i
toewijding.
„DE EEMLANDER".
Zaterdag 21 Juli 1917.
BINNENLAND.
N* 18. Tweede Blad.
16u Jaarpang.
FEUILLETON.
■f.
Hoofdredactie:
MARIE VAN VERSENDAAL.
Mr. D. J. VAN SCHAARDENBURG.
Uitgevers: VALKHOFF Co.
ABONNEMENTSPRIJS
P.I 3 maanden vooi Ameraloort 1 1.5©.
Idem franco per post
Per week (met gratie verzekering tegen ongeluksen)
Afzonder] like nummers
Wekelijksoh bijvoegsel „De Bollandschs Buinrmiw' (onder
redaolie van Thérèee Hoven) per 3 mnd. 50 els.
Wekeljjksoh bijvoegsel WtreldrtvVi" per 8 mnd. 58 cts.
Bureau: UTRECHTSCHESTRAAT 46.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENXIËN
Van 1-& regelo.8«.
tike regol meor0.15,
Dienstaanbiedingen 1—5 regoh.. ,4 O.fto!
Groote lottors naar plaatsruimte.
Voor handel en bodryl bestaan roer voordooligo bopahn^on
tot hot horhaald advortooron in dit Blad, by abonnement.
Eeno circulaire, bovattondo do voorwaarden, wordt
aanvraag toogozonden.
op
Kameroverzicht.
Tweede Kamer
Vergadering van 20 Juli 1917.
Export Centrale.
Voortgezet worden de algemeene he-
•chouwingen over de Export Centrale.
Aan het woord is de heer D r e s s e 1-
Kuys. Deze acht een regeeringsbureau te
log voor de soepele handelingen welke het
bureau zal hebben te verrichten. Elke han
deling van een Regeeringsbureau zou al
spoedig als onneutTaal worden aangemerkt.
Spr. meent dat de adviseurs moeten optre
den in hun ware gedaante van belangheb
benden. Spr. heeft geen bezwaar tegen de
iie&ml. vennootschap welke als rechtsfiguur
cal worden aangewezen.
Voorts wijst spr. op het belang van sa
menwerking tusschen de exporteurs. Ook in
oorlogvoerende landen bereid men zich
voor in 't belang van den econon>ischen
toestand na den oorlog.
Ongegrond noemt spr. de vrees dat de
Export Centrale het particulier initiatief zou
dooden.
De Minis te r v. Financiën wil
kort de bedoeling uiteenzetten der Export
Centrale. De uitlatingen van den heer Pa
rijn noemt spr. allerbedenkelijkst. Omge
keerd evenredig is krasheid met de wijze
wijze waarop deze afgevaardigde heeft ge
tracht de regeerings bedoelingen te onder
zoeken. De afgevaardigde heeft woorden ge
bezigd welke hij niet verantwoorden kan.
Spr. wil dit rechtzetten. De hoofdbedoeling
is dat tegen over-uitvoer van waar betaald
wordt met invoer van waar, maar men mag
zich geen illusie maken dat zulks altijd ge
heel geschieden zal. Intusscben heeft spr.
meer vertrouwen in de zaak dan de Minis
ter van Landbouw, Handel en Nijverheid.
Dat moet wel worden uitgevoerd ook te
gen buitenlandsch credietpapier staat in de
Memorie van Antwoord. Spr. betoogt don
dat die groote bankinstellingen allengs ver
klaarden wel bereid te zijn voort te gaan
met bet financieeren van het buitenland en
credietpapier. Geenszins is echter van de
zijde der bankiers hiertoe aandrang uitge
oefend. De bankiers hebben trouwens niet
het minste belang bij de voorgestelde re'
geling en het is goed dat vast te stellen te
genover den indruk door de sprekers van
gisteren gewekt. Een gedeelte van het bui-
tenlandsche credietpapier wordt gefinanri-
eerd door de groote bank;"^11:ngen. Na
overleg met de Ned. Bank. Dit papier is dan
naar alle kanten gedekt. Men kan dit ook
lezen in 't verslag van de Ned. Bank, het
welk door spr. geciteerd wordt. Men heeft
hier dus ook geen gevaar van koersschom
melingen, daar de koers is vastgesteld bij
overleg. Wel waarschuwt het verslag tegen
credietpapier dat wordt verhandeld buiten
de Ned. Bank om, wijl daar geen vaste
koers voor is gesteld en ook van dit pa
pier is veel binnengewaaid. Dat is het
slechtste papier en daar ligt het verschil.
Het risico voor dit papier is voor den klei
nen man daar de groote banken dsze kwes
ties beter regelden totdat men zei tot hier
toe en nie verder. Daarom moe thans zich
de Regeering er achter zetten.
De oppositie debatten zijn echter geba
seerd op een verregaand wantrouwen tegen
de voorgestelde maa;regelen en tegen den
persoon van den Minister van Financiën.
Anders moesten he ven toch tot andere
logischer conclusies gekomen zijn. De ga
rantie van de Ne-* Bank dient om te zor
gen dat het papier blijft bij de exporteurs.
Zoo krijgt men algeheele centralisatie. Zij
die bij de Bank Centrale terecht komen,
staan gelijkwaotdig zoowel de groote als de
kleine man. De Minister zegt dat de afge
vaardigden zich eerst beter hadden dienen
te oriënteeren.
De heer B e r e n s t e i n Jat heb ik ge
daan.
De Minister. Dan heb. u 't slecht ge
daan.
De heer v. Be r e n s t e i n. 't Valt me
mee.
De Minister. U hadt veel kunnen le
zen in 't verslag van de Ned. Bank.
De heer v..B e r e n s e i n. Dat heb ik ge
lezen.
De Minister. Dan was u 't weer ver
geten toen u sprak. Wat vervolgens de hoe
veelheid binnenlandsch papier betreft, het
zou den minister verwonderen als dit een
half milliard beliep. Van bevordering van
betaling in buitenlandsch papier is geen
sprake. Intusschen kan men niet ongelimi
teerd in goud betalen. Het is hier een of
ficieel lichaam dat obligatiën uitgeeft waar
van zeker is dat deze niet aan koersschom
melingen onderhevig zijn. Het buiten
landsch papier Is incourant papier en het
gaat niet om de soliditeit maar om de liqui
diteit van dat papier en jui st die is
er niet daarom worden er geen koersnotee-
ringen gegeven. Spr. vraagt of na deze uit
eenzetting men ook fnaar kan zeggen dat de
schuldbrieven minderwaardige stukken zul
len zijn bij wijze „van past op uw zakken".
Dat overal ook wel een verlies kan geleden
worden, dat weet een ieder en zeker in de
zen oorlogstijd. Dat kan men ook hebben
met Nederlandsch papier.
De aandeelhouders allen voor alles toe
laten opkomen is eenvoudig ondenkbaar.
Zoo'n minister van Financiën zou een
schurk zijn en de Kamerleden zijn hand
langers. Dit zijn krasse termen maar 't is
noodzakelijk waar de regeering zulke din
gen in de schoenen worden geschoven met
kracht te protesteeren. Van een debacle
kan echter geen sprake zijn.
Bovendien zal van uitkeering van geld aan
den St8at geen sprake, zoolang er kans is
op een risico, dat de Staat zal moeten bij
passen. Het exporteeren zal beperkt moeten
worden tot het strikt noodzakelijke. Dit zal
er toe leiden dat er komt een verlaging van
de prijzen voor de export-artikelen en dat
het binnenlandsch verbruik ten goede ko
men.
De heer D e J o n g wil met een korte rede
op informatie uitgaan. Hoe toch zal de mi
nister van Landbouw de werking van de
Export-CentTale nader aangeven. Wordt de
Export-Centrale een soort commissionair en
krijgt men op deze wijze niet een soort mo
nopoliseering. Spr. zou het gewenscht vin
den als een vooraf vastgesteld nominaal of
labiel percentage van de riust of overtrust
zou worden geheven. Wat intusschen is on
der winst tet verstaan? Spr. vreest wel eens
de uitgebreide administratie van maatrege
len, waartoe de N. U. M. zal leiden. Half
Den Haag isal N. O. T. gebouwd 't Is te
hopen dat het zoo nu ook niet gaat met een
N. U. M. De Minister van Financiën heeft
gezegd dat lagere exportprijs het gevolg
van de N. U. M. zal zijn, maar dat zal ook
de binnenlandsche prijzen verlagen, welke
prijzen de producent toch zeker behoeft.
De vergadering wordt tot Dinsdag half 12
verdaagd.
Berichten.
Aan de Staatscourant van Donderdag
19 Juli ontleenen wij nog de volgende Ko
ninklijke besluiten
benoemdtot burgemeester der gemeente
Strijp, Th. C. van Vroonhoven
tot burgemeester der gemeente Lienden, C.
de Jonge
tot burgemeester der gemeente Zutphen, A.
E. Zimmerman
tot burgemeester der gemeente Watergraafs
meer, J. W. de Wit
tot burgemeester der gemeente Borsselen, J. L.
Richel, secretaris dier gemeente
tot burgemeester der gemeente Oost- en
West-Souburg, P. S. Buteux
tot burgemeester der gemeenten Benschop,
Hoenkoop- en Polsbroek, R. van Beusekom,
secretaris dier gemeenten
ter beschikking van Hare Majesteit de Ko
ningin gesteld de ritrheester R. A. baron van
Hardenbroek van Lookhorst, van het wapen der
cavalerie.
De Staatscourant van 20 Juli bevat
o. a. de volgende Koninklijke besluiten
benoemd lot directeur van het Koloniaal
Etablissement te Amsterdam T. W. de Tourton
Bruijns, te voren voorzitter der commissie
\an keuring aan het Departement van Kolo
niën;
benoemd tot lid van den Pensioenraad
voor gemeente-ambtenaren mr. P». van Veen,
lid der Tweede Kamer;
benoemd tot gewoon hoogleeraar in de
wis- erunatiuirkunde aan de Rijks Universiteit
le Utrecht voor het onderwijs in de integraal
rekening, differentiaal-rekening, theorie der
funcliën en hoogerc stelkunde, dr. A. Denjoy
tc Lorienl (Morbihan, Frankrijk);
benoemd tot burgemeester van Bcrgschen-
hock W. F. van Schouwen, secretaris;
lol burgemeester van Oosthuizen C. D.
Kaaskooper;
benoemd tot leeraar aan de Rijkslandbouw
"Winlerschool te Hengelo (O) E. J. Dommer-
hold aldaar;
op verzoek eervol gepensionneerd wegens
lichamelijke ongeschiktheid de Indische ver
lofsambtenaar mr. dr. C. Ileijman-, laatstelijk
"voorziller der landraden, te Serang c. a.
Jhr. dr. Van Vredenburch, benoemd
gezant van Nederland voor de Scandinavi
sche Rijken, is gister naar zijn post ver
trokken.
Zooals men weet werd de heer Van Vre
denburch nog «enigen tijd hier te lande
teruggehouden in verband met de door hem
bijgewoonde bijeenkomsten van de onlangs
geëindigde Duitsch-Engelsche conferentie
nopens het krijgsgevangenwezen.
De kolonel Benteijn, tijdelijk militair-
attaché van Nederland te Bern, zal, naar
men ons mededeelt, eerlang hier te l^nde
terugkeeren en het'commando over het le
ren-iment huzaren aanvaarden.
De post van tijdelijk militair attaché in
Zwitserland zal door een anderen hoofd
officier wor^n bezet.
De Directie der Artillerie-inrichtingen
aan de Hembrug had gister ochtend een
onderhoud met den Minister van Oorlog in
diens kabinet.
De Grondwetsvoorstellen.
De afdeelingen der Tweede rner hebben
benoemd tot rapporteurs over de wetsont
werpen tot verandering in het lie, IHe en
IVe Hoofdstuk der Grondwet; verandering
van artikel 192 en in de Additioneele arti
kelen der Grondwet, de heeren Hubrecht,
Visser van IJzendoorn, Van Vuuren, Mar-
chant, Jannink.
Het onderzoek dier ontwerpen vorderde
in sommige afdeelingen, naar wij vernamen,
nog ruim een uur.
Gister in den loop van den middag
waren nog niet alle afdeelingen der Tweede
Kamer gereed met het onderzoek der grond-
wetsherzieningsvoorstellen.
Gister zijn weder een aantal
adressen bij de Tweede Kamer inge-
men betr ffende de motie-Van der Tempel
nopens verlaging van de en uitbreiding der
distributie tot kleeding, schoenen, enz.
Tegen «lc inbaksbelasling.
Het Verbond van Vereenigingen van Si
garenfabrikanten in Nederland, te Utrecht;
de Roomsch-Katholieke Zuidelijke Bond van
Tabaks- en Sigarenfabrikanten, te 's Herto
genbosch; de Vereeniging van Sigarenfa
brikanten, te Eindhoven; de Nederlandsche
Sigarenmakers- en Tabakbewerkersbond, te
Amsterdam; de Nederlandsche Roomsch-
Katholieke Sigarenmakers- en Tabaksbewer-
kersbond, te Eindhoven; de Christ. Bond van
Sigarenmakers en Tabaksbewerkers in Ne
derland, te Delft; de Fed. van Sigarenmakers
en Tabakbewerkers in Nederland, te Am
sterdam; de Nederl. Bond van Sigarenwin-
keliersvereenigingen, te Utrechtde Neder
landsche Vereeniging van Reizigers in Be
werkte Tabak Ons Belang, te Amsterdam,
en de Roomsch-Katholieke Amsterdamsche
Sigarenwinkeliersvereeniging St. Anthonius,
te Amsterdam, hebben gezamenlijk een adres
gezonden aan de Tweede Kamer, waorin zij
de wederindiening van liet wetsontwerp tot
heffing van een belasting op tubuk, en do
reeds plaats gehul hebbende behandeling!
daarvan in de afdeelingen der Tweede Ka-;
mer, ten zeerste betreuren, en van oordeel
zijn, dat een dergelijke belasting een onge
kende ontwrichting van de tabak- en siga-
renindustrie zal ten gevolge hebben.
Adr. zeggen, dat daardoor aan eenige
duizenden mannelijke envrouwelijke
staatsburgers, welke in deze industrie hun
eenig bestaansmiddel vinden, onherstelbare
financieele en moreele schade zal worden
toegebracht. Adr. vrzoeken de Tweede Ka
mer er toe te willen medewerken, dat dit
ontwerp niet tot wet verheven wordt.
Nederland en de oorlog.
I>e nanvni op l»et Duitsche
convool.
Men seint ons uil Berlijn: De Rijksdag
behandelde onder verschillende minder be
langrijke vragen een vraag van den Natio
naal Liberalen afgevaardigde Slrescmanit
over den inbreuk op hel volkenrecht van
Engeland tegenover de Duilsehc schepen in
Nederlandsch territoriaal water.
Bij de beantwoording van dezee vraag ver
klaarde de Ministerial Dircktor Kricgc dat do
Duitsche consul te Rotterdam terstond stap
pen heeft gedaan om genoegdoening te ver
krijgen.
De Nederlandsche regecring heeft toege
zegd, de Duitsche eischen betreffende terug
gave der schepen en volledige schadeloos
stelling krachtig bij de Engelsche regecring
voor lc dragen en heeft bovendien een scherpe
nota aan Engeland gericht.
Uitvoer van selmpeiivlcescl».
De Minister van Landbouw heeft be
paald dat gedurende de periode van heder
tot en met 31 Augustus door bemiddeling
van het Nederlandsche Landbouwcomité
aan de provinciale combinaties van vereeni
gingen ter bevordering van aanfok en mes-
terij van varkens uitvoer-consenten kunnen
worden afgegeven tot een hoeveelheid van
4 millioen K.G. schapenvleesch.
Uitvoer van rihbehooï.
Zooals bekend is, wordt inzonderheid
in de lage landen van Noordelijk-Oveiijsel
een soort grof hooi gewonnen, dat onder
den naam van „ribbehooi" bekend staat en
aan welker winning vele kleine boeren en
arbeiders een dagloon verdienen.
Van den oogst van het vorige jaar zijn
nog aanzienlijke hoeveelheden nonwezig,
daar de veehouders dit hooi tot dusver niet
wilden koopen en er geen gelegenheid voor
export is geweest.
Bij het vaststellen van de overeenkomst,
welke door het Landbouw-Exportbureau
met de Engelsche afnemers is gemaakt, is
de export van een deel van dit ribbehooi
vrijgelaten. Om dezen export mo^ dijk to
maken is door belanghebbenden een veree
niging opgericht, de Ribbehooi Vereeniging,
welke onder toezicht van een Rijkscommis
sie werkzaam is.
Nadat nogmaals alle pogingen waren aan
gewend, om het ribbehooi in het binneiv'
land te plaatsen, is in den loop der vorig*
Wie eiken bekende met „vriend" betitelt,
fzal eindigen met niet één vriend te bezitten.
Roman
van
Karamati.
„Ja, ja, beter zoo dan Sleeping Beauty, zoo-
*ls wij Engelschen zeggen..."
„Hoe, zoo, geen schoonheid?" vroeg Theo
iWeder, ietwat teleurgesteld.
„O, neen, maar daarom niet getreurd," zei
de ondeugende Beatrice, die dadelijk Theo's
schielijke gelaatsverandcring had waargeno
men.
„Ze is zoo interessant, interessanter dan
menige koude schoonheid," vervolgde zij.
„Ze is dus niet koud?" viel Theos vriend in.
„O, een en al gloed, maar 't is een smeu
lende gloed. Voor de meeste menschen is dat
niet merkbaar. Ik ken haar goetL. Maar..."
iei het meisje schalks, „ik zeg verder niets
meer, merk zelf maar op of... tracht op te
merken; want ze is een beetje schuw."
Theo was bepaald nieuwsgierig geworden.
Merkwaardige type ondfcc de menschen irok-
n hem bijzonder aan: geen wonder, waar
jejf gewone stervelingen zooveel opmerke-
j "s vo°r hem hadden. Zijn nieuwsgierigheid
Zli. iCr niet lan* °P de Proef fiesleld;
i reeds een korte poo§ later verscheen
Elsa in gezelschap van haar vader in de
veranda. Zonder haar den tijd te gunnen zich
wat op te knappen, bracht hij haar bij de
gasten.
„Kom!'* riep hij op zijn ruwen, schoon gocd-
hartigen toon, „maak nu 's behoorlijk je
compliment aan de freule en de heeren."
Elsa kleurde hevig en hoog verlegen. Ze
vond haar vader ongemanierd: kon hij har*r
niet eens op vqegzamc wijze voorgesteld heb
ben?
Beatrice vloog dadelijk op en omhelsde het
verlegen meisje hartelijk.
„En hoe gaat het wel?" vroeg ze vriende
lijk. „We hebben elkaar in zoo lang niet ge
zien! 't Lijkt me een eeuwigheid. Zeker, om
dat ik me thuis verveel, nietwaar, pa? Jij zult
den lijd wel kort gevonden hebben, met je
boeken. Die heb je toch zeker niet afgezwo
ren?"
„Mijn boeken!" 't Kleine gezichtje kreeg een
uitdrukking van geestdrift. ..Iloe komt u daar
bij? Ik zou er niet buiten kunnen!"
ader Funkc keek de beide nieuwelingen
te Klauscnhain aan, alsof hij zeggen wilde:
Nu, wat zeg je daarvan? Is dat geen wonder
kind?^ Theo glimlachte. Willem meesmuilde
en sliet zijn vriend onder de tafel even met
den voet aan.
„Nu", ging Beatrice voort, „dat was ook
maar gekheid. Ik wist wel beter. Kijk 's hier,"
ze liep naar een tafel toe, waarop haar tasclije
lag, en haalde daaruit een sierlijk ingebon
den boek „hier heb ik wat voor je. Je
hebt zeker weer braaf Engelsch gestudeerd
in mijn afwezigheid? Dit zijn de werken van
Longfellow, waar ik je indertijd wel eens T
een en ander van voorgelezen heb."
Elsa was verrukt. Haar bewegelijk gezichtje
glansde van verrassing. Ze vergat voor een
oogenblik alles om zich heen; bladerde zenuw
achtig in den verzenbundel en riep, na een
oogenblik lezens:
„O Evangeline, dat lieve gedicht, waar u
mij van verteld heeft! Wat zal ik genieten!"
Dan plotseling zich te binnen brengend, dat
ze in 't bijzijn van vreemden was, zeide ze,
wederom blozend: „Wat ben ik onbeleefd
st Is ook zoo mooi.. Ik dank u duizendmaal."
Theo was geheel oog en oor. Wat een won
derlijk kind! Welk een innemende naiveteit
bij zooveel bevalligheid in haar hecle optre
den! Elsa bemerkte zeer goed, hoe de „knappe
heer" haar gadesloeg; maar ze wras na 't eerste
oogenblik gansch nicl meer verlegen, schoon
ze besefte, dat op dat oogenblik haar lot be
slist werd. Hij vond haar belangwekkend. Uit
belangstelling zou liefde geboren worden,
daar was zij zeker van.
Weldra begaven Elsa en Beatrice zich op 't
voorstel van deze naar het kamertje der
eerste, waar ze veel samen te bespreken had
den. Elsa had anders haar gedachten niet bij
't geen ze zeide. Haar hart was tc vol. Iloe
kon ze even tc voren zoo natuurlijk geweest
zijn, in zijn tegenwoordigheid, terwijl ze thans
geheel vervuld van hem wast
Als geëlectrizcerd door zijn blik had re zich
vertoond in haar ware gedaante, schoon haar
persoonlijkheid als 't ware sterker sprekend
voor den dag was gekomen, 't Was haar ge
gaan als den stillcu ingetogen jongeling, die
door een roes cersl recht zijn ware eigen
schappen aan 't licht doet treden. Hoe geheel
anders had zij zich die eerste ontmoeting
vooYgesteld! Iloe 'veel poëtischer dan die
platte introductie van haar vadert „Ilij" had
geen woord lot haar gesproken, er nauwelijks
tijd toe gehad. Eu toch, 't moest zoo geschie
den, alles was immers vooruit zoo bepaald.
Een ding maakte haar voorloopig tevreden:
hij had met groote aandacht haar gadegeste
gen en naar haar woorden geluisterd. Alles
zou verder vanzelf goed gaan. Geduld maar,
onstuimig hart, dal de toekomst wil vooruit
snellen...
Intusschen waren Elsa's ridder en zijn pro
zaïsche vriend, nadat de Engelschman naar
zijn kamer was gegaan, dc veranda uitgestapt
en samen den weg opgewandeld, die achter
het logement om verder het dorpje door
sneed. 't Was 't heerlijkste weder, dat maar
denkbaar was, en de prachtige boschrijkc
omtrek van Klauscnhain lokte hen uit tol een
wandeling.
Theo had een poos zwijgend voortgestapt.
„Waar -denk je aan?' begon Willem. „Je
bent natuurlijk smoor op jc Doornroosje. Nu,
ik moet zeggen: 't is een leuke meid."
„Wat een uitdrukking, om zoo'n innemend
lief kind aan te duiden! Je bcht weer erger
lijk. als gewoonlijk
„Dacht ik 't nicl? Nu, ik wensch je geluk.
We zullen 's zien. hoe lang deze verliefdheid
van je duren zal."
„Och, je bent dwaas. Moet ik nu met alle
geweld verliefd zijn, omdat ik dal kind zoo
merkwaardig vind? 't Is iels zeldzaams zulk
een meisje le vinden in zoo'n. omgeving-
Weet je waf ik aartsjammer vind?"
„Zeker, dal ze niet als kamermeisje in dienst
is bij je mama in Berkendam."
„Och, loop! Ik betreur t, dal een meisje van
dat soort in zoo'n negorij en onder zulke men
schen haar toekomst moet hebben."
„Wat belet haar, om naar Berkendam te
gaan?"
„Leuter nu itielf Ik spreek in vollen ernst...
Ik wou "wel, dal ik wat voor haar doen kon.
!l
Haar naar een kostschool sturen of zoo Iets.**
De ander schiet in een lach.
„Je bent toch een echte Don Quichot! Ik
geloof waarachtig, dat je in staat zou wezen
de helft van je traktcmentje er aan te offe-i
ren.'*
„Waarom niet? AJs ik wist, dat ik zoo icti
doen kon zonder gevaar van verdenking
Bovendien zou men hier niet mogen weten,
van waar het geld kwam, of de naam van 't
meisje zou gevaar loopen."
„Ik zou je sterk raden, van dien onzin af
te zien, mijn waarde Je kent 't kind net een
uur, weet verder niets van haar dan dat ze
een interessant bakkesje heeft en dolgraag
leest. Zijn dat nu voldoende gronden, om je
voor een paar jaar zulk een opoffering tc ge*
troosten!"
„O, ik weet genoeg. Ik weet zeker, daf
het geld goed besteed" zou zijn. Dat meisje te
na twee jaar een beschaafde jonge dame ge*
worden, dat voor geen enkel jongmeisje uif
onzen stand onjler hoeft le doen."
„Dat uitstekend geschikt zou zijn om jou
vrouw te worden!... Maar waarom vraag je
T niet dadelijk? kunt 'r dan beschaven
naar hartelust en je hoeft je aan niemand te
storen."
„Met jou is geen redeneeren. 't Spreekf
vanzelf, dat ik er nog over denken zal."
(Wordt vervolgd.f