag, nooit in zijn volle uitgestrektheid had begre- pen. „Maar er is toch niemand die zich nu nog om iets zoo verouderds bekommert in onze dagen," zei liij eindelijk, om toch iets te zeg gen. Zij keerde zich heftig lot hem: „Neem ine niet kwalijk, Ilarald... het is niet verouderd. Hel is slechts een variatie op het oude thema Ja, ik geef natuurlijk toe dat wij iets ver der zijn gekomen dan in de eerste tijden van dc kerk, toen Sint Thomas cn Sint, ik weet niet wie, de vrouw noemde: „een toevallig» gebeurtenis", „de oorsprong der zonde", „de poort der hel"., maar ik weet niet" zij trok de schouders op wjj worden toch nog heden in een benauwden hoek gédrukt: Aan de eene zijde deze fraaie keikelijke tradi ties aan de andere de ultra-moderne filo sofen met hun nieuw-modische vrouwen-ver achting. (Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1917 | | pagina 1