DE E EM LAN DER".
Dinsdag 17 Juli 1917.
BUITENLAND.
TOEWIJDING.
N* 14.
16ie Jaargang
FEUILLETON.
AMERSFOORTS
Hoofdredactie:
MARIE VAN VERSENDAAL.
Mr. D. J. VAN SCHAARDENBURG.
ff
Uitgevers: VALKHOFF Co.
abonnementsprijs
Per 8 maanden vooi Amerstoort l.jj®.
Idem franco per post
Per week (met gratie verzekering tegen ongelukken) - 0.14.
Afzonderlijke nummers 1
Wekelijkaóll bijroegsel „De Hollandse)* Huisvrouw" (onder
redactie van Thérèse Hoven) per 3 mnd. SO cis.
Wekeliikseh bijroegsel Wereldrevue" per 3 mnd. 53 ets.
Bureau: UTRECHTSCHESTRAAT 46.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
PRIJS DER ADV ERÏENÏI ËN
Van 1—5 regels0.80.
Elke regol moor- 0.15.
Dienstnanbiodingen 1—6 regels.. 0.50.
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijl bestaan zoor voordeelige bepalingen
tot het herhaald advorteeren in dit Blad, bij abonnement.
Eene circulaire, bevattende de voorwaardon, wordt op
aanvraag toegezonden.
Voorlichting bü Beroepskeuze.
Onder leiding van den bekenden paeda-
goog Kleefstra heeft de Nieuwe (Groene)
'Amsterdammer voor hare abonnés 'n bu
reau voor paedagogische adviezen opge
richt. Ouders, die het nut inzien van ern-
stige voorlichting in zake opvoeding, school
keuze, beroepskeuze enz., kunnen daar de
noodige adviezen inwinnen
k Het idee is mooi. Maar 'n practischer toe
passing ware denkbaar.
Dit bureau voor Paed. Adv. bereikt uit
den aard der zaak slechts 'n kleine catego
rie van opvoeders. Voorlichting bij beroeps
keuze is in veel ruimeren kring gewenscht.
Niet alleen voor de opleiding van kinderen
der beter gesitueerden waar het bij dit
bureau voor abonnés van 'n intellectueel
weekblad wel op neer zal komen doch
cok voor de keuze van ambacht of loopbaan
van de andere kinderen.
Ja, voor deze laatsten is misschien juist
de behoefte het grootst, daar bij hun ouders
het paedagogisch inzicht meestal minder
ontwikkeld en de kennis van de verschillen
de opleidingen geringer zal zijn.
Het gaat er met de beroepskeuze dan ook
zonderling toe. Elke onderwijzer zal daar
van staaltjes kunnen vertellen.
Men zal terstond begrijpen, dat het hier
evenzeer om het belang van -de gemeen
schap als om dat van het kind zelf gaat.
Beiden hebben er het grootste belang bij,
l dat elk kind voor zijn intrede in de maat-
schappij die opleiding volgt en op die plaats
terecht komt, waar het door z'n aanleg, ka
rakter en lichaamsgesteldheid het meest
geschikt toe is. Menigeen zal daardoor
voor maatschappelijke schipbreuk gered
worden. En het pauperisme zal men aldus
in z'n wortel kunnen treffen.
Van aantasting der vrije beroepskeuze
is natuurlijk geen sprake; de bedoeling is
slechts leiding te geven bij die keuze. Thans
heerscht de grootste willekeur of het rein
ste toeval. Te weinig wordt vaak rekening
gehouden met den aanleg van het kind, te
weinig de voorlichting van z'n onderwijzer
gevraagd en opgevolgd.
Bij die keuze dient op allerlei factoren
gelet te worden: natuurlijken aanleg, karak
ter-eigenaardigheden, bizonderé neigingen,
gezondheidstoestand en lichaamsgesteld
heid.
Ook ten opzichte van de verdiensten en
vooruitzichten in de verschillende vakken
■en ambachten en van de gelegenheid tot
i-, opleiding, verkeeren de ouders meestal in
groote onwetendheid, voor zoover zij zelf
niet voor dat beroep opgeleid zijn, of er
toevallig verwanten en vrienden in hebben.
Het voorbeeld is reeds gegeven door Hil
versum. Daar heeft de gemeenteraad in Mei
'n verordening vastgesteld, recrelende de
samenstelling en den werkkring van een
Commissie van Advies in zake Beroepskeu
ze. Voorzitter is de directeur van de Ar
beidsbeurs, welks bestuur het juist was, dat
het eerst de aandacht van het gemeente
bestuur vestigde op de beteekenis van een
- goede beroepskeuze.
Het denkbeeld is zoo eenvoudig en zoo
heilzaam, dat men zich verwondert, dat' het
nu eerst in practijk gebracht wordt. Er moet
uit de natie gehaald worden wat er te halen
is; en daarvoor is noodig dat ieder ter
stond op de juiste plaats kome. Dat kan
niet van bovenaf verordineerd worden; dat
kan ook niet tastenderwijze met vallen en
opstaan bereikt worden; doch moet van on
der af met kennis van zaken de goede lei
ding ontvangen.
Hilversum gaf het voorbeeld. Amersfoort
talme niet het te volgen.
Politiek Overzicht
Gelijk kiesrecht in Pruisen.
De nieuwe Duitsche rijkskanselier is in de
lange loopbaan, die hij In de Pruisische
ambtenaarshiëranchie heeft afgelegdbui
ten dm politieleen strijd geblevïa. Hij is als
politiek it an een onbeschreven blad papier
en *at van dat blad zal worden afgelezen,
is op clit -oogenbük nog niet te zeggen. De
aanstaande debatten in den rijksdag zullen
dooi over het licht moeten b. eng en. dat nu
nog ontbreekt.
Intusschen is op één gewichtig punt licht
in de duisternis gebracht door de aanschrij
ving van 11 Juli van keizer Wilhelm als ko
ning van Pruisen aan zijn Pruisischen minis
ter-president. Die aanschrijving bevat de
stellige opdracht aan het hoofd van de Prui
sische regeering om tot grondslag van de
nieuwe kieswet, die in de Paaschboodschap
is toegezegd, te nemen het voor alle bur
gers gelijke kiesrecht. Die aanschrijving
draagt het contraseign van von Bethmann
Hollweg. Maar is met zijn altreden niet
van de baan. De Köln. Ztg. legt hierop den
nadruk, waar zij zegt„Nu eerst voor wei
nige dagen eene aanschrijving van den kei
zer de invoering van het gelijke kiesrecht
voor Pruisen heeft bevolen, mag men aan
nemen, dat de hier aangegeven beginselen
niet met von Bethmann Hollweg van het
tooneel zullen verdwijnen, maar het pro
gramma van de Kroon zijn, dat hem zal over
leven. Twijfel daaraan schijnt ons uitgeslo
ten. Ware het anders, wilde men nu trachten
op den eenmaal betreden weg om te keeren
en naar reactionaire recepten te regeeren,
dan zou dat de strijd van allen tegen allen,
de innerlijke verscheuringen de triomf van
onze vijanden beïeekenen, die er slechts op
wachten, dat wij aan ons zelf volbrengen wat
zij, zooals zij lang hebben ingezien, uit eigen
kracht nooit zouden bereiken."
Het drieklassenstelsel, waarnaar de verkie
zingen voor he.1 huis van afgevaardigden van
den Pruisischen landdag geregeld zijn, is
dus ten doode opgeschreven. In de aan
staande zitting van den landdag moet het
wetsontwerp, dot het ^kiesrecht op nieuwe
gronc:!_gen zal regelen, worden ingediend,
opdat de volgende periodieke verkiezingen
naar het nieuwe stelsel zullen kunnen plaats
hebben. Het drieklassenstelsel in Pruisen is
sedert tientallen van jaren de wonde plek in
de binnenlandsche politiek van het Duitsche
rijk. Het is in 1849 ingevoerd en in 1893
gecorrigeerd. De regelii\g is aldus: Het huis
van afgevaardigden telt 433 leden. De be
noeming van de afgevaardigden geschiedt
indirect in twee tempo's. Eerst worden in de
„Urwahlen" de kiesmannen gekozen, het
geen in het openbaar geschiedt; de kies
mannen benoemen dan den afgevaardigde.
Een kiesman vertegenwoordigt 250 zielen
der bevolking. De „Urwahler" (grondkiezers)
zijn in drie klassen ingedeeld. De totale som
der directe belastingen, die in een stemdis-
trict wordt opgebracht, wordt in drie gelijke
deelen verdeeld; men krijgt daardoor drie
klassen, waarbij de kiezers worden ingedeeld
naar mate van de som, die zij in de belas
tingen opbrengen. De verschillende klassen
hebben dezelfde rechten, zoodat de grond-
kiezers van de eerste klasse, die de hoogst
aangeslogenen omvat, welke natuurlijk veel
minder in getal zijn dan die van de derde
klasse, een veel grooteren invloed op den
uitslag van de verkiezing uitoefenen dan de
groote menigte der laagst aangeslagenen,
die in de derde klasse vereenigd zijn. Grond-
kiezer is iedere zelfstandige Pruisische bur
ger, die 24 jaar is, in de gemeente waar hij
sedert zes maanden woont, voor zoover hij
niet uit de openbare kas armenverzorging
krijgt of de burgerlijke rechten heeft ver
loren.
De vervanging van het drieklassenstelsel
door een stelsel, dat gebase-erd is op den
stelregel: „Eén man, één stem", is een stap
in de richting van de democratiseering van
Pruisen, maar zal moeten gevolgd worden
door eene gewijzigde inrichting van de sa
menstelling van hef heerenhuis. Dat is de
noodzakelijke aanvulling van dezen, maat
regel. Over de gewichhge bejeekenis van de
toegezegde hervorming van het kiesstelsel in
Pruisen zijn intusschen allen het eens. De
organen van rechts spreken van eene funda
menteels omwenteling, die daardoor wordt
teweeg gebracht, en de Vorwarts, het hoofd
orgaan van de sociaal-democratie, bezigt de
zelfde uitdrukking en voegt er bij, dat dit
eene omwenteling is niet alleen voor Prui
sen zelf, maar voor het geheele rijk. De in
voering van het gelijke kiesrecht in Pruisen
beteekent niet hetzelfde als de invoering van
dit kiesrecht in Saksen of in Mecklenburg;
zij beteekent feitelijk in hare natuurlijke ge
volgen de democratiseering van het ge
heele openbare leven ook in het rijk. Dit
wordt aldus uiteengezet:
„Wanneer men nu van veranderingen in
de Duitsche rijksgrondwet spreekt, dan moet
men een naar het gelijke kiesrecht gekozen
Pruisisch huis van afgevaardigden reeds
mee in rekening brengen. Dit democratische
Pruisische parlement zal op de Pruisische
regeering een even krachtigen invloed heb
ben als het vroegere conservatieve. Het zal,
evenals dit, ook het bestuur van den groot
sten Duitschen bondsstaat hebben te con
troleeren. Pruisen zal in den bondsraad niet
meer het reactionaire bolwerk zijn, en het
Pruisische huis van afgevaardigden zal on
geveer even zoo zijn samengesteld els d^
Duitsche rijksdag. De Pruisische regeering,
het Pruisische bestuur, de Pruisische land
dag zullen ophouden tegenwichten tegen den
rijksdag te zijn. Dan stijgt ook automatisch
zijne macht."
De oorlog,
P a r ij s, 15 Juli. (R.) As'ondcommuni-
qué.
In Champagne brachten onze troepen de
veroverde stellingen ten noorden van den
Mont Haut en den Teton in wanorde- De
vijad werkte slechts met de artillerie. Ten
westen van de Butte de Mesnil en in de Ar-
gonne bij Bolante voerden wij met succes
raids uit tegen de vijandelijke loopgraven en
brachten gevangenen terug.
B e r 1 ij n, 1 6 J u 1 i. (W. B.) Voormiddag-
bericht uit het groote hoofdkwartier.
Tusschen de Oostzee en de Karpathen
was slechts bij Riga en ten zuidwesten van
Dunaburg een levendige strijdaclie. In de
Woud-Karpathen werden verscheidene vij
andelijke verkennersafdeelingen verdreven.
In de Rumeensche vlakte nam het vuur
des avonds in .enkele sectoren, toe.
In d^, Donaudelte wezen eergisteren Bul-
gaarsche posten een Russischen overval
door een tegenstoot terug.
B e r 1 ij n, 16 Juli. (W. B.) Avondbe-
richt uit het groote hoofdkwartier.
In het westen veelvuldig levendige vuur-
actie.
P a r ij s, 16 Juli. (Havas). Namiddag-
communiqué.
Tusschen de Somme en de Aisne onder
namen de Duitschers eene reeks overvallen,
voorafgegaan door bombardement. Drie po
gingen ten westen van Saint-Quentin en
ten westen van Daliemont mislukten onder
ons vuur.
Ten zuiden van Corbeny vielen verschei
dene stormafdeelingen kleine Fransche
posten aan. Na een zeer levendig gevecht
werden de Duitschers volledig teruggesla
gen. Onzerzijds hebben wij eenige vorderin
gen gemaakt ten zuiden van Ailles en ge
vangenen gemaakt in Champagne.
No een zeer hevig bombardement in de
streek va.n den Mont Haut en den Teton
voerden de Duitschers aanzienlijke krachten
aan tot bestorming van de stellingen, die
wij den 14en hadden veroverd. Onze troe
pen boden met taaie volharding en ontem
bare energie weerstand aan den veel ster
keren vijand. Op den Teton zijn de Duit
sche pogingen zonder succes gebleven. De
aanvallers, die zeer zware verliezen leden,
hebben de Fransche linicin niet-kunnen aan
tasten. Op den Mont Haut ontstond een
hardnekkig gevecht, dat den geheelen nacht
duurde. De Duitschers. die eerster in ge
slaagd waren een groot deel van het ver
overde terrein te hernemen, zijn door schit
terende tegenaanvallen- van onze troepen
terug geslagen. Op dit oogenblik zijn slechts
enkele loopgraafelementen in handen van
de Duitschers gebleven.
Londen, 16 Juli. (R.) Bericht van
maarschalk Baig.
Vijandelijke raids werden gedurende den
nacht teruggeslagen met verlies voor den
vijand ten noordwesten van Fontaine-lez-
Croisilles en in de buurt van Armentières.
Wij voerden een geslaagden inval uit bij
Oppy en maakten daarbij eenige gevange-
nenn.
B e r 1 ij n, 16 Juli. (W. B.) Avondbe-
richt. uit het groote hoofdkwartier.
In het oosten geene strijdhandelingen van
beteekenis.
W c e n e n, 16 Juli. (W. B.) Officieel
bericht van heden middag.
In de Woud-Karpathen en ten zuiden van
de Dnjestr werden aanvallen van vijande
lijke verkenningsafdeelingen afgewezen. An
ders is er niets bijzonders gebeurd.
Londen, 16 Juli. (R.) Russisch com
muniqué, ontvangen door de Britsche admi
raliteit.
Wij maakten in den slag van gisteren 16
officieren en 900 Oostenrijksch-Duitsche
soldaten gevangen en verwierven een aan
tal machinegeweren als buit. Tusschen 1 en
13 Juli zijn 834 officieren en 35.809 man
schappen gevangen genomen en 93 kanon
nen, 28 loopgraafmortieren, 403 machine
geweren, 43 mijn werpers, 45 bommortieren,
3 vuurwerpers, 2 vliegtuigen en verder ma
terieel buit gemaakt.
Weenen, 16 Juli. (W. B.) Officieel
bericht van heden middag.
Bij Jamiano mislukten verscheidene Ita-
liaansche partieele aanvallen.
Rome, 16 Juli. (Stefani). Officieel
communiqué.
In den laop van den dag van gisteren
heerschte aan het geheele front een leven
dige gevechts-bedrijvigheid. In den avond
deden wij in de zóne ten Zuid-westen van
hoogte 247, na op de vijandelijke linies van
Verzio tot het dal van de Jamiano een
krachtig vuur te hebben gericht, ondanks
den hevigen tegenstand, een welgeslaagden
aanval. De vijandelijke stellingen werden
vernield. Wij veroverden machinegeweren,
munitie en een groote hoeveelheid oorlogs
behoeften en namen 275 man gevangen,
onder wie 11 officieren.
Aan het front in Trente beschoot onze
artillerie vijandelijke kampen op den Mon-
ticello, waardoor brand ontstond en jaagde
arbeidscolonnes uiteen in de streek van
Laghi, op het plateau van Tonezza en op
den Wischberg.
Aan het Julisc'ne front richtten wij een
geconcentreerd vuur op Briglia en Bodrex
en beschoten met succes de vijandelijke
loopgraven.
Tusschen Canale en Morsko verstrooiden
wij de automobiel-colonnes en de convooien
die zich bewogen op den weg Santa Lucia—*
Chiapavano en op het plateau van Bain-
sizza.
Hedenochtend vroeg ondernamen onze
eskaders bom-vliegtuigen, geëscorteerd door
jachtvliegtuigen, een tocht achter de vijarv
rEen roerend afscheid mag niet te lang du-
ren; anders wordt het voortdurend minder
roerend.
Roman
van
K a r a m a t i.
ff Men kon het vooruit zeggen: als man zou
Theo een leven vol strijd en biltere ervarin-
gen hebben, 't gemeenschappelijk lot trou-
wens van alle artistiek aangelegde naturen.
A t Is immers alsof God de hoogcre genietingen
Jdicr uitverkorenen onder de menschen slechts
-tegen dien prijs ganl? Zij genieten meer, goed,
zij lijden ook meer dan gewone sterve-
Imgcn. En zij weten 't. Niettemin zou geen
K'.van hen het zalig bewustzijn zijner uilverko-
jgrenhcid willen opofferen om minder leeds te
v en' Merkwaardige in zulke naturen is
A^het vermogen om zich als 't ware boven 't
■leven te plaatsen; zij zien hun eigen vreugde
.en hun eigen smart, als waren ze toeschou-
wers in stede van spelers in het treur- en blij
spel huns levens. Eigen vlijmend wee weten
ze lc beschouwen en te ontleden, en met een
bloedend hart zegt hunne ziel in verheven
kalmte: „Zie, dat is de Heilige Smart. Drdevc
«ngel Gods, ge zijt schoon als uwe zuster de
reugde. Beiden zijt ge Godsgezanten." Doch
ee den armen, als dat vermogen, om zich als
v. are te neutralizeeren hen verlaat 1 En vaak
€en W€ini£beid daartoe voldoende. Dan op
eens is die glorierijke, machtige ziel zwakker
dan die der eenvoudigste menschen, en de
wanhoop heeft maar al tc veel vrij spel.
Willem, de „stompzinnige koekebakker",
had slechts stompe zinnen voor al wat poëzie
was, en met een bereider van zoele eetwaren
kon hij alleen in zooverre vergeleken wor
den, omdat het vak van zoo'n man wellicht tot
de meest prozaïsche in de samenleving be
hoort, en Willem's' geheele wezen door cn
door prozaisch was. Overigens ging het beeld
mank; want helderder, vlugger kop dan die
van onzen man was onder zijn kameraden
uiet tc vinden. Hij muntte dan ook op school
uit in alle exacte wetenschappen. In de talen
'echter was hij maar zeer middelmatig, en een
spraakkunst was hem een gruwel. Naar 't
uiterlijk was hij het tegenbeeld van zijn
vriend: kort en ineejigedrongen, stevig ge
spierd. met een breed, rond hoofd, een slom
pen neus, kleine bijna dichtgeknepen oogen,
cn borstelig kort rossig haar. Had hij weinig
sympathie voor de meisjes, dezen loonden
zeer weinig voorliefde voor hem. en hij miste
geheel Theo's populariteit-onder de aanstaan
de „opvoedsters van 't mcnschelijk geslacht."
Was Theo een en al bewegelijkheid en onge
durigheid, wankelmoedigheid cn opbruising,
hij was dc kalmte in persoon. Men behoefde
zc maar bij elkaar ?c zien loopen, die twee
onafschcidelijken, om 't onderscheid in karak
ter dadelijk waar tc nemen: Theo met veer-
krachligen, haastigen, ongelijkmaligen tred,
de ander doodbedaard met zwaar neerko
mende schreden, regelmatig als de slinger van
een uurwerk. „O, zeg mij hoe gij gaat,
nietwaar, en ik aal u zeggen wie gij zijt!"
Zoo waren de vrienden naast elkander elk
zijn weg gegaan: de gevoelsmensch geestdrift
vol idealen nastrevend, geloovend in een hei
lige roeping, in een roes van levensvreugde,
de verslandsmcnseli zich 't leven voor hem
slechts denkend als een plicht, een probleem
naar vasten regel cn juiste methode uit te
werken, vol zelfvertrouwen overtuigd zijn weg
te zullen vinden, zonder groote verwachtin
gen. En beiden meenden vast en stellig 't ecnig
ware in dit leven tc kennen en na te streven!
Bij al die uiteenloopendheid hunner naturen
hadden ze elkaar werkelijk lief: Theo op zijn
onstuimige, vurige manier zich uitend, Wil
lem ruw en quasi-onverschillig. Beiden waren
goed en beider hart was rein: wellicht lag
daarin het geheim hunner wcderzijdsche ge
negenheid. Mocht Theo dwepen met dc Odys
see, Jeruzalem Verlost of den Atala van Cha
teaubriand als jongeling van achttien, later
met Goethe's Faust, Shakespeare en Shelley,
terwijl Willem opging in Buchner's Kracht en
Stol, in Darwin's Ontstaan der Soorten cn
Rcnan's Leven van Jezus, wat schaadde dal
aan Jjun verstandhouding? Zc redetwistten
over veel. maar op een punt waren ze 't eens:
't goede lief tc hebben. Theo omdat hij niet
anders kon, Willem omdat hij 't slechte zoo
indom -en onlogisch vond. Romans vonden in
zijn oog hoogst zelden genade: Dickens be
hoorde tol de zeldzame uitverkorenen. Van de
Franschen kon alleen Bourgct hem eenigszins
boeien, Zola vond hij vies, Ohnet een Hauwen
sprookjesverteller, en zelfs Daudet noemde hij
een aansteller. Idees in een roman lc verde
digen achtte hij dwaasheid: daartoe waren
verhandelingen oneindig beter geschikt. Stijl
als kunstvorm begreep hij niet: de beste stijl
was volgens hem de kortste, helderste en
bondigste.
Hoe anders was dat bij Theo! „Voel je dan
't schoone van dien stijl niet?" vroeg hij zoo
dikwiils aan zijn vriend „Nee, mijn waarde".
zei deze dan, „ik snap niet waartoe al die
omhaal dient, en dan dal verhaal! 't Interes
seert me hèusch niet, of Pietje Mietje krijgt.
Als ik dat zien wil, dan kijk ik maar in 't leven
om me heen; maar ook dan boeit het me bitter
weinig," „Juist," riep Theo dan opgewonden
„omdat je niet zien kunt, zooals de didfiter
ziet. Ilij ziet 't leven anders dan jij of een
ander, hij ziet schoone, cn laat je dat voe
len," \,Nu, mij nier." „Ik beklaag je
diep, 't zal wel wezen, omdat je cr 't orgaan
voor mist. Ik weet iemand, die alle muziek
orgeldraaierij noemde, eenvoudig omdat liij
niet goed hooren kon en geen enkele melo
die kon onderscheiden. Waarachtig, jij mist
het orgaan, cn nu ontken je, dat een ander
daardoor genieten kan, cn zelfs 't beslaan
ervan. „Best mogelijk", zei Willem droog
jes.
Voor THéo was dc stijl in een dichtwerk een
hoofdzaak» en hij streefde cr naar den zwier
der Franschen cn de pittigheid der Engcl-
schen te bereiken Hij was zich bewust welk
een machl er schuilt in een schoonen, aan
grijpenden of wcgsleependen stijl. Reeds had
hij enkele proeven van letterkundigen arbeid
in sommige tijdschriften geplaatst weten te
krijgen, cn hij droomde van een roman, zijn
„eersteling", die zijn roem zou vestigen. Hij
was fn den zoeten waan, dat schrijversroem in
ons land. een bereikbaar dorado was en zijn
genie eenmaal door zijn landgenooten zou
gewaarderd worden.
Voorloopig „studeerde bij leven", zooals
hij 't uitdrukte Zoo ook op zijn reis naar
Duitschland. Onderweg had hij gelegenheid
genoeg om na te denken, schoon weinig
nieuwe indrukken voorkwamen. Alleen bracht
kort voor hun aankomst aan 't eind-station,
een verschijning in de coupee, waarin de
vrienden zaten, eenige afwisseling. Een oud
heer met een jong meisje kwamen namelijk in-<
slappen. Theo vond het paar bijzonder merk
waardig. t'Waren Engelschen. De oude man
had een langen, witten baard, cn zag er als
een ware filosoof uit, 't toonbeeld van levens
wijsheid, 'tl jonge meisje daarentegen vor-v
toonde het beeld der dartelste jeugd, hoezeer
ze ook haar best deed kalm te schijnen cn
haar ouden vader met eerbied cn groote zorg
zaamheid behandelde. Ze was wellicht even
zestien, tenger, blond, niet mooi, maar zeer
beschaafd en innemend van gelaatstrekken.
De beide vrienden maakten spoedig kennis
met hen. De oude man vertelde, dat ze naar
een weinig bekend dorp op ettelijke uren van
't eind-station gelegen, zouden gaan. Hij ver
koos dat boven de banale drukte vas Mariên-
bad, dat in dit seizoen krioelde van vreemd©
bezoekers, 't Vorige jaar was hij er met zijn
eenige dochter ook geweest, en hij wist zoo
veel aantrekkelijks van 't plaatsje te vertellen,
dat Theo zoowel als Willem verlangden er
mee kennis lc maken. Ze veranderden dus
hun reisplan. Van Maricnbad was de reis
niet anders dan per as te doen. Toen de En-
gclschman den beiden vrienden dus voorstel
de, van dc twee vrije plaatsen in zijn rijtuig
gebruik te maken, aarzelden zij niet het vrien
delijk aanbod aan te nemen.
Zoo kwam 't, dat Theo van Klarenbeck ia
plaats van eenvoudig een banaal „reisje" t«
maken, zooals anders hoogstwaarschijnlijk t
geval zou zijn geweest, thans een keerpunt in
zijn leven tegemoet ging.
(Wordt yervolgd-J