N" 37.
16"e Jaargang.
DE EEMLANDER".
Maandag 13 Augustus 1917
BUlfËNLAND.
FEUHJ .rON,
TOEWIJDING.
u MARIE VAN VERSENDAAL.
Hoofdredactie. Mr Q VAN SCHAARDENBURG.
Uitgevers: V A L K H O.F F Co.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 maanden voor Amersfoortf
Idem franco per poet..
Per week (met gratie verxekenng tegen ongelukken) «.14.
Afconderlijke nummers
Wekelfjksoh bijToegsel „De Ooilandtdu Uuinrow»'' (onder
redactie ran Thérèae Hoven) per 8 mild. 50 cl».
Wekelijkeob bijvoegsel Wtrtldmiu' per 3 mnd. 52 cis.
Bureau: Arnhemsche Poortwal, hoek Utrechtschestr.
Intercómm. Telefoonnummer 66.
PRIJS DEK ADVERTENTIEN
V<v£ 1—Grogels.f O.SO.
Elke regel moorM - 0.15.
Dienstaanbiedingen 1—5 regols 0.50.
Grooto lettors naar plaatsruimte.
Voor handel en bodrijl bosUan toer voordeoli-o bepaJingo»
tot hot horhaald advortooron iu dit Blad, bfo abonnouiont.
Eene circulaire, bevattende do voorsvaardon, wordt op
aanvraag toegozondou.
Politiek Overzicht
Het aftreden van Henderson.
Het congres van de Engelsche Labour
Party, dat was bijeengeroepen om te beslis
sen of de partij zich officeel zou laten ver
tegenwoordigen op de conferentie te Stock
holm, heef^ met overgroote meerderheid
het beslüit is genomen met drie vierden der
stemmen besloten afgevaardigden naar
deze conferentie te zenden. Henderson heelt
ontslag genomen als lid van de Engelsche
regeering, waarin hij als vertegenwoordiger
van de Labour Party deel uitmaakte van het
oorlogskabinet, het kleine college dat de za
ken van den oorlog behandelt.
Tusschen deze twee feiten bestaat een
oorzakelijk verbarjd. Henderson heeft in het
congres den doorslag gegeven tot de beslis
sing om aan de Stockholmsche conferentie
deel te nemen. Wel is op zijn aandrang aan
dat besluit de voorwaarde verbonden, - dat
op de conferentie slechts beraadslagingen
gevoerd en geene besluiten genomen zul
len worden. Daarmee wordt de bittere
pil verguld voor de Engelsche regee
ringen rekening gehouden met de door den
premier Lloyd George afgelegde verklaring,
dat de regeering aan geene partij-conferentie
zou toestaan vredesvoorwaarden vast te stel
len of voor te schrijven, want dat behoorde
de taak te zijn van de regeering. Maar dit
neemt niet weg, dat men na deze beslissing
wederzijds heeft begrepen, dat voor Hender
son in het kabinet-Lloyd George geen plaats
meer was. Uit de briefwisseling tusschen den
premier en Henderson,, die is gepubliceerd,
blijkt, dat beiden niet bepaald vriendschap
pelijk zijn gescheiden. Er wordt gezegd, dat
zijne houding op het congres niet zoodanig
is geweest als \an hem was verwacht; zelfs
wordt hem het verwijt gedaan het congres
onkundig te hebben gelaten van iets wat men
daar had moeten weten met het oog op de
beslissing, die stond genomen te worden.
Henderson komt daartegen op en stelt in
uitzicht, dat hij zich in het lagerhuis zal ver
antwoorden; hij verzoekt, dat men het oor
deel over hem zal opschorten totdat alle fei
ten bekend zijn
Hoe intusschen dit oordeel moge luiden,
het feit staat vast, dat tusschen de Britsche
regeering en Henderson het tafellaken is
doorgesneden Het gewicht van dit feit kan
niet beter in het licht worden gèsteld dan
met de woorden van Lloyd George zelf.
Toen in de zitting van het lagerhuis Van
T Augustus ter sprake werd gebracht de
reis, die Henderson in gezelschap van Mac-
donald, buiten voorkennis van zijne ambt-
genooten in de regeering, naar Parijs had on
dernomen, welke de voorlooner is geweest
ven net besluit van het congres der Labour
Party, heeft Lloyd George ernstig gewaar
schuwd, dat men niet het aftreden van Hen
derson moest verlangen. Hij heeft dat in
zeer drir.r--'1^ 1 ewcordingen gedaan, door
te zc, cr- -:er wij beginnen ons te
ontbinden en den eenen ambtgenoot, die
voor ons van waarde is, na den anderen in
de armen werpen van hen, die voor pacifis
tische doeleinden strijden, dan wanhoop ik
werkelijk aan de overwinning."
Nu is de scheiding tóch gekomen. Hen
derson is uit de regeering getreden. In den
brief aan Lloyd George, die zijne ontslag
aanvrage inhield, verklaart hij: „Ik deel uwen
wensch, dat de oorlog tot een succesvol
einde zal worden voortgezet." Er is geen
reden om aan de oprechtheid van die ver
klaring te twijfelen. Wie tot heden onder
de voorstanders van den strijd tot het uiter
ste vooraan gestaan heeft, verandert niet
plotseling jp een aanhanger van den vrede.
Maar%zijn besluit wijst toch op eene kente
ring in zijne opvattingen. Het zal interessant
zijn na te gaan hoe die verder zal doodwer
ken. Hij zal hu in het begin van de volgende
maand zich naar Stockholm begeven en daar
als afgevaardigde van de Labour Party met
afgevaardigden van andere landen, bevrien
de, onzijdige en vijandelijke, van gedachten
wisselen over den oorlog en over de gevol
gen van den oorlog, waaronder de gansche
wereld nu gedurende drie jaren gebukt gaat.
Dat zal hem er toe leiden de zaken van een
ander standpunt te bezien dan hij tot dusver
gewoon was. En al zullen in Stockholm
geene besluiten genomen en voorschriften
gegeven worden, de indrukken, die daar
worden opgedaan, zullen hij en zijne mede-
afgevaardigden mee naar huis nemen en zij
zullen ze in den kring van hunnj? committen
ten verspreiden. Daarvan zal de volksstem
ming den invloed ondervinden, en als die
zich met kracht en nadruk doet gelden, dan
zal geene regeering op den duur daarvoor
ongevoelig kunnen blijven. Het is reeds
meermalen gezegd: de aandrang tot den vre
de zal van onderen op moeten komen. De
regeeringen van de Entente zijn nog in de
oorlogsstemmingf bevangen; zij hebben het
besluit van den Duitschen rijksdag, dat de
bereidverklaring inhoudt om mee te werken
tot een vrede van overleg en duurzame ver
zoening der volken, naast zich neergelegd.
Indien In die stemming verandering zal ko
men, dan zal die uit den boezem van de
volken moeten opkomen.
Uit dat oogpunt beschouwd, hebben de
beide feiten, waarop hier is gewezen, eene
onmiskenbare beteekenis. Êen lid van de
Engelsche regeering heeft de machtige or
ganisatie van de Engelsche Labour Party
bewogen tot het besluit om afgevaardigden
te zenden naar de conferentie, die in Stock
holm over den vrede van gedachten zal wis
selen En als gevolg daarvan heeft hij zijne
betrekking met de regeering van zijn land
verbroken. Dot brengt ons niet den vrede,
het opent zelfs geen uitzicht op den vre
de. Maar wij kunnen toch niet het gevoel
van ons afzetten, dat het eene aankondiging
is, dot de vrede naderbij komt, al is dat met
onze oogen nog niet waar te nemen.
De oorlog,
Berlijn, 11 Aug. (W. B) Avondbe-
richt uit het groote- hoofdkwartier.
Behalve gevechten m de vroegte te
Vlaanderen geóne' bijzondere gebeurtenis
sen.
P a r ij s, Tl Aug. (Havas). Namiddag
communiqué.
Ten noorden van St.-Quentin behaalden
de Franschen belangrijke voordeelen in de
streek van Fayet, waar zij de Duitschers uit
het grootste deel der loopgraven wierpen,
waarin dezen in den nacht van O op 10
Augustus voet hadden gekregen. Daarbij
werden 15 krijgsgevangenen gemakt.
Ten zuiden van AHles maakten de Fran
schen door een schitterend uirgevoerden
aanval, zich meester van een belangrijke
loopgraaf, dre door de Duitschers stevig was
bezet. De Franschen sloegen verschillende
tegenaanvallen af en behielden het ver
overde terrein. Zij maakten een 12-tal ge
vangenen.
In Champagne d-eden de Duitschers na
artillerie-voorbereidipg over een front van
drie Kilometer verscheidene aanvallen in de
streek van den Mpnt Cornillet Ten oosten
en ten westen van dezen berg bracht het
vuur der Franschen de Duitsche stormco-
lonnes tot staan, die zware verliezen leden.
Ten noorden van den Mont Cornillet slaag
den de Duitschers er in de Fransche voorste
linie binnen te dringen, maar door een
krachtig§p tegenaanval heroverden de Fran
schen het verloren terrein behalve een stuk-
van on.geveer^50 meter, dat nog door de
Duitschers wordt bezet.
In de streek van Casque drong een Fran
sche troep verkenners in de Duitsche liniën
binnen en vernietigde een afdeeling Duit
sche werktroepen.
Duitsche vliegtuigen deden in den nacht
een luchtaanval in de. streek van Nancy. Er
vielen geen slachtoffers en de aangerichte
schade was gering.
Avond commnninuë
In België behield het ortillericduel een
groote intensiteit! Ten noorden van Saint-
Quentin werd cefi Duitsche poging tegen onze
Stelling ten ooslen van Favzet gestuit. De Duit
schers vielen tweemaal onze laopgrayen op
dgn Mont II nut aan; zij werden door ons vuur
gegrepen en gedwongen terug te gaan.
Londen, 11 Aug. -(R.) Bericht'van
maarschalk Haig.
Er is gisteravond hevig gestreden oft\ het
bezit van een belangrijk terrein, dat wij ten
oosten van Yperen veroverd hebben. Zes
keer rukte de vijand ten aanval op, doch
telkens werd hij door ons vuur teruggedre
ven.
Wij behielden alle stellingen en wonnen
ook nog grond bij den straatweg Yperen
Meenen.
Wij deden gisternacht invallen in de vij
andelijke loopgraven ten zuiden Van Ar-
mentières.
B e r 1 ij n, 12 Au g. (W. B.) Voormiddag-
bericht uit het groote hoofdkwartier.
Legergroep prins Rupprecht. Na de aan
vallen van gistervoormiddag verflauwde de
artillerie-strijd in Vlaanderen. Eerst tegen
den avewtd nam hit in breede sectoren weer
-toe en bleef ook des nachts levendig.
Hedenmorgen na een trommelvuur, dat
een uur duurde, gingen sterke vijandelijke
afdeelingen op vele punten aan het front tot
den aanval over, maar zij werden overal te
ruggeslagen.
Ten noorden van Hollebeke lieten de En-
gelschen verscheidene regimenten tot den
aanval oprukken. Ook zij hadden geen
succes en moesten onder zware verliezen
terugtrekken.
Van het kanaal van La Bassée tot den
zuidelijken oever van de Scarpe en ten
noordwesten van St.-Quentin nam de ar
tillerie-bedrijvigheid van tijd tot tijd toe.
Ondertusschen kwam het meermalen tot ar
tillerie-gevechten op het voorterrein.
Legergroep kroonprins. Aan het Aisne-
front, in West-Champagne en op beide
Maas-oevers is de wederzijdsche artillerie-
strijd levendiger don in den laatsten tijd.
Bij Cerny-en-Laonnois njislukten des
avonds twee aanvallen der Franschen on
der verliezen. Aan den Mont Cornillet zijn
vijandelijke grenadiers-af deelingen voor de
door ons veroverde stellingen teruggesla
gen.
Legergroep prins Albrecht* Er waren
geene strijdhandelingen van eenig belang.
Avondbericht.
In Vlaanderen artillerie-vuur van afwisse
lende hevigheid.
P a r ij s, 12 Aug. {Havas). Namiddag-
communiqué.
In België waren artillerie-gevechten.
Ten oosten van Fayet hebben de Fran
schen de loopgraafgedeelten, welke in den
nacht van 9 op 10 Aug. door de Duitschers
bezet waren, wederom veroverd. In den loop
van dit gevecht maakten de Franschen
twintig gevangenen.
In den sector van de hoeve van Moisy en
den molen van Laffaux hebben Fransche
verkenningsafdeelingen verscheidene in
vallen in de Duitsche linies gedaan. Zij
keerden met gevangenen terug.
Ten zuiden van Ailles herhaalden de
Duitschers hunne aanvalspogingen tegen de
loopgraven, welke de Franschen gisteren
veroverd hadden. Twee aanvallen, waarvan
één zeer hevig was, werden onder zware
verliezep voor de Duitschers afgeslagen.
De Fransche troepen, die al hunne stellin
gen handhaafden, maakten opnieuw vorde
ringen.
In Champagne en op beide Maasoevers
was de artilleriestrijd in den loop van den
nacht vrij hevig.
Ten westen van Avocourt hielden de
Franschen een onverwachten aanval der
Duitschers tegen.
Er waren patrouille-gevechten in 't bosch
van Carpach, in den Elzas.
Het wordt bevestigd, dat een Duitsch
vliegtuig den 9en Augustus in epn lucht
gevecht aan het Belgische front neerge
schoten is.
Gisteren werd een Duitsch vliegtuig ten
noordoosten van Vauxaillon door ons neer
geschoten.
Als vergelding voor het bombardement
van Nancy en de streek ten noorden van
Parij door de Duitschers, hebben twee Fran
sche vliegtuigen bommen geworpen op
Frankfort a. d. Main. Beiden ziji\ behouden
teruggekeerd.
Avondcommuniqué.
Matige artilleriestrijd in den sector Hur-
tebise, in België en aan de beide Maas
oevers. Reims werd gebombardeerd; er wa
ren twee dooden en een gewonde.
Er was gisteren groote luchtactie achtar
de Duitsche liniën.
L o n d en, 12 Aug. (R.) Bericht van
maarschalk Haig.
Des morgens deed dc vijand opnieuw een
aanval op onze nieuwe stellingen ten noor
den van den weg YperenMeenen. Na he-
vigen strijd drong hij onze linie in het Gle-
norse-woud een weinigu terug.
In de buurt van den spoorweg Yperen—
Steden wonnen wij terrein op den rechter
oever van de Steenbeek. Wij maakten in
den loop van den dag 124 gevangenen.
Gisteren, na tien dagen, was het voor de
eerste mnal mogelijk den geheelen dag te
vliegen. De vijandelijke luchtstrijdkrachten
toonden zich zeer bedrijvig. Zij staken op
talrijke punten onze liniën over, trachtten
het werk van onze artillerie te belemmeren
en vielen onze bombnrdements-vliegtuigen
aan.
Ondanks hun inspanning werd er door o.,s
met succes veel verkenningswerk voor de
artillerie verricht. Er werden veel fotogra-
fiën gemaakt, terwijl op talrijke punten op
den beganen grond een doeltreffend mitrail-
leurvuur werd gericht. In den loop van den
dag en 's nachts werden 6'i ton bommen
op vijandelijke vliegkampen, munitie-depóts
en punten van militaire beteekenis gewor
pen.
De gevechten waren den geheelen dag
zeer hevig. Wij ontmoetten groote vijande
lijke formaties. Tien Duitsche machines wer
den door onze vliegtuigen neergeschoten.
Vijf werden bulten ons bereik tot dalen ge
dwongen. Een andere Duitsche machine
werd door artillerievuur neergehaald. Twaalf
van onze machines worden vermist.
Avond-bericht.
Het weer blijft nat en stormachtig. In den
loop van den nacht werd er gestreden om
het bezit van een mijntrechter ten oosten
van Givenchy-lez-Ln Bassée. Wij kregen
voet op en bij den rand van den trechter en
sloegèn een tegenaanval af.
De vijandelijke artillerie was zeer werk
zaam ten oosten en ten noorden van Ype
ren.
Londen, 12 Aug. (R.) Maarschalk
Haig bericht dat het aantal gevangenen door
ons gemaakt in den geslaagden aanval van
den lOen en de daarop volgende operatiën
ten Oosten van Yperen, nu een totaal van
454 heeft bereikt, waaronder negen officie
ren. Wij veroverden ook zes Duitsche ka
nonnen.
Een Engelsche raid, die hedenmorgen
beproefd werd ten Zuiden van Armentières,
werd met succes teruggeslagen door Portu-
geesche troepen met bommen en geweer-
Elke mode is tweemaal belachelijk: eerst
aan haar begin en dan anu haat linde.
Hom.ui
van
K a r a m a t i.
Ln ze begint te lezen, met haar buigzaam
zwak stemmetje, als Theo met de eene hand
onder l hoofd bij haar is gaan zitten. Zijn
oogen kijken strak naar beneden voor zich uil
^*n zc leest en leest door. kwartier op kwar
tier, en de zwakke klanken ontvloeien het
kleine mondje in gestadige droqmerige opvol
ging als sneeuwvlokken zacht ruischend door
't stille, holle vertrek. Maar 't is, of zc neer-
glijden langs (te sombere massa's hunner zie
len. om zich le verliezen en geen spoor erop
achter te laten, als sneeuwvlokken langs
zwarte granietrotsén.
Even, toen de lezende oen zucht hoorde en
opzag, als ontwakend, heeft ze willen spre
ken, hem hartstochtelijk willen smeeken,
aar toch te zeggen wat hem zoo drukte,
tfeeds drongen de woorden naar haar keel,
toen ze stuitte op een regel in den tekst, die
op eens een andere wending aan haar ge
dachten gaf:
Patience, accomplish thy labour: accomplish
thy work of affection!
sorrow and silene» we strong, and pal.ienl
endurance is godlike.
De rest is weer louter klank voor haar.
Maar ze leest door. Haar mond spreekt de
woorden, die volgen, weer uit als tc voren:
duidelijk, maar zacht en eentonig, met een
weerklank van geduldigen weemoed; haar
geest herhaalt steeds den zin dier beteekenis-
volle woorden, cn weeft erop voort en voort,
totdat eindelijk, bij de laatste woorden van
't gedicht, de werkelijkheid weer levendig
voor haar staat. Daar zit Theo. vreemd, als
verbijsterd, opschrikkend uit zijn gemijmer.
TTij zucht diep. Onspringend roept hij. in
spontane oprechtheid:
„Och, waarom heb je je eigenlijk zoo ver
moeid? Ik heb er heel weinig van kunnen
volgen. Ik hen niets in een stemming van
avond... Ik denk, dal ik toch maar waj ga
werken..."
Ze kan dus gaan. O, hij meent 't niet
kwaad, maar toch...
VNacht Theo! 'I Is r.og wel vroeg, maar ik
zal je maar niet langer ophouden. Je zult wel
laat opblijven, niet?''
„Misschien.ïk weet 't hcusch niet..." Zon
der verder op Elsa le lellen, zoekt en schar
relt de jonge geleerde tusschen zijn papieren
op de schrijftafel. Opeens, omkijkend en zich
bezinnend:
„O, wou je al naar bed? Goed, nacht, mijn
lieve kind.''
Elsa is naderbij gekomen. Ilij kusl haar
even, en hervai zijn zoeken.
De andere gaat stil heen. door de communi
catie-deur naar de slaapkamer daarnaast,
"t Is pas tien uur en gewoonlijk gaat zij
eerst veel Tater ter ruste, maar de ziclsberoe-
ring, waarin zij verkeert doet haar naar het
bed verlangen, als de eenige plaats waar zij
onopgemerkt alleen kan zijn met haar smart.
Haar gevoelig zieltje is diep geschokt: dc strijd
daarbinnen moet uitgestreden worden in
stille afzondering.
Een half uur. drie kwartier, een uur lang
ligt ze te béd, onrustig woelend, met een
gloeiend hoofd. Dan grijpt een onweerstaan
baar verlangen haar aan, om Theo le zien, om
le weten, hoe hij zit, in welke houding, welke
uitdrukking zijn gezicht vertoont, of hij be
droefd is of... O. hij zal wel bedroefd zijn...
misschien wel schreien? Onhoorbaar sluipt
dc jonge vrouw in nachtgewaad naar de deur,
die toegang geeft tot het studeervertrek. Daar
legt ze het eene oog tegen 't sleutelgat. Dc
sleutel is eraf die deur wordt nooit geslo
ten ze kan dus uit de donkere kamer, waar
in zij zich bevindt, duidelijk* in de andere
kijken.
Ze ziet Theo zitten, over de schrijftafel ge
bogen met een opengeslagen vel papier voor
zich. De pen, waarmee hij blijkbaar eenige
regels neergeschreven heeft, ligt nu werke
loos in zijn rechterhand, tusschen duim cn
middelvingèr rustende en met dc punt naai
de ruimte wijzend, alsof de gedachten, die
anders in letters gegoten haar ontvloeien, zich
thans daar in de lucht verliezen. Het hoofd
van den jongen man rust op den linkerarm
Zpoals Elsa thans staat, kan zij zijn profiel
scherp zien uitkomen tegen den donkeren
achtergrond van boeken in de wandkast. Het
eenige licht, dat rn 't vertrek brandt, is dc
studeerlamp, die, boven den lessenaar slaan
de, een hellen lichtkring werpt op de zitten
de gestalte. Thco's gezicht is slrak en zijn
blik schijnt aan zijn werk genageld. De wenk
brauwen zijn gefronst en de mond is toegekne
pen met een trek van bitterheid.
Ze ziet en merkt elke bijzonderheid van zijn
trekken, en haar gemoed wordt met deenjis
vervuld. Zc zou hem zoo lang willen blijven
begluren, maar zc vreest dat ze zich verraden
zal O. zc zou 't immers niet meer uithouden,
ze zou hem immers eindelijk toeroepen, hem
bidden al die bittere gedachten uit te spre
ken neen, hem dwingen dat te doen, door
hem dc bekentenis tc onlwringn met hare
kussen. Maar dat kan niet. Nu niet, in geen
geval... Ze sluipt terug naar haar bed cn blijft
roerloos liggen, het gelaat naar den muur ge
keerd.
Daar hoort ze dc oude mevrouw bij Theo
binnenkomen. Een paar woorden kan ze op
vangen van 't geen ze samen spreken, ze
hoort den gedemptcn tqon van Theo en de
korte afgebeten wijze van spreken van zijn
moeder, waar toch bezorgdheid doorheen
klinkt, eindelijk bij de deur, duidelijk ver
neembaar: „Nacht, mama, Elsa slaapt rustig:
ze schijnt wat moe; sloor haar maar niet!"
Was 't dezelfde lieve toon van vröcgcr?
Had hij haar nog altijd lief, nog even lief nl&
vroeger?
En dc twijfel maakt haar rampzalig.
XI.
II c l w e r k w oord „a m a r e".
De ronde spiegel met de Vcneliaansche lijst
in Stephanie's boudoir weerkaatste dien mor
gen voor de zoovcelste maal het matgele ge
laat, dat el' zoo vaak zijn trekken in gelezen
had. Hij vertelde niets nieuws, die oprechte
raadgever Goddank; want nieuws op haar
leeftijd zou wellicht minder welkom wezen,
't Was ook niet daarvoor dat de sierlijke ge
stalte in lichtgeel morgengewaad telkens en
telkens van zijn diensten gebruik maakte. O,
ze wist immers, dat zc mooi was cn dat
poeder en penseel en krultang ip haar han
den het wonder verricht hadden eencr ver*
jongingskuur. als hadde „le glas de la tren-
tainc" voor haar nog niet geslagen. Neen, zc
vermeide zich in dc beschouwing van haar
beeltenis om telkens opnieuw nan de uitwer
king tc denken, die haar verschijning op hein
maken z,ou. Wat zou hij weer naief bewonde
rend haar aanstaren en weer aardig links en
onbeholpen doen, die onnoozelc jongen!
Stephanie tuurt liét venster uit, hel ccnig©
in 't vertrekje. Aan den overkant is een tuin-1
hek en daarachter verrijst een groepje hoo
rnen. Geen last van nieuwsgierige overburen
dus. Toch is 't roode lancaster-gordijn vrij
laag neergelaten. Door dc in plooien neerhan
gende vitrage van fijne roomkleurige stof
dringt een zacht roodachtig licht in 't kamer
tje, alles omwazend met een warme tint: do
roosjes op 't parelgrijze behang, dc ongeverf
de notenhouten, tafel mei het lichlgcbloem-
de kleedje daarover, dc drie sloeltjcs cn do
kleine sofa daarmee in overeenstemming, do
sierlijke schrijftafel rechts in een hoek bij t
raam schier wegschuilend, de geelkoperen
hanglamp boven de tafel met de lichtgroene,
luchtige kap van vederachtig vloeipapier, do
lachende bronzen borstbeeldjes van onden*
gende vrouwtjes aan weerskanten van hel
bonte plokje Louis XV met de kleurige coupes,
het mollige Brussclsch tapijt met het klciuo
bloemrijke patroon en eindelijk dc enkel®
wandversieringen, de walervcrfteckeningen
van eigen hand weer bloemen cn' nog eens
bloemen hel miniatuur boekenrekje met
niels dan prachtbandjes boven de schrijftafel
in den eenen hoek.
("Wordt vervolgd.)