DE EEMLANDER". Maandag 16 Juli 1917. TOEWIJDING. N* 13 Eerste Blad. 16" Jaarnang. BUITENLAND. FEUILLETON. AMERSFOORTSCH MARIE VAN VERSENDAAL. Hoofdredactie: M|. j, VAN SCHAARDENBURO. ABONNEMENTSPRIJS Per 8 maandeu tooi Amersfoort 1 Idem trail co per post 7>,i' Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) «.14? - Afzonderlijke nummers - Wekel.iksch bnroegsel „D. Hollanctsch. Buwrouw (onder redactie ran Thérèse Hoven) per mnd. 50 cis. Wekeliikeeh bijToegwl .Wrrctdrnvt" per 8 mnd. 58 ets. Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 46. Intercomm. Telefoonnummer 66. Uitgevers: VALKHOFF Co, PRIJS DER ADVERTENTIËN Van 15 regolaf 0.80, Elke regel moer 0.15« Dienstaanbiedingen 1—5 regels.. 0.50. Groote lettors naar plaatsruimte. Voor handel en bodrijt bestaan zeer voordeeligo bepalingen tot het herhaald adverteeron in dit Blad, by abonnement. Eene oiroulairu, bevattende do voorwaarden, wordt op aanvraag toegozonden. Politiek Overzicht De oplossing van de Duitsche krisis. Met von Bethmann-Hollweg is de laatste afgetreden van de staatslieden, die toen, nu welhaast drie jaren geleden, de wereldstrijd uitbrak, in de staten, die in den oorlog be trokken zijn, aan het hoofd der regeering stonden. Óveral elders zijn de mannen, die toen aan het bewind waren, door anderen vervangen. Maar in de Entente-landen wa ren de nieuwe mannen, die optraden, zonder uitzondering feller nog dan hunne voorgan gers gestemd voor de voortzetting van den strijd. Zij vertolkten daarmee de in hunne landen bovendrijvende stemming, die, naar mate de toestand op het oorlogstooneel on gunstiger werd en het oorlogsdoel, dat men zich voorstelde, onbereikbaarder scheen, des te meer zich daaraan vastklampte. Ditmaal is dat anders. De verwisseling in het hoogste regeeringsambt van Duitschland gaat ge paard met eene machtige strooming in het volk, die ook in den rijksdag zich met groo- ten nadruk doet gelden, om te streven naar het einde van den strijd. Nu is de groote vraag dezeWelken invloed heeft deze strooming gehad op de keuze van den man, die nu in plaats van Bethmann Hollweg rijks kanselier is geworden? De vorige rijkskanselier was in den grond een vredelievend man. Noode is hij ih den oorlog gegaan en in de zitting van den rijks dag van 4 Augustus 1914, waarin hij reken schap gaf van de redenen, die hem daartoe hadden genoopt, heeft hij uitdrukkelijk ver klaard, dat geen zucht naar verovering hem ad geleid, maar dat Duitschland de wape- en had opgevat tot verdediging van zijne ijheid en om zijn territoriaal bezit onge schonden te houden. Daaraan is hij trouw gebleven, en met reden brengt de Köln. Ztg. hij zijn aftreden hem er hulde voor, dat hij met zijn programma van „Neuorientierung" heeft bereikt, dat de geest van 4 Augustus 1914 het uur van de geestdrift heeft over leefd tot den huidigen dag. Het blad laat daarop volgen, dat die geest „ondanks alles zal nawerken totdat wij den stormvloed van de vijanden hebben gebroken en weer vrij kunnen ademen op vrijen Duitschen grond. Met dit programma heeft hij intusschen ook ook de gunst verbeurd van hen, uit wier rijen hij is voortgekomen en boven wie hij is uit gegroeid toen de verantwoordelijkheid voor het geheel in zijne hand werd gelegd, van die pseudo-conservatieven en laudatores temporis acti, die niet in staat zijn de tee kenen des tijds te begrijpen." Daaruit verklaart zich de bittere vijand schap, waarmee von Bethmann-Hollweg uit die kringen bestreden, en vervolgd werd. Hij heeft zich daarover meermalen beklaagd, maar hij heeft niet altijd met succes zich daartegen verweerd. Hij heeft soms toege geven aan den drang, die van die zijde werd uitgeoefend; zoo b.v. in den verscherpten duikbootoorlog, waartegen hij zich lang heeft verzet, maar -waartoe hij ten slotte toch zich heeft laten vinden. Daardoor heeft hij zijne positie niet versterkt; zijne vijan den heeft hij natuurlijk niet er door ontwa pend, maar ongetwijfeld is dit in de laatste dagen van invloed geweest, toen men stond voor de vraag of von Bethmann-Hollweg de meest geschikte man was voor de nieuwe richting, die men wil inslaan om op den vrede aan te sturen. Den nieuwen rijkskanselier wordt alge meen eene buitengewone mate van geest kracht toegekend. Dat is de.karakter-eigen- schap, die in alle beschrijvingen van zijn persoon, welke wij gelezen hehben, op den voorgrond wordt gesteld. Hij schijnt dus haar op de tanden te hebben, om eene volks uitdrukking te gebruiken. Maar de vraag is: Hoe zal hij deze eigenschap gebruiken in het nieuwe ambt, waartoe hij is benoemd? Het is niet gebleken, dat aan de leiders van de partijen van den rijksdag eenige directe invloed is toegekend op de keuze van den nieuwen rijkskanselier. Wel hebben de fac tiën van den rijksdag onderling overleg ge pleegd over de formuleering van eene mo tie, die wanneer de rijksdag na de oplos sing van de kanselierkrisis weer bijeenkomt, zal worden ingediend om tot besluit te wor den verheven. Deze motie is verleden Vrij dagavond vastgesteld en luidt volgens de dagavond vastgesteld en luidt aldus „Evenals op 4 Augustus 1914 geldt voor het Duitsche volk ook aan den drempel van het vierde oorlogsjaar het woord van de troonrede„Ons drijft geen zucht naar ver overing." Tot verdediging van zijne vrij heid en zelfstandigheid, voor de ongeschon denheid van zijn territoriaal bezit heeft Duitschland de wapenen opgevat. De rijks dag streeft naar een vrede van onderling overleg en van duurzame verzoening der volken. Met zulk een vrede zijn afgedwon gen gebiedsverkrijgingen en politieke, eco nomische of financieele verkrachtingen on- vereenigbaar. De rijksdag wijst ook alle plannen af, die doelen op eene economische afzondering en vervreemding van de volken na den oorlog. De vrijheid der zeeën moet zeker gesteld worden. Slechts de economi sche vrede zal den grond bereiden voor een vriendschappelijk samenleven van de vol ken. De rijksdag zal krachtdadig het in 't leven roepen van internationale rechtsor- ganisatiën bevorderen. Zoolang echter de vijandelijke regeeringen op. zulk een vrede niet ingaan, zoolang zij Duitschland en zijne bondgenooten met verovering en verkrach ting bedreigen, zal het Duitsche volk als één man samen staan, onverzettelijk volhou den en strijden, totdat zijn recht en dat van zijne bondgenooten op leven en ontwikke ling verzekerd is. In zijne eensgezindheid is het Duitsche volk onoverwinnelijk. De rijks dag weet, dat hij daarin één is met de man nen, die in heldhaftigen strijd het vaderland beschermen. De onvergankelijke dank van het volk is hun verzekerd." Reclame. Hedenavond Tan 7 tot 11 nnr, doorl. voorstellingen (aanvang 2do voorstelling 9 nnr). Zondag 15 Jnll van 6 tot ÏO (aan* vang 2de voorstelling 8 nnr). gaat In de Bioscoop „De Arend" als hoofd nummer ,(ODETTE", drama In 4 aldeeltngen met voorspel, naar den beroemden roman van VICTORIES S4RDOIT. In de hoofdrol de bekende en gevierde Film-Artiste FRA^CESCA RERTINI. Voor het overige pro» grauima en de prijzen, zie affiches. Voor dit besluit is de medewerking ver zekerd van de vrijzinnigen, het centrum, de Elzas-Lotharingers en de sociaal-democra ten. Ook een vrij groot deel van de natio- naal-liberalen en van de Duitsche fractie zijn bereid er voor te stemmen. Het zal dus eene wilsverklaring zijn, die de groote meerder heid van den rijksdag achter zich heeft. Wat zal het standpunt van de nieuwe regeering zijn tegenover dit besluit, dot de rijksdag van zins is te nemen? Uit het antwoord op die vraag zal men kunnen zien wat de oplos sing, die de nu geëindigde krisis heeft ver kregen, beteekent. De nieuwe rijkskanselier Michaelis is, be halve tot dit ambt, ook benoemd tot minister president en minister van buitenlandsche zaken in Pruisen. Dit beteekent, dat behalve de algemeene leiding van het regeeringsbe- Ieid in het Duitsche rijk en in het koninkrijk Pruisen ook het bestuur van de buitenland sche zaken in zijne handen is gelegd. Er is wel een rijksdepartement van buitenlandsche zaken, aan welks hoofd een staatssecretaris staat, maar de staatssecretarissen zijn onder geschikt aan den rijkskanselier, die Voor het geheel verantwoordelijk is. Dr. Georg Michaelis is de zesde kanselier van het Duitsche rijk sedert zijne oprichting in 1871. Zijne voorgangers in het ambt waren: vorst Bismarck van 18711890; von Ca- privi van 1890—1894; vorst Hohenlohe- Schillingsfürst van 1894—1900; vorst Bülow van 19001909; von Bethmann Holweg van 1909-1917. Rijkskanselier Michaelis, die nu 60 jaren oud is, is gevormd in de Pruisische ambte- naarsschool. Sedert 1879 is hij werkzaam geweest bij het Pruisische binnenlandsche bestuur, laatstelijk als staatscommissaris voor het voedingswezen sedert Februari van dit jaar. In dit laatste ambt heeft hij eene rede gehouden in het huis van afgevaardig den, die nu wordt aangehaald tot kenschet sing van zijne persoonlijkheid; daarin komt deze zinsnede voor: „Ik aanvaard geen ambt, 'dat slechts een zwaard zonder snede is, en ik zal geen^ambt blijven.vervullen, als men zou trachten mijn zwaard stomp te maken." De oorlog, Berliin, 14 Juli. (W. B.) Avond-be- xicht uit het groote hoofdkwartier. In het Westen was cfe artilleriestrijd in den loop van den dag levendig in Westelijk Champagne. P a r ij sr 14 Juli. (Havas). Namiddag communiqué. In de streken vein St.-Quentin en Craon- ne en in den sector van Courcy hebben de Fransche batterijen de vrij levendige bom bardementen van den vijand beantwoord en verscheidene pogingen tot overvallen ten zuiden van St.-Quentin tegengegaan. In Champagne hebben de Franschen met succes een aanval gedaan op de Duitsche liniën ten westen van de boerderij van Na- varip. De Franschen brachten den vijand verliezen toe en maakten gevangenen. Op den linkeroever van de Maas was groote artillerie-actie, vooral in de richting van heuvel 504. Een overval op een kleinen Franschen post ten Z. van het bosch van Avocourt werd afgeslagen. In de Woëvre werd het vrij hevige artil lerievuur van den vijand bij Linay door onze troepen tot zwijgen gebracht. Ten noorden van Pey-en-Haye mislukte een aanval der Duitschers. Duitsche vliegers wierpen bommen op Nancy, waardoor 2 vrouwen en 1 kind wer den gedood. Een vèr-dragend kanon zond heden morgen verscheidene bommen in die streek, die geene slacthoffers maakten. Avondcommuniqué. Bij Courcy werd een Duitsche aanval af geslagen. Op vele punten van het front heerschte eene levendige artillerié-actie. Londen, 14 Juli. (R.) Bericht van maarschalk Haig. Hedennacht deed de vijand, na een hevige artillerievoorbereiding, een aanval op onze* stellingen ten zuiden van Lombartzijde, maar werd teruggeslagen. In den loop van den nacht werden door vijandelijke afdeelingen zonder succes raids ondernomen ten oosten van Hargicourt, ten westen van Warneton, ten oosten van Oostaverne en ten noorden van Yperen. Wij maakten in deze gevechten en in patrouille- gevechten ten noordwesten van Chérisy eenige gevangenen. Avondbericht. Maarschalk Haig bericht, dat buiten het gewone artilleriewerk niets is gebeurd gedu rende den dag. Vijftien Duitsche vliegtuigen werden naar den grond gebracht; zeven van de onzen worden vermist. B e r 1 ij n, 15 Juli. (W. B.) Voormiddag- bericht uit het groote hoofdkwartier. In Vlaanderen bereikte de artilleriestrijd aan de kust, alsmede tusschen Roesinge en Wijtschaete groote hevigheid. Bij Yperen duurde hij ook des nachts voort. Bij Lens en op beide oevers van de Scar- pe was het vuur van tijd tot tijd hevig. En- gelsche compagniëne die bij Graveile, ten Oosten van Croisilles en bij Bullecourt aan vielen, werden door een tegenaanval terug geworpen. Aan den Chemin des Dames werden den vijand door een aanval belangrijke stellingen ten Zuid-Oosten van Courte^on ontrukt. Na een geconcentreerde actie van artillerie en mijnwerpers namen infanterie-stormtroepen zeven Fransche stellingen over 1500 M. breedte en 300 M. diepte. De vijand bood verbitterden tegenstand, zoodat 't tot hard nekkige gevechten van man tegen man kwam. Het doel van den aanval werd overal bereikt en ondanks drie krachtige tegenaan vallen behouden. De bloedige verliezen der Franschen zijn zwaar. Tot dusver zijn meer dan 350 gevangenen geteld De aanzienlij ke buit -is nog niet opgemaakt. In West-Champagne is gisteravond om negen uur na een hevig vierdaagsch vuur de aanval der Franschen op onze stellingen van ten zuiden van Nouroy tot ten zuid-oos ten van Moronvilliers begonnen. De aanval vön de sterke vijandelijke krachten werd in hoofdzaak afgeslagen. Aan den Mont Haut en den PÖhl-berg drong de vijand, nadat een eerste aanval was afgeslagen bij een hernieuwden aanval op enkele punten in onze stellingen. In den morgen was daar de strijd nog aan den gong. Ook op den linker Maasoever deden de Franschen na trommelvuur een aanval op hoogte 304. Op geen enkele plaats gelukte het den vijand onze loopgraven te bereiken. Zijne storm-colonne werden door ons vuur uit elkaar geslagen. In de streek van Vace- rauville, op den oostelijken over von de Maas, belette onze artillerieactie een aanval, die werd voorbereid. Avondbericht. Vijandelijke aanvallen hedenmorgen bij Lombaertzijde en ten zuiden van Courlccon zijn mislukt. In Champagne vielen kleine stukken loopgraaf in honden der Franschen. P a r ij s, 1 5 J u 1 i. (Havas). Namiddag- communiqué. Onder dekking; van trommelvuur, dat ver scheidene uren aanhield, deden de Duit schers gisteravond een krachtigen aanval op een vooruitspringend punt in de Fransche linie ten westen van Cerny. Er ontspon zich een zeer hevige strijd, die den geheelen nacht met afwisselend succes voortduurde. Ondanks de groote strijdmacht, die door de Duitschers in den strijd werd geworpen, en ondanks het gebruik van vlammenwerpers, werden de aanvallers voorgoed verdreven uit een dekkingsloopgraaf, waarin zij waren doorgedrongen. Zij konden slechts een stuk van de eerste linie over een front van onge veer 300 M. behouden. De artillerieactie was eveneens hevig in den sector van Craonne. •In Champagne deden de Franschen giste ren om 7.95 des avonds na een zorgvuldige artillerie-voorbereiding op twee punten een aanval op de Duitsche stellingen. De aanval, die met buitengewone kracht werd uitge voerd, bereikte overal het beoogde doel. Ten noorden van den Mont Haut en op de noord oostelijke hellingen van den Têton hebben de Fransche soldaten over een breedte van ongeveer 800 M. en een diepte von 300 M. een machtig versterkt loopgraven-net der Duitschers veroverd. De Duitschers reageer- Hoe minder wij spreken over onze voor nemens, hoe meer kans wij hebben ze te verwezenlijken. Roman van Karamati. Ontspanning. „Oef! daar zit ik, en nu vooruitl" riep hij, zich neervleiende. Iheo van Klnrenbeek zou met zijn vriend ÏWillem Berends op reis gaan. Hij had naar 't oogenblik van vertrek gesnakt, zooals slechts iemand dat kan na jaren verlangens. Jaren achtereen had hij hard gewerkt, gestudeerd voor zijn doctorsgraad in de Nederlandsche letteren, daarna een paar jaar weer gestil eerd en les gegeven aan een hoogerc burger- chool. Leiden en 't kleine proviircie-stadje, .«aar hij nu werkzaam was, hadden hem zóó even benauwde jaren in hun grenspalen ge sloten. Hij smachtte naar de frissche raluur, naar een paar maanden genielcns buiten. En telkens had hij een plannetje om uit te vlie gen moeten uitstellen: die lyran geld had hem nmeedoogend teruggehouden. Hij had 't «^iet nnen betalen. Nu. eindelijk, had hii opslag n traktement gekregen en bovendien wat Sxtra inkomsten gehad uit privaatlessen. Hij kon dan gaan, en hij aarzelde niet lang. Zijn vriend Berends was assistent in de natuur kunde aan de Leidschc hoogcschool en kon het beter doen dan hij. Op zijn brief met het voorstel om mee te gaan op een uitstapje naar liet Bohemer woud, had deze dan ook spoe dig een toestemmend antwoord gezonden. Nu zaten ze tegenover elkaar in een tweedc- klas-coupee, met hun beiden, Theo opgewon den en vol verrukking, hij kalm glimlachend over zijn vriends zenuwachtigheid, zelf. even zeer in een goede stemming, maar uiterlijk zoo bedaard als zal hij thuis een boek te lezen. ..Kom, mijn waarde, rook een sigaar, dat zal je goed doen Willem reikt zijn overbuur zijn sigarenkoker. Dc ander neemt een sigaar; maar onder protest: ..Och, jij altijd met je vervelende kalmte! Ik zal rooken. om je gezelsphap te houden; maar dacht je dat 't genot van zoo'n zuigding iels te maken had met mijn zielstoestand?" „Waarom niet?'* „Wel. ik ben geen zuigeling, die zich laat bevredigen met een dot.'* „Mijn waarde, ziel en lichaam zijn een. Be vredig de ziel door 't lichaam en bet lichaam door de ziel." „Larie! Mijn waarde, mijn waarde ik wou, dat je dat idiote vocatiefjc niet zoo dik wijls gebruikte ziel en lichaam zijn twee, al hooren. ze hier op aard, helaas, bij elkaar. Jou kortzichtige theorieën lijken me niet. "We hebben daar lang genoeg over gekibbeld." „Niet lang génocg; wrant anders zou je over tuigd zijn." „Onzin! Je overtuigt me nooit. Maar ik moet je er bij zeggen, dat ik geen kans zie jou ooit te overtuigen, 't Is een treurige waarheid, maar jij bent nu eenmaal'een verstokte rea list, zonder een greintje poëzie,- „En jij een onverbeterlijke poectaslcr, zon der een spoor van gezond verstand. Je neemt mc niet kwalijk?" „O neen, volstrekt hiel. als je alleen maar p o c c t in plaats van pocetastcr wilt zeggen, 't Is waar, ik heb nog niet veel moois geproduceerd, maar 'l beste moet nog komen. Daar ben ik zeker van." „Nu goedi pocel dan: dal 's al even treurig Geloof me, mijn... vriend, zulke lui als jij komen nooit goed terecht. Dal loopt vroeg of laat faliekant uit.1' Theo haalt zijn schouders op „Zeg 's", roept hij na een oogenblik zvvij- gens „ik geniet, ik voel me als een vogeltje, dat uitvliegt. Of jij je nu al aanstelt, als iemand, wien alles onverschillig is, 't maakt er mijn genoegen niet minder intens om. Bovendien vind ik je type merkwaardig. Al 't menschclijke is interessant, zelfs 'l ingebeel de nilmirari van jou" „Daar zeg je nu voor 'l eerst iels verstan digs. Maar van dal genieten gesproken: dal doe ik ook. maar vind 't alleen niet noodig, daar zooveel over te zeggen. Al dat geschreeuw en die ge.voelcrigheid van jou lijken m ij juist aanstellerij In alle vriendschap, niet waar?" „O zeker, ik ken jc. En nu zijn wc kiel" Beiden schoten in een la du Een toöneeltjc als dit kwam nog al eens voor tusschen die beiden. Telkens en telkens kwamen hun denkbeelden met elkaar in bot sing. Beider levensbeschouwing Verschilde ook enorm. Niettemin leed dc vriendschap er in 't minst niet onder. Reeds als kleine jon gens hadden re met elkaar gekibbeld; en toch steeds elkaar gezocht. Als Theo 's zomers 's morgens vroeg opstond om op een wande ling de ontwakende natuur te bewonderen, deed Willem hel omdal dan zijn boterham zooveel heter smaakte; als Theo naar een bal ging. om zijn hart op tc halen aan het „eeuwig vrouwelijke", dat hij op Mie Duitsche litera- luur-lcs reeds zoo had leeren noemen, en dat hij in dc opgeschoten deerntjes van 't pro vincie-stadje reeds goed vertegenwoordigd vond, ging Willem naar zi^lk een partij, om dat hij nu eenmaal ..aan die malle fratsen" mee moest doen, om later „in da wereld" geen gek figuur te slaan, en om met de onbeholpen „engeltjes." die zijn vriend vereerde, eens onder kameraden erg satirisch den spot te drijven, nadat hij ze op zijn onbetaalbare, kod dig onnoozcle manier duchtig had „beetge nomen." Schreef Theo verzen in lieve albums of ging liij roeitochtjes houden „met meisjes", Willem hield er meer van met eenige jongens in een schuitje tc zitten, en dan hij 't tegen komen van een varend gezelschapje jonge dames op de rivier, door hevige beroering in 't water tc brengen aller vreugde in doods angst Ic doen verkeeren. terwijl hij eens den eenigen kee^, dal hij ooit in een dames album schreef op verzoek van een nichtje, dat met Tbeo's gedichten ,vbcpanld dweepte", daarin een „gedichtje op de maan" had ge schreven, dat aldus luidde: Zie ik je staan, O volle maan. Ik denk dan: helaas, Was jc maar ccn Edammer k3as! En moet je 't met de helft maar doen, Dan denk ik: Was jc maar een schijf meloen I Geen wonder, dat bewuste jonge dame ver ontwaardigd was, en den dichter Theo van Klarenbeek haar hooge afkeuring te kennen gaf over dicus omgang rael cca barbaar, die zulk een smaakbeleedigcnden zotteklap in haar i) o z i e-album dorst te schrijven. In derdaad was de jonge dichter niet weinig verstoord op zijn roekeloozen vriend; maar, als altijd, duurde dc oncenigheid slechts een paar dagen. Willem lachte om Theo's fijnge voeligheid en noemde hem een mislukte imi tatie van „Wcrlher", terwijl dc laatste dc be titeling „stompzinnige koekebakkcr" zeer pas send voor zijn kameraad vond. Van beide be namingen mocht zeker ere eerste wel de meest geslaagde genoemd worden. Theo was werkelijk een soort Wcrthcr. Hij had al het poëtische en fijnbesnaarde van diens natuur en daarbij al het ontvankelijke, lichtontvlambare, voor indrukken vatbare. Zelfs zijn uiterlijk zou dc vergelijking loclatcn. Als de heid van Goethe's gedicht in proza had hij een fijnbesneden gelaal, sprekende blauwe oogen, zacht golvend blond haar, een lenige, delicaat gebouwde gestalte. Evenals hem was alles in de natuur hem belangwekkend; zag hij overal 't schoonc met echten dichtervorst, was iedere polsslag levens hem een bron van geestdriftige vreugde; was zijn ziel vatbaar voor de hoogste, de tecderslc aandoeningen, maar ook aan rijzing en druk onderhevig als een gevoelige barometer. (Wordt vervolgd.}

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1917 | | pagina 1