„d e eemlande r".
"buitenland.
N* 292
Vrijdag 15 Juni 1917.
B"1" Jaarpang,
FEUILLETON.
Strijdende Zielen.
Hoofdredactie:
MARIE VAN VERSENDAAu
Mr. D. J. VAN SCHAARDENBURO.
Uitgevers: VALKHOFP Co.
ABONNEMENTSPRIJS:
e®r maanden tooi Anjerelooct f 1»Sd*
Idem franco per poetn
Per week -
AfronderUjke nummers
Wekelijksoh bnyoegeel ,Dt HoUantltdu BxiKrOH»' (onder
redactie van Thérèee Horen) per a mnd. BO els.
3Vek»Uiksoh bijvoegwl Wtrtldrrriu" per 8 mud. 38 cl».
Bureau: UTRECHTSCHESTRAAT 46.
Inter comm. Telefoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIES
Vaii 1—5 rogela f O.MO.
Elko regal meer0.15.
Dionstaanbiodingon 1—5 rogela.»0.50.
Qrooto lettors naar plautsruimto.
Voor handel en bear\jt bestaan zeer voordeeltje bopaliugoit
tot het hortuudd adverteeren in dit Blad, bi| abonuomout»
Eene oirculairo, bevattende de voorwaarden, wordt op
aanvraag toogezondon.
Kennisgevingen.
Burgemeester en Wethouders der Gemeente
Amersfoort maken bekend, dot in de week van
18 tot en met 24 Juni 1917 zal worden verkrijg*
boor gesteld op bon no. 21
rijst op de rijstbon a 14 cent per pond
rijst op de gezouten spekbon 10 cent per
pond
gort
bok- en braadvet
zeep
aardappelen, I K.G. op eiken bon
regeertngsvorkensvleescb
gezouten kluiven zonder bon aan den Keurings
dienst voor 22 cent per K.G.;
kaarsen 50 cent per 300 gram, schemer
lichten a 50 cent per doos plus 10 cent per
glaasje, alleen voor lichtlooze gezinnen op een
bewijs dat aan de gasfabriek kan worden afge
haald.
•rijst op bon no. 21 in de volgende hoeveel
heden
1-persoonsboekje *A K.G.
2 1
3 1%
4 2
5 2*
6 3
De winkeliers gelieven vooral te letten op het
nummer op de bon hetwelk het aantal personen
aangeeft.
Het is aan winkeliers groentehandelaars
ten strengste verboden minder te geven dan de
bon aangeeft. Dit is bij name het geval met de
rijst op de gezouten spekbon. Een winkelier,
welke hierop minder geeft dan in dit bericht is
bepaald, zal worden uitgesloten.
Amersfoort, 15 Juni 1917.
B. en \V. voornoemd
De Burgemeester,
VAN RANDWIJCK.
De Secretaris,
A. R. VEENSTRA.
Verkiezing of Candidaatstelling.
De Burgemeester der gemeente Amersfoort
brengt ter kennis, dat de verkiezing van zes
leden van den Gemeenteraad van Amersfoort,
wegens periodieke aftreding, en van een lid
wegens bedanken van den heer A. J. Looxma
van Weideren baron Rengers, zal plaats hebben
op Dinsdag, den 26. Juni T917, op welken dag
van des morgens 9 tot des namiddags 4 uur, bij
den Burgemeester der gemeente Amersfoort, ter
Gemeente-secretarie aldaar, de opgaven van
candidaten, en wel voor drie leden in het Ie kies
district, voor twee leden in het lie kiesdistrict en
voor twee leden in het IIIc kiesdistrict zal plaats
hebben.
Formulieren voor deze opgaven worden ter
Secretarie der gemeente kosteloos verkrijgbaar
gesteld vanaf heden, tot en met den dag der ver
kiezing en moeten onderteekend zijn, wat het Ie
kiesdistrict betreft door minstens 28 kiezers, in
het He kiesdistrict door minstens 22 kiezers, cn
in het Ille kiesdistrict door minstens 19 kiezers,
bevoegd tot deelneming aan deze verkiezing.
De inlevering dezer opgaven geschiedt per
soonlijk door één of meer personen, die haar
hebben onderteekend, tegen een door den Bur
gemeester of te geven ontvangbewijs. Verder
worden de ingezetenen herinnerd aan art. 151
der kieswet, luidende
„Hij, die eene opgave, als bedoeld in art. 51
der Kieswet inlevert, wetende, dat zij voorzien is
van handteekeningen van personen, die niet be
voegd zijn tot deelneming aan de verkiezing.
waarvoor de inlevering geschiedt, terwijl zonder
die handteekeningen geen voldoend aantal voor
eene wettige opgave zou overblijven, wordt ge
straft met gevangenisstraf van ten hoogste drie
maanden of eene geldboete van ten hoogste
honderdtwintig gulden.
„Met gelijke straf wordt gestraft hij, die, we
tende dat hij niet bevoegd is tot deelneming oan
de verkiezing, eene voor die verkiezing ter in
levering bestemde opgave, als bedoeld bij art.
51, heeft onderteekend."
De stemming en herstemming, zoo ntfodig,
zijn bepaald op respectievelijk Vrijdag 6 Juli en
Vrijdag 13 Juli e. k.
Amersfoort, 12 Juni 1917.
De Burgemeester voornoemd,
VAN RANDWIJCK.
Politiek Overzicht
De abdicatie van koning
Constantijn.
De Entente kan eindelijk eens in den Bal
kan een succes boeken op hare rekening, die
anders niets dan mislukkingen en teleurstel
lingen te zien geeft. Geen succes echter, dat
met de wapenen is behaald, maar een on
bloedig succes.
Het is eindelijk gelukt koning Constantijn
van Griekenland van den troon te stooten.
Met dat doel hebben de drie mogendheden,
die op zoo eigenaardige wijze de taak van
beschermers van Griekenland ven-uilen, den
Franschen senator Jonnart gezamenlijk tot
hun commissaris benoemd. Deze heeft zich,
om zich voor de vervulling van de hem op
gedragen zending voor te bereiden, naar
Londen begeven. Op zijn weg naar Athene
heeft hij in Salamis halt gemaakt en de
diplomatieke vertegenwoordigers van de En-
tente-staten in Athene ontvangen. Daarna is
hij in Saloniki geweest, waar hij geconfe
reerd heeft met generaal Sarrail, die wat de
betrekkingen met Griekenland betreft, even
als de gezanten te Athene aan hem onderge
schikt is.
Toen kon aan de uitvoering van de zen
ding begonnen worden. Fransche troepen
zijn ontscheept aan de landengte van Co-
rinthe, om het Grieksche leger, dat inge
volge een vroeger besluit van de Entente
naar den Peloponnesus is overgebracht, in
bedwang te houden, en Fransch-Engelsche
troepen zijn in Thessalië binnengerukt. En
tegelijk heeft Jonnart te Athene aan de
Grieksche regeering den wensch van de En-
tente-mogendheden overgebracht, dat ko
ning Constantijn afstand zou doen van den
troon van Griekenland.
Die wensch kwam overeen met een bevel,
waaraan geen ontkomen mogelijk was. Ko
ning Constantijn heeft dus geabdiceerd, niet
ten gunste van zijn oudsten zoon, den kroon
prins (diadochus) George, hertog van Spar
ta, maar ten behoeve van zijn tweede zoon,
den op 30 Juli 1893 geboren prins Alexan
der. Deze is de nieuwe koning van Grieken
land; hij is dat bij de gratie van de Entente,
want uitdrukkelijk is aan den aftredenden
koning aangezegd, dat met voorbijgang van
het eerstgeboorterecht zijn tweede zoon hem
moe.'Jt opvolgen.
De wereldstrijd is voor menigen vorsten
kroon noodlottig geweest. De czaar van
Rusland is van den troon vervallen ver
klaard, en in afwachting dat de constitu-
eerende vergadering, die de nieuwe staats
inrichting van Rusland moet bepalen, zal
beslissen over het verdere lot van het huis
Romanow, vertoeft de czaar met zijn gezin
als gevangene in een van zijne voormalige
zomerverblijven. De koningen van Monte
negro, Servië, Rumenië en België zijn thans
koningen zonder land; hun gebied is geheel
of althans voor hel overgroote gedeelte door
den vijand bezet. De steun van de Entente
heeft hen voor dat lot niet kunnen behoe
den. Nu heeft ook koning Constantijn van
Griekenland zijn tTOon verloren. Zijn op
volger zal zich moeten getroosten een verk-
ttuig van de Entente te zijn en anders wel
spoedig den weg van zijn vader volgen. De
Entente heeft, wat de bezetting van den
troon van Griekenland betreft, haren wil
kunnen doorzettenmaar het is geene over
winning, waarop zij roem kan dragen. Inte
gendeel, in de geschiedboeken, waarin de
beschrijving van dezen wereldstrijd zal wor
den opgenomen, zullen de bladzijden, die
de wijze verhalen, waarop de Entente het
kleine, zwakke Griekenland, welks eenige
zonde was, dat het buiten den oorlog wilde
blijven, aan zijn wil heeft onderworpen, be-
hooren tot die, welker inhoud den meesten
weerzin wekt.
Desniettemin komt in een van de Griek
sche regeering zelve uitgegaan communiqué
de mededeeling voor, dat het de bedoeling
van de Entente-mogendheden niet is in
breuk te maken op de rechten van Grieken
land; zij willen -slechts, dat het land sterk
en onafhankelijk blijft. Daarbij sluit zich
waardig aan de verklaring, die namens de
Engelsche regeering in het lagerhuis is af
gelegd, waarin de hoop wordt uitgedrukt,
dat de abdicatie van koning Constantijn
bevorderlijk zal zijn aan de hereeniging van
Griekenland en het herstel van dé consti-
tutioneele regeering. Eene illustratie van
deze beide verklaringen, waarop volkomen
past het woord van Talleyrand „La parole
a été donnée a l'homme pour déguiser sa
pensée", levert eene mededeeling van de
Temps over het doel van de zending van
Jonnart. Men leest daarin, dat de dringend
ste taak, die Jonnart heeft te vervullen,
hierin bestaat, dat hij den geheelen oogst
van Thessalië onder de controle van de
Entente moet brengen, omdat die onmis
baar is voor het bestaan van het leger van
Sarrail en voor de verdere uitvoering van
de blokkade. Praktisch komt derhalve de
zorg, dat Griekenland sterk en onafhankelijk
blijft, die aan Jonnart heet te zijn opgedra
gen, hierop neer, dat de hooge commissa
ris er op moet toezien, dat van den oogst
in Thessalië niets ten goede komt aan de
bevolking van het land zelf, dat door de
blokkade aan uithongering is blootgesteld.
De oorlog,
P a r ij s, 14 Juni. (R.) Generaal Pershing
werd hier bij zijne aankomst ontvangen door
de ministers Viviani en Painlevé en door
maarschalk Joffre. Op zijn weg naar het ho
tel Brillon werd hij met geestdrift begroet
door het publiek.
B e r 1 ij n, 1 4 J u n i. (W. B.) Officieel be
richt.
In de spergebieden om Engeland werden
door de werkzaamheid van onze U-booten
21.000 ton vrachtruimte tot zinken gebracht.
Een van onze U-booten had met een zeil-
schip-U-bootval bij de Hibride een gevecht,
waarbij minstens vier treffers verkregen
werden.
Christianio, 14 Juni. (W.-B.). Het
ministerie van buitenlandsche zaken deelt
mede, dat het stoomschip Bricid, van Pora-
grund, groot 1062 ton, den 11 en Juni na
middags in den grond is geboord. De beman
ning is in Lerwick geland.
Het stoomschip Soerland, groot 2472 ton,
is op 160 zeemijlen afstand van Ouessant in
den grond geboordde bemanning is gered.
De consul-generaal te Bilbao bericht, dat
het stoomschip Fordenvore, van Forsund,
groot 1565 ton, is den 9en Juni in den grond
geboord. De bemanning, sterk 18 man, is in
Vigo aangekomen.
Petersburg, 14 Juni. (Tel.-ag.). De
bevelhebber van het Oostzee-eskader doet
bij dagorder mededeeling van het vermoe
delijke verlies van den onderzeeër Bars, die
zich op 16 Mei in zee bevond en tot op he
den niet binnengeloopen is.
London, 14 Juni. (R.) De admiraliteit
bericht, dat in de laatste week 2767 sche
pen zijn aangekomen in de Britsche havens
en 2822 er uit vertrokken zijn. In den grond
geboord zijn 22 schepen van meer dan 1600
ton en 10 van kleineren inhoud. 23 sohe-
pen zijn zonder succes aangevallen. Zes vis-
scherschepen zijn tot zinken gebracht.
Van de verschillende fronten geen nieuws.
Een van de Zeppelins, die aan den lucht-
raid, die tegen Londen is uitgevoerd, heb
ben deelgenomen, is op de terugreis in een
aanval van Engelsche zeestrijdkrachten in
de Noordzee vernietigd. Doot de Engelsche
regeering is uitdrukkelijk geconstateerd, dat
militaire schade niet is aangericht door de
bomrrfen, die zoo overvloedig op Londen
zijn neergekomen. Des te grooter is de
schade, die door burgers geleden is. In dat
opzicht schijnt deze raid alle vorigen te
overtreffen.
B e r 1 ij n14 Juni. (W.-B.). De koning
van Bulgarije, vergezeld door kroonprins
Boris, prins Kyrill en minister-president Ra-
doslawow, heeft 11 Juni den keizer in het
groote hoofdkwartier een bezoek gebracht.
De beraadslagingen, waaraan ook de rijks
kanselier en de staatssecretaris van Buiten
landsche Zaken, Zimmerman, deelnamen,
leidden opnieuw tot volkomen overeenstem
ming. De koning vertrok des avonds weder.
P a r ij s, 14 Juni. (R.) Een telegram uif
Saloniki bericht, dat een bataillon jagers
eene stelling halverwege Baba en Larissa
heeft bezet. Elassona en Tirnovo zijn zonder
incident bezet. De uit covallerie bestaande
voorhoede bezette Larissa, waar ondanks de
verzekering van den Griekschen genei aal
Bawas de Grieksche troepen tegenstand bo
den. De Franschen verloren zes dooden en
een twintigtal gewonden. De Grieksche ver
liezen zijn 60; 322 zijn gevangen genomen.
De Grieksche generaal is gearresteerd, de
orde hersteld.
Par ij s, 11 Jun i. (R.) In Athene is de
toestand steeds rustig. In overleg met de
Grieksclie regeering liet Jonnart troepen in
Piraeus oan land gaan, die nu gecontonneerd
zijn ten noorden van de stad.
Athene, 13 Juni. (R.) Er heerscht
groote ongerustheid in Athene. De banken,
en alle andere instellingen riin gesloten
Londen, 14 Juni. (R.) De Daily Mail
bericht uit Syra, dat de pro-Duitsche leiders
Goenaris, Doesmanis, Metaxos en Mercouris
waarschijnlijk zullen gaan naar eene plaats,
waar zij onder het toezicht van de geallieer
den staan.
We en en, 14 Juni (Corr.-bur.). Het
Neue Wiener Abendbl&tt bericht uit Buda
pest, dat de volkspartij heeft besloten niet
aan de regeering deel te nemen, maar een
kabinet-Esterhazy te ondersteunen. Graaf
Aladar Zichy zal dues voorloopig niet treden
in het kabinet, dat cloor graaf Esterhazy
wordt samengesteld.
Budapest, 14 Juni. (Corr.-bur.) Het
blok voor de hervorming van het kiesrecht
heeft in eene vergadering, waaraan alle par
tijen, die voor algemeen kiesrecht strijden,
deelnamen, goedgekeurd, dat twee vertegen
woordigers van het blok, n.l. de afgevaar
digden graaf Theodor Batthyani en Wilhelm
Vazsonyi, in het nieuwe kabinet zullen tre
den, om de nieuwe regeering bij de door
voering van de kiesrechthervorming te steu
nen.
W e e n e n, 14 Juni. (Corr.-bur.) Vol
gens overeenstemmende dagbladberichten
uit Budapest, zal de aangewezen minister
president Esterhazy reeds heden een xoU
ledige lijst der ministers aan den keizer
voorleggen. Alle oppositie-partijen willen in
het kabinet vertegenwoordigd zijn. De con-
stitutioneele partij door Esterhazy, die be
halve het premierschap ook Binnenlondsche
zaken op zich neemt, en door Mezoessy, die
minister van Landbouw wordt. Van de Ap-
ponyi-partij nemen Apponyi als minister
van Eeredienst en Onderwijs, en Foeldes
als voorloopig minister van Justitie in het
kabinet zitting. Na de oprichting van het
sociaal ministerie komt Foeldes aan het
hoofd daarvan te staan; de staatssecretaris
Grecsak, die hem tijdelijk wordt toegevoegd,
zal dan de portefeuille van Justitie definitie!
van hem overnemen.
Als tweede vertegenwoordiger van hel
kiesrechtblok treedt graaf Theodor Batthya-
ny, aanvankelijk als minister van het konink«
Indien niet het uiterlijk, maar het innerlijk
van den mensch gefotografeerd werd, zou
den de fotografen wel spoedig verhongeren.
Roman van Hel'ene Dickmar.
Geautoriseerde vertaling uit het Noorsch
door
A. M. VAN DER LINDEN-VAN EDEN.
23
En plotseling gevoelde */ij zich veilig. Zij
begreep dat hij één van hen was, wien „niets
menscheiyks vreemd is." Misschien ging
hiermee een vaag vermoeden gepaard, dat
hij, indien hij wilde, haar iets meer, iets
nieuws, .zou kunnen geven en haar een
ander gezichtspunt zou kunnen aanwijzen.
Zij wist zelve niet wat zij verwachtte, maar,
terwijl de schemering nu sterker viel, de maan
hoogcr steeg boven dc zwartgroene dennen,
kwam er een eigenaardige uitdrukking over
het gelaat met de zwarte oogen was het
alsof al het onderdrukte, opgeslotene, alles
waarmee zij jaren lang alleen had verkeerd,
zich nu uitte in een stroom van woorden, uit
gesproken met een stem, die trilde van ver
ontwaardiging.
„Begrijp je niet, Harald, dat voor wie Togen
heeft om te zien, voor wie d u r f t zien, nl wat
de vrouwen bereikt hebben, is, dat zij dubbel
lijden? Hel beetje vrijheid en zelfstandigheid
dat zij bemachtigd hebben, dat hebben zij niet
alleen verkregen in opstand tegen de openbare
meening. maar ook door openlijke ongehoor
zaamheid aan de kerk en haar dienaars
door de hulp der vrijdenkers-— terwijl dc
•banbliksem met tienvoudige kracht over hare
hoofden werd geslingerd. Dat weet j ij toch
wel. Juist dè kerk heeft het sterkst geremd,
wanneer de vrouwen wilden trachten het juk
af te schudden. Niels heeft een grooter ge
zag uitgeoefend gedurende alle lijden en een
haast onuitwischbaar stempel gedrukt op ons
geestelijk en zedelijk leven... En dan om
haar buiten het christendom te plaatsen om
dat men haar aan het verstand wil brengen,
dat daarin geen plaats is voor de waardee
ring der vrouw. Denk eens aan, hoe geraffi
neerd. hoe vreeselijk dat is hoe moeiclijk
de keus voor ons is geworden... Toen ik het
woord gebruikte „vrouwelijke predikant1'
dacht ik niet aan het ambt, het prediken zelf
ofschoon het mogelijk zou zijn dat zij iets
nieuws konden geven maar ik meende
hiermee dat de vrouwen, juist op dat gebied
niemand hadden om haar te begrijpen, nie
mand om haar in te lichten om haar den
bijbel te verklaren Zelve hebben zij noch de
macht noch het gezag om zich vrij le maken
van de gehoorzaamheid aan de letter der
schrift, zooals die ons uit het jodendom is
overgeleverd...''
Zij liep een oogenblik zwijgend naast hem.
En het was of de naklank van haar heftige
woorden nog natrilde in dc stille even als
de echo van een noodkreet.
Het hof Ilnrald, hel boog hem neer alsof op
eens iets tot hem was gekomen, wat -den last
van het leven nog zwaarder deed drukken.
„Toch geloof ik, dat liet zal komen, Ellen",
zei hij, „uit zich zelf, tegelijk met al het
andere... Een ademloch! van bevrijding gaat
er nu reeds door dc wereld, vol van groote
beloften Een frissrhe bries in den morgen"
zooals Ponlus Wikner ergens zegt. Kingslcy
Robertson en Farren zijn door anderen ge
volgd. Ook bij ons zijn er. die aan de ketens
rukken en trachten de menseben te bevrijden
van dc slavernij des gcesles, die ons allen
heeft verlamd.'
Ilij 'sprak ernstig, maar zonder geestdrift
in zijn slem. alsof hij zelf niet geloofde aan
deze schoonc beloften
En het was of Ellen dit bemerkte. In ieder
geval viel zij hem met een zeker ongeduld in
de rede en zij ging voort, vervuld van liaar
eigen onderwerp:
„Ja, ja, jij denkt aan wat de menschheid
in hel groot en in het algemeen denkt Ik
weet wel dat er gewerkt wordt jij bent /elf
een van hen. die de hand uitgestoken hebben
om le helpen maar de vrouwen in hel
bijzonder, de boeien der vrouwen wie zal
die verbreken? Wie zal voor haar den
sprong in den nieuwen lijd wagen haar
nieuwe vormen aan dc hand doen voor de
eeuwige, ware idealen? Denk je #al hel iels
zou balen, wanneer de verstandigste, de
vroomste, dc geleerdste onder dc vrouwen
den bijbel verlaaiden in den trant van Kings-
ley en Wikiier uit haar gezichtspunt mei
het oóg op hare nooden? Door bijv. le zeg
gen: dat dc opvalling der joden aangaande
dc plaats der vrouw in de maatschappij en
in het huwelijk hoewel in zijn di'epslcn
grond werkelijk y. e d e 1 ij k zoo iaag is dat
niets eens een man als Paulus zich er boven
heeft kunnen verheffen? Denk je, dat hii ge
loofde dat hel zou baten?.. Geloof je, over
't geheel, dat eenige man, zelfs al wilde hij
het nog zoo eerlijk en ernstig beproeven, het
lijden der vrouw zou kunnen begrijpen? Neen,
zij kunnen het niet. Niemand, uitgezonderd
misschien de dichters, maar dichters zijn geen
menschen van de daad zij zijn zeiven niet
veel beter dan vrouwen onder de mannen! En
zij worden er dikwijls naar behandeld ook.
Zij zweeg een oogenblik. Toen ging zij voort
met een lintje ironie in haar slem:
„Ik las juist iets een nieuw betoog in deze
zaak van een man, een predikant die
begon met le verzekeren dat hij aan o n.z e n
kant stond! Weel jc, waarmee hij ons wil
paaien? Wel Adam was hel hoofd na
tuurlijk zooals hij het nog is... En hij kreeg
hel verbod van God zelf, direct Zoo
doende was hij eigenlijk verantwoordelijk
voor den val En dc bestraffende woorden:
,.De aarde is vervloekt door uw schuld," waren
dus voor hem bedoeld. Eva daarentegen,
als ondergeschikte mensch no. 2 gescha
pen van den man en voor den man, aan haar
wordt dan ook niet zoo slrc.ng rekenschap ge
vraagd Haar straf is naar verhouding
kleiner, milder, een paar kleinigheden slechts
zooals de moedersmart cn de onderdanig
heid aan den man. „Ilij zal licerschen over
u." Derhalve dat de aarde vervloekt werd
en dat er moest gewerkt worden in het zweet
des aansehijns dal gaat gelukkig haar
niet aan! Zij leeft dus als op een andere pla
neet, daar waar noch doornen noch diste-
len groeien. Niet waar?'
En Ellen lachte een spollenden, harden
lach, in sein. wende tegenstelling met den
diepen ernst, die er in haar blik opgesloten
lag.
„Dat was de hulp, die wij van dien kanf
kregen. Om dc waarheid te zeggen vond ik dlfj
al heel weinig verheffend."t
Harold liep stil naast haar zonder haar ill
de rede te vallen. Hij keek een oogenbliÜ
naar de jonge vrouw die daar zoo flink cn
veerkrachtig naast hem ging, als droeg zij
een deel van het lijden der menschheid op
hare schouders een lijden der menschen.
dat hij, zooals hij nu meer en meer inzag,
nooit in zijn volle uitgestrektheid had begre-
pen.
„Maar er is toch niemand die zich nu nog
om iets zoo verouderds bekommert in onze
dagen," zei liij eindelijk, om toch iets te zeg
gen.
Zij keerde zich heftig lot hem: „Neem ine
niet kwalijk, Ilarald... het is niet verouderd.
Hel is slechts een variatie op het oude thema
Ja, ik geef natuurlijk toe dat wij iets ver
der zijn gekomen dan in de eerste tijden van
dc kerk, toen Sint Thomas cn Sint, ik weet
niet wie, de vrouw noemde: „een toevallig»
gebeurtenis", „de oorsprong der zonde", „de
poort der hel"., maar ik weet niet" zij trok
de schouders op wjj worden toch nog
heden in een benauwden hoek gédrukt: Aan
de eene zijde deze fraaie keikelijke tradi
ties aan de andere de ultra-moderne filo
sofen met hun nieuw-modische vrouwen-ver
achting.
(Wordt vervolgd.)