„DE EEMLANDER". Zaterdag 21 Juli 1917. ^BUITENLAND. N° 18. Eerste Blad. 16rte Jaarqang. Uitgevers: VALKHOFF ft Co. Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 46. Intercomm. Telefoonnummer 66. Een paar doodvonnissen alt de 17d» en 18d« eeuw. Politiek Overzicht RSFOORT MAR,E VAN VERSENDAAL. Hoofdredactie. Mf D j VAN SCHAARDENBURG. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden voor Amersfoort f l-50« Idem franco per post8.00. Per week (met gratia verzekering tegen ongelukken) - 0.14. Afzonderlijke nummers - 0.05. Wekelijksok bijvoegsel nD* Bollandsch4 HuisvrowS' (onder redactie van Thérèae Hoven) per 8 mnd. 50 ets- "Wekeiykseh bijvoegsel ^Wtreldreviie" per 3 mnd. 52 Ct8. PRIJS DER ADVERTENTIËN Yan 1—5 regels Elko regel meeri( Dienstnanbiudingen 1—5 regels.. Grooto lettors naar plaatsruimte. Voor handel eu bedrijf bestaan zoor voordoelfgo bepalingen tol het herhaald adverteoren in dit Blad, b(j abonnoinont. Eene circulaire, bevattende de voonvaardon. wordt op aanvraag toegozonden. f O.SO. 0.15. 0.50. i. Op den 3den Februari 1636 heerschte er jgroote spanning onder de Amersfoortsche Burgerij. Op dezen dag toch zou het lot be slist worden van een zekeren Clemens Cle- mensz; die in een straatgevecht een Franscli soldaat had gedood. In dezen lijd hadden de Staten krijgslieden van allerlei nationaliteit in dienst en onze stad, die steeds een vrij sterk (en dikwijls een vrij lastig) garnizoen binnen hare muren had, zag behalve de Ilollandsche afwisselend Fransche, Duitsche of Engclsche huursoldaten (soms 2 of 3 nationaliteiten tege lijk) door hare straten wandelen. En de disci pline was blijkbaar, vooral onder de Fran- •chen, verre van voldoende; In eene tijds ruimte n.l. van slechts twee maanden worden onder meer geconstateerd: aanvallen van Fransche soldaten' op Amersfoortsche bur gers, diefstal van turf en hout door een Fransch soldaat uit het huis, waar hij is in gekwartierd, een poging tot vergiftiging van Engelsche soldaten door twee Franschen door het werpen van kwikzilver in hun erw tensoep, besteling van een herder (5 schapen) door Fransche soldaten, diefstal van hooi uit den hooiberg bij de Koningstraat, baldadige aanval op een oud kreupel man, die een meisje van 5 jaar aan zijn hand begeleidt, aanran ding en mishandeling van een fatsoenlijk meisje, diefstal van paarden uit de weide. Geen wonder dat er een wrok ontstoud tegen zulke geweldenaren, die hier de beest speel den en daarin zeer slap in de eerste plaats door hun eigen officieren, maar ook door 't Gerecht en de regeerders werden tegenge gaan. Men vreesde blijkbaar bij gestrengcr op treden erger moeilijkheden en offerde daar aan nu en dan de belangen van een burger of een burger zelf, op. Zoo ook onzeu Clemens Clemensz. Terwijl deze op een der eerste dagen van het jaar. 1636 in het Paternoster- straatje met een ander stond le pralen, werd hij door een voorbij komenden Franschman op zij gegooid. De aanvaller was gewapend en Clemens vond het dus maar geraden het huis, waarvoor hij stond, binnen te gaan, maar kw am spoedig weer met een mes naar builen. In het daarop volgende gevecht moest hij wijken, maar kreeg op de Varkenmarkt hulp van een zijner vrienden. Toen hernieuwde zich het gevecht en de Franschman werd doodge stoken. En ofschoon het uit de ondervragin gen en de antwoorden van beschuldigde en getuigen niet blijkt, door wicn de doodsteek was toegebracht, werd Clemens ter dood veroordeeld, terwijl het toch vaststond dat de Franschman dc aanvaller was geweest. Hij wordt dan „gccondemneert openbaerlich ge straft te worden metten sweerde, datter de „dood navolcht" en tevens „in de costen van „justitie/' Dit vonnis wordt op den 3den Febr. „melte clocke gepronunciecrt van den stadt- „huyse ten overstaen van 't volle gerecht en blijkbaar dadelijk ten uitvoer gebracht, waar- r sehijnlijk om te voorkomen, dat zijne vrien den, gelijk in andere gevallen zoo dikwijls geschiedde, tusschen beiden kwamen en ge nade voor hem vroegen. De jongen was immers nog slechts 20 jaar oud. Daar men dus door die parate executie verhinderde, dal er pogingen in 't werk gesteld werden, om verandering te krijgen in het vonnis, besloten zijne vrienden hpm ten minste eene eervolle begrafenis te bezorgen. Op verzoek was hun door het gerecht1) hel lijk van Clemens afge- staan „om het met alle sedicheyt te begra venZonder nadere omschrijving is dit eenigszins vaag en de vrienden vatten het op hunne manier op. Zij besloten dus zijn stoffe lijk overschot ter aarde te bestellen onder het luiden der klokken, de kist met groen versierd. Eerst zou de lijkstoet naar de St. Joriskerk gaan om rouw te bedrijven en daarna zich begeven naar de begraafplaats. Hiervoor waren de gcheele stad door uitnoodigingen rondgezon den bij de belangstellenden. Nauwelijks was dit het Gerecht ter oore gekomen of het be sloot in eene spoedvergadering, dat dit niet zou mogen geschieden, maar dat het lijk van uit het huis van den geexecuteerdc regelrecht „in alle stillicheyt naar het graf moest ge bracht worden, zonder eenig sieraad op de kisl of in de handen der dragers en zonder Idokluiding. Voor alle zekerheid wordt nog de Weg voorgeschreven, nl. den Cingel langs, voorbij de Doelen over de Schoulenbrug en zoo de Breedc straat in, den naasten weg naar dc L Yrouwekerk (waar het lijk begraven Werd.) Het Gerecht besloot hiertoe omdat er anders „groot displaisicr ende mcscontente- *inent tusschcn de borgerije ende 't Fransche „guarnisoen te beduchten was ende veclc on- „heylen daeruyt souden kunnen volgen." En Zoo is dan ook de ter aarde bestelling ge schied. Intusschen was dit vonnis wel zeer partijdig jen dat nog wel legen een onzer eigen burgers. Hij was, hoewel volstrekt niet onschuldig, s— 1) De Recht- of Schepenbank bestond uit twee Burgemeesteren en 12 Schepenen, onder ^Voorzitterschap van den Schout of Officier. 'De laatste deed, na de behandeling eener zaak, jflen eisch, waarna de Schepenbank of het verecht tóUprgak deei^ zelfs nog na zijn dood bet slachtoffer van de begeerte om toch vooral dc Fransche soldaten niet te verbitteren, wier wcnsch om hem met den dood gestraft te zien, reeds gebleken was uit de felheid, waarmee eenigc Fransche rui ters aan zijne opsporing hadden meegeholpen of liever waren voorgegaan. De regeering der stad mag waarlijk wel van geluk spreken, dat hieruit geen ernstige ongeregeldheden zijn voortgekomen. R. (Wordt vervolgd.) De rede van den Rijks kanselier. Onwillekeurig waren de verwachtingen hoog gestemd. Niet over den m a n, die als drager van het hoogste staatsambt in het Duitsche Rijk zijn eerste rede zou uitspre ken in den Rijksdag. Die man was in de politiek vrijwel een onbekende. Een man, die als ambtenaar in moeielijke tijdsomstan digheden een gewichtig organisatie-pro bleem op gelukkige wijze tot oplossing had gebracht en nu door het vertrouwen van den monarch plotseling en onverwacht ge roepen was de plaats in te nemen, eenmaal door Bismarck geschapen, die bij die crea tie uit het oog verloren had, dat niet alle tijden genieën van staatsmanswijsheid voort brengen als hij zelf er een was. Dr. Michae- lis was een homo novus iii de Duitsche politiek. Een man zonder politiek verleden. Om hem, persoonlijk, konden de verwach tingen niet zoo hoog gespannen zijn. Dat nochtans heel Duitschland en een "root deel van het buitenland tevens op de Rijksdagzitting van Donderdag den blik ge vestigd hield, gold meer de omstandig heden, waaronder die zitting gehouden werd. Want ieder voelde, als bij intu'tie, dat Duitschland stond voor gewichtige be slissingen. De val van den ouden, de komst van den nieuwen Rijkskanselier had een dieperen achtergrond. Misschien voor de eerste maal van zijn bestaan gaf de Rijks dag in zijn heftige bewogenheid den golf slag wêer, die als een angstig voorgevoel door het Duitsche volk stormde. De val van von Bethmann Hollweg was een krachtig geaccentueerde waarschuwing; een signaal voor de machten, die tot nog toe hun ster ken invloed ongebreideld hadden zien ze gevieren. In een angstwekkend oogenblik, angstwekkender dan in drie zware oorlogs jaren het Duitsche Rijk nog ooit had be leefd, sprak met ernstig-diep, en onheilspel lend geluid de stem van het Duitsche volk. Het eischte niet; het klaagde niet; het dreig de niet. Het sprak. Het sprak een ernstig mannenwoord tot zijn vorst en tot hen, die diens raadgevers waren. Het sprak een op recht woord, zwaar van inhoud en beteeke- nis, zooals de man-geworden zoon spreekt tot zijn vader, als een nieuwe wereld de poorten voor hem opent. Een eerlijke hand, vereeld van het werk, gehard in den strijd, werd den Keizer, dien het volk zéér lief heeft, door dat volk toegestoken. De Keizer moet dit woord hebben gehoord, die hand hebban gezien. De benoeming van dr. Mi- chaelis tot kanselier van het Rijk is helaas, niet het antwoord, dat het volk had ver wacht, had verdiend en n o o d i g had. De Rijksdag-rede van Donderdagmiddag laat daaromtrent geen twijfel. Zij was een teleurstelling, omdat de ernst van den toe stand niet een nieuwen man, maar een nieuw geluid eischte. En dat nieuwe geluid bleef uit. Het was de oude zang, die weer klonk. Ligt het aan onze ooren, dat ze ons klonk als een zwanenzang? Er werd de oude, stalen klank in gehoord, die beurtelings denken doet aan zwaardgekletter en aan het krassen van de strakke pen der bureaucra tie. Het is het geluid, dat noch den Vrede, noch de Democratie bij machte is tot zich te lokken. Voor de komst nóch van den een, nóch van de andere schijnt de ruil van kanselier ons bevorderlijk toe. Het nieuwe woord, waarop gewacht werd, is uitgebleven. Hetgeen gezegd werd is een slechtere vorm van hetgeen vroeger door den vorigen Rijkskanselier beter en overtui gender is gesproken. „Dr. Michaëlis al dus de German ia stelt zich geheel op het standpunt, waarop de heer Von Bethmann Hollweg eindigde". De noodzakelijkheid van de verwisseling van kanselier wordt bij de lezing dezer rede geen oogenblik voelbaar, tenzij in den aanvang, waar de nieuwe func tionaris met waarlijk verblijdende frischheid de conservatieven de les leest voor hun kri tiek op zijn voorganger, „een kritiek, die dikwijls haat en vijandschap bevatte, welke! beter a e h de gesloten deur waren ge- bleven." Het bekoorlijke van den philosofi- schen gedachtengang, dat de redevoeringen van Von Bethmann Hollweg kenmerkte, ont brak geheel en -werd door geen andere eigenschap, die den eigen-aard van den nieuwen kanselier had kunnen doen blijken, vervangen. Toch was er gelegenheid te over geweest om de gretig luisterende wereld iets nieuws te doen hooren. Om maar één voorbeeld te noemen: de uiteenzetting van de oorzaak en het ontstaan van den oorlog. Het waren de zelfde gegevens, reeds zoo vaak door Von Bethmann Hollweg gebruikt: w ij zijn aange vallen, de oorlog is o n s opgedrongen, tot het laatst hebben wij ons beijverd den oorlog te voorkomen met verwijzing naar de instructie van 29 Juli 1914 van den Duit- schen rijkskanselier aan den Duitschen ge zant te Weenen. Indien te dezer plaatse van den nieuwen man een nieuw geluid ware vernomen, indien dr. Michaëlis thans eens had overgelegd wat tot nog toe d^ Duitsche regeering in gebreke is gebleven te doen de volledige brief- en tele gramwisseling tusschen Berlijn en Weenen gedurende de laatste Juli-dagen van 1914 hoe zou dan veel opgehelderd kunnen zijn, wa. tot nog toe in geheimzinnig duister ver borgen is gebleven; stof gevend voor velerlei laster en argwaan. Maar ook ter zake van de groote qiraesties, die aan de orde waren, had nieuw licht kur\nen uitschijnen uit de woorden van den kanselier. De tijd was daar om nu eens onomwonden te verklaren, welken vrede Duitschland wil: een vrede zonder annexatie, zonder schadever goeding al dan niet. Evenals zijn voorgan ger, laat ook dr. Michaëlis dit in het on zekere. De tijd was evenzeer gekomen, om ten opzichte van de invoering van democra tische beginselen klaren wijn te schenken. Ook op dit gewichtige punt hulde de nieuwe kanselier zich th vaagheid. Een krachtig, een klaar geluid juist op deze twee gewich tige punten had zooveel achterdocht en arg waan en alles wat daarmede samen hangt kunnen wegnemen, in eigen land en in den vreemde. Het aanvaarden van de vredes-resolutie der Riiksdagmeerderheid, maar met de restrictie: „zooals ik haar op vat", het toezeggen van zijne bereidverkla ring om nauwere voeling te brengen tus schen de politieke partijen en de regeering, maar met de toevoeging: „Ik ben niet van zins mij de leiding uit handen te laten ne men" - het zijn ter zake van de twee quaesties, die de brandpunten waren der' al- gemeene belangstelling en van de verwach tingen van het Duitsche volk, even zoovele teleurstellingen. Er is door de rede van den nieuwen Rijkskanselier niets opge klaard; de klaarheid van bedoelen, de op rechtheid van gevoelen, de zuiverheid van beginselen, welke den Vrede vooraf moeten gaan dr. Michaëlis heeft ze niet gebracht. En men had het in Duitschland en daar buiten toch zoo van ganscher harte ge- hóópt. D© oorlog. Op het Westelijk oorlogsterrein heeft een hevige strijd gewoed bij Craonne en Vau- clerc. De krachtige Duitsche aanvallen zijn afgeslagen. Overal behielden de Franschen hunne stellingen. Ook in Vlaanderen hevi ger artilleriestrijd. Op het Oostelijk front vervolgen de Duit sche en O.-H. troepen de tusschen den bo venloop van de Sereth en de Strypa terug geslagen Russische troepen. Berlijn, 2 0 Juli. (W. B.) Officieel. In de golf van Biscaye en den Atlantischen Oceaan werd wederom 21.000 ton scheeps- ruimte vernietigd. Onder de gezonken sche pen bevond zich een onbekend bewapend en geladen stoomschip van minstens 4500 ton, door visschersslepen beveiligd, een ge laden stoomboot, die uit een convooi weg geschoten werd. De ladingen bestonden, voor zoover kon worden vastgesteld, uit stukgoederen en kolen. Par ij s 20 Juli. (Havas). Een vliegers- patrouille boven de kust van Bretagne heeft een groot zeilschip met 4 masten ten halve gezonken, bij den ingang van het Kanaal gezien. De vliegers wierpen bommen op een duikboot, die in dezelfde wateren ontmoet werd. Het zeilschip is thans in veiligheid. New-York, (R.) 19 Juli. De Associated- Press meldt uit Washington: De regeering heeft besloten in deeze maand te bedanken voor het deelnemen aan dè conferentie der geallieerden te Parijs, omdat het onnoodig is deel te nemen aan beraadslagingen, welke niet rechtstreeks de medewerking van de Ver- eenigde Stalen in den oorlog raken. Officiéél wordt echter door het departement *1 yan buitenlandsche zaken yer&laard. dat dit besluit niet beschouwd moet worden als een aanwijzing voor een voortdurende politiek. Berlijn, 20 Juli. (Wolff). De ochtend bladen bespreken uitvoerig de Rijksverga dering van Donderdag, in het bijzonder het eerste optreden van dr. Michaëlis als rijks kanselier. Zoo schrijft de Vórwërts o. a.De nieuwe rijkskanselier heeft de feiten erkend en het vredesprogram van den Rijksdag aan vaard. Over het geheel kreeg men den indruk, dat de nieuwe kanselier een man is, die tas tend zijn weg zoekt. De Germania zegtDr. Michaëlis stelt zich volgens onzen indruk geheel op het standpunt waarop de heer Von Bethmann Hollweg eindigde. Hij stelt kpers op het middelste spoor, dat meer links ligt, dan vroeger in het Duitsche Rijk gebruik was. Volgens de Lokalanzeiger heeft de Rijkskanselier in het midden van zijn rede, die heelemaal niet op rethorische uitwerking was gericht, de zinsnede geplaatst, dat een vrede, die grenzen van het Duitsche riik voor altijd vaststelt, die de levensvoorwaarden van het Duitsche rijk langs den weg van overeenstemming en vergelijk waarborgt, en verhindert, dat het wapenbondgenootschap van onze tegenstanders in een tegen óns ge- richten economischen aanvallenden bond wordt omgezet, in het leader van de beslis sing, zooals hij die opvat, bereikt knn wor den. Volgens de Mo ..gen post was de dag van Donderdag er een, die ons naast veel positief gewin, de zekerheid bracht dat het bij ons voorwaarts gaat met een hoogere ontwikkeling van ons politieke leveneen dag, die ons van een groot deel der zware zorgen bevrijdde, die wij na de gebeurtenis sen van de laatste twee weken voor de toe komst van ons volk en ons vaderland moes ten maken. Konrad Hausmann schrijft in het Berli ner Tageblatt: De met spanning ver beide vergadering van den Rijksdag van 19 dezer, bracht een doorslaande succespolitiek voor de meerderheidspartijen en een ge meenschappelijke vredesresolutie. De Börsencourier zegtUit de hou ding van den Rijkskanselier weten wij, dat d;e hoogste wil in het rijk, en de wil der meerderheid, zooals die in het vredesbesluit staat uitgedrukt, bijna dezelfde richting heb ben. Een uiting echter die den Rijksdag in zijn meerderheid, den kanselier en den Kei zer vereenigt, is een uiting van Duitschland. De Deutsche Tageszeitung schrijftWij hebben Donderdag van den nieuwen kanselier goede woorden gehoord. Den indruk die zij maakten werd versterkt door den grooten ernst waarmede de rijks kanselier ze uitsprak; een ernst die getuigde hoezeer hij doordrongen is van de zwaarte zijner 'taak. Wij wachten af hoe en waarheen hij zijn koers zal richten, maar wij koesteren de op rechte wensch, dat het hem moge gelukken, de moeilijkheden die hem omringen met vaste hand op gelukkige wijze uit den weg te ruimen. De Deutsche Zeitung schrijft Voorloopig moet men zich er mede tevre den stellen, dat de rijkskanselier besloten heeft te breken met het systeem van voor den wind te drijven, dat hij wil handelen in- plaats van te lijden, dat hij wil aanvoeren in- plaats van geschoven te worden. Den indruk is deze Wij hebben weder een regeering. Volgens de Post zal de ontwikkeling der dingen in vooruitstrevende richting een per soonlijkheid die zoo sterk den indruk weet te vestigen van de meest mogelijke gestreng heid jegens zich zelf van zelf in de verhou ding tot de feiten en de wereld plaatsen. Over de verdwijnende oogenbllkken van een eerste en nog tastende redevoering heen, zien wij vol verwachting op naar den poli- tieken arbeid die de nieuwe man in navol ging van Bismarck zal hebben te leveren. De Pall Mall Gazette schrijft: Wij achten het niet mogelijk uit de redevoering van den Duitschen rijkskanselier te bere kenen, welke politiek hij gaat volgen. De kanselier voert een hoog woord over het afstaan van gebied van het rijk en over ieder economisch verbond, dat voor Duitsch land nadeelig zou zijn. Het militairisme is nog de hoogste macht in het rijk en de voorstanders van het 'parlementarisme zijn machteloos om zijn invloed te verkleinen. De Globe schrijftOnder Michaëlis' bewind zal Duitschland geen nieuw vredes aanbod doen, maar geduldig wachten, tot zijn vijanden uit zich zelf een vrede komen aanbieden, die Duitschland's heerschappij voor goed vestigt Maar lang zal het dan kunnen wachten. De geheele rede is eert stoute poging om het vertrouwen onder hef volk weer te herstellen en de oorlog to renden en neutralen te doen gelooven, dn! Duitschland nog over grootere strijdkracht beschikt dan werkelijk het geval is. Doch' noch bij het eigen volk, noch in het bui tenland zal deze voorstelling ingang vinden. Een kanselier moet zoolang groote woor den gebruiken, als maar mogelijk is. Wordt de toestand geheel onhoudbaar, dan wordt het een onder opgedragen om te verklaren,, dat de vrede noodzakelijk is. De Evening Standard schrijft: Dc plannen van de nieuwe regeering kunnen niet worden misverstaaneen Duitschen vrede, geen wezenlijke verandering in den aótocratischen grondslag van het Duitse na rijk en de Pruisische monarchie. De keizer en zijn Pruisen zullen naar hartelust oo!c in de toekomst oorlogsplannen kunnen smeden en een voortdurende bedreiging vormen voor de vredelievende, democrati sche volken der wereld. Michaëlis heeft den geallieerden een belangrijken dienst be wezen, door duidelijk te maken dat Duitsch land, zoolang zijn militaire kra M encebro- ken blijft, op oude wijze onveranderd zal voortgaan. Londen, 19 Juli. (R.) De Daily Te legraph schrijft: Veel aandacht is in de neu trale landen van noordelijk Europa getfiid aan de uitbreiding von de Britsche mijnen zone in de Noordzee, waarvan de admirali teit ongeveer een maand geleden Tcennis gaf. Het leggen van dot uitgebreider mij nenveld is een volkomen rechtvaardige oor logsdaad. In overeenstemming met het vol kenrecht is gewaarschuwd van zijn ligging, zoodat noch levens noch eigendom van neutTalen behoeven te lijden en er is voor gezorgd niet hun kustwateren te schenden. Deze mijnen veroorzaken groote beperking van het verkeer op de Noordzee. Wie is verantwoordelijk voor dezen toe stond? Dat is een vraag, die de Scandinavië sche landen en Nederland, zoo naijverig op hun eigen belangen, mogen stellen, nu de bewegingsvrijheid van hun koopvaarders aan verdere bemoeilijking blootstaat. Duitschland's eerste oorlogsdaad ter zee was om zonder waarschuwing mijnen te leg gen in de handelswegen. De oorlogstoestand bestohd van 11 uur's avonds op 4 Augus tus 1914 af en reeds den volgenden morgen werd de „Königin Lulse" betrapt bij de schending van het volkenrecht en in dert grond geboord. Het was toen duidelijk, dat de vijand besloten had tot gewelddaden op groote schaal, ondanks alle beloften in Den Haag gedaan. Daar kreeg de wereld mei luider stemme te hooren, dat de officieren!^ van de Duitsche vloot altijd op strikte wijze de plichten zouden vervullen, voortvloeiend uit de ongeschreven wet van menschelijk* held en beschaving. Meer van dien aord, werd gezegd, om andere staten in waak zaamheld te doen verslappen en !ntusschef( werden tienduizenden mijnen vervaardigd voor een moorddadige campagne. Vóór oni land nog een enkele van die vernielings* werktuigen had gelegd, volgens de bepalin gen van het volkenrecht, waren vijftien; koopvaarders door de Duitschers vernietigd^ volgens hun wettelooze methode. OngeveeU de helft van dezen voeren onder Deensch^, Zweedsche en Noorsche vlag en zestig pen* sonen van neutrale nationaliteit werden ver moord. Eerst toen Duitschland zijn kaarteit had blootgelegd en het leven van tal vai( zeelieden had genomen, besloot de admira* liteit haar onweersprekelijk recht uit te oe fenen en mijnen te leggen. Het volk van: dit land kan reden hebben tot de klacht, dat de maritieme autoriteiten niet eerder han-( delden, maar de neutrale staten, die minT of meer zelfbehaaglijk bleven tegenover Duitschlends laffe daden, hebben zeker geert bezwaar. Wij hebben waarlijk een zworeni prijs betaald voor de consideratie hun be wezen, en zelfs in de tegenwoordige om- standigheden, nu Duitschland zich zelf tot een „outlaw" maakte, legen wien elke maat regel gewettigd is, tracht de admiraliteit door een geringe wijziging in het mijnen veld de afsluiting te verminderen, waardoor Duitschland de Nederlandsche scheepvaart trof. Wij keuren van harte deze houding goed tegenover kleine staten, want wii moe ten de eerlijke erkenning van de feiten toe juichen. Als in dit land, zoowel als onder de geallieerden en in de neutrale landen* een juist inzicht in den oorlog zal worden verkregen, moet worden erkend dat Duitsch land's ontkenning van alle regelen van wet en menschelijkheid ter zee, een ernstig ge vaar zijn voor elke gemeenschap. Wij kun nen niet onze oogen gevestigd houden op de heldhaftige legers van de geallieerden*

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1917 | | pagina 1