"binnenland."
KOLONIËN.
«den zoo goed als een weigerend antwoord
gegeven heelt. Spanje zou alleen bereid
zijn aan een conferentie deel te nemen, die
te Madrid wordt gehouden. Aan een mede
werker van Dagens Nyheter werd door het
Zweedsche ministerie van buitenlandsche
zaken verklaard, dat geenerlei mededeeling
over deze zaak kon worden gedaan. Wel
werd echter er op gewezen, dat mededee
lingen met betrekking tot een samenwer
king met andere" neutrale staten vervat zijn
in het communiqué der beide laatste con
ferenties van ministers van de Noordelijke
staten, te Christiania en Stockholm gehou
den.
Petersburg, 13 Aug. (Havas.) De
commandant van het Zuidwestelijke front,
generaal Valoejew, is benoemd tot com
mandant van het westelijk front. Generaal
Dinikin is benoemd tot commandant van
het zuidwestelijk front.
In Rusland hebben de ministers van bin-
nenlandsche zaken en van oorlog het recht
gekregen, zoolang de oorlog duurt, alle ver
gaderingen en congressen te verbieden, die
gevaar kunnen opleveren uit militair oogpunt
of voor de veiligheid van den staat.
Berlijn, 12 Aug. (W. B.) Volgens
de mededeelingen van het Duitsche land-
'bouwgenootschap zijn de berichten over
den oogst voortdurend gunstig, vooral uit
West- en Zuid-Duitschland. De kwaliteit van
het koren "wordt over 't algemeen ook in
het noorden van het rijk als zeer goed aan
geduid. De oogstarbeid strekt zich in som
mige deelen van het land, behalve tot rogge
en gerst, ook reeds tot taiwe en haver uit.
In de streken, waar de oogst vroeg wordt
binnengehaald, zijn reeds zulke groote hoe
veelheden aangevoerd om te dorschen, dat
uit de kringen van de producenten en de
verbruikers reeds het voorstel is gedaan om
een langzamer tempo in te slaan. Hoe ver
der de oogst vordert, des te meer vertoont
zich eene neiging tot verbetering. Voor
treffelijk luiden de mededeelingen over de
aardappelvelden. De kwaliteit van de vroe
ge aardappelen is dit jaar onvergelijkelijk
veel beter dan in het vorige jaar. Rapen
staan goedde kans van een overvloedigen
oogst is bij sterken neerslag en in verband
met de warmte, die nog zal volgen, zeer
gunstig. De meeste Beiersche landbezitters
melden een verblijdend rijken graanoogst.
Ook de oogst van peren schijnt dit jaar
voortreffelijk te zijn en de tomatenoogst
schijnt zeer goed te zullen worden. De
gansche verzorging van de gTOOte steden
Is in de laatste weken zoodanig toegeno
men, dat enkele artikelen, zooals augurken
en komkommers, tengevolge van het over-
groote aanbod, in groote hoeveelheden on
verkoopbaar blijven.
Wanneer men bij al deze gunstige aan
wijzingen het feit voegt, dat ook in de be
lette streken van Rumenië een ten deele
uitmuntende oogst op binnenhalen wacht,
zoodat er dan een aanzienlijk uitvoerover-
schot naar Midden-Europa kan worden ver
voerd, dan begrijpt men, dat Duitsohland
zijne verzorging in het aanstaande econo
mische jaar met het grootste vertrouwen
tegemoet ziet.
Ook de nieuwe onderstaatssecretaris in
het oorlogsvoedings-departement, de soci
aal-democraat Muller, heeft zich met ver
trouwen over den nieuwen oogst uitge
laten. Hij drukte de hoop uit, dat de met
recht in zoo slecht aandenken staande
koolraaptijd van den vorigen winter ons
dezen winter zal worden bespaard.
BerIij n, 13 Aug. (W. B.) Het oor-
logsvoedingsdepartement deelt mede, dat
het in de pers verspreide bericht, dat in Sep
tember en October in het geheele rijk twee
vleeschlooze weken zullen worden inge
voerd, van alle grond ontbloot is.
OosMndlê.
öebrek aan sclieepsrnfmte.
Men seint aan de N. R. Ct. uit Batavia:
In handelskringen heerscht groote veront
waardiging, dat Nederland in weerwil van de
dringende behoefte van Indië aan scheeps-
ruimte de Ophir en de Djember uit de Indi
sche scheepvaart heeft opgeëischt. Men is
zeer pessimistisch over de toekomst, vooral
van de inboorlingen, wier bestaan bedreigd
wordt, wanneer de uitvoer bijna stop gezet
blijft. Ook herinnert men aan de Indische
petitie, uit Buitenzorg naar Den Haag ge
seind, waarin er op werd aangedrongen geen
scheepsruimte aan Indië te onttrekken, ter
wijl stoomschepen op Indië in Nederland op
gelegd zijn.
De gewone audiënties van de Minis-
Sers van Koloniën en Marine zullen Vrijdag
ls. niet plaats hebben.
De Minister van Landbouw, Nijverheid en
Handel heeft aan den heer J. A. Laan, lid van
üe Eerste Kamer der Staten-Genetaal te Wor-
mervcer, op zijn verzoek, eervol ontslag ver
leend als lid der Rijkscommissie van Toezicht
op de „Suikervereeniging".
Tweede Kamerverkiezing.
De Centrale A.-R. Kiesvereeniging te Enk
huizen heeft candidaat gesteld voor de
ffweede Kamer met 32 stemmen, den heer
Colijn, burgemeester van Nieuwer-Amstel,
broer van den oud-minister. Smeenk, redac
teur van „Patromonium", wiens verkiezing
Hoor arbeiderselementen gewenscht werd,
verkreeg 22 .stemmen.
Benoemd tot tijdelijk adjunct-accountant
bij den dienst der <firecte belastingen te Am-
«terdam, J. J. van der Pol, commies aan de
Rüksverzekaringabank te Amsterdam.
Het Spaansche genootschap voor na
tuur- en scheikunde heeft prof. Kamerlingh
Onnes tot eerelid benoemd. N. R. Ct.
Journalistiek. Met ingang van
1 September a.s. is tot redacteur aan het
Nieuws v. d. Dag benoemd de heer A. M.
Buis, redacteur aan de Schiedamsche Cou
rant.
Nederland en de oorlog.
Het opbrengen va» «Ic VI. 50.
(Officieel.) Het departement van Marine
deelt medé: Met betrekking tot de neutra-
liteitsschending door Duitsche watervlieg
tuigen en een Duitsche torpedoboot op 7
Augustus j.l. in den mond van de Wester-
Schelde, wordt het volgende medegedeeld:
De eerste aanhouding van het zeilvaar-
tuig VI. 59 door het Duitsche watervliegtuig
938 moet plaats hebben gehad ongeveer
op of nabij de tonnenlijn, die in den mond
van de Wester Schelde de grens aangeeft
van het gebied, waarbinnen de Nederland-
sche regeering de onzijdigheid handhaaft.
Door den inkomenden vloed was, in ver
band met den zwakken wind, de VI. 59 naar
binnen gezet, zoodat, toen het Nederland-
sche onderzoekingsvaartuig „Donau" in de
nabijheid kwam, het scheepje zich, blijkens
het gehouden onderzoek, binnen de tonnen
lijn, dus in het evengenoemde gebied be
vond.
Eveneens was dit het geval met de Duit
sche torpedoboot, die even later uit N.N.O.
richting aankyvam en het verongelukte
Duitsche watervliegtuig aan boord heeft ge
nomen.
De VI. 59 is met zijn bemanning naar
Vlissingen teruggekeerd.
De vaargeul.
De gasboei no. 2 is thans ook in de
vatrgeul op de aangekondigde plaats ge
legd, zoodat nu nog slechts één gasboei ge
legd moet worden.
Een trawler zoek.
Ook de stoomtrawler „Bertha Elisabeth
M. II", schipper D. Groen, wordt als ver
loren beschouwd. Sinds het vertrek op 1
Augustus heeft men niets meer van schip
of bemanning gehoord.
Verloren geraakte mails.
Volgens een mededeeling in Lloyd's List
zijn brieven en postpaketten van Nigeria,
•de goudkust-kolonie en Gambia, bevattende
de correspondentie van de tweede en derde
week van Juni en waarschijnlijk ook brieven
van andere plaatsen aan de Westkust van
Afrika, verloren geraakt.
Vliegmachines boven
Zeeuwse h-V laanderen.
Zondagmiddag te 4 uur zag men te Oost-
burg een eskader vliegtuigen passeeren, ko
mende uit het zuiden en gaande naar het
westen. Dit eskader keerde des avonds te
gen 8 uur weder terug uit het westen. Bij
het heengaan werd een der vliegtuigen, een
DuitSch, hevig door onze militairen bescho
ten. Des morgens werden "2 vliegtuigen bij
Aardenburg beschoten.
Vliegmachines.
Gisteravond omstreeks half acht passeer
den -over zee langs Scheveningen van het
Noordoosten naar het Zuidoosten drie vlieg
machines van onbekende nationaliteit.
De bij Schoondijke gedaalde vliegmachine
is van Duitsche nationaliteit. De beide in
zittenden, een officier en een onderofficier,
waren ongedeerd en werden geïnterneerd.
Het vliegtuig sloeg over den kop en werd
beschadigd. Het draagt het nummer 21 en
was bewapend met een mitrailleur.
Eenige groote vliegtuigen kruisten
Maandagavond langs de kust bij Katwijk
aan Zee, komende uit Noordelijke, en koer
sende in Z.-W. richting.
De vlieger boven Eindhoven.
Van deskundige zijde schrijft men aan de
„N. Ct.":
„De vraag in uw Avondblad van 10 dezer
gesteld, of de Duitsche vlieger wel ver
dwaald was, of met opzet boven Neder-
landsch gebied vloog, kan door iemand, die
de zaak uit eigen ervaring kan beoordeelen,
maar op één wijze worden beantwoord, dat
antwoord luidt, dat hier geen opzet in het
spel was.
Het feit, dat de Duitsche vlieger eerst om
het station heen vloog, bewijst, dat hij daar
den naam wilde lezen van de plaats, waar
hij zich bevond. Dat hij daarin niet slaagde,
wordt bewezen door de omstandigheid, dat
hij nog eens terugkwam, om rich van de
juistheid zijner waarnemingen te overtui
gen, en dat deed hij op de voor hem zeker
ste wijze, n.l. door op zeer geringe hoogte
weer over dezelfde plaats te vliegen.
Nu heeft hij den naam waarschijnlijk eerst
goed gelezen, want daarna is hij terstond
naar een vrij aanmerkelijke hoogte opgeste
gen, om weg te vliegen in de richting, die
den koristen weg naar de grens opleverde.
Uit een beschieting met geweerkogels
heeft de vlieger slechts dan kunnen conclu-
deeren, dat hij boven Nederlandsch gebied
was, als zijn toestel getroffen is. Het schie
ten zelf is daarvoor niet voldoende, dat
hoort de vlieger niet door het rumoer, dat
de motor maakt.
Is hij opzettelijk boven ons land geweest,
dan verdient dat natuurlijk een scherpe af
keuring, maar het is zeer wel mogelijk, dat
het niet in rijn bedoeling heeft gelegen bo
ven Nederlandsch gebied te vliegen, en dat
wilde ik doen uitkomen. De manier waarop
hij zicK oriënteerde, maakt het voor mij
zelfs zeer waarschijnlijk, dat de vlieger ver
dwaald was." -
Duitsch vliegtuig gedaald.
Te Cadzqnd is Zondagavond eea Duitsche
vliegmachine aeland. x'
Dagblad geschorst.
Naar aanleiding van het besluit van den
commandant van het veldleger, om het
Eindhovensch Dagblad voor eenigen tijd te
schorsen, heeft de heer D. Hans, vice-voor-
zitter van den Nederlandschen Journalis
ten-Kring, Maandagmorgen het volgend
schrijven gericht tot den minister van
Oorlog
„Excellentie,
Ondergeteekende veroorlooft zich bij Uwe
Excellentie met kracht op te komen tegen
het besluit van den commandant van het
veldleger van 9 Augustus 1917, waarbij het
Eindhovensch Dagblad voor den tijd van
acht dagen is geschorst op grond van eeni
ge, in een artikel van 30 Juli 1917 voor
komende „namen" aan het adres van „één
der strijdende partijen" (in casu Duitsch-
land). De commandant beroept zich ter mo
tiveering op de „strikte neutraliteit", die
Nederland steeds in acht heeft genomen,
maar dat beroep gaat in dit geval niet ge
heel op.
Inderdaad, toch komen in bedoeld artikel
eenige krasse uitdrukkingen voor (namelijk
de woorden „beul" en „zeeroovers"), doch
aanleiding daartoe vond het Eindhovensch
Dagblad niet in een oorlogsdaad van
Duitschland jegens een der belligerenten,
doch in het optreden van- de zeemacht van
dat Rijk jegens het „strikt neutrale" Neder
land, in casu het in strijd met elk recht in
den grond boren van zes onzer weerlooze
visschersVaartuigen. Het gold hier dus wèl
„één der strijdende partijen", maar in dit
geval streed deze partij tegen ons, het neu
trale Nederland. Het artikel van het Eind
hovensch Dagblad was aan dien aanslag op
onze visschersvloot gewild, en daarom moe
ten de scherpe uitdrukkingen eenigszins
anders worden beoordeeld, dan wanneer de
redactie partij had gekozen tusschen de
oorlogvoerende landen.
Ondergeteekende wil hiermede niet zeg
gen dat hij in het laatste geval het besluit
gerechtvaardigd zou hebben geacht, maar
in ieder geval vindt hij het thans onge
rechtvaardigd. Bedoelde uitdrukkingen kun
nen voor den commandant van het veldleger
geen voldoende reden zijn tot het nemen
van een zoo ver strekkende beslissing. In
gevallen als dit moet het recht van onbe
perkte meeningsuiting zoo ver mogelijk ge
handhaafd blijven en vrijwel onze geheele
pers heeft ten opzichte van bedoelden aan
slag een zeer scherpen toon doen hooren.
De commandant heeft voorts opgemerkt,
dat het Eindhovensch Dagblad, reeds in
Mei j.l. gewaarschuwd was. Die waarschu
wing echter was niet gegeven op grond van
een redactioneele beschouwing, maar naar
aanleiding van het verslag van een inter
view met een DuitscK deserteur. De uit
drukkingen daarin waren niet van de re
dactie, doch van dezen Duitschen soldaat
afkomstig. Ook dit is een onderscheid, het
welk in het oog springt.
Er is in de wet van 23 Mei 1899 geen
enkel artikel, dat met zooveel omzichtig
heid moet worden toegepast als artikel 37,
waar aan den commandant, naar onderge
teekende meent, zijn bevoegdheid ontleent.
Naar het oordeel ven ondergeteekende mag
een dergelijk optreden tegen een dagblad
alleen in het alleruiterste geval geschreden.
Dit is ook de meening der Regeering. Im
mers in de Memorie van Toelichting tot het
bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal
aanhangig wetsontwerp tot wijziging van de
wet inzake den staat van oorlog en beleg,
schrijft de Regeering met betrekking tot den
inhoud van bedoeld artikel'
„Het spreekt vanzelf dat van de bij dit
artikel verleende bevoegdheid slechts in
uiterste gevallen mag worden gebruik ge
maakt."
Het wil ondergeteekende voorkomen, dat
zulk een uiterst geval hier in geenen deele
aanwezig is en dat de gewraakte uitdrukkin
gen in het Eindhovensch Dagblad (hoezeer
ondergeteekende toegeeft dat er omtrent de
wenschelijkheid, om dergelijke woorden te
gebruiken, verschil van meening kan be
staan), niet wettigen een besluit, waarbij
aan dat blad een niet onbelangrijke schade
van moreelen en materieelen aard wordt
toegebracht en de drukpersvrijheid onnoo-
dig aangerand. Hij is vast overtuigd, dat de
overgroote meerderheid der Nederlandsche
journalisten dit optreden van het militair
gezag afkeurt en terwijl hij zich met het
oog op den spoed, dien de zaak eischt, tot
deze enkele opmerkingen moet bepalen, ver
oorlooft hij zich bij Uwe Excellentie krach
tig tegen deze beslissing van den comman
dant van het veldleger te protesteeren.
Met verschuldigde gevoelens,
D. HANS,
vice-voorzitter Nederlandschen
Journalisten-Kring.
Nadat de minister van Oorlog van dit
schrijven had kennis genomen, had in den
loop van den dag nog een onderhoud tus
schen hem en den heer Hans plaats. De
minister verklaarde, dat formeel de recht
matigheid van het militair gezag om het
betrokken besluit te nemen, niet kon wor
den betwist. Het is er toe bevoegd. Men
kan alleen van meening verschillen over de
doelmatigheid ervan. Door den heer Hans
werd er in den loop van het onderhoud de
nadruk op gelegd, dat een zaak als de2e
vóór alle journalisten van groot principieel
belang is, ook als antecedent, en dat rij
daarom, nu voor de eerste maal een zooda
nig schorsingsbesluit is genomen, alles zou
den probeeren om in het vervolg een der
gelijk ongemotiveerd optreden en misbruik
van macht te voorkomen. De minister, die
van het geval ook eerst uit de dagbladen
had kennis genomen, zegde toe aanstonds
een onderzoek te zullen instellen'.
Het Handelsblad van gisteravond vroeg
naar de reden van de schorsing ep kwam
tot de volgende conclusie*
Neen, vrees voor onze weerbaarheid was
de reden niet. Er wordt ook kalm gezegd:
de commandant van het veldleger acht het
„ontoelaatbaar" een der strijdende partijen
te betitelen als geschied is, in verband met
onze neutraliteit.
De commandant van het veldleger heeft
daarin niet alleen volkomen ongelijk, maar
geeft daarmede ons Nederlanders, allen
Nederlanders, die nog eenig gevoel van
eigenwaarde hebben, een klap in het ge
zicht. Als de Duitsche oorlogsschepen
schanddaden jegens onze schepen verrich
ten, hebben wij het recht in ons eigen land
die daden juist te qualificeeren. En ter wille
van de neutraliteit behoeft geen Neder
landsch journalist zich te laten weerhouden
eerlijk zijn meening te zeggen zij het
dan ook dat, ten einde de gemoederen niet
noodeloos op te winden (maar niet om der
wille van die neutraliteit!), gematigdheid en
soberheid van uitdrukking juist in oorlogs
tijd meer dan ooit gewenscht is.
Dit recht staat vast ook volgens alle
Duitsche rechtsgeleerden.
Wot de commandant van het veldleger
dus gedaan heeft, is een vrijwillige abdi
catie van rechten, een nuttelooze en Neder
land verlagende strijkage jegens een der
oorlogvoerenden, die juist den commandant
van het veldleger zeèr bijzonder misstaat.
Naar wij vernemen heeft het kamerlid prof-
Van Hamel zich omtrent de schorsing van
het Eindhovensch Dagblad door den com
mandant van het veldleger met eenige vra
gen tot den minister van oorlog gewend.
De zeelieden-actie.
De Algem. Nederl. Zeemansbond heeft
het volgende schrijven gericht aan de direc
tie van den Rotterdamschen Lloyd:
„Daar het ons is gebleken, dat de schepe
lingen, die voor een reis naar Java en terug
op Nederlandsche have thans in plaats van
een reis van 4 of 5 maanden, zooals voor
heen het geval was, reizen maken tot in het
oneindige, dringen wij er nogmaals bij u op
aan, het daar heen te leiden wij verzoch
ten u dit reeds in een schrijven van 3 Janu
ari 1.1. dat de bemanning, voor dien lijd
dat de reis langer duurt don 5 maanden,
daarvoor schadeloos wordt gesteld door een
toeslag van 25 over de geldende gages en
toeslagen berekend. Dit in verband met de
duurdere inkoopen die de schepelingen in
buitenlandsche havens moeten doen.
Door deze verhooging toe te staan, zal
waarschijnlijk voorkomen worden, dat de
bemanningen der schepen bezwaar zullen
maken tegen een eventueel te maken nieu
we reis, zooals dit het geval is geweest met
de bemanning van het s.s. Madioen, die te
San-Francisco nadat zij van 18 Mei 1916
af uit Nederland is vertrokken door een
bemanning Chineezen is vervangen en eerst
den 6den dezer, als passagier met het s.s.
Noordam, te Rotterdam arriveerde. Even
eens ontvingen wij bericht van leden der
bemanning van het s.s. Rindjani, die ook
een dezer dagen te San-Francisco bezwaar
maakten tegen een nieuwe te ondernemen
reis en dientengevolge daar ter plaatse
rondloopen, tot er passage naar Nederland
aan hen wordt verstrekt. Voorts wordt ons
bericht, dat men aan boord yan uw s.s.
Goentoer niet erg met den gang van zaken
ingenomen is. Ook de bemanning" van uw
s.s. Deli, die den 14en November 1915 mon
sterde en nadien nog niet in Nederland is
teruggekeerd, wenscht ingelicht te worden,
wat men met hen van zins is; zoo ook de be
manning van de Ternate, beide schepen lig
gen, zooals u bekend zal zijn, sinds het voor
jaar te Suez.
Tevens maken wij er u nog opmerkzaam
op, dat door het plaatsen van Ch?r< rezen,
aan boord uwer schepen, het aantal werk-
loozen aanmerkelijk zal toenemen."
Verbouw van gewassen voor
den oogst 1918.
Gelijk in de Nederlandsche Staatscou
rant van 11 Juli 1917 No. 160 reeds werd
bekend gemaakt, zal de verbouw van kar-
wijzaad en andere handelsgewassen worden
beperkt tot ten hoogste 40 pet. van den
gemiddelden verbouw in de jaren 1913, '14,
en '15. Thans blijkt, dat vele landbouwers
eene grootere oppervlakte karwijzaad heb
ben uitgezaaid. Hun wordt in overweging
gegeven ten spoedigste tot het omploegen
van het meerdere over te gaan, daar zulks
anders in het aanstaande voorjaar zal moe
ten geschieden.
Meerdere verbouw zal toch onder geen
omstandigheden kunnen worden toegestaan.
Voorts zij in herinnering gebracht, dat
ook de verbouw van diverse tuinbouwzaden
als koolrapen-, knollen-, sluit- en bloem
koolzaden, beperkt zal worden. Het is nog
niet mogelijk den omvang dezer beperking
vast te stellen, doch het bezit van groote
hoeveelheden plantmateriaal in het aan
staande voorjaar zal geen aanspraak geven
op het verkrijgen van afwijkingen van de te
geven voorschriften.
Het broodrantsoen.
Het bestuur van den Ned. R.-K. Bakkers-
patroonsbond heeft het volgende telegram
aan den minister van landbouw gezonden
„Het bestuur van den Ned. R.-K. Bakkers-
patroonsbond verzoekt Uwe Excellentie na
mens ruim 1500 leden, slechts in het aller
noodzakelijkste geval het broodrantsoen te
verminderen. Wij vragen dit ook namens
onze verbruikers, van wie wij dagelijks de
nooden ondervinden.
Granen.
In verband met de aan de landbouwers
te laten granen heeft het hoofdbestuur der
Holl. Maatschappij van Landbouw blijkens
mededeeling in het Ned. Landbouw-Week-
blad aan den Minister van Landbouw, Nij
verheid en Handel een schrijven gezonden
waarin wordt uitgesproken, dat, zal den pro
ducent geen tarwe, rogge of peulvruchten voor
eigen rekening worden gelaten, de medewer
king dë? landbouwers tot nakoming der rjgee-
ringsmaatregelen niet die zal zijn, welke abso.
luut noodig is voor een goede broodvoorzie
ning en het cnerluigd is, dal de uitzaai \aif
tarwe, rogge en peulvruchten in den aanstaan
den herfst en het aanstaande voorjaar'daar
door sterk zal afnemen.
Het hoofdbestuur geeft daarom den Minister
in ernstige overweging, zoodanige maatrege
len te willen treffen, in het belang van een
goede broodvoorziening en om den uitzaai 1918
dezer gewassen tot een maximum op te voe
ren, dal den producent voedingsgranen in vol
doende mate worden gelaten.
Mocht de Minister hiertoe niet kunnen be
sluiten,, dan spreekt het hoofdbestuur bet on
omwonden uit, dat ernstige stagnatie bij de
tc ontvangen granen staat te wachten en een
ernstig keerpunt kan komen in den goeden
wil van de landbouwende bevolking.
Onder controle.
Men meldt aan de N. R. Ct. dat het in
het voornemen der regeering ligt-, de koren
molens onder haar rechtstreeksche controle
te stellen, ten einde het malen van graan
voor particulieren onmogelijk te maken.
Lijnkoeken.
Den 9en Juli heeft de Friesche Ver-
eeniging v. Meelfabrikanten en Molenaars
aan den Minister van Landbouw, Nijverheid
en Handel een adres gericht, ten doel heb
bende de zomer-distributie van lijnkoeken
voor stalve niet uitsluitend te doen geschie
den door zemelengrossiers, doch door alle
erkende grossiers naar evenredigheid van
hun omzet. Het bestuur ontving daarop ten
antwoord, dat het in deze slechts geldt een
distributie voor ééns, van betrekkelijk ge
ringe hoeveelheden, welke om bijzondere
omstandigheden op afzonderlijke wijze
moest worden geregeld, doch geenszins nu
of voor den vervolge de bedoeling bestaai
af te wijken van het beginsel, dat handela.
ren en organisaties hunne bemiddeling kun-
nen verleenen bij het betrekken van vee
voeder van de regeering.
Naar aanleiding daarvan werden de
grossiers in Friesland ter vergade
ring bijeen geroepen en is een motie aan
genomen, waarin de vereeniging te kennen
geeft, dat zij dit antwoord niet bevredigend
acht, dat rij een kwantum van 600.000 ki
logram, in de tegenwoordige omstandighe
den niet beschouwt te zijn een betrekkelijk
geringe hoeveelheid en dat er naar hare
meening geen bijzondere redenen aanwezig
waren om de distributie van deze hoeveel
heid te doen geschieden uitsluitend door de
twee zemelengrossiers en daarvan alle an
dere grossiers uit te sluiten.
Inbezitname lijnzaad.
De minister van landbouw, nijverheid en
handel maakt bekend, in zake de inbezit
name van verschillende oliezaden, dat on
der lijnzaad ook moet worden verstaan lijn
zaad in de zaadbollen, dus in ongedorsch-
ten toestand.
Accijnsvrije suiker voor b ij en-
houders. De regeering heeft aan de Ver
eeniging tot bevordering der Bijenteelt in
Nederland wederom vrijdom van suikeraccijus
voor 225.000 K.G. toegestaan. Ter Verkrijging
van deze suiker heeft men zich te wenden tot
den secretaris der Vereeniging voor Bijenteelt,
den heer W. A. van Os, Louisalaan 12, te Apel-
doom.
Per bijenvolk wordt ten hoogste 714 K-G-
verstrekt. De suiker is verkrijgbaar van 1
Augustus tot 1 November.
Engeland en onze
v i s s c h e r ij.
Hedenochtend vertrok een deputatie
uit de reedersvereenigïng te IJmuiden, be
staande uit de heeren Joh. Polderman en F.
P. Vermeulen, vergezeld van mr. Andreae, 'I
uit Haarlem, als rechtskundig raadsman naar
Londen om met de Engelsche regeering be
sprekingen te houden in het belang van onze I
zeevisscherij.
Naar Engeland.
De reeder de heer H. Dirkzwager is naar v
Engeland vertrokken ter behartiging van de
belangen van de Reedersvereeniging voor
de Nederlandsche haringvisscheri}.
Gemeenschappelijke- l •■'der-
beurs.
Door de besturen van tie Nederland
sche Huidenhandelaren en de Amsterdam- U
sche Huiden- en Lederbeurs is besloten, tot
het houden van één gemee..schappelijke le
de'beurs, eiken Maandag var» 2—3 uur,
vnorloopig in Krasnapolsky te Amsterdam, j
foldat de beschikking zal zijn verkregen 1
\oor een gemeenschappelijke localitcit.
Zachte zeep.
De minister van Landbouw, enz. heeft
bepaald:
lo. dat onder zachte zeep moeten worden
verstaan alle zeepsoorten, die niet verkocht
worden in stukken of poedervorm;
2o. dat in het klein geen zachte zeep mag
worden verkocht dan die, welke een vet-
zuurgehalte heeft van ten minste 39 pet.
Klompen.
In den Geiderschen Achterhoek houden j:
de klompenmakers een algemeene opname
van de aanwezige voorraden klompen, ten
einde den Minister op de noodzakelijkheid
te wijzen, dat bij den grooten voorraad klom
pen de uitvoer van klompen worde toega- i
strtan.
Aardewerkfabricatie.
In verband met de werkloosheid in de aar'
dewerkf abri eken „De Sphinx" ontstaan tert
gevolge der steenkolenschaarschte, heeft a®
Ned. R.-K. Bond van Glas- en Aardewer
kers „God en ons Recht" zich met een adre#
tot den minister gewendy met verzoek, maat
regelen te nemen, om de aardewerkindu*1
trie zooveel mogelijk van steenkolen
voorzien, ten einde Maastricht zoodoen
van een ramp te bevrijden.
Kolennood.
Wegens kolennood heeft de Arnhernsc
Bandfabriek te Arnhem haar bedrijf
telijk moeten staken; twee afdeellngen flr
stopgezet Het personeel kitifft rood
het volle loon uitbetaald.