DE EEMLANDER".
Donderdag 12 Juli 1917.
BI IITFNI .AND."
H
N° 10
16" Jaaraarig. 1
FEUILLETON.
g! Strijdende Zielen.
mj - MARIE VAN VERSENDAAL.
Hoofdredactie: Mf D VAN SCHAARDENBURG.
Uilgevers: VALKHOFF Co.
abonnemenxspeus
fat 3 maanden root Amersloort f J*®®*
Mom franco per post.. ~,7*
Per vroek (metgratis verzekering tegen ongelukken) -
Afzondorliike nummers
Wekeli,ks«h bjjToessel „D. Bolland,ch. (onder
redactie van Thérè-se Hoven) per 3 mnd. 5» cis.
Wekelijkseb bijvoegsel Wn-tlirntu" per 3 mnd. 53 ets.
Bureau: UTRECHTSCHESTRAAT 46.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
PRIJS DER AD VERTEN TIÉN
Van 1—5 rogelsf 0.80.
Elke rogol meer- 0.15.
Dienstaanbiedingen 15 regoh o.50.
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handol en bedrip bestaan zeur voordeolige beputingoa
U.I liet herhaald advortooren in dit Blad, bii abenuoineut.
Eone circulaire, bevattende tie voorwaarden, wordt op
aanvraag toegezonden.
'n Frisch geluid.
Geef het kind wat des kinds is.
Is men in de klingen van het bijzondèr
onderwijs daarvan wel steeds doordrongen? i
Geeft men soms niet veelêer het kind wat
des ouderlings is Men ziet dan wel de
boomen, doch niet het bosch. Men staart
zich blind op de gevaren welke de kinder-
ziel bedreigén, doch de kinderziel zelf ziet
n men niet. In zijn ijver om het kind voor de
j< keflc te behouden, moet het kind gekneed
A\. en vervormd worden tot het gewenschte
model en het frissche kinderlijke wordt
daartoe, onderdrukt.
Dit roomsche systeem van opvoeding tot
*n levend machinetje zonder eigen wil en
zonder zelfstandig denkvermogen, is ook
fJVjMn protestantsche kringen doorgedrongen.
Doch hier ondervindt het verzet.
lm 'n Christelijk schoolhoofd, de heer Van
Wijlen, redacteur van „de School met den
eiy Bijbel", heeft 'i\ reeks Christelijke leerboek-
1H J*es uigegeven en daarin gebroken met alle
gekunstelde dorheid.
"H Groote ergernis in het gereformeerde
öi 'kamp.
Ei zit te weinig gereformeerde pit in,
verwijt men hem. Jood noch heiden, noch
mohamedaan kan zich aan den inhoud stoo-
ten. Hebben wij daarom christelijke scholen
gebouwd om de kinderen lezen en schrij
ven te ljeeren en daarbij, voor de christelijk
heid, 'n gebed bij het begin en 'n dankzeg-
9|ging aan het slot en op den koop toe nog
:Tn beetje bijbelsche geschiedenis? Zoo
Hwordt verontwaardigd gevraagd en door
hen, die het kind niet tot mensch in de
christelijke maatschappij, doch tot lidmaat
der Geref. kerk willen opvoeden.
Maar hoor nu de verdediging van den
schrijver
„Er log over onze oude boekjes 'n geest
van ernst, van sterke christelijke levensop
vatting. De volksgeest was door de opwek
kingen in Afscheiding, Reveil en Doleantie
sterker in z'n uitingen. Dat kwam ook uit in
het leesboek. Maar die geest verflauwt zien-
deroogen. Dat zal ieder smarten. Maar het
is wat anders dien geest te kennen en te
Kwaardeeren in gesprek of lectuur, èn dien
geest te forceeren in het schoolleesboek. De
verhalen in het oude leesboek kregen vaak
ili jui st door dien christelijken levenstoon die
*?r doorloopend in doorklonk, iets gekun-
stele's, iets gemaakts, voor den jongen iets
In onnatuurlijks, ver staande van zijn eigen le-
I" ?fven Het werd dan soms een er bij halen
Rvan bijbelteksten, een popperige vroomheid.
jZeldsn hebben die oude verhalen eerst van
brave Hendrik, maar later ook van De Lief
de en van Veenendaal, indruk op mij ge
maakt. Het werd ons jongens een wereldje
van vrome en slechte jongens, beurtelings
lij te onzer leering en afschuw ons geschilderd,
3 maar heelemaal staande buiten ons leven
van slootje springen, en in boomen klimmen
jfl" "van boodschappen doen voor thuis en
neem mij niet kwalijk! van vechten en
stoeien en zwemmen en spelen, 't Leken
communiekindertjes in zwarte pakjes, waar
lUf
G
je even naar keek, maar die u koud lieten.
Zelfs onze indrukken van religie in de kerk
en thuis, vooral onder de Bijbelles van on
zen meester, woren heel anders dan van die
braven uit de boekjes, die met twee pagi
na's formaat net zou gauw waren verdwe
nen als verschenen. En onze ondeugden,
die wij rond en in ons zelf zagen, waren in
den regel ook heel anders. In één woord
die boekjes, ze lieten ons koud, ze bleven
ons vreemd, ze deden ons kwaad noch goed.
't Zat er, vermoed ik, te dik op, of liever
te onnatuurlijk. Het was of de heele wereld
bestond uit brave of stoute jongensnooit
had je er bij van die leuke, van die rare,
van die alledaagsche jongens, zooals wij ze
kenden. Ze hadden iets volgroeids over zich
in hun keuze ten goede of ten kwadehet
leken meer mannetjes en vrouwtjes, in klein
formaat, dan echte jongens en meisjes. Ik
weet er dan ook niets meer vanheel die
wereld vergaten wij als de school uit was,
het ging niet mee de wereld in."
Indien deze geest in de kringen van de
voorstanders van het bizonder onderwijs \\%t
meer doordrong, zou het verwijt, dat de
sectarische school niet het onderwijs dienst
baar maakt aan het kind, doch door middel
van het onderwijs het kind tracht dienstbaar
te maken aan kerkelijke en politieke belan
gen, zeker niet meer zoo vaak vernomen
worden
Politiek Overzicht.
Het overlegt tusschen
regeering en rijksdag in
Duitschland.
n
Met de hervatting der zittingen van den
rijksdag op Donderdag 5 Juli is «ene actie
begonnen, die zich voorloopig nog achter de
schermen afspeelt, maar toch reeds met zóó
veel kracht zich doet geleien, dat de zaken
eene krisis tegemoet gaan. De strijd beweegt
zich zoowel op het gebied van de buiten-
landsche als van de binnenlandsche politiek.
De regeering staat als wrijfpaal tusschen de
beide tegen elkaar ingaande stroomingen,
van welke de eene voortzetting van den oor
log verlangt totdat de tegenstander is ten
onder gebracht en de andere verlangt, dat
*al het mogelijke zal worden gedaan om te
komen tot pen vrede, steunende op weder^
zijdsch overleg. Op het gebied van de bin
nenlandsche politiek wordt alles beheerscht
door de kwestie van de „Neuorientierung",
den nieuwen koers waarvan de keizer deN
aanwijzing heeft gegeven in zijne bekende
Paaschboodschap, die de belofte inhield van
eene grondige hervorming van de Pruisische
kiesrechtregeling. Ook hier zijn rechter- en
linkerzijde met elkaar in feilen strijd. De
conservatieven, die zich bedreigd zien in
hunne machtspositie wanneer het kiesrecht
in Pruisen nieuw geregeld wordt, zijn open
lijk in oppositie tegen de regeering en voor-
Reclame.
Vrijdag, Zaterdag eo Maandag
avond, 13,14 en ÏO Juli, van's avonds
7 tot 11 nar, doorl. voorstellingen
(aanvang 2de voorstelling O nnr).
Zondag 15 Juli van 6 tot ÏO (aan
vang 2de voorstelling 8 uur), gaat In
de Bioscoop, „I>c Arend" als hoofd
nummer ,,ODETIE", drama in 4
afdeellngen mei voorspel, naar den
beroemden roman van VICI'OBIEN
SARDOU. In de hoofdrol de bekende
en gevierde Film-Artiste FRANCESCA
BFRTINf. Voor het overigepro
gramma en do prijzen, zie affiches.
al tegen den rijkskanselier, die ook in Prui
sen minister-president is. Maar ook de lin
kerzijde komt met nadruk op voor hare wen-
schen. Zij verlangt niet slechts de hervor
ming van het Pruisische kiesrecht, maar ook
politieke hervormingen in het Duitsche rijk,
in de eerste plaats den overgang tot een par
lementair regeeringsstelsel, en zij verlangt
vóór alles, dat het hervormingswerk terstond
zal worden aangevat.
De linkerzijde vindt in dit streven krach
tige steun van andere partijen in den rijks
dag, inzonderheid van het centrum. Een lid
van het centrum, de afgevaardigde Erzber-
gen, heeft in de eerste vergadering van de
hoofdcommissie, na de hervatting eene for
mule te berde gebracht tot omschijving van
datgene wat wordt beoogd. Die formule
heeft als uitgangspunt gediend voor de actie,
welke nu is aangeval het is dus van belang
haar te kennen. De Germania, het hoofd
orgaan van de centrumpartij, deelt daarover
mede, dat het doel is van den rijksdag eene
verklaring over het oorlogsdoel uit te lokken.
Die stelt men zich voor als eene nieuwe be
tuiging van instemming met het oorlogspro-
gromma van 4 Augustus 1914, dat gein ver
overingszucht het Duitsche volk in den oor
log heeft gedreven, maar dat het slechts
naar de wapenen heeft gegrepen tot verde
diging van zijne vrijheid en zelfstandigheid
en tot bescherming van de onschendbaar
heid "van zijn gebied. Verder moet in deze
verklaring tot uitdrukking komen, dat het
Duitsche volk steeds bereid is tot een vre
de, steunende op gemeenschappelijk over
leg, onder afwijzing van alle plannen, die
doelen op economische afzondering der vol
ken en op het kweeken van vijandschap tus
schen hen. Zoo lang de vijanden zulk een
vrede afwijzen, zal het Duitsche volk in on
overwinnelijke eensgezindheid met ongebro
ken energie den oorlog voortzetten.
Dit is de strekking van de verklaring, die
Erzberger den Duitschen rijksdag wil doen
afleggenr En als toelichting van de actie,
die bij daarmee wil voeren, wordt nog het
volgende medegedeeld
„De Entente heeft het vredesaanbod van
12 December met spot en hoon afgewezen,
als zijnde eene vrucht van de „Pruisische
militaire caste", het „keizerlijke absolutis
me", enz. Bij de geringste bekendheid met
de binnenlandsche toestanden van Duitsch
land is het niet te verwonderen, wanneer
deze verdachtmakingen een grooter geloof
hebben gevonden den wij in Duitsch'onJ
weten. Om aan deze intriges voor goed den
kop in te drukken, moet van het Duitsche
volk, voor den op grond van het vrijste en
meest democratische kiesrecht gekozen
Duitschen rijksdag eene ondubbelzinnige
wilsuiting voor de politiek van het Duitsche
oorlogsdoel uitgaan. Daarmee wordt aan
Duitschland's vijanden ondubbelzinnig aan
het verstand gebracht, dat zij niet alleen
met de „Pruisische jonkers", met de „mili
taire caste" oorlog voeren, maar met het
geheele Duitsche volk, en dat dit volk be
sloten is dezen strijd om vrijheid en zelf
standigheid tot den lantsten druppel bloeds
te voeren en alle bezwaren en moeielijkhe-
den te dragen.
Om deze gedachte ten volle tot verwe
zenlijking te brengen, is het noodig, dat ook
de regeering zich met dit standpunt ver-
eenigt. De rijkskanselier heeft in de com
missie, onder verwijzing naar zijne vroe
gere verklaringen over het oorlogsdoel, de
gedachte op zich zelf aanvaard. Dat is ech
ter niet voldoende. De ernst van deze ma
nifestatie zal eerst dan ten volle worden
begrepen, wonneer het Duitsche volk door
eene parlementaire vertegenwoordiging
verantwoordelijk mede betrokken wordt bij
de regeering. Daarmee moeten de pogingen
van Engeland worden tegengegaan om zijne
Entente-Vrienden in te blazen, dat de Duit
sche regeering in 't eind toch doet wat zij
wil en aan den rijksdag niet verantwoor
delijk is. Daarom wordt de vorming van een
soort coalitie-ministerie voorbereid, waarin
gezaghebbende leden van het parlement zit
ting zullen nemen. Daarmee zou de eens
gezindheid en samenwerking tusschen
volksregeering en keizer niet slechts naar
buiten gedocumenteerd, maar ook praktisch
verwezenlijkt worden in een voor uitvoering
vatbaren vorm.
Over den vorm van dit nieuwe stelsel be
hoeft men zich het hoofd niet te breken.
Vooral zou het-werkeerd zijn het nieuwe"
stelsel voor te stellen als overgang tot een
parlementair regeeringsstelsel in mechani
sche navolging van het Ëngelsche voor
beeld. Het niéuwe stelsel wordt aangepast
aan 'de Duitsche gewoonten en de histori
sche wordingsgeschiedenis van- het rijk on
der volledige handhaving van zijn karakter
als bondsstaat.
De Paasch-belofte van den keizer moet
in vervulling komen. Daar met een spoedig
einde van den oorlog niet kan worden ge
rekend, wordt het eene gebiedende nood
zakelijkheid, de hervormingen op het ge
bied der binnenlandsche politiek in Prui
sen reeds nu ter hand te nemen. Daardoor
zal" ook de verdachtmaking krachteloos ge
maakt worden, die vooral in Rusland eene
groote rol speelt, dat de Paaschboodschap
eene belofte inhoudt, die niet zal worden
nagekomen. Daarom moet in Pruisen on
verwijld de kiesrechthervormirig ingeleid
worden. Orrder de gegeven omstandigheden
kan slechts het gelijke, geheime en directe
kiesrecht onder aanpassing van de Pruisi
sche toestanden in aanmerking komen.
Daaruit vloeit de noodzakelijkheid voort,
dat ook in het Pruisische ministerie eene
homogeniteit voor deze hervorming verkre*
gen wordt. Dat zal ook hier eene verwisse
ling van personen ten gevolge hebben."
Zoo luidt de toelichting, die gegeven
wordt van het denkbeeld om den Duitschen
rijksdag in eene uitdrukkelijke verklaring
zijn standpunt tegenover de kwestieOor
lof of \nrede? kenbaar te maken. Met dot
denkbeeld is verbonden eene ingrijpende
hervorming der staatsinrichting van het Duit
sche rijk en van het koninkrijk Pruisen-
Daarover loopen nu de besprekir^gen, die
In Duitschland tusschen de regeering en
parlement gaande zijn. Voorshands worden
zij in vertrouwelijken kring gevoerd. Eene
eerste uitkomst van deze overleggingen
vindt men in de hier geneden opgenomen
aanschrijving over de hervorming van het
kiesrecht in Pruisen. Het verdere zal men
spoedig vernemen, want de toestand dringt
tot snel en krachtig handelen om. tot eene
beslissing te komen.
De oorlog.
Aan het westelijke front zijn de Duitschers
op het front bij Niguwpoort in Engelsche
stellingen gedrongen op een front van 1400
yards en 600 yards diep.
Op het strijdfront ten zuiden van do
Dnjestr hebben de Russen Halicz, aan dia
rivier gelegen, bezet en zijn nog verder naar
het westen vooruitgerukt.
Londen, 10 Juli. (R.). Er is een uit
voerig rapport bekend gemaakt van gene
raal Maude, den bevelhebber van de expedi
tie in Mesopotanië, dat loopt over het tijd
perk van Augustus 1916 tot het laatst van
Maart 1917 en handelt over de voorberei
ding van de operatiën en over die opera-
tiën zelve, welke hebben geleid tot den vol
van Bagdad. Het rapport zegt onder meer:
Reeds meer dan veertien dagen vóór wij
Bagdad bezetten, was de vijand begonnen,
zijn voorraden en zaken van strategische
waarde weg te voeren en eigendommen, die
niet konden vervoerd worden, te vernielen.
Toch viel ons een ontzaglijek buit in han
den, deels beschadgd, deels onbeschadgdL
Daaronder bevonden zich kanonnen, machi
negeweren, ammunitie, spoorwegmaterieeL
smidsen, rails, ijs en sodawater, vilt, slangen,
pompen, kranen, windassen, sein- en tele-
graphie-inriohtingen, alsmede hospitaalbe»
noodigdheden. In het arsenaal vonden wij,
behalve eenige kanonnen die tamelijk oud
waren, alle kanonnen die den vijand in April
1916 bij de overgave van Koet in handen
war engevallen en die generaal Townsend
onbruikbaar had gemaakt.
Daarna beschrijft A^ude de operaties na
Bagdad's valhoe de vijand zich ongeveer
twintig mijl ten noorden van de stad had
verschanst op den redhter Tigris-oever. De
hoofdstelling werd door enfileering geno»
men, waarbij wij in nauwe samenwerking
Als een staatsman zich op den Hemel be
roept dan is het gewoonlijk om aardsche
dingen.
IE
LE
Roman van Helene Dickmar.
Geautoriseerde vertaling uit het Noorsch
La door
A. M VAN DER LINDEN—VAN EDEN.
18* 44 -
>jl Het was nu omstreeks Kerst-tijd. Margretha
Was reeds den geheelen dag op en had haar
dogelijksche bezigheden weer opgenomen.
Maar, wanneer Ellen er van sprak om naar
jChristiania terug te gaan ten einde op Kerst
avond op Sunny Hill te kunnen zijn, betrok
«el nog bleeke gezicht en zij vroeg met een
|>ijnliik trekje, of zij haar zoo slecht hadden
behandeld, dat zij zich haastte om zoo spoe
dig mogelijk weg te komen! Het zou veel ver
standiger zijn om den Kerstavond en de beide
Kerstdagen bij hen te blijven, voor dezen
«énen keer; zij kon dan Oudejaarsavond op
Sunny Hill zijn.
En Ellen bleef. „De twee dagen meer of
minder," zei ze tot zich zelve, „dat zou toch
•e kinderachtig zijn om die er niet aan vast
te inoopenMaar zij werd bevangen door
evn wonderlijke onrust, toen zij dit besluit gc-
°®nen had. Een onrust, die zij zich zelve niet
w de bekennen en waartegen zié dapper
scheij
ïklee
,Bont
-rage*
3rd.
irveuj
1 dag.1
lAtGEJ
streed. Deze aangewezen dag, waarop zij de
beide laatste maanden gerekend en gewacht
had, was er nu niet meer. En het was alsof
zij geen moed had haar gedachten op een
laleren datum te bepalen, zelfs al was die niet
zoo ver meer verwijderd.
Maar toen de Kerstavond naderde, steeg
deze onrust tot een werkelijke kwelling. De
post was in den laatsten tijd ongeregeld aan
gekomen door de mist in de fjord en toen die
eindelijk kwam, had zij van Harald geen brief
gebracht, geen enkele regel. Zij troostte zich
iederen dag met dezelfde redenen: drukte op
school, postve'rtraging en den langen brief,
dien zij met Kersttijd moest ontvangen.
Het was haar een verlichting, dat er juist
bijzonder veel drukte in huis was met het oog
op de feestdagen. Margretha moest nog ont
zien worden en boe meer werk hoe beter,
dan ging de tijd sneller voorbij en kon zij niet
aan haar onrust toegeven. Tot laat in den
avond zocht zij bezigheid. Zij huiverde voor
den nacht terug als voor een schrikbeeld.
Want in haar hield een geheimen angst de
wacht en dreef den slaap uit hare oogen. In
half sluimerenden toestand zag zij Harald
stervende ongelukkig.
Maar den volgenden morgen was zij weer in
staat haar angst terug te dringen en opnieuw
redenen, verstandige redenen te bedenken. En
dan was zij weer de onvermoeide, flinke
Ellen, met den warmen, ofschoon gejaagden
glans in haar oogen, die het dagelijksch werk
aanpakte en diep in haar binnenste den
heimelijken aifgst voor den volgenden nacht
en den volgenden morgen met zich omdroeg.
Het was den avond van den eersten Kerst
dag.
Boven, op haar kamer, was Ellen gereed
gekomen met het pakken om den volgenden
dag op reis te gaan. De post had 's morgens
een brief gebracht, meldende dat Harald in
de laatste wTeek telkens flauwten had gehad
en dat dc dokter de uiterste voorzichtigheid
had bevolen. Zijn hartkwaal had zich weer
ernstig doen gelden.
Zij bleef een oogenblik midden in de kamer
staan en streek telkens weer met beide han
den het zware, golvende haar, waarin het
laatste jaar een enkelen zilveren draad had
geweven, van haar slapen. Haar hoofd was
zwaar en het was of iets haar beklemde,
waardoor zij geen adem kon halen. En zij
liep naar het venster, haalde het gordijn om
hoog en opende het raam.
Het was heldere maneschijn. De lucht was
zacht en zuiver. Alles rondom haar lag daar
zoo rustig en stil, alsof de heclc wereld al
haar wanklanken had doen samensmelten in
één zacht, vol accoord; of ieder mcnschcnhnrt
nu slechts het voorbeeld van de groote moe
der had te volgen en veilig kon inslapen in
een gezonde, natuurlijke rust. Ellen boog het
hoofd uit het raam en haalde diep adem. ter
wijl haar oogen onafgewend -voor zich uit
bleven staren. In dit oogenblik was het alsof
haar ziel op eens opgeheven en vervuld
werd door een alles bcheerschend gevoel
dat de macht bezat alle boeien fo.breken; om
over berg en dal en zee te gaan en zich daar
heen te spoeden waar haar verlangen haar
heendrecf.
Er werd aan de deur geklopt. Zij schrikte
en keerde zich om; het was Hans.
Het maanlicht valt op zijn gelaat. Het is
bijna onkenbaar, bleek.verwrongen van smart.
Hij heelt een open telegram in de hand.
„Ellen er is iets vrccselijks gebeurd
Harald Tranen verstikken zijn stem en
hij gaat naar haar toe alsof hij haar tot zich
wil trekken: „Harald stierf van morgen."
Maar Ellen wijkt terug schrede voor
schrede haar opengesperde oogen staren
als in doodschrik, verwilderd, onafgewend
naar hem t- tweemaal heft'zij dc armen om
hoog en houdt ze dan afwerend vóór zich,
alsof zij een moordenden slag wil afweren.
En bij zijn laatste woorden klinkt er door het
huis een jammerkreet... kort, zwak, maar met
dien slependcn, huiveringwekkenden, door»
dringenden naklank, die overal schijnt te
leven, overal natrilt in de ruimte in dc
lucht, zonder weg te sterven.
Margretha zit schreiende in dc kamer van
Hans. Het is alsof een echo van dien jammer
kreet zich ook den weg naar hier heeft ge
baand, en haar al meer doet schreien, terwijl
Hans de kamer op en heer loopt, nu cn dan
stilstaande om zijn oogen af te drogen.
„Hoe kon je haar alleen laten. Hans?" zei
Margretha eindelijk, terwijl zij haar hoofd op
hief cn zij vergeefs trachtte zich tc bchcer-
schen.
..Zij vroeg mij heen te gaan en haar een
poos alleen te laten."
„Hoe zag zij er uit?"
„O" hij hield even op. „Die oogen ver
geet ik nooit!" zei hij als in een onwillekeu
rige uitbarsting eu liep de kamera-weer op en
neer.
„Welke Ellens oogen?"
?,Ja ik heb er dikwijls van gehoord, hoe
dieren hen aanzien, die hen dooden lang
diep verwijlend 1 Neen ik vergeet ze n o o i t
er sprak een bede uit om barmhartig
heid dat het oict waar mocht zijn.'' Hij
keerde zich om „...Ach, hoe zou ik haar kuiH
ncn helpen 1" Zijn slem brak.
„Ik wist wel dat Ellen heel heftig eu
hartstochtelijk is maar ik hadrnict gedacht,
dal zij het Zoo zou opnemen."
Hans bleef staan en z?tg haar aan zonder te
antwoorden.
Er was iets in zijn blik, dat Margretha op*
eens scheen te verstaan.
„Denk je, denk je dat Ellen zij sta
melde en kon bijna de woorden niet uilen.
„Ach, neen Hans
„Ja
Margretha bedekte haar gelaat en riep uit*
„Hoe vreesclijk!" Een oogenblik daarna
nam zij haar handen weg cn keek hem aan-
Er was iels onzekers, iets van vrees in haar
blik „Arme Ellen!" Hans ging naast haar op
dc sofa zitten en trok haar naar zich toe. Eu
nu schreide zij nog heviger aan zijn borst. Er
was zooveel wat haar nu helder werd. Na
een poosje zei ze:
„Ik ben blij dat Ellen hier is, niet waar?
Om allerlei redenen," voegde zij er bij, cn
zag hem aan met een blik, waarin alles, wat
•zij niet in woorden brengen kon, lag opgeslo
ten.
Hans knikte en streek haar zacht over het
haar
„Denk je, dat Harald ook? Ach Hans
zij verborg opnieuw haar hoofd aan zijo
borst.
(Wordt vervolgd.)