i toewijding. „DE EEMLANDER". Zaterdag 21 Juli 1917. BINNENLAND. N* 18. Tweede Blad. 16u Jaarpang. FEUILLETON. ■f. Hoofdredactie: MARIE VAN VERSENDAAL. Mr. D. J. VAN SCHAARDENBURG. Uitgevers: VALKHOFF Co. ABONNEMENTSPRIJS P.I 3 maanden vooi Ameraloort 1 1.5©. Idem franco per post Per week (met gratie verzekering tegen ongeluksen) Afzonder] like nummers Wekelijksoh bijvoegsel „De Bollandschs Buinrmiw' (onder redaolie van Thérèee Hoven) per 3 mnd. 50 els. Wekeljjksoh bijvoegsel WtreldrtvVi" per 8 mnd. 58 cts. Bureau: UTRECHTSCHESTRAAT 46. Intercomm. Telefoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENXIËN Van 1-& regelo.8«. tike regol meor0.15, Dienstaanbiedingen 1—5 regoh.. ,4 O.fto! Groote lottors naar plaatsruimte. Voor handel en bodryl bestaan roer voordooligo bopahn^on tot hot horhaald advortooron in dit Blad, by abonnement. Eeno circulaire, bovattondo do voorwaarden, wordt aanvraag toogozonden. op Kameroverzicht. Tweede Kamer Vergadering van 20 Juli 1917. Export Centrale. Voortgezet worden de algemeene he- •chouwingen over de Export Centrale. Aan het woord is de heer D r e s s e 1- Kuys. Deze acht een regeeringsbureau te log voor de soepele handelingen welke het bureau zal hebben te verrichten. Elke han deling van een Regeeringsbureau zou al spoedig als onneutTaal worden aangemerkt. Spr. meent dat de adviseurs moeten optre den in hun ware gedaante van belangheb benden. Spr. heeft geen bezwaar tegen de iie&ml. vennootschap welke als rechtsfiguur cal worden aangewezen. Voorts wijst spr. op het belang van sa menwerking tusschen de exporteurs. Ook in oorlogvoerende landen bereid men zich voor in 't belang van den econon>ischen toestand na den oorlog. Ongegrond noemt spr. de vrees dat de Export Centrale het particulier initiatief zou dooden. De Minis te r v. Financiën wil kort de bedoeling uiteenzetten der Export Centrale. De uitlatingen van den heer Pa rijn noemt spr. allerbedenkelijkst. Omge keerd evenredig is krasheid met de wijze wijze waarop deze afgevaardigde heeft ge tracht de regeerings bedoelingen te onder zoeken. De afgevaardigde heeft woorden ge bezigd welke hij niet verantwoorden kan. Spr. wil dit rechtzetten. De hoofdbedoeling is dat tegen over-uitvoer van waar betaald wordt met invoer van waar, maar men mag zich geen illusie maken dat zulks altijd ge heel geschieden zal. Intusscben heeft spr. meer vertrouwen in de zaak dan de Minis ter van Landbouw, Handel en Nijverheid. Dat moet wel worden uitgevoerd ook te gen buitenlandsch credietpapier staat in de Memorie van Antwoord. Spr. betoogt don dat die groote bankinstellingen allengs ver klaarden wel bereid te zijn voort te gaan met bet financieeren van het buitenland en credietpapier. Geenszins is echter van de zijde der bankiers hiertoe aandrang uitge oefend. De bankiers hebben trouwens niet het minste belang bij de voorgestelde re' geling en het is goed dat vast te stellen te genover den indruk door de sprekers van gisteren gewekt. Een gedeelte van het bui- tenlandsche credietpapier wordt gefinanri- eerd door de groote bank;"^11:ngen. Na overleg met de Ned. Bank. Dit papier is dan naar alle kanten gedekt. Men kan dit ook lezen in 't verslag van de Ned. Bank, het welk door spr. geciteerd wordt. Men heeft hier dus ook geen gevaar van koersschom melingen, daar de koers is vastgesteld bij overleg. Wel waarschuwt het verslag tegen credietpapier dat wordt verhandeld buiten de Ned. Bank om, wijl daar geen vaste koers voor is gesteld en ook van dit pa pier is veel binnengewaaid. Dat is het slechtste papier en daar ligt het verschil. Het risico voor dit papier is voor den klei nen man daar de groote banken dsze kwes ties beter regelden totdat men zei tot hier toe en nie verder. Daarom moe thans zich de Regeering er achter zetten. De oppositie debatten zijn echter geba seerd op een verregaand wantrouwen tegen de voorgestelde maa;regelen en tegen den persoon van den Minister van Financiën. Anders moesten he ven toch tot andere logischer conclusies gekomen zijn. De ga rantie van de Ne-* Bank dient om te zor gen dat het papier blijft bij de exporteurs. Zoo krijgt men algeheele centralisatie. Zij die bij de Bank Centrale terecht komen, staan gelijkwaotdig zoowel de groote als de kleine man. De Minister zegt dat de afge vaardigden zich eerst beter hadden dienen te oriënteeren. De heer B e r e n s t e i n Jat heb ik ge daan. De Minister. Dan heb. u 't slecht ge daan. De heer v. Be r e n s t e i n. 't Valt me mee. De Minister. U hadt veel kunnen le zen in 't verslag van de Ned. Bank. De heer v..B e r e n s e i n. Dat heb ik ge lezen. De Minister. Dan was u 't weer ver geten toen u sprak. Wat vervolgens de hoe veelheid binnenlandsch papier betreft, het zou den minister verwonderen als dit een half milliard beliep. Van bevordering van betaling in buitenlandsch papier is geen sprake. Intusschen kan men niet ongelimi teerd in goud betalen. Het is hier een of ficieel lichaam dat obligatiën uitgeeft waar van zeker is dat deze niet aan koersschom melingen onderhevig zijn. Het buiten landsch papier Is incourant papier en het gaat niet om de soliditeit maar om de liqui diteit van dat papier en jui st die is er niet daarom worden er geen koersnotee- ringen gegeven. Spr. vraagt of na deze uit eenzetting men ook fnaar kan zeggen dat de schuldbrieven minderwaardige stukken zul len zijn bij wijze „van past op uw zakken". Dat overal ook wel een verlies kan geleden worden, dat weet een ieder en zeker in de zen oorlogstijd. Dat kan men ook hebben met Nederlandsch papier. De aandeelhouders allen voor alles toe laten opkomen is eenvoudig ondenkbaar. Zoo'n minister van Financiën zou een schurk zijn en de Kamerleden zijn hand langers. Dit zijn krasse termen maar 't is noodzakelijk waar de regeering zulke din gen in de schoenen worden geschoven met kracht te protesteeren. Van een debacle kan echter geen sprake zijn. Bovendien zal van uitkeering van geld aan den St8at geen sprake, zoolang er kans is op een risico, dat de Staat zal moeten bij passen. Het exporteeren zal beperkt moeten worden tot het strikt noodzakelijke. Dit zal er toe leiden dat er komt een verlaging van de prijzen voor de export-artikelen en dat het binnenlandsch verbruik ten goede ko men. De heer D e J o n g wil met een korte rede op informatie uitgaan. Hoe toch zal de mi nister van Landbouw de werking van de Export-CentTale nader aangeven. Wordt de Export-Centrale een soort commissionair en krijgt men op deze wijze niet een soort mo nopoliseering. Spr. zou het gewenscht vin den als een vooraf vastgesteld nominaal of labiel percentage van de riust of overtrust zou worden geheven. Wat intusschen is on der winst tet verstaan? Spr. vreest wel eens de uitgebreide administratie van maatrege len, waartoe de N. U. M. zal leiden. Half Den Haag isal N. O. T. gebouwd 't Is te hopen dat het zoo nu ook niet gaat met een N. U. M. De Minister van Financiën heeft gezegd dat lagere exportprijs het gevolg van de N. U. M. zal zijn, maar dat zal ook de binnenlandsche prijzen verlagen, welke prijzen de producent toch zeker behoeft. De vergadering wordt tot Dinsdag half 12 verdaagd. Berichten. Aan de Staatscourant van Donderdag 19 Juli ontleenen wij nog de volgende Ko ninklijke besluiten benoemdtot burgemeester der gemeente Strijp, Th. C. van Vroonhoven tot burgemeester der gemeente Lienden, C. de Jonge tot burgemeester der gemeente Zutphen, A. E. Zimmerman tot burgemeester der gemeente Watergraafs meer, J. W. de Wit tot burgemeester der gemeente Borsselen, J. L. Richel, secretaris dier gemeente tot burgemeester der gemeente Oost- en West-Souburg, P. S. Buteux tot burgemeester der gemeenten Benschop, Hoenkoop- en Polsbroek, R. van Beusekom, secretaris dier gemeenten ter beschikking van Hare Majesteit de Ko ningin gesteld de ritrheester R. A. baron van Hardenbroek van Lookhorst, van het wapen der cavalerie. De Staatscourant van 20 Juli bevat o. a. de volgende Koninklijke besluiten benoemd lot directeur van het Koloniaal Etablissement te Amsterdam T. W. de Tourton Bruijns, te voren voorzitter der commissie \an keuring aan het Departement van Kolo niën; benoemd tot lid van den Pensioenraad voor gemeente-ambtenaren mr. P». van Veen, lid der Tweede Kamer; benoemd tot gewoon hoogleeraar in de wis- erunatiuirkunde aan de Rijks Universiteit le Utrecht voor het onderwijs in de integraal rekening, differentiaal-rekening, theorie der funcliën en hoogerc stelkunde, dr. A. Denjoy tc Lorienl (Morbihan, Frankrijk); benoemd tot burgemeester van Bcrgschen- hock W. F. van Schouwen, secretaris; lol burgemeester van Oosthuizen C. D. Kaaskooper; benoemd tot leeraar aan de Rijkslandbouw "Winlerschool te Hengelo (O) E. J. Dommer- hold aldaar; op verzoek eervol gepensionneerd wegens lichamelijke ongeschiktheid de Indische ver lofsambtenaar mr. dr. C. Ileijman-, laatstelijk "voorziller der landraden, te Serang c. a. Jhr. dr. Van Vredenburch, benoemd gezant van Nederland voor de Scandinavi sche Rijken, is gister naar zijn post ver trokken. Zooals men weet werd de heer Van Vre denburch nog «enigen tijd hier te lande teruggehouden in verband met de door hem bijgewoonde bijeenkomsten van de onlangs geëindigde Duitsch-Engelsche conferentie nopens het krijgsgevangenwezen. De kolonel Benteijn, tijdelijk militair- attaché van Nederland te Bern, zal, naar men ons mededeelt, eerlang hier te l^nde terugkeeren en het'commando over het le ren-iment huzaren aanvaarden. De post van tijdelijk militair attaché in Zwitserland zal door een anderen hoofd officier wor^n bezet. De Directie der Artillerie-inrichtingen aan de Hembrug had gister ochtend een onderhoud met den Minister van Oorlog in diens kabinet. De Grondwetsvoorstellen. De afdeelingen der Tweede rner hebben benoemd tot rapporteurs over de wetsont werpen tot verandering in het lie, IHe en IVe Hoofdstuk der Grondwet; verandering van artikel 192 en in de Additioneele arti kelen der Grondwet, de heeren Hubrecht, Visser van IJzendoorn, Van Vuuren, Mar- chant, Jannink. Het onderzoek dier ontwerpen vorderde in sommige afdeelingen, naar wij vernamen, nog ruim een uur. Gister in den loop van den middag waren nog niet alle afdeelingen der Tweede Kamer gereed met het onderzoek der grond- wetsherzieningsvoorstellen. Gister zijn weder een aantal adressen bij de Tweede Kamer inge- men betr ffende de motie-Van der Tempel nopens verlaging van de en uitbreiding der distributie tot kleeding, schoenen, enz. Tegen «lc inbaksbelasling. Het Verbond van Vereenigingen van Si garenfabrikanten in Nederland, te Utrecht; de Roomsch-Katholieke Zuidelijke Bond van Tabaks- en Sigarenfabrikanten, te 's Herto genbosch; de Vereeniging van Sigarenfa brikanten, te Eindhoven; de Nederlandsche Sigarenmakers- en Tabakbewerkersbond, te Amsterdam; de Nederlandsche Roomsch- Katholieke Sigarenmakers- en Tabaksbewer- kersbond, te Eindhoven; de Christ. Bond van Sigarenmakers en Tabaksbewerkers in Ne derland, te Delft; de Fed. van Sigarenmakers en Tabakbewerkers in Nederland, te Am sterdam; de Nederl. Bond van Sigarenwin- keliersvereenigingen, te Utrechtde Neder landsche Vereeniging van Reizigers in Be werkte Tabak Ons Belang, te Amsterdam, en de Roomsch-Katholieke Amsterdamsche Sigarenwinkeliersvereeniging St. Anthonius, te Amsterdam, hebben gezamenlijk een adres gezonden aan de Tweede Kamer, waorin zij de wederindiening van liet wetsontwerp tot heffing van een belasting op tubuk, en do reeds plaats gehul hebbende behandeling! daarvan in de afdeelingen der Tweede Ka-; mer, ten zeerste betreuren, en van oordeel zijn, dat een dergelijke belasting een onge kende ontwrichting van de tabak- en siga- renindustrie zal ten gevolge hebben. Adr. zeggen, dat daardoor aan eenige duizenden mannelijke envrouwelijke staatsburgers, welke in deze industrie hun eenig bestaansmiddel vinden, onherstelbare financieele en moreele schade zal worden toegebracht. Adr. vrzoeken de Tweede Ka mer er toe te willen medewerken, dat dit ontwerp niet tot wet verheven wordt. Nederland en de oorlog. I>e nanvni op l»et Duitsche convool. Men seint ons uil Berlijn: De Rijksdag behandelde onder verschillende minder be langrijke vragen een vraag van den Natio naal Liberalen afgevaardigde Slrescmanit over den inbreuk op hel volkenrecht van Engeland tegenover de Duilsehc schepen in Nederlandsch territoriaal water. Bij de beantwoording van dezee vraag ver klaarde de Ministerial Dircktor Kricgc dat do Duitsche consul te Rotterdam terstond stap pen heeft gedaan om genoegdoening te ver krijgen. De Nederlandsche regecring heeft toege zegd, de Duitsche eischen betreffende terug gave der schepen en volledige schadeloos stelling krachtig bij de Engelsche regecring voor lc dragen en heeft bovendien een scherpe nota aan Engeland gericht. Uitvoer van selmpeiivlcescl». De Minister van Landbouw heeft be paald dat gedurende de periode van heder tot en met 31 Augustus door bemiddeling van het Nederlandsche Landbouwcomité aan de provinciale combinaties van vereeni gingen ter bevordering van aanfok en mes- terij van varkens uitvoer-consenten kunnen worden afgegeven tot een hoeveelheid van 4 millioen K.G. schapenvleesch. Uitvoer van rihbehooï. Zooals bekend is, wordt inzonderheid in de lage landen van Noordelijk-Oveiijsel een soort grof hooi gewonnen, dat onder den naam van „ribbehooi" bekend staat en aan welker winning vele kleine boeren en arbeiders een dagloon verdienen. Van den oogst van het vorige jaar zijn nog aanzienlijke hoeveelheden nonwezig, daar de veehouders dit hooi tot dusver niet wilden koopen en er geen gelegenheid voor export is geweest. Bij het vaststellen van de overeenkomst, welke door het Landbouw-Exportbureau met de Engelsche afnemers is gemaakt, is de export van een deel van dit ribbehooi vrijgelaten. Om dezen export mo^ dijk to maken is door belanghebbenden een veree niging opgericht, de Ribbehooi Vereeniging, welke onder toezicht van een Rijkscommis sie werkzaam is. Nadat nogmaals alle pogingen waren aan gewend, om het ribbehooi in het binneiv' land te plaatsen, is in den loop der vorig* Wie eiken bekende met „vriend" betitelt, fzal eindigen met niet één vriend te bezitten. Roman van Karamati. „Ja, ja, beter zoo dan Sleeping Beauty, zoo- *ls wij Engelschen zeggen..." „Hoe, zoo, geen schoonheid?" vroeg Theo iWeder, ietwat teleurgesteld. „O, neen, maar daarom niet getreurd," zei de ondeugende Beatrice, die dadelijk Theo's schielijke gelaatsverandcring had waargeno men. „Ze is zoo interessant, interessanter dan menige koude schoonheid," vervolgde zij. „Ze is dus niet koud?" viel Theos vriend in. „O, een en al gloed, maar 't is een smeu lende gloed. Voor de meeste menschen is dat niet merkbaar. Ik ken haar goetL. Maar..." iei het meisje schalks, „ik zeg verder niets meer, merk zelf maar op of... tracht op te merken; want ze is een beetje schuw." Theo was bepaald nieuwsgierig geworden. Merkwaardige type ondfcc de menschen irok- n hem bijzonder aan: geen wonder, waar jejf gewone stervelingen zooveel opmerke- j "s vo°r hem hadden. Zijn nieuwsgierigheid Zli. iCr niet lan* °P de Proef fiesleld; i reeds een korte poo§ later verscheen Elsa in gezelschap van haar vader in de veranda. Zonder haar den tijd te gunnen zich wat op te knappen, bracht hij haar bij de gasten. „Kom!'* riep hij op zijn ruwen, schoon gocd- hartigen toon, „maak nu 's behoorlijk je compliment aan de freule en de heeren." Elsa kleurde hevig en hoog verlegen. Ze vond haar vader ongemanierd: kon hij har*r niet eens op vqegzamc wijze voorgesteld heb ben? Beatrice vloog dadelijk op en omhelsde het verlegen meisje hartelijk. „En hoe gaat het wel?" vroeg ze vriende lijk. „We hebben elkaar in zoo lang niet ge zien! 't Lijkt me een eeuwigheid. Zeker, om dat ik me thuis verveel, nietwaar, pa? Jij zult den lijd wel kort gevonden hebben, met je boeken. Die heb je toch zeker niet afgezwo ren?" „Mijn boeken!" 't Kleine gezichtje kreeg een uitdrukking van geestdrift. ..Iloe komt u daar bij? Ik zou er niet buiten kunnen!" ader Funkc keek de beide nieuwelingen te Klauscnhain aan, alsof hij zeggen wilde: Nu, wat zeg je daarvan? Is dat geen wonder kind?^ Theo glimlachte. Willem meesmuilde en sliet zijn vriend onder de tafel even met den voet aan. „Nu", ging Beatrice voort, „dat was ook maar gekheid. Ik wist wel beter. Kijk 's hier," ze liep naar een tafel toe, waarop haar tasclije lag, en haalde daaruit een sierlijk ingebon den boek „hier heb ik wat voor je. Je hebt zeker weer braaf Engelsch gestudeerd in mijn afwezigheid? Dit zijn de werken van Longfellow, waar ik je indertijd wel eens T een en ander van voorgelezen heb." Elsa was verrukt. Haar bewegelijk gezichtje glansde van verrassing. Ze vergat voor een oogenblik alles om zich heen; bladerde zenuw achtig in den verzenbundel en riep, na een oogenblik lezens: „O Evangeline, dat lieve gedicht, waar u mij van verteld heeft! Wat zal ik genieten!" Dan plotseling zich te binnen brengend, dat ze in 't bijzijn van vreemden was, zeide ze, wederom blozend: „Wat ben ik onbeleefd st Is ook zoo mooi.. Ik dank u duizendmaal." Theo was geheel oog en oor. Wat een won derlijk kind! Welk een innemende naiveteit bij zooveel bevalligheid in haar hecle optre den! Elsa bemerkte zeer goed, hoe de „knappe heer" haar gadesloeg; maar ze wras na 't eerste oogenblik gansch nicl meer verlegen, schoon ze besefte, dat op dat oogenblik haar lot be slist werd. Hij vond haar belangwekkend. Uit belangstelling zou liefde geboren worden, daar was zij zeker van. Weldra begaven Elsa en Beatrice zich op 't voorstel van deze naar het kamertje der eerste, waar ze veel samen te bespreken had den. Elsa had anders haar gedachten niet bij 't geen ze zeide. Haar hart was tc vol. Iloe kon ze even tc voren zoo natuurlijk geweest zijn, in zijn tegenwoordigheid, terwijl ze thans geheel vervuld van hem wast Als geëlectrizcerd door zijn blik had re zich vertoond in haar ware gedaante, schoon haar persoonlijkheid als 't ware sterker sprekend voor den dag was gekomen, 't Was haar ge gaan als den stillcu ingetogen jongeling, die door een roes cersl recht zijn ware eigen schappen aan 't licht doet treden. Hoe geheel anders had zij zich die eerste ontmoeting vooYgesteld! Iloe 'veel poëtischer dan die platte introductie van haar vadert „Ilij" had geen woord lot haar gesproken, er nauwelijks tijd toe gehad. Eu toch, 't moest zoo geschie den, alles was immers vooruit zoo bepaald. Een ding maakte haar voorloopig tevreden: hij had met groote aandacht haar gadegeste gen en naar haar woorden geluisterd. Alles zou verder vanzelf goed gaan. Geduld maar, onstuimig hart, dal de toekomst wil vooruit snellen... Intusschen waren Elsa's ridder en zijn pro zaïsche vriend, nadat de Engelschman naar zijn kamer was gegaan, dc veranda uitgestapt en samen den weg opgewandeld, die achter het logement om verder het dorpje door sneed. 't Was 't heerlijkste weder, dat maar denkbaar was, en de prachtige boschrijkc omtrek van Klauscnhain lokte hen uit tol een wandeling. Theo had een poos zwijgend voortgestapt. „Waar -denk je aan?' begon Willem. „Je bent natuurlijk smoor op jc Doornroosje. Nu, ik moet zeggen: 't is een leuke meid." „Wat een uitdrukking, om zoo'n innemend lief kind aan te duiden! Je bcht weer erger lijk. als gewoonlijk „Dacht ik 't nicl? Nu, ik wensch je geluk. We zullen 's zien. hoe lang deze verliefdheid van je duren zal." „Och, je bent dwaas. Moet ik nu met alle geweld verliefd zijn, omdat ik dal kind zoo merkwaardig vind? 't Is iels zeldzaams zulk een meisje le vinden in zoo'n. omgeving- Weet je waf ik aartsjammer vind?" „Zeker, dal ze niet als kamermeisje in dienst is bij je mama in Berkendam." „Och, loop! Ik betreur t, dal een meisje van dat soort in zoo'n negorij en onder zulke men schen haar toekomst moet hebben." „Wat belet haar, om naar Berkendam te gaan?" „Leuter nu itielf Ik spreek in vollen ernst... Ik wou "wel, dal ik wat voor haar doen kon. !l Haar naar een kostschool sturen of zoo Iets.** De ander schiet in een lach. „Je bent toch een echte Don Quichot! Ik geloof waarachtig, dat je in staat zou wezen de helft van je traktcmentje er aan te offe-i ren.'* „Waarom niet? AJs ik wist, dat ik zoo icti doen kon zonder gevaar van verdenking Bovendien zou men hier niet mogen weten, van waar het geld kwam, of de naam van 't meisje zou gevaar loopen." „Ik zou je sterk raden, van dien onzin af te zien, mijn waarde Je kent 't kind net een uur, weet verder niets van haar dan dat ze een interessant bakkesje heeft en dolgraag leest. Zijn dat nu voldoende gronden, om je voor een paar jaar zulk een opoffering tc ge* troosten!" „O, ik weet genoeg. Ik weet zeker, daf het geld goed besteed" zou zijn. Dat meisje te na twee jaar een beschaafde jonge dame ge* worden, dat voor geen enkel jongmeisje uif onzen stand onjler hoeft le doen." „Dat uitstekend geschikt zou zijn om jou vrouw te worden!... Maar waarom vraag je T niet dadelijk? kunt 'r dan beschaven naar hartelust en je hoeft je aan niemand te storen." „Met jou is geen redeneeren. 't Spreekf vanzelf, dat ik er nog over denken zal." (Wordt vervolgd.f

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1917 | | pagina 5