„DE EEMLANDER".
Vrijdag 3 Augustus 1917.
BUITENLAND.
TOEWIJDING.
N° 29.
16de Jaargang.
Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 46.
FEUILLETON.
ë-
AMERSFOORTSCH
MARIE VAN VERSENDAAL.
Hoofdredactie: Mr D j VAN SCHAARDENBÜRO.
ABONNEMENTSPRIJS:
tu 8 maanden tooi Amersfoort 1 J.® JJ»
Idem franco per post J»'®®»
Per week (metgratiB verzekering tegen ongelukken) O.I4.
Afzonderlijke nummersO."®.
Wekelykach bijvoegsel ,Dt Bollandidu Buinrouu" (onder
redactie van Thérèse Hoven) per 8 mnd. 50 c(l.
•Wekelgbseh bjjvoegsel Wmtdrnfu" per 8 mnd. 5» cU.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
Uitgevers: VALKHOFF Co.
PRIJS DER ADVERTENTIËN.
y»n 1—5 0.8O.
Elke regel moorO.I5.
Dienstaanbiedingen 1—6 regels
Ciroote lottors naar plaatsruioito.
Voor handel en bodrijl bestaan zeor voordoeligo bopahneon
tot het herhaald advertoeren in dit Blad, b(j abonnomont
Eene circulaire, bevatUnde de voorwaarden, wordt op
aanvraag toogozondou.
Politiek Overzicht
Cen ernstig gemeende eisch?
Lettende op den toestand, zooals hij zich
nu voordoet, zou men er aan kunnen twij
felen, of de van Engelsche zijde verkondig
de eisch,*dat om de Engelsche regeering tot
^onderhandelen bereid te vinden, de tegen
partij zal moeten beginnen met zich bereid
te verklaren de door haar bezette streken te
ontruimen, als ernstig gemeend is te be
schouwen. Zoo schreven wij gisteren. Deze
twijfel baseert zich vooral op den militai
ren toestand. Dat die, om een zacht woord
fce bezigen, zorgelijk is, wordt ook aan de
■zijde van de Entente erkend. Men vindt dit
'«onder omwegen uitgedrukt in een artikel
Van de Manchester Guardian. Dit blad con
stateert als een feit, dat sedert het voor
jaar de moed van de Duitschers zichtbaar
gestegen is. Het onderzoekt de redenen
'daarvan en komt tot deze slotsom
De Engelschen hebben het "voorjaarsof
fensief van dit jaar begonnen met de hoop
Op een doorbraak; maar de Duitschers zijn,
'tot teleurstelling van de Engelschen, aan
'een doorbraak ontkomen. Aanleiding tot de
teleurstelling heeft gegeven: vooreerst de
ïnislukking van het Fransche offensief, dat
fcóó vele offers heeft gevorderd, dat de
•Franschen het niet konden voortzetten, en
'in de tweede plaats de aanneming door de
iDuitschers van eene nieuwe taktiek met hun
terugtocht op eene nieuwe linie, waardoor
1de geallieerden voor een nieuw taktisch
Vraagstuk stonden, waarvoor zij niet dade
lijk de oplossing kortden vinden. Vroeger
Izijn de Engelschen voor uitstel geweest, om
dat zij niet gereed waTen, en de Franschen
Voor haast; nu zijn de Engelschen voor
/haast en de Franschen voor uitstel, omdat
de Franschen op versterking uit Amerika
Tékenen. De revolutie in Rusland heeft
Duitschland de gelegenheid verschaft het
Oostelijke front tijdelijk te ontblooten. Het
-tijdstip toen de Duitschers een nieuw of
fensief van de Engelschen vreesden en er
tiiet zeker van waren of de herleving van
den Russischen aanvalsgeest echt was, is
Tnissohien voor de Duitschers het meest
■zorgvolle oogenblik van den geheelen oor
log geweest. Maar door geluk en door
goede leiding zijn de Duitschers wederom
geholpen. Nu is het Russische offensief
gebroken; het Engelsche offensief in Vlaan
deren is eerst ingezet nadat het gevaar in
bet oosten was afgewend. Ook de toepas
sing van nieuwe ideeën in den lucht&trijd
is den Duitschers gelukt.
Ondanks dit alles, ziet de Manchester
Guardian geen reden om ontmoedigd te
zijn. Het blad is van meening, dat Duitsch
land de hulpbronnen mist om de vruchten
van zijne gemakkelijke overwinningen op
Rusland te oogsten. Sommigen van de vroe
ger door de Engelschen gekoesterde ver
wachtingen zijn niet vervuld; maar dat is
slechts uitstel. Men moet zioh wapenen met
geduld en zich er voor wachten militaire
beslissingen met ongeduld, voordat zij vol
doende gerijpt zijn, te zoeken.
Geduld wordt dus gepredikt. Dat doet ook
Winston Churchill, die nu weer als munitie
minister deel uitmaakt van het Engelsche
kabinet. Hij heeft voor zijne kiezers in Dun
dee eene rede gehouden, waarin hij met
eene verwijzing naar de toekomst de zorgen
van het heden trachtte weg te nemen. Hij
heeft gezegd„In het volgende jaar zullen
wij granaten, kanonnen, tanks en vliegtui
gen hebben in hoeveelheden zooals ze nog
niet voorhanden zijn geweest." Dat verze
kerde hij op grond van wat het departement,
aan welks hoofd hij nu is geplaatst, in staat
zal zijn te leveren en van den steun, die uit
Amerika is te verwachten. Daarmee zou
men in staat zijn den strijd vol te houden
totdat de onmiskenbare, beslissende over
winning zal zijn verkregen, die ten gevolge
zal hebben, dat het Duitsche volk alle ver
trouwen in zijn regeeringsstelsel en zijne
regeerders verliest. „Wij zullen zoo zegt
hij onze verplichtingen tegenover onze
bondgenooten gestand doen. Wij willen
een stellige, onbetwijfelbare overwinning
voor de beginselen en de zaak,, waarvoor
v/ij strijden. Wij willen niet meer, maar ook
niet milder."
Voor het doen van deze voorspelling was
Churchill niet de meest geschikte persoon
Twee jaren geleden, den 5en Juni 1915,
heeft hij hij was toen eerste lord van de
admiraliteit ook eene voorspelling ge
daan, eveneens in Dundee. Hij heeft toen
met stelligheid verzekerd, dat Engelands
leger en vloot in Gallipoli „slechts door
weinige mijlen struikgewas en heuvelen ge
scheiden zijn van eene overwinning zooals
men in dezen oorlog nog niet heeft gezien."
Men weet wat er van die voorspelling ge
worden is. Wanneer het met de nu gedane
voorspelling evenzoo gaat, dan zal er van
de „onmiskenbare" overwinning, die voor
het volgende jaar in uitzicht wordt gesteld,
niets terecht komen. Maar deze toekomst
overwinning, die altijd onzeker is, heeft
bovendien nog het zekere nadeel, dat het
ontzettende leed en de groote ontberingen
van het heden er door bestendigd worden
voor vele maanden. En dat is een vooruit
zicht zóó donker, dat men, ondanks alles
wat nu nog de vredesbeweging tegenhoudt,
moet betwijfelen of de omstandigheden
thans nog zoodanig zijn, dat de partij, die
in militair opzicht zoozeer in het nadeel is,
zich sterk genoeg kan rekenen om te ver
kondigen, dat zij van geen onderhandelen
over den vrede wil weten, als niet vooraf
de tegenpartij de voordeelige stelling, die
zij zich heeft verworven, uit eigen beweging
prijs geeft. Dat geeft reden om in twijfel te
trekken of die eisch is te beschouwen als
in ernst gemeend.
Do oorlog,
In Vlaanderen blijft de regen zijn belem
merenden invloed uitoefenen op den strijd,
die de hevigheid van den eersten dag op
verre na niet weer heelt bereikt. Het avond-
bericht uit Berlijn spreekt slechts van een
vuurstrijd van afwisselende hevigheid. Beide
paitijen blijven tevredenheid aan den dag
leggen over de verkregen uitkomsten, het
geen blijkens de ervaring een bewijs is, dat
de toestand in hoofdzaak gebleven is zooals
hij was.
In het oosten blijft de strijd voortgaan op
dezelfde wijze. In eene dépêche, die de
Russische regeering gezonden heeft aan
hare vertegenwoordigers bij de bondgenoo
ten, wordt verklaard dat de geleden neder
laag geen verandering brengt in haar be
sluit om den strijd voort te zetten tot aan
de beslissende overwinning. De regeering
zal voortgaan met hare pogingen voor de
hernieuwing van het land en de voorberei
ding van den toekomstigen veldtocht.
B er 1 ij n, 2 Aug. (W. B.) Op het noorde
lijke oorlogstoon eel zijn wederom 24.000
bruto-registertonnen vrachtruimte door li-
booten in den grond geboord.
W e e n e n 2 Aug. (Corr.-bur.) De rijks
kanselier Michaelis werd heden middag door
den keizer en de keizerin in bijzondere
audiëntie ontvangen. Hierna gaf het keizer
paar een déjeuner, waartoe genoodigd wa
ren de rijkskanselier, onderstaatssecretaris
von Stumm, gezantschapssecretaris von
Prittwitz. gezant Wede!, minister Czernin en
gezant Hohenlohe.
Heden voormiddag heeft de Rijkskanselier
besprekingen gevoerd met den minister van
Buitenlandsche Zaken, welke in den namid
dag werden voortgezet en tot in de avond
uren voortduurden.
Aan de conferentie namen ook deel de
Duitsche gezant te We enen, de onder-staats
secretaris von Stumm en de Oostenrijk-
Hongaarsche gezant te Berlijn.
Dat er tusschen Michnëlis en Czernin
omtrent belangrijke politieke vraagstukken
eenstemmigheid heerscht, blijkt uit hunne
redevoeringen, die zij den 28sten Juli onaf
hankelijk van elkaar voor de vertegenwoor
digers der pers hebben gehouden.
Met het oog hierop kan Michaëlis van
zijn aanwezigheid te Weenen gebruik ma
ke, om zich in een aantal andere politieke
en economische vraagstukken tot in bijzon
derheden te oriënteeren.
De besprekingen tusschen de beide lei
ders der buitenlandsche politiek der Cen
trale mogendheden leidden er toe, dat ook
op dit gebied op nieuw een gemeenschap
pelijk richtsnoer werd vastgesteld.
Londen, 2 Aug. (R.) In het Lagerhuis
heeft lord Robert Cecil, op een vraag over
de jongste onthullingen van de Times over
de samenkomst te Potsdam van den 5en Juli
1914, geantwoord, dat hij niet anders kon
mededeelen dan dat de inlichtingen, die de
Engelsche regeering heeft verkregen, aan
wijzen, dat de Centralen in Juli hadden be
sloten een politiek te voeren, die, naar de
meening der Britsche regeering, bijna met
zekerheid tot een oorlog met Rusland en
dientengevolge met Frankrijk moest leiden.
Ber 1 ij n2 Aug, (W. B.) De Duitsche
regeering heeft ter zake van het Spaansche
duikbootbesluit eene nota gezonden aon de
Spaansche regeering, die cen met juridische
argumenten gemotiveerd protest inhoudt.
Het antwoord van de Spaansche regeering
is nog niet ontvangen.
Berlijn, 2 Aug. (K. N.) Het Berl. Ta-
geblatt verneemt uit Königsberg, dat vol
gens Poolsche bladen de onderhandelingen
tusschen de vertegenwoordigers van den
Poolschen Raad van State en de Duitsche
autoriteiten wegens de overneming van het
rechtswezen door den Raad van State waar
schijnlijk op 15 Augustus zullen plaats heb
ben. Het lid van den Raad van Staat Sobo-
lowski heeft een Poolsch openbaar ministe
rie ingesteld bij de rechtbank van beroep
en bij de districtsrechtbonken. Het school
wezen zal in September geheel in Poolsche
handen overgaan.
Petersburg, 2 Aug. (R.) Broessilow
heeft zijn ontslagaanvrage bij de voorloopige
regeering ingediend. Kornllow is benoemd
tot opperbevelhebber der Russische legers.
Tsjeremisow, die bevel- voerde over het
achtste leger, is tot opperbevelhebber van
het zuidwestelijke front benoemd.
Petersburg, 2 Aug. (Tcl.-ag.) De
volgende boodschap is telegrafisch toege
zonden aan de diplomatieke vertegenwoor
digers van Rusland,, geaccrediteerd bij dé
geallieerde mogendheden:
Op het oogenblik, dat nieuwe en ernstige
onheilen Rusland treffen, achten wij ons
verplicht, aan onze bondgenooten, die met-
ons den 'last en de beproevingen van het
verleden gedeeld hebben, een uiteenzetting
te geven van ons standpunt ten opzichte
van de voortzetting van den oorloge
De grootheid von de taak der Russische
revolutie heeft den omvang bepaald van
den ommekeer, door haar in het leven van
den staat teweeggebracht. De reorganisatie
van het geheele regeeringsstelsel, staande
tegenover den vijand, kon natuurlijk niet
zonder ernstige verwarring verwezenlijkt
worden.
Niettemin heeft Rusland, in de overtui
ging, dat zijn heil geen andere middelen
ten dienste stonden, in samenwerking met
de geallieerden, de gemeenschappelijke ac
tie aan het front voortgezet. Volkomen be
wust van de moeilijkheden van zijn tank
neemt Rusland den last van het actief
voortzetten der militaire operatiën op zich
tijdens het herstel van zijn leger en zijn
macht.
Het offensief onzer legers, noodig ge
maakt door den strategischen toestand,
stiet op onoverkomelijke bezwaren, zoowel
aan het front als in het inwendige van het
land.
De misdadige propaganda van onverant
woordelijke elementen, die door agenten
von den vijand werden benut, hebben mui
terij verwekt te Petersburg. Tegelijkertijd
heeft een gedeelte van de troepen aan het
front, door dieelfde propaganda bewerkt.
zijn plicht jegens het vaderland vergeten
en heeft den vijand in staat gesteld ons
front te doorbreken.
Het Russische volk, door deze gebeurte
nissen bewogen, heeft door middel van zijn,
door de revolutie geschapen, regeering zijn
onveranderlijken wil te kennen gegeven;
de muiterij is bedwongen en de aanstich
ters zijn aan de revolutie overgeleverd.
Alle noodige maatregelen zijn aon hel
front getroffen ten einde de gevechtswaar-
de van het leger te herstellen.
De regeering is van plan de taak der ver
sterking van hare krocht tot een goed ein
de te brengen, opdat die in stoot'zij, aon
alle gevaren het hoofd te bieden en het
land te leiden op den weg van de herschep
ping door de revolutie
Rusland zal zich door geen enkele moei
lijkheid laten terughouden van zijn onher
roepelijk besluit, den oorlog tot aan de be
slissende overwinning voort te zetten, want
dit is een beginsel, dot door de Russische
revolutie wordt gehuldigd.
Tegenover de bedreiging door den vijand
zullen land en leger moedig voortgaan hun
ne pogingen opnieuw voort te zetten voor de
hernieuwing van het land en de voorberei
ding van den toekomstigen veldtocht op den
drempel van het vierde oorlogsjaar.
Wij kunnen vast overtuigd zijn, dat de
Russische burgers al hunne krachten zullen
inspannen voor het vervullen van hunne
heilige taak, de verdediging van hun bemin
de vaderland en dat de geestdrift die in hun
ne harten gewekt werd, door het geloof in
de zegepraal van de vrijheid, tegen den vij
and, die het vaderland bedreigt, de geheel©
onoverwinnelijke kracht van de revolutie zal
doen opgaan.
Wij weten, dat van den afloop van dezen
strijd onze vrijheid zal afhangen en ook dit
van het geheele menschdom. De nieuwe be
wijzen, die het ïhisdadig verraad het Russl»
sche volk hebben gegeven, zullen het slechtj
nog weer des te sterker doordringen van d<
noodzakelijkheid, dat het Russische volk in'
een uiterste poging al zijne krachten en zijl*
bezit zal moeten wijden aan zijn vaderland
Sterk in deze overtuiging, zijn wij van
oordeel, dat de terugtocht van onze legen
slechts een tijdelijke zal zijn, en dat deze
geen beletsel zal vormen voor het opnieuv
vestigen van hunne macht.
Zij zullen, als daartoe het uur slaat, hun
opmarsch in naam von de verdediging von
het vaderland en der vrijheid hervatten en
zullen op zegevierende wijze het grootö
werk voltooien, waarvoor zij genoodzaakt
werden de wapenen op te vatten."
(Geteekend) Terestsjenko.
Petersburg, 2 Aug. (Tel.-ag.) Het
voorloopige doema-comité heeft een oproep
gericht tot de bevolking, waarin o. a. gezegd
wordt: In het leger vluchten obscure lieden,
door lafheid aangegrepen. Wat met het le
ger gebeurde, is een terugslag van wat in
geheel Rusland gebeurt. Die toestand is te
wijten aan de toeëigening der rechten van
het regeeringsgezag door eene organisatie
Vele .huigezinnen leven in idyllische een
dracht. zoo dikwijls er bezoek is.
Roman
van
K ar a m a t i
16
Hoe zulk eei^ pretziek, wereldscK menschje
dan in 't stille Berkcndam terecht was geko
men? Wel ze was er wat, werd er opgemerkt
om baar toiletten en om haar mooi figuur
en overige aantrekkelijkheden. In den Ilaag
zou ze al te obscuur zijn met de enkele dui
zenden 's jaars, waarover ze te beschikken
had. t Is waar, daar zou ook haar vrijheid
yan bewegen grooter wezen, juist door dat
obscure. Maar wat deerde het haar, of er al
enkele „matrones, oude juffrouwen en suffe
•femelaars" achter haar rug kwaad spraken?
Bij de anderen, de jongeren, vooral de jonge
mannen, was ze immers gevierd als de toon
geefster der mode en als de „elegantste
.•vrouw in de stad? Niemand toch, behalve
oen heel enkele, dorst haar in 't openhaar
minadhting of geringschatting te toonen.
Dezelfde oude juffrouw, die haar daar was
\an k°rt te voren privatim in de
■enerpste bew.oprdjngen had uitgemaakt, >vas
immers dadelijk de minzaamheid zelve, zoo
dra haar bevallig persoontje voor haar stond
en vriendelijk tot haar sprakl 't Was om te
gieren! En dan die oude dominee, met zijn
uitgestreken gezicht; wat verloor dat stroeve
gelaal spoedig zijn plooien, wat werd de man
hoffelijk op zijn koddige linksclie manier-
neen, maar...! Alle jonge mannen, daar! en
de meeste oudjes ook, maakten haar immers
't hof; de meisjes, de oude juffrouwen en de
gehuwde dames waren allen in stilte razend
van jaloezie, 't zij om haar uiterlijk, of haar
keurige kleeding. Ze lachte ze uit, inwendig,
en deed wat ze verkoos. Ze vond al die men-
sclien, die naar haar gunst hunkerden of haar
kopieerden, vermakelijk zot en „provinciaal";
maar ze paste wel op, ooit die meening te
openlijk uit te spreken. Ze speelde de konin
gin in 't klein, die de gevoeligheden van 't ge
peupel moest ontzien, wilde ze populair zijn.
En ze had een wonderbaren tact om zich
bemind te maken, ook buiten den tooverkring
harcr enkele verschijning: ze. verslond vol
maakt de kunst om „altent" te wezen, hier
een hartelijk woord tc spreken, daar een
kleine hulp te bieden, ginds een geschenkje op
gepaste wijze te geven. Ze was „toch zoo lief,
die mevrouw Stoppel, zoo echt hartelijk en
voorkomend.'' Zoo dacht menigeen en vergaf
haar gebreken of geloofde er zelfs niet
aan. „Wat, die paar dagen in Den Haag?
met luitenant Valkman? Och, onzin, geloof je
daaraan? Een mooie vrouw loopt altijd in den
kijker!... De man heeft familie in Den Haag en
zij gaat er zoo dikwijls heen! Wat wou je?
Dat ze zich hier in dit gat doodkniesde? En
dan haar toiletten! Die kan immers niemand
hier maken..."
Zoo #f op dergelijke wyze .vond de onweer
staanbare Stephanie steeds verdedigers, als er
zich een zwakke slem dorst verheffen, om
iets tegen haar in tc brengen.
Een der -weinigen, die vrij waren gebleven
van de bekoring harer persoonlijkheid, was
Theo van Klarcnbeek. Hij vond haar merk
waardig, meer niet. Trouwens, dc jonge man
was maar zelden in de gelegenheid geweest
In meer dan zeer oppervlakkige aanraking
met de mooie harlenveroveraarster tc komen.
Bovendien was hij naicf genoeg, om le mee-
nen, dat zij, als getrouwde Vrouw en de vier
kruisjes reeds naderend, hem vrijwel als jon
gen moest beschouwen. Dc enkele malen, dat
hij 't woord tol haar gericht had, had hij zich
dan ook min of meer bedremmeld gevoeld.
Wat hij eigenlijk zoo opmerkenswaard in
haar vond, wist hij niet. Hij bekommerde er
zich geen zier om, en als ooit wat zelden
gebeurde 'zijn gedachten zicli met haar
bezighielden, kon hij over haar denken als
een botanist over een belangwekkende
variëteit eener zeldzaam voorkomende bloem:
koel en ruslig beschouwend. De electrische
vonk van den hartstocht had nooit tusschen
die beiden zijn wisselslag geslagen.
Wellicht hadden Thecfs studiën, zijn dicli-
ter-illusiên en droomen hem te veel bezig ge
houden. Wie zal 'L zeggen? De wetten der
electricileit van 't menselielijk gemoed zijn
zoo geheel anders dan die der physici, zoo
wonderlijk en schijnbaar tegenstrijdig!
In dc laatste maanden, sinds zijn reis naar
Bohemen, was Thco's denken natuurlijk schier
geheel in beslag genomen door zijn liefde voor
de kleiuc Elsa. Zij was voor hem de vrouw
en als zoodanig de godin, die zijn ziel ver
eerde met al de innigheid, waarloc zijn dich
ternatuur in staat was.
Na lal van vergeefscHc® pogingen bij zijn
moeder aangewend, om haar le bewegen Elsa
met de Kerstdagen leTogecren te vragen, was
hel hem eindelijk gelukt zijn zin door tc zet
ten. O, wcllc een leven was dat geweest voor
die beiden, die altijd tc voren zoo eendrach
tig samen geleefd hadden! Welk cen aaneen
schakeling van drifttooneelen, van ergernis
en bittere verwijten harerzijds; van hoos wor
den en weer spijt bekennen van zijn kant! Hoe
dikwijls had Theo ruwe, hartstochtelijke
woorden gebezigd, tot het uiterste gebracht
als hij was door 't taaie volhouden van zijn
moeder, dat hij onverstandig en zot bevoor
oordeeld achtte. Zij had ten slotte toegegeven:
ze was 't twisten moede: „Och, in Gods naam
dan", had ze gedacht, „als ik dan maar weer
rust in mijn huis heb." En ze had Theo einde
lijk op doffen weemoedigen toon gezegd: ,,'t Is
goed, Theo, ik zal er niets meer tegen zeggen.
Maar een ding" en haar oude oogen glin
sterden van kwalijk bedwongen ergernis
„je dwingt me niet, om hartelijk legen haar
te zijn, hoor. Dal kan ik niet. Zoo'n..." Zc hield
even op en vertrok haar mond met een
zenuwachtigen ruk. „Ik zal beleefd tegen haar
zijn, maar meer ook niet... Dat zal me al
moeite genoeg kosten." Toen daarop Theo
haar om den hals viel en juichend verzeker
de, dat alles goed zou gaan, had ze lijdelijk
zijn liefkoozingen toegelaten en gezwegen,
met een bitteren trek op haar strak gelaat.
Elsa was overgekomen, op een uitnoodiging
van Tbeo's moeder, 't Was een gebeurtenis
geweest in 't provincie-stadje. Wie was ze?
Hoe kwam ze zoo bij die vervelende, deftige
mevrouw Van Klarenbeek, die bijna nooit een
„levende ziel" in haar huis zag? O, een nichtje
uit Duitschland zal later wel bij de familie
in huis komen, als ze van kostschool is, om do
oude vrouw „wat in 't huishouden te helpen"
en ondertusschcn met haar kleine inkomentje
de oude vrouw wat te steunen. Zoo ging spoe
dig 't praatje.
Op 't ijs had de sierlijke, zwierige mevrouw
Stoppel het gesprek met haar cavaliers reeds
herhaaldelijk op de logee van „de Klaren-
becks" gebracht.
„Ik heb haar gezien, verbeeld je", riep ze
nTct haar bekoorlijk lachje en haar fluweelig
zangerige stem. „Ja, ja, ik weet en zie alles,
mijnheer Valkman."
Luitenant Valkman, met wien ze hand in
hand over de ijsbaan zwierde, was cen fijn,
mager mannetje, met een poppégczicht cn cctt
vlassig snorretje; zijn moedertaal sprekend
met 't eigenaardige Iiaagschc highlifc-accent/
dat doet denken aan Fransch, Engclsch ei»
Duitsch Iegelijk, cn op een gewoon polderland
der den indruk maakt van een stoeren werk
man, die trippclpasscn doet in 't kostuum
van cen balletdanseres.
„Van zulke oogen als de uwe, mevrouWg
gelooft men alles wat goed is en zelfs..." Lui
tenant Valkman keek heel ondeugend. 7,0
meende hij althans.
(Wordt vervolgd.)