foewijding.
16"* Jaargang.
DE E EM LAN D ER'
Woensdag 25 Juli 1917.
BUITENLAND.
feuilleton.
Het LevensverzekeringsbeiirUf
als Staatsmonopolie.
MARIE VAN VERSENDAAL.
Hoofdredactie, j Mf D f VAN SCHAARDENBURG.
Uitgevers: VALKHOFF Co.
ABONNEMENTSPRIJS.'
Per 3 maanden vooi Amersfoortf 1.50.
V Idem franco per post2.O0.
Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) 0.14.
Afzonderlijke nummers- 0.05.
Wekelijksoh bijvoegsel Hollandses Huisvrouw*' (onder
redactie van Thérèse. Hoven) per 8 mnd. 50 ets.
"Wekelgksoh bijvoegsel WereldrevUs" per 8 mnd 52 et».
Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 46.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTEJNT1ËN
Yan 1—5 regels..f 0.80.
Elke regel moer0.15.
Dienstaanbiedingen 15 rogols.. 0.50»
Grooto leIters naar plaatsruimte.
Voor bande) en bedrijf bostaan zoor voordeolige bepalingen
tot hot herhaald adverteeren in dit Blad, bij abonuoment.
Eene oiroulairo, bevattende do voorwaarden, wordt op
aanvraag toegozonden.
n.
De sobere mededeeling van den minister
werd nader toegelicht en aangevuld eerst
In een interview, verschenen in de Tele
graaf van 10 April, en vervolgens in de
Eerste Kamer, toen de discussiën in de zit
tingen van 12 en 27 April de gelegenheid
boden hem aan het praten te krijgen.
Naar hetgeen de heer Treub bij dia gele
genheid te kennen gaf, denkt hij de voor
genomen monopoliseering geleidelijk te
doen geschieden, door te bepalen, dat na
een zeker tijdstip geen verzekeringen in
Nederland meer door de maatschappij mo
gen worden afgesloten. De bedoeling is niet
een gedwongen nöasting der particuliere
bedrijven, daar dit gepaard zou gaan met
schokken in het bedrijf, welke de minister
juist zooveel mogelijk wil vermijden.- De
maatschappijen zullen voor de keuze wor
den gesteld, haar loopende contracten zelf
te liquideeren, of haar portefeuille aan het
staatsbedrijf over te doen. Overwogen zal
worden, aan alle verzekerden het recht toe
te kennen, onmiddellijk naar den Staat over
te gaan, zonder dat daarbij de medwerking
ran de betrokken maatschappijen zal wor
den vereischt. Dé kantoorgebouwen zouden
door den Staat kunnen worden overgeno
men, mits zij tijdig worden aangeboden, an
ders zouden de maatschappijen het aan
zich zelf hebben te wijten, als zij ermede
bleven zitten
Het staatsbedrijf zal comifterciëel worden
geëxploiteerd, dat beteekent: vrij van de
fouten, die de ambtenarij plegen aan te kle
ven.
De Minister noemde het aldus: dat niet de
bureaucratie, maar het zakenelement zijn
stempel op dit staatsbedrijf zal drukken.
Het plan is, met de uit ervaring verkregen
middelen der maatschappijen voort te wer
ken. De personeel-quaestie, neemt de mi
nister nogal licht op. Van de besparing op
de exploitatie die bij beheer in één hand zal
worden verkregen, mag nooit het gevolg
zijn, dat de propaganda daaronder zal lij
den, evenmin als het geschoolde personeel,
dat in dienst der maatschappijen is.
Maar de hoofdzaak is en blijft het profijt
voor de schatkist.
Niet onmiddellijk, doch zeker na verloop
van enkele jaren, zal volgens den heer
Treub, de winst gaan vloeien.
Uit de „vrij betrouwbare cijfers, waarover
ik beschik" zoo sprak hij in de Eerste
Kamer „leid ik af, dat in het voor levens-
Vverzekeringsbedrijf lang niet gunstig jaar
1014 door de Nederlandsche levensverzeke
ringsmaatschappijen nog een winst is ge
maakt van 4k< millioen, en dat de Neder
landsche levensverzekerings maatschappij
en slechts ongeveer bestrijken van het
geheele terrein der levensverzekering in
Nederland, terwijl V.j, of misschien iets
meer, wordt bewerkt door buitenlandsche
maatschappijen".
Wat hier tegenover moet worden gesteld,
als vertegenwoordigende het belang der Ne
derlandsche Maatschappijen in het buiten
land, werd door den heer Treub niet ge
zegd.
Voorts achtte de minister het niet onmo
gelijk, dat in normale tijden de gezamen
lijke winsten 7 8 millioen zullen bedra
gen. Die der brandverzekering maatschap
pijen zijn volgens hem minstens even hoog
te schatten. Ruw genomen zou er voor den
fiscus dus een ronde 15 millioen per jaar uit
de beide verzekeringsbedrijven te halen
zijn. Op deze ramingen liet de minister de
overbodige en zelfs eenigszins naieve op
merking volgen, „dat deze cijfers kunnen
mee- en tegenvallen."
In het bovenbedoelde pers-gesprek vond
de heer Treub ook nog de gelegenheid er
op te wijzen, dat invoering van het staats-
verzekeringsbedrijf het voordeel zal mede
brengen, dat alle gevaren voor de verzeker-
den zullen zijn verdwenen.
Maar hij gaf toe dat, al moge er kans be
staan, dat enkele kleine, niet-reëele maat
schappijen bij liquidatie in gebreke zouden
blijver^, het aantal derzulken toch in ieder
geval onbeduidend zou zijn, en over het al
gemeen liet de heer Treub zich dan ook
gunstig over den huidigen toestand der le
vensverzekerings maatschappijen uit.
•Trouwens om de veiligheid of eenig an
der belang van de verzekerden gaat het hier
niet. Het geheele plan vindt immers zijn
oorsprong* uitsluitend in de te verwachten
winst.
En juist over die winst bestaat groot ver
schil van meening. De werkelijke winst1
todh zou volgens de balansen der maat
schappijen blijven ver beneden het door den
minister genoemde cijfer.
In een artikel in „Onze Eeuw" door jhr.
mr. H. Smissaert, wordt bijv. de jaarlijksche
bedrijfswinst der Nederlandsche levevings-
maatschappijen (êr zijn er Q3) over de vijf
jaren, onmiddellijk aan den oorlog vooraf
gegaan, aan de hand der beschikbare ge
gevens geschat op 1 millioen 1 ton. Een
ander schrijver, mr. J. Kist, die het door
minister Treub genoemde winstcijfer van
4 *A millioen over 1914 aanviel, calculeer
de, dat in hetzelfde jaar het gezamenlijk le-
vensverzekeringsbedrijf geen winst, doch
een verlies van 193.000 had opgeleverd.
Komen deze schattingen ook maar eenigs
zins de werkelijkheid nabij, dan zouden de
bedragen der uit de enorme staatsschuld
voortspruitende verplichtingen, tot welker
nakoming het profijt van het voorgenomen
staatsbedrijf immers zal moeten strekken,
de beteekenis van het winstcijfer zoozeer in
het niet doen verzinken, dat daarmede het
geheele plan vanzelf zou verdwijnen. De
eisch toch, dien Minister Tréub stelde aan
Staatsmonopolies behalve dat zij zoo
weinig mogelijk ingrijpen in het algemeen
economisch leven luidt: dat „er redelijke
kans moet bestaan, dat zij een behoorlijk be
drag in de schatkist zullen brengen". Boven
dien gaf de Minister in de Eerste Kamer
aan den heer Stork de verzekering, dat als
hij „na het onderzoek der Commissie (voor
de Levensverzekering) tot de conclusie
mocht komen, dat het hoogstens een quaes-
tie van één of twee millioen zal worden, hij
werkelijk niet die geheele moeite op den
hals van den Staat zal sohuiven". Want
„als het niet uithaalt", is het daartoe „een
veel te groote zaak
Bij de installatie van een der beide door
den Minister ingestelde commissies erken
de de heer Treub, dat aan de verwezenlij
king van zijn denkbeeld groote bezwaren
verbonden zijn. Maar hij liet daarop onmid
dellijk volgen, dat bezware/j er nu eenmaal
zijn om te worden overwonnen.
Dit „schoor e woord" is in het algemeen
meer fier dan overtuigend. In dit geval zal
het wel Piet gesproken ^ijn met betrekking
tot het bezwaar, ontleend aan de geringe
winst.
Mocht d i t bezwaar gegrond blijken, dan
is het, getoetst aan de eigen woorden van
den Minister, echter afdoende.
Politiek Overzicht
De titels in het Engelsche
koningshuis.
Het Engelsche" koningshuis 'staat van
ouds in nauwe familiebetrekkingen met
Duitsche vorstenhuizen. Gedurende meer
dan een eeuw hebben de Engelsche konin
gen tegelijk geregeerd over het keurvorsten
dom (later koninkrijk) Hannover: van 1
Augustus 1714, toen keurvorst Georg Lud-
wig als opvolger van koningin Anna, het
laatste regeerénde lid van het huis Stuart,
den troon van Engeland beklom, tot 20 Juni
1837, toen Hannover van Engeland geschei
den werd. Koningin Victoria, de grootmoe
der van den thans regeerenden koning, die
van zijne Hannoversche voorzaten den naam
George draagt, heeft in haar huwelijk met
k.r.- ML- c -
haren neef, prins Albert van Saksen-Coburg- heid "Ln Z Z.STÏ?'
Gotha, negen kinderen gehad. Van de fier be,St0fn; ™ar ko"
ww.
Gotha, negen kinderen gehad. Van de ?ier
zonen is de tweede, prins Alfred, regeerend
hertog van Saksen-Coburg-Gotha geworden;
de weduwe van den jongste, prins Leopold, is
eene prinses van Waldeck-Pyrmont, de jon
gere zuster van onze Koningin-moeder. De
oudste dochter Victoria is keizerin van het
Duitsche rijk geweest als gemalin van keizer
Friedrich, den vader van den nu regeeren
den keizer. Prinses Alice was groothertogin
van Hessen. Prinses Helena is getrouwd ge
weest met prins Christiaan van Sleeswijk-
Holstein, prinses Beatrice met prins Heinrich
van Battenberg. De nu regeerende koningin
is eene dochter uit het huwelijk van den
hertog van Teek, een Wurtembergsch ge
slacht, met prinses Mary Adelaide van Cam
bridge.
Deze Duitsche afkomst van de leden van
het Engelsche koningshuis is natuurlijk niet
ongedaan te maken. Wel kunnen maatrege
len worden genomen om te beletten, dat de
herinnering daaraan, in dezen oorlogstijd, nu
Duitschland de vijand is, voor Britsche
gehouden door de namen en titels die zij
voeren. Dat is eene zaak, waaraan de thans
regeerende koning George zich zeer gelegen
laat zijn. Hij heeft in de vorige week den ge
heimen raad bijeengeroepen om uitvoering
te geven aan het door hem opgevatte plan
tot verandering van den naam van het En
gelsche koningshuis, en na de vergadering
van dien raad is bij jJtoclamatie den volke
verkondigd, dat van nu af het huis Wind
sor in het Vereenigde koninkrijk re
geert. Dit is een# vervolgmaatregel op
wat onlangs reeds in deze richting, ter
voldoening aan een in het parlement uit-
gedrukten wensch, is geschièd. Koning
George heeft het besluit genomen, dat de
prinsen van zijn huis, die Duitsche .titels
voeren, die moeten afleggen en Engelsche
namen moeten dragen. Bij ditzelfde besluit
heeft de koning hun den rang verleend van
peer of England. De hertog van Teek, een
broeder van de koningin, is Engelsch mar
kies geworden, zijn broeder, prins Alexan
der van Teek, graaf (earl). Prins Alexander
van Battenberg, de zoon van prinses Bea
trice, wordt markies; de broeder van zijn
vader, prins Louis, eveneens. Zijn jongure
broeder, prins Leopold, zal slechts zijn fa
milienaam dragen, maar verengelscht; Bat
tenberg is Mountbatten geworden. Dit is
voortaan ook de. naam van de beide zonen
van prins Louis, van wie de oudste later den
markiezentitel van hem zal erven.
Ondanks 'hunne Duitsche titels, was de
band der leden van de Engelsche koninklij
ke familie met Duitschland slechts een van
vorm. De hertog van Teek en zijn zoon zijn
officieren in het Engelsche leger. Prins
Louis van Battenberg is gedurende veertig
jaren officier geweest in de Engelsche ma
rine, waarin hij de hoogste rangen heeft be
kleed; zijn neef Alexander is Engelsch offi
cier, wiens ader gediend had evenals hij en
wiens broeder gevallen is op het veld van
eer in dezen oorlog. Omtrent hunne gezind-
j ul i 13 ,'lk- zoon is nog niet geregeld. Oeen titel is toe-
n u onaangenaam, wordt levendig gekend aan prins Arthur van Connaught, die
ning George heeft gemeend, dat alles, tot
den naam toe, er moest van getuigen, dat zij
behooren tot de Engelsche natie.
Tevens zijn de titels Highness en Serene
Highness afgeschaft. De titel Koninklijke
Hoogheid is beperkt tot de rechtstreekséhe
afstammelingen van den koning in de man
nelijke lijn Prinsen en prinsessen zullen
voortaan slechts zijn de personen van ko
ninklijken bloede, rechtstreeksche afstamme
lingen en kleinkinderen van den souverein.
De kinderen van den prins van Wales en
van zijne broeders zullen den titel Ko
ninklijke Hoogheid dragen, die van prinses
Mary niet. Wanneer de orde van erfopvol
ging onveranderd blijft, zullen de kleinkinde
ren van den prins van Wales prins en prin
ses zijn. De kinderen van zijne broeders en
van prinses Mary zullen het ook zijn, hunne i
kleinkinderen zullen het niet zijn. Leopold
van Battenberg, ofschoon kleinzoon van
koningin Victoria, is geen prins meer maar
wordt lord Mountbatten; de titel van zijn
zoon is nog niet geregeld. Geen titel is toe-
ia _»i_r*L i
graaf Mac Duff is omdat zijne moeder her»
togin van Fife was. Wanneer hij zijn vode*
en grootvader opvolgt, zal hij evenals zij
hertog van Connaught zijn, maar zonder den
titel Highness te dragen.
Een besluit, dat nog genomêrv moet wor
den, zal de namen veranderen van de ko
ninklijke prinsessen, vermaagschapt aan de
huizen van Saksen en Sleeswijk-Holstein.
Deze verschillende maatregelen hebben
niet slechts ten doel den Duitschen klank
van sommige namen te doen verdwijnen en
daardoor voldoening te* verschaffen aan de
openbare meening. Bij het parlement is een
wetsontwerp ingediend, dat het voorstel in
houdt aan vreemdelingen het recht tot liet
dragen van Engelsche titels te ontnemen.
Het*besluit van koning George heeft even
eens ten doel aan den Engelschen adel een
uitsluitend nationaal karakter te geven. Maar
het is ook ingegeven door £ëne politieke
gedachte. Door het aantal vorstelijke titels
en het ceremonieel van hunne aanroeping
in te krimpen, verkondigt de Engelsche dy
nastie, dat zij trouw blijft aan de beginselen
van de democratische monarchie, waarvan
zij het voorbeeld aan de wereld heeft gege
ven. Koningin Anna, het laatste regeerende
lid van het huis Stuart, was de dochter van
den hertog van York, den latcren koning
Jacob II, en Anna Hyde, uit het geslacht der
graven van Clarendon. De moeder van ko
ningin Elisabeth was Anna Boleyn, de op
het schavot gestorven tweede gemalin van
Hendrik VUI, die eene dochter was van Sir
Thomas Boleyn en door hare moeder ver
maagschapt was aan de Howards, het ge
slacht der hertogen van Norfolk. In deze
lijn doorgaande, kan men verwachten, dat
de prins van Wales de dochter van een peer
of England tot vrouw zal nemen en dat de
koninklijke prinsessen in Engeland zullen
trouwen. Daardoor zal worden kond gedaan,
dat de familie van koning George van En
geland niet anders wil zijn dan de eerster
van de Engetechr- fnmiliën
De oorlog.
De strijd aan het oostelijke front heeft
zich thans uitgebreid over de geheele linie
van de Oostzee tot de Zwarte zee. In het
noordelijk gedeelte, bij Jacobstadt, ten zuid
westen van Dunaburg, bij Krevo en ten zui
den van Smorgon hadden Russische aanval
len, soms met zes en acht divisiën onderno
men, geen succes. Evenmin in de Karpathen
en in het Rumeensche gebied. Op het hoofd-
tooneel van den strijd, in Oost-Galicië, zet
de voorwaartsche beweging van de Duitsch-
Oostenrijksche strijdmacht zich voort.
In het westen artilleriestrijd, die steeds
hevig blijft, aanvallen en tegenaanvallen.
Berlijn, 2 4 Juli. (W. B.) De keizer
kwam op zijne reis naar het zuidoostelijke
front in Podgorzc bij Krakau, samen mCt
keizer Karri
Havre, 24 J u 1 i. (i lavas). Koning Al-
bert heeft op een telegram, dat de leden
van de Belgische regeering hem hadden
Wanneer het egoïstisch geluk het eenig
levensdoel is, dan is het leven weldra doel
loos
beetje: hij had meer verrassing en opgetogen
heid verwacht.
Roman
van
Kararaati.
„Ik weet, dat het goed moet wezen, vader,
als 't van den Herr Doktor kómt en u er al
met hem over gesproken heeft"
'•„Braaf gezegd," antwoordt Funke, weer ge
rustgesteld en zijn volle majesteit herwin
nend. „Je vader heeft er óver gesproken en je
vader wil niets dan je geluk, ook al is 't ten
koste \an veel opofferingen. Ik zal je zeggen,
wat het is. De Herr Doktor wil een dame van
Je maken."
Elsa meent een huwelijksaanzoek te hooren
en begrijpt niet, waarom dat haar niet récht-
Btreeks gedaan wordt, nadat haar vader er in
gekend is. Ze ziet haar vader vragend aan.
|„En nu hebben we afgesproken." vervolgt
Funke na een oogenblik van plechtig zwijgen,
ieder woord loslatend als ware het een parel,
•waarvan hij noode scheidde, „je naar een
«dameskostschool te sturen."
M&Geen spoor van teleurstelling bij Elsa: als
hij 't zoo beslist heeft, dan past haar onder
werping.
_v,,Goed. vader," zegt ze kalm. Ilaar groote i
bedaardheid hindert den ouden Funke «en1
„Noem je dat nu niet de vervulling van je
liefste wenschen?" vraagt Funke met nadruk
„Zeker, vader. Ik verheug er mij zeer in."
„Nu goed. Als ik weet, dat je er gelukkig
mee bent, heb ik de onkosten er voor over, en
de Herr Doktor zal geen moeite sparen, om
alles voor je te regelen, en later, als je een
fijne geleerde dame bent, jc een goede betrek
king te bezorgen. Ik zal ei^ alleen nog je moe
der over spreken. Maar die zal zeker geen
bczwraar maken,"
De oude Funke wist veel. te goed, hoe
onderworpen zijn wederhelft was, om daar
aan te twijfelen. Zijn wil was ten slotte steeds
haar wet, hoe ze ook nu en dan een zwak
woord van protest uitte. Hij zegt:
„We zullen dan zoo spoedig mogelijk zoo
dra de Herr Doktor de zaak geregeld heeft
naar Luxemburg vertrekken, je vader en jij,
bedoel ik: want je komt daar op een fijne kost
school. Ga nu maar^ naar je moeder en vertel
haar alles. Ik kom straks.'.'
„Goed. vader," antwoordt het meisje en
verwijdert zich.
Als ze uit de kamer is, zegt Theo tot Funke,
met gedwongen ernst.
„Ik vind 't heel goed, dat u doet voorkomen,
alsof u zelf alle kosten wil dragen. Zorg er
voor, dat men hier in 't dorp algemeen geloov',
dat dat werkelijk zoo is."
„Daar kan u staat op maken, Herr Doktor.
En mijn vrouw zal haar mond ook wel weten
le houden." Funke vindt het een veel te aar
dig idee, als opofferend en weldoend vader
door zijn dorpsgenoölen te worden aangezien,
om er ook maar een oogenblik aan te denken,
die belofte ooit te breken. Eirzo« zou 't met
zijn wederlielfL ook wel gaan.
„De zaak is dus gezond?" vraagt de jonge
man vol vreugde.
„Ja, behoudens bezwaren van den kant van
mijn Vrouw, Herr Doktor. U weet hoe ik haar
opinie in alles vraag." Funke kijkt komisch
oprecht uit zijn oogen.
Theo glimlacht. In de maand van zijn ver
blijf bij de Funke's heeft hij meer dan eens
kunnen opmerken, hoe waar het is, dat de def
tige hotelhouder steeds zijn vrouws opinie
vroeg, maar ook hoe hij zich absoluut niet
daaraan stoorde.
„Afgesproken dan. U laat het verder van
uw vrouws oordeel afhangen," zegt Theo dan
ook volkomen gerust.
„Juist, Herr Doktor. En iiu wensch ik u
goeden morgen, Herr Doktor. Ik spreek u in
den loop van den dag nog wel."
„Tot ziens, mijnheer Funke."
Buigend en met groote waardigheid ver
laat de hotelhouder het vertrek.
Een oogenblik later staal Theo ook op, gaat
naar zijn kamer, pakt er zijn goed wat bijeen,
en neemt dan een boek, om achter in den tuin
van 't hotel in 't prieel eenige uren afleiding
voor zijn gedachten te vinden, in afwachting
van de thuiskomst van zijn vriend, die al
vroeg in den morgen met zijn schoonvader i n
spe op een botanizcerlochtje is uitgegaan.
Weldra strijden in zijn geest Enoch Arden's
lotgevallen om den voorrang met zijn eigen
avontuurlijke plannen. En o, macht der
ware kunst! ten slotte blijft Tennyson
meester van 't terrein.
V.
Moeder en Zoon
Mevrouw Van Klarenbeek woonde mei haai
inchie. ije - eeu meisje van even iwaall jaai
bij haar zoon Theo in. Ze was weduwe
van een predikant zonder fortuin. Ilaar karig
pensioen en de lijfrente, die een levensverze
kering-maatschappij haar uitkeerde, hadden
in het onderhoud van haar en hnnr beide kin
deren moeten voorzien, zoolang Theo nog niet
zijn eigen brood verdiende en wel zwaar
waren diens studie-jaren te Leiden haar ge
vallen. ofschoon ze toen le Leiden woonde en
Theo bij haar in huis was. Thans, nu baar
jongen een zelfstandige positie met een rede
lijk inkomen had, leefde hel drietal, in
ietwat betere omstandigheden, weder bijeen
i 't stille Berkendam.
In Theo's jongenstijd aanbad de oude vrouw
haar zoon letterlijk. In haar oog was hij het
grootste genie, dat er ooit geboren was, en
de braafste jongen, dien de wereld ooit zag.
En wat Theo deed of dacht, 'l was alles mooi
cn goed geweest. Nu moet gezegd worden, dat
hij als jongen zelden of nooit iels deed of
zeide, dat aanleiding zou hebben kunnen geven
tol berispingen, zelfs van een slrenge moe
der. Wel kon hij soms erg driftig zijn cn dan
ondoordachte woorden uiten; maar hoe spoe
dig en hoe oprecht was dan telkens zijn be
rouw. Als student echter begon Theo nieuwe
denkbeelden aan te nenten, cn die vrij uit le
spreken, denkbeelden, die vaak lijnrecht in-
druiscliten tegen de ouderwelschc opvattingen
der oude vrouw. En 't was een hard gelag
voor haar, dip ^.rijd tusschen haar vercerende
liefde en haar gevoel van recht, haar hechten
aan beginselen, die ze als 't ware met de moe
dermelk had ingezogen. Als jongeling ver
slond Theo Multatuli cn, schoon hij niet met
dien denker mee kon gaan in diens atheïstische
theorieën hij voelde daarvoor zijn ziel te
zeer verwant met de Godheid dweepte hij
toch iael vele zijner „ideeën." Later becon
Theo meer en meer dc holheid er van in le
zien en keek hij niet meer naar den Veellijder
om. Maar de lectuur had in zijn geest als een
zuurdcesem gewerkt. Veel wal tevoren onom-
stootclijk waar voor hem geweest was, was
twijfelachtig voor hem geworden, ja. hij ont
kende hel zelfs vaak ten volle. O, hoe menig
keer had zijn moeder tranen gestort, nadat
ze te vergeefs getracht had hem af le bren
gen van wat zij de kiemen van zijn later ver
derf noemde! IIoc had ze gehuiverd van ont
zetting, toen Theo op een dag toen 't ge
sprek er aanleiding loc gaf ronduit en
doodkalm verklaarde, niets te hechten aan
't huwelijk. Ze was toen alleen met hem in de
kamer; want de kleine Suus was al lang naar
bed. Ze zat sprakeloos van schrik hem aan te
staren. „Theol" riep ze eindelijk.
.„U hoeft niet zoo te schrikken, mama," ant
woordde Theo „als ik h u w c 1 ij k zeg, be
doel ik alleen de verbintenis zooals dc wet
en de menschen die opvatten, 't Huwelijk als
samenleving van man cn vrouw, die elkaar
liefhebben, is even heilig voor mij als voor
u, heusch."
„Hoe bedoel je.dat, jongen?" vroeg dc oude
vrouw angstig.
„Och, mama, ik voel weinig lust daarover
nu alles tc zeggen wat ik er over denk. Ik
denk nog niet aan trouwen. U hoeft zich dus
voorloopig daarover niet ongerust te maken."
Theo lachte, omhelsde zijn moeder en zei
haar goeden nacht. De oude dame bleef alleen
achter. Nog een poos zat ze daar, geheel
onder den indruk van Theo's woorden. God#
God, wat was die jongen veranderdI Lieve
hemel, wat moest zij, zwakke vrouw, doen, om
dien stroom van verderf te keeren?
Dat was nu een paar jaar geleden.
CWordt vervolgd.!