DE E EM LAN DER". Dinsdag 17 Juli 1917. BUITENLAND. TOEWIJDING. N* 14. 16ie Jaargang FEUILLETON. AMERSFOORTS Hoofdredactie: MARIE VAN VERSENDAAL. Mr. D. J. VAN SCHAARDENBURG. ff Uitgevers: VALKHOFF Co. abonnementsprijs Per 8 maanden vooi Amerstoort l.jj®. Idem franco per post Per week (met gratie verzekering tegen ongelukken) - 0.14. Afzonderlijke nummers 1 Wekelijkaóll bijroegsel „De Hollandse)* Huisvrouw" (onder redactie van Thérèse Hoven) per 3 mnd. SO cis. Wekeliikseh bijroegsel Wereldrevue" per 3 mnd. 53 ets. Bureau: UTRECHTSCHESTRAAT 46. Intercomm. Telefoonnummer 66. PRIJS DER ADV ERÏENÏI ËN Van 1—5 regels0.80. Elke regol moor- 0.15. Dienstnanbiodingen 1—6 regels.. 0.50. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijl bestaan zoor voordeelige bepalingen tot het herhaald advorteeren in dit Blad, bij abonnement. Eene circulaire, bevattende de voorwaardon, wordt op aanvraag toegezonden. Voorlichting bü Beroepskeuze. Onder leiding van den bekenden paeda- goog Kleefstra heeft de Nieuwe (Groene) 'Amsterdammer voor hare abonnés 'n bu reau voor paedagogische adviezen opge richt. Ouders, die het nut inzien van ern- stige voorlichting in zake opvoeding, school keuze, beroepskeuze enz., kunnen daar de noodige adviezen inwinnen k Het idee is mooi. Maar 'n practischer toe passing ware denkbaar. Dit bureau voor Paed. Adv. bereikt uit den aard der zaak slechts 'n kleine catego rie van opvoeders. Voorlichting bij beroeps keuze is in veel ruimeren kring gewenscht. Niet alleen voor de opleiding van kinderen der beter gesitueerden waar het bij dit bureau voor abonnés van 'n intellectueel weekblad wel op neer zal komen doch cok voor de keuze van ambacht of loopbaan van de andere kinderen. Ja, voor deze laatsten is misschien juist de behoefte het grootst, daar bij hun ouders het paedagogisch inzicht meestal minder ontwikkeld en de kennis van de verschillen de opleidingen geringer zal zijn. Het gaat er met de beroepskeuze dan ook zonderling toe. Elke onderwijzer zal daar van staaltjes kunnen vertellen. Men zal terstond begrijpen, dat het hier evenzeer om het belang van -de gemeen schap als om dat van het kind zelf gaat. Beiden hebben er het grootste belang bij, l dat elk kind voor zijn intrede in de maat- schappij die opleiding volgt en op die plaats terecht komt, waar het door z'n aanleg, ka rakter en lichaamsgesteldheid het meest geschikt toe is. Menigeen zal daardoor voor maatschappelijke schipbreuk gered worden. En het pauperisme zal men aldus in z'n wortel kunnen treffen. Van aantasting der vrije beroepskeuze is natuurlijk geen sprake; de bedoeling is slechts leiding te geven bij die keuze. Thans heerscht de grootste willekeur of het rein ste toeval. Te weinig wordt vaak rekening gehouden met den aanleg van het kind, te weinig de voorlichting van z'n onderwijzer gevraagd en opgevolgd. Bij die keuze dient op allerlei factoren gelet te worden: natuurlijken aanleg, karak ter-eigenaardigheden, bizonderé neigingen, gezondheidstoestand en lichaamsgesteld heid. Ook ten opzichte van de verdiensten en vooruitzichten in de verschillende vakken ■en ambachten en van de gelegenheid tot i-, opleiding, verkeeren de ouders meestal in groote onwetendheid, voor zoover zij zelf niet voor dat beroep opgeleid zijn, of er toevallig verwanten en vrienden in hebben. Het voorbeeld is reeds gegeven door Hil versum. Daar heeft de gemeenteraad in Mei 'n verordening vastgesteld, recrelende de samenstelling en den werkkring van een Commissie van Advies in zake Beroepskeu ze. Voorzitter is de directeur van de Ar beidsbeurs, welks bestuur het juist was, dat het eerst de aandacht van het gemeente bestuur vestigde op de beteekenis van een - goede beroepskeuze. Het denkbeeld is zoo eenvoudig en zoo heilzaam, dat men zich verwondert, dat' het nu eerst in practijk gebracht wordt. Er moet uit de natie gehaald worden wat er te halen is; en daarvoor is noodig dat ieder ter stond op de juiste plaats kome. Dat kan niet van bovenaf verordineerd worden; dat kan ook niet tastenderwijze met vallen en opstaan bereikt worden; doch moet van on der af met kennis van zaken de goede lei ding ontvangen. Hilversum gaf het voorbeeld. Amersfoort talme niet het te volgen. Politiek Overzicht Gelijk kiesrecht in Pruisen. De nieuwe Duitsche rijkskanselier is in de lange loopbaan, die hij In de Pruisische ambtenaarshiëranchie heeft afgelegdbui ten dm politieleen strijd geblevïa. Hij is als politiek it an een onbeschreven blad papier en *at van dat blad zal worden afgelezen, is op clit -oogenbük nog niet te zeggen. De aanstaande debatten in den rijksdag zullen dooi over het licht moeten b. eng en. dat nu nog ontbreekt. Intusschen is op één gewichtig punt licht in de duisternis gebracht door de aanschrij ving van 11 Juli van keizer Wilhelm als ko ning van Pruisen aan zijn Pruisischen minis ter-president. Die aanschrijving bevat de stellige opdracht aan het hoofd van de Prui sische regeering om tot grondslag van de nieuwe kieswet, die in de Paaschboodschap is toegezegd, te nemen het voor alle bur gers gelijke kiesrecht. Die aanschrijving draagt het contraseign van von Bethmann Hollweg. Maar is met zijn altreden niet van de baan. De Köln. Ztg. legt hierop den nadruk, waar zij zegt„Nu eerst voor wei nige dagen eene aanschrijving van den kei zer de invoering van het gelijke kiesrecht voor Pruisen heeft bevolen, mag men aan nemen, dat de hier aangegeven beginselen niet met von Bethmann Hollweg van het tooneel zullen verdwijnen, maar het pro gramma van de Kroon zijn, dat hem zal over leven. Twijfel daaraan schijnt ons uitgeslo ten. Ware het anders, wilde men nu trachten op den eenmaal betreden weg om te keeren en naar reactionaire recepten te regeeren, dan zou dat de strijd van allen tegen allen, de innerlijke verscheuringen de triomf van onze vijanden beïeekenen, die er slechts op wachten, dat wij aan ons zelf volbrengen wat zij, zooals zij lang hebben ingezien, uit eigen kracht nooit zouden bereiken." Het drieklassenstelsel, waarnaar de verkie zingen voor he.1 huis van afgevaardigden van den Pruisischen landdag geregeld zijn, is dus ten doode opgeschreven. In de aan staande zitting van den landdag moet het wetsontwerp, dot het ^kiesrecht op nieuwe gronc:!_gen zal regelen, worden ingediend, opdat de volgende periodieke verkiezingen naar het nieuwe stelsel zullen kunnen plaats hebben. Het drieklassenstelsel in Pruisen is sedert tientallen van jaren de wonde plek in de binnenlandsche politiek van het Duitsche rijk. Het is in 1849 ingevoerd en in 1893 gecorrigeerd. De regelii\g is aldus: Het huis van afgevaardigden telt 433 leden. De be noeming van de afgevaardigden geschiedt indirect in twee tempo's. Eerst worden in de „Urwahlen" de kiesmannen gekozen, het geen in het openbaar geschiedt; de kies mannen benoemen dan den afgevaardigde. Een kiesman vertegenwoordigt 250 zielen der bevolking. De „Urwahler" (grondkiezers) zijn in drie klassen ingedeeld. De totale som der directe belastingen, die in een stemdis- trict wordt opgebracht, wordt in drie gelijke deelen verdeeld; men krijgt daardoor drie klassen, waarbij de kiezers worden ingedeeld naar mate van de som, die zij in de belas tingen opbrengen. De verschillende klassen hebben dezelfde rechten, zoodat de grond- kiezers van de eerste klasse, die de hoogst aangeslogenen omvat, welke natuurlijk veel minder in getal zijn dan die van de derde klasse, een veel grooteren invloed op den uitslag van de verkiezing uitoefenen dan de groote menigte der laagst aangeslagenen, die in de derde klasse vereenigd zijn. Grond- kiezer is iedere zelfstandige Pruisische bur ger, die 24 jaar is, in de gemeente waar hij sedert zes maanden woont, voor zoover hij niet uit de openbare kas armenverzorging krijgt of de burgerlijke rechten heeft ver loren. De vervanging van het drieklassenstelsel door een stelsel, dat gebase-erd is op den stelregel: „Eén man, één stem", is een stap in de richting van de democratiseering van Pruisen, maar zal moeten gevolgd worden door eene gewijzigde inrichting van de sa menstelling van hef heerenhuis. Dat is de noodzakelijke aanvulling van dezen, maat regel. Over de gewichhge bejeekenis van de toegezegde hervorming van het kiesstelsel in Pruisen zijn intusschen allen het eens. De organen van rechts spreken van eene funda menteels omwenteling, die daardoor wordt teweeg gebracht, en de Vorwarts, het hoofd orgaan van de sociaal-democratie, bezigt de zelfde uitdrukking en voegt er bij, dat dit eene omwenteling is niet alleen voor Prui sen zelf, maar voor het geheele rijk. De in voering van het gelijke kiesrecht in Pruisen beteekent niet hetzelfde als de invoering van dit kiesrecht in Saksen of in Mecklenburg; zij beteekent feitelijk in hare natuurlijke ge volgen de democratiseering van het ge heele openbare leven ook in het rijk. Dit wordt aldus uiteengezet: „Wanneer men nu van veranderingen in de Duitsche rijksgrondwet spreekt, dan moet men een naar het gelijke kiesrecht gekozen Pruisisch huis van afgevaardigden reeds mee in rekening brengen. Dit democratische Pruisische parlement zal op de Pruisische regeering een even krachtigen invloed heb ben als het vroegere conservatieve. Het zal, evenals dit, ook het bestuur van den groot sten Duitschen bondsstaat hebben te con troleeren. Pruisen zal in den bondsraad niet meer het reactionaire bolwerk zijn, en het Pruisische huis van afgevaardigden zal on geveer even zoo zijn samengesteld els d^ Duitsche rijksdag. De Pruisische regeering, het Pruisische bestuur, de Pruisische land dag zullen ophouden tegenwichten tegen den rijksdag te zijn. Dan stijgt ook automatisch zijne macht." De oorlog, P a r ij s, 15 Juli. (R.) As'ondcommuni- qué. In Champagne brachten onze troepen de veroverde stellingen ten noorden van den Mont Haut en den Teton in wanorde- De vijad werkte slechts met de artillerie. Ten westen van de Butte de Mesnil en in de Ar- gonne bij Bolante voerden wij met succes raids uit tegen de vijandelijke loopgraven en brachten gevangenen terug. B e r 1 ij n, 1 6 J u 1 i. (W. B.) Voormiddag- bericht uit het groote hoofdkwartier. Tusschen de Oostzee en de Karpathen was slechts bij Riga en ten zuidwesten van Dunaburg een levendige strijdaclie. In de Woud-Karpathen werden verscheidene vij andelijke verkennersafdeelingen verdreven. In de Rumeensche vlakte nam het vuur des avonds in .enkele sectoren, toe. In d^, Donaudelte wezen eergisteren Bul- gaarsche posten een Russischen overval door een tegenstoot terug. B e r 1 ij n, 16 Juli. (W. B.) Avondbe- richt uit het groote hoofdkwartier. In het westen veelvuldig levendige vuur- actie. P a r ij s, 16 Juli. (Havas). Namiddag- communiqué. Tusschen de Somme en de Aisne onder namen de Duitschers eene reeks overvallen, voorafgegaan door bombardement. Drie po gingen ten westen van Saint-Quentin en ten westen van Daliemont mislukten onder ons vuur. Ten zuiden van Corbeny vielen verschei dene stormafdeelingen kleine Fransche posten aan. Na een zeer levendig gevecht werden de Duitschers volledig teruggesla gen. Onzerzijds hebben wij eenige vorderin gen gemaakt ten zuiden van Ailles en ge vangenen gemaakt in Champagne. No een zeer hevig bombardement in de streek va.n den Mont Haut en den Teton voerden de Duitschers aanzienlijke krachten aan tot bestorming van de stellingen, die wij den 14en hadden veroverd. Onze troe pen boden met taaie volharding en ontem bare energie weerstand aan den veel ster keren vijand. Op den Teton zijn de Duit sche pogingen zonder succes gebleven. De aanvallers, die zeer zware verliezen leden, hebben de Fransche linicin niet-kunnen aan tasten. Op den Mont Haut ontstond een hardnekkig gevecht, dat den geheelen nacht duurde. De Duitschers. die eerster in ge slaagd waren een groot deel van het ver overde terrein te hernemen, zijn door schit terende tegenaanvallen- van onze troepen terug geslagen. Op dit oogenblik zijn slechts enkele loopgraafelementen in handen van de Duitschers gebleven. Londen, 16 Juli. (R.) Bericht van maarschalk Baig. Vijandelijke raids werden gedurende den nacht teruggeslagen met verlies voor den vijand ten noordwesten van Fontaine-lez- Croisilles en in de buurt van Armentières. Wij voerden een geslaagden inval uit bij Oppy en maakten daarbij eenige gevange- nenn. B e r 1 ij n, 16 Juli. (W. B.) Avondbe- richt. uit het groote hoofdkwartier. In het oosten geene strijdhandelingen van beteekenis. W c e n e n, 16 Juli. (W. B.) Officieel bericht van heden middag. In de Woud-Karpathen en ten zuiden van de Dnjestr werden aanvallen van vijande lijke verkenningsafdeelingen afgewezen. An ders is er niets bijzonders gebeurd. Londen, 16 Juli. (R.) Russisch com muniqué, ontvangen door de Britsche admi raliteit. Wij maakten in den slag van gisteren 16 officieren en 900 Oostenrijksch-Duitsche soldaten gevangen en verwierven een aan tal machinegeweren als buit. Tusschen 1 en 13 Juli zijn 834 officieren en 35.809 man schappen gevangen genomen en 93 kanon nen, 28 loopgraafmortieren, 403 machine geweren, 43 mijn werpers, 45 bommortieren, 3 vuurwerpers, 2 vliegtuigen en verder ma terieel buit gemaakt. Weenen, 16 Juli. (W. B.) Officieel bericht van heden middag. Bij Jamiano mislukten verscheidene Ita- liaansche partieele aanvallen. Rome, 16 Juli. (Stefani). Officieel communiqué. In den laop van den dag van gisteren heerschte aan het geheele front een leven dige gevechts-bedrijvigheid. In den avond deden wij in de zóne ten Zuid-westen van hoogte 247, na op de vijandelijke linies van Verzio tot het dal van de Jamiano een krachtig vuur te hebben gericht, ondanks den hevigen tegenstand, een welgeslaagden aanval. De vijandelijke stellingen werden vernield. Wij veroverden machinegeweren, munitie en een groote hoeveelheid oorlogs behoeften en namen 275 man gevangen, onder wie 11 officieren. Aan het front in Trente beschoot onze artillerie vijandelijke kampen op den Mon- ticello, waardoor brand ontstond en jaagde arbeidscolonnes uiteen in de streek van Laghi, op het plateau van Tonezza en op den Wischberg. Aan het Julisc'ne front richtten wij een geconcentreerd vuur op Briglia en Bodrex en beschoten met succes de vijandelijke loopgraven. Tusschen Canale en Morsko verstrooiden wij de automobiel-colonnes en de convooien die zich bewogen op den weg Santa Lucia—* Chiapavano en op het plateau van Bain- sizza. Hedenochtend vroeg ondernamen onze eskaders bom-vliegtuigen, geëscorteerd door jachtvliegtuigen, een tocht achter de vijarv rEen roerend afscheid mag niet te lang du- ren; anders wordt het voortdurend minder roerend. Roman van K a r a m a t i. ff Men kon het vooruit zeggen: als man zou Theo een leven vol strijd en biltere ervarin- gen hebben, 't gemeenschappelijk lot trou- wens van alle artistiek aangelegde naturen. A t Is immers alsof God de hoogcre genietingen Jdicr uitverkorenen onder de menschen slechts -tegen dien prijs ganl? Zij genieten meer, goed, zij lijden ook meer dan gewone sterve- Imgcn. En zij weten 't. Niettemin zou geen K'.van hen het zalig bewustzijn zijner uilverko- jgrenhcid willen opofferen om minder leeds te v en' Merkwaardige in zulke naturen is A^het vermogen om zich als 't ware boven 't ■leven te plaatsen; zij zien hun eigen vreugde .en hun eigen smart, als waren ze toeschou- wers in stede van spelers in het treur- en blij spel huns levens. Eigen vlijmend wee weten ze lc beschouwen en te ontleden, en met een bloedend hart zegt hunne ziel in verheven kalmte: „Zie, dat is de Heilige Smart. Drdevc «ngel Gods, ge zijt schoon als uwe zuster de reugde. Beiden zijt ge Godsgezanten." Doch ee den armen, als dat vermogen, om zich als v. are te neutralizeeren hen verlaat 1 En vaak €en W€ini£beid daartoe voldoende. Dan op eens is die glorierijke, machtige ziel zwakker dan die der eenvoudigste menschen, en de wanhoop heeft maar al tc veel vrij spel. Willem, de „stompzinnige koekebakker", had slechts stompe zinnen voor al wat poëzie was, en met een bereider van zoele eetwaren kon hij alleen in zooverre vergeleken wor den, omdat het vak van zoo'n man wellicht tot de meest prozaïsche in de samenleving be hoort, en Willem's' geheele wezen door cn door prozaisch was. Overigens ging het beeld mank; want helderder, vlugger kop dan die van onzen man was onder zijn kameraden uiet tc vinden. Hij muntte dan ook op school uit in alle exacte wetenschappen. In de talen 'echter was hij maar zeer middelmatig, en een spraakkunst was hem een gruwel. Naar 't uiterlijk was hij het tegenbeeld van zijn vriend: kort en ineejigedrongen, stevig ge spierd. met een breed, rond hoofd, een slom pen neus, kleine bijna dichtgeknepen oogen, cn borstelig kort rossig haar. Had hij weinig sympathie voor de meisjes, dezen loonden zeer weinig voorliefde voor hem. en hij miste geheel Theo's populariteit-onder de aanstaan de „opvoedsters van 't mcnschelijk geslacht." Was Theo een en al bewegelijkheid en onge durigheid, wankelmoedigheid cn opbruising, hij was dc kalmte in persoon. Men behoefde zc maar bij elkaar ?c zien loopen, die twee onafschcidelijken, om 't onderscheid in karak ter dadelijk waar tc nemen: Theo met veer- krachligen, haastigen, ongelijkmaligen tred, de ander doodbedaard met zwaar neerko mende schreden, regelmatig als de slinger van een uurwerk. „O, zeg mij hoe gij gaat, nietwaar, en ik aal u zeggen wie gij zijt!" Zoo waren de vrienden naast elkander elk zijn weg gegaan: de gevoelsmensch geestdrift vol idealen nastrevend, geloovend in een hei lige roeping, in een roes van levensvreugde, de verslandsmcnseli zich 't leven voor hem slechts denkend als een plicht, een probleem naar vasten regel cn juiste methode uit te werken, vol zelfvertrouwen overtuigd zijn weg te zullen vinden, zonder groote verwachtin gen. En beiden meenden vast en stellig 't ecnig ware in dit leven tc kennen en na te streven! Bij al die uiteenloopendheid hunner naturen hadden ze elkaar werkelijk lief: Theo op zijn onstuimige, vurige manier zich uitend, Wil lem ruw en quasi-onverschillig. Beiden waren goed en beider hart was rein: wellicht lag daarin het geheim hunner wcderzijdsche ge negenheid. Mocht Theo dwepen met dc Odys see, Jeruzalem Verlost of den Atala van Cha teaubriand als jongeling van achttien, later met Goethe's Faust, Shakespeare en Shelley, terwijl Willem opging in Buchner's Kracht en Stol, in Darwin's Ontstaan der Soorten cn Rcnan's Leven van Jezus, wat schaadde dal aan Jjun verstandhouding? Zc redetwistten over veel. maar op een punt waren ze 't eens: 't goede lief tc hebben. Theo omdat hij niet anders kon, Willem omdat hij 't slechte zoo indom -en onlogisch vond. Romans vonden in zijn oog hoogst zelden genade: Dickens be hoorde tol de zeldzame uitverkorenen. Van de Franschen kon alleen Bourgct hem eenigszins boeien, Zola vond hij vies, Ohnet een Hauwen sprookjesverteller, en zelfs Daudet noemde hij een aansteller. Idees in een roman lc verde digen achtte hij dwaasheid: daartoe waren verhandelingen oneindig beter geschikt. Stijl als kunstvorm begreep hij niet: de beste stijl was volgens hem de kortste, helderste en bondigste. Hoe anders was dat bij Theo! „Voel je dan 't schoone van dien stijl niet?" vroeg hij zoo dikwiils aan zijn vriend „Nee, mijn waarde". zei deze dan, „ik snap niet waartoe al die omhaal dient, en dan dal verhaal! 't Interes seert me hèusch niet, of Pietje Mietje krijgt. Als ik dat zien wil, dan kijk ik maar in 't leven om me heen; maar ook dan boeit het me bitter weinig," „Juist," riep Theo dan opgewonden „omdat je niet zien kunt, zooals de didfiter ziet. Ilij ziet 't leven anders dan jij of een ander, hij ziet schoone, cn laat je dat voe len," \,Nu, mij nier." „Ik beklaag je diep, 't zal wel wezen, omdat je cr 't orgaan voor mist. Ik weet iemand, die alle muziek orgeldraaierij noemde, eenvoudig omdat liij niet goed hooren kon en geen enkele melo die kon onderscheiden. Waarachtig, jij mist het orgaan, cn nu ontken je, dat een ander daardoor genieten kan, cn zelfs 't beslaan ervan. „Best mogelijk", zei Willem droog jes. Voor THéo was dc stijl in een dichtwerk een hoofdzaak» en hij streefde cr naar den zwier der Franschen cn de pittigheid der Engcl- schen te bereiken Hij was zich bewust welk een machl er schuilt in een schoonen, aan grijpenden of wcgsleependen stijl. Reeds had hij enkele proeven van letterkundigen arbeid in sommige tijdschriften geplaatst weten te krijgen, cn hij droomde van een roman, zijn „eersteling", die zijn roem zou vestigen. Hij was fn den zoeten waan, dat schrijversroem in ons land. een bereikbaar dorado was en zijn genie eenmaal door zijn landgenooten zou gewaarderd worden. Voorloopig „studeerde bij leven", zooals hij 't uitdrukte Zoo ook op zijn reis naar Duitschland. Onderweg had hij gelegenheid genoeg om na te denken, schoon weinig nieuwe indrukken voorkwamen. Alleen bracht kort voor hun aankomst aan 't eind-station, een verschijning in de coupee, waarin de vrienden zaten, eenige afwisseling. Een oud heer met een jong meisje kwamen namelijk in-< slappen. Theo vond het paar bijzonder merk waardig. t'Waren Engelschen. De oude man had een langen, witten baard, cn zag er als een ware filosoof uit, 't toonbeeld van levens wijsheid, 'tl jonge meisje daarentegen vor-v toonde het beeld der dartelste jeugd, hoezeer ze ook haar best deed kalm te schijnen cn haar ouden vader met eerbied cn groote zorg zaamheid behandelde. Ze was wellicht even zestien, tenger, blond, niet mooi, maar zeer beschaafd en innemend van gelaatstrekken. De beide vrienden maakten spoedig kennis met hen. De oude man vertelde, dat ze naar een weinig bekend dorp op ettelijke uren van 't eind-station gelegen, zouden gaan. Hij ver koos dat boven de banale drukte vas Mariên- bad, dat in dit seizoen krioelde van vreemd© bezoekers, 't Vorige jaar was hij er met zijn eenige dochter ook geweest, en hij wist zoo veel aantrekkelijks van 't plaatsje te vertellen, dat Theo zoowel als Willem verlangden er mee kennis lc maken. Ze veranderden dus hun reisplan. Van Maricnbad was de reis niet anders dan per as te doen. Toen de En- gclschman den beiden vrienden dus voorstel de, van dc twee vrije plaatsen in zijn rijtuig gebruik te maken, aarzelden zij niet het vrien delijk aanbod aan te nemen. Zoo kwam 't, dat Theo van Klarenbeck ia plaats van eenvoudig een banaal „reisje" t« maken, zooals anders hoogstwaarschijnlijk t geval zou zijn geweest, thans een keerpunt in zijn leven tegemoet ging. (Wordt yervolgd-J

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1917 | | pagina 1