„DE E EM LAN DER". Donderdag 28 Juni 1917. BUITF.NI ANP. N° 303 15de Jaargang. Uitgevers: VALKHOFF O Co. Bureau: UTRECHTSCHESTRAAT 46. FEUILLETON. Strijdende Zielen. AMERSFOORTSCH MARIE VAN VERSENDAM. M®ofdred«ctIe* Mf D f VAN SCHAARDENBURO. ABONNEMENTSPRIJS: far mamoden voor Ameniooctf J-JJ®- Idem trance per poot_u UUV" Per week w Afzonderlijke nummers Wek.lijksch bBro^.1 ,D. HelW..*. flajjwW (oodat redactie van Thérèse Hoven) per mnd. 50 el*. WekalykMh bg.oegael par 8 mnd. 88 et«. PRIJS DER ADVERTENTIEN Van 1-btegela f O.NO. Elke regel meorO.I5. Dionataanbiedingen 1—5 0.30. Groote lettors naar plaatsruimte. Voor handel en bedr\j< bestaan zeer voordoolige bepahugon tot het herhaald adverteeron in dit Blad, bij abonaoniont. Eene circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt* op aanvraag toegezonden. Intercomm. Telefoonnummer 66. A Kennisgeving. STEMMING VOOR DEN GEMEENTERAAD. De Burgemeester van Amersfoort brengt ter openbare kennis, dat op Vrijdag den 6. Juli aanstaande, van des morgens acht tot des na middags vijf uren, de stemming zal geschieden Ier vervulling van twee plaatsen in den Gemeen teraad, Kiesdistrict L De candidaten, in alphobetische volgorde, rijn A. EYSINK, J. HOFLAND, J. D. HOLMER. Tevens wordt die aandacht gevestigd op ar tikel 128 van het Wetboek van Strafrecht, lui dende „I-lij, die opzettelijk zich voor een ander uit gevende, aan eene krachtens wettelijk voorschrift uitgeschreven verkiezing deelneemt, wordt ge straft met gevangenisstraf van ten hoogste één jaar." Amersfoort, 28 Juni 1917. De Burgemeester voornoemd, v. RA ND WLJCK. Nabetrachting over de Raadsvergadering 'n Belangrijke vergadering Dinsdagavond. Daar was in de allereerste plaats het wo- ningboüw-voorstel. 'n Geheel nieuw dorp, immers 400 woningen, zal gesticht worden tusschen Woesiijgerweg en Dorresteinsche weg, in 3 stukken gesneden door de spoor lijn en den Arnh. weg. 'n Schitterend voorstel, waaraan slechts één bezwaar kleefde het kwam 'n paar jaar te laat. En kojnt dus op 'n paar ton meer te staan. Nog hooren wij den heer Van Achterbergh op z'n ronde, origineele wijze pleiten voor gemeentelijken woningbouw. Tevergeefs; slechts zeer enkele raadsleden vielen hem bij. Het gemeentebestuur sloeg zijn raad in den wind en bleef prutsen met Bonifaciii^ en Volkshuisvesting, welke slechts druppels konden laten vallen op de gloeiende plaat Later, toen de nood steeds hooger steeg, ging de gemeente 'n heel klein stapje in de goede richting, zooals 'n schuchtere min naar zich op de uiterste punt van de bank zet en langzaam-voorzichtig naar het meisje schuift. „Bij wijze van proef" werdén 'n paar wo ninkjes gebouwd. Toen was het ijs gebro ken. En juist de schuchleren worden dan soms zéér doortastend. Maar nu de nood geen grenzen meer kent, balen geen 80 of 100 woningen Tpeer; thans is 'n gansch dorp noodig. En inmiddels ziin de bouwkosten schrik barend gestegen. Ze stijgen nog! Hoe langer we wachten, hoe duurder het wordt, zegt de heer Jorissen, wiens pittige verdediging van het voorstel wij met te meer genoegen hoorden, nu de wethoudersmuil- korf hem het spreken belet en reeds zóó la»' deed zwijgen, dat hij er schor van werd. (De heer Jorissen verweet ons onlangs, 'dat wij hem onrecht gedaan hadden door z'n heeschheid toe te schrijven aan te veel spreken in 'n voorafgaande geheime verga dering; we weten nu beterhet kwam door 't zwijgen). Hoe langer we wachten, hoe duurder het wórdt. De angstvalligheid van het gemeentebe stuur is dus wel zwaar gestraft. In hoevele opzichten het in enkele jaren tijd Amers foort vooruit gebracht heeft, in zake de wo ning-politiek heeft het gefaald. Maar daarom is de blijdschap over de bekeering Ie grooter. Vooral nu die bekee ring zoo volkomen is. Daarom brengen wij *eor die nieuwe plannen gaarne alle hulde aan B. en Ook de Raad, die den heer v. Achterbergh maar liet praten, en dus evenzeer schuldig is, ging thans terstond mee. Of neen, niet de geheele Raad. Eén was er die oppositie voerde tot het uiterste. mr. Stadig, die als gewoonlijk weer aan het knabbelen en knibbelen ging. Dit rechtsgeleerde element in den Raad schijnt meer en meer het tegenstrevende element te worden. Van z'n, in 'n jong mensch zoo tegennatuurlijke behoudziekte heeft hij nu al in schier elke raadsvergade ring blijk gegeven. Nu eens was hij „hui verig" voor dit, dan weer voor dat, en juist altijd betrof het maatregelen in het sociaal belang der gemeente. Geen wonder dus, dat dit a.-r. lid „huive rig" was ten opzichte van dit grootsche wo- ningbouw-voorstel. Het kost^p zooveel geld en de cijfers waren nog maar fictief; feitelijk dus 'n blanco-crediet voor B. en W. Hij zei behoefte te hebben aan ontlasting van z'n geweten en pleitte voor uitstel, om nader te onderzoeken in hoeverre het plan op be scheidener schaal kon opgezet worden. Intusschen moest de woning-ellende ze ker maar blijven voortbestaan. Dat nooit, riep de heer v. Nijnatteiv al moest het ons ook in plaats van dertien duizend, vijftigduizend.gulden per jaar kos ten. De Voorzitter en verscheidene leden sloof den zich uit om mr. Stadig te bekeeren, doch al hun overredingskracht bleek te vergeefs. Zelfs de heer Oosterveen, die het eigenlijk met hem eens was, maar toch ook weer niet ééns was (of hoe was het al weer?) schoot te kort. De heer Stadig bleef tegenspartelen. Misschien dat sommige voortuitstTeven- den reeds spijt krijgen van het compromis, dat de eenige gelegenheid om dit tegenstre vende element uit "den Raad te verwijderen, verijdelde. Dat zou heusch 'n misslag ge weest zijneen man als mr. Stadig is juist de beste propaganda t e g e n de po litiek der anti-rev. 1 -9 Het voorstel tot afschaffing van den bak- kersnachtarbeid vond den Raad eenstemmig. Zelfs mr. Stadig was er niet tegen. Ook ten opzichte van deze zaak blijkt het oude anti-revol. bezwaar, ontleend aan het Bijbelwoord„de bakker werkt 's nachts", bij de oude plunje geworpen te zijn. De a.-r. heer Koning hief zelfs 'n Jubel zang aan, stak de loftrompet voor B. en W. als raadslid en niet als bakker) rtiet „zich zelf en de heele bakkerij" geluk te wenschen. - O, er was nog veel meer in deze raads vergadering, waarover uit te weiden zöu zijn. Maar deze nabetrachting dijt uit en we moe ten zuinig zijn met de beweegkracht der zetmachines en de aandacht der lezers. Wij huppelen dus maar verder en grazen hier en daar. Het Groene Kruis krijgt z'n gevraagde subsidie-verhooging, krachtig verd?digd door Nijnatten, Leinw^ber en Hofland. Vreemd, dat B. en W. met 'n afwijzend voorstel kwamen, 'tls waar, ook tegenover de Vereen, voor Tub.-bestrijding was het standpunt ingenomen, dat tusschentijds geen subsidie verhoogd werd, maar nr>k toen was er reeds vrij sterke oppositie. Eenmaal wilde de Raad dit formeele argument slik ken, maar de tweede jnaal kon hij het niet wegkrijgen. Gelukkig, want deze verhooging mocht niet geweigerd worden. Het formeele argu ment moge tegen elke andere vereeniging gelden, maar niet tegen vereenigingen als de genoemde, welke op de meest directe wijze de'"gezondheidsbelangen van de ge heele bevolking dienen. De volksgezondheid is meer waard dan 'n paar honderd gulden en. 'n paar honderd formeele bezwaren. Algemeerfe bevreemding wekte dat wet houder'Jorissen, 'n medicus, m'et dit afwij"- zend advies geheel accoord ging. Er werd geen voorzitter van de Comm. van Toezicht op de Arbeidsbeurs benoemd. De heer Hofland hoopte, dat de heer Van Kalken zijn ontslag-aanvrage zou intrekken hij schreef deze toe aan de „pottekijkerij" van v/ethouder Jonssen én bezwoer hep\ niet longer 'n soórr curateele over den voor zitter te oefenen door steeds alle vergade- ringen- bij te wonen. Zijn wij wel ingelicht, dan vergist de heer Hofland zich in de motieven, welke den heer v. K. tot ontslég noopten. Het moet niet de pottekijkerij van den wethouder geweest zijn, doch 'n eenigszins afwijkende beschouwing van de taak der commissie door den voor zitter zelf, die niet alleen toezicht, doch ook beheer wenschte. Dat was de bedoe ling niet en-daarom trad de heer v. K. af. De wethouder was bestemd voor zijn opvol ger, evenals ook elders de weth. voor soc. aangelegenheden voorzitter dezer commis sie is, hoe zonderling zulks schijnen moge 'n wethouder, die zelf „toezicht" houdt op een der tokken van dienstr welke onder zijn departement ressorteeren Natuurlijk is er ook weer veel gesproken over de distributie en het levensmiddelen- bureau Heel veel zelfs. De Voprzitter en de heer Hofland ver staan elkaar niet op dat punt. Eerstgenoemde heeft volmaakt gelijk dat het 'n onhebbelijke gewoonte is om alle grieven (welke er natuurlijk altijd zullen zijn) op te zouten tot de raadsvergadering en ze daar uit te stallen. Ook de heer Nieuwen- dijk deed zulks weer. Waarom niet terstond te bevoegder plaatse geklaagd? Maar aan den anderen kant zijn wij over tuigd, dat die gerekte idiscussies in den Raad nooit te vermijden zullen zijn, doch evenmin tot iets dienen kunnen. De Voorzitter zei immers geheel terecht, dat hij zelf onmoge lijk van alle finesses op de hoogte kon zijn. Waarom dan niet aan dien onbehagelij- ken toestand eens en voor altijd 'n einde gemaakt door de instelling von 'n levens middelen-commissie, welke in tal van an dere gemeenten bestaat? Telkens en tel kens weer Wijkt hoeveel onaangenaamheden door een dergelijke commissie vermeden worden. Politiek Overzicht De regeeringswisseling ïn Oostenrijk. I. Het kabinet-Clam Martinitz heeft, na zes maanden te hebben geregeerd, het punt be reikt, waarop ten «lotte alle kabfnet&n, zoo wel in Oostenrijk als in andere landen, aan komen. Het heeft moeten vragen van het ambt te worden ontheven. Het is den keizer blijkbaar zwaar gevallen dit verzoek in te willigen. De ontslagbrief is gestemd op een toon van hartelijkheid, die in zulke stukken zeldzaam isde keizer verklaart diep en op recht te betreuren, dat de politieke omstan digheden de medewerking van den schei denden minister-president aan hem en den staat hebben onttrokken. Maar die omstan digheden waren oorzaak, dat de persoon van graaf Clam Martinitz een beletsel was om een uitweg te vinden uit de krisis, die was ontstaan, en het strekt den afgetreden be windsman tot eer, dat hij zijn ambt heeft neergelegd, toen hij tot het inzicht daar van was gekomen. Eene grootsche taak was hem bij zijn op treden toegedachtde nieuwe inrichting van het Oostennjksche staatsgebouw op geheel nieuwe grondslagen, die voor het vreedzaam samenleven van de verschillende rassen, die Oostenrijk bewonen, de tot dusver ontbre kende voorwaarden zouden scheppen. Dat zou geschieden door middel van keizerlijke ordonnantiën, uitgevaardigd krachtens arti kel 14 van de grondwet, het bekende nood- artikel, dat den keizer de bevoegdheid ver leent bij* ontstentenis van den rijksraad de wetgevende macht zelfstandig uit te oefe nen, behoudens latere bekrachtiging door de volksvertegenwoordiging. Bij nadere overweging is intusschen graaf Clam Martinitz tot het inzicht gekomen, dat dit niet de goede weg was om het groote hervormingswerk, dot van hem verwacht werd, te volbrengen. Dat moest worden aan gevat in samenwerking met den-rijksraad. De volksvertegenwoordiging, die drie jaren geleden naar huis was gezonden, omdat men- geen kans zag haar tot vmchtbaren arbeid te brengen en die sedert als element van wetgeving was uitgeschakeld, moest worden hersteld op de door de grondwet haar toegekende plaats. De geest van eens gezindheid en offervaardigheid, die in den strijd tegen den vijand, die het bestaan van het rijk bedreigde, zulke schoone vruchten had opgeleverd, zou, zoo dacht men, ook in den rijksraad zich doen gelden en hem-gc- neigd maken de hand tot medewerking, die hem door de rè£eering werd geboden, aan te nemen. Het getuigt van het vertrouwen, dat graaf Clam Martinitz genoot bij den jongen monarch, die hem aan het bewind had geroe pen, dat de keizer tot deze verandering vJn gedragslijn zijne toestemming verleende. De vorige minister-president von Koerber, die nog onder keizer Frans Jozef was opgetre den na de vermoording van graaf Stuergkh, was juist op dat punt gevallen. Zijn denk beeld om een einde te maken aan den par- lementloozen tijd had geen steun gevonden bij den keizer, die eenige maanden later aan het daartoe strekkende voorstel van Clam Martinitz een welwillend oor leende. Maar de uitkomst heeft aan de verwach ting slecht beantwoord. Zij heeft aan graaf Clam Martinitz eene groote teleurstelling ge bracht. In de eerste plaats vertoonde de stemming in het huis van afgevaardigden volstrekt niet den geest van eensgezindheid en broederschap, waarop men had gehoopt. De verschillende groepen stonden nauwe lijks minder scherp tegenover elkaar dan VToeger. Maar bovendien bleek, dat hij per soonlijk niet kon gerekend worden de reohte man op de rechte plaats te zijn. De Czechen duidden het hem euvel, dat hij, lid van een geslacht, dat in den strijd voor de natidftale ospiratiën van de Czechen steeds qan hunne zijde had gestaan, door zijne in den oorlog opgedane ondervinding tot een van het hunne afwijkend inzicht was be keerd. De Duitsohers vertrouwden zijne be keering maar half. De Polen hadden bijzon dere grieven tegen de centrale regeering. Zoo kwam het, daf het kabinet niet. eens voor de zaken, die dringend afdoening eischten, de medewerking van den rijksraad kon verkrijgen. Er werd door sommige goe- pen te verstaan gegeven, dat zij zelfs voor de credietwet, die moest worden afgedaan vóór 1 Juli omdat er anders geen geld zou zijn ter voorziening in de behoeften van den staatsdienst en van de voortzetting van den oorlqp, hun steun niet door het kabinet- Clam Martinitz te krijgen was. Er is ter elf der ure nog een plan geopperd voor eene reconstructie van het kabinet op breederen grondslag". Maar oók dat is mislukt en er bleef geen andere keus, dan dat graaf Clam Martinitz nogmaals aandrong op de inwilli ging van het reeds gedane verzoek om ont slag, waarop toen de gunstige beschikking H gevolgd. Uit Weenen wordt hierover ge- sohreven: „Men zal Clam Martinitz ten goede hou den, dat hij voor de moeielijke taak, die de jonge monarch hem had opgedragen, den besten wil heeft meegebracht. Helaas was De laatste eer die men overledenen be wijst, is dikwijls tegelijk de eerste. Roman van Helene Dickmar. Geautoriseerde vertaling uit het Noorsch door A. M. VAN DER LINDEN—VAN EDEN. 83 "Welnu, ik wil tegenover jou ook mijn bewe ring met argumenten staven. Het is waar, dat je, al ben je nog zoo vreeselijk gelukkig, elkaar toch kunt verliezen! Het is soms een bespottelijk kleinigheidje dat het doet. Maar opeens is er een vreemde, koude luchtstroom tusschen je beiden gekomen.Och. ik kan niet zeggen wat ik bedoel maar dan is het of we honderden mijlen yan elkaar ver-verwij- cerd zijn!... Ach, het is zoo onbeschrijfelijk naar, dat kan je begrijpen je weet letterlijk niet hoe dan nog kunt ademhalen. En dan kan het gebeuren, dat Hans uit gaat, voordat wij het weer in orde hebben gebracht. En ik loop dan alleen in liet huis rond. Maar juist dan denk je aan het wonderbare van heft"huwelijk, zie je. Hij moet weer thuis komen. Dóór hangt zijn hoed, achter in dien hoek staan zijn stok en parapluie eri zijn pantoffels bij zijn bed. Al wat hem in huis tocbehocrt, en dat *ijn lieve handen hebben aangeraakt j En wanneer ik dan wat op mijn verhaal ben ge komen. dan kus ik al die dingen, die van hem zijn ja, je moogt er gerust om lachen, maar dat doe. ik werkelijk. En wanneer hij thuis komt, dan kan het gebeuren, dat wij er om kibbelen om de meest schuldige te zijn. Begrijp je niet, dat wij het heerlijk hebben, Ellen?"... Maar hel was of Ellen zich aan de beschre ven blaadjes brandde. Zij vouwde den brief met sidderende handen dicht, wierp dien in een lade van haar schrijftafel en draaide den sleutel haastig om. De wéken verliepen. Zomerwarmte is nu in dc lucht. Alles ontspruit en bloeit en zet zich tot knoppen. De vogels zingen en jubelen. .Vl ies is als vernieuwd en verjongd. De krach ten van het leven zijn sterker dan die van den dood. En Ellen zit op het balcon van Sunny Hill, verlokt door de schoonheid vol licht van den Juni-avond. De zon is onder, de lucht is hel der maar warm en het js doodstil. En zij stuurt naar de zee, die blinkend als een spiegel haar fijne goudkleur terugkaatst op de groene landpunten. Haar oogen volgen de bergtoppen ver in het westen, die als de zon is ondergegaan, overdekt worden drror een neveligen violelten sluier, of naar de vis- schersbooten, die daar liggen als kleine, zwarte, onbewegelijke stippen, waartegen de blanke vlakte» kabbelt, terwijl de* witte en groene stoombootjes met roode vlag-op den achtersleven, glijden over hun eigen spiegel beeld in het water, en bij de landingsplaatsen hun blauwe rook als een fijn floers over het bosch uitzenden. En zachtkens, zachtkens stijgt de maan aan den_ helderen horizont. Haar licht valt door hel hekwerk van het balcon in breede, gou den Strepen over den grond, tot binnen de kamer... Dan wordt Ellens ziel benauwd door een plotseling opkomende wilde smart cn haar, borst wordt als toegesnoerd. Zij slaat driftig op haar oogen schitteren onder de saamgetrokken wenkbrauwen en dc trekken van haar gelaat worden nog bleeker en scherper. Met de handen tegen haar borst gedrukt, stampt zij op den vloer: „Ik .duld. het niet het maakt mij slecht!" Het/klinkt als een halfgesmoorde kreet. Eir zij gaat in de kamer, sluit de deuren, steekt haar lamp aan en laat voor alle vensters de gordijnen neer. XII. De zomer had als gewoonlijk dc bewoners van Sunny Hill naar alle kanten verspreid. Maar tegen den herfst had ieder zijn gewone bezigheden weer hervat en het leven ging oogenschijnüjk zijn gewonen gang. De spanning in de gemoederen, die door de gebeurtenissen .in het voorjaar een breuk dreigde te veroorzaken tusschen de beide families -Miville cn Lassen, scheen nu weer geweken te zijn. Men kon dikwijls de twee neven 's middags thuis zién komer. uit ue siad: Richard, die nu zijn eerste zittingjaar in het Storfliing achter zich had, opgeruimd, zelfbewust, als altijd, demonstreerend en verhandelend. Harald, stil ler en kalmer en met een zekere terughou dendheid in zijn voorkomen. Alsof het afgesproken was, werden nooit persoonlijke Verhoudingen tusschen hen aan geroerd. Om iets tc noemen: een zaak die Harald aanging was, dat het begin van het schooljaar dezen keer voor hel eerst had aan getoond dal de vraag om toelating minder tal rijk was geworden- en er meer kinderen de school hadden verlaten dan anders het geval was en dat Richard zijn oudste dochtertje, dat nu naar „de groote school" moest, op een .der andere meisjesscholen had geplaatst. Overigens scheen het, dat Richard niet wenschte dat daardoor de goede verhouding tusschen de beide families verstoord zou wor den. Zoo was zijn aard niet! Zelf begreep hij niets van wat dc dingen moesten betcekc- nen voor een gemoed als dat van Harald en het was in goed vertrouwen op de onfeil bare uitwerking van zijn bemiddeling dat hij nu, om zijn goeden wil te toonen, bij iedere gelegenheid zijn gastvrij huis open zette voor zijn familie van de tweede étage. Ragnhild was altijd meegaande en gewillig. Dat Harald verhinderd was om mee te komen viel niet op. Iedereen wist. hoeveel werk van allerlei soort hij altijd tc doen had. Het was in 't laatst van November. Ragnhild slond fn den vóóravond voor den spiegel in haar slaapkamer en kleedde zich voor een concert. Zij had juist een lichtroode, echte camelia op haar borst gestoken tusschen de witte kan ten fichu en bezag zich nu niet haar hand spiegel rechts en links om zoo goed mogelijk het Resultaat l^arer zorgen op te nemen. Een glimlach van voldaanheid verhelderde onwillekeurig haar gelaat. Zij stond haar gocrl, de zwart-f 1 uweelen japon juist zwart fluweel bij haar figuur, hij de kleur van haar gelaat en haar kapsel, had luitenant *ICarlsen gezegd en hij had er verstand van. Zij bekeek haar gelaat nog eens nauwkeurig in den spiegel een klein beetje poeder nog hier. Je kon werkelijk een paar smalle rimpels ontdekken aan hel voorhoofd en bij de slapen. Zie zoo, nu zag jc er niets meer van! Zij kon niet zien, dat zij er nu minder gped uit zag dan in haar jeugd! Haar figuur was toen slanker en haar houding zij glimlachte weer. Zij dacht aan een bewonderenden blik, dien zij zoo goed kende. Zij was er van ver zekerd dat zij dien van avond zou ontmoeten zij zou na het concert met de familie Grandt soupeeren in 't Grand Hotel en mevrouw Grandt was Karlsens eigen zusier. Er was niemand, die er wat op_ aanmerken kon! Zij antwoordde zich zelve als op een vraag. Lieve hemel, het was alles even on schuldig Harald zelf had er niet het minste tegen hij zei nu nooit meer iets van dien aard, maar liet haarVgeheel vrij. Gelukkig was hij in dit opzicht mei de jaren verstan diger geworden. Maar het was waar ook. Haar gelaat veranderde opeens van uit-1 drukking. Wat zou Harald van avoHjjfcehad hebben? Hij had tamelijk lang in den achtermiddag op zijn bed gelegen dat deed hij anders nooit. Hij had gezegd dat hij zich niet recht wel gevoeld had op school. f (Wordt yervolgd.J

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1917 | | pagina 1