toewijding. IS'"' Jaargang DE E EM LAN DER". Dinsdag 14 Augustus 1917 ^BUITENLAND. N° 38. marie van versendaal. De oude zonde. FEUILLETON. AMERSFOORTS Hoofdredactie i Mr. d. J. van schaardenburg. Uilgevers: VALKHOFF Co. ABONNEMENTSPRIJS: P.r 8 maanden tooi Amerafoortf t.50. Idem franoo per post P.r week (met gratie verzekering tegen ongelukken) - O.I4. AftonderUiko nummera0.05. WekeHjkaoh bijTOegsel ,Dt Eollaniich* Huisvrou*'' (onder redaotie ran Thérèaa Horen) per 8 mnd. 50 ets. Wekeliiksoh bijvoegsel WtrildrmU*" per 8 mnd. 52 CtS. Bureau: Arnhemsche Poortwal, hoek Utrechtschestr. Intercomm. Telefoonnummer 66. PRIJS DER A D VERT EN TI EN Van 1—5 rogols.. f O.SO. Elko rogol moer0.15. Dienstaanbiedingen 1—5 roguls- 0.50. Groot» letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedryl bostaan zoor voordoolige bepalingen tot het herhaald advortooren in dit Blad, b(j abonuomcnit. Eeoo ciroulairo, bovattondo do voorwaardon. wordt op aanvraag toogezondon. De nood der tijden he.eft het saamhoorig- Keidsgevoel en den gemeenschapszin der |>evolking zeer aangewakkerd. Dagelijks ziet men nieuwe staaltjes van toenadering tus- •chen de verschillende richtingen waarin ons volk verdeeld is, en van samenwerking, welke rijker vruchten afwerpt dan men vroe ger, toen men bij voorkeur opzocht wat ver deelde en najoeg wat anderer belangen schaden kon, voor mogelijk gehouden zou hebben. De gedachten zijn van het kleine en van het eigen belang afgeleid en op het groote, op het gemeenschapsbelang gericht. Men hoort niet meer het bittere smalen op het ophitsen tegen en het verdacht maken van anderen, waardoor men voorheen vaak meende z'n eigen zaak het best te dienen. Voor de vrijzinnigen, die als vormende geen afgesloten geheel, nooit groepsbelan gen te verdedigen hadden en steeds naar hun beste kunnen slechts de gemeenschap dienden, is het gemakkelijker en aangena mer geweest zich in deze nieuwe verhou dingen te bewegen dan voor de socialisten en clericalen, die boven alles het voordeel van eigen groep- of klassebelangen be oogden. In de kleinere organen dezer partijen be luistert men clan ook nog wel eens 'n ge luid, dat in onze dagen valsch klinkt en aan het tijdperk van vóór den oorlog herin nert. Maar de groote, leidende pers geeft over het algemeen het goede voorbeeld. Leg het Volk van 1917 naast het Volk van het vorige tijdperk en ge zult vragenis dat het zelfde blad 't Is waar, er is in de sociaal democratie veel veranderd. maar de waar dige toon en het vernietigend oordeel over de strijdwijze der S. P. P., die ten slotte geen ander standpunt inneemt dan het hare van vroeger, zijn toch voornamelijk te verklaren door het groeiend besef van eigen verant woordelijkheid, welke geen afbreken meer toelaat, doch ook mede-opbouwen eischt. Ook van de rechtsohe pers kan hetzelfde gezegd wordendaar vindt men niet meer dat aangrijpen van allerlei futiliteiten om de tegenstanders neer te halen en in het oog van eenzijdig voorgelichte lezers af te schil deren als boosaardige wezens, die slechts één doel najagen, het uitroeien van den godsdienst. Het viel niet langer te verzwij gen dat zij wel heel wat anders in hun mars hebben. Ook daar dus meer waardeering, meer verdraagzaamheid. Maar daarom is het des te meer te be treuren dat zoo nu en dan een der hoofd bladen weer in de oude zonde vervalt. Nu weer de Tijd. En de echo klinkt door de geheele rechtsche pers. Dit r.-k. blad is 'n hevig tegenstander van de moderne lijk verbranding. Dat is zijn rechtdoch het be paalt zich niet tot bestrijding van deze lijk- bestelling der toekomst, maar wil zelfs den voorstanders daarvan de gelegenheid daar toe .benemen. Het oude standpunt dus nog: wij eischen vrijheid voor ons zelf, maar ont zeggen haar aan 'n ander. Thans heeft dit blad zoowaar in defv ko- lennood 'n argument gezooht voor z'n on verdraagzaam standpunt. In 'n weinig kiesch gesteld artikeltje, deelt het mee dat voor het verbranden (cremeeren is eigenlijk de juiste benaming) van één juffrouw 30 H.L. kolen noodig waren, waarmee 3 gezinnen den ge- heelen winter geholpen zouden zijn (wij kun nen natuurlijk voor de waarheid niet in staan); dies wil het den minister doen inter- pelleeren of de lijkverbranding zoo maar mag doorgaan. Het roomsche blad, dat altijd zoo hooge eischen stelt als het betreft 't respecteeren van de overtuiging van zijn geloofsgenoo- ten, geeft allerminst het goede voorbeeld van eerbied voor anderman's overtuiging. Maar de Tijd is ook zeer onvoorzichtig. Wie zelf in 'n glazen huisje woont, moet niet met steenen gooien. Tezelfder tijd dat de Tijd z'n ongelukkig stukje publiceerde, maakte de minister van Landbouw bekend, dat aan iedere r.-k. kerk ter beschikking moet worden gesteld voor de immer bran dende Godslamp 5 Liter petroleum per 2 maanden. Wat zou de Tijd er van zeggen, als 'n niet-roomsch blad wij zijn overtuigd dat geen enkel serieus blad het zal doen alarm ging roepen en op interpellaties aan drong omdat aldus, gesteld dat er 2000 r.-k. kerken in ons land zijn, 5000 Liter petro leum per maand aan het verbruik onttrok ken worden; waarmee heel wat meer dan 3 gezinnen gelukkig te maken zouden zijn? Dat zou de Tijd terecht schandelijk noe men. Maar handelt het blad zelf nobeler? Wij zouden niet gaarne, wien ook, willen dwingen z'n gemoedsbezwaren of overtui ging ten offer te brengen aan den kolen- nood. Maar wij wenschen die bescherming aan ieder gelijkelijk verleend te zien. In ons land, waar de r.-kath. hun volledige godsdienstvrijheid aan de liberalen te dan ken hebben, zou men mogen verwachten, dat zij op him beurt der liberalen vrijheid niet te na zouden komen. Politiek Overzicht Het verbod om te gaan naar Stockholm. De Engelsche regeering heeft op het be sluit van het congres van de Labour Party om afgevaardigden te zenden naar de con ferentie te Stockholm, het antwoord gegeven dat men kon verwachten van eene regee ring, die prat is op hare macht: zij heeft be sloten aan de afgevaardigden de passen, die zij behoeven voor de reis naar Stockholm, te weigeren. Dit besluit is genomen na over leg met de regeeringen van Frankrijk, Italië en de Vereenigde Staten, die hetzelfde zul len doen. Het is een collectief besluit van de eene lijde der oorlogvoerende partijen; alleen Rusland ontbreekt; het is als quantité négigeable behandeld. Het is bekend, dat de sints de revolutie in Rusland bovendrij vende partij het tot stand komen van deze conferentie wenscht, omdat zij daarin een middel ziet om tot den vrede te komen. Die wensch zal nu niet worden vervuld, want als de afgevaardigde/* van de Entente-staten af wezig blijven, kan de conferentie niet aan haar doel beantwoorden. Maar de wensch om tot het einde te komen, zal zich daar door niet laten smoren; hij zal zoeken naar middelen om zich op andere wijze te doen gelden, en die kunnen de regeeringen veel rneer ongevallig zijn. Het verbod om naar Stockholm te gaan is een teeken, dat de regeering hare macht wil gebruiken om haren wil te doen zege vieren. Of het een bewijs is van innerlijke kracht, is echter eene andere vraag. Eene krachtige regeering zou geene bezwaren in den weg hebben gelegd aan het besluit van de Labour Party om zich met geestverwanten uit andere landen te onderhouden over de groote vraag: Oorlog of vrede? Wanneer de regeering piets wil weten van de Stockholm- Sche conferentie, zelfs niet in den vorm dat er alleen besprekingen gehouden en geene besluiten genomen mogen worden, dan legt zij. daarmee hare vrees aan den dag voor de uitwerking, die inlichtingen welke niet uit haren koker komen, op de groote menigte kunnen hebben. Maar vrees is altijd eene slechte raadgeefster en ditmaal in bijzon dere mate, omdat dit verbod de Engelsche arbeiders treft in het gevoel, dat hun is aan geboren: hun vrijheidszin. De regeering vreest, dot wanneer de af gevaardigden der Labour Party met anderen uit de onzijdige en de vijandelijke landen vrij van gedachten kunnen wisselen, dit een slechten invloed op hen zal hebben. De geest der kritiek zal over hen vaardig wor den en zij zullen komen tot afkeuring van het beleid der regeering. Och de geest der kritiek doet zich reeds lang gelden en onte vredenheid met het regeeringsbeleid bestaat nu reeds. Een van de meest gezaghebben- c!en onder de Engelsche tijdschriften schreef onlangs: „Toen de oorlog uitbrak, geloofde niemand buiten de centrale mogendheden, dat als hij drie jaren had geduurd, de cen trale mogendheden nog genoeg manschap pen en geld zouden hebben om den oorlog voort te zetten. Hoe beter ingelicht men werd, des te meer werd men daarvan zeker. De ondervinding heeft aangetoond, dat zij alien ongelijk hadden en dat Duitschland en Oostenrijk-Hongarije heden altijd nog in staét zijn te strijden; ja meer nog, dat zij in staat zijn met succes offensief tegen hunne tegenstanders op te treden. Wij moeten dus openlijk erkennen, dat werkelijk Duitschland en Oostenrijk-Hongarije eene strijdkracht aan den dag leggen, die de best ingelichten als geheel onmogelijk beschouwden. Deze les moest ons allen bescheidener maken. Wij zijn behandeld als kinderen, die slechte berichten niet mogen hooren, maar die zoet gehouden moeten worden door hen voort durend te misleiden." De schrijver laat hier op eene herinnering volgen aan sommigen der meest markante feiten in dezen oorlog. waarin de Engelsche regeering en legerbe velhebbers een alles behalve schitterde rol hebben vervuld: de expeditie naar Mesopo- tainië, het fiasco aan de Dardanellen, den strijd tegen de u-booten, de luchtraids tegen Engeland, waaruit hij deze conclusie trekt: „Waarheen wij kijken, wij vinden niets dan onbekwaamheid." Zoo schrijft een burgerlijk orgaan. Een kijkje op de stemming in de Britsche arbei derskringen geeft een schrijven van den be kenden socialistischen leider Ramsay Moc- donald in de Leicester Pioneer, waarin men leest: „Ik heb zoo juist met een inwoner van Glasgow gesproken. Hij schilderde mij de tooneelen, die zich olspeelden in de straten van die stad, toen de minister-president Lloyd George naar het stadhuis reed om het eere-burgerrecht te ontvangen. Natuur lijk heeft de pers daarover niets bericht. Men vraagt zich in Glasgow af hoe veel uit openbare middelen werd uitgegeven om de straatbetooging te regelen. De munitiearbeid sters kregen nieuwe kleeren en vlaggen en extra-loon voor hare paradediensten. Hoe veel kreeg de met opgestoken bajonet ver schijnende lijfwacht, die was opgeroepen om de auto van Lloyd George tegen de ver ontwaardigde menigte te beschermen? Zoo dra een dozijn beruchte personen eene so cialistische vredesvergadering van 5000 menschen storen, schrijven onze dagbladen, dat er zeer ernstige betoogingen tegen ons hebben plaats gehad.' Wanneer echter een eerste minister eene bewapende lijfwacht moet hebben om hem tegen eene enorme massa ernstige, intelligente maar veront waardigde burgers te beschermen, of als men onjuiste uren van aankomst en vertrek pu bliceert, om het publiek over het tijdstip van de komst te misleiden, of als men Lloyd George door de straten moet smokkelen om zijn vertrek geheim te houden, ja als zulke dingen gebeuren, dan vinden zij een zwakken weerklank in onze pers en de kran tenlezer meent den volgenden morgen, dat hij over het verblijf van Lloyd George in Glasgow en het eerbetoon, dat hij er heeft gevonden, alles weet." Zulke stemmingsberichten verspreiden over het doen en laten van de leden der Engelsche regeering een eigenaardig licht. Zij kunnen ons ook dienen als maatstaf ter beoordeeling van het besluit om geene reis- passen af te geven voor hen, die de confe rentie te Stockholm willen bijwonen. Dat besluit toont de macht, die de Engelsche en de met haar verbonden regeeringen bezitten, maar het is geen bewijs van krocht en van vertrouwen in de zaak, waarvoor zij strijden. De oorlog, In het westen was de strijdactie van zeer geringe beteekenis. Uit het oosten bericht het Dwitsche hoofd kwartier nieuwe successen in Rumenië, zon der ze nader te preciseeren. De strijd in de lucht was weer van veel omvang. B v r 1 ij n. 1 3 A u g. (VV. li.) Officiéél bericht. Een van onze Uboolen heeft in de golf van Biscayc, cn den Atlnnlischcn Oceaan weder om 29.000 ton vrachlruimtc in den grond ge- noord. Washington, 12 Augustus. (R.) De Scheepvaart-commissie en sir Thomas Royden, de vertegenwoordiger der Engel sche scheepvaart, beraadslaagden heden over het vraagstuk van eene centrale con- tróle over de tonnage der geheele wereld, en eene aonzienlijke vermindering der transatlantische vrachtprijzen. Men bericht, dat de commissie ernstig een voorstel in overweging neemt, dat dc Amerikaansche regeering zal deelnemen aan een intergenllieerdc charter-conferentie en zal toetreden tot een gemeenschappe lijke overeenkomst der geallieerden over «het bunkeren. Dit plan zal waarschijnlijk worden aan genomen, wanneer hei niét in strijd is met de regeling der eigen scheepvaart door de Amerikaansche regccring. De Engelsche regeering heelt in het lager huis medegedeeld, dat zij geene vergunning zal verleencn tot bijwoning van de confe rentie te Stockholm. Een gelijk besluit is genomen door de regeeringen van de Ver eenigde Slaten, Frankrijk en Italië. Londen. 13 Aug. (IV) Dc Daily News schrijft: Wanneer de conferentie van de Labour Party, van'21 Augustus Henderson stemt, zullen de andere Labour-ministers ont slag moeten nemen. Men bcrichl, dat dc pre mier in die omstandigheden in eene alge- meenc verkiezing een beroep zou doen op het land. Londen, 13 Aug. (R.) Officieel wordt medegedeeld, dat Barnes Hendersdn opvolgt als vertegenwoordiger van dc Labour-party in het oorlogskabinet. Niet-officieel verluidt, dat deze benoeming door de andere minislers, leden van de Labour Party, die van de regeering deel uit maken, wordt goedgekeurd. N e w-Y o r k 13 A u g. (R.) Gompers, de voorzitter van het Amerikaansche Arbeids- verbond, heeft aan Havelock Wilson, den voorzitter van den Engelschen Bond van Matrozen en Stokers geseind, dat het Ver bond zich niet zal lalen vertegenwoordigen op de conferentie te Stockholm, welke als nadeelig wordt beschouwd voor een duur- zamen vrede en de democratie Gompers voegt er aan toe, dat hij de uit- noodiging van Havelock Wilson om naar Engeland te komen, niet kon aannemen, aangezien drukke werkzaamheden hem ver hinderen momenteel Amerika te verlaten, B e r 1 ij n, 13 Aug. (K. N.) Uit Stock holm wordt aan het Berl. Tageblatt geseind, dat de Zweedsche pers zich druk bezighoudl met de voorgestelde conferentie van minis ters der Europeesche neutrale staten te Stockholm, waarvan het totstandkomen, ondanks het ernstige verlangen, voorloopig nog altijd onzeker is omdat, naar de Noor- weegsche Sjoefarts Tidende meldt, Spanje reeds op het cönferentievoorstel van Zwe- Men denkt er nooit aan dat men jong is, men herinnert zich slechts dal men het was. Roman van K a r a ra a t i. t Is een smaakvol hokje; volkomen in har- monio mct dc smaakvolle verschijninK der d0orl>ren^' C,tt"liik<: Uren van den da« k-ikt »ZC Uit hot raam 'n spionnetje, «al haai m staat stelt een heel eind de straat te overzien. Haastig treedt 7.c terug, werpt nou. eens een blik in den spiegel, keert zich dan,-met een uitdrukking van rustige voldoe ning op t gelaat, naar hel schrijftafeltje, S -c'r een kle.in< ^art gebonden boekje n' eu zet Zlch daarop in een houding *an diepe aandacht 0p de. sofa bij 't raam «eer. Als eenige oogenblikken later een ge kraak van voetstappen op de trap hoorbaar en daarna haastige schreden in de °Ven weer^nken> schijnt de lezeres op e sofa nog meer in haar lectuur verzonken e zijn. Op hel bescheiden getik aan de deur, «at onmiddellijk volgt, antwoordt ze dan ook niet terstond, en als 't zich herhaalt, roept ze ©p verrasten toon: s «BinnenT' Pt binnentredende is Theo van Klarenheek. Hij ziet er bijzonder knap en net gekleed uit. met zijn keurig onderhouden blonden baard a la Henri IV, zijn zwarte pandjas, lichten pantalon, hoogen boord en zwartzijden das. Bovendien is 't hem aan te zien, dat hij in de beste stemming is en „le bonheur embel- lit." 't Anders reeds zoo knappe uiterlijk van den jongen man komt nu bijzonder gunstig uit. „U laat me tweemaal kloppen, mevrouw 1" zegt Theo op de zittende toetredend, met een glimlach en een buiging. Stephanie richt zich op en biedt hem haar fijn fluweelig handje. Dan, met neergeslagen blik en dood onschuldig: „O, waarlijk? Ik wist heusch niet dat liet al elf uur was en... ik was bezig met die akelige Prigioni U neemt me niet kwalijk?" „Och, natuurlijk niet Maar hoe gaat 't ondertusschen? Die „akelige" lectuur zal u toch geen hoofdpijn bezorgd hebben?'' Stephanie lacht en vertoont even haar ver rukkelijk mooie tandjes. „U ziet er waarlijk niet naar uit," gaat Theo voort, terwijl zijn blik met innig welge vallen dc gestalte voor hem gadeslaat. „Toch scheelt het niet veel. 't Is zoo moei lijk... „Maar ga u toch' zitten, mijnheer Van Kla renheek. Hier", en ze geeft hem een stoeltje rechts van de sofa, waar ze zelve zit. „Ja, ja, lach nu niet, 't is werkelijk een heel ding op mijn leeftijd..." „Op uw leeftijd, mevrouw? Schoonheid heeft geen leeftijd. Vindt u dat boek te moeie- lijk? Zal ik een ander meebrengen?" „O nee, laat dat maar zoo blijven. Ik heb er wat voor over om Italiaansch te leeren, en dan... van een man als u, zoo... geleerd en zoo beschaafd.- Dit laatste met een opslag van haar lange donkere wimpers, en een uitdruk king in haar ooffen, die een heel ander compliment bevatten dan het uitgesprokenc. Wat was hij nog echt jong en kinderlijk een voudig I „Maar vertel me nu eens", hervat Theo, „wat heeft u voor moeilijkheden gehad? Laat u me 's zien..." Als Stephanie hem hel boekje overreikt, raken haar vingers zijn hand De enkele aan raking doortintelt hem met een wonderlijk welbehagen: wal mag hij die vrouw toch gaarne!... Zijn geweten fluistert iels... Jawel, zeker, hij heeft haar lief als een vriend, als een broeder, hij bewondert liaar: 't is zoo'n' innemende, beschaafde vrouw f... Theo slaat den blik op de opengeslagen bladzijden. „Hier? Was 't dit?" De andere buigt zich lot hem over. Dc los hangende lokjes aan haar voorhoofd gaan slreelcnd langs zijne wang, dc groote pofmouw van haar kleed ruischt legen zijn linker schouder, de flauwzoete ^eur... 't Schemert Theo een «ogenblik voor de oogen, voordat hij kan zien wat de naast hem zittende hem in 'l boekje aanwijst „Hier,-ziet u? Dit..." Ze ziel hem aan met een grooien blik vol kinderlijk onnoozele weetgierigheid, de Iijnc lipjes even vaneen in vragende afwachting. Theo, die zich een oogenblik ongerust maakte, dat ze iels van zijr, ontroering bemerkt had ze mocht er eens een verkeerde uitlegging aan geven, en wat zou haar dat kwetsend voelt zich weer gerustgesteld. Met neergeslagen oogen, als ge heel aandacht voor den tekst, dien hij gaat uitleggen, zegt hij: „O, dit? Nu. dal 's toch nogal eenvoudig. Zoo ongeveer: „Ja, d^t kan! dal is 's menschen plicht! De rede, die dc stem Gods is, de rede zegt ons, dat wij alles aan de deugd moeten opofferen. En zou het offer, dat wij aan dc deugd ver schuldigd zijn, volbracht wezen, indien wij in de smartelijkste omstandigheden opkwamen tegen den wil van Hem, die 't beginsel is van iedere deugd?"1) „O, mijnheer Van Klarenheek, wat vertaalt u dat mooi! Nu begrijp ik 't,%nu begrijp ik 't uitstekend. En 't is zoo waar, zoo juist gezegd, vindt u niet?" „Zeker, mevrouw," antwoordt Theo afge trokken. Wat een oprechte bewondering leest hij op Stephanie's gelaat, als ze zich opricht en ecnigszins achterover leunt op de sofa, als om den zin der gelezen woorden nog eens in den geest na ie gaan. Bewondering was er inder daad, maar ze gold den persoon van den lezer zijn welluidende stem, den bezielden loon waarop hij sprak, en er was iets anders dan bewondering voor de uitdrukking van echlc naïveteit, waarmee deze jeugdige wijs geer wereldwijsheid uit de tweede hand declameerde terwij! hij zichzelvc zoo deerlijk misleidde. De trekken der schoone leerlinge van Theo van Klarenheek vcrloonen allengs iets droe vigs en peinzénds. Terwijl ze steeds den jon gen geleerde blijft aanzien, zegt ze weemoedig en als bij zichzelve: „Dat we alles aan de deugd moeten opoffe ren... in de smartelijkste omstandigheden..." Theo denkt aan mevrouw Stoppel's deugd, aan haar leven voor den dood van den ouden Stoppel die was nu een jaar geleden be zweken, kort na Theo's huwelijk zeker een l) „Le Mie Rrigioni'^ van Silvio Pejjico, hoofdstuk XV# leven van opoffering voor haar, dan dat over*» lijden, en haar eenzaam achterblijven... Neen, 't onderwerp is te kiesch: hij kon geen uiting geven aan 't gevoel van innige deernis, dat zich van hem meester maakt Hij zwijgt dus, geheel aandacht voor wat ze zeggen gaal. „Och," vervolgt Stephanie, nu mismoedig voor zich kijkende, „al men gelukkig is, zoo als... u, kan men zich zv> moeilijk daarin denken..." „O, mevrouw, ik begrijp t volkomen." Do toespeling op zijn huiselijke verhoudingen hindert Theo een oogenblik enorm, waarom is hem niet duidelijk. Maar hij vergeet weer onmiddellijk alles om zich heen, behalve did droeve vrouwengestalte daar voor hem, met de lange zijden wimperr. en de matbleeke! wangen en hij voelt een machtigen drang on»i haar vertrouwen ten volle te winnen cn haar als een waar vriend hartelijke troostwoor den toe le spreken. „Och," gaat de andere voort, „ik moest er eigenlijk niet over praten, maar. ik heb zoo lang gezwegen, zoo lang..." Hier hapert haar stem. Ze brengt dc rechterhand, die op haar. schoot rustic, voor de oogen en snikt even. Dan, zich plotseling herstellend, roept ze licl hoofd opgericht en met een bitteren glimlach, die haar prachtig staat: „Wat ben ik dwaas! U zal me wel zot vin den, mijnheer Van Klarenbcek... dat ik u over zulke dingen spreek...?" Theo voelt zijn hart overvloeien van do innigste deelneming. (Wordt vervolgd.5

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1917 | | pagina 1