EUBLE 't Winkeltje. PT. St?. 16"e Jaargang „DE EEMLAN DER". Woensdag 5 September 1917. BUITENLAND. ENT FEUILLETON. AMERSFOORTSCH DAGBLAD. Hoofdredactie: MARIE VAN VERSENDAAL. Mr. O. J. VAN SCHAARDENBURG. Uitgevers: VALKHOFF ft Co. ABONNEMENTSPRIJS; Ptr 8 maanden voor Amersfoort f 1.50» PB US DEB ADV ERTENT1ÈN: Por wook (met gratis verzekering tegen ongelukken) 0.14< Wekeltjkseh bHvoegsel HoUoruUch* Buitvrouw" (onder redactie ven Thérèae Hoven) per 8 mud. 50 ets* Wekeiykseh btyveegsel Wtrtldrwüt" per 8 mud. 09 etl. Elke regel meer ca #9 M 9# as 0.15, Dienstaanbiedingen 1—5 regels0.50. Groote lotters naar plaatsruimte. Voor handel en bedril bestaan zeer voordoelige bepalingen tot het herhaald adverteeren in dit Blad, bi) abonnement. Eene oiroulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toogozonden. Bureau: Arnhemscbe Poortwal, hoek Ufrecb tscheslr. Intercomm. Telefoonnummer 66. Politiek Overzicht Het antwoord van Wilson aan den Paus. n. "(Slot). Het antwoord van president Wilson op de vredesnota van den Paus maakt eene scher pe onderscheiding tusschen de Duitsche re geering en het Duitsche volk. Over de Duit sche regeering wordt in bittere bewoordin gen de staf gebroken; zij wordt gekenschetst als eene „niet verantwoordelijke regeering, die, nadat zij in het geheim een aanslag had verzonnen om de wereld aan hare macht te onderwerpen, tot de uitvoering van "dezen aanslag overging zonder eerbied voor de heiligste verdragplichten en de van oudsher vaststaande regelmatige en geheiligde be ginselen der internationale betrekkingen, die het tijdstip voor den oorlog zelf bepaalde, hare slagen wild en plotseling uitdeelde en zich door geen slagboom van wet of mede lijden liet tegenhouden, een geheel conti nent met bloed drenkte niet slechts dat van krijgslieden, maar ook dat van onschul dige vrouwen en kinderen en hulpelooze armen en die nu teleurgesteld, maar nie*. geslagen, als vijand van vier vijfden der menschheid staat." In tegenstelling tot dit harde oordeel over de Duitsche regeering, klinkt het oordeel over het Duitsche volk zacht. Er wordt er kend, dat het Duitsohe volk in dezen oorlog, dien het niet heeft gewild, zelf veel geleden heeft. Het Amerikaansche volk verlangt daarom geene vergelding tegen het Duit sche volk voor het ondragelijke onrecht, dat het door de handelingen van de Duitsche regeering heeft geleden. Ook wat het ver trouwen op het gegeven woord betreft, wordt scherp onderscheiden tusschen de Duitsche regeering en net Duitsche volk. Het woord van de Duitsche regeering op zich zelf wordt waardeloos verklaard; met nadruk wordt gezegd, dat dit niet kan worden be schouwd als een waarborg voor een blij- venden en duurzamen vrede. Maar een veel- beteekenend voorbehoud wordt aan deze verklaring toegevoegd; men kan het woord der Duitsche regeering niet als deugdelijk Rn bindend beschouwen, tenzij dit woord uitdrukkelijk als de wil en de bedoeling van het Duitsche volk bekrachtigd wordt, zoo -.duidelijk, dat de andere volken der we reld reden hebben met het woord van de retjeering genoegen te nemen." Het voorbehoud, dat in deze zinsnede is vervat, geeft op de nota van president Wil son een anderen kijk. De nota is zoo boos ntet als zij er uitziet. Zij sluit de voordeur voor de Duitsche regeering, die met een groot gedoe van verontwaardiging naar bui ten wordt gedreven. Maar zij laat eene ach terdeur op een kiertje open. Aan het Duit sche volk wordt recht van spreken toege kend. Zelfs het woord van /le Duitsche re geering wordt niet onvoorwaardelijk ter zijde gesteld; er kan genoegen mee genomen wor den, wanneer duidelijk en ondubbelzinnig blijkt, dat dit woord den wil en de bedoeling van het Duitsche volk uitdrukt en dat dit volk zelf zioh er borg. voor stelt, dat het woord van zijne regeering gestand wordt gedaan. Er is dus geen reden om, op grond van het antwoord, dat <uit Washington is geko men op de nota van den Paus, deze poging om tot den.vrede te komen te stempelen als eene, die gedoemd is te mislukken. Integen deel dit antwoord zet geen domper op de hoop, die door de nota van 1 Augustus is opgewekt. Zij snijdt de gelegenheid niet of om tot overleg te komen. Dit is slechts één van de antwoorden, die moeten inkomen; eene gansche reeks moet nog volgen. De Entente-regeeringen kunnen in hunne ge- dachtenwisseling hun voordeel doen met wat hun uit Washington te verstaan wordt gege ven. Als zij daarvoor vatbaar blijken, dan behoeft men er nog niet aan te wanhopen, dat de weg zal worden gevonden, dje leidt naar het overleg, dat den vrede moet voor bereiden. Dit is ook de opvatting van een gezag.- hebbend Duitsch orgaan, de Frankf. Ztg., die er op wijst, dat uit dit eerste antwoord nog niet is te zien welken weg de Entente nu uit wil; zij meent, dat dit misschien dui delijker zal uitkomen in de nota's van de Europeesche oorlogvoerenden, die den oor log meer aan het eigen lijf hebben onder vonden, en knoopt daaraan deze opmerking vast: „Hoopt en speculeert de Entente nog altijd op de zoo dikwijls vruchteloos voor spelde revolutie in Duitschland? Dan zou eene wreede teleurstelling moeten volgen. Of zou zij misschien tevreden zijn, zooals men ook uit de nota van president Wilson zou kunnen lezen, wanneer verbintenissen van de Duitsche regeering „als de wil en de bedoeling van het Duitsche volk duidelijk bekrachtigd worden?" In dit geval zou voor den Paus een hoopvol antwoord voor de hand liggen. Hij zou de Entente kunnen antwoor den: „Die waarborg is reeds gegeven! Duitschlands regeering en Duitschlands volksvertegenwoordiging hebben beide zich voor een vrede van vergelijk en verzoening verklaard. Aan u is het nu, de conclusiën te trekken." De oorlog, B e r 1 ij n, 3 S e p t'. (W. B.) Op de beur zen te Hamburg en Bremen zijn, na toe spraken van de voorzitters der Kamers van Koophandel in de beide steden, besluiten genomen, waarin geprotesteerd wordt tegen de critiek, die door Wilson in het antwoord aan den Paus op de Duitsche regeering wordt uitgeoefend, elke inmenging in de binnen- landsche politieke toestanden van Duitsch land wordt veroordeeld, de poging om op Duitschland de sohuld aan het uitbreken van den oorlog te werpen als strijdig met de feiten wordt afgewezen en verklaard wordt dat het Duitsche volk vast besloten is den oorlog tot het zegevierend einde voort te zetten. Reclame. door bijzondere omstandigheden. Prachtig modern moquette Salon- en Huiskamor-Ameublement, massief eikenhandwerk aangeboden. Als nieuw, met nog vier jaar sohrift. garantie. Van soliede firma afkomstig. Zee geschikt voor jongelui. Nu voor den hAlven prijs te koop. Te zien en over te nemen dagelijks van 10 tot 4 uur tot aanstaanden Vrijdagmiddag aan do Verhuizing en Borgplaats van Inboedels van GEBR. CIRKEL, Koestraat 14—10, Tol. 478, Amersfoort. Deze besluiten zijn telegrafisch aan den keize» medegedeeld P a r ij s, 4 Sept. (Havas). Namiddagcom muniqué. In de streek van de hoeve Hurtebise deed het Fransche vuur een aanval mislukken, door Duitsche stormdetachementen onderno men, die ernstige verliezen leden zonder re sultaat te bereiken. Ten oosten van Sa- pigneul drongen Fransche verkenningen gis teren bij verrassing in een uitstekend punt van de EXiitsche linie. Br volgde een levendig gevecht, waarin de Duitsche bezetting ge dood oi gevangen gemaakt werd. In Ghampagne voerden gisteren de Fran- schen aan den weg SouainSommepy een breed opgezetten overval uit. Fransche of- deelingen drongen in de vijandelijke loop graven op een front van 800 Meters en op de geheele diepte van de eerste Duitsche stelling. Nadat talrijke gashouders vernield en troepenverblijven opgeblazen waren, keer den de Franschen naar hunne liniën terug, een veertigtal gevangenen en veel matérieel meevoerende. In de Argonne bracht een overval tep noorden van Vienne-le-Cbateau gevangenen in handen van de Franschen. Op den rechter-Maasoever stuitten de Franschen drie Duitsche pogingen op kleine Fransohe posten ten noorden van het bosch van Caurières. Overal elders was de nacht rustig. Avond-communiqué. Er was groote werkzaamheid van de artil lerie in de streek van den molen van Laf- faux, tusschen Cerny en Ailles en aan de beide Maasoevers. B c r 1 ij n4 Sept. (W. B.) Over de inne ming van Riga schrijft hel Berliner Tagcblatt, dat de Russische verdedigingswerken bijzon der sterk waren. Er waren minstens 150 dui zend man infanterie in het beperkte gebied van den Duitschen aanval. In den eersten slrijddag werd de Westelijke voorstad van Riga en de sector van den klei nen Jnegcl bereikt. Reeds op dezen dag verliet de Russische opperbevelhebber de hem toe vertrouwde stelling. Den volgenden dag werd Riga zelf genomen en de Duitsche aanval tot aan den «rooien Jaegcl vooruitgcbrachl. De Duitsche cavallcrie sneed reeds de zeevesting Dunamunde naar het oosten af. Duitsche U-Looten verhinderen het Russische transport op den zeeweg. Weenen, 4 Sept. (Corr.-bur.). Het bericht van de inneming van Riga, waardoor de Duitschers in het bezit van de gewich tigste handelsplaats van Rusland aan de Oostzee en den sleutel tot verder vooruit dringen geraakten, wordt door de dagbladen als een nieuw schitterend bewijs van de onbedwingbaarheid van Duitschland en zijne bondgenooten met levendige voldoening begroet. De inneming van Riga is een suc ces van groote strategische, economische en politieke beteekenis. Voor de Russen is het een zeer gevoelige slag en eene bittere teleurstelling voor de westersche mogend heden, die zich hadden gevleid met de hoop dat het algemeene offensief aan de centrale mogendheden voor goed den genadeslag zou geven. Weenen, 4 Sept. (Corr.-bur.) Offici eel bericht van hedenmiddag. Ten noord-westen van Focsani vielen twee aanvallen van de Ruséo-Rumenen in een. Ten zuid-osten van Czernowitz ver overden onze troepen in eene taaie worste ling eene sterk verschanste hoogte. Duitsche korpsen namen Riga in een ze gevierenden stormloop. Berlijn, 4 Sept. (K. N.) Met betrekking tot den oorlogstoestand op het zuidoostelijk oorlogstooneel schrijft bnron Von Ardenn, de militaire medewerker van. het Berk Tagebl.r Een beslissing, die in de naaste toekomst verwacht mag worden, wordt naar het schijnt op het Rumcensche oorlogstooneel voorbe reid. Van de plaats werd reeds herhaaldelijk er op gewezeu, dal het overgeblevene Rumcen sche leger, vermoedelijk nog 20.000 man sterk, en de Russische hulpdivisiën zich in een zeer bedreigde positie bevinden. Zij waren bij het begin van het zomcroffensicf van Broessilow van dit jaar van de zuidelijke Moldau west waarts offensief opgerukt. Hunne naaste objec tiefs voor deze operatie waren de Karpathcn- passen In het Bereckergcbcrgtc en meer noordelijk in het brongebied van Putna en Susita, van de Ojtoz en dc Uz, tegenover de toen zwakke bezetting van de bergkammen, behaalden zij annvnngssuccessen, waarbij de Russen in Juli 24 kanonnen ep 1000 gevange nen en de Rumenicrs 33 kanonnen en even eens 1000 gevangenen als buit zouden hebben gemaakt. Een tegenaanval in groolcn stijl is hier reeds voor een goed deel gelukt. In vnichlclooze aanvallen legen het Duitsche en Oostenrijksch-Hongaarschc centrum in de bcrgdalen, voornamelijk bij Casinolui en bij den Ojtozpas, zijn de Russisch-Rumcensche strijdkrachten onder zware verliezen doodge bloed. Tegelijkertijd werden zij echter van uit het noorden in het Ojtoz- cn Trotusdal onp vat. Tergucona werd genomen en voorhoedend bij Grozesci vooruitgeschoven. Vervolgens kwam van het zuiden de druk van het leger,' van Mackenscn. dat na dc Beneden Susita le' hebben overschreden cn na dc voornaamste etappen in het rivierdal om Panciu, Stroonl en Municlu te hebben veroverd, het Rumecae! sche leger in dc linkerflank bedreigt cn gee] deeltelijk zelfs reeds in den rug er van staaV Ilun zegevierend oprukken wordt door dagce4 lijkschc overwinningen gekenschetst, die beV halve van bestorming van belangrijke stelling Ren ook van gevangennemingen van tclkcni 1000 tol 1500 man en van buitmnking van tal-/ rijke kanonnen weten te gewagen. Ilct be-] langrijkstc feit wordt echter hiermede aange duid, dat de Rupsisch-Rumecnsche troepen in noordwestelijke richting, derhalve tegen bet gebergte en dus ook van de Sereth blijvend worden teruggedreven. Het bcweglngstcrrcin, dat ter beschikking van dc generaals SlsjerV batsjew en Averescu overblijft, is van het gc* bergte af gerekend tot aan dc rivier, die overi gens geene vaste bruggen heeft, nog ongeveer GO kilometer lang, daarentegen van de Bene den Trotus tot de Susita gerekend krap 20 kilometer breed. De gevolgtrekking ligt voor de hand. Weenen, 4 Sept. (Corr.-bur.) Offici eel bericht van hedenmiddag. De dag van gisteren verliep zonder groo- tere infanteriegevechten. Des nachts wezen wij bij Kal en Madoni Italiaansche aanvallen af. Sedert hedenmorgen staan aan de noor delijke helling van den Monte San Gabrie- le onze troepen opnieuw in een hevigen strijd. Triest werd weer door vijandelijke vlie gers aangevallen. Weenen, 4 Sept. (Corr.-bur.). Ook gisteren waren er geen grootere gevechten. In het gebied van den Mrzli Vrh en den Krn lag op de stellingen en daarachter tijdelijk een vernielingsvuur. Op de hoogvlakte van Bainsizza hadden wij eenige geslaagde pa- trouillegevechten. Nog altijd ligt op den Monte Gabriele dag en nacht zwaar vuur. Twee aanvallen daar werden onder de zwaarste verliezen voor den tegenstander af gewezen. Ook versterkingen tracht de tegenstander weer aan te voeren. Wij nemen hen onder artillerievuur. In het gebied van Görz beproeft de vijand meermalen aanvallen. Zij kwamen öf door ons vuur niet tot ontwikkeling öf werden of- geslagen. Op het Karstplateau is een nor maal vernielingsvuur. Aan het Knrintische front belemmert somber en ondoorzichtig weer de strijdactie. Bij Schio schoot onze artillerie een Ca- proni-vliegtuig neer. Rome, 4 Sept. (Stefoni:) Officieel com muniqué. Van Stelvio tot den Rombon het gewone patrouillewerk. Op het Julische front vrij in tense artillerieduels en eene opmerkelijke werkzaaheid van "onze vliegtuigen. In den afgeloopen nacht deden dertig vliegtuigen onder gunstige atmosferische omstandighe den een tocht naar Polo; zij bombardeerden de militaire inrichtingen van dit groote Noem u niet arm onulal uwe illusies niet verwezenlijkt zijn; arm is slechts liij die nooit Illusies heeft gehad. Roman door Thérèse Hoven. Goeie morgen, dames, en als ik van middag niet kom. dan moet u het niet aan mij wijten." Dc volgende bezoeker is de bakker, die al even naargeestige berichten brengt. De militaire bakkerij werkt met dubbel persje- n c e 1. Niemand mag meer mef verlof.'De ban ken worden bestormd. Het eene gerucht is al erger en ongelooflijker dan het andere. Als Miel beneden komt, vindt zij de zitkamer r»og in denzclfden toestand als den vorigen avond. „Nu, dat is ook wat. ICom, meisjes, kom torretje, wordt er liier niet meer gewerkt? Moet Emilia Constantia, klerkia op het stad- Iiuisia, zelf haar handen uit de mouw steken?" »iloe, hou op," begint Hes, en Cor valt in: „Het is heusch geen tijd voor grappen." Miel declameert: «Jkt js nu geen tijd van zingen, De vijand staat nabij, den winkel te bespringen." „Flauwe mop," zeggen de zusters. „Maak een betere," suggereert Miel. „Ja, de tijden zijn er nog al naar." „Maar wat is er dan? Zijn wij zoo ver fail liet dat er geen ontbijt meer kan overschie ten?" De zusters vertellen baar het een en ander van wat zij gehoord hebben en Miel zegt ge laten: „Dan zullen wij maar gaan ontbijten, dan zijn we alweer zooveel sterker om te dragen, wat ons zal worden opgelegd." Daar gaat een belletje, dat gebeurt nooit zoo vroeg. Cor is al naar voor gegaan om de klanten te bedienen. Er stann^ niet minder dan drie dienstmeis jes. Mina van Mevrouw Wouters vraagt: „of de juffrouw temet een rijksdaalder kan wisse len." Nelia van Mevrouw van Rees zegt: „Hebt u soms een potje mosterd voor me?" „Nu, die komt dan ook niet na den maal tijd", spot een ander. „Nee, maar 't is zoo lekker. Hel is een rare dag, ik voel het nu al in m'n beenen, dan ben ik zoo raar in mijn maag en dan eet ik 's mor gens een boterham met mosterd." De derde bezoekster, de kindermeid van de familie Ilagedoorn, zegt op klagenden toon: „Och. God, het is bij ons zoo'n herrie. Mijn heer is uit zijn humeur en raast en tiert en dc kinderen schreeuwen cn... „Trek jij er je wat van aan?" vraagt Nelia. „Nou ja, vanzelf, hè? Maar wat ik zeggen wou, hebt u soms een pak lucifers voor me? De kruidenier heeft er gisteren geen bezorgd en we zitten er allemaal om verlegen." „Vraag wat de kruidenier wel bezorgd beeft," zegt Nelia, „de menschen zijn der hoofd kwijt. Mevrouw heeft al gezegd, dat de werk vrouw zoo meteen naar Eigen-Hulp moet. Zijn •jelui lid?" j „Ja, natuurlijk. Mevrouw is een weduwe." „Ik heb het niks op Eigen Hulp", herneemt Nelia. „j'e moet 't laten halen of een cent voor elke boodschap belalen." „Daar heeft mijn mevrouw renons aan; ik moet er zelf naar toe." „Nu, daar zou ik voor bedanken. Ik heb het niks op boodschappen doen," herneemt Nelia. „Bij ons komt alles aan de deur en zij zullen het wel uit hun hersens laten om één keer over te slaan. Nou maar ik poets 'm, goeie morgen." „Zou je niet eens betalen?" waagt juffrouw Cor schuchter te vragen. „Ja, dat is waar ook, dat zou een mensch nog vergeten; dat komt door de boekïès. Ik wou dat mevrouw hier ook een boekie had, dan haalde ik veel meer.'' „liet zou niet hard oploopen. Van jou zul len we niet rijk worden." „Dat kan ik toch niet helpen. Ja, een booi heeft zoo'n boel te zeggen tegenswoordig." „"Wat een brompot," zegt Mina, als Nelia de deur hard «achter zich beeft dichtgeslagen. „Het is wel een letikezegt juffrouw Cor, „jc moet toch om der lachen, want het k.an zoo niet zijn of zij maakt er zich kwaad over." „Gunst, daar heb je juffrouw Meier al. Je zoudt zeggen! Die is nooit zoo vroeg op straat en zij komt hier." De andere dames maken haar exit en rui men het veld voor juffroilw Meier, een mager, spichtig menschje van dien onzelceren leeftijd, welke vijf en dertig tot onderste en vijf en vijftig tot bovenste grens heeft. Haar kennissen beweren dat je er niet echter kunt komen. Ten eerste laat zij zich er nooit over uit en dan lijkt zij den cenen dag veel jonger dan den andere. Zij woont samen met haar'broer, die adiunct-commies aan het Ministerie yan Marine is, en staat bekend als „een liep". Zij komt zenuwachtig cu gehaast binnen en, na even gegroet te hebben, want zij is zeer correct in haar manieren, zegt zij neerbuigend vriendelijk: „Heeft u ook iets gehoord, dames?" De dames, gevleid door dezen titel, vertel len haar het een cn ander, waarbij zij telkens knikt: „Ja juist. Zoo is het bij'mij ook en mijn broer ging al vroeg naar het ministerie, daar is dc Minister op gesteld." Het is een van juffrouw Meier's onschuldige illusies; dat Z E. dc Minister het komen cn gaan en verdere handelingen van haar broe der met bizonderc aandacht controleert. Zij tracht zoo eenigszins den indruk te geven, als ware haar broer dc rechterhand van den Minister. „Ja, uw broer zal er wel meer van welen," merkt Cor op. haar zwak kennende. „Natuurlijk. De Minister gisteren heeft druk met hem geconfereerd. Ik zeg altijd: „ik bi^n dankbaar dat wij niet telefonisch verbonden zijn" want wij zouden geen rust hebben. De Minister is er zoo aan gewend om alles met mijn broer le bespreken. Ilct is meneer Mefcr voor en meneer Meier na, en mijn broer kan zoo. alles niet zeggen. Hij zegt altijd: „Er zijn meer Ministers en de Koningin is er ook nog." „Ja, natuurlijk," meent Hes. „Het zal voor u wel een angstige lijd zijn. Misschien moet meneer wel naar Berlijn oi naar Rusland of zoo, of naar Engeland, want liet komt uit de verte.". Juffrouw Meier knikt gewichtig en zegt dan: „Het zou best kunnen, mijn broer is altijd met een atlas in de weer. Ik zal tenminste blij zijn als de wasch thuis is." Het verband is niet heel duideliilt „Ja, want als hij nu toch werkelijk eens op reis zou moeten," meent juffrouw Meier, wie dit denkbeeld, geopperd door een der dames, wel toelacht „Nou. dan geef je toch altijd zoo«l veel mogelijk linnengoed mee cn toevallig was 1 het een groote wasch." „O, dat zuljc altijd zien," gooit juffrouw Hes ci\ tusschen. 1 Soms, als zij gedrieën, de twee tantes cn het nichtje, 's avonds rustig bijeen zitten cn Micl^ leest ze wat voor, en zij halen herinneringen op uit liet ouderlijke huis cn de omgeving, waarin zij zijn groot gebracht, walgen zij van het kleine gedoe in het winkeltje, van de flauwe praatjes, waarop zij in moeten gaan, van dc zoutelooze gezegden, die er heen cn weer gewisseld worden. Hel kan niet anders. In een winkel cn voor- al in een winkel van dagclijksche bcnoodigd- heden, waar dc lijd van aanjenooping kort is, bestaat geen gelegenheid voor lange cn diep zinnige gesprekken. Ilct is er mee als met de inkomsten van het laadje, meer klein dan groot geld m.aar beide voelen zij als ccn soort verlaging; dc kleine gesprekjes cn het kleine geld. Gelukkig dat er nu cn dan een soort van. verzet, een natuurlijk verzet, tegen al da» prutscric gedoe, in heur hart op komt. Het geeft wel een oogenblikkclijk gevoel fan bitterheid, maar het bewaart haar tevens voor algeheclen geestelijken ondergang. -J* sat (Wordt vervolgd

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1917 | | pagina 1