N° 35.
16"c Jaargang.
marie van versendaal.
„DE E EM LAN DER".
Vrijdag 10 Augustus 1917
BUITENLAND.
Schriftelijk herhalingsonderwijs
FEUILLETON.
toewijding.
Hoofdredactie. Mr D j VAN SCHAARDENBURG.
Uitgevers: VALKHOFF Co.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 maanden rooi Amersfoortf
Idem franoo per post f.,:'
Per week (met gratis veraekering tegen ongelukken) <>.i
Afzonderlijke nummerse. 0.05.
Wekelijksoh biiroegsel ,Dt BollandiOii Buimrouo" (onder
redactie ran Thérèae Hoven) per S mnd. 50 ets.
■Wekelijksoh bijvoegsel .Wtrildrniu" per 8 mnd. 58 c(s.
Bureau: Arnhemsche Poortwal, hoek Utrechtschestr.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
PRIJS DER AD VERTEN TI EN
Van 1—6 regelsf O..SO.
Elke repel meer 0.15.
Dienstaanbiedingen 1—5 regels- 0.50.
Qroote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf boa taan /.oor voordoolige bepalingen
tot het horhaald advortoóron m dit Blad, bij abonnement.
Eene circulaire, bevattende do voorwaarden, wordt op
aanvraag toegezonden.
Politiek Overzicht
Wat drie jaren wereldstrijd
kosten.
Naar de gezamenlijke kosten van de drie
.(vereldstrijdjaren, die nu achter ons liggen,
t\eeft de Neue Freie Presse een onderzoek
ingesteld, op grond waarvan die kosten als
volgt worden berekend in Oostenrijksche
kronen (een kroon komt overeen met een
halven gulden Nederlandsch):
Eerste|Tweede|DerdejSftmen
•aar I mar I ïaar I
•aar I ïaar I jaar I
milliarden kronen.
E n f o n t e
24.2
36.0
469
107.1
17.7
26.4
36.4
80.5
1S.0
25.9
34.5
78.4
5.0
5.9
12.0
22.9
Centrale
mogend h oden:
Duitschland
(oorlogsloeniugen).16.0 24.5 28.L 68.6
Oo^tenrijk-Hongarije
oorlbgsleeningorv). 7.0 12.5 15 0 34.5
87.11 131.2 172.9 392.0
Uit de toelichtingen, die gevoegd zijn bij
deze opgaven, verdienen nog de volgende bij
zonderheden de aandacht. Wat Engeland be
treft, wordt de aanhoudende stijging /an de
oorlogsuitgaven geïllustreerd door de mede-
deeling, dat de kosten van het derde oorlogs
jaar op £1953 millioen zijn te stellen, maar
in het vierde jaar met inbegrip van de uitga
ven voor den rentedienst niet minder dan
drie milliard zullen bedragen. Engeland's na
tionale schuld) die voor den oorlog £651
millioen bedroeg, was op 31 Maart 1917 ge
stegen tot 3854 millioen; wanneer men het
bedrag van de aan de bondgenooten en de
Dominions verstrekte leeningen in aftrek
'brengt, dan blijft er £2884 millioen over.
'Aan het einde van het loopende dienstjaar
(31 Maart 1918) zal de netto-schuld van
Engeland volgens raming zijn 4135 .mil
lioen.
De Fransche oorlogskosten zijn van 1950
millioen frs. per maand in het eerste oorlogs
jaar gestegen tot 2300 millioen in het twee
de; voor het derde jaar zijn zij op rond 3 mil
liard te stellen. Evenals in Engeland ge
schiedt de dekking van de oorlogskosten
grootendeels door vlottende schuld op kor
ten termijn.
De opgaven over de oorlogskosten van
Rusland tot dusver zijn onvolledig; ook over
het" bedrag van de tegenwoordige oorlogs
uitgaven zijn de opgaven uiteenloopend; zij
bewegen zich tusschen 40 en 45 millioen
roebels per dag. In het binnenland heeft
Rusland getracht oorlogsleeningen op te
brengen-tot een bedrag van 7 milliard roe
bels; de feitelijke uitkomst der leeningen is
officieel nooit bekend gemaakt. De staats
schuld in Rusland bedroeg bij het uitbreken
van den oorlog 9 milliard roebels; net het
einde van het. loopende jaar zal zij 55 mil
liard bereiken volgens uit het ministerie van
financiën afkomstige opgaven.
De oorlogskosten van Italië, dat eerst se
dert 26 maanden in den oorlog staat, maar
reeds in het begin van 1915 met zijne toe
rustingen is begonnen, zijn gaandeweg ge
stegen van 450 millioen lire per maand tot
850 millioen in het vorige jaar; in het loo
pende jaar hebben zij het milliard per maand
bereikt en ten deele overschreden. De vlot
tende schuld van Italië, dat slechts een deel
van de oorlogskosten door vaste leeningen
heeft opgebracht, was einde Mei van dit
jaar 9187 millioen lire tegen 1170 op einde
Juni 1914.
Over het bedrag van de oorlogskosten van
Duitschland tot dusver zijn geene preciese
mededeelingen gedaan. Indertijd werd in don
rijksdag medegedeeld, dat zij niet belang
rijk achterstaan bij di-e van Engeland. Bij
do behandeling van de laatste oorlogscre-
dietaanvrage van 15 milliard mark, waar
door het totaal van de Duitsche oorlogscre-
dieten is gebracht op 94 milliard, verklaarde
de chef van het rijksdepavtement van finan
ciën, dat de maandelijksohe oorlogskosten
van Duitschland, die in de eerste helft van
1916 beneden de twe.e milliard bleven, in de
maanden Februari tot Mei tot. 3 milliard
waren gestegen. De kosten van het derde
oorlogsjaar kunnen dus niet geaoht worden
door 'de oorlogsleeningen, die zijn uitgege
ven, geheelgedekt te zijn. De totale oor
logskosten van Duitschland zijn op 70 a 75
milliard mark te stellen, terwijl de oorlogs
leeningen hebben opgebraoht 60 millioen
in ronde som.
Ook in Oostentijk-Hongorije blijven de
cijfers van de oorlogsleeningen achter bij
de cijfers van de oorlogskosten, waarom
trent men geene preciese opgaven heeft. De
geheele Oostenrijksche oorlogsschuld be
draagt 35.4 milliard kronen, de Hongaar-
sche rond 18':< milliard. De oorlog heeft dos
aan de monarchie rond 54 milliarden ge
kost.
Rekening houdende met het feit, dat voor
de beide centrale mogendheden het bedrag
der oorlogskosten hooger is dan dat vèh de
oorlogsleeningen, moet bet totaalcijfer van
de oorlogskosten tot dusver der zes Euro-
peesche groote mogendheden gezamenlijk
hooger gesteld worden dan in den hierbo
ven, opgenomen staat is geschied. De be
rekening komt daardoor tot een totaal van
420 430 milliarden kronen. Daarbij komen
nog de oorlogskosten van de kleinere oor
logvoerende staten en die, welke do onzij
dige staten hebben moeten maken voor
mobilisatie van hunne strijdkrachten en voor
handhaving van hunne onzijdigheid. Men
komt daardoor tot eene raming van de ge
zamenlijke oorlogskosten van Europa in de
drie jaren 1914 tot 1917 van 440 tof 450
milliarden kronen.
Men is gewoon bijzonder bewijskrachtige
cijfers aan te duiden als cijfers, die boek-
deelen spreken. Daartoe mogen de hier me
degedeelde cijfers wel in de eerste plaats
gerekend worden. Het is alleen maar jam
mer, dat men nog steeds in gebreke blijft
uit deze cijfers de conclusie te trekken, die
voor 't grijpen ligt.
Reclame.
van zijn schrift. r««kenen, meetkunde, taal, voorbeeldon van broivon, reque9ton onz^ beginselen
van hot boékhoudon, geldhandel, inrichting van onze regoering, onzo bolastingon, aardrijks
kunde, algemeen* onTwikkeling. Abonnement begin-ciirsits f 1.50 per 3 uiaaiMlèn,
vervolK-curHUN 1 1.20 per 3 maanden. Beslaat sinds 1 Juli 1911. Is reeds gevolgd
door circa 5000 deelnomeis. Gedrukte lossen. Op aanvraag gratis prospectus en prooi les
Uitgave van G. G. J. MUTSAERS, Hoofd eener School, OSS.
De oorlog.
Van de verschillende oorlogsfronten be
palen de berichten zich voor een goed deel
tot de mededeeling, dat er niets bijzonders is
gebeurd Wat bericht wordt, is klein werk.
B e r I ij n, 9 Aug. (W. B.) Officieel be
richt.
In de golf van Biscaye hebben onze U-
bootèn 7 stoomschepen en 2 zeilschepen in
den grond geboord.
Londen, 8 Aug. (R.) De secretaris van
de admiraliteit Macnamara heeft in het lager
huis antwoord gegeven op eene vraag .of
inlichting kon worden gegeven over het Duit
sche kaperschip Wulf, in den Ir.dischen Oce
aan, en over de Seeadler, de Möwe, de Vi-
neta, de Puyme en andere schepen, die eeni-
gen tijd geleden opereerden in den Atlan-
tischen oceaan, maar waarvan in den laat-
sten tijd niets is vernomen. Hij zeide, dat de
regeering niet onkundig is van de bewegin
gen of het lot van deze schepen, maar dat het
in de gegeven omstandigheden niet in het
openbaar belang werd geacht de vraag te be
antwoorden.
Macnamara legde in zijn ontwoord nadruk
op het woord „lot"..
Friedrichshofen, 8 Aug. (W. B.)
Heden voormiddag- is de koning van Bulga
rije met de prinsen Boris en Cyrillus en den
Bulgaarschen minister-president Radosla-
wow hier aangekomen, om een bezoek te
brengen aan het koninklijke hof. In den na
middag werd een-tochtje? gedaan op de Bo-
densee.
We enen, 9 Aug. (W. B.) De minister
van buitenlandsche zaken gaat in de volgen
de week naar Berlijn, om den rijkskanselier
een tegenbezoek te brengen en met hem
verschillende vraagstukken van de buiten
landsche politiek te bespreken.
Weenen, 9 Aug. (W. B.) De minister
van buitenlandsche zaken graaf Czernin
heeft zich heden avond, vergezeld van den
j gezantschapsraad graaf Walterskirchen, n -ar
j het Duitsche hoofdkwartier begeven. Van
daar gaat'hij naar Berlijn tot het brengen
van een tegenbezoek aan den rijkskanselier.
Weenen, 8 Aug. (Corr.-bur.) Volgens
de Wiener Allg. Zeitung verluidt in parle
mentaire kringen, dat het nieuwe kabinet
binnen-enkele dagen definitief zal zijn sa
mengesteld. Het zal een ambtenaarskabinet
zijn. Niet alle leden van het tegenwoordige
j kabinet zullen tot het nieuwe behooren.
j P a r ij s, 9 Aug. (Havas.) In de eerste
zitting van het nieuwe Russische kabinet,
verklaarde Kerenski:' „De nieuwe regeering
zal al haar aandacht moeten schenken aan
de nationale verdediging en de organisatie
van de ïinancieele en economische krach
ten des lands."
Hij spoorde alle leden der regeering aan
tot verdubbelde krachtsinspanning met be
trekking tot de organisatie en consolidatie
van het gezag en de verhoogde werkzaam
heid der verschillende bestuurstakken.
Daarna zette de minister van buitenland
sche zaken, Terestsjenko, het doel van zij
ne reis naar het hoofdkwartier uiteen.
B e r l ij n, 9 Aug. (K. N.) Uit Kopenha
gen wordt aan den Lokol Anzeiger geseind,
dat volgens mededeelingen in de Russische
bladen het resultaat van het door den raad
van arbeiders en soldaten ingestelde onder
zoek naar de levensmiddelenvoorraden van
Rusland is geweest, dat Petersburg over le
vensmiddelen beschikt voldoende voor 20
dagen, dat Moskou voor slechts 14 dagen en
het leger aan het front voor een maand over
levensmiddelen beschikken.
Majoor Moraht schrijft in de Tageszeitung,
dat het Russische front geheel onder den in
vloed staat van den nieuwen minister-presi*
dent Kerenski, die tevens minister van oor
log en marine is. Kerenski acht het noodza
kelijk den tegenstand tot het uiterste vol te
houden. Hij meent met vaste hand de ver.
warring, die door de revolutie in de Russi
sche legers veroorzaakt werd, er uit te kun
nen krijgen. Hij zal zich vastklemmen aan de
hulp van Kornilow, den opvolger van Broesi
low. Of het dezen beide mannen zal geluk
ken dit werk op te knappen is de groote
vraag van de toekomst. Wanneer men acht
slaat op het besluit van generaal Kornilow,
die zich tot Kerenski wendde, dan kan men
niet anders zeggen dan dat de leiders van
het Russische volk hun aandacht wijden aan
de duidelijk uitgesproken doeleinden. Die
doeleinden zijn rust voor het leger en ge
durende den rusttijd reorganisatie. Kornilow
eischte onverwijlde staking van het offen
sief op alle fronten. De uitdrukking is hiet
juist, want het Russische leger bevindt zich
reeds geruimen tijd niet meer in offensieven
toestand. In werkelijkheid bedoelt Kornilow
een niet tegen te houden terugtocht en het
zich losmaken van den vijand. Dit losmaken
kan gelukken, indien de tegenstand der ach
terhoeden nog zoo krachtig is om de ver
overaars vast te houden of indien het met
de plannen der verbondenen strookt om de
vervolging te stoken, zoodra Oostenrijk-Hon-
garije geheel van vijanden bevrijd is. Het is
volstrekt niet te overzien of het Russische
leger die kracht om tegen te houden nog be
zit, wont volgens eene aanklacht van Korni
low tegen het leger verkeert het zelfs in
een toestond van paniek.
Washington, 8 Aug. (R.) De Ameri-
kaansche missie, die onder leiding van den
senator Root nam- Rusland is geweest, is he
den in Washington teruggekeerd. De leden
vnn de missie zijn optimistisch wat den toe
stand van Rusland betreft. Root zeide, dat
de toestand zeer hoopvol en het vooruitzicht
bemoedigend is, terwijl de socialist Russel
verklaarde, dat de voornaamste plicht van de
Vereenigde Staten hierin bestond, dat het
Russische volk overtuigd wordt, dat de Ver
eenigde Stoten in den oorlog zijn tot het
einde toe.
Washington, 8 Aug. (R.) Daniels, de
minister van marine, heeft gelast, dot een
vliegtuigenfobriek zal worden gebouwd op
de marinewerf te Philadelphia, die juorlijks
2000 kleine vliegtuigen zal produceeron.
N e w-y o r k, 8 Aug. (R.) Heden heeft
hier eene internationale commissie tot vast
stelling van een eenheidsmootstof voor de
metalen onderdeden van vliegtuigen, hare
eerste vergadering gehouden. Men verwacht,
dot het werk van deze commissie eene groo
te vereenvoudiging zal brengen in de me
talen onderdeelen van de vliegtuigen, die nu
in ontelbare vormen en grootten worden ver
vaardigd, en ze tot weinige standaardvormen
zal terugbrengen, waardoor voor de gealli
eerden de aanmaak van vliegtuigen in be
langrijke mate zal worden* vergemakkelijkt.
Washington, 9 Aug. (R.) De regee
ring kondigt aan, dat een oorlogsgraonbouw-
programma is opgemaakt. Daarin wordt aan
bevolen meer grond te bestemmen voor den
graanbouw, om de productie te kunnen ver
meerderen, zoodat zij onder de gunstigste
omstandigheden kan bedragen 1250 millioen
bushels en 83 millioen bushels rogge. Het
beveelt aan het bouwland van wintertarwe
uit te breiden tot 47,337,000 acres, waar
door de productie kan worden gebracht op
880 mill, bushels, hetgeen voor 1918 noodig
zal zijn. Van het voorjaarsbouwland kon de
oppervlakte niet bepaald worden; maar het
zal 350 millioen bushels moeten producee-
ren onder de gunstigste omstandigheden.
Eéne groote vermeerdering van de tarwe-
productie zal beslist noodig zijn om een ern
stige schaarschte der grondstof voor brood
te voorkomen.
Ottawa, 9 Aug. (R.) De Senaat heeft
het wetsontwerp tot invoering van den
dienstplicht bij het leger in derde lezing
aangenomen.
B e r 1 ij n, 9 Aug. (W. B.) Blijkens het
jaarbericht over 1916 van de rijksverzeke
ringsinstelling voor handelsbedienden, ont
wikkelt deze jongste tak van de Duitsdhe
sociale staatszorg zich op zeer voorspoedige
wijze. Door de werkgevers werden 113 mil
lioen marken gestort. De aanzoeken tot het
verleenen van toestemming tot het volgen
van geneesmethodes voor de behandeling
Dc deugdzaamheid der vrouwen berust voor
een groot deel op de onwetendheid waarin
de mannen verkeeren ten opzichte van hare
oogenblikken van zwakheid.
Roman
van
IC a r a m a t i.
Geholpen door de opgewonden kleine Suze
had de oude vrouw, met herlevend jeugdig
vuur, voor alles gezorgd. Zij beiden zouden
het, benedenhuis bewonen, terwijl het jonge
paar hcL overige deel der woning zou betrek
wen. Zoo was 'l geschied, en men leefde in
de beste verstandhouding. Mevrouw Van Kla-
rerrbeek was lol verbazing dcc oude Phie
die zonder aarzelen de leiding der binnen-
landsche zaken onder 't nieuwe bewind op
zich had genomen weer „net als vroeger",
d. w. ze was bedrijvig, zorgzaam, opge
dekt als in de dagen van ouds, ondanks den
last barer jaren. Het geluk harer kinderen had
naar tien jaar jonger gemaakt.
„Moeke is uit, is 't niet, Theo?" zei Elsa, die
Theo s liefkozingsvocatiefje overgenomen had
en ook steeds zoo over haar schoonmoeder
*prak.
De jonge man legt de courant ter zijde en
■JFJkt zijn vrouw een oogenblik lachend aan.
ziet er allerliefst uit, zoo in dat katoenen
zomerkleedje van lichtblauwe slof met wit
afgezet, 'l rijke'goudblonde haar in een keuri-
gen wrong en een overvloed van golvende lok
jes over 't gewelfde voorbeeld, 't Scherp gc-
teekende, fijne snuitje met liet zenuwachtige
mondje en de bewegelijke neusvleugoltjes, de
groote droomerige blauwe oogen, 't geheel is
zoo bizar, zoo ongewoon, maar toch zoo
ongewoon bekoorlijk levens, zoo weinig schoon
in de hoogste beteekenis van 't woord, maar
toch zoo aantrekkelijk en vredig, sympathiek.
„Kom, staar me nu niet zoo aan, malle jon
gen," zegt 't jonge vrouwtje vroolijk. „Zie ik
er niet behoorlijk naar je zin uit?"
Zc weet wel, dat daar geen kwestie van is.
Ze is 't immers volkomen met haar man eens,
dat het uiterlijk eener beschaafde vrouw
onder de zaken-van minder belang de be
langrijkste is, en haar goede smffak is 'haar'
een waarborg, dat zij te dien opzichte aan
billijke eischen voldoen kan. Iloe dikwijls heb
ben ze 't samèn daarover gehad, in hun ge
zellige keuveluurtjes: ze kent zijn'principen
daarin van builen „zeker, Theo, de een
voudigste vrouw kan smaakvol zijn in- haar
uiterlijk, 't is een zaak van opvoeding en be
schaving, niet van meerderen of minderen
rijkdom, en minachting voor een smaakvol
uiterlijk is domheid.Wat had ze dikwijls ge
lachen, smakelijk gelachen om de aandacht,
die Tlieo overhad voor een nieuw hoedje,
voor een aardige blouse, voor een lief mor
genkleed, toen ze samen langs den Boulevard
Anspach te Brussel kuierden, op hun huwe
lijksreis! Een vreemde man, die man van
haar! De meeste mannen vonden zulke zaken
in verwaand domdoen geen blik waard...
Theo kon zoo gezellig praten, zoo prettig-
vertellen, zoo heerlijk uitgelaten en opgewon
den zijn, zoo heel anders doen dan zij. 't Was
haar zoo'n behoefte geworden, voor 't stille
in zich zelfgckeerdc wezentje, naar hem te
luisteren cn hem gade le slaan, door een blik,
een \voord*haar innige belangstelling en soms
haar bewondering te toonen. Zou daarin zoo
spoedig verandering gekomen zijn...? Hij was
zoo vreemd nu en dan: stil en afgetrokken,
soms uren achtereen. Blijkbaar had hij iets
waarover hij zich ergerde... Ilij was niet meer
zoo volmaakt gelukkig, o, dat had ze al cenige
wc-ken kunnen opmerken. Dat hij haar niet
meer zooveel liefkoosde als le voren, dat telde
zij zoo zwaar niet. Zij was ,.de nederige
waterlelie, die den kus van 't maanlicht ont
vangt, gelukkig reeds in 't besef dal hij, wiens
licht een aardbol moet beschijnen, haar in
haar kleinheid niet vergeet." Had ze niet zelf
in een dweperig oogenblik die woorden in een
klein album geschreven, 't hoekje, dat tot nu
toe niemand' had mogen zien, nog uit haar
Klauscnhain-tijd, dat overal meeging cn nu
in 't laadje van haar linnenkast lag? O als
Theo die gemoedsuitstortingen, die „rozen
geur en maneschijn" van haar maagdelijk ge
voelsleven in zoete lieve versjes als vail Heine
of Geibel eens lezien kreeg... wat zou zc blo
zen,... wat zou hij lachen. En toch... ze ver
langde er naar zc hem te laten lezen: hij
moest den blik kunnen slaan in elk schuil
hoekje van'haar hart, alles welen wal zij ge'
voeld cn gedacht had.
Nu was er iets, dat hem hinderde, iels bui
ten haar..., en 'l was ook niet de beklemming,
het angstig zoeken, de onrust, die aan 't
scheppen van een kunstwerk voorafgaat.
Was 't dat maaTt Ze kon 't zich zoo leven
dig voorstellen. Maar 'l was dal niet. Er wfis
iels anders dat tusschen hen heiden cn hun
geluk hing als een nevel voor een schoon
panorama.
Een enkele maal had ze er hem naar ge
vraagd, schuchter met een paar woorden en
een macht van ongesproken bezorgdheid in
blik en gebaar. En hij had vrij kortaf geant
woord: „Och niets, heusch," op een toon, dat
ze meende niet verder le moeten aandringen
Dat was nu veertien dagen geleden.
Elsa had sedert dien telkens opnieuw gele
genheid gehad die nare wolk ,op Tlieo's voor
hoofd op te merken. Hij was, wel lief geweest
o, er kwam geen onvertogen woord over
zijn lippen maar 't was toch anders dan
vroeger.Zer kwelde zichzelve met le zoeken
naar dc reden van zijn afgetrokkenheid. Ze
deed alios wat zc kon, om hem aangenaam tc
stemmen, al de onschuldige kleine slreekjcs
en maniertjes, waarmee ze wist hem tc be
hagen: 't eenigc, dat ze bereikte, was, dal de
jonge m-an zich nu cn dan geweld deed om
opgewekt te schijnen. Ze zag 't dadelijk, dal
alles bij 't oude bleef, zijn lach klonk stroef,
zijn blik had iets dvvalends...
En nu... Ze had zoo haar best gedaan 1 Dal
morgenkleedje zag Theo haar zoo gaarne
dragen, dal kapsel had hij kort te voren nog
zoo bewonderd ze had er zoo'n zorg aan
besteed <fn ze zaten op 't plekje waar Theo
en zij reeds zoo menig gezellig avondje had
den gezeten, voordal hij aan zijn werk begon;
met hun beidjes alleen, want mama Van Kla-
renbeek kreeg gewoonlijk haar thee heneden,
en Suzë maakte haar schoolwerk bij de oude
dame. Het was nu zoo'n verrukkelijk frissche
zomeravond, en hun theetafel was zoo recht
huiselijk en „knus". En nu was hij weer zoo
onverschillig cn vreemd, 't Moest dan wel iels
van belang zijn, iets heel, heel ergs? Zou hij
minder... Och, wat een gedachte! Ze kleurde
toen ze.zich daarop betrapte. O, hij moést nóg
ajtiid veel. heel veel van haar houdeiw
natuurlijk. Nee', dat niet. En toch, was 'l niet
onaangenaam, dat ze zich nu zoo schuchter
voelde en hem niet ronduit alles dorst te zeg
gen wat er in haar omging? Zc had hem al
zoo lang de „groote openbaring" willen doen,
hem willen zeggen, hoe ze naar hem verlangd
had voordat ze hem ooit gezien had, cn al
'l heerlijks en schoons van haar meisjesdroo-
mcn. Zc had 't telkens en telkens uitgesteld
waarom toch eigenlijk? was ze dan niet
zeker, volkomen hartgrondig zeker, dal hfl
liaar liefhad? cn nu, kort geleden, had zc
zoo'n aardig plannetje gevormd. En ze zocht
al naar 't gunstige oogenblik, toen zc op eens
die nare ontdekking deed, die onlsteradkcid
van Theo, die heel haar mooi plannetje weer
verijdelde.
Maar zou 't dan niet verbeelding zijn? Zc
stelde zich de zaak zeker veel le ernstig voor...
Och, Theo was gewoon... Die eerste tijd was
nu voorbij... Zoo vertoonde hij zich in zijn
ware gedaante... O, ze verlangde zoo innig
naar de oude vertrouwelijkheid! Die was er,
zeker die was «er... er was niets veranderd in
hun verhouding. Ze drong zich de overtuiging
op. cn gaf zich blindelings over aan dc ver
lokkelijke illusie. Van avond zou zc hem alles
zeggen en als er dan wat was, dat hem
hinderde ze zou 't wel uit hem krijgen, en
hem zijn zorg wegnemen Och, maar 't was
geen zorg. 't Zou een nietigheid zijn, mis
schien heelemaal niets, pure verbeelding.
(Wordt vervolgd.1
v