„D E E EM LAN DER". Dinsdag 26 Juni 1917. N° 301 1Sde Jaargang. Uitgevers: VALKHOFF Co* Bureau: UTRECHTSCHESTRAAT 46. Intercomm. Telefoonnummer 66. BUITENLAND. Politiek Overzicht FEUILLETON. Strijdende Zielen. AMERSFOORTSC MARIE VAN VERSENDAAlo Hoofdredactie: Mf> D j VAN SCHAARDENBURa ABONNEMENTSPRIJS: maanden voor Ameraioort f 1.30. Idem franco per poet,* j» tt h Per week Wekelijksch Ujyoegael „De Hollandses Huisvrouw" (onder redactie van Thérèae Hoven) per 3 mnd. 50 cis. Wekelgkaoh bijvoegsel nWtreldrttuS' per 8 mnd. 53 ets. PRIJS DER ADVEltTENTIEN. D.onsUsnbiodinsen 1—5 0.50^ (Jroote lettors naar plaatsruimte. Voor handol en bodr(jl boataan zeor voordeolige bepaliugoa tot jiet herhaald advortooren in dit Blad, bij abonnotnent. Eeno oiroulairo, bevattende de voorwaardon, wordt op aanvraag toegezonden. Rusland en de vraag van oorlog of vrede. m. De revolutie heeft in Rusland een chaos Beweeg gebracht en hoe de nieuwe toestand zal zijn, die zich daaruit zal ontwikkelen, laat zich nog niet voorzien. Maar in één opzicht is er uit den chaos iets voortgekomen wat van blijvenden aard is en aanhoudend aan groeit. De wil om tot den vrede te komen laat zich niet tot zwijgen brengen en doet zich steeds'krachtiger gelden. Die wil spreekt uit de verklaring, die het uitvoerend comité van den arbeiders- en sol- datenraad te Petersburg heeft bekend ge maakt over het programma van de interna tionale socialistische conferentie, die op zijn voorstel in Stockholm zal bijeenkomen, als antwoord op de van de zijde der Entente tegen dat plan ingebrachte bezwaren. Men leest daarin, dat de Russische revolutie de dringende noodzakelijkheid heeft bewezen, dat er vrede wordt gesloten en dat de ar beiders van alle landen zich tot dit doel ver eenigen. Dat zal een vrede moeten zijn zon der annexatiën en zonder schadevergoedin gen. Wanneer de leden der conferentie het recht van alle volken om zelf over hun lot te beslissen erkennen, dan zullen zij zonder moeite zich kunnen verstaan over de bestem ming, te geven aan de landen, waarover nu de strijd loopt, en ook over de bedragen, die moeten worden besteed om de door den oorlog verwoeste landstreken weer op de been te helpen en die niets gemeen hebben met eene oorlogsschatting, zooals aan een overwonnen land wordt opgelegd. Zoover is de officieele regeering van Rus land nog niet gevorderd. De door de Entente uitgezonden buitengewone gezanten* zijn blijkbaar niet geheel zonder succes werk zaam geweest om de niet-socialistische ele menten van den Russischen ministerraad tegen de door den arbeiders- en soldatenraad bijeen te roepen Stockholmsche conferentie in te nemen en hen afkeerig te maken van de door de centrale mogendheden gedane avances ten behoeve eener toenadering tot Rusland, ^lie door president Wilson gering schattend als „vredes-intriges" zijn geken schetst. In eene vergadering van den arbei ders- en soldatenraad, waarin de minister Tseretelli rekenschap aflegde over de poli tiek der regeering, wordt over het doel, dat met de buitenlandsche politiek wordt be oogd, het volgende gezegd „Wij wenschen te komen tot het sluiten van een nieuw verdrag, waarin de door de Russische democratie verkondigde beginse len als grondslag van de internationale po litiek der geallieerden worden genomen. Wij passen alle middelen toe om ons programma voor onze bondgenooten aan nemelijk te maken en een breuk met hen te vermijden. Wij zijn van mee ning, dat de slechtste uitkomst van on zen strijd voor den wereldvrede een afzon derlijke vrede met Duitschland zou zijn, die de uitkomsten van de Russische revolu tie weder ongedaan zou maken en voor de zaak van de internationale democratie ver derfelijk zou zijn. Een afzonderlijke vrede is inderdaad onmogelijk. Zulk een vrede zou Rusland in een nieuwen oorlog betrekken aan de zijde van de Duitsche coalitie. Dat zou zijn uit den eenen bond treden, om zich bij den anderen aan te sluiten." Tot besluit van deze mededeelingen wer den de stappen vermeld, die de Russische regeering heeft gedaan om te verkrijgen, dat eene nieuwe conferentie tusschen de geallieerden zal^worden gehouden met het doel de tusschen hen gesloten verdragen aan eene herziening te onderwerpen, met uitzondering echter van de in September 1ÓI4 in Londen gesloten overeenkomst, waarbij de geallieerden zich hebben verbon den geene afzonderlijken vrede te sluiten. Het nieuwe Rusland, dat uit de revolutie- is voortgekomen, wil dus blijven loopéhin het gareel van de Entente. Maar het wil het bondgenootschap, waaraan het trouw ver langt te blijven, geheel van'karakter doen veranderen. Het czarisme is met de Entente in den oorlog gedaan; de Russische demo cratie wil gemeenschappelijk met haar vrede sluiten. Deze wensch van de Russische democratie vindt voorshands nog weinig weerklank. Ruslands bondgenooten toonen zich alles behalve geneigd om prijs te geven wat hun tot heden voor oogen stond als doel van den oorlog. Geheel zonder uitwerking is echter, de omkeering, die in Rusland heeft plaats gehad, niet op de geallieerden gebléven. Daarvan getuigt een artikel, dat het lid van de Fransche Kamer van afgevaardigden Ca- chin heeft geschreven in de Populaire du Centre, een orgaan van de voor den vrede gunstig gestemde socialisten inr Frankrijk. Daarin wordt geklaagd over de wijze, waarop het Fransche volk over den toestand in Rus land wordt ingelicht; de schrijver zegt daar van: „De beteekenis van de Russische revo lutie, haar omvang, hare gevolgen, de be slissende invloed, dien zij op de naaste toe komst van Europa zal hebben, schijnen onze pers, ons parlement, ons publiek geheel te ontgaan. De berichten, dit uit Rusland tot ons komen, zijn verminkt, de telegrammen, die de censuur doorlaat, tendentieus. Zoo kent Frankrijk zoo goed als niets van deze groote beweging, en de besluiten,^die onder deze omstandigheden het parlement neemt, zijn noodzakelijk vergissingen of politieke dwa lingen, waarvoor men vroeger óf later zal moeten boeten." De man, die dit schrijft, is zeik een be keerde. Hij is met zijn ambtgenoot Móutet naar Rusland gezonden om te trachten de Russische geestverwanten terug te brengen op het spoor, waarin destijds de meerder heid van de socialistische partij in de Fran sche Kamer zich bewoog. De indrukken, die hij in Petersburg heeft opgedaan, hebben hem echter bekeerd. Deze Saulus is als een Paulus teruggekeerd. Zijn voorbeeld heeft nog niet veel navolging gevonden; maar het blijft niettemin een opmerkelijk verschijnsel, eene aanduiding, dat de politieke barometer staat op Veranderlijk. De oorlog, Berlijn, 24 Juni. (W. B.) Officieel be richt In den Atlantischen oceaan en in de Noordzee zijn wederom door onze U-booten zeven stoomschepen, een zeilschip en twee visschersschepen vernietigd. B e r 1 ij n, 2 5 Juni. (W. B.) Na het be kend worden van den buit van onze U-boo ten gedurende de maand Mei, is het totale aantal van de sedert het begin van den oor log door oorlogsmaatregelen van de cen trale mogendheden in den grond geboorde vijandelijke en neutrale handelsschepen te berekenen op 8.628.500 bruto regist^r- tonnen. Dat zijn bijna 60 pet. ton meer dan de Duitsche handelsvloot bij het uitbreken van den oorlog telde. In denzelfden tijd werden bovendien 157 'eenheden van de Britsche oorlogsvloot met 672.900 ton waterverplaatsing en in 't geheel 255 vijandelijke eenheden met 892.465 ton vernietigd. Dit verlies komt ongeveer overeen met de sterkte van de oorlogsvloot der Vereenigde Staten van Noord-Amerika bij het begin van den oor log. Op de oorlogstooneelen bijna algeheele stilstand van de operatiën. De groote omvang van de verwoestingen, die door den luchtraid op Londen van 13 dezer zijn aangericht, komt uit in het aan tal slachtoffers, dat de nu bekend geworden eindlijst vermeldt. Er zijn 157 personen ge dood en 432 gewond. bonden, 2 5 Juni' (R.) De Westmin ster Gazette wijdt een hoofdartikel aan eene toespraak, die gisteren door het hoofd van het kabinet. Lloyd George in de Welsh Chapel te Londen is gehouden. Hij zeide, dat de tegenwoordige oorlog de zwartste ca tastrophe was sinds den zondvloed, maar dat de zondvloed ook de veelzggende belofte inhield, dat dergelijke rampen niet meer zouden voorkomen. Wanneer dit toepassen op onzen modernen zondvloed, beteelcent dit, dat wij na dezen oorlog een nieuw „covenant" of „verbond" noodig hebben, niet slechts tusschen God en de meflschen en tusschen de naties onderling, opdat de ze wateren nimmer meer zullen opkomen. De Westminster Gazette teekent hierbij aan, dat deze woorden van den premier ge heel het inzicht weergeven van hen, die na dezen oorlog een „"covenant" wenschen tus schen de volken. Dit wordt steeds meer, met betrekking tot de verhoudingen tusschen de volken, het cfoel van een blijvenden vrede. Wilson heeft een blijvenden vrede en een verbond der volken als zijn voornaamste oorlogsdoel gesteld. Balfour en Lloyd Geor ge hebben hiermede hunne instemming be tuigd. De Russen zien uitn aar het duizend jarig rijk voordat de oorlog voorbij is of zijn einde nadert. Maar aan Duitsche zijde heerscht een ijzig zwijgen over alle uitkom sten van den strijd., die Europa of de we reld in haar geheel of de verschillende lan den betreffen behalve Duitschland en die staten, welke zich onder zijn leiding willen plaatsen. •De Duitsoher geeft te kennen, dat hij een afzonderlijken eervollen verde met Rusland wil sluiten, doch hij ontveinst zich geens zins, dat zijne bedoeling is, aldus de rest van de wereld tot onderwerping te brengen, zoodat ten slotte ook Rusland aan zijne ge nade zou overgeleverd zijn. Wanneer wij de vredesbesprekingen in de Duitsche bladen lezen, zien wij, dat zii aHe tot richtsnoer heb ben, te snijden en te hakken in het gebied van andere volken, opdat Duitschland waar borgen moge verkrijgen, welke het sterker maken voor den volgenden oorlog, en voorts andere volken, zooals België, Polen, Servië en Rumenië onder Duitschen invloed te brengen, opdat zij nooit weer met andere volken gullen samenwerken om Duitsch- lands macht te knotten. In afwachting dat Venizelos aan het hoofd van de regeering optreedt, handelt de com missaris der mogendheden Jonnart als cura tor van den tot politieke onmondigheid ver oordeelden koning Alexander van Grieken land. Hij heeft hem een bezoek gebracht, dat volgens Reuter „noodzakelijk was om den koning te kunnen inlichten over den wa ren toestand en de invloeden tegen te gaan, die op den jeugdigen monarch werken." Queenstown, 25 Juni. (R.) Vice- admiraal Bayly, die rust heeft moeten nemen, omdat hij overwerkt is tengevolge van de be slommeringen sedert het begin van den oor- iog, is in zijn ambt vervangen door vioe* admiraal Sims van do Amerikaansche ma rine. Het- is voor 't eer9t in de geschiedenis van de Britsche marine, dat de Amerikaan- sche vlag waait op gebouwen van den ma rinestaf in Ierland. Londen, 24 Juni. (R.) De leden van een der grootste mijnwerkersvereenigingen in Durham besloot op een groote meeting, het volgende besluit naar het hoofdbestuur van den mijnwerkersbond in Durham te zenden: „Wij hebben -er bezwaar tegen, dat leden onzer vereeniging, die tegenstanders van dienstplicht zijn, zitting hebben of ne men in het bestuur van den mijnwerkers- bond van Groot-Brittannië, dat zelf tegen standers van den dienstplicht is. In een schrijven aan de pers, zegt de secretaris van de vereeniging: „De jongste aanval op Lijnden, waarbij de onbeschaafde Duitschers tal van kinderen vermoordden, is alleen reeds voldoende, om de vakvereeni- gingen te doen eischen, dat de Duitscha natie voor hare barbaarschheid zal betalen. „Als leden van vakvereenigingen streef den wij naar en verwierven wij van de wèrk- gevers uitkeering voor verminkte werklieden, weduwen en weezen en het lijkt vreemd, dat wij voormannen uit 't vakverenigingsleven zouden hebben, die meeroepen: „Geen schadeloosstelling, geen uitkeering voor hel verlies van levens, ledematen of eigendom-* men wat ons eigen land betreft of dot onzer geallieerden. - Wij hopen, dat de oorlog spoedig voorbij zal zijn en dot wij "Spoedig een cervollen vrede zullen krijgen en de geallieerden scha deloosstelling zullen ontvangen voor de ver liezen die zij leden." B e r I ij n, 2 5 J u n i. (W. B.) De Nordd. Allg. Zeitung bericht onder het opschrift: „De Poolsche taal in het godsdienstonder wijs": De minster van eeredienist heeft eeno beschikking genomen dat het godsdienston derwijs in de Poolsche taal moet worden hersteld in die scholen van de provincie Posen, waar het wegens gemis van Poolsch' sprekende onderwijzers gestaakt en door godsdienstonderwijs in de Duitsohe taal ver vangen is moeten worden. Voortaan zal, wanneer de kinderen, die de school be zoeken, de Duitsche taal niet voldoende machtig zijn. het godsdienstonderwijs aan die kinderen in de Poolsche taal gegeven worden. Bij gebreke van Poolsch sprekende onderwijzers zullen onderwijzers van nabu rige scholen of geestelijken met het geven van godsdienstonderwijs belast worden. Keizer Karei van Oostenrijk heeft in een van groote hartelijkheid getuigend schrijven' afscheid genomen van den stheidenden minister-president graaf Clam Martinitz. Deze staatsman schijnt bestemd te zijn voor het ambt van gouverneur-generaal van het veroverde Montenegro. B e r 1 ij n2 5 Juni. (W.-B.). HeLNoor- weegsche tel.-bur. bericht uit Christiania, dat volgens de Tidne Tegn van de Duitsche re geering de mededeeling is ingekomen bij de Noorweegsche regeering, dat tot Duitsche gezant te Christiania is benoemd de Duit sche gezant te Peking von Hihtze en dat de Noorweegsche regeering heeft geantwoord daartegen geen bezwaar te hebben. De tegenwoordige Duitsche gezant zal vermoe delijk binnen kort Christiania verlaten. Christiania, 24 Juni. (Havas). Een in Noorwegen ontdekt Duitsche complot heeft groote beroering veroorzaakt in Noor wegen. Men heeft hier te doen met eene in waarheid misdadige onderneming, welke Duitschland op Noorweegsch gebied heeft getracht op touw te zetten. De Noorweegsche pers geeft bijzonderhe- den over de ontdekkingen, die door de po litie zijn gedaan bij het ppsporen van de medeplichtigen. Er komen reeds nieuwe bij zonderheden aan den dag. Bewaarplaatsen van bommen en ontplof bare stoffen, welke blijkbaar tot sabotage» doeleinden bestemd waren, zijn in particu liere huizen gevonden. Een nog ernstiger ontdekking is gedaan In de zoogenaamde diplomatieke bagage, waarmee de brieven der Duitsche legatie werden overgebracht. Toen de koffers ge opend werden, bleken er een groot aantal bommen in verborgen te zijn. Drie of vier Omgang met rïTénschen tegen wellce men antipathie koestert, is verderfelijk voor het karakter, want het gewent ons onrechtvaar dig te zijn. t/ Roman van Helene Dickmar. Geautoriseerde vertaling uit het Noorsch door A. M. VAN DER LINDEN-VAN EDEN. 32 Een droevig, kommervol thuis; een voort durend streven naar onafhankelijkheid en naar ontwikkeling, een bitter vrouwe'lijden in gemeenschap mei al haar zusters, lot- genooten! Terwijl zij zich voor anderen opofferde wie was er die voor haar •een steen uit den weg had. geruimd? •Maar van haar, een arme, ongehuwde vrouw, werd de volle waarde in oDoffcring en arbeid geëischt in een voor haar zelve overbodig bestaan! Eindelijk vond zij iels, een arbeid en tege lijk een rustpunt, iets,dat als een reddende hand haar van boven werd toegestoken en haar boven water hield. Dat was het vertalen in een andere taal van Haralds boek: „In het licht van het groote mcnschenleven," waar van het tweede deel nu juist verschenen was. Den vorigen winter was zij er reeds aan be"- gonnen. Nu vatte zij dit werk weer op en be steedde er al haar vrije uren aan. Deze uren, waarin zij-aljiaar geesteskrachten inspande om, in een andere taal, wat Harald had ge schreven weer te geven, bracht zij door als in een veilig oord gedachten, vormen, rhvtmus zoo voorzichtig en nauwkeurig dat geen enkele geestesvonk uitgedoofd werd, dat geen schaduw werd verduisterd, geen schoonheidsmoment werd verstoord, vloeiden uit haar pen. Dan leefde zij saam met hem, verdieptte zich in zijn gedachten. Het werd haar eerzucht om te zorgen dat er door haar bewerking, niets verloren zou gaan van zijn denkbeelden; het verrijkte en verruimde haar geest tot een steeds beter begrijpen van een, die met den haren verwant, evenwel een hoo- ger vlucht nam. Harald zeiven ontmoette zij alleen dan wanneer gemeenschappelijke arbeid op school dit noodig maakte. Haar sterke wil hield haar wenschen in toom. Zij gevoelde zich in zijn nabijheid onzeker van zich zelve... en bovendien op het oogen- blik dat hij naast haar stond was de harde strijd van dagen en nachten opeens tot niets geworden, hun sporen waren uit^ewischt als voetstappen in het zand... en haar Sisyfus- slccn rolde opnieuw 'zwaar en hulpeloos in den afgrond terug. Maar zij wist door anderen en uit de dag bladen dat, na dien avond, teren hij tot haar was gekomen, teleurgesteld en gekrenkt over zijn achteruitzetting, hem de ééne ergernis na de andere in zijn leven had getroffen. De kranten-artikelen naar aanleiding van zijn gepasseerd worden in de commissie had den een scherpe polemiek uitgelokt tusschen de verschillende partijen, waarin de wijze van optreden van Harald, tot 'zijn persoon toe, besproken werd op zich zelf siaande woor den, uit hun verband gerukte zinnen, ja zelfs uitingen in vertrouwelijke gesprekken wer den aangehaald tot bevestiging van wat beide partijen hadden te verdedigen en Harald was ten slotte genoodzaakt geworden in den strijd met de pers zich te mengen met replie ken en ophelderingen, iets wat hem, dat wist zij, zeer tegen de borst stuitte. In dezen tijd moest Ellen ook bijna iederen dag kleingeestige aanvallen en scherpe op merkingen over Ilarald van haar moeder ver duren, klaarblijkelijk uit den koker van Richard, in wiens oogen het een ernstige fout, bijna een smet op den familienaam was, dat deze dingen tot voorwerp werden gemaakt van openbare aantijgingen, die critiek en grof heden uitlokten. En Ellen begon te begrijpen dat haar broer in zijn hart geen vuriger wensch koesterde dan, in ieder geval in deze dagen, den ge vaarlijken neef uit het huis te krijgen en zoo doende meer op een afstand van hem te staan. En haar moeder wenschle hetzelfde; de jeug dige, vriendelijke geest, die haar, „Sesam* open u" had geroepen waardoor al de deu ren van het huis opensprongen Margretha was er niet meer! ...Intusschen was Harald, uit welken hoek de wind ook woei, even onvermoeid werk zaam aan zijn arbeid voor de school. Maar wanneer Ellen, van haar plaats bij het raam, 's middags hem met de oogen volgde, wan neer hij naar zijn moeder ging, zooals hij iederen dag na het vertrek van Hans deed, en zij zag. hoe zijn vroeger zoo krachtige ge stalte ingezonken was dan welden haat en verachting en bitterheid jegens de menschen, die met koud overleg en met éen gerust ge weten elkander zoo gruwzaam konden mis handelen, in haar Hartstochtelijk gemoed op!... Somtijds, 's avonds laat, wanneer zij met haar werk In haar kamer zal, boven de stu deerkamer van Harald, kon zij hem dc kamer op en neer hooren loopen, rusteloos, het eene uur na het anderen eenzaam ongelukkig zij durfde er niet aan denken, hoe onge lukkig. Dan was het of haar kracht, die haar gedurende den dag ernstig bedwongen had, haar plotseling verliet. Zij wierp haar pen weg en gleed op den grond neer. Daar bleef zij langen tijd liggen terwijl zij luisterde naar iederen voetstap, naar elk ge luid. Zij WTong haar handen jammerde in wild verlangen, met versterkt medegevoel mei al zijn begrippen van recht en onrecht, plicht en eer terwijl in haar vertwijfeling een bede tot God om hulp aan haar gepijnigd gemoed ontsnapte. Maar Ellen Mivillcs God was een onverbid delijk God. Wat er geschiedde, moest ge schieden. En wat op deze aarde het lol der menschen zou kunnen veranderen en hel ongeluk kon afweren, dat moest het werk zijn van de menschen zei ven met de kracht.en het inzicht, dat hun van bovenaf werd ge schonken. Zelvcn moesten zij de zware, taaie, grove slof, waardoor-de maatschappe lijke verhoudingen en de wetten der samen leving vernieuwd «n verfijnd zouden worden, scheppen. Maar daartoe moest de geest der menschen opgeheven worden tot een hooger standpunt. Zonder troost en zonder hoop in haar hart kroop Ellen dan, vermqeid, in bed, en genoot cenige lircn zwaren slaap om <len volgen den dag weder te beginnen als den vorigen. Met denzelfden strijd, mei hetzelfde werk en met het hongerige, onafgebroken knagen van den worm lot in de fijnste vezelen van haar hart. Er kwamen dikwijls brieven van Margretha, lange brieven, overstroomende van den jubel van haar geluk en vol verrukking over de grootsche natuur van haar nieuw tehuis. Eens schreef zij: „Een huwelijk is toch een verwonderlijk iets, Ellen, voor twee die van elkander hou den I Het geeft zoo'n veilig gevoel altijd samen te kunnen zijn! Alleen dit feeds, dat men nu mag zwijgen. Toen ik verloofd was, meende ik altijd dat ik moest vragen, luisterep, praten 't was of ik bang was iets te vergeten. Dat maakte mij dikwijls zenuwachtig. Maar nu zitten wij naast elkaar. Hans en ik, in zijn studeerkamer te lezen en dan zeggen wij geen woord! Of zoo nu en dan een enkel woordje als je iels invalt. Maar weet jc wat het allerwonder lijkste is, Ellen? Dat is, dat men elkander altijd terug vindt, wanneer men elkaar ver liest. Ja, ik zie in mijn verbeelding, hoe je jc indrukwekkende wenkbrauwen fronst^ jij, ernstige, deugdzame, plichtmatige zuster. Elkaar verliezen wat praat je toch. hoor ik je zeggen. Misschien voeg je er nog bij, zoo als Ilans doet wanneer hij mij een beetje wil plagen, nu hij me geheel voor zich zclven heeft gekregen: „wil je zoo goed zijn je meening te staven, Margretha," en dan ziet hij er zoo ver schrikkelijk deftig en lief uit, zooals je weel dat hij kan. (Wordt vervolgd-J

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1917 | | pagina 1