EUBLE
't Winkeltje.
PT. St?.
16"e Jaargang
„DE EEMLAN DER".
Woensdag 5 September 1917.
BUITENLAND.
ENT
FEUILLETON.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD.
Hoofdredactie:
MARIE VAN VERSENDAAL.
Mr. O. J. VAN SCHAARDENBURG.
Uitgevers: VALKHOFF ft Co.
ABONNEMENTSPRIJS;
Ptr 8 maanden voor Amersfoort f 1.50»
PB US DEB ADV ERTENT1ÈN:
Por wook (met gratis verzekering tegen ongelukken) 0.14<
Wekeltjkseh bHvoegsel HoUoruUch* Buitvrouw" (onder
redactie ven Thérèae Hoven) per 8 mud. 50 ets*
Wekeiykseh btyveegsel Wtrtldrwüt" per 8 mud. 09 etl.
Elke regel meer ca #9 M 9# as 0.15,
Dienstaanbiedingen 1—5 regels0.50.
Groote lotters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedril bestaan zeer voordoelige bepalingen
tot het herhaald adverteeren in dit Blad, bi) abonnement.
Eene oiroulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op
aanvraag toogozonden.
Bureau: Arnhemscbe Poortwal, hoek Ufrecb tscheslr.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
Politiek Overzicht
Het antwoord van Wilson
aan den Paus.
n. "(Slot).
Het antwoord van president Wilson op de
vredesnota van den Paus maakt eene scher
pe onderscheiding tusschen de Duitsche re
geering en het Duitsche volk. Over de Duit
sche regeering wordt in bittere bewoordin
gen de staf gebroken; zij wordt gekenschetst
als eene „niet verantwoordelijke regeering,
die, nadat zij in het geheim een aanslag had
verzonnen om de wereld aan hare macht te
onderwerpen, tot de uitvoering van "dezen
aanslag overging zonder eerbied voor de
heiligste verdragplichten en de van oudsher
vaststaande regelmatige en geheiligde be
ginselen der internationale betrekkingen, die
het tijdstip voor den oorlog zelf bepaalde,
hare slagen wild en plotseling uitdeelde en
zich door geen slagboom van wet of mede
lijden liet tegenhouden, een geheel conti
nent met bloed drenkte niet slechts dat
van krijgslieden, maar ook dat van onschul
dige vrouwen en kinderen en hulpelooze
armen en die nu teleurgesteld, maar nie*.
geslagen, als vijand van vier vijfden der
menschheid staat."
In tegenstelling tot dit harde oordeel over
de Duitsche regeering, klinkt het oordeel
over het Duitsche volk zacht. Er wordt er
kend, dat het Duitsohe volk in dezen oorlog,
dien het niet heeft gewild, zelf veel geleden
heeft. Het Amerikaansche volk verlangt
daarom geene vergelding tegen het Duit
sche volk voor het ondragelijke onrecht, dat
het door de handelingen van de Duitsche
regeering heeft geleden. Ook wat het ver
trouwen op het gegeven woord betreft, wordt
scherp onderscheiden tusschen de Duitsche
regeering en net Duitsche volk. Het woord
van de Duitsche regeering op zich zelf
wordt waardeloos verklaard; met nadruk
wordt gezegd, dat dit niet kan worden be
schouwd als een waarborg voor een blij-
venden en duurzamen vrede. Maar een veel-
beteekenend voorbehoud wordt aan deze
verklaring toegevoegd; men kan het woord
der Duitsche regeering niet als deugdelijk
Rn bindend beschouwen, tenzij dit woord
uitdrukkelijk als de wil en de bedoeling
van het Duitsche volk bekrachtigd wordt,
zoo -.duidelijk, dat de andere volken der we
reld reden hebben met het woord van de
retjeering genoegen te nemen."
Het voorbehoud, dat in deze zinsnede is
vervat, geeft op de nota van president Wil
son een anderen kijk. De nota is zoo boos
ntet als zij er uitziet. Zij sluit de voordeur
voor de Duitsche regeering, die met een
groot gedoe van verontwaardiging naar bui
ten wordt gedreven. Maar zij laat eene ach
terdeur op een kiertje open. Aan het Duit
sche volk wordt recht van spreken toege
kend. Zelfs het woord van /le Duitsche re
geering wordt niet onvoorwaardelijk ter zijde
gesteld; er kan genoegen mee genomen wor
den, wanneer duidelijk en ondubbelzinnig
blijkt, dat dit woord den wil en de bedoeling
van het Duitsche volk uitdrukt en dat dit
volk zelf zioh er borg. voor stelt, dat het
woord van zijne regeering gestand wordt
gedaan.
Er is dus geen reden om, op grond van
het antwoord, dat <uit Washington is geko
men op de nota van den Paus, deze poging
om tot den.vrede te komen te stempelen als
eene, die gedoemd is te mislukken. Integen
deel dit antwoord zet geen domper op de
hoop, die door de nota van 1 Augustus is
opgewekt. Zij snijdt de gelegenheid niet of
om tot overleg te komen. Dit is slechts één
van de antwoorden, die moeten inkomen;
eene gansche reeks moet nog volgen. De
Entente-regeeringen kunnen in hunne ge-
dachtenwisseling hun voordeel doen met wat
hun uit Washington te verstaan wordt gege
ven. Als zij daarvoor vatbaar blijken, dan
behoeft men er nog niet aan te wanhopen,
dat de weg zal worden gevonden, dje leidt
naar het overleg, dat den vrede moet voor
bereiden.
Dit is ook de opvatting van een gezag.-
hebbend Duitsch orgaan, de Frankf. Ztg.,
die er op wijst, dat uit dit eerste antwoord
nog niet is te zien welken weg de Entente
nu uit wil; zij meent, dat dit misschien dui
delijker zal uitkomen in de nota's van de
Europeesche oorlogvoerenden, die den oor
log meer aan het eigen lijf hebben onder
vonden, en knoopt daaraan deze opmerking
vast:
„Hoopt en speculeert de Entente nog
altijd op de zoo dikwijls vruchteloos voor
spelde revolutie in Duitschland? Dan zou
eene wreede teleurstelling moeten volgen.
Of zou zij misschien tevreden zijn, zooals
men ook uit de nota van president Wilson
zou kunnen lezen, wanneer verbintenissen
van de Duitsche regeering „als de wil en
de bedoeling van het Duitsche volk duidelijk
bekrachtigd worden?" In dit geval zou voor
den Paus een hoopvol antwoord voor de hand
liggen. Hij zou de Entente kunnen antwoor
den: „Die waarborg is reeds gegeven!
Duitschlands regeering en Duitschlands
volksvertegenwoordiging hebben beide zich
voor een vrede van vergelijk en verzoening
verklaard. Aan u is het nu, de conclusiën
te trekken."
De oorlog,
B e r 1 ij n, 3 S e p t'. (W. B.) Op de beur
zen te Hamburg en Bremen zijn, na toe
spraken van de voorzitters der Kamers van
Koophandel in de beide steden, besluiten
genomen, waarin geprotesteerd wordt tegen
de critiek, die door Wilson in het antwoord
aan den Paus op de Duitsche regeering wordt
uitgeoefend, elke inmenging in de binnen-
landsche politieke toestanden van Duitsch
land wordt veroordeeld, de poging om op
Duitschland de sohuld aan het uitbreken van
den oorlog te werpen als strijdig met de
feiten wordt afgewezen en verklaard wordt
dat het Duitsche volk vast besloten is den
oorlog tot het zegevierend einde voort te
zetten.
Reclame.
door bijzondere omstandigheden.
Prachtig modern moquette Salon- en Huiskamor-Ameublement, massief eikenhandwerk
aangeboden. Als nieuw, met nog vier jaar sohrift. garantie. Van soliede firma afkomstig. Zee
geschikt voor jongelui. Nu voor den hAlven prijs te koop. Te zien en over te nemen dagelijks
van 10 tot 4 uur tot aanstaanden Vrijdagmiddag aan do Verhuizing en Borgplaats van
Inboedels van GEBR. CIRKEL, Koestraat 14—10, Tol. 478, Amersfoort.
Deze besluiten zijn telegrafisch aan den
keize» medegedeeld
P a r ij s, 4 Sept. (Havas). Namiddagcom
muniqué.
In de streek van de hoeve Hurtebise deed
het Fransche vuur een aanval mislukken,
door Duitsche stormdetachementen onderno
men, die ernstige verliezen leden zonder re
sultaat te bereiken. Ten oosten van Sa-
pigneul drongen Fransche verkenningen gis
teren bij verrassing in een uitstekend punt
van de EXiitsche linie. Br volgde een levendig
gevecht, waarin de Duitsche bezetting ge
dood oi gevangen gemaakt werd.
In Ghampagne voerden gisteren de Fran-
schen aan den weg SouainSommepy een
breed opgezetten overval uit. Fransche of-
deelingen drongen in de vijandelijke loop
graven op een front van 800 Meters en op
de geheele diepte van de eerste Duitsche
stelling. Nadat talrijke gashouders vernield
en troepenverblijven opgeblazen waren, keer
den de Franschen naar hunne liniën terug,
een veertigtal gevangenen en veel matérieel
meevoerende. In de Argonne bracht een
overval tep noorden van Vienne-le-Cbateau
gevangenen in handen van de Franschen.
Op den rechter-Maasoever stuitten de
Franschen drie Duitsche pogingen op kleine
Fransohe posten ten noorden van het bosch
van Caurières. Overal elders was de nacht
rustig.
Avond-communiqué.
Er was groote werkzaamheid van de artil
lerie in de streek van den molen van Laf-
faux, tusschen Cerny en Ailles en aan de
beide Maasoevers.
B c r 1 ij n4 Sept. (W. B.) Over de inne
ming van Riga schrijft hel Berliner Tagcblatt,
dat de Russische verdedigingswerken bijzon
der sterk waren. Er waren minstens 150 dui
zend man infanterie in het beperkte gebied
van den Duitschen aanval.
In den eersten slrijddag werd de Westelijke
voorstad van Riga en de sector van den klei
nen Jnegcl bereikt. Reeds op dezen dag verliet
de Russische opperbevelhebber de hem toe
vertrouwde stelling. Den volgenden dag werd
Riga zelf genomen en de Duitsche aanval tot
aan den «rooien Jaegcl vooruitgcbrachl. De
Duitsche cavallcrie sneed reeds de zeevesting
Dunamunde naar het oosten af. Duitsche
U-Looten verhinderen het Russische transport
op den zeeweg.
Weenen, 4 Sept. (Corr.-bur.). Het
bericht van de inneming van Riga, waardoor
de Duitschers in het bezit van de gewich
tigste handelsplaats van Rusland aan de
Oostzee en den sleutel tot verder vooruit
dringen geraakten, wordt door de dagbladen
als een nieuw schitterend bewijs van de
onbedwingbaarheid van Duitschland en zijne
bondgenooten met levendige voldoening
begroet. De inneming van Riga is een suc
ces van groote strategische, economische
en politieke beteekenis. Voor de Russen is
het een zeer gevoelige slag en eene bittere
teleurstelling voor de westersche mogend
heden, die zich hadden gevleid met de hoop
dat het algemeene offensief aan de centrale
mogendheden voor goed den genadeslag
zou geven.
Weenen, 4 Sept. (Corr.-bur.) Offici
eel bericht van hedenmiddag.
Ten noord-westen van Focsani vielen
twee aanvallen van de Ruséo-Rumenen in
een. Ten zuid-osten van Czernowitz ver
overden onze troepen in eene taaie worste
ling eene sterk verschanste hoogte.
Duitsche korpsen namen Riga in een ze
gevierenden stormloop.
Berlijn, 4 Sept. (K. N.) Met betrekking
tot den oorlogstoestand op het zuidoostelijk
oorlogstooneel schrijft bnron Von Ardenn, de
militaire medewerker van. het Berk Tagebl.r
Een beslissing, die in de naaste toekomst
verwacht mag worden, wordt naar het schijnt
op het Rumcensche oorlogstooneel voorbe
reid. Van de plaats werd reeds herhaaldelijk
er op gewezeu, dal het overgeblevene Rumcen
sche leger, vermoedelijk nog 20.000 man sterk,
en de Russische hulpdivisiën zich in een zeer
bedreigde positie bevinden. Zij waren bij het
begin van het zomcroffensicf van Broessilow
van dit jaar van de zuidelijke Moldau west
waarts offensief opgerukt. Hunne naaste objec
tiefs voor deze operatie waren de Karpathcn-
passen In het Bereckergcbcrgtc en meer
noordelijk in het brongebied van Putna en
Susita, van de Ojtoz en dc Uz, tegenover de
toen zwakke bezetting van de bergkammen,
behaalden zij annvnngssuccessen, waarbij de
Russen in Juli 24 kanonnen ep 1000 gevange
nen en de Rumenicrs 33 kanonnen en even
eens 1000 gevangenen als buit zouden hebben
gemaakt. Een tegenaanval in groolcn stijl is
hier reeds voor een goed deel gelukt. In
vnichlclooze aanvallen legen het Duitsche en
Oostenrijksch-Hongaarschc centrum in de
bcrgdalen, voornamelijk bij Casinolui en bij
den Ojtozpas, zijn de Russisch-Rumcensche
strijdkrachten onder zware verliezen doodge
bloed. Tegelijkertijd werden zij echter van uit
het noorden in het Ojtoz- cn Trotusdal onp
vat. Tergucona werd genomen en voorhoedend
bij Grozesci vooruitgeschoven. Vervolgens
kwam van het zuiden de druk van het leger,'
van Mackenscn. dat na dc Beneden Susita le'
hebben overschreden cn na dc voornaamste
etappen in het rivierdal om Panciu, Stroonl
en Municlu te hebben veroverd, het Rumecae!
sche leger in dc linkerflank bedreigt cn gee]
deeltelijk zelfs reeds in den rug er van staaV
Ilun zegevierend oprukken wordt door dagce4
lijkschc overwinningen gekenschetst, die beV
halve van bestorming van belangrijke stelling
Ren ook van gevangennemingen van tclkcni
1000 tol 1500 man en van buitmnking van tal-/
rijke kanonnen weten te gewagen. Ilct be-]
langrijkstc feit wordt echter hiermede aange
duid, dat de Rupsisch-Rumecnsche troepen in
noordwestelijke richting, derhalve tegen bet
gebergte en dus ook van de Sereth blijvend
worden teruggedreven. Het bcweglngstcrrcin,
dat ter beschikking van dc generaals SlsjerV
batsjew en Averescu overblijft, is van het gc*
bergte af gerekend tot aan dc rivier, die overi
gens geene vaste bruggen heeft, nog ongeveer
GO kilometer lang, daarentegen van de Bene
den Trotus tot de Susita gerekend krap 20
kilometer breed. De gevolgtrekking ligt voor
de hand.
Weenen, 4 Sept. (Corr.-bur.) Offici
eel bericht van hedenmiddag.
De dag van gisteren verliep zonder groo-
tere infanteriegevechten. Des nachts wezen
wij bij Kal en Madoni Italiaansche aanvallen
af. Sedert hedenmorgen staan aan de noor
delijke helling van den Monte San Gabrie-
le onze troepen opnieuw in een hevigen
strijd.
Triest werd weer door vijandelijke vlie
gers aangevallen.
Weenen, 4 Sept. (Corr.-bur.). Ook
gisteren waren er geen grootere gevechten.
In het gebied van den Mrzli Vrh en den Krn
lag op de stellingen en daarachter tijdelijk
een vernielingsvuur. Op de hoogvlakte van
Bainsizza hadden wij eenige geslaagde pa-
trouillegevechten. Nog altijd ligt op den
Monte Gabriele dag en nacht zwaar vuur.
Twee aanvallen daar werden onder de
zwaarste verliezen voor den tegenstander af
gewezen. Ook versterkingen tracht de
tegenstander weer aan te voeren. Wij nemen
hen onder artillerievuur.
In het gebied van Görz beproeft de vijand
meermalen aanvallen. Zij kwamen öf door
ons vuur niet tot ontwikkeling öf werden of-
geslagen. Op het Karstplateau is een nor
maal vernielingsvuur. Aan het Knrintische
front belemmert somber en ondoorzichtig
weer de strijdactie.
Bij Schio schoot onze artillerie een Ca-
proni-vliegtuig neer.
Rome, 4 Sept. (Stefoni:) Officieel com
muniqué.
Van Stelvio tot den Rombon het gewone
patrouillewerk. Op het Julische front vrij in
tense artillerieduels en eene opmerkelijke
werkzaaheid van "onze vliegtuigen. In den
afgeloopen nacht deden dertig vliegtuigen
onder gunstige atmosferische omstandighe
den een tocht naar Polo; zij bombardeerden
de militaire inrichtingen van dit groote
Noem u niet arm onulal uwe illusies niet
verwezenlijkt zijn; arm is slechts liij die nooit
Illusies heeft gehad.
Roman
door
Thérèse Hoven.
Goeie morgen, dames, en als ik van middag
niet kom. dan moet u het niet aan mij wijten."
Dc volgende bezoeker is de bakker, die al
even naargeestige berichten brengt. De
militaire bakkerij werkt met dubbel persje-
n c e 1. Niemand mag meer mef verlof.'De ban
ken worden bestormd. Het eene gerucht is al
erger en ongelooflijker dan het andere.
Als Miel beneden komt, vindt zij de zitkamer
r»og in denzclfden toestand als den vorigen
avond.
„Nu, dat is ook wat. ICom, meisjes, kom
torretje, wordt er liier niet meer gewerkt?
Moet Emilia Constantia, klerkia op het stad-
Iiuisia, zelf haar handen uit de mouw steken?"
»iloe, hou op," begint Hes, en Cor valt in:
„Het is heusch geen tijd voor grappen."
Miel declameert:
«Jkt js nu geen tijd van zingen,
De vijand staat nabij, den winkel te
bespringen."
„Flauwe mop," zeggen de zusters.
„Maak een betere," suggereert Miel.
„Ja, de tijden zijn er nog al naar."
„Maar wat is er dan? Zijn wij zoo ver fail
liet dat er geen ontbijt meer kan overschie
ten?"
De zusters vertellen baar het een en ander
van wat zij gehoord hebben en Miel zegt ge
laten: „Dan zullen wij maar gaan ontbijten,
dan zijn we alweer zooveel sterker om te
dragen, wat ons zal worden opgelegd."
Daar gaat een belletje, dat gebeurt nooit
zoo vroeg. Cor is al naar voor gegaan om de
klanten te bedienen.
Er stann^ niet minder dan drie dienstmeis
jes. Mina van Mevrouw Wouters vraagt: „of
de juffrouw temet een rijksdaalder kan wisse
len." Nelia van Mevrouw van Rees zegt: „Hebt
u soms een potje mosterd voor me?"
„Nu, die komt dan ook niet na den maal
tijd", spot een ander.
„Nee, maar 't is zoo lekker. Hel is een rare
dag, ik voel het nu al in m'n beenen, dan ben
ik zoo raar in mijn maag en dan eet ik 's mor
gens een boterham met mosterd."
De derde bezoekster, de kindermeid van de
familie Ilagedoorn, zegt op klagenden toon:
„Och. God, het is bij ons zoo'n herrie. Mijn
heer is uit zijn humeur en raast en tiert en dc
kinderen schreeuwen cn...
„Trek jij er je wat van aan?" vraagt Nelia.
„Nou ja, vanzelf, hè? Maar wat ik zeggen
wou, hebt u soms een pak lucifers voor me?
De kruidenier heeft er gisteren geen bezorgd
en we zitten er allemaal om verlegen."
„Vraag wat de kruidenier wel bezorgd
beeft," zegt Nelia, „de menschen zijn der hoofd
kwijt. Mevrouw heeft al gezegd, dat de werk
vrouw zoo meteen naar Eigen-Hulp moet. Zijn
•jelui lid?" j
„Ja, natuurlijk. Mevrouw is een weduwe."
„Ik heb het niks op Eigen Hulp", herneemt
Nelia. „j'e moet 't laten halen of een cent voor
elke boodschap belalen."
„Daar heeft mijn mevrouw renons aan; ik
moet er zelf naar toe."
„Nu, daar zou ik voor bedanken. Ik heb het
niks op boodschappen doen," herneemt Nelia.
„Bij ons komt alles aan de deur en zij zullen
het wel uit hun hersens laten om één keer
over te slaan. Nou maar ik poets 'm, goeie
morgen."
„Zou je niet eens betalen?" waagt juffrouw
Cor schuchter te vragen.
„Ja, dat is waar ook, dat zou een mensch
nog vergeten; dat komt door de boekïès. Ik
wou dat mevrouw hier ook een boekie had,
dan haalde ik veel meer.''
„liet zou niet hard oploopen. Van jou zul
len we niet rijk worden."
„Dat kan ik toch niet helpen. Ja, een booi
heeft zoo'n boel te zeggen tegenswoordig."
„"Wat een brompot," zegt Mina, als Nelia de
deur hard «achter zich beeft dichtgeslagen.
„Het is wel een letikezegt juffrouw Cor,
„jc moet toch om der lachen, want het k.an
zoo niet zijn of zij maakt er zich kwaad over."
„Gunst, daar heb je juffrouw Meier al. Je
zoudt zeggen! Die is nooit zoo vroeg op straat
en zij komt hier."
De andere dames maken haar exit en rui
men het veld voor juffroilw Meier, een mager,
spichtig menschje van dien onzelceren leeftijd,
welke vijf en dertig tot onderste en vijf en
vijftig tot bovenste grens heeft. Haar kennissen
beweren dat je er niet echter kunt komen. Ten
eerste laat zij zich er nooit over uit en dan
lijkt zij den cenen dag veel jonger dan den
andere. Zij woont samen met haar'broer, die
adiunct-commies aan het Ministerie yan
Marine is, en staat bekend als „een liep".
Zij komt zenuwachtig cu gehaast binnen en,
na even gegroet te hebben, want zij is zeer
correct in haar manieren, zegt zij neerbuigend
vriendelijk: „Heeft u ook iets gehoord,
dames?"
De dames, gevleid door dezen titel, vertel
len haar het een cn ander, waarbij zij telkens
knikt: „Ja juist. Zoo is het bij'mij ook en mijn
broer ging al vroeg naar het ministerie, daar
is dc Minister op gesteld."
Het is een van juffrouw Meier's onschuldige
illusies; dat Z E. dc Minister het komen cn
gaan en verdere handelingen van haar broe
der met bizonderc aandacht controleert. Zij
tracht zoo eenigszins den indruk te geven, als
ware haar broer dc rechterhand van den
Minister.
„Ja, uw broer zal er wel meer van welen,"
merkt Cor op. haar zwak kennende.
„Natuurlijk. De Minister gisteren heeft druk
met hem geconfereerd. Ik zeg altijd: „ik bi^n
dankbaar dat wij niet telefonisch verbonden
zijn" want wij zouden geen rust hebben. De
Minister is er zoo aan gewend om alles met
mijn broer le bespreken. Ilct is meneer Mefcr
voor en meneer Meier na, en mijn broer kan
zoo. alles niet zeggen. Hij zegt altijd: „Er zijn
meer Ministers en de Koningin is er ook
nog."
„Ja, natuurlijk," meent Hes. „Het zal voor
u wel een angstige lijd zijn. Misschien moet
meneer wel naar Berlijn oi naar Rusland of
zoo, of naar Engeland, want liet komt uit de
verte.".
Juffrouw Meier knikt gewichtig en zegt
dan: „Het zou best kunnen, mijn broer is altijd
met een atlas in de weer. Ik zal tenminste blij
zijn als de wasch thuis is."
Het verband is niet heel duideliilt
„Ja, want als hij nu toch werkelijk eens op
reis zou moeten," meent juffrouw Meier, wie
dit denkbeeld, geopperd door een der dames,
wel toelacht „Nou. dan geef je toch altijd zoo«l
veel mogelijk linnengoed mee cn toevallig was 1
het een groote wasch."
„O, dat zuljc altijd zien," gooit juffrouw
Hes ci\ tusschen. 1
Soms, als zij gedrieën, de twee tantes cn het
nichtje, 's avonds rustig bijeen zitten cn Micl^
leest ze wat voor, en zij halen herinneringen
op uit liet ouderlijke huis cn de omgeving,
waarin zij zijn groot gebracht, walgen zij van
het kleine gedoe in het winkeltje, van de
flauwe praatjes, waarop zij in moeten gaan,
van dc zoutelooze gezegden, die er heen cn
weer gewisseld worden.
Hel kan niet anders. In een winkel cn voor-
al in een winkel van dagclijksche bcnoodigd-
heden, waar dc lijd van aanjenooping kort is,
bestaat geen gelegenheid voor lange cn diep
zinnige gesprekken. Ilct is er mee als met
de inkomsten van het laadje, meer klein dan
groot geld m.aar beide voelen zij als ccn
soort verlaging; dc kleine gesprekjes cn het
kleine geld.
Gelukkig dat er nu cn dan een soort van.
verzet, een natuurlijk verzet, tegen al da»
prutscric gedoe, in heur hart op komt.
Het geeft wel een oogenblikkclijk gevoel fan
bitterheid, maar het bewaart haar tevens voor
algeheclen geestelijken ondergang.
-J*
sat
(Wordt vervolgd