„D E E EM LAN DER".
Dinsdag 26 Juni 1917.
N° 301
1Sde Jaargang.
Uitgevers: VALKHOFF Co*
Bureau: UTRECHTSCHESTRAAT 46.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
BUITENLAND.
Politiek Overzicht
FEUILLETON.
Strijdende Zielen.
AMERSFOORTSC
MARIE VAN VERSENDAAlo
Hoofdredactie: Mf> D j VAN SCHAARDENBURa
ABONNEMENTSPRIJS:
maanden voor Ameraioort f 1.30.
Idem franco per poet,* j» tt h
Per week
Wekelijksch Ujyoegael „De Hollandses Huisvrouw" (onder
redactie van Thérèae Hoven) per 3 mnd. 50 cis.
Wekelgkaoh bijvoegsel nWtreldrttuS' per 8 mnd. 53 ets.
PRIJS DER ADVEltTENTIEN.
D.onsUsnbiodinsen 1—5 0.50^
(Jroote lettors naar plaatsruimte.
Voor handol en bodr(jl boataan zeor voordeolige bepaliugoa
tot jiet herhaald advortooren in dit Blad, bij abonnotnent.
Eeno oiroulairo, bevattende de voorwaardon, wordt op
aanvraag toegezonden.
Rusland en de vraag van
oorlog of vrede.
m.
De revolutie heeft in Rusland een chaos
Beweeg gebracht en hoe de nieuwe toestand
zal zijn, die zich daaruit zal ontwikkelen, laat
zich nog niet voorzien. Maar in één opzicht
is er uit den chaos iets voortgekomen wat
van blijvenden aard is en aanhoudend aan
groeit. De wil om tot den vrede te komen
laat zich niet tot zwijgen brengen en doet
zich steeds'krachtiger gelden.
Die wil spreekt uit de verklaring, die het
uitvoerend comité van den arbeiders- en sol-
datenraad te Petersburg heeft bekend ge
maakt over het programma van de interna
tionale socialistische conferentie, die op zijn
voorstel in Stockholm zal bijeenkomen, als
antwoord op de van de zijde der Entente
tegen dat plan ingebrachte bezwaren. Men
leest daarin, dat de Russische revolutie de
dringende noodzakelijkheid heeft bewezen,
dat er vrede wordt gesloten en dat de ar
beiders van alle landen zich tot dit doel ver
eenigen. Dat zal een vrede moeten zijn zon
der annexatiën en zonder schadevergoedin
gen. Wanneer de leden der conferentie het
recht van alle volken om zelf over hun lot
te beslissen erkennen, dan zullen zij zonder
moeite zich kunnen verstaan over de bestem
ming, te geven aan de landen, waarover nu
de strijd loopt, en ook over de bedragen, die
moeten worden besteed om de door den
oorlog verwoeste landstreken weer op de
been te helpen en die niets gemeen hebben
met eene oorlogsschatting, zooals aan een
overwonnen land wordt opgelegd.
Zoover is de officieele regeering van Rus
land nog niet gevorderd. De door de Entente
uitgezonden buitengewone gezanten* zijn
blijkbaar niet geheel zonder succes werk
zaam geweest om de niet-socialistische ele
menten van den Russischen ministerraad
tegen de door den arbeiders- en soldatenraad
bijeen te roepen Stockholmsche conferentie
in te nemen en hen afkeerig te maken van
de door de centrale mogendheden gedane
avances ten behoeve eener toenadering tot
Rusland, ^lie door president Wilson gering
schattend als „vredes-intriges" zijn geken
schetst. In eene vergadering van den arbei
ders- en soldatenraad, waarin de minister
Tseretelli rekenschap aflegde over de poli
tiek der regeering, wordt over het doel, dat
met de buitenlandsche politiek wordt be
oogd, het volgende gezegd
„Wij wenschen te komen tot het sluiten
van een nieuw verdrag, waarin de door de
Russische democratie verkondigde beginse
len als grondslag van de internationale po
litiek der geallieerden worden genomen.
Wij passen alle middelen toe om ons
programma voor onze bondgenooten aan
nemelijk te maken en een breuk met
hen te vermijden. Wij zijn van mee
ning, dat de slechtste uitkomst van on
zen strijd voor den wereldvrede een afzon
derlijke vrede met Duitschland zou zijn,
die de uitkomsten van de Russische revolu
tie weder ongedaan zou maken en voor de
zaak van de internationale democratie ver
derfelijk zou zijn. Een afzonderlijke vrede is
inderdaad onmogelijk. Zulk een vrede zou
Rusland in een nieuwen oorlog betrekken
aan de zijde van de Duitsche coalitie. Dat
zou zijn uit den eenen bond treden, om zich
bij den anderen aan te sluiten."
Tot besluit van deze mededeelingen wer
den de stappen vermeld, die de Russische
regeering heeft gedaan om te verkrijgen,
dat eene nieuwe conferentie tusschen de
geallieerden zal^worden gehouden met het
doel de tusschen hen gesloten verdragen
aan eene herziening te onderwerpen, met
uitzondering echter van de in September
1ÓI4 in Londen gesloten overeenkomst,
waarbij de geallieerden zich hebben verbon
den geene afzonderlijken vrede te sluiten.
Het nieuwe Rusland, dat uit de revolutie-
is voortgekomen, wil dus blijven loopéhin
het gareel van de Entente. Maar het wil het
bondgenootschap, waaraan het trouw ver
langt te blijven, geheel van'karakter doen
veranderen. Het czarisme is met de Entente
in den oorlog gedaan; de Russische demo
cratie wil gemeenschappelijk met haar vrede
sluiten.
Deze wensch van de Russische democratie
vindt voorshands nog weinig weerklank.
Ruslands bondgenooten toonen zich alles
behalve geneigd om prijs te geven wat hun
tot heden voor oogen stond als doel van den
oorlog. Geheel zonder uitwerking is echter,
de omkeering, die in Rusland heeft plaats
gehad, niet op de geallieerden gebléven.
Daarvan getuigt een artikel, dat het lid van
de Fransche Kamer van afgevaardigden Ca-
chin heeft geschreven in de Populaire du
Centre, een orgaan van de voor den vrede
gunstig gestemde socialisten inr Frankrijk.
Daarin wordt geklaagd over de wijze, waarop
het Fransche volk over den toestand in Rus
land wordt ingelicht; de schrijver zegt daar
van: „De beteekenis van de Russische revo
lutie, haar omvang, hare gevolgen, de be
slissende invloed, dien zij op de naaste toe
komst van Europa zal hebben, schijnen onze
pers, ons parlement, ons publiek geheel te
ontgaan. De berichten, dit uit Rusland tot ons
komen, zijn verminkt, de telegrammen, die
de censuur doorlaat, tendentieus. Zoo kent
Frankrijk zoo goed als niets van deze groote
beweging, en de besluiten,^die onder deze
omstandigheden het parlement neemt, zijn
noodzakelijk vergissingen of politieke dwa
lingen, waarvoor men vroeger óf later zal
moeten boeten."
De man, die dit schrijft, is zeik een be
keerde. Hij is met zijn ambtgenoot Móutet
naar Rusland gezonden om te trachten de
Russische geestverwanten terug te brengen
op het spoor, waarin destijds de meerder
heid van de socialistische partij in de Fran
sche Kamer zich bewoog. De indrukken, die
hij in Petersburg heeft opgedaan, hebben
hem echter bekeerd. Deze Saulus is als een
Paulus teruggekeerd. Zijn voorbeeld heeft
nog niet veel navolging gevonden; maar het
blijft niettemin een opmerkelijk verschijnsel,
eene aanduiding, dat de politieke barometer
staat op Veranderlijk.
De oorlog,
Berlijn, 24 Juni. (W. B.) Officieel be
richt
In den Atlantischen oceaan en in de
Noordzee zijn wederom door onze U-booten
zeven stoomschepen, een zeilschip en twee
visschersschepen vernietigd.
B e r 1 ij n, 2 5 Juni. (W. B.) Na het be
kend worden van den buit van onze U-boo
ten gedurende de maand Mei, is het totale
aantal van de sedert het begin van den oor
log door oorlogsmaatregelen van de cen
trale mogendheden in den grond geboorde
vijandelijke en neutrale handelsschepen te
berekenen op 8.628.500 bruto regist^r-
tonnen. Dat zijn bijna 60 pet. ton meer dan
de Duitsche handelsvloot bij het uitbreken
van den oorlog telde.
In denzelfden tijd werden bovendien 157
'eenheden van de Britsche oorlogsvloot met
672.900 ton waterverplaatsing en in 't
geheel 255 vijandelijke eenheden met
892.465 ton vernietigd. Dit verlies komt
ongeveer overeen met de sterkte van de
oorlogsvloot der Vereenigde Staten van
Noord-Amerika bij het begin van den oor
log.
Op de oorlogstooneelen bijna algeheele
stilstand van de operatiën.
De groote omvang van de verwoestingen,
die door den luchtraid op Londen van 13
dezer zijn aangericht, komt uit in het aan
tal slachtoffers, dat de nu bekend geworden
eindlijst vermeldt. Er zijn 157 personen ge
dood en 432 gewond.
bonden, 2 5 Juni' (R.) De Westmin
ster Gazette wijdt een hoofdartikel aan eene
toespraak, die gisteren door het hoofd van
het kabinet. Lloyd George in de Welsh
Chapel te Londen is gehouden. Hij zeide,
dat de tegenwoordige oorlog de zwartste ca
tastrophe was sinds den zondvloed, maar dat
de zondvloed ook de veelzggende belofte
inhield, dat dergelijke rampen niet meer
zouden voorkomen. Wanneer dit toepassen
op onzen modernen zondvloed, beteelcent
dit, dat wij na dezen oorlog een nieuw
„covenant" of „verbond" noodig hebben,
niet slechts tusschen God en de meflschen
en tusschen de naties onderling, opdat de
ze wateren nimmer meer zullen opkomen.
De Westminster Gazette teekent hierbij
aan, dat deze woorden van den premier ge
heel het inzicht weergeven van hen, die na
dezen oorlog een „"covenant" wenschen tus
schen de volken.
Dit wordt steeds meer, met betrekking tot
de verhoudingen tusschen de volken, het
cfoel van een blijvenden vrede.
Wilson heeft een blijvenden vrede en een
verbond der volken als zijn voornaamste
oorlogsdoel gesteld. Balfour en Lloyd Geor
ge hebben hiermede hunne instemming be
tuigd. De Russen zien uitn aar het duizend
jarig rijk voordat de oorlog voorbij is of zijn
einde nadert. Maar aan Duitsche zijde
heerscht een ijzig zwijgen over alle uitkom
sten van den strijd., die Europa of de we
reld in haar geheel of de verschillende lan
den betreffen behalve Duitschland en die
staten, welke zich onder zijn leiding willen
plaatsen.
•De Duitsoher geeft te kennen, dat hij een
afzonderlijken eervollen verde met Rusland
wil sluiten, doch hij ontveinst zich geens
zins, dat zijne bedoeling is, aldus de rest
van de wereld tot onderwerping te brengen,
zoodat ten slotte ook Rusland aan zijne ge
nade zou overgeleverd zijn. Wanneer wij de
vredesbesprekingen in de Duitsche bladen
lezen, zien wij, dat zii aHe tot richtsnoer heb
ben, te snijden en te hakken in het gebied
van andere volken, opdat Duitschland waar
borgen moge verkrijgen, welke het sterker
maken voor den volgenden oorlog, en voorts
andere volken, zooals België, Polen, Servië
en Rumenië onder Duitschen invloed te
brengen, opdat zij nooit weer met andere
volken gullen samenwerken om Duitsch-
lands macht te knotten.
In afwachting dat Venizelos aan het hoofd
van de regeering optreedt, handelt de com
missaris der mogendheden Jonnart als cura
tor van den tot politieke onmondigheid ver
oordeelden koning Alexander van Grieken
land. Hij heeft hem een bezoek gebracht,
dat volgens Reuter „noodzakelijk was om
den koning te kunnen inlichten over den wa
ren toestand en de invloeden tegen te gaan,
die op den jeugdigen monarch werken."
Queenstown, 25 Juni. (R.) Vice-
admiraal Bayly, die rust heeft moeten nemen,
omdat hij overwerkt is tengevolge van de be
slommeringen sedert het begin van den oor-
iog, is in zijn ambt vervangen door vioe*
admiraal Sims van do Amerikaansche ma
rine. Het- is voor 't eer9t in de geschiedenis
van de Britsche marine, dat de Amerikaan-
sche vlag waait op gebouwen van den ma
rinestaf in Ierland.
Londen, 24 Juni. (R.) De leden van
een der grootste mijnwerkersvereenigingen
in Durham besloot op een groote meeting,
het volgende besluit naar het hoofdbestuur
van den mijnwerkersbond in Durham te
zenden: „Wij hebben -er bezwaar tegen, dat
leden onzer vereeniging, die tegenstanders
van dienstplicht zijn, zitting hebben of ne
men in het bestuur van den mijnwerkers-
bond van Groot-Brittannië, dat zelf tegen
standers van den dienstplicht is.
In een schrijven aan de pers, zegt de
secretaris van de vereeniging: „De jongste
aanval op Lijnden, waarbij de onbeschaafde
Duitschers tal van kinderen vermoordden, is
alleen reeds voldoende, om de vakvereeni-
gingen te doen eischen, dat de Duitscha
natie voor hare barbaarschheid zal betalen.
„Als leden van vakvereenigingen streef
den wij naar en verwierven wij van de wèrk-
gevers uitkeering voor verminkte werklieden,
weduwen en weezen en het lijkt vreemd, dat
wij voormannen uit 't vakverenigingsleven
zouden hebben, die meeroepen: „Geen
schadeloosstelling, geen uitkeering voor hel
verlies van levens, ledematen of eigendom-*
men wat ons eigen land betreft of dot onzer
geallieerden. -
Wij hopen, dat de oorlog spoedig voorbij
zal zijn en dot wij "Spoedig een cervollen
vrede zullen krijgen en de geallieerden scha
deloosstelling zullen ontvangen voor de ver
liezen die zij leden."
B e r I ij n, 2 5 J u n i. (W. B.) De Nordd.
Allg. Zeitung bericht onder het opschrift:
„De Poolsche taal in het godsdienstonder
wijs": De minster van eeredienist heeft eeno
beschikking genomen dat het godsdienston
derwijs in de Poolsche taal moet worden
hersteld in die scholen van de provincie
Posen, waar het wegens gemis van Poolsch'
sprekende onderwijzers gestaakt en door
godsdienstonderwijs in de Duitsohe taal ver
vangen is moeten worden. Voortaan zal,
wanneer de kinderen, die de school be
zoeken, de Duitsche taal niet voldoende
machtig zijn. het godsdienstonderwijs aan
die kinderen in de Poolsche taal gegeven
worden. Bij gebreke van Poolsch sprekende
onderwijzers zullen onderwijzers van nabu
rige scholen of geestelijken met het geven
van godsdienstonderwijs belast worden.
Keizer Karei van Oostenrijk heeft in een
van groote hartelijkheid getuigend schrijven'
afscheid genomen van den stheidenden
minister-president graaf Clam Martinitz.
Deze staatsman schijnt bestemd te zijn voor
het ambt van gouverneur-generaal van het
veroverde Montenegro.
B e r 1 ij n2 5 Juni. (W.-B.). HeLNoor-
weegsche tel.-bur. bericht uit Christiania, dat
volgens de Tidne Tegn van de Duitsche re
geering de mededeeling is ingekomen bij de
Noorweegsche regeering, dat tot Duitsche
gezant te Christiania is benoemd de Duit
sche gezant te Peking von Hihtze en dat de
Noorweegsche regeering heeft geantwoord
daartegen geen bezwaar te hebben. De
tegenwoordige Duitsche gezant zal vermoe
delijk binnen kort Christiania verlaten.
Christiania, 24 Juni. (Havas). Een
in Noorwegen ontdekt Duitsche complot
heeft groote beroering veroorzaakt in Noor
wegen. Men heeft hier te doen met eene in
waarheid misdadige onderneming, welke
Duitschland op Noorweegsch gebied heeft
getracht op touw te zetten.
De Noorweegsche pers geeft bijzonderhe-
den over de ontdekkingen, die door de po
litie zijn gedaan bij het ppsporen van de
medeplichtigen. Er komen reeds nieuwe bij
zonderheden aan den dag.
Bewaarplaatsen van bommen en ontplof
bare stoffen, welke blijkbaar tot sabotage»
doeleinden bestemd waren, zijn in particu
liere huizen gevonden.
Een nog ernstiger ontdekking is gedaan
In de zoogenaamde diplomatieke bagage,
waarmee de brieven der Duitsche legatie
werden overgebracht. Toen de koffers ge
opend werden, bleken er een groot aantal
bommen in verborgen te zijn. Drie of vier
Omgang met rïTénschen tegen wellce men
antipathie koestert, is verderfelijk voor het
karakter, want het gewent ons onrechtvaar
dig te zijn.
t/
Roman van Helene Dickmar.
Geautoriseerde vertaling uit het Noorsch
door
A. M. VAN DER LINDEN-VAN EDEN.
32
Een droevig, kommervol thuis; een voort
durend streven naar onafhankelijkheid en
naar ontwikkeling, een bitter vrouwe'lijden
in gemeenschap mei al haar zusters, lot-
genooten! Terwijl zij zich voor anderen
opofferde wie was er die voor haar
•een steen uit den weg had. geruimd?
•Maar van haar, een arme, ongehuwde
vrouw, werd de volle waarde in oDoffcring
en arbeid geëischt in een voor haar zelve
overbodig bestaan!
Eindelijk vond zij iels, een arbeid en tege
lijk een rustpunt, iets,dat als een reddende
hand haar van boven werd toegestoken en
haar boven water hield. Dat was het vertalen
in een andere taal van Haralds boek: „In het
licht van het groote mcnschenleven," waar
van het tweede deel nu juist verschenen was.
Den vorigen winter was zij er reeds aan be"-
gonnen. Nu vatte zij dit werk weer op en be
steedde er al haar vrije uren aan. Deze uren,
waarin zij-aljiaar geesteskrachten inspande
om, in een andere taal, wat Harald had ge
schreven weer te geven, bracht zij door als
in een veilig oord gedachten, vormen,
rhvtmus zoo voorzichtig en nauwkeurig
dat geen enkele geestesvonk uitgedoofd werd,
dat geen schaduw werd verduisterd, geen
schoonheidsmoment werd verstoord, vloeiden
uit haar pen. Dan leefde zij saam met hem,
verdieptte zich in zijn gedachten. Het werd
haar eerzucht om te zorgen dat er door haar
bewerking, niets verloren zou gaan van zijn
denkbeelden; het verrijkte en verruimde haar
geest tot een steeds beter begrijpen van een,
die met den haren verwant, evenwel een hoo-
ger vlucht nam. Harald zeiven ontmoette zij
alleen dan wanneer gemeenschappelijke
arbeid op school dit noodig maakte. Haar
sterke wil hield haar wenschen in toom.
Zij gevoelde zich in zijn nabijheid onzeker
van zich zelve... en bovendien op het oogen-
blik dat hij naast haar stond was de harde
strijd van dagen en nachten opeens tot niets
geworden, hun sporen waren uit^ewischt als
voetstappen in het zand... en haar Sisyfus-
slccn rolde opnieuw 'zwaar en hulpeloos in
den afgrond terug.
Maar zij wist door anderen en uit de dag
bladen dat, na dien avond, teren hij tot haar
was gekomen, teleurgesteld en gekrenkt over
zijn achteruitzetting, hem de ééne ergernis
na de andere in zijn leven had getroffen.
De kranten-artikelen naar aanleiding van
zijn gepasseerd worden in de commissie had
den een scherpe polemiek uitgelokt tusschen
de verschillende partijen, waarin de wijze
van optreden van Harald, tot 'zijn persoon toe,
besproken werd op zich zelf siaande woor
den, uit hun verband gerukte zinnen, ja zelfs
uitingen in vertrouwelijke gesprekken wer
den aangehaald tot bevestiging van wat beide
partijen hadden te verdedigen en Harald
was ten slotte genoodzaakt geworden in den
strijd met de pers zich te mengen met replie
ken en ophelderingen, iets wat hem, dat
wist zij, zeer tegen de borst stuitte.
In dezen tijd moest Ellen ook bijna iederen
dag kleingeestige aanvallen en scherpe op
merkingen over Ilarald van haar moeder ver
duren, klaarblijkelijk uit den koker van
Richard, in wiens oogen het een ernstige fout,
bijna een smet op den familienaam was, dat
deze dingen tot voorwerp werden gemaakt
van openbare aantijgingen, die critiek en grof
heden uitlokten.
En Ellen begon te begrijpen dat haar broer
in zijn hart geen vuriger wensch koesterde
dan, in ieder geval in deze dagen, den ge
vaarlijken neef uit het huis te krijgen en zoo
doende meer op een afstand van hem te staan.
En haar moeder wenschle hetzelfde; de jeug
dige, vriendelijke geest, die haar, „Sesam*
open u" had geroepen waardoor al de deu
ren van het huis opensprongen Margretha
was er niet meer!
...Intusschen was Harald, uit welken hoek
de wind ook woei, even onvermoeid werk
zaam aan zijn arbeid voor de school. Maar
wanneer Ellen, van haar plaats bij het raam,
's middags hem met de oogen volgde, wan
neer hij naar zijn moeder ging, zooals hij
iederen dag na het vertrek van Hans deed,
en zij zag. hoe zijn vroeger zoo krachtige ge
stalte ingezonken was dan welden haat en
verachting en bitterheid jegens de menschen,
die met koud overleg en met éen gerust ge
weten elkander zoo gruwzaam konden mis
handelen, in haar Hartstochtelijk gemoed op!...
Somtijds, 's avonds laat, wanneer zij met
haar werk In haar kamer zal, boven de stu
deerkamer van Harald, kon zij hem dc kamer
op en neer hooren loopen, rusteloos, het eene
uur na het anderen eenzaam ongelukkig
zij durfde er niet aan denken, hoe onge
lukkig. Dan was het of haar kracht, die
haar gedurende den dag ernstig bedwongen
had, haar plotseling verliet. Zij wierp haar
pen weg en gleed op den grond neer. Daar
bleef zij langen tijd liggen terwijl zij
luisterde naar iederen voetstap, naar elk ge
luid. Zij WTong haar handen jammerde
in wild verlangen, met versterkt medegevoel
mei al zijn begrippen van recht en onrecht,
plicht en eer terwijl in haar vertwijfeling
een bede tot God om hulp aan haar gepijnigd
gemoed ontsnapte.
Maar Ellen Mivillcs God was een onverbid
delijk God. Wat er geschiedde, moest ge
schieden. En wat op deze aarde het lol der
menschen zou kunnen veranderen en hel
ongeluk kon afweren, dat moest het werk
zijn van de menschen zei ven met de kracht.en
het inzicht, dat hun van bovenaf werd ge
schonken. Zelvcn moesten zij de zware,
taaie, grove slof, waardoor-de maatschappe
lijke verhoudingen en de wetten der samen
leving vernieuwd «n verfijnd zouden worden,
scheppen. Maar daartoe moest de geest der
menschen opgeheven worden tot een hooger
standpunt.
Zonder troost en zonder hoop in haar hart
kroop Ellen dan, vermqeid, in bed, en genoot
cenige lircn zwaren slaap om <len volgen
den dag weder te beginnen als den vorigen.
Met denzelfden strijd, mei hetzelfde werk en
met het hongerige, onafgebroken knagen van
den worm lot in de fijnste vezelen van haar
hart.
Er kwamen dikwijls brieven van Margretha,
lange brieven, overstroomende van den jubel
van haar geluk en vol verrukking over de
grootsche natuur van haar nieuw tehuis.
Eens schreef zij:
„Een huwelijk is toch een verwonderlijk
iets, Ellen, voor twee die van elkander hou
den I Het geeft zoo'n veilig gevoel altijd samen
te kunnen zijn! Alleen dit feeds, dat men nu
mag zwijgen.
Toen ik verloofd was, meende ik altijd dat
ik moest vragen, luisterep, praten 't was
of ik bang was iets te vergeten. Dat maakte
mij dikwijls zenuwachtig. Maar nu zitten wij
naast elkaar. Hans en ik, in zijn studeerkamer
te lezen en dan zeggen wij geen woord!
Of zoo nu en dan een enkel woordje als je
iels invalt. Maar weet jc wat het allerwonder
lijkste is, Ellen? Dat is, dat men elkander
altijd terug vindt, wanneer men elkaar ver
liest. Ja, ik zie in mijn verbeelding, hoe
je jc indrukwekkende wenkbrauwen fronst^
jij, ernstige, deugdzame, plichtmatige zuster.
Elkaar verliezen wat praat je toch. hoor
ik je zeggen. Misschien voeg je er nog bij, zoo
als Ilans doet wanneer hij mij een beetje wil
plagen, nu hij me geheel voor zich zclven heeft
gekregen: „wil je zoo goed zijn je meening te
staven, Margretha," en dan ziet hij er zoo ver
schrikkelijk deftig en lief uit, zooals je weel
dat hij kan.
(Wordt vervolgd-J