"bin nenlanp: fciedt, dat de ontzaglijke offers niet tever geefs zijn gebracht. Wij kunnen dezen vre- Be slechts wenschen in vereeniging met on- re trouwe bondgenooten. Wij, in Oostenrijk- longarije, kunnen trotsch zijn op de roem rijke daden van onze legers en die onzer bondgenooten. Wij zenden uit het Oosten- rüksche parlement aan het trouwe Duitsche leger een warmen, hartelijken groet. (Leven- 'dige toejuiching, handgeklap en geroep van „heil" bij de Duitsch-nationalen.) In de commissie voor de justitie verklaar de de bestuurder van het departement van justitie, dat de regeering geen bezwaar had tegefi de opheffing van de militaire recht banken in het land achter het front. Echter beschouwde zij de handhaving van de mili taire jurisdictie als onvermijdelijk in die «treken, waar tengevolge van de oorlogsge beurtenissen de rechtbanken hun arbeid bebben gestaakt. De regeering heeft een daartoe strekkend wetsontwerp ingediend. De commissie heeft eenstemmig een voor stel aangenomen om goedkeuring te weige ren aan de verordeningen, waardoor burgers onder militaire jurisdictie zijn gebracht. De regeering heeft een wetsontwerp ingediend tot opheffing van den tot heden geldenden belastingcensus voor de toelating tot het ambt van gezworenen. Gisteren is te Serajewo op de plaats waar drie jaren geleden de moordaanslag is ge pleegd waarvan aartshertog Frans Ferdi nand en zijne gemalin de slachtoffers zijn. geworden, eene kapel onthuld, die als zoen offer gewijd is aan de nagedachtenis van het vermoorde vorstenpaar. De gelden voor den bouw zijn door vrijwillige bijdragen, uit ge- heel Bosnië en Herzegowina afkomstig, bij eengebracht. Jassy, 28 Juni. (Havas). De Duitsche regeering heeft aan het bezette gebied van Rumenië eene contributie van 250 millioen Frans opgelegd, waarvan 215 millioen moe ten worden opgebracht door de streken, die onder militair bestuur staan, en 35 millioen door de streken, die door het negende leger bezet zijn. De departementsraden van deze streken zijn bijeengeroepen om te beraadslagen over de wijze waarop deze belasting moet worden bijeengebracht. In Griekenland heeft Venizelos het kabi net samengesteld, waarmee hij gereed staat het bewind te aanvaarden. Zijne eerste re- geeringsdaad zal zijn, de twee jaren gele den, op 31 Mei 1915, ontbonden Kamer in het leven terug te roepen. Londen, 29Juni. (R.) Bij de behande ling over de begrooting van het departement van Munitie, deed minister Addison mede- deelingen over den arbeid, die is verricht sedert het departement werd ingesteld. Langzamerhand is men in den loop van twee jaren gekomen tot het vormen van eene or ganisatie, even merkwaardig door haren omvang als door hare capaciteit. Men kan zich eenig denkbeeld vormen van de grootsohe munitieproductie in Engeland, wanneer men weet, dat in Maart 1917 de capaciteit voor het vervaardigen van krach tige ontplofbare stoffen meer dan viermaal zoo groot was als in Maart 1916 en 28 maal zoo groot als in Maart 1915 Omtrent het vérvaardigen van munitie voor kanonnen, zeide Addisob, dat de staat onlangs een zoodanige productie bereikt had, dat een deel der nationale fabrieken geheel of gedeeltelijk in gebruik konden ge nomen worden door anderk afdeelingen der ïmmitïefabricage. a Aan de behoefte aan groote reserves mu nitie voor veldgeschut werd in elk opzicht voldaan en de betreffende maatregelen werken thans. Ondanks het geweldige mu- nitieverbruik gedurende de laatste weken is de voorraad gevulde granaten na de eerste negen weken slechts met 7 verminderd. B e r 1 ij n, 2 8 Juni. (K. N.) Uit Bazel wordt aan de Berliner Zeitung am Mittag ge seind, dat de verkiezing van Ador in den Bondsraad door de pers te Bazel verschil lend beoordeeld wordt. De Basler Nachrich- iten ziet rn de keuze den eersten gelukkigen stap tot herstel van de rust en de eensge zindheid in Zwitserland. De Basler Anzeiger daarentegen schrijft, dat deze keuze, na alles wat in Duitsch-Zwitserland voorgevallen is, niet dadelijk eenstemmige goedkeuring zal vinden. Het gepeupel van Genève en Lugano heeft er voor gezorgd, dat in vele kringen van Duitsch-Zwitserland een bittere stem ming heerscht. Deze stemming moet ook in de Vereenigde Bondsvergadering tot uiting eiin gekomen door stemmen, die uitgebracht zijn voor de herkiezing van Bondsraad Hoff mann. Wanneer desondanks 168 stemmen van 219 op Ador gevallen zijn, moet men in Genève en Lausanne zulks niet als een teeken beschouwen, dat men ln Duitsch- Zwitserland alles is vergeten, wat in de laatste dagen is voorgevallen. Rome, 28 Juni. (W.-B.). In de zitting van den nationalen raad van gisteren ver klaarde de rapporteur van de commissie Secretan, van Lausanne, dat men krank van zinnen moest zijn om Hoffmann aan te wij zen als een Duitsche spion. Al beging Hoff man ook een onbegrijpelijke politieke fout, wij moeten toch bepaald aannemen, dat zijne bedoelingen vrij waren van strafbare overwegingen. Fazy, van Genève, zeide, dat het noodig in het buitenland diplomatieke verte genwoordigers te hebben, die voor de regee- .ringen aangenaam zijn en hun vertrouwen *>ezitten. Het oudste lid van de sociaal-democrati- jBche fractie, Greulich van Zurich, verklaar de, dat er geen sprake van kan zijn, dat ilGrimm een Duitsche agent is. Grimm is op jtfrond- van eigen waarneming, en van be sprekingen met de socialistische kringen jiran Petersburg tot de overtuiging gekomen, tiet Rusland den vrede wil hebben. Hij heeft echter de groote fout begaan, door deelne ming aan volksvergaderingen en aan de ge beurtenissen te Kroonstad het te verkerven 'bij de voorloopige regeering, waarom zijne gangen werden nagegaan. Daardoor is zijn telegram noodlottig voor hem geworden. Dat BranJfng dit telegram gepubliceerd heeft in het blad Socialdemokraten, is verklaarbaar, omdat Grimm ook in Stockholm zich noode- loos in partijgeschillen' heeft gemengd. Spr. betwistte nogmaals, dat Grimm in opdracht van de Duitsche regeering heeft gehandeld, welks verbitterde vijand hij altijd is ge weest. Evemnin heeft hij gedacht aan een afzonderlijken vrede. Londen, 27 JunL-{R.) De vergadering van afgevaardigden der vijf zeelieden-ver- eenigingen heeft eene motie aangenomen, dat het verbod om Macdonald en Jowett naar Petersburg te laten reizen, onder de huidige omstandigheden niet moet worden ingetrokken. Als de toestand mocht veran deren, zal de zaak weer behandeld worden. Vooraf was een voorstel tot intrekking van het verbod onder zekere voorwaarden, waarop de minister Henderson van Peters burg uit met grooten nadruk had aangedron gen, ingetrokken. Petersburg, 28 Juni. (R.) Op initia tief van de militaire delegatie van de Zwarte zee, \ej\ den bond der ridders van Sint- George, van de vertegenwoordigers der ko zakken en van andere militaire en sociale organisetiën is in Petersburg opgericht eene commissie tot organisatie van een revolu tionair vrijwilligersleger. Het plan bestaat vrijwilligers-bataillons samen te stellen, die in den aanval zuilen gaan en door. hun voor beeld de verdere aanvalstroepen zullen mee- sleepen. De vrijwilligers zullen zelf de chefs van de troepeneenheden kiezen. Het comité heeft reeds talrijke betuigingen van instem ming uit alle streken van Rusland ontvan gen. Berlijn, 28 Juni. (K. N.) Naar het Tageblatt meldt, zijn de Oostenrijksche auto riteiten ijverig -bezig om de binnenlandsche productie van bruinkolen te verhoogen. Af gezien van de grootere beslaglegging op kolenerbeiders, aan wie door het legerbe stuur verlof wordt verleend, werden toebe reidselen getroffen om vooral het bedrijf in de bruinkolenmijn en in het noordwesten van Bohemen intensiever te maken. Londen, 28 Juni. (R.) Wij vernemen, dat onderhandelingen gevoerd worden tus- schen de Tegeeringen van Groot-Brittannië en de Vereenigde Staten over den invoer, welke tot nu toe van Amerika naar de neu trale landen ging. Terwijl voorheen de Vereenigde Staten handel dreven met de onzijdige landen, zon der zich te bekommeren om de eindbestem ming der goederen, heeft thans Engeland de Amerikaansche regeering verzocht een hou ding te willen aannemen, overeenstemmen de met die, waartoe de verbonden regeerin- gen, na drie jaren oorlogvoeren, zijn geko men, en welke hierin bestoet, dot de oen Duitschland grenzende neutrale landen al leen datgene zullen ontvangen, wat zij voor eigen gebruik volstrekt noodig hebben. Hier bij mag zelfs geen speling worden toegela ten, daar dan het overschot naar de vijan delijke landen gevoerd zou kunnen worden. Een formeel antwoord is nog niet ontvan gen, doch de verzekering is gegeven, dat de zaak in gunstige overweging is genomen, ook wat betreft de maatregelen die genomen moeten worden tot verzekering van een doel treffende uitvoering. Napels, 28Juni. (R.) Het eerste post vliegtuig voor den dienst op Sicilië is heden morgen om 6.24 van hier vertrokken en is om 925 te Palermo aangekomen. Het zal hedenavond hier terugkeeren met de post van Sicilië. Reuter, 28 Juni. (R.) Uit Kaapstad wordt bericht, dat het lagerhuis van de Zirid- Afrikaansche unie zonder stemming een voorstel van de nationalisten heeft verwor pen, dat de inkomsten uitsluitend zullen worden aangewend tot de ontwikkeling van de hulpbronnen van het land. Boston, 27 Juni. (R.) De Duitsche re servist Warnstrom is veroordeeld wegens poging tot vernieling van eene internatio nale brug over de rivier St.-Croix tot de maximum-straf: 18 maanden gevangenisstraf en 1000 dollars boete. Verspreide BertoHtefi, Londen, 27 Juni. (R.) De P. O.- boot Mongolia is op een mijn gestooten In de buurt van Bombay, en gezonken. Er zijn booten aangekomen .met een aantal passa giers en leden der bemanning. De mails zijn verloren. Kameroverzicht. Eerste Kamer. Vergadering op 28 Juni 1917. Geopend 3.45. Voorzitter baron Van Voorst tot Voorst. De griffier doet voorlezing van het K. B., houdende benoeming van den heer J. J. G. baron van Voorst tot Voorst voor deze zit ting tot voorzitter der Eerste Kamer. De Voorzitter deelt mede, dat zijn in gekomen de gelofsbrieven van alle herkozen leden met uitzondering van den heer Wolt- jer en benpemt tot onderzoek 3 commissies. De Voorzitter verzoekt omtrent de ge loofsbrieven van den Voorzitter terstond verslag uit te brengen, waarna de vergade ring wordt geschorst. Bij heropening brengt de heer Doijes namens de eerste commissie rapport uit omtrent 's Voorzitters geloofbrie- ven, welk rapport oncludeert tot toelating van den heer J. J. G. baron van Voorst tot Voorst tot lad der Kamer. Dienovereenkomstig wordt met applaus besloten, Tweede Kamer. Vergadering van Donderdag 28 Juni. Geopend te 3 uur. Het oudste der aanwezige leden, jhr. mr. A. F. de Savornin Lohman, houdt de vol gende rede: M. H. Daar het oudste lid dezer Kamer, die in-de laatste jaren haar eerste vergade ring geopend heeft, thans tot mijn leedwe zen wegens ongesteldheid, die wij zekerlijk allen hopen, dat spoedig, mog zijn geweken, verhinderd is die vergadering bij te wonen, rust die taak thans op mij. Ik open derhalve deze vergadering en veroorloof mij daarbij een enkel woord tot u te richten. Het zal wel nimmer zijn voorgekomen, dat na eene algemeene verkiezing, gevolg nog wel van eene Kamerontbinding, al de leden der ontbonden Kamer, voorzoover zij zich! herkiesbaar stelden, bijna zonder slag of stoot tot leden der nieuwe Kamer zijn her kozen. Hoe dat mogelijk is geweest, behoef ik u natuurlijk niet te zeggen. Toch dringt" de vraag zich onwillekeurig op, of die her kiezing van al de afgetredenen niet een symptoom is hetzij van de overmacht der kiesbesturen op de kiezers, hetzij van eene politieke inzinking der kiezers zeiven. Naar mijne meening is nóch het eene, noch het andere het geval. De kiesbesturen van alle partijen hebben met hunne kiezers geraadpleegd, van overrompeling kan dus geen sprake zijn. En overal in den lande hebben de kiezers volle gelegenheid gehad hunne meening te uiten en hebben zij daar van gebruik gemaakt. Het merkwaardige verschijnsel is het na tuurlijke gevolg van het feit, dat de laatst gehouden verkiezing in haar wezen niets was dan een referendum, een uitspraak over een paar gewichtige wetsontwerpen, en dat zij tevens ten doel had eene Kamer te kie zen, welker politieke bezigheid zich zooveel mogelijk beperken zal tot het aannemen of verwerpen dier door het huidige kabinet in gediende en door de vorige Staten-Generaal goedgekeurde voorstellen tot Grondwetsher ziening. Van langen duur kan deze Kamer dan ook niet zijn. Zal zij mitsdien zonder beteekenis zijn voor onze staatkundige geschiedenis? Integendeel. Indien deze Kamer het werk van haar voorgangster bezegelt, zal zij mee gewerkt hebben tot het plaatsen van een belangrijken mijlpaal op het pad onzer poli tieke ontwikkeling. Ontwikkeling: ten goede of ten kwade? Daarover zal de geschiedenis moeten oordeelen. Doch letten wij op het ontzettende gebeu ren rondom ons, dan gevoelen wij meer dan ooit, ten eerste dat voor Europa de tijd ge komen is dat geheel de bevolking, in al haar rangen en standen, meer direct dan tot dus- veT deelneemt aan de bestiering van haar eigen lot; en ten tweede, dat vooral in ons kleine land, elke steen des aanstoots, die noodeloos onze meer dan, ooit noodlgo vimcnwcrkirvg verstoort, behoort te worden opgeruimd. Dat nu is het wat de voorgestelde Grond wetsherziening beoogt. Regeering en Staten-Generaal, die herzie ning voorstellende en aanvaardende, geven daarmee blijk van een buitengewoon ver trouwen in de goede gezindheid en in het gezond verstand van geheel de bevolking. Van deze zelye zal het ten slotte afhan gen of die ontwikkeling, waarvan ik sprak, haar al dan niet ten goede zal komen. Ten goede zal het zijn, Indien en zoolang èn Regeering èn Volksvertegenwoordiging èn Volk den Almachtige zullen eeren als him Hoogste Gebieder. Gaan wij, Mijne Heeren, bij al onze be sluiten en al onze gedragingen -déérin ons volk voor, dan kunnen wij, althans wat on zen binnenlandschen toestand aangaat, den staatkundigen toestand die ons wacht met gerustheid tegemoet zien. Mogen wij allen ons meer en meer door dringen van het groote gewicht der ver plichtingen die op ons gansche volk worden gelegd, indien de thans ons voorgestelde Grondwetswijzigingen tot wet worden ver heven. De rede van den waarnemenden voorzit ter werd door de leden staande aangehoord en door applaus gevolgd. Vervolgens deelt de wnd. voorzitter mede, dat 98 leden hun geloofsbrieven hebben ingezonden voor het onderzoek, waarvan door hem twee com missies worden 'benoemd. Hierop wordt de vergadering verdaagd tot Vrijdagmiddag 1Y* uur. Uit de Pers. De Troonrede. Het feit, dat de Koningin persoonlijk de 'buitengewone zitting van de Staten-Gene raal heeft willen openen, zal aldus de Nieuwe Ct. wel mogen worden ver klaard uit den wensch van H. M. om aan de grondwetsherziening eenig relief te geven, althans zal men wel mogen aannemen, dat de Koningin deze opening der Kamers niet l\eeft willen doen achterstaan bij de gewone. „Dat blijkt a$k uit den eersten passus van de troonrede, die doet blijken van H. M.'s bijzondere vreugde over de „zeldzame on derlinge \vaardeering en vertrouwen", waar van partijen hebben doen blijken bij de be handeling van het ontwerp, waarover de thans bijeengekomen Staten-Generaal de eindbeslissing zullen moeten brengen. Hoe die beslissing zal uitvallen, is bij de bijna- eenstemmigheid der eerste beslissing onder dc gegeven omstandigheden niet twijfel- echtig. Overigens kon de troonrede kort zijn, en dat is zij, belangrijk korter zelfs nog, dan wij in de laatste jaren gewend waren." DeNleuveCt. zet uiteen, dat zij niette* min geenszins onbete ekenend is, om ten slotte dit er van te zeggen „Zij herinnert dankbaar aan het feit, dat de oorlog ons bespaard bleef en wijst den weg aan, om de kansen daarin alsnog te worden betrokken, zoo gering mogelijk te maken. Maar tegelijk herinnert zij er aan, dat die kans nog steeds bestaat en dat het dus noodzakelijk is alles te doen, om het ge vaar te verminderen. En zij draagt aan de Kamers een taak op, die hoezeer behalve ten aanzien der Grondwetsherziening niet politiek, toch stellig niet geringe eischen stelt aan de staatsmanskunst harer leden." Het Vaderland noemt de troonrede kort en krachtig, er staat geen woord te veel in, maar ook geen woord te weinig. „In de eerste plaats werd natuurlijk het heuglijk feit herdacht, dat de Grondwetsher ziening bij eerste lezing in beide Kamers met zoo goed als algemeene stemmen werd aangenomen. En al was het natuurlijk de constitutioneele Koningin die haar sprak en niet Wilhelmina van Oranje, wij meenen ons overtuigd te kunnen houden, dat de „bij zondere verheuging over de zeldzame on derlinge waardeerjng en het vertrouwen", waarvan de Staten-Generaal bij de behan deling der Grondwetsherziening blijk heb ben gegeven" ook diep gevoeld werd door de persoon, die ze uitsprak. Hoe zou het anders kunnen? Oranje is altijd zoo op de bres geweest voor onze volkseenheid, dot ze daarvan het symbool werdhoe groot moet niet de vreugde wezen voor eene Koningin uit het Huis, dat meer dan drie eeuwen door nauwe banden aan Nederland verbonden is, dat thans twee gewichtige vraagstukken, die de Nederlendsche natie om zoo te zeggen jarenlang in twee vijandelijke kampen heb ben verdeeld, hunne oplossing, die verzekerd is, naderen." De N. R o 11. C t. schrijft o .m.: „De groote vraagstukken, die na den vrede ook in ons land aan de orde zullen komen, en van welker richtige oplossing voor een goed deel de kracht zal afhankelijk zijn, waarmede on9 land zich na beëindi ging van den strijd zal kunnen ontwikkelen, beginnen zich nog slechts in grove omtrek ken of te teekenen. De „voorbereiding"., waarvan de Troonrede spreekt, zal voor een gewichtig deel hierin moeten bestaan, dat de hoofdfactoren van die problemen tijdig worden onderkend, en dat dan getracht wordt, bij de oplossing de juiste leiding te geven. De vraagstukken zelf zullen niet door regeeringsimtiatief naar voren gebracht worden zij dringen zich zelve uit de stuw en tegenstuw, het streven en weerstreven, uit de gansche samengestelde beweging van het maatschappelijk leven onweerstaanbaar naar boven. Wat de regeering vermag, is niet meer, dan zorg dragen, dat zij er niet door wordt overvallen, en dat zij, wanneer het oogenblik van ingrijpen daar is, in eens met vaste hand de teugels zal weten te vas ten. Te hopen is, dat de volksvertegenwoor diging de roepstem der Regeering verstaan zal. Dit is op het oogenblik het zwakke punt. Vóór de ontbinding hebben de Ka mers niet steeds getoond, 'den ernst der tijden te begrijpen. De „zeldzame onder linge waardeering en vertrouwen", waarop de Regeering eene toespeling maakt, is bij een vleugje gebleven. Toch, of deze stem ming van toenadering, deze gezindheid tot samenwerking tot een gemeenschappelijk doel, dat boven benepen partijbelangen en traditioneele partijopvattingen uitgaat, zal worden hervat daarvan zal in de eerste plaats afhangen, of de Regeering van het geen zij wil óók iets zah kunnen bereiken. Laten wij hieromtrent dan ook maar eenig idealisme behouden Het Handelsblad: „Het is wel een zeer bijzondere openings rede, die gisteren door H. M. de Koningin is uitgesproken. In deze rede zijn de eerste paragrafen, waarin herinnerd wordt aan het in groote eenstemmigheid volbrachte werk der Grondwetsherzieningwaarin voldoe ning werd uitgesproken over zeldzame on derlinge waardeering en vertrouwen waarin als eerste taak der Staten-Generaal de vol tooiing van dit werk wordt aangewezen, slechts schijnbaar de voornaamste. Wij zijn er bijna zeker van, dat ieder Nederlander dezen aanhef zal hebben gelezen met de ge dachte: nu ja, dat weten wij wel, terwijl de mededeeling„onze betrekkingen tot alle buitenlandsche mogendheden blijven gun stig""/ groote belangstelling zal hebben ge wekt. Over de Grondwetsherziening den ken wij nauwelijks meerdat geen andere politieke wetsontwerpen zullen worden in gediend, verwachtten wijmaar, de oorlogs toestand I Daaraan zullen de Staten-Gene raal hunne volle aandacht kunnen wijden, zooals wij allen het doen, aan den oorlogs toestand met al wat er aan vost is, voor het land, zijn financiën, de voorziening in zijn behoeften, zijn verdediging als het noodig mocht zijn. Ligt in deze openingsrede niet als het ware de bekentenis, dat voor de Grondwetsherziening toch wel een wonder lijk tijdstip is gekozen I" De T ij d (r.k.): Politieke wetsontwerpen zullen dus niet worden ingediendwij blijven vrij, dit jaar, van politiek. Alleen echter voorzoover die gelegen is in wetsontwerpen, zoodat dan nog in die, welke niet aanhangig zijn, bij in terpellaties, het voorstellen van moties naar aanleiding b.v. van de parlementaire vragen etc., de politiek niet gebonden wordt, en wie zal zeggen, of dit te betreuren is De troon rede zwijgt intusschen over hetgeen ge schieden zal met de aan hangige poli tieke wetsontwerpen, met name de Ouder domswet en dé Pensioenwet. Wil de regee ring zich oprecht houden aan het compro mis, dan weet zij echter, welke in dezen haar houding moet zijn. Overigens staat de troonrede toch in het teeken van den oorlog. Aanzienlijke ver sterking der geldmiddelen is onvermijdelijk, nieuwe belastingen staan ons dus te wach ten, doch vermoedelijk geen andere noch meer dan die reeds in het complex-ontwer pen van Minister Treub waren in uitzicht gesteld. Aan leger en-vloot, waarvan in de zen lijd ontzcplijk veel wordt gevergd, wordt terecht door H. M. dc Koningin dnnk gebracht. Moge de Regeering in deze ko ninklijke dankbaarheid en tevens ln hetgeen in het vorige zittingsjaar geschied is, aan leiding vinden, met meer kracht oen tot dus verre ook de sociale belangen van soldaten en matrozen te behartigen." HetHuisgezin (r.4t.) noemt óe troonr rode kort en sober. „Zelfs ten aanzien van de Grondwetsher ziening is niet enkel alle lyriek wat to prijzen js maar ook alle warmte achter- wege gebleven. Wel wordt voldoening uitgesproken ovet de eenstemmigheid, waarmee de Staten-* Generaal zich in eersten termijn met def' aanhangige voorstellen hebben vereenigd,'j doch over het werk der Grondwetsherzie- ring zelf, over de beteekenis daarvan voor ons staatsleven, ontbreekt elke waardeeringfr Wij willen hier voor het naast denken aart de groote bescheidenheid van den heer CoW van der Linden, maar in den koninklijken mond, die de Troonrede uitsprak, zou een blijde erkenning van het groote werk, dat zoo goed als tot stand werd gebracht, eer der hebben gevoegd, dan de staatsrechtelijk zeker volkomen correcte, doch voor de wer kelijkheid meerd an nuchtere afwachtend® houding, of de nieuwe Staten-Generaal - dezelfde het werk, dat zij als eenstemmig hebben goedgekeurd, nu ook zullen vol- J tooier." De (a.-r.).Rotterdammer noemt de troonrede eveneensk ort, maar juist gelukkig gesteld, o m <1 a t bij alle waardeering van de eendracht en het vertrouwen waarmee de Grondwetsherziening in eerste lezing is vol bracht, hooggestemde oordeelvellingen over den aard van dezen arbeid achterwege blij ven. Terwijl De Standaard o. m. dit zegt t „Uiteraard kon de Troonrede ditmaal, voorzoover ze profetie placht te zijn vart wat, als verrassende aanbieding, op wet gevend gebied te wachten staat, niet anders zijn dan een dood geboren kindeke. Geheel de wetgevende handeb'ng toch, die door deze Troonrede werd ingeleid, bewoog zich' ceniglijk om de herziening van Artikel 80 en 102 van de Grondwet. Alle overige wet gevende oogst was eer af te snijden, dan te profeteeren. Wat aan hetgeen gistermid dag in de Troonzaal plaats greep, zoo hooge beteekenis leende, was dan ook schier eenig- lijk het persoonlijk verschijnen van on zo Koningin onder de vertegenwoordigers vort haar Volk." De Residentiebode schrijft o. a. ,3elangrijk nieuws brengt de Troonrede niet. Deed ze het wel ooit In elk geval, de blijken van „zeldzame onderlinge waardee ring en vertrouwen" mogen tot verheuging stemmen voor zoover zij er zijn, waren ze bekend. Men zou er echter over kunnen twisten, of wel werkelijk „onderlinge waar deering en vertrouwen" in spel was. BIJ een compromis, zooals de Grondwetsherzie ning was, komen in den regel nog wel an der. motieven aan de orde. We hopen, dat inderdaad ook iets van „waardeering en vertrouwen" de oorzaak van de eenstemmig heid C,bijna eenstemmig"! Lieftinck blijft ook hier in eerewas, maar vragen toch, of er ook niet zoo iets als „politieke noodzakeliikheid" gewerkt heeft, welke term minister Cort v. d. Linden speciaal welbe kend is. Maar 't is waar, als men door noodzaak tot iets gedwongen wordt, kan da waardeering lichter vaardig worden, dart waneer overmoed tot „onderdrukking der minderheden" leidt, zooals in Kappeyne's tijd I Zoo gaan we ,ook blijkens deze Troon rede, een jaar van kalmte, politieke eensge zindheid en eenstemmigheid tegemoet. Het kan niet anders zijn dan m het welbegrepen belang van land en volk. Jammer alleen, dat dit eerst nu beseft wordt en dat de een stemmigheid pas verkregen is na bijna twe® jaar van politiek geharrewar. Men moge achteraf misschien zeggen, dat het niet ge schaad heeft en dat we nu toch maar een mooie Grondwetsherziening hebben nie mand kon vooruitzien, en zelf nè nog weten we niet eens, of die twee jaren ons niet ge* schaad hebben of nog schaden zullen Berichten. De Staatscourant van 28 Juni beval o. af •de volgende Kon. besluiten: op verzoek eervol ontslagen F. H. Boers, als burgemeester van Nieuw Pekela: idem J< Molenaar, burgemeester van Vlieland, als secretaris dier gemeente; benoemd tot onderwijzer aan Rijksnormaal lessen te Meerssen P. J. de Jongh; benoemd tot kantonrechter te Eist mr. F. A Ebbinge "Wubben, thans griffier bij het kan tongerecht te Rotterdam, tot rechter in de rechtbank te den Haag mr. O. W. Sipkes, thans te Rotterdam; met ingang van 1 Juli 1917 aan den heer "W. B. C. baron Dibbets, hoofdcommies met den persoonlijken titel van referendaris bi$ bet Departement van Oorlog, op het daartoe door hem gedaan verzoek, op grond van zijd gezondheidstoestand, een eervol ontslag uit zijne voormelde betrekking verleend en zijrf< benoemd tot Commissies bij het Departement^ van Oorlog, de adjunct-commiezen bij da£ Departement R. van der Tempel, G. Veldman^ J. W. van Aken, J. D. Peppel en P. A. Ravellifi benoemd bij het reserve-personeel der land macht, bij 'het personeel van den Geneeskun# digen Dienst, tot reserve-officier van gezond^ beid der 2de klasse, de heer "W. C. H. Weferfl' Bettink, arts. Z. K. H. de Prins ontving gisteravond ten Paleize in het Bosch den generaal-' majoor W. D. A. Ophorst, nieuw opgetre den inspecteur van het wapen der Infanterie* Diplomatieke vertegen- w*o o r cl i g i n g. Het vertrek uit Stockholm! van jhr. mr. de Beaufort naar z jn nieuwof standplaats bij het Nedeilsmdsche Gezant» schap te Buk ar est (lijdelijk te Jassy) zal nog niet dodelijk geschieden, d^ar eers\ de aan komst te Stockholm moet afgewacht worden! van jhr. dr. Van Vrederururch, nieuw noemd gezant bij de Scandinevt*die rijker^ die nog hier te lende wordt t« "uggehouaen! wegens zijn tegenwooidig"hei<? ter Duits^tf Engel sche conferentie wegens krijgsgovffl» genen raken. De opening: der Staten*Geaeraalt In den stoet, waarmede H. M. de Koning^ zich gister naar de Grafelijke Zalen begal ter opening van de Zitting der Stater-Ge* neraal reden te paard achter de galakoet® waarin H. M. on Z. K. H. de Pnns gezeten iwarende adjudant, sous-chef Y«m Haref

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1917 | | pagina 2