KOLONIËN.
binnenland.-
yolk dat besluit eens zal zegenen. Maar wan
neer het tegendeel het geval is, dan zou de
vertwijfeling en verontwaardiging van het
Duitsche volk ten toppunt stijgen.
Lubermann bracht als Pool en als sociaal
democraat dank aan den keizer voor het
amnestiebesluit en verklaarde, dat de Cze-
chen, de Slowenen, de Polen en de Ukraï-
niërs uit overwegingen van menschelijkheid
hc; amnestiebesluit toejuichen.
- Londen, 4 Juli. (R.) In het Hooger-
huis heeft lord Postsmouth uitvoerige cij
fers gevraagd betreffende den uitvoer van
levensmiddelen uit het Vereenigde Ko
ninkrijk naar Nederland en Denemarken en
van deze landen naar Duitschland en het
Vereenigd Koninkrijk in de jaren 1013
1016.
Lord Milner verklaarde, dat de regeering
rich moest blijven onthouden van het pu-
bliceeren van cijlers, niet alleen omdat deze
dikwijls vertrouwelijk werden medegedeeld,
maar ook omdat de publicate van wenken
aan den vijand zou geven, de hem midde
len aan de hand zouden doen om het hoofd
doel van onze politiek te doen mislukken.
Elk parlementslid kon echter de cijfers op
het departement van Buitenlandsche Zaken
Inzien.
Om dezelfde reden was het niet gewenscht
In discussies over cijfers te treden. Al wat
hij doen kon, was een korte verklaring ge
ven over het algemeene karakter van de
statistiek. Zelfs de meest ervaren statistici
zijn het niet eens over de gevolgtrekkingen,
die men uit cijfers maakt. Hij kon alleen
de gevolgtrekkingen mededeelen, die, naar
hij meende, elk bij het lezen der cijfers
moest maken.
Wat er ook in 1915 en het begin van
1916 gebeurd is, er werden geen levens
middelen van Engeland naar Nederland en
Denemarken uitgevoerd. Vele maanden lang
was de invoer uit Nederland en Denemar
ken niet geheel bevredigend, maar toch veel
beter dan in 1915. In dien tijd werkten de
groote Duitsche opkoopersvereenigingen in
beide genoemde landen met volle kracht,
maar in 1916 werd un actie aanmerkelijk
beperkt en in dit jaar is de toestand nog
meer verbeterd.
Sedert het midden van 1916 is er groote
verbetering in den invoer van Nederland
naar Engeland gekomen en thans neemt
deze, ondanks de moeilijkheden, waarmede
de scheepvaart te kampen heeft, op bevre
digende wijze toe, ofschoon het nog beter
kan.
Wat Denemarken betreft, waren de moei
lijkheden nog grooter. Ongeveer zes weken
lang werd zelfs niets ingevoerd, maar nu
komen er groote voorraden, vooral boter, en
«pek; de invoer uit dit land neemt dan ook
geleidelijk aanmerkelijk toe.
Overgaande tot de bespreking van den
invoer van levensmiddelen van Nederland
en Denemarken naar Duitschland, zeide spr.:
Wij beschikken niet over directe middelen
om den Invoer stop te zetten, maar zooveel
mogelijk trachten wij dezen toch tegen te
gaan.
Natuurlijk wenschen wij niet den neutra
len in eenig opzicht te benadeelen, maar
wij moeten zooveel mogelijk verhinderen,
dat voorraden den vijand bereiken. De in
terventie van Amerika zal er aanmerkelijk
toe bijdragen om de uitvoer van de omlig
gende neutrale landen naar Duitschland te
beletten. Wij zullen met nimmer verflauwen
de waakzaamheid alles doen, wat in onze
macht staat, ten einde deze uitvoeren tegen
te gaan; maar tevens moet altijd bedacht
worden, dat Duitschland ook over middelen
beschikt om druk uit te oefenen. Het levert
bijvoorbeeld kolen tegen enorm veel gunsti
ger prijzen dan Engeland het kan. Alles wat
Ik kan zeggen is, dat alle middelen, die wij
met bedachtzaamheid kunnen aanwenden
om de leveranties van deze landen aan
Duitschland te doen ophouden, niet zijn en
niet zullen worden veronachtzaamd.
Ten slotte is er nog een algemeene op
merking, welke ik wensch te maken over
deze belangrijke aangelegenheid. Ik spreek
in het bijzonder over Nederland, Denemar
ken en andere Skandinavische landen en
hun handel met Duitschland.
Wij moeten steeds goed onderscheid ma
ken tusschen twee dingen, waaromtrent
soms eenige verwarring heerscht. Ten eer
ste is er weder-uitvoer uit deze neutrale lan
den naar Duitschland van goederen, die
oorspronkelijk uit het Vereenigd Koninkrijk
of van rHers in deze neutrale landen zijn
Sngevoerrl invoer is door onze blok
kade volkomen -topgezet en ik geloof, dat
zij absoluut cëin^gd is als gevolg van den
druk, dien wij kunnpn uitoefenen.
Anders staat het echter met de aanwen
ding van onze blokkademacht om neutralen
te beletten goederen naar Duitschland te
zenden. Er is nog een aanzienlijke uitvoer
uit deze landen naar Duitschland, maar de
ze uitvoer strekt zich alleen uit tot land
bouwproducten van deze landen zelf. Het
is duidelijk dat wij niet dezelfde macht heb
ben dit te beletten. Deze neutrale landen
zijn voor zekere dingen, die voor hen zeer
noodzakelijk zijn, van ons afhankelijk. Wij
kunnen allen invloed, dien wij hebben, ge
bruiken om hen te beletten producten naar
Duitschland uit te voeren. Maar laat ons
niet den omvang van die invoeren in
Duitschland overdrijven^ Zelfs wanneer zij
geheel ophielden, dan zou dat voor Duitsch
land niet zulk een groot verschil maken
als gewoonlijk ondersteld werd. Het zou vol
strekt niet hetzelfde effect hebben tot het
dichter toehalen van dc banden van
Duitschland, dan kan worden uitgeoefend
door het stop zetten van de in"oeren door
neuftn!*» landen van oorspronkelijk van over
«de zee binnengebrachte goederen.
Londen, 5 Juli. (R.) In het lagerhuis
iwerd de vraag gedaan of de regeering voor
nemens is te> protesteeren bij de neutrale re-
eringen tegen het leggen van mijnen in
zeeën, welke ver verwijderd zijn van het
oorlogstooneel. Er wordt beweerd, dat zulke
mijnen zijn uitgezet door schepen, die on
der neutrale vlag voeren. De afgevaardigde
vroeg verder of schadevergoeding geëischt
zal worden van elk land, waarvan bewezen
kan worden, dat het geduld heeft, dat zulk
een mijnenleggend schip zijne havens ver
liet.
Cecil antwoordde, dat de Britsche regee
ring zeer zeker voornemens is, een gepaste
schadeloosstelling te eischen van elk neu
traal land, waarvan bewezen kan worden dat
het onder de hier aangegeven omstandighe
den een Engelsche haven heeft verlaten.
Brussel, 5 Juli. (W.-B.). Kardinaal
Mercier heeft onder dagteekening van 6
Juni een schrijven gericht tot den gouver
neur-generaal in België, waar hij in een uit
voerig volkenrechtelijk betoog zich bezig
houdt met den toestand van de Belgische
ambtenaren, die zich tegen de administra
tieve scheiding van België verzetten. Nu
deze stap van den kardinaal publiek bekend
is geworden, wordt ook het antwoord van
den gouverneur-generaal gepubliceerddat
aldus luidt
Brussel, 13 Juni. Uwe Eminentie
heeft d.d. 6 Juni een schrijven tot mij ge
richt, waarin onder uitvoerige volkenrechte
lijke vertoogen vermaningen tot mij worden
gericht wegens enkele van mijne ambtshan
delingen. Ik antwoord hierop, dat ik weiger
met Uwe Eminentie in eene dergelijke be
spreking te treden. Evenals mijne ambts
voorganger, zal Uwe Eminentie mij steeds
bereid vinden wenschen, die in kerkelijke
aangelegenheden door het episcopaat tot mij
worden gericht, in ontvangst te nemen, om
daarmee, voor zoover de omstandigheden dit
toelaten, rekening te houden. Daartegen
over moet ik echter bepaald verlongen, dat
alle leden van den geestelijken stand zich
stipt beperken tot de vervuling van hunne
godsdienstige taak.
Uwe Eminentie gelieve de verzekering van
mijne hoogachting in ontvangst te nemen.
Freiherr von Falkenhausen.
Kolonel-generaal.
B e r 1 ij n, 6 J u 1 i. (W. B.) Over den gun-
stigen stand van den nieuwen oogst in de
bezette streken van Rumenië wordt officieel
bericht, d.d. 30 Juni: Maïs en najaarskoren
bijna goed. Voorjaarskoren beloven een
goeden gemiddelden oogst. De koolzaad-
oogst is gedeeltelijk reeds binnengehaald.
Met het snijden van de gerst is in vele stre
ken begonnen; ook het snijden van de tar
we is sedert de laatste dagen van Juni reeds
aan den gang.
Petersburg, 5 Juli. (Tel.-ag.) De ar
beiders- en soldatenraad te Petersburg heeft
zich volkomen vereenigd met het votum van
vertrouwen in de regeering, uitgebracht
door het nationale congres bij gelegenheid
vna de likwidatie van het anarchistische in
cident in de villa Doernowo, na eene rede
van den minister Skobelern, die het betoog
inhield, dat niemand in Rusland kan worden
gearresteerd voor zijne politieke denkbeel
den, maar dat men onverbiddelijk moet zijn
tegen misdadigers, die onder anarchistisch
etiket de maatschappij uit hare voegen ruk
ken. De rapporteur van het uitvoerend co
mité zette uiteen, dat de revolutionaire ele
menten niets gemeen hebben met de over
weldigers van de genoemde villa.
Een gedelegeerde van het Preobasjenski-
regiment zeide, dat het regiment 't als eene
eer beschouwt het bevel van de voorloopi-
ge regeering te hebben uitgevoerd om de
anarchisten gevangen te nemen. De beslui
ten van de regeering werden dus ten volle
bekrachtigd door de revolutionaire demecra-
tie.
Sjanghai, 5 Juli. (R.) Eene confe
rentie die werd bijgewoond door den minis
ter van marine Chenpinkwang, den bevelvoe
renden officier van het leger, voorts door
Sunjatsen en Tongshaeyd en andere aan
zienlijke personen, heeft besloten, dat de
cenhrale republikemsche regeering zal wor
den overgebracht naar Sjanghai. De gewe
zen eerste minister Lijuanhung is uitgenoo-
digd naar Sjanghai te komen.
Oost-lndlë
Hospitaal te Soerabaja.
(Officieel). Naar aanleiding van een be
zoek dat de gouverneur-generaal van Ned.-
Indië bracht aan het militair hospitaal te
Soerabaja, telegrafeerde de landvoogd, dat
deze ziekeninrichting thans in alle opzichten
aan de daaraan te stellen eischen voldoet.
Uit de Pers.
De Amsterriainsctie opstootjes.
De N. R. C. laakt in een artikel hierover
o.a. de onbegrijpelijke lankmoedigheid,
waarmee de eerste relletjes door de politie
verdragen zijn.
In het Handelsblad lazen wij, dat een die
naar der politie geen beter middel geweten
heeft, om de vrouwenmenigte, die op een
schuit aardappelen aanviel, tot kalmte te
brengen, dan door de aardappelen te
helpen tjitdeelen. Nu komt het nieuwe sy
steem van den minister hierop neer, dat de
aardappelen in de naaste weken vanzelf wel
zullen komen, waar ze wezen moeten, en
ter markt zullen worden gebracht, waar er
behoefte aan is. Wil dit systeem tot zijn
recht komen, dan is wel eerste eisch, dat de
handelaar in zijn bezit veilig gesteld wordt.
Wie dirigeert zijn aardappelen daarheen,
waar hij ziet, dat zijn voorraad tegen de
eerste de beste opgewonden menigte niet
voldoende bescherming vindt?
Ook in de verdere gevolgen moest het
door de Arnsterdamsche politie gevolgde
systeem van lankmoedigheid de politie
agent, waar wij boven van repten zal wel
eene uitzondering zijn geweest, maar zeer
verregaande lankmoedigheid der politie
volt ook zonder dot niet te ontkennen
verderfelijk zijn. Heeft de politie niet in
gezien, dot het, eenmaal begonnen, zonder
flink ingrijpen, niet bij relletjes blijven zou?
Een deel van de Arnsterdamsche pers heeft
relletjes, als nu hebben plaats gehad, jn
een campagne van maandenlang voorbe
reid. De heeren Wijnkoop c.s. hadden er
hun assistentie bij verleend. Nu weet ieder
een, dot, wanneer het eenmaal met Telletjes
begint, zulk eene beweging, waar alle troe
bele elementen zich gaarne bijvoegen, niet
gemakkelijk kan worden bezworen. Zij ne
men in omvang toe. Zelfs de heer Wijnkoop
heeft dit doorzien, en-getracht, toen het te
laat was, zijn verantwoordelijkheid af te
schuiven. Moer als het eenmaal zoo ver is,
als de heer Wijnkoop het had helpen bren
gen, is een handgebaar en een speech uit
een lantaarnpaaldat het nu genoeg is ge
weest, niet meer in staat den steen, die aan
het rollen is gebracht, in zijn vaart te stui
ten. En als er nu protest-vergaderingen
worden gehouden tegen de politie, omdat
zij ernaar streeft, de straat-onarchie tot een
einde te brengen, dan zijn dat niet anders
dan pogingen om zich zeiven ven schuld
schoon te wasschen.
De Arnsterdamsche opstootjes zullen bin
nen kort wel tot staan worden gebracht.
Naarmate de beweging de richting uit
gaat, die zij gisteren is ingeslagen, zonde
ren steeds meer van de goedgezinde ele
menten zich daarvan of, en de politie wordt
het uitschot, dat aan aardappelen niet meer
"denkt, doch voor wie plunderen aantrekke
lijk werk is, spoedig de baas.
Don behooren deze relletjes tot het ver
leden.
Zullen wij dan toch ten minste iets eruit
hebben geleerd?
De komende tijden, de naderende winter
vooral, zal waarschijnlijk verschrikkelijk
worden. Er zal aan veel meer, dan aardap
pelen gebrek zijn, gebrek, dat met de beste
distributie niet te verhelpen zal zijn. „Er
zal geen honger worden geleden" heeft
minister Treub eens in een onbewaakt
oogenblik gedecreteerd, en het is het ge-
zegde, dat bij opstootjes nog steeds zijne
nawerking heeft.
Er zal in den komenden winter echter
overal gebrek worden geleden. Dit ligt niet
aan de regeerings- of de plaatselijke auto
riteiten; deze hebben het niet in de hand.
Er zal overal in Europa gebrek worden ge
leden, omdat onze maatschappelijke samen
leving er nu eenmaal niet op ingericht is,
dat tientallen miljoenen mannen jaren lang
aan de productie worden onttrokken. Wie
propaganda wil voeren, kan niet beter doen,
dan te trachten de bevolking te overtuigen,
en duidelijk te maken, dat gebrek onvermij
delijk is, en dat men zich daarop voor te
bereiden heeft, en met den geest bezield
heeft te worden, om den nood door te ko
men, door zich zooveel doenlijk daarin te
schikken. Tot nu toe bepaalt het groote pu
bliek zich tot mopperen, en tot de meest
onbifliike critiek veelal dp de over
heid. Wat de autoriteiten kunnen, is ech
ter niet meer dan den nood zooveel moge
lijk gelijkmatig verdeelen. Dat is al wat wij
van distributie, maximumprijzen enz. kun
nen verwachten. Het ligt, dunkt ons, op den
weg der volksleiders, die het inderdaad met
het volk goed meenen, duidelijk te maken,
dat waar niets is, zelfs de keizer zijn rech
ten verb'est.
En om dit te bereiken, is voor alles noo-
dig innige samenwerking; samenwerking
tusschen gemeentelijke en rijksautoriteiten
in de eerste plaats; samenwerking tusschen
autoriteiten en publiek; voorlichting, uit
eenzetting in de pers, .en de algemeene wil,
om elkander tegemoet te komen, en de
moeilijkheden te begrijpen. Straks komt de
steenkolenschaarschte. Wat het publiek van
het steenkolen vraagstuk tot nu toe gezien
heeft, is nog niet meer dan hopelooze ver
warring. Zullen van den winter steenkolen-
relletjes worden voorkomen, dan moet
reeds nu door het publiek inzicht verkregen
kunnen worden in wat te wachten staat, an
ders zal van den winter fiet vertrouwen
ontbreken, dot alleen door veelzijdige voor
lichting, en door eene politiek, waar men
vaste lijn in ontwaart, kan worden geves
tigd. Alleen wanneer doordoor de overtui
ging zich baan breekt, dat het niet anders
kan, en dat fouten soms onvermijdelijk zijn,
zal het zonder opstootjes afloopen. En zoo
als het met de steenkolen en de aardappelen
is, zoo zal het met andere artikelen zijn. Het
volk moet niet plotseling, als bij de aard
appelen, voor de feiten worden gesteld, die
het alleen kan aanvaarden, wanneer inder
daad de wetenschap gemeen goed is, dat
al het mogelijke tot voorkoming van den
ergsten nood, en tot gelijkmatige verdee
ling van het gebrek is gedaan. Die weten
schap kan echter niet op een dag worden
gevestigd.
Het N. v. d. D. wijdt hedenmorgen een
artikel aan het z.g. „aardappel-oproer", dat
zeer snel ontbrand is en wat het blad met
wrang sarcasme hoorde betitelen als „het
zomer-offensief van het Arnsterdamsche
rapalje" naar alle richtingen waar iets te
plunderen valt.
Ook dit blad oefent critiek uit op de hou
ding der overheid.
Zinspelende op een uiting van den Am-
sterdamschen hoofdcommissaris „dat elke
ordelijke uiting van den volksuil niet moét
worden tegengegaan, maar uit opvoedkun
dig oogpunt moet worden bevorderd",
schrijft het blad
„Niemand wenscht het sla-d'er-maar-op-
regiem terug, dat in vroeger jaren somtijds
de bevolking tartte en door te heftige re
pressie nieuwe uitspattingen opriep. Wa
zien echter thans een ander uiterste. Mag
het beginsel, dat het optreden der overheid
tegenover manifestaties van den volkswil
vooral leidend en opvoedend zijn moet, in
alle consequenties worden toegepast op dit
oogenblik, nu we een in de historie éénigen
tijd van crisis doormaken, en elk uur de
latente buitenlandsche gevaren gecompli
ceerd kunnen worden bij binnenlandsche
onlusten? Wat voor opvoedende kracht kan
er liggen in optochten onder aanvoering van
revolutionaire anarchisten? Is niet juist de
tot 't uiterste gedreven pressie od de agen
ten om zich èïles te laten welgevallen, de
oorzaak dat ten slotte de veer losspringt en
er een enkele maal oogenschijnlifk in 't wil
de wordt gechargeerd? Het volk heeft veel
te lijden gehad in de afgeloopen jaren, en
nu nog; waarachtig, wij zijn er niet blind
voor. De Nederlanders zijn echter, bij tiid
en wijle, een halsstarrig en eigenzinnig volk
en gemeenlijk geneigd tot tuchteloosheid.
Pruttelen gaat ons gemakkelijker af, dan
berusten. Er is oorlog, dood, ellende en
honger overal om ons heen maar rijst
lusten we niet, we eischen onze aardappe
len Wat hebban de pogingen van juffrouw
Wittop Koning en anderen gebaat om de
taaie traditie v^n het aardappelenmaol te
breken en den menschen te leeren hoe ze
Èr.ders, maar net zoo goed en net zoo lek
ker konden eten als zij een beetje moeite
eraan besteedden?
Het gemeentebestuur heeft zich uitge
sloofd in pogingen om tegemoet te komen
aan den volkswensch. Heeft het echter, daar
tegenover, nodrukkelijk genoeg en tijdig
genoeg den menschen ingeprent dat in
géén geval geduld zou worden dat men
zichzelf hielp ten koste van onderen, aldus
de distributie in de war brengend en het
hek openzettend voor plundering in 't wil
de, gelijk we nu beleven? Het gemeentebe
stuur is „pootig" opgetreden in Den Haag
maar werd niet tevens aldus de indruk
gewekt, dat de regeering Amsterdam ver
ongelijkte; dat 't bijgevolg^ zoo héél erg
niet was, eigenmachtig te nemen wat voor
de hand lag? Waarom heeft het gemeente
bestuur, waarin mannen als Wibaut en
Vliegen zitten, die toch het vertrouwen
moeten hebben van ruime kringen der ar
beidersbevolking, niet door uitvoerige en
herhaalde publicaties het Arnsterdamsche^
publiek ingelicht dat de redeneering„De
aardappelen liggen dóór, het zijn önze aard
appelen, de regeering mag ze ons niet ont
houden" een drogTeden is? De burge
meester heeft Dinsdag tegenover een jour-
nab'st nodrukkelijk ontkend dat von een
honger-oproer gesproken mocht worden.
Waarom echter is er dezen keer niets te
zien geweest van proclamaties van voor
lichting van het publiek, waarom liet men
het gif in een deel van de pers zijn werk
doen? 1
Berichten.
Da Staatscourant van 5 Juli bevat o.a.
de volgende Kon. besluiten:
bevorderd tot schout bij nacht de kapitein
ter zee J. J. Rambonnet, minister van marine;
bevorderd tot vice-admiraal de schouten bij
i nacht W. T. de Booij, chef der afdeeling mate
rieel bij het departement van marine en W.
C. J. Smit, commandant der stelling monden
Maas en Schelde, tevens commandant der
marine te Hellevoetsluis. en tot schout bij
nacht de kapitein ter zee J. Albarda, comman
dant van het Nederlandsch eskader in Oost-
Indië;
verleend de titulaire rang van vice-armi-
raal aan den adjudant in buitengewonen
dienst der Koningin, gepensionneerd schout
bij nacht F. Bauduin, sous-chef van het
Militaire Huis der Koningin;
benoemd tot rcgeerings-commissaris belast
met de rijksgraanverzameling in Noord-Hol
land mr. A. J. Vliegenthart te Amsterdam;
voor Utrecht A. J. Looxma Van Weideren
baron Rengers te Amersfoort.
H. M. de Koningin-Moeder heeft gister
voormiddag ten Haren Paleize ontvan
gen den nieuwbenoemden Nederlandschen
gezant te Stockholm, jhr. dr. Van Vreden-
burch en mevrouw Van Vredenburch.
Tweede Kamer. In de vergade
ring van heden was -aan de orde:
Behandeling van het verzoek van den heer
Rutgers om verlof tot het richten van vragen
aan de ministers van Binnenlandsche Zaken
en van Landbouw, Nijverheid en Handel, be
treffende de aardappelen-uitvoerpolitiek van
de regeering en de in verband daarmede m
Amsterdam plaats gehad hebbende onge
regeldheden.
Behandeling van het verzoek van den heer
Van den Tempel om verlof tot het richten
van vragen aan de regeering omtrent hare
houding in zake de voorziening der bevol
king van levensmiddelen, mede in verband
met de moeilijkheden, die zich thans in het
bijzonder in de groote steden voordoen.
Naar wij vernemen hebben de Ministers
van Binnenlandsche Zaken en van Land
bouw, Nijverheid en Handel zich bereid ver
klaard terstond de aangekondigde interpel-
latiën naar aanleiding van de ongeregeldhe
den te Amsterdam te beantwoorden.
Wetsontwerpen tot naturalisatie van B. L.
E. Stumpp, wed. van E. Backer en 40 ande
ren.
Wetsontwerpen tot verhooging der begroo
ting van Cirracao voor 1917 en kwijtschel
ding van de helft eener uitstaande vorde
ring van de kolonie Curasao. (Voorschotten
Eerste Sisal Cultuur-Maatschappij en Cul
tuur-Maatschappij der Nederlandsche An-
tille).
Wetsontwerp tot vaststelling van bijzon
dere maatregelen ten aanzien van het goe
derenverkeer met het buitenland (indien het
Eindverslag tijdig is uitgebracht).
Wetsontwerp tot wijziging en verhooging
van het Vde hoofdstuk der Staatsbegrooting
van 1917 (diverse onderwerpen).
Export-Centrale. De commissie
van Rapporteurs over het wetsontwerp, be
treffende de Export-Centrale, heeft heden
haar eindverslag vastgesteld
Het Eerste Kamerlid dr.
W ol bj e r. De quaestie betreffende het Eer
ste Kamerlid dr. Woltjer, wiens ongesteld
heid, naar men weet, voor hem een beletsel
is geworden om het bewijs van ontvangst
van den hem door Gedeputeerde Staten van
Zuid-Holland toegezonden geloofsbrief te
onderteekenen, is nog niets verder geko
men.
De Kieswet zegt,- dat binnen drie weken
na de dagteekening van bedoeld bewijs de
benoemde kennis moet geven aan Gedepu
teerde Staten of hij de benoéming aan
neemt
-- l
i Die drie weken zijn wel is waar nog niet
om, maar vormen fn het onderhavige geval
eigenlijk geen termijn, daar rij ingaan na
de dagteekening van het bewijs van ont
vangst. dot echter niet bestaat, omdat hef
door den benoemde niet geteekend is.
Eerlang zal het provinciaal bestuur een
besluit moeten nemen of er al dan niet on
der deze omstandigheden een vacature kan"
geproclameerd worden ingevolge de slotzin-
snede van artikel 119 der Kieswet, waarin'
bepaald wordt, dat de benoemde, als hij den'
termijn van drie weken zonder kennisgeving
Iaat voorbij gaan, geacht wordt de benoe
ming niet aan te nemen.
H C o 1 ij n. De oud-minister van Oor
log, de heer H. Colijn, directeur van de
Bataafsche Petroleummaatschappij, heeft gis
teren, toen hij wilde gaan fietsen, zijn voef
verstuikt. Bi* onderzoek bleek later, dat de
enkel gebroken was. Den heer Colijn is
thans een gipsverband aangelegd en hij zal
wel een viertal weken rust moeten nemen.
Fr. Li e f ti n ck. Het Kamerlid de
heer Fr. Lie ft'nek bracht gisteren wederom
een onrun^tigen nacht door.
Geen Kamerverkiezing irt
Kampen. Nader is gebleken, dat het Ka
merlid voor Kamoen, dr. Beirmer, de bezol
digde Staatsbetrekking, welke, naar bericht
wérd. door hem is,aangenomen, reeds aan
genomen had tiidens het zittingstiidperk der
vorige Kamer, dus vóór de ontbinding. Dien
tengevolge behoeft hij thans, na bij de
jongste verkiezingen herkozen te zijn, zijn
mandaat niet weder neder te leggen en zicH
aan een nieuwe herkiezing te onderwerpen,
Lui t.-g en. Van Rietschoten.
De gepr nsionneerde luit.-gen.-titulair van
het Ned.-Indische leger, C. H. van Rietscho
ten, aan wien opdracht is verleend den Gou
verneur-Generaal van Ned-Indië voor te
lichten aangaande de bedoelingen der Re
geering met betrekking tot de hervorming
van het Indische leger, ontving reeds meer
malen belangrijke Regeeringsopdrachten en
mocht herhaaldelijk wegens de uitvoering
daarvan als mede wegens belangrijke krijgs
bedrijven bijzondere betuigingen van dank
en tevredenheid deswege ontvangen.
O. a. mocht in 1914 de toenmalige gene-
raal-majoor Van Rietschoten, nadat hij zich'
els Regeeringscommissaris naar de residen
tie Westerafdeeling van Borneo begeven
had, voor de gewichtige diensten door hem
als zoodanig aan den lande bewezen, na af
loop van zijn opdracht den dank der regee
ring ontvangen, terwijl hij in 1898 eervol
was vermeld en ook het eereteeken voor be
langrijke krijgsverrichtingen draagt. Behalve
aan de krijgsverrichtingen tegen Atjeh en
Djambi nam hij ook deel aan die op de
Kleine Soenda-eilanden en op Bali.
Tot ridder in de Orde von Oranje-Nassau
werd hij bencsr"^ wegens de verdiensten
van zijn politiek beleid tijdens de verwikke
ling in Djambi gedurende het tijdvak 1 Juli
1901 tot ultimo December 1902ridder
vierde klasse der Militaire Willemsorde, werd
bij de expeditie naar Bali van 14 September
tot 30 October 1906, en ridder in de Orde
van den Nederlandschen Leeuw in Augus
tus 1913.
2 Juni 1916 werd gepensionneerd on-
der dankbetuiging voor de langdurige dien»
sten aan den lande bewezen en onder toe
kenning van den titulair en rang van luite
nant-generaal.
Bij beschikking van den Minister van
Marine is de luitenant ter zee der 2de klasse
bij de Koninklijke Marine-reserve G. Butter,
met 5 dezer geplaatst aan boord van Hr. Ma.
Bellona.
Zangdemonstraties van mi
litairen. Op last van den opperbevel
hebber van land- en zeemacht, heeft van 3
tot 5 Juli in de IVe divisie, de 4e bijeen
komst plaats van zanger-propagandisten.
Men zal zich herinneren dat te 's Gra-
venhage in haar najaar van 1916 gevormd
zijn een veertigtal militairen zanger-propa
gandisten onder leiding van bekende bur
ger zangonderwijzers, die bij de troepen
werkzaam gesteld, aldaar aan de manschap
pen onderwijs in het zingen moeien geven
uit den zangbundel van het Nederlandsche
leger, waarvan aan iederen militair een
exemplaar is uitgereikt.
Aan de demonstraties thans in de 4e di
visie te Tilburg te houden, nemen deel
resepectievelijk 8000 en 11.000 manschap
pen, terwijl des avonds aan onderscheiden©
zangvereenigingen in de korpsen gevormd,
gelegenheid gegeven wordt, een onderlin-
gen wedstrijd in eenstemmige en meerstem
mige liederen te houden.
Loonregeling sp-oorwegper-
s o n e e 1. Aan de Staatscommissie tot voor-
i bereiding van de herziening van de loon
regeling van spoorwegpersoneel zijn als ad
junct-secretarissen toegevoegd: mr. I. H.
Rinkes, werkzaam aan de directie van de Ne
derlandsche Fabriek van Werktuigen eni
Spoorwegmaterieel, te Amsterdam, en B.
Smith, opzichter in algemeenen dienst bij
den Raad van Toezicht op de Spoorwegdien
sten, te 's Gravenhage.
L. D. J. L. d e R a m. f Te 's Graven
hage is overleden het oud-lid van de Tweede
Kamer der Staten-Generaal L. D. J. L. de
Ram, ridder in de orde van den Nederland
schen Leeuw.
De overledene stond vroeger aan hel
hoofd van een beetwortelsaikerfabriek te
Bergen op Zoom en was commissaris van
verschillende financieele ondernemingen.
In Mei 1888 werd de heer De Ram geko
zen tot lid van de Tweede Kamer voor het
district Bergen op Zoom, welk district hij
bleef vertegenwoordigen tot de periodieks
verkiezingen van 1913 en waarvan hij du*