N" 37. 16"e Jaargang. DE EEMLANDER". Maandag 13 Augustus 1917 BUlfËNLAND. FEUHJ .rON, TOEWIJDING. u MARIE VAN VERSENDAAL. Hoofdredactie. Mr Q VAN SCHAARDENBURG. Uitgevers: V A L K H O.F F Co. ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 maanden voor Amersfoortf Idem franco per poet.. Per week (met gratie verxekenng tegen ongelukken) «.14. Afconderlijke nummers Wekelfjksoh bijToegsel „De Ooilandtdu Uuinrow»'' (onder redactie ran Thérèae Hoven) per 8 mild. 50 cl». Wekelijkeob bijvoegsel Wtrtldmiu' per 3 mnd. 52 cis. Bureau: Arnhemsche Poortwal, hoek Utrechtschestr. Intercómm. Telefoonnummer 66. PRIJS DEK ADVERTENTIEN V<v£ 1—Grogels.f O.SO. Elke regel moorM - 0.15. Dienstaanbiedingen 1—5 regols 0.50. Grooto lettors naar plaatsruimte. Voor handel en bodrijl bosUan toer voordeoli-o bepaJingo» tot hot horhaald advortooron iu dit Blad, bfo abonnouiont. Eene circulaire, bevattende do voorsvaardon, wordt op aanvraag toegozondou. Politiek Overzicht Het aftreden van Henderson. Het congres van de Engelsche Labour Party, dat was bijeengeroepen om te beslis sen of de partij zich officeel zou laten ver tegenwoordigen op de conferentie te Stock holm, heef^ met overgroote meerderheid het beslüit is genomen met drie vierden der stemmen besloten afgevaardigden naar deze conferentie te zenden. Henderson heelt ontslag genomen als lid van de Engelsche regeering, waarin hij als vertegenwoordiger van de Labour Party deel uitmaakte van het oorlogskabinet, het kleine college dat de za ken van den oorlog behandelt. Tusschen deze twee feiten bestaat een oorzakelijk verbarjd. Henderson heeft in het congres den doorslag gegeven tot de beslis sing om aan de Stockholmsche conferentie deel te nemen. Wel is op zijn aandrang aan dat besluit de voorwaarde verbonden, - dat op de conferentie slechts beraadslagingen gevoerd en geene besluiten genomen zul len worden. Daarmee wordt de bittere pil verguld voor de Engelsche regee ringen rekening gehouden met de door den premier Lloyd George afgelegde verklaring, dat de regeering aan geene partij-conferentie zou toestaan vredesvoorwaarden vast te stel len of voor te schrijven, want dat behoorde de taak te zijn van de regeering. Maar dit neemt niet weg, dat men na deze beslissing wederzijds heeft begrepen, dat voor Hender son in het kabinet-Lloyd George geen plaats meer was. Uit de briefwisseling tusschen den premier en Henderson,, die is gepubliceerd, blijkt, dat beiden niet bepaald vriendschap pelijk zijn gescheiden. Er wordt gezegd, dat zijne houding op het congres niet zoodanig is geweest als \an hem was verwacht; zelfs wordt hem het verwijt gedaan het congres onkundig te hebben gelaten van iets wat men daar had moeten weten met het oog op de beslissing, die stond genomen te worden. Henderson komt daartegen op en stelt in uitzicht, dat hij zich in het lagerhuis zal ver antwoorden; hij verzoekt, dat men het oor deel over hem zal opschorten totdat alle fei ten bekend zijn Hoe intusschen dit oordeel moge luiden, het feit staat vast, dat tusschen de Britsche regeering en Henderson het tafellaken is doorgesneden Het gewicht van dit feit kan niet beter in het licht worden gèsteld dan met de woorden van Lloyd George zelf. Toen in de zitting van het lagerhuis Van T Augustus ter sprake werd gebracht de reis, die Henderson in gezelschap van Mac- donald, buiten voorkennis van zijne ambt- genooten in de regeering, naar Parijs had on dernomen, welke de voorlooner is geweest ven net besluit van het congres der Labour Party, heeft Lloyd George ernstig gewaar schuwd, dat men niet het aftreden van Hen derson moest verlangen. Hij heeft dat in zeer drir.r--'1^ 1 ewcordingen gedaan, door te zc, cr- -:er wij beginnen ons te ontbinden en den eenen ambtgenoot, die voor ons van waarde is, na den anderen in de armen werpen van hen, die voor pacifis tische doeleinden strijden, dan wanhoop ik werkelijk aan de overwinning." Nu is de scheiding tóch gekomen. Hen derson is uit de regeering getreden. In den brief aan Lloyd George, die zijne ontslag aanvrage inhield, verklaart hij: „Ik deel uwen wensch, dat de oorlog tot een succesvol einde zal worden voortgezet." Er is geen reden om aan de oprechtheid van die ver klaring te twijfelen. Wie tot heden onder de voorstanders van den strijd tot het uiter ste vooraan gestaan heeft, verandert niet plotseling jp een aanhanger van den vrede. Maar%zijn besluit wijst toch op eene kente ring in zijne opvattingen. Het zal interessant zijn na te gaan hoe die verder zal doodwer ken. Hij zal hu in het begin van de volgende maand zich naar Stockholm begeven en daar als afgevaardigde van de Labour Party met afgevaardigden van andere landen, bevrien de, onzijdige en vijandelijke, van gedachten wisselen over den oorlog en over de gevol gen van den oorlog, waaronder de gansche wereld nu gedurende drie jaren gebukt gaat. Dat zal hem er toe leiden de zaken van een ander standpunt te bezien dan hij tot dusver gewoon was. En al zullen in Stockholm geene besluiten genomen en voorschriften gegeven worden, de indrukken, die daar worden opgedaan, zullen hij en zijne mede- afgevaardigden mee naar huis nemen en zij zullen ze in den kring van hunnj? committen ten verspreiden. Daarvan zal de volksstem ming den invloed ondervinden, en als die zich met kracht en nadruk doet gelden, dan zal geene regeering op den duur daarvoor ongevoelig kunnen blijven. Het is reeds meermalen gezegd: de aandrang tot den vre de zal van onderen op moeten komen. De regeeringen van de Entente zijn nog in de oorlogsstemmingf bevangen; zij hebben het besluit van den Duitschen rijksdag, dat de bereidverklaring inhoudt om mee te werken tot een vrede van overleg en duurzame ver zoening der volken, naast zich neergelegd. Indien In die stemming verandering zal ko men, dan zal die uit den boezem van de volken moeten opkomen. Uit dat oogpunt beschouwd, hebben de beide feiten, waarop hier is gewezen, eene onmiskenbare beteekenis. Êen lid van de Engelsche regeering heeft de machtige or ganisatie van de Engelsche Labour Party bewogen tot het besluit om afgevaardigden te zenden naar de conferentie, die in Stock holm over den vrede van gedachten zal wis selen En als gevolg daarvan heeft hij zijne betrekking met de regeering van zijn land verbroken. Dot brengt ons niet den vrede, het opent zelfs geen uitzicht op den vre de. Maar wij kunnen toch niet het gevoel van ons afzetten, dat het eene aankondiging is, dot de vrede naderbij komt, al is dat met onze oogen nog niet waar te nemen. De oorlog, Berlijn, 11 Aug. (W. B) Avondbe- richt uit het groote- hoofdkwartier. Behalve gevechten m de vroegte te Vlaanderen geóne' bijzondere gebeurtenis sen. P a r ij s, Tl Aug. (Havas). Namiddag communiqué. Ten noorden van St.-Quentin behaalden de Franschen belangrijke voordeelen in de streek van Fayet, waar zij de Duitschers uit het grootste deel der loopgraven wierpen, waarin dezen in den nacht van O op 10 Augustus voet hadden gekregen. Daarbij werden 15 krijgsgevangenen gemakt. Ten zuiden van AHles maakten de Fran schen door een schitterend uirgevoerden aanval, zich meester van een belangrijke loopgraaf, dre door de Duitschers stevig was bezet. De Franschen sloegen verschillende tegenaanvallen af en behielden het ver overde terrein. Zij maakten een 12-tal ge vangenen. In Champagne d-eden de Duitschers na artillerie-voorbereidipg over een front van drie Kilometer verscheidene aanvallen in de streek van den Mpnt Cornillet Ten oosten en ten westen van dezen berg bracht het vuur der Franschen de Duitsche stormco- lonnes tot staan, die zware verliezen leden. Ten noorden van den Mont Cornillet slaag den de Duitschers er in de Fransche voorste linie binnen te dringen, maar door een krachtig§p tegenaanval heroverden de Fran schen het verloren terrein behalve een stuk- van on.geveer^50 meter, dat nog door de Duitschers wordt bezet. In de streek van Casque drong een Fran sche troep verkenners in de Duitsche liniën binnen en vernietigde een afdeeling Duit sche werktroepen. Duitsche vliegtuigen deden in den nacht een luchtaanval in de. streek van Nancy. Er vielen geen slachtoffers en de aangerichte schade was gering. Avond commnninuë In België behield het ortillericduel een groote intensiteit! Ten noorden van Saint- Quentin werd cefi Duitsche poging tegen onze Stelling ten ooslen van Favzet gestuit. De Duit schers vielen tweemaal onze laopgrayen op dgn Mont II nut aan; zij werden door ons vuur gegrepen en gedwongen terug te gaan. Londen, 11 Aug. -(R.) Bericht'van maarschalk Haig. Er is gisteravond hevig gestreden oft\ het bezit van een belangrijk terrein, dat wij ten oosten van Yperen veroverd hebben. Zes keer rukte de vijand ten aanval op, doch telkens werd hij door ons vuur teruggedre ven. Wij behielden alle stellingen en wonnen ook nog grond bij den straatweg Yperen Meenen. Wij deden gisternacht invallen in de vij andelijke loopgraven ten zuiden Van Ar- mentières. B e r 1 ij n, 12 Au g. (W. B.) Voormiddag- bericht uit het groote hoofdkwartier. Legergroep prins Rupprecht. Na de aan vallen van gistervoormiddag verflauwde de artillerie-strijd in Vlaanderen. Eerst tegen den avewtd nam hit in breede sectoren weer -toe en bleef ook des nachts levendig. Hedenmorgen na een trommelvuur, dat een uur duurde, gingen sterke vijandelijke afdeelingen op vele punten aan het front tot den aanval over, maar zij werden overal te ruggeslagen. Ten noorden van Hollebeke lieten de En- gelschen verscheidene regimenten tot den aanval oprukken. Ook zij hadden geen succes en moesten onder zware verliezen terugtrekken. Van het kanaal van La Bassée tot den zuidelijken oever van de Scarpe en ten noordwesten van St.-Quentin nam de ar tillerie-bedrijvigheid van tijd tot tijd toe. Ondertusschen kwam het meermalen tot ar tillerie-gevechten op het voorterrein. Legergroep kroonprins. Aan het Aisne- front, in West-Champagne en op beide Maas-oevers is de wederzijdsche artillerie- strijd levendiger don in den laatsten tijd. Bij Cerny-en-Laonnois njislukten des avonds twee aanvallen der Franschen on der verliezen. Aan den Mont Cornillet zijn vijandelijke grenadiers-af deelingen voor de door ons veroverde stellingen teruggesla gen. Legergroep prins Albrecht* Er waren geene strijdhandelingen van eenig belang. Avondbericht. In Vlaanderen artillerie-vuur van afwisse lende hevigheid. P a r ij s, 12 Aug. {Havas). Namiddag- communiqué. In België waren artillerie-gevechten. Ten oosten van Fayet hebben de Fran schen de loopgraafgedeelten, welke in den nacht van 9 op 10 Aug. door de Duitschers bezet waren, wederom veroverd. In den loop van dit gevecht maakten de Franschen twintig gevangenen. In den sector van de hoeve van Moisy en den molen van Laffaux hebben Fransche verkenningsafdeelingen verscheidene in vallen in de Duitsche linies gedaan. Zij keerden met gevangenen terug. Ten zuiden van Ailles herhaalden de Duitschers hunne aanvalspogingen tegen de loopgraven, welke de Franschen gisteren veroverd hadden. Twee aanvallen, waarvan één zeer hevig was, werden onder zware verliezep voor de Duitschers afgeslagen. De Fransche troepen, die al hunne stellin gen handhaafden, maakten opnieuw vorde ringen. In Champagne en op beide Maasoevers was de artilleriestrijd in den loop van den nacht vrij hevig. Ten westen van Avocourt hielden de Franschen een onverwachten aanval der Duitschers tegen. Er waren patrouille-gevechten in 't bosch van Carpach, in den Elzas. Het wordt bevestigd, dat een Duitsch vliegtuig den 9en Augustus in epn lucht gevecht aan het Belgische front neerge schoten is. Gisteren werd een Duitsch vliegtuig ten noordoosten van Vauxaillon door ons neer geschoten. Als vergelding voor het bombardement van Nancy en de streek ten noorden van Parij door de Duitschers, hebben twee Fran sche vliegtuigen bommen geworpen op Frankfort a. d. Main. Beiden ziji\ behouden teruggekeerd. Avondcommuniqué. Matige artilleriestrijd in den sector Hur- tebise, in België en aan de beide Maas oevers. Reims werd gebombardeerd; er wa ren twee dooden en een gewonde. Er was gisteren groote luchtactie achtar de Duitsche liniën. L o n d en, 12 Aug. (R.) Bericht van maarschalk Haig. Des morgens deed dc vijand opnieuw een aanval op onze nieuwe stellingen ten noor den van den weg YperenMeenen. Na he- vigen strijd drong hij onze linie in het Gle- norse-woud een weinigu terug. In de buurt van den spoorweg Yperen— Steden wonnen wij terrein op den rechter oever van de Steenbeek. Wij maakten in den loop van den dag 124 gevangenen. Gisteren, na tien dagen, was het voor de eerste mnal mogelijk den geheelen dag te vliegen. De vijandelijke luchtstrijdkrachten toonden zich zeer bedrijvig. Zij staken op talrijke punten onze liniën over, trachtten het werk van onze artillerie te belemmeren en vielen onze bombnrdements-vliegtuigen aan. Ondanks hun inspanning werd er door o.,s met succes veel verkenningswerk voor de artillerie verricht. Er werden veel fotogra- fiën gemaakt, terwijl op talrijke punten op den beganen grond een doeltreffend mitrail- leurvuur werd gericht. In den loop van den dag en 's nachts werden 6'i ton bommen op vijandelijke vliegkampen, munitie-depóts en punten van militaire beteekenis gewor pen. De gevechten waren den geheelen dag zeer hevig. Wij ontmoetten groote vijande lijke formaties. Tien Duitsche machines wer den door onze vliegtuigen neergeschoten. Vijf werden bulten ons bereik tot dalen ge dwongen. Een andere Duitsche machine werd door artillerievuur neergehaald. Twaalf van onze machines worden vermist. Avond-bericht. Het weer blijft nat en stormachtig. In den loop van den nacht werd er gestreden om het bezit van een mijntrechter ten oosten van Givenchy-lez-Ln Bassée. Wij kregen voet op en bij den rand van den trechter en sloegèn een tegenaanval af. De vijandelijke artillerie was zeer werk zaam ten oosten en ten noorden van Ype ren. Londen, 12 Aug. (R.) Maarschalk Haig bericht dat het aantal gevangenen door ons gemaakt in den geslaagden aanval van den lOen en de daarop volgende operatiën ten Oosten van Yperen, nu een totaal van 454 heeft bereikt, waaronder negen officie ren. Wij veroverden ook zes Duitsche ka nonnen. Een Engelsche raid, die hedenmorgen beproefd werd ten Zuiden van Armentières, werd met succes teruggeslagen door Portu- geesche troepen met bommen en geweer- Elke mode is tweemaal belachelijk: eerst aan haar begin en dan anu haat linde. Hom.ui van K a r a m a t i. Ln ze begint te lezen, met haar buigzaam zwak stemmetje, als Theo met de eene hand onder l hoofd bij haar is gaan zitten. Zijn oogen kijken strak naar beneden voor zich uil ^*n zc leest en leest door. kwartier op kwar tier, en de zwakke klanken ontvloeien het kleine mondje in gestadige droqmerige opvol ging als sneeuwvlokken zacht ruischend door 't stille, holle vertrek. Maar 't is, of zc neer- glijden langs (te sombere massa's hunner zie len. om zich le verliezen en geen spoor erop achter te laten, als sneeuwvlokken langs zwarte granietrotsén. Even, toen de lezende oen zucht hoorde en opzag, als ontwakend, heeft ze willen spre ken, hem hartstochtelijk willen smeeken, aar toch te zeggen wat hem zoo drukte, tfeeds drongen de woorden naar haar keel, toen ze stuitte op een regel in den tekst, die op eens een andere wending aan haar ge dachten gaf: Patience, accomplish thy labour: accomplish thy work of affection! sorrow and silene» we strong, and pal.ienl endurance is godlike. De rest is weer louter klank voor haar. Maar ze leest door. Haar mond spreekt de woorden, die volgen, weer uit als tc voren: duidelijk, maar zacht en eentonig, met een weerklank van geduldigen weemoed; haar geest herhaalt steeds den zin dier beteekenis- volle woorden, cn weeft erop voort en voort, totdat eindelijk, bij de laatste woorden van 't gedicht, de werkelijkheid weer levendig voor haar staat. Daar zit Theo. vreemd, als verbijsterd, opschrikkend uit zijn gemijmer. TTij zucht diep. Onspringend roept hij. in spontane oprechtheid: „Och, waarom heb je je eigenlijk zoo ver moeid? Ik heb er heel weinig van kunnen volgen. Ik hen niets in een stemming van avond... Ik denk, dal ik toch maar waj ga werken..." Ze kan dus gaan. O, hij meent 't niet kwaad, maar toch... VNacht Theo! 'I Is r.og wel vroeg, maar ik zal je maar niet langer ophouden. Je zult wel laat opblijven, niet?'' „Misschien.ïk weet 't hcusch niet..." Zon der verder op Elsa le lellen, zoekt en schar relt de jonge geleerde tusschen zijn papieren op de schrijftafel. Opeens, omkijkend en zich bezinnend: „O, wou je al naar bed? Goed, nacht, mijn lieve kind.'' Elsa is naderbij gekomen. Ilij kusl haar even, en hervai zijn zoeken. De andere gaat stil heen. door de communi catie-deur naar de slaapkamer daarnaast, "t Is pas tien uur en gewoonlijk gaat zij eerst veel Tater ter ruste, maar de ziclsberoe- ring, waarin zij verkeert doet haar naar het bed verlangen, als de eenige plaats waar zij onopgemerkt alleen kan zijn met haar smart. Haar gevoelig zieltje is diep geschokt: dc strijd daarbinnen moet uitgestreden worden in stille afzondering. Een half uur. drie kwartier, een uur lang ligt ze te béd, onrustig woelend, met een gloeiend hoofd. Dan grijpt een onweerstaan baar verlangen haar aan, om Theo le zien, om le weten, hoe hij zit, in welke houding, welke uitdrukking zijn gezicht vertoont, of hij be droefd is of... O. hij zal wel bedroefd zijn... misschien wel schreien? Onhoorbaar sluipt dc jonge vrouw in nachtgewaad naar de deur, die toegang geeft tot het studeervertrek. Daar legt ze het eene oog tegen 't sleutelgat. Dc sleutel is eraf die deur wordt nooit geslo ten ze kan dus uit de donkere kamer, waar in zij zich bevindt, duidelijk* in de andere kijken. Ze ziet Theo zitten, over de schrijftafel ge bogen met een opengeslagen vel papier voor zich. De pen, waarmee hij blijkbaar eenige regels neergeschreven heeft, ligt nu werke loos in zijn rechterhand, tusschen duim cn middelvingèr rustende en met dc punt naai de ruimte wijzend, alsof de gedachten, die anders in letters gegoten haar ontvloeien, zich thans daar in de lucht verliezen. Het hoofd van den jongen man rust op den linkerarm Zpoals Elsa thans staat, kan zij zijn profiel scherp zien uitkomen tegen den donkeren achtergrond van boeken in de wandkast. Het eenige licht, dat rn 't vertrek brandt, is dc studeerlamp, die, boven den lessenaar slaan de, een hellen lichtkring werpt op de zitten de gestalte. Thco's gezicht is slrak en zijn blik schijnt aan zijn werk genageld. De wenk brauwen zijn gefronst en de mond is toegekne pen met een trek van bitterheid. Ze ziet en merkt elke bijzonderheid van zijn trekken, en haar gemoed wordt met deenjis vervuld. Zc zou hem zoo lang willen blijven begluren, maar zc vreest dat ze zich verraden zal O. zc zou 't immers niet meer uithouden, ze zou hem immers eindelijk toeroepen, hem bidden al die bittere gedachten uit te spre ken neen, hem dwingen dat te doen, door hem dc bekentenis tc onlwringn met hare kussen. Maar dat kan niet. Nu niet, in geen geval... Ze sluipt terug naar haar bed cn blijft roerloos liggen, het gelaat naar den muur ge keerd. Daar hoort ze dc oude mevrouw bij Theo binnenkomen. Een paar woorden kan ze op vangen van 't geen ze samen spreken, ze hoort den gedemptcn tqon van Theo en de korte afgebeten wijze van spreken van zijn moeder, waar toch bezorgdheid doorheen klinkt, eindelijk bij de deur, duidelijk ver neembaar: „Nacht, mama, Elsa slaapt rustig: ze schijnt wat moe; sloor haar maar niet!" Was 't dezelfde lieve toon van vröcgcr? Had hij haar nog altijd lief, nog even lief nl& vroeger? En dc twijfel maakt haar rampzalig. XI. II c l w e r k w oord „a m a r e". De ronde spiegel met de Vcneliaansche lijst in Stephanie's boudoir weerkaatste dien mor gen voor de zoovcelste maal het matgele ge laat, dat el' zoo vaak zijn trekken in gelezen had. Hij vertelde niets nieuws, die oprechte raadgever Goddank; want nieuws op haar leeftijd zou wellicht minder welkom wezen, 't Was ook niet daarvoor dat de sierlijke ge stalte in lichtgeel morgengewaad telkens en telkens van zijn diensten gebruik maakte. O, ze wist immers, dat zc mooi was cn dat poeder en penseel en krultang ip haar han den het wonder verricht hadden eencr ver* jongingskuur. als hadde „le glas de la tren- tainc" voor haar nog niet geslagen. Neen, zc vermeide zich in dc beschouwing van haar beeltenis om telkens opnieuw nan de uitwer king tc denken, die haar verschijning op hein maken z,ou. Wat zou hij weer naief bewonde rend haar aanstaren en weer aardig links en onbeholpen doen, die onnoozelc jongen! Stephanie tuurt liét venster uit, hel ccnig© in 't vertrekje. Aan den overkant is een tuin-1 hek en daarachter verrijst een groepje hoo rnen. Geen last van nieuwsgierige overburen dus. Toch is 't roode lancaster-gordijn vrij laag neergelaten. Door dc in plooien neerhan gende vitrage van fijne roomkleurige stof dringt een zacht roodachtig licht in 't kamer tje, alles omwazend met een warme tint: do roosjes op 't parelgrijze behang, dc ongeverf de notenhouten, tafel mei het lichlgcbloem- de kleedje daarover, dc drie sloeltjcs cn do kleine sofa daarmee in overeenstemming, do sierlijke schrijftafel rechts in een hoek bij t raam schier wegschuilend, de geelkoperen hanglamp boven de tafel met de lichtgroene, luchtige kap van vederachtig vloeipapier, do lachende bronzen borstbeeldjes van onden* gende vrouwtjes aan weerskanten van hel bonte plokje Louis XV met de kleurige coupes, het mollige Brussclsch tapijt met het klciuo bloemrijke patroon en eindelijk dc enkel® wandversieringen, de walervcrfteckeningen van eigen hand weer bloemen cn' nog eens bloemen hel miniatuur boekenrekje met niels dan prachtbandjes boven de schrijftafel in den eenen hoek. ("Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1917 | | pagina 1