KOLONIËN. binnenland.- yolk dat besluit eens zal zegenen. Maar wan neer het tegendeel het geval is, dan zou de vertwijfeling en verontwaardiging van het Duitsche volk ten toppunt stijgen. Lubermann bracht als Pool en als sociaal democraat dank aan den keizer voor het amnestiebesluit en verklaarde, dat de Cze- chen, de Slowenen, de Polen en de Ukraï- niërs uit overwegingen van menschelijkheid hc; amnestiebesluit toejuichen. - Londen, 4 Juli. (R.) In het Hooger- huis heeft lord Postsmouth uitvoerige cij fers gevraagd betreffende den uitvoer van levensmiddelen uit het Vereenigde Ko ninkrijk naar Nederland en Denemarken en van deze landen naar Duitschland en het Vereenigd Koninkrijk in de jaren 1013 1016. Lord Milner verklaarde, dat de regeering rich moest blijven onthouden van het pu- bliceeren van cijlers, niet alleen omdat deze dikwijls vertrouwelijk werden medegedeeld, maar ook omdat de publicate van wenken aan den vijand zou geven, de hem midde len aan de hand zouden doen om het hoofd doel van onze politiek te doen mislukken. Elk parlementslid kon echter de cijfers op het departement van Buitenlandsche Zaken Inzien. Om dezelfde reden was het niet gewenscht In discussies over cijfers te treden. Al wat hij doen kon, was een korte verklaring ge ven over het algemeene karakter van de statistiek. Zelfs de meest ervaren statistici zijn het niet eens over de gevolgtrekkingen, die men uit cijfers maakt. Hij kon alleen de gevolgtrekkingen mededeelen, die, naar hij meende, elk bij het lezen der cijfers moest maken. Wat er ook in 1915 en het begin van 1916 gebeurd is, er werden geen levens middelen van Engeland naar Nederland en Denemarken uitgevoerd. Vele maanden lang was de invoer uit Nederland en Denemar ken niet geheel bevredigend, maar toch veel beter dan in 1915. In dien tijd werkten de groote Duitsche opkoopersvereenigingen in beide genoemde landen met volle kracht, maar in 1916 werd un actie aanmerkelijk beperkt en in dit jaar is de toestand nog meer verbeterd. Sedert het midden van 1916 is er groote verbetering in den invoer van Nederland naar Engeland gekomen en thans neemt deze, ondanks de moeilijkheden, waarmede de scheepvaart te kampen heeft, op bevre digende wijze toe, ofschoon het nog beter kan. Wat Denemarken betreft, waren de moei lijkheden nog grooter. Ongeveer zes weken lang werd zelfs niets ingevoerd, maar nu komen er groote voorraden, vooral boter, en «pek; de invoer uit dit land neemt dan ook geleidelijk aanmerkelijk toe. Overgaande tot de bespreking van den invoer van levensmiddelen van Nederland en Denemarken naar Duitschland, zeide spr.: Wij beschikken niet over directe middelen om den Invoer stop te zetten, maar zooveel mogelijk trachten wij dezen toch tegen te gaan. Natuurlijk wenschen wij niet den neutra len in eenig opzicht te benadeelen, maar wij moeten zooveel mogelijk verhinderen, dat voorraden den vijand bereiken. De in terventie van Amerika zal er aanmerkelijk toe bijdragen om de uitvoer van de omlig gende neutrale landen naar Duitschland te beletten. Wij zullen met nimmer verflauwen de waakzaamheid alles doen, wat in onze macht staat, ten einde deze uitvoeren tegen te gaan; maar tevens moet altijd bedacht worden, dat Duitschland ook over middelen beschikt om druk uit te oefenen. Het levert bijvoorbeeld kolen tegen enorm veel gunsti ger prijzen dan Engeland het kan. Alles wat Ik kan zeggen is, dat alle middelen, die wij met bedachtzaamheid kunnen aanwenden om de leveranties van deze landen aan Duitschland te doen ophouden, niet zijn en niet zullen worden veronachtzaamd. Ten slotte is er nog een algemeene op merking, welke ik wensch te maken over deze belangrijke aangelegenheid. Ik spreek in het bijzonder over Nederland, Denemar ken en andere Skandinavische landen en hun handel met Duitschland. Wij moeten steeds goed onderscheid ma ken tusschen twee dingen, waaromtrent soms eenige verwarring heerscht. Ten eer ste is er weder-uitvoer uit deze neutrale lan den naar Duitschland van goederen, die oorspronkelijk uit het Vereenigd Koninkrijk of van rHers in deze neutrale landen zijn Sngevoerrl invoer is door onze blok kade volkomen -topgezet en ik geloof, dat zij absoluut cëin^gd is als gevolg van den druk, dien wij kunnpn uitoefenen. Anders staat het echter met de aanwen ding van onze blokkademacht om neutralen te beletten goederen naar Duitschland te zenden. Er is nog een aanzienlijke uitvoer uit deze landen naar Duitschland, maar de ze uitvoer strekt zich alleen uit tot land bouwproducten van deze landen zelf. Het is duidelijk dat wij niet dezelfde macht heb ben dit te beletten. Deze neutrale landen zijn voor zekere dingen, die voor hen zeer noodzakelijk zijn, van ons afhankelijk. Wij kunnen allen invloed, dien wij hebben, ge bruiken om hen te beletten producten naar Duitschland uit te voeren. Maar laat ons niet den omvang van die invoeren in Duitschland overdrijven^ Zelfs wanneer zij geheel ophielden, dan zou dat voor Duitsch land niet zulk een groot verschil maken als gewoonlijk ondersteld werd. Het zou vol strekt niet hetzelfde effect hebben tot het dichter toehalen van dc banden van Duitschland, dan kan worden uitgeoefend door het stop zetten van de in"oeren door neuftn!*» landen van oorspronkelijk van over «de zee binnengebrachte goederen. Londen, 5 Juli. (R.) In het lagerhuis iwerd de vraag gedaan of de regeering voor nemens is te> protesteeren bij de neutrale re- eringen tegen het leggen van mijnen in zeeën, welke ver verwijderd zijn van het oorlogstooneel. Er wordt beweerd, dat zulke mijnen zijn uitgezet door schepen, die on der neutrale vlag voeren. De afgevaardigde vroeg verder of schadevergoeding geëischt zal worden van elk land, waarvan bewezen kan worden, dat het geduld heeft, dat zulk een mijnenleggend schip zijne havens ver liet. Cecil antwoordde, dat de Britsche regee ring zeer zeker voornemens is, een gepaste schadeloosstelling te eischen van elk neu traal land, waarvan bewezen kan worden dat het onder de hier aangegeven omstandighe den een Engelsche haven heeft verlaten. Brussel, 5 Juli. (W.-B.). Kardinaal Mercier heeft onder dagteekening van 6 Juni een schrijven gericht tot den gouver neur-generaal in België, waar hij in een uit voerig volkenrechtelijk betoog zich bezig houdt met den toestand van de Belgische ambtenaren, die zich tegen de administra tieve scheiding van België verzetten. Nu deze stap van den kardinaal publiek bekend is geworden, wordt ook het antwoord van den gouverneur-generaal gepubliceerddat aldus luidt Brussel, 13 Juni. Uwe Eminentie heeft d.d. 6 Juni een schrijven tot mij ge richt, waarin onder uitvoerige volkenrechte lijke vertoogen vermaningen tot mij worden gericht wegens enkele van mijne ambtshan delingen. Ik antwoord hierop, dat ik weiger met Uwe Eminentie in eene dergelijke be spreking te treden. Evenals mijne ambts voorganger, zal Uwe Eminentie mij steeds bereid vinden wenschen, die in kerkelijke aangelegenheden door het episcopaat tot mij worden gericht, in ontvangst te nemen, om daarmee, voor zoover de omstandigheden dit toelaten, rekening te houden. Daartegen over moet ik echter bepaald verlongen, dat alle leden van den geestelijken stand zich stipt beperken tot de vervuling van hunne godsdienstige taak. Uwe Eminentie gelieve de verzekering van mijne hoogachting in ontvangst te nemen. Freiherr von Falkenhausen. Kolonel-generaal. B e r 1 ij n, 6 J u 1 i. (W. B.) Over den gun- stigen stand van den nieuwen oogst in de bezette streken van Rumenië wordt officieel bericht, d.d. 30 Juni: Maïs en najaarskoren bijna goed. Voorjaarskoren beloven een goeden gemiddelden oogst. De koolzaad- oogst is gedeeltelijk reeds binnengehaald. Met het snijden van de gerst is in vele stre ken begonnen; ook het snijden van de tar we is sedert de laatste dagen van Juni reeds aan den gang. Petersburg, 5 Juli. (Tel.-ag.) De ar beiders- en soldatenraad te Petersburg heeft zich volkomen vereenigd met het votum van vertrouwen in de regeering, uitgebracht door het nationale congres bij gelegenheid vna de likwidatie van het anarchistische in cident in de villa Doernowo, na eene rede van den minister Skobelern, die het betoog inhield, dat niemand in Rusland kan worden gearresteerd voor zijne politieke denkbeel den, maar dat men onverbiddelijk moet zijn tegen misdadigers, die onder anarchistisch etiket de maatschappij uit hare voegen ruk ken. De rapporteur van het uitvoerend co mité zette uiteen, dat de revolutionaire ele menten niets gemeen hebben met de over weldigers van de genoemde villa. Een gedelegeerde van het Preobasjenski- regiment zeide, dat het regiment 't als eene eer beschouwt het bevel van de voorloopi- ge regeering te hebben uitgevoerd om de anarchisten gevangen te nemen. De beslui ten van de regeering werden dus ten volle bekrachtigd door de revolutionaire demecra- tie. Sjanghai, 5 Juli. (R.) Eene confe rentie die werd bijgewoond door den minis ter van marine Chenpinkwang, den bevelvoe renden officier van het leger, voorts door Sunjatsen en Tongshaeyd en andere aan zienlijke personen, heeft besloten, dat de cenhrale republikemsche regeering zal wor den overgebracht naar Sjanghai. De gewe zen eerste minister Lijuanhung is uitgenoo- digd naar Sjanghai te komen. Oost-lndlë Hospitaal te Soerabaja. (Officieel). Naar aanleiding van een be zoek dat de gouverneur-generaal van Ned.- Indië bracht aan het militair hospitaal te Soerabaja, telegrafeerde de landvoogd, dat deze ziekeninrichting thans in alle opzichten aan de daaraan te stellen eischen voldoet. Uit de Pers. De Amsterriainsctie opstootjes. De N. R. C. laakt in een artikel hierover o.a. de onbegrijpelijke lankmoedigheid, waarmee de eerste relletjes door de politie verdragen zijn. In het Handelsblad lazen wij, dat een die naar der politie geen beter middel geweten heeft, om de vrouwenmenigte, die op een schuit aardappelen aanviel, tot kalmte te brengen, dan door de aardappelen te helpen tjitdeelen. Nu komt het nieuwe sy steem van den minister hierop neer, dat de aardappelen in de naaste weken vanzelf wel zullen komen, waar ze wezen moeten, en ter markt zullen worden gebracht, waar er behoefte aan is. Wil dit systeem tot zijn recht komen, dan is wel eerste eisch, dat de handelaar in zijn bezit veilig gesteld wordt. Wie dirigeert zijn aardappelen daarheen, waar hij ziet, dat zijn voorraad tegen de eerste de beste opgewonden menigte niet voldoende bescherming vindt? Ook in de verdere gevolgen moest het door de Arnsterdamsche politie gevolgde systeem van lankmoedigheid de politie agent, waar wij boven van repten zal wel eene uitzondering zijn geweest, maar zeer verregaande lankmoedigheid der politie volt ook zonder dot niet te ontkennen verderfelijk zijn. Heeft de politie niet in gezien, dot het, eenmaal begonnen, zonder flink ingrijpen, niet bij relletjes blijven zou? Een deel van de Arnsterdamsche pers heeft relletjes, als nu hebben plaats gehad, jn een campagne van maandenlang voorbe reid. De heeren Wijnkoop c.s. hadden er hun assistentie bij verleend. Nu weet ieder een, dot, wanneer het eenmaal met Telletjes begint, zulk eene beweging, waar alle troe bele elementen zich gaarne bijvoegen, niet gemakkelijk kan worden bezworen. Zij ne men in omvang toe. Zelfs de heer Wijnkoop heeft dit doorzien, en-getracht, toen het te laat was, zijn verantwoordelijkheid af te schuiven. Moer als het eenmaal zoo ver is, als de heer Wijnkoop het had helpen bren gen, is een handgebaar en een speech uit een lantaarnpaaldat het nu genoeg is ge weest, niet meer in staat den steen, die aan het rollen is gebracht, in zijn vaart te stui ten. En als er nu protest-vergaderingen worden gehouden tegen de politie, omdat zij ernaar streeft, de straat-onarchie tot een einde te brengen, dan zijn dat niet anders dan pogingen om zich zeiven ven schuld schoon te wasschen. De Arnsterdamsche opstootjes zullen bin nen kort wel tot staan worden gebracht. Naarmate de beweging de richting uit gaat, die zij gisteren is ingeslagen, zonde ren steeds meer van de goedgezinde ele menten zich daarvan of, en de politie wordt het uitschot, dat aan aardappelen niet meer "denkt, doch voor wie plunderen aantrekke lijk werk is, spoedig de baas. Don behooren deze relletjes tot het ver leden. Zullen wij dan toch ten minste iets eruit hebben geleerd? De komende tijden, de naderende winter vooral, zal waarschijnlijk verschrikkelijk worden. Er zal aan veel meer, dan aardap pelen gebrek zijn, gebrek, dat met de beste distributie niet te verhelpen zal zijn. „Er zal geen honger worden geleden" heeft minister Treub eens in een onbewaakt oogenblik gedecreteerd, en het is het ge- zegde, dat bij opstootjes nog steeds zijne nawerking heeft. Er zal in den komenden winter echter overal gebrek worden geleden. Dit ligt niet aan de regeerings- of de plaatselijke auto riteiten; deze hebben het niet in de hand. Er zal overal in Europa gebrek worden ge leden, omdat onze maatschappelijke samen leving er nu eenmaal niet op ingericht is, dat tientallen miljoenen mannen jaren lang aan de productie worden onttrokken. Wie propaganda wil voeren, kan niet beter doen, dan te trachten de bevolking te overtuigen, en duidelijk te maken, dat gebrek onvermij delijk is, en dat men zich daarop voor te bereiden heeft, en met den geest bezield heeft te worden, om den nood door te ko men, door zich zooveel doenlijk daarin te schikken. Tot nu toe bepaalt het groote pu bliek zich tot mopperen, en tot de meest onbifliike critiek veelal dp de over heid. Wat de autoriteiten kunnen, is ech ter niet meer dan den nood zooveel moge lijk gelijkmatig verdeelen. Dat is al wat wij van distributie, maximumprijzen enz. kun nen verwachten. Het ligt, dunkt ons, op den weg der volksleiders, die het inderdaad met het volk goed meenen, duidelijk te maken, dat waar niets is, zelfs de keizer zijn rech ten verb'est. En om dit te bereiken, is voor alles noo- dig innige samenwerking; samenwerking tusschen gemeentelijke en rijksautoriteiten in de eerste plaats; samenwerking tusschen autoriteiten en publiek; voorlichting, uit eenzetting in de pers, .en de algemeene wil, om elkander tegemoet te komen, en de moeilijkheden te begrijpen. Straks komt de steenkolenschaarschte. Wat het publiek van het steenkolen vraagstuk tot nu toe gezien heeft, is nog niet meer dan hopelooze ver warring. Zullen van den winter steenkolen- relletjes worden voorkomen, dan moet reeds nu door het publiek inzicht verkregen kunnen worden in wat te wachten staat, an ders zal van den winter fiet vertrouwen ontbreken, dot alleen door veelzijdige voor lichting, en door eene politiek, waar men vaste lijn in ontwaart, kan worden geves tigd. Alleen wanneer doordoor de overtui ging zich baan breekt, dat het niet anders kan, en dat fouten soms onvermijdelijk zijn, zal het zonder opstootjes afloopen. En zoo als het met de steenkolen en de aardappelen is, zoo zal het met andere artikelen zijn. Het volk moet niet plotseling, als bij de aard appelen, voor de feiten worden gesteld, die het alleen kan aanvaarden, wanneer inder daad de wetenschap gemeen goed is, dat al het mogelijke tot voorkoming van den ergsten nood, en tot gelijkmatige verdee ling van het gebrek is gedaan. Die weten schap kan echter niet op een dag worden gevestigd. Het N. v. d. D. wijdt hedenmorgen een artikel aan het z.g. „aardappel-oproer", dat zeer snel ontbrand is en wat het blad met wrang sarcasme hoorde betitelen als „het zomer-offensief van het Arnsterdamsche rapalje" naar alle richtingen waar iets te plunderen valt. Ook dit blad oefent critiek uit op de hou ding der overheid. Zinspelende op een uiting van den Am- sterdamschen hoofdcommissaris „dat elke ordelijke uiting van den volksuil niet moét worden tegengegaan, maar uit opvoedkun dig oogpunt moet worden bevorderd", schrijft het blad „Niemand wenscht het sla-d'er-maar-op- regiem terug, dat in vroeger jaren somtijds de bevolking tartte en door te heftige re pressie nieuwe uitspattingen opriep. Wa zien echter thans een ander uiterste. Mag het beginsel, dat het optreden der overheid tegenover manifestaties van den volkswil vooral leidend en opvoedend zijn moet, in alle consequenties worden toegepast op dit oogenblik, nu we een in de historie éénigen tijd van crisis doormaken, en elk uur de latente buitenlandsche gevaren gecompli ceerd kunnen worden bij binnenlandsche onlusten? Wat voor opvoedende kracht kan er liggen in optochten onder aanvoering van revolutionaire anarchisten? Is niet juist de tot 't uiterste gedreven pressie od de agen ten om zich èïles te laten welgevallen, de oorzaak dat ten slotte de veer losspringt en er een enkele maal oogenschijnlifk in 't wil de wordt gechargeerd? Het volk heeft veel te lijden gehad in de afgeloopen jaren, en nu nog; waarachtig, wij zijn er niet blind voor. De Nederlanders zijn echter, bij tiid en wijle, een halsstarrig en eigenzinnig volk en gemeenlijk geneigd tot tuchteloosheid. Pruttelen gaat ons gemakkelijker af, dan berusten. Er is oorlog, dood, ellende en honger overal om ons heen maar rijst lusten we niet, we eischen onze aardappe len Wat hebban de pogingen van juffrouw Wittop Koning en anderen gebaat om de taaie traditie v^n het aardappelenmaol te breken en den menschen te leeren hoe ze Èr.ders, maar net zoo goed en net zoo lek ker konden eten als zij een beetje moeite eraan besteedden? Het gemeentebestuur heeft zich uitge sloofd in pogingen om tegemoet te komen aan den volkswensch. Heeft het echter, daar tegenover, nodrukkelijk genoeg en tijdig genoeg den menschen ingeprent dat in géén geval geduld zou worden dat men zichzelf hielp ten koste van onderen, aldus de distributie in de war brengend en het hek openzettend voor plundering in 't wil de, gelijk we nu beleven? Het gemeentebe stuur is „pootig" opgetreden in Den Haag maar werd niet tevens aldus de indruk gewekt, dat de regeering Amsterdam ver ongelijkte; dat 't bijgevolg^ zoo héél erg niet was, eigenmachtig te nemen wat voor de hand lag? Waarom heeft het gemeente bestuur, waarin mannen als Wibaut en Vliegen zitten, die toch het vertrouwen moeten hebben van ruime kringen der ar beidersbevolking, niet door uitvoerige en herhaalde publicaties het Arnsterdamsche^ publiek ingelicht dat de redeneering„De aardappelen liggen dóór, het zijn önze aard appelen, de regeering mag ze ons niet ont houden" een drogTeden is? De burge meester heeft Dinsdag tegenover een jour- nab'st nodrukkelijk ontkend dat von een honger-oproer gesproken mocht worden. Waarom echter is er dezen keer niets te zien geweest van proclamaties van voor lichting van het publiek, waarom liet men het gif in een deel van de pers zijn werk doen? 1 Berichten. Da Staatscourant van 5 Juli bevat o.a. de volgende Kon. besluiten: bevorderd tot schout bij nacht de kapitein ter zee J. J. Rambonnet, minister van marine; bevorderd tot vice-admiraal de schouten bij i nacht W. T. de Booij, chef der afdeeling mate rieel bij het departement van marine en W. C. J. Smit, commandant der stelling monden Maas en Schelde, tevens commandant der marine te Hellevoetsluis. en tot schout bij nacht de kapitein ter zee J. Albarda, comman dant van het Nederlandsch eskader in Oost- Indië; verleend de titulaire rang van vice-armi- raal aan den adjudant in buitengewonen dienst der Koningin, gepensionneerd schout bij nacht F. Bauduin, sous-chef van het Militaire Huis der Koningin; benoemd tot rcgeerings-commissaris belast met de rijksgraanverzameling in Noord-Hol land mr. A. J. Vliegenthart te Amsterdam; voor Utrecht A. J. Looxma Van Weideren baron Rengers te Amersfoort. H. M. de Koningin-Moeder heeft gister voormiddag ten Haren Paleize ontvan gen den nieuwbenoemden Nederlandschen gezant te Stockholm, jhr. dr. Van Vreden- burch en mevrouw Van Vredenburch. Tweede Kamer. In de vergade ring van heden was -aan de orde: Behandeling van het verzoek van den heer Rutgers om verlof tot het richten van vragen aan de ministers van Binnenlandsche Zaken en van Landbouw, Nijverheid en Handel, be treffende de aardappelen-uitvoerpolitiek van de regeering en de in verband daarmede m Amsterdam plaats gehad hebbende onge regeldheden. Behandeling van het verzoek van den heer Van den Tempel om verlof tot het richten van vragen aan de regeering omtrent hare houding in zake de voorziening der bevol king van levensmiddelen, mede in verband met de moeilijkheden, die zich thans in het bijzonder in de groote steden voordoen. Naar wij vernemen hebben de Ministers van Binnenlandsche Zaken en van Land bouw, Nijverheid en Handel zich bereid ver klaard terstond de aangekondigde interpel- latiën naar aanleiding van de ongeregeldhe den te Amsterdam te beantwoorden. Wetsontwerpen tot naturalisatie van B. L. E. Stumpp, wed. van E. Backer en 40 ande ren. Wetsontwerpen tot verhooging der begroo ting van Cirracao voor 1917 en kwijtschel ding van de helft eener uitstaande vorde ring van de kolonie Curasao. (Voorschotten Eerste Sisal Cultuur-Maatschappij en Cul tuur-Maatschappij der Nederlandsche An- tille). Wetsontwerp tot vaststelling van bijzon dere maatregelen ten aanzien van het goe derenverkeer met het buitenland (indien het Eindverslag tijdig is uitgebracht). Wetsontwerp tot wijziging en verhooging van het Vde hoofdstuk der Staatsbegrooting van 1917 (diverse onderwerpen). Export-Centrale. De commissie van Rapporteurs over het wetsontwerp, be treffende de Export-Centrale, heeft heden haar eindverslag vastgesteld Het Eerste Kamerlid dr. W ol bj e r. De quaestie betreffende het Eer ste Kamerlid dr. Woltjer, wiens ongesteld heid, naar men weet, voor hem een beletsel is geworden om het bewijs van ontvangst van den hem door Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland toegezonden geloofsbrief te onderteekenen, is nog niets verder geko men. De Kieswet zegt,- dat binnen drie weken na de dagteekening van bedoeld bewijs de benoemde kennis moet geven aan Gedepu teerde Staten of hij de benoéming aan neemt -- l i Die drie weken zijn wel is waar nog niet om, maar vormen fn het onderhavige geval eigenlijk geen termijn, daar rij ingaan na de dagteekening van het bewijs van ont vangst. dot echter niet bestaat, omdat hef door den benoemde niet geteekend is. Eerlang zal het provinciaal bestuur een besluit moeten nemen of er al dan niet on der deze omstandigheden een vacature kan" geproclameerd worden ingevolge de slotzin- snede van artikel 119 der Kieswet, waarin' bepaald wordt, dat de benoemde, als hij den' termijn van drie weken zonder kennisgeving Iaat voorbij gaan, geacht wordt de benoe ming niet aan te nemen. H C o 1 ij n. De oud-minister van Oor log, de heer H. Colijn, directeur van de Bataafsche Petroleummaatschappij, heeft gis teren, toen hij wilde gaan fietsen, zijn voef verstuikt. Bi* onderzoek bleek later, dat de enkel gebroken was. Den heer Colijn is thans een gipsverband aangelegd en hij zal wel een viertal weken rust moeten nemen. Fr. Li e f ti n ck. Het Kamerlid de heer Fr. Lie ft'nek bracht gisteren wederom een onrun^tigen nacht door. Geen Kamerverkiezing irt Kampen. Nader is gebleken, dat het Ka merlid voor Kamoen, dr. Beirmer, de bezol digde Staatsbetrekking, welke, naar bericht wérd. door hem is,aangenomen, reeds aan genomen had tiidens het zittingstiidperk der vorige Kamer, dus vóór de ontbinding. Dien tengevolge behoeft hij thans, na bij de jongste verkiezingen herkozen te zijn, zijn mandaat niet weder neder te leggen en zicH aan een nieuwe herkiezing te onderwerpen, Lui t.-g en. Van Rietschoten. De gepr nsionneerde luit.-gen.-titulair van het Ned.-Indische leger, C. H. van Rietscho ten, aan wien opdracht is verleend den Gou verneur-Generaal van Ned-Indië voor te lichten aangaande de bedoelingen der Re geering met betrekking tot de hervorming van het Indische leger, ontving reeds meer malen belangrijke Regeeringsopdrachten en mocht herhaaldelijk wegens de uitvoering daarvan als mede wegens belangrijke krijgs bedrijven bijzondere betuigingen van dank en tevredenheid deswege ontvangen. O. a. mocht in 1914 de toenmalige gene- raal-majoor Van Rietschoten, nadat hij zich' els Regeeringscommissaris naar de residen tie Westerafdeeling van Borneo begeven had, voor de gewichtige diensten door hem als zoodanig aan den lande bewezen, na af loop van zijn opdracht den dank der regee ring ontvangen, terwijl hij in 1898 eervol was vermeld en ook het eereteeken voor be langrijke krijgsverrichtingen draagt. Behalve aan de krijgsverrichtingen tegen Atjeh en Djambi nam hij ook deel aan die op de Kleine Soenda-eilanden en op Bali. Tot ridder in de Orde von Oranje-Nassau werd hij bencsr"^ wegens de verdiensten van zijn politiek beleid tijdens de verwikke ling in Djambi gedurende het tijdvak 1 Juli 1901 tot ultimo December 1902ridder vierde klasse der Militaire Willemsorde, werd bij de expeditie naar Bali van 14 September tot 30 October 1906, en ridder in de Orde van den Nederlandschen Leeuw in Augus tus 1913. 2 Juni 1916 werd gepensionneerd on- der dankbetuiging voor de langdurige dien» sten aan den lande bewezen en onder toe kenning van den titulair en rang van luite nant-generaal. Bij beschikking van den Minister van Marine is de luitenant ter zee der 2de klasse bij de Koninklijke Marine-reserve G. Butter, met 5 dezer geplaatst aan boord van Hr. Ma. Bellona. Zangdemonstraties van mi litairen. Op last van den opperbevel hebber van land- en zeemacht, heeft van 3 tot 5 Juli in de IVe divisie, de 4e bijeen komst plaats van zanger-propagandisten. Men zal zich herinneren dat te 's Gra- venhage in haar najaar van 1916 gevormd zijn een veertigtal militairen zanger-propa gandisten onder leiding van bekende bur ger zangonderwijzers, die bij de troepen werkzaam gesteld, aldaar aan de manschap pen onderwijs in het zingen moeien geven uit den zangbundel van het Nederlandsche leger, waarvan aan iederen militair een exemplaar is uitgereikt. Aan de demonstraties thans in de 4e di visie te Tilburg te houden, nemen deel resepectievelijk 8000 en 11.000 manschap pen, terwijl des avonds aan onderscheiden© zangvereenigingen in de korpsen gevormd, gelegenheid gegeven wordt, een onderlin- gen wedstrijd in eenstemmige en meerstem mige liederen te houden. Loonregeling sp-oorwegper- s o n e e 1. Aan de Staatscommissie tot voor- i bereiding van de herziening van de loon regeling van spoorwegpersoneel zijn als ad junct-secretarissen toegevoegd: mr. I. H. Rinkes, werkzaam aan de directie van de Ne derlandsche Fabriek van Werktuigen eni Spoorwegmaterieel, te Amsterdam, en B. Smith, opzichter in algemeenen dienst bij den Raad van Toezicht op de Spoorwegdien sten, te 's Gravenhage. L. D. J. L. d e R a m. f Te 's Graven hage is overleden het oud-lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal L. D. J. L. de Ram, ridder in de orde van den Nederland schen Leeuw. De overledene stond vroeger aan hel hoofd van een beetwortelsaikerfabriek te Bergen op Zoom en was commissaris van verschillende financieele ondernemingen. In Mei 1888 werd de heer De Ram geko zen tot lid van de Tweede Kamer voor het district Bergen op Zoom, welk district hij bleef vertegenwoordigen tot de periodieks verkiezingen van 1913 en waarvan hij du*

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1917 | | pagina 2