A m 16"' Jaargang. Bte „DE EEMLANDER". Vrijdag 13 Juli 1917. BlITFNI AND~ FEUILLETON. N* 11 Strijdende Zielen. ar AMERSF - MARIE VAN VERSENDAAL. t Hoofdredactie, j M|. D f VAN SCHAARDENBURG. abonnementsprijs. Per 8 maanden voor Amereloort fc f Idem franco per post.. Perweek (metgratiiveriekermj? teren ongelukken! - u.i«. Afzonderlijke nummers - «MM». Wekelijkaob bgroersel „D« Bollandtclu Huitvrou»' (onder redactie ran Thérèse Hoven) per 3 rand. 80 et». "Wokelrjksoh bijvoeg»»! WtrMnnu" per S mnd. 52 ct». <9 Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 40. Intercomm. Telefoonnummer 66. Uitgevers: VALKHOFF Co. f 0.80. - 0.15. - 0.50e PRIJS DER ADVERT EN TIEN Van 15 regels.» Elke regel meer Dienstaanbiedingen 15 regels Qroote lettors naai plaatsruimte. Voor handel on beirijl bostaan zeer voordoeligo bopalingon tol het herhaald adverteeron in dit Blad» bij abonnement. Eeno circulaire, bevattende 4e voorwaarden, wordt op Aanvraag toegezondeu. Kennisgevingen* raadsvergadering. De Burgemeester von Amersfoort, Gezien art. *11 der Gemeentewet, Brengt ter kennis van de ingezetenen, dot de Raad dezer*gemeente zal vergaderen op Dins- do? den 17. Juli aanstaande, des namiddags ten 7 ure. Amersfoort, 12 Juli 1917. De Burgemeester voornoemd, v. RANDWUCK. HINDERWET. Burgemeester en Wethouders van Amersfoort, Gelet op artt. G en 7 der Hinderwet, Brengen ter kennis van het publiek, dat een door J. Warnaer, voorzitter der Coöperatieve Slagerije alhier, ingediend verzoek, met bijla gen, om vergunning tot het uitbreiden van een slachtplaats door het plaatsen van een electro- motoi van 1 P.K. een een koelplaats voor het bewaren van vleesch in het perceel alhier ge legen aan de Hellestraat bij het Kadaster be kend onder sectie E, No. 20, op de Secretarie der gemeente ter visie ligt, en. dat op Woens dag den 25 Juli aanstaande, des voormiddags tót half elf uren gelegenheid ten Raadhuize wordt gegeven om, ten overstaan van het Ge meentebestuur of van één of meer zijner leden, bezwaren tegen het uitbreiden van de inriohling in te brengen. Tot het beroep, bedoeld in art. 15, le lid der Hinderwet, zijn volgens de bestaande jurispru dentie, alleen zij gerechtigd, die overeenkom stig artikel 7 der Hinderwet voor het Gemeen tebestuur of één of meer zijner leden zijn ver schenen, teneinde hunne bezwaren mondeling toe te lichten. Amersforot, den 11. Juli 1917. Burgemeester en Wethouders voornoemd. De Secretaris, De Burgemeester, K. KAAN T n 1 S. v T>ANDWIJCK. Politiek Overzicht De duikbootoorlog en de rijksdag. In den strijd, die in Berlijn achter de scher men wordt gevoerd tusschen de elementen an rechts en van links, is, voor zooveel den nieuwen koers in Pruisen betreft, de beslis sing gevallen ten gunste van links. Door de aanvulling, die de aanschrijving van 11 Juli heeft gebracht in het programma van de kiesrechthervorming, welke de bekende Paaschboodschap van den koning van Prui sen had aangekondigd, is de zekerheid ver kregen, dat dit hervormingswerk zal worden aangevat in den geest waarin dat door de linkerzijde werd gewenscht. Het wetsont werp, dat de nieuwe regeling van het kies recht voor het huis van afgevaardigden van den Pruisischen landdag zal bevatten, zal opgebouwd zijn op den grondslag van het algemeene, voor allen gelijke, rechtstreek- sche en geheime kiesrecht; en dat dit werk met bekwamen spoed ter hand zal worden genomen, is zeker gesteld door de opdracht, die aan het ministerie is gegeven om het wetsontwerp zóó tijdig in te dienen, dat de eerstvolgende verkiezingen naar het nieuwe kiesrecht kunnen plaats hebben. Dezelfde elementen, die op het gebied der binnenlandsche politiek zich er tegen ver zetten, dat deze koers werd uitgegaan, wa ren ook die, welke de oorlogspolitiek in Duitschland dreven in de richting van de voortzetting van den strijd tot het uiterste. Zal de nederlaag van deze elementen op dit ééne onderdeel doorwerken ook op de an-,"J". w "ST dere onderdeelen? Dan mag worden ver- *>nd zou d",ng.e" onvoo.waardel.jk toegeven. Natuurlijk heeft men daar, waar deze beweging werd geleid en de stof er voor geleverd werd, zelf nooit de onvoor wacht, dat ook in het oorlogsbeleid eene andere richting zal worden ingeslagen. Een' toetssteen daarvoor zal men hebben in den U-boot-oorlog. Het is algemeen bekend, dat het besluit om den oorlog tegen de handels scheepvaart te voeren op de meedogenlooze, niets en niemand ontziende wijze, die sedert Februari van dit jaar wordt toegepast, het werk .is van de predikers van de guerre a outrance. Die hebben gebruik gemaakt van de stemming, die door de afwijzing van het vredesaanbod der centrale mogendheden was gewekt, om eene verscherping van de strijdvormen door te drijven in eene mate, die men haast niet mogelijk zou hebben ge acht. Het scheen, dat men aan Duitsche zijde ongevoelig was \^oor de ernstige bedenkin gen, die tegen deze wijze van strijdvoeren waren in te brengen, en voor de groote be zwaren, die daardoor niet alleen aan de te genpartij, maar in niet 'mindere mate aan de onzijdigen werden toegebracht. Telkens opnieuw' werden met blijkbaar welgevallen de opgaven vermeld van de door de U-boo- ten in den grond geboorde schepen en van de daardoor verloren gegane vrachtruimte. Nog dezer dagen werd met blijdschap het bericht van de Duitsche admiraliteit ver spreid, dat in dé jnaand Juni schepen met eene gezamenlijke vrachtruimte van ruim een millioen bruto-registertonnen naar den bodem der zee waren gebracht. Voor de don kere keerzijde van deze medaille scheen men geen oog te hebben. Nu blijkt, dat ook voor dip zijde van de kwestie de oogen open gaan. Den afgevaar digde Erzberger komt de eer toe in de hoofdcommissie van den rijksdag ook den U- bootoorlog ter sprake te hebben gebracht in een anderen zin'dan waarin dat tot dusver placht te geschieden. Dat hij daarmee een goede snaar heeft aangeroerd, blijkt uit de instemming, die hij heeft gevonden bij de Frankf. Ztg. Dit blad brengt aan Erzberger hulde, dat hij in den Duitschen rijksdag een licht heeft ontstoken, waarvan is te hopen, dat het de oogen zal doen opengaan van de ruimste kringen, en schrijft „Dat is eene overwinning en een vooruit gang, die ons een goed eind dichter kan brengen bij het doel, niet alleen van dén vrede, maar van de politieke rijpheid en ons allengs zulke kwaadaardige, de binnen- en buitenlandsche politiek evenzeer in ge vaar brengende vormen had aangenomen als in eenig ander land. Het is geen groot geheim meer, dat van deze zijde, die aan het ongeluk van de we reld \een goed deel van de schuld draogt, in het volk de meening uitgestrooid en met ijver verspreid is, dat de onbeperkte duik bootoorlog in korten tijd de termijnen wisselden af en verscheidene, die werden genoemd, zijn reeds verstreken Enge- zichtigheid begaan zich aan zulke termijnen te binden. Maar wie durft betwisten, dat de zin van de geheele propaganda was, dat Engeland op een met mathematische zeker heid binnen maanden intredend tijdstip zou ineen zakken Wij hebben overeenkomstig onzen plicht dikwijls voor deze noodlottige dwaling gewaarschuwd. Heeft echter ook de politieke regeering alles gedaan om het ont staan van deze dwaling te beletten Hier over moet"het oordeel aan de volksverte genwoordigers overgelaten blijven, die bij de beslissing over den duikbootoorlog en de daarmee noodig wordende breuk met ^merika de geheime zittingen van de com missie hebben bijgewoond. In breede volks kringen zal men echter zich niet aan den indruk kunnen -onttrekken, dat de leden der regeering destijds den rijksdag nief voldoen de hebben ingelicht over de ware kansen en mogelijkheden van de onderneming. Want hoe had anders de rede van Erzber ger zulk eene groote uitwerking kunnen heb ben, alsof zij eene verrassende onthulling bracht? Volgens de officieel bekend ge maakte cijfers is het succes van de cluik- booten in het in der* grond boren sedert T Februari zeer groot, belangrijk grooter dan de marine wilde waarborgen. Wanneer dus niettemin 't poiitieke succes voor groo te kringen van de politiek zichtbaar achter blijft bij de verwachtingen, dan kan destijds in den rijksdag van de regeeringstafel niet alles zijn gedaah om voor cle volksvertegen woordiging een objectief onderzoek moge lijk te maken en haar in staat te stellen den zwaFen last der mede-verantwoordelijkheid met een gerust geweten op hare schouders te nemen." Dit alles bevat voor ons geen nieuws; wij hebben zelf in dien 'zin geschreven. Het opmerkelijke is echter, dat het van Duitsche zijde gezegd wordt. Dit wekt cle hoop op, dat een der gevolgen van de ernstige krisis, die nu in Duitschland hare oplossing nadert, zal zijn, dat de vraag in overweging wordt genomen, of met den duikbootoorlog op den tegenwoordigen voet moet worden voort gegaan. Wanneer men tbt het inzicht komt, dat die' te kwader ure begonnén strijdme- grootheid van Duitschland. Want voordat j thode eene misrekening is geweest, dan zal Europa weer zich zelf kan worden, moet j het mogelijk zijn een groot struikelblok, dat deze pest van het machtbegeerige chauvi-inu de strijdende partijen belet tot elkaar DQTY1 P 71 fn 1 iit-rrorlrA\7f>n i n Ant mi 1 Ie ra "1. ,14 nisme zijn uitgedreven, die dat willen wij nu toch eens eerlijk bekennen bij te komen, uit den weg te mimen. Do oorlog* Over den strijd op het oostelijke oorlogs- tooneel wordt van Duitsch-Oostenrijksche zijde bericht, dat gister plaatselijke gevech ten werden geleverd onmiddellijk ten zuiden van de Dnjestr en dat de toestand onveran derd is. De Russen berichten, dat zij Knlucz hebben bezet, eene stad, die ligt aan de uit het zuiden op de Dnjestr toestroomende Lomnica, een eindweegs van de uitmonding af. Van de rest van het front is niets te ver melden. Londen, 11 Juli. (R.) Naar de Britsche admiraliteit meldt, kwamen in de afgeloopen week 2898 schepen binnen, terwijl 2798 uit gingen. Er werden 14 schepen boven en drie beneden 1600 ton tot zinken gebracht en 17 zonder resultaat aangevallen. Zeven vis- schersvaartuigen werden in den grond ge boord. Londen, 12 Juli. (R.) De munitiemi nister Addison heeft in een interview ge zegd, dat niet minder dan duizend fabrieken nu bezig zijn met het maken van vliegtuigen. De voorraad gaat met sprongen omhoog en is nu meer dan driemaal zoo groot als een jaar geleden. In December zal de voorraad het dubbele bedragen van het ciifep van April. Londen, 12 Juli. (R.) Kolonel Sir Ed ward Warden doet een beroep op de vrou wen van Groot-Brittannie, die bezig zijn met het maken van voorwerpen ten behoeve van de troepen voor den winter 191718. Het stuk begint als volgt: Toen ik een beroep deed op de vrouwen van Groot-Brittannie, nu een jaar geleden, om winterbenoodigdhe- den te maken voor onze legers op de ver schillende gevechtsfronten, hoopten wij al len, dat dit onze laatste winterveldtocht zou zijn. Maar wat er ook moge gebeuren vóór den .aanstaanden winter, het is zeker, dat groote strijdkrachten in ieder geval in het veld zullen zijn. Daarom rust op ons de taak behoorlijke voorzieningen te treffen om een -voldoenden voorraad warme goederen voor onze mannen gereed te maken onver schillig waar. zij dienen. Verder wordt indruk gelegd op het feit, dat met het aangroeien van de legers de hoeveelheid van debenoodigde goederen evenredig toeneemt. Berlijn, 12 Juli, 11.40 voormiddags. (W. B.) DeT>erichten in de Duitsche pers om trent het aftreden van den rijkskanselier von Bethmann Hollweg zijn ongegrond. Berlijn, 1 2 Juli. (W. B.) Naar de B. Z. am Mittag meldt, heeft de kroonprins heden morgen eenige gezaghebbende leden van de Rijksdagfracties ontvangen. Er werden in het paleis van den kroonprins ontboden von Payer (vrijz. volkspartij), dr. David (sociaal democraat), dr. Stresemann, (nationaal-libe- raal), Mertin (Duitsche fractie), Erzberger (Centrum) en Westarp (conservatief). Het onderhoud mei elk der afgevaardigden^ die in bijzondere audiëntie ontvangen werden, duurde geruimen tijd. Alle kwestiën, die thans aan de orde zijn, werden in den breede besproken. München, 12 Juli. (W. B.) De Baye- rische Staatszeitung schrijft in haar hoofd artikel van heden onder den titel: „Het ge roep naar parlementariseering": In de leven dige besprekingen van de laatste dagen over de reorganisatie, die de binnenlandsche politieke toestanden moeten ondergaan, neemt de vraag van de zoogenaamde parle mentariseering een zeer ruime plaats in en wordt als de gewichtigste eisch om het Duitsche wereldlijke leven gezond te maken en te versterken, nadrukkelijk op den voor grond gesteld. Zoo gerechtvaardigd op zich zelf het stre ven is om aan de volksvertegenwoordiging een krachtiger medewerking aan de vor ming van de binnen- en buitenlandscKe poli tiek van het Duitsche volk te verzekeren, zoo gaat toch met dat streven iets anders hand in hand, dat op de invoering van het parle mentaire -stelsel in Duitschland doelt. Iedere onbevooroordeelde kenner van de geschie denis van ons constitutioneel leven en van onze partijverhoudingen zal toegeven, dat do overplanting van het parlementaire stelsel op Duitschland eene onmogelijkheid is en dat dit een maatregel zou zijn. die het be staan van het Duitsche rijk in groot gevaat zou brengen. Wanneer daarvoor bewijs noo dig mocht zijn, dan zij herinnerd aan de be kende verklaring, die de stichter van het Duitsche rijk Bismaick den 5en April 1884 in de vergadering van den bondsraad over do kwestie der oprichting van een verantwoor delijk rijksministerie aflegde, waarin hij be toogde: Zelfs wanneer het gelukte vaste meerderheden uit de in den huidigen rijks dag aanwezige partijen te vormen, dan zou toch de koninklijke regeering de instelling van een parlementair stelsel als de zekere inleiding tot het vervol en de wederontbin- ding van het Duitsche rijk beschouwen. Deze verklaring van den eersten Duitschen kanselier, die destijds de onverdeelde in stemming van olie vertegenwoordigers der overige bondsregeeringen vond, heeft nog heden onveranderd kracht. De woorden van Bismarck, die over de vraag der instelling van verantwoordelijke rijksministeriën ge sproken waren, krijgen natuurlijk tegenover den eisch, die nu wordt vernomen, tot invoe ring van het pariementaire stelsel in Duitsch land, nog eene bijzondere beteekenis. Zulk' een inbreuk in de grondslagen van het ka rakter van het Duitsche rijk als bondsstaat zou zijn bestaan ernstig in gevaar brengen' en moet daarom zeer beslist als onaanne melijk bij voorbaat afgewezen worden. An ders echter is het, zooals reeds werd be toogd, gesteld met maatregelen, die in hel kader van het door plechtige verdragen ge waarborgde karakter van het rijk als bonds staat waarborg bieden voor een innig en vertrouwelijk samenwerken van het rijksbe stuur met de volksvertegenwoordiging en die, als zijnde in het belang van de welvaart van, het Duitsche rijk, met blijdschap kun nen worden begroet. De wonden aan onze ijdelheid toege bracht zijn half genezen, als het ons gelukt ze verborgen te houden. f Roman van Helene Dickmar. Geautoriseerde vertaling uit het Noorsch door A. M. VAN DER LINDEN-VAN EDEN. „Je kunt niet weten" hij bleef haar over het hoofd strijken, maar alsof hij cr niet bij was en zijn eigen gedachten volgde. ..Maar weet j,e nog. dat jij het was, die mij er het eerst over sprak, dal hij niet gelukkig was en met zijn zacht gevoelig gemoed ..Hoe vreeselijk!" ken oogenblik spraken zij geen yan beiden. Zij waren ieder in hun eigen gedachten ver diept. Maar plotseling was het of hun gedachten elkaar ontmoetten. Want, door hetzelfde ge voel jfedreven, sloegen zij de armen om elkaar, innig vast, alsof zij elkander nooit meer zouden loslaten. k:i toen fluisterden zij met een tuaan en een glimlach opeens lieve warme vjoorden over un eigen geluk en hun eigen Hefdc en hun ein<'vlooze denkbaarheid. JTgJwvijl Margnciha zichr zacht uit zijn armen losmaakte, fluisterde zij: „Arme, arme Ellen, wat kunnen wij doen om haar le helpen?" XVI. Ellen Miville had altijd geweten wat het zeggen wil zich eenzaam onder de mcnschen te gevoelen. Vooral in het laatste jaar. Maar nu leerde zij, dat er nog een andere eenzaamheid is, nog bitterder nog verschrik kelijker. Een eenzaamheid, die als met één stoot iemand uit de menschelijke samenleving rukt ëi\^- hem buiten het leven stelt. Donkere schaduwen kropen dicht en on hoorbaar om haar Jieen, van alle zijden. Er waren ^en kleuren meer, er was geen warm te. Er waren geen menschen meer. Als een vreemde, die met andere, koude oogen om zich heen ziet, stond zij daar. De wereld scheen haar zoo arm, zoo kaal, zoo grauw en leelijk. En een groote, trage verwondering steeg langzaam in haar op, en breidde zich als een klamme, grijze scheme ring over haar gemoed uit. Deze wereld, die de menschen lief hadden en waaraan zij zich krampachtig vastklemden.,, in blind, dwaas verlangen, dat zij haar ten slofte toch iets zou schenken, van datgene waarnaar hun ziel hunkerdel Terwijl het eenige wat de wereld hun ten slotte kon geven was, dat langzamer hand de bron van verlangens in hun eigen borst opgedroogd werd, zoodat dc arme vleugellam geworden menschen steeds lager dalen en eindelijk in het stof rondkruipen, af gestompt, blind in onwetendheid van hifh eigen verminking! Maar inmiddels bevroor zij tol in haar bin nenste bij deze vreemde eenzaamheid, waar van zij zich nu helder bewust werd» En op den bodem barer ziel loerde de wan hoop willoos, ziek en koortsig die naar iels zocht, 6m zich te kunnen verbergen een dorstig verlangen naar rust en uitkomst! Slechts ééne gedachte bleef haar over, die sterk genoeg was om haar een oogenblik dit schrikbeeld te doen vergelen: Te sterven! De levenskracht vernietigd de smart ge stild het smachtend verlangen uitgedoofd de dood de groote bevrijder! Hoe konden de menschen vergelen dat zij sterven moesten? Niet willen sterven. Hoe konden zij nog w i 11 e n voortgaan met dit treurig leven, met zijn kleine vreugden en zorgen, met zijif deur le komen waarop zijn naam nog niet is twisten, met zijn a,' leid, met zijn slaap en zijn maaltijden! Zij kromde zich onder dit alles als onder een vernedering: Dit leven trok ook haar mee. Van dag tol dag; gaf ook haar zorg en werk en dwong haar om te elen en le drinken en le slapen. Het was alsof zij haar eigen lichaam haatte, dat sterke lichaam, dat eischic te leven en be vredigd te worden. Met wangunstige blikken beschouwde zij dc zieken, de ouden en afgeleefder., die zij op haar weg ontmoette het bleeke gezfcht van haar moeder en de zwakke, teere gestalte, die cr haar op wees, hoeveel zij haar vooruit was op den weg* naar het graf. En toen zij drie weken na de begrafenis yan Harald weer op het kerkhof stond, waar het lijk van zijn moeder werd neergelaten, hoe wenschte zij toen met haar geheele hart, dat z ij het toch mocht zijn, die daar in dc diepte lag stijf en koud en bereid... Toch ging Ellen iedcrcn dag werktuigelijk naar haar werk in dc-school. Zij begreep zelve niet, dat zij het k o n. Zij wist slechts dat het moes t... Het was nu zoo ledig in de school, zoo stil te midden van a^ het leven en de gewone drukte. En in de groote ruimte en in de groote stille is het, alsof de echo van zijn schreden gaal door alle gangen, en het geluid van zijn stein klinkt van alle lessenaars en uit alle ver trekken. Maar wanneer zij zich haastte om weg te komen en wanneer zij haar huis naderde dan begon zij al langzamer te gaan. Hel valt haar nu zoo zwaar, telkens weer, om voorbij de weggenomen. En onwillekeurig blijft zij een oogenblik stilstaan. En zij klemt de tanden op elkaar, terwijl haar inwendige blik zich tracht voor te stellen, hoe het er nu daar bin nen uilziet. Op de mooie salontafel midden in de huis kamer staal Haralds portret in kabinetfor- maal met zwarten lijst. Boven Ragnhilds schrijftafel, waar vroeger het portret van haar broer Karei liing, hangt nu een .groole foto grafie van Harald, zijn' laatste geschenk aan zijn moeder. De lijst is versierd met een groo- tcn krans van verwelkt eikenloof en palm bladeren. En bij de tafel zit Ragnhild in een kostbaar rouwcostuum, afgezet met breede randen krip. Om haar hals en het fijnbesneden gclaal met het gouden haar, plooit zich een hooge kraag van krip, wat haar gelaat nog bleeker en haar hoofd"nog fijner doel uitkomen En dan komen de condoleanlie visites. Iedc-ren dag vele vele ook in den rouw geklcedc vrienden met ernstige bedroefde ge baren en langzame bewegingen. En de dames slaan de armen om haar hals en kussen haar op de wang. En dc heeren nemen haar hand en houten die lang tusschen de hunne. En allen spreken met gedempte stem, warme, deelnemende woorden over Harald. Over zijn warm hart, zijn werkkracht, over zijn grooto gaven, die nog zooveel beloofden. En Ragn hild droogt werkelijke tranen met haar zak* doek met breeden rouwrand en vertelt vari zijn ziekte, zijn rustelooze werkzaafnheid ea hoe zij altijd alles had gedaan wat zij kon om hem terug te houden van overmatige in-i spanning... Op de tafel vóór haar ligt eën menigte brieven en kaartjes, waarvan vele met buitens lar.dsche post-stempels. Eenige van deze liefst met klinkende namen uil de kring van menschen die zich bc-zighielden met letter kundig of maatschappelijk werk leest zij aan haar bezoekers voor, vooral die gedeellen waarin zij de warmste gevoelens van deel neming uitspreken Veor haar, die trouw alles met hem heeft gedeeld cn die toch van allen, hel meest in hem verliest... En al die w-oor'Jen klinken door naar dc ledige kamer, waarvan, de deur opengelaten is, met zijn ledigen stoel voor dc schrijftafal, waar hij zoo menigen hit teren strijd had gestreden... aMeen... Ilct was in 't laatst van Januari. De winter was koud. Dagelijks vermengde zich dc mist van de fjord met den rook der schoorsteenen cn der fabrieken en lag dan als een geelach tig. morsig laken over dc stad. Geen hemel was er tc rien, geen zon. En de sneeuw, die in de straten lag, was doortrokken van roet en vuil. fWordt vervoliZ(H

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1917 | | pagina 1