NVF5* Tweede Blad.
16d* Jaargang
„DE EEMLANDER".
Zaterdag 15 September 1917.
BINNENLAND.
FEyÏLLETOW.
't Winkeltje.
Hoofd redactie i
MAKIE VAN VERSENDAAL.
Mr. O. VAN SCHAARDENBDRO.
Uitgevers- VALKHOFP d Co.
.1 f 1 50,
e.oo.
ABONN EM ENT8FHUS:
Por 8 maanden tooi Amenfoori
Idem franco per post
Per week (mei gratis verzekering tegen ongelukken)* O.l 4«
Afzonderlijke nummers 0.05.
Wekelijksob bijvoegsel „Dt Hollandtch* Buimouv' (onder
cedaotie van Thérèee Hoven) per 8 mnd. 50 ets.
/Wekelijkeoh bijvoegsel W*r*ldr*tin" per 3 tand. 50 of*.
Bureau: Arnbemscbe Poortwal, boek Utrecbtschestr.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
PBLJ8 DER ADV EET EN Tl EN;
Van 1—6 r*g«l,f O.NO.
Elk, r.R.l meer aa .a O.IS.
Dieoataanbiedingen 1—6 regel, ii ii ii 0.50.
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor hAndel en bedrij' bestaan zeer voordeelige bepalingon
tot het herhaald advurteeren in dit Blad, bij abonnement.
Eene oiroulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op
aanvraag toegezonden.
Meditatiën.
Als het zonlicht verschemert in 't avond
duister en onze gedachten, die zoolang er
licht was, in concrete werking gedrongen
^varcn, zich mogen ontspannen in vage ab-
latrac ties van verdichtsel en werkelijkheid
jjtegeiijk, dan peinzen wij, die weten, dat we
Tfian onszelf wel genoeg moeten hebben,
||imaar dat de wereld rondom toch 't fundament
As waarop die zelfgenoegzaamheid rust, soms
Apver de vraag, waarom de menschen, die
Hfleze wereld eiken dag vertegenwoordigen,
ons zoo onnoemelijk vervelend voorkomen.
Wij praten, wij moeten aftijd praten en
1 altijd bijna praten wij langs elkaar heen,
elk vooringenomen door onze eigen be
llang etjes en werkjes, amusementen en in-
trigetjes
Toch spreken de menschen altijd, debi-
jeeren beleefdheidsfrases, informeeren naar
eikaars gezondheid, zeggen allerlei waar ze
*geer. steek van meenen en ze spreken veel
kwaad en zelden geestig.
Een warrelende drukke leegheid is om
al dat stemrfiengerucht.
En in ons zinkt de verveling
Dm wenden wij ons af van dat ijle ge
praat en zoeken onzen troost bij de zooge
naamde interessante menschen, mensch<&
van wie iels uitgaat boven 't banale con
versatiepraatje en die je graag je vrienden
noemt, gelijkgestemden in denken en
'voelen.
Maar ook deze kunnen je geweldig
embêteeren en dat ergert je te meer omdat
het, voor dezulken die geest bezitten, immers
Itiiet noodig was.
't Is bepaald een ongeluk, dat wezens, die
voor „de moeite waard" worden versleten,
;idat zelf zoo goed weten en meenen zich de
luxe wel te kunnen permitteeren om bij tijd
en wijle aan hun boos humeur toe te geven,
Ze spreken met een ontevreden dofien
3clan< in de slem, zoo'n toon, waar geen
lach in doorklinkt, als de schrille trompet
stoot bij een Belgische militaire begrafenis.
Dan lanceeren ze opzettelijk geestig
hed n-zonder-geest, vertellen quasi-interes-
sanie verhaaltjes uit angst van zich in betere
gedachten te ver te laten gaan.
Want ook hier moet gepraat worden,
woorden, klanken, om de stilte te breken,
onharmonische beklemmende stilte, die meer
nog zou kwellen, dan de meest zenuwver-
slappenden woordenwarrel. De menschen-
soort, die men belangwekkend pleegt te
noemen blijkt alleen met zichzelf ingenomen
ite zijn en allesbehalve met hun medemen-
schen, welke ze natuurlijk moeten vervélen.
Vooral 't jongere geslacht is zeer sterk in
deze hebbelijkheid.
't Moderne intellect, dat wijsgeeren dich
ters en verdere scribenten eenerzijds, ambi-
tiente politikers, industrieele genieën, ads-
pirant toongevers der haute finance en
Teserve-luitenants anderzijds tegenwoordig
aan de markt brengen, is meestal niet veel
pnders den armzalige pose.
Deze laatste zijn de „menschen die 't
B.
weten", en die hebben een surplus van „ge
zond verstand" en praktisch doorzicht.
De anderen zijn vol pathetiek en weeë
frasen. Zij hullen in een waas van mysticis
me hun ijdele ziel, achten diep gevoel iets
aparts, maar gewoon „gezond verstand" te
banaal. Ze zijn gruwelijk vervelend en nog
onhoffelijk op den koop toe.
Hoffelijkheid is immers een ouderwetsch
begrip en niet meer van dezen tijd.
We kunnen onzen evennaasten allerlei
pedanterie en onhebbelijkheid vergeven,
zelfs onbeschoftheid gewilde onbeschoft
heid zeker, want dat is een vorm van hof
felijkheid, een compliment van onze scherp
zinnigheid, die door 't ruige uiterlijk wel
weet heen te zien, en we doen goed, het als
een eer op te vatten, dat er nog zooveel
notitie van ons genomen wordt mits ze
maar niet vervelend zijn.
En dat is helaas al te zeer 't geval bij
deze groep van intellectueele bijzonderhe
den, die zoo geheel en al bezig worden ge
houden door hun eigen individualiteit, welke
immers tot volle ontplooiing moet komen,
welke ze moeten door-, over- en uitdenken I
Heerlijk naïeve dwazen
Zij hebben nog niets ondervonden, niets
beleefd dan wat weeke sentimentaliteit om
in 'n paar versjes te gieten.
Als eenzijdige theoretici staan ze ver bui
ten de praktijk des levens, de nuchtere
werkelijkheid der wel vaak ruwe en mee-
doogenlooze en ook heel kleinzielige en
aliedaagsche, maar toch ook zoo machtige,
grootsche samenleving, die eiken dag
nieuwe problemen stelt, aan hem die zijn
vinger kan leggen op haar slagader.
Daar echter moeten we het zwijgen toe
doen, niet over praten en vooral niet hoo
rnen.
De tijd doet z'n werk wel.
Hoemeer rustige rust bezinkt in onze on-
rustzielen, des te meer komen we tot 't
weten, dat we geen heil moeten zien in de
extaze, dat we geen stijging behoeven tot
het bijzondere, tot iets vaags en ijls, dat
boven de wolken zweeft.
't Is jezelf een brevet van onnoozelheid
geven door van zoo groote hoogten nog
iets te verwachten, 'n Kwestie van stem
ming en stemming vernevelt gauw in lage
landen aan de zee.
Dan voel je, dat 't geen eens wel aardig
en aantrekkelijk was door 't nieuwe, toch
maar verbeelding was, schijn en niet eene
schóone sohijn en nog intenser grijpt ons
de weerzin, de verveling.
Er zijn zeker nog vele verstandige men
schen en ook beminnelijke menschen en
aardige menschen en zelfs goede menschen.
Wij spraken slechts van twee tegenstellin
gen de alledaagschen en de minder-alle-
daagschen, die toch in verveling niet voor
elkaar onderdeden.
Daar tusschen liggen ontelbare variëtei
ten.
Maar mogen we deze als groep niet uit
schakelen
't Zijn de enkelingen en hoe weldadig
hun wezen ons soms kan aandoen, even vaak
benauwen ze ons juist door hun voortreffe
lijkheid.
Iemand, dien iedereen verstandig vindt,
die nooit iets onverstandigs doet, maar Alles
doet met overleg, ergert ons; een beminne
lijk mensch is altijd en tegen iedereen be
minnelijk anders noemde „men" hem
niet beminnelijk en wij houden niet van
gemeenplaatseneen aardig mensch
want anders werd hij weer niet aardig ge
noemd is een neutraal mensch en neu
traliteit is een zeer ongewis begrip, zooals
we dagelijks ondervinden en de goede
mens^en, ja, die moet je met een lantaren
tje gaan zoeken en daar is op 't oogenblik
geen olie voor beschikbaar.
Zoo rest ons niets dan de conclusie, dat
we maar niet zoo lastige eisdhen moeten
stellen, dat we niet zooveel moeten beschou
wen en zoo min mogelijk analyseeren, om
niet al te groot failliet te maken, maar een
voudig aanvaarden, wat de menschen ons
nog wèl willen geven. De relativiteit van
onze indrukken of de subjectiviteit van onze
gevoelens en de bekwaamheid om de eer
sten na te voelen en de anderen te toetsen,
speelt een te groote rol. Want we zijn vol
affectaties en onechtheid, die we aan ande
ren verwijten en zelf achter would-be open
hartigheid maskeeren.
En als je niet praten wilt en toch wilt gaan
onder de menschen, zoek dan muziek, geen
groote kunst, maar eenvoudige, vriendelijke
muziek, die om je zweeft met een rythme
van blijmoed, dat alle sombere gedachten
afleidt.
Je kunt altijd veinzen door muziek geab
sorbeerd te zijn en zwijgen, 't Is veel beter
je moede hersens te laten uitrusten op den
deinenden cadans van een luchtig melo
dietje, dan ontspanning te zoeken in de
strak getrokken atmosfeer van kunstmatig
opgedreven of den varreWvar—
rel van een theevisite. Muziek kan alle talen
overstemmen, en, omdat zij onbestemd is,
alle verveling vervagen
Als er waarheid ligt in het oude Pran-
sohe spreekwoord, dat 't geheim van ver
velend te zijn, is alles te zeggen, laten we
dan hier gauw een eindstreepje zetten. Men
mocht eens zeggen, dat deze beschouwin
gen over de verveling nog 't allervervelend
ste waren f
9. Vin. '17.
De Staatscourant van 14 September 1917
bevat om. de volgende Koninklijke besluiten:
eervol ontslag verleend flan de navolgende
leden van het Vrijwillig Militair Automobiel
Corps, de kapiteins J. J. A. A. baron van Pal-
landt, M. J. baron van Pallandt, A. J. dc Jong
Schouwenburg. J. Kooiman en den len luite
nant G. de "With;
benoemd tol commies aan het departement
van oorlog de adj. commies II. G. G Schreiner.
benoemd tol reserve luitenant bij het wapen
der genie de reserve le luitenant van het 7e
regiment infanterie J. C. van Staveren.
da aariog»
Een deputatie uit de besturen van het
Ned. Vakverbond, uit dc S. D. A. P. en den
Bond van Ned. Arbeiders Coöperaties, bestaan
de uit de hccren J. Oudegeest. Edo Fimmcn
voor het N. V. V., J. W. Matthijsen voor de
S. D. A. P. cn A. G. Verbeek en W. C. de Jonge
voor de Arbeiders Coöperatie, had gister aan
het departement van landbouw een zéér lang
durig onderhoud met Minister Posthuma, ter
toelichting van de eischen omtrent dc levens
middelen-voorziening gesteld in de op 2 Sep
tember gehouden vergadering van hoofdbe
stuursleden der bij het Ned. "Vakverbond aan
gesloten organisaties. Van de besprekingen in
het kabinet des ministers, bijgewoond door
de commissie van bijstand inzake dc distribu
tie-wet 1916, zal later een communiqué wor
den verslrekt aan dc pers.
Winteraardappelen.
Het Tweede-Kamerlid de heer Van der
Voort van Zijp heeft tot den minister van
Landbouw, Nijverheid en Handel de vol
gende vraag gericht:
Voor arbeiders, die voornemens zijn coö
peratief winteraardappelen op te doen. is het
gewenscht, dat er eenige zekerheid bestaat
dat het voorbereiden van deze zaak en in
zonderheid het bijeenbrengen van het be-
noodigde geld, niet tevergeefs gesohiede.
Kan de minister mededeelen of er uitrioht
is, dat in 's ministers besohikking omtrent
de soorten van late aardappelen, waarvoor
vrije handel is toegestaan, in de eerste we
ken geen wijziging is te verwachten?
Boter
Naar aanleiding van een bericht in de dagbla
den, dat boter, verpakt in blik, tegen f 1.60 per
Ij K.G. mag worden verkocht, deelt men ons
mede, dat zulks niet juist is. Volgens de door
den Minister van Landbouw, Nijverheid en Han
del d.d. 3 April j.l. vastgestelde maximumprijzen
is het niet geoorloofd den boterprijs voor verpak
king te verhoogen: zoodat voor boter, verpikt
in blik, niet meer dnn f 2.G0 per K.G. in reke
ning mag worden gebracht.
Wonneer men boter in blik wenscht te verpak
ken, dienen hiervoor eerst de blikken bij een
blikfabriek te worden gekocht en don tc - vul
ling naar een zuivelfabriek opgezonden.
Onze steenkolen-voorziening.
Naar Het Volk ter oore kwam en gis
teravond door ons werd gemeld, heeft
Duitschland geëischt, dat niet de Neder-
landsche regeering, maar de gemeen-
t e n, die de Duitsche kolen zullen gebrui
ken, voor een gelijk bedrag als de waarde
der kolen is zullen inschrijven op een 6
percents-leening.
Bij informatie ten stadhuize te Amster
dam bleek het N. v. d. D., dat daar van dit
voornemen van Duitschland niets bekend
is. De mogelijkheid bestaat natuurlijk dat
in Den Haag bij het Rijkskolenbureau of bij
onze regeering deze leenings-quaestie ter
sprake is gebracht. Ook aan Zweden zou
destijds een dergeliike eisch zijn gesteld.
Men herinnert zich, dat minister Treub
in de Kamer heeft verklaard, dat van deel
neming van den Staat in leeningen van
oorlogvoerende landen nimmer sprake zou
zijn.
Uraan en me«l voor \ed. Oont-Iii<ll4
Reuter seint ons uit Melbourne:
In het Huis van Afgevaardigden antwoord
de Hughes op een hem gestelde vraag dat
de uitvoer van vleesch en graan naar Ned.-
Indië niet was toegestaan dan behoudens
een speciale regeling, waarbij her-'uitvoc
wordt belemmerd.
De Regeeringsschoenen.
Het „Vakblad voor de Schoenmokerijbe*
vat een artikel over goedkoope regeerings
schoenen, waarin betoogd wordt, dat er nog
een langen tijd overheen zal gaan, eer die
goedkoope regeeringsschoenen zullen ge
maakt en afgeleverd kunnen worden. Over
leer, aldus lezen we, is er te weinig, chroom-
geitenleder en boxcalf komt er niet meet
binnen, rundbox of Java-box' wordt er nu al
niet meer voor de huidige behoefte gefabri
ceerd.
Duurt e-toeslagen. Het Alge
meen Comité uit de Bonden van Overheids
personeel, aangesloten bij het Nederlundsch
Verbond van Vakvereenigingen, had zich
naar aanleiding van het besprokene ter
audiëntie van 23 Mei 1.1., met een uitvoerig
schrijven gewend tot den minister van Fi
nanciën, waarin de buitengewóón moeilijke
levensomstandigheden van het rijksperso
neel, aan de hand van officieele gegevens,
breedvoerig werden besproken.
In dat schrijven werd krachtig aangedron
gen op een voorloopige algemeene salaris-
verhooging, zulks mede op grond van hel
feit, dat de minister in zijn werk „De Econo
mische Toekomst van Nederland" zelf voor
spelt, dat de huidige duurte zich minstens
10 20 jaren zal handhaven en vgrvolgens,
omdat de duurtetoeslagen niet in den pen
sioengrondslag worden opgenomen.
Tegelijkertijd werd verzocht den duurte-
toeslag-1917 tussohentijds belangrijk te wil
len verhoogen; een voorstel dat met groote
sympathie in de ambtenaarskringen is ont
vangen.
7 September antwoordde de minister, dal
een herziening der salarisregeling voor hel
overheidspersoneel zal moeten wachten op
de voorstellen der Staatscommissie.
De regeering schijnt dus ook voor 1918
met -duurtetoeslag-voorstellen te willen ko
men.
In verband met dit antwoord houdt hel
Comité 15 September een vergadering, waar-
In zal worden voorgesteld een krachtige
actie in te zetten, om de bedragen der gel
dende duurtetoeslag-regeling belangrijk op te
voeren en de grens van uitsluiting (thans
2000) aanmerkelijk verhoogd te krijgen.
Het Comité blijft voorstander van de toe
kenning van eenzelfde bedrog aan alle be*
lenghebbenden, wat procentsgewijze neer
komt op de groote tegemoetkoming aan de
zwaarst geteisterde gezinnen en aan veel
administTatieven rompslomp e<?n einde zal
maken. Spoedige uitbetaling zal hierdoor
worden verkregen. Het Comité kant zich ver
der tegen elke uitsluiting of beperking ten
opzichte van ongehuwden.
Met gebroken/harten gaat het dikwijls als
jnet gebroken porceleingelijmd kunnen zij
nog jaren mee.
Homan
door
ii rese Hoven
Afijn, toen was zij ook maar gaan dienc cn
«ij ft ad der eerste tien guldens er aan gespen-
raei rd om lc leeren koken Zij had een cursus
'gevolgd, eigenlijk om die stiefdochters Ie
•jpe ten, die hadden het altijd zoo over educa
tie en dan ook. omdat ze keukenmeid wou
Wrden.
'Als keukennuid ken je tenminste bazen,
fda ir houdt zij van en jc kunt lekker pollen
,oo!c. Och, dat is het nou eigenlijk, dat haar
fWalcker houdt, haar spaarpenninkjes! Zij
\is er dan ook zoo trotsch opl Van hel begin
£af aan heelt zij royale diensten gehad en zij
Kis ook niet van dc zuinigste. Hoe meer dat je
^verstookt en ver schuurt en verbruikt, des te
ferooler het boekje wordt en ja,...dood eerlijk
(as zij, maar overdreven is ook niet noodig en...
afijn, zij heeft goed gepotl Het bedraagt een
Jjgoi ie... Nee, zij durft het niet zeggen, zelfs
niet aan haar eigen in den. nacht. Maar het is
een mooie stuiver.
Het eerste, wat zij er van gekocht heeft is
«en nieuw gebit, maar dat was een doentlJ
Zij had van huis uit slechte tanden, een erfe
nis van haar moeder, het eenig, wat zij er ook
van gehad heeft, en zij heeft heel wat moeten
laten trekken, vóór het zoover was, maar nou
staat het ook netjes! Zij had er wel een jaar
voor gespaard, want zij wou het mooi hebben.
En toen is zij gaan sparen voor een vlechie,
omdat haar haar zoo dun is. 's Zaterdags zet
zij er van voren haarspelden in, dan kroest
het 's Zondags mooi uit. Maar dat kan je eiken
dag niet doen, daar houden de dames ook niet
van. Zij heeft eens een mevrouw gehad, die
zei dat zij niet van die „polkaharen" hield!
Nou, dat was nonsens. Zondags is zij er wat
netjes mee. Een mooie kuif van voren en een
vlechie van achteren, fijn hoorf
En toen is zij gaan sparen voor een naai-
mesien, dat is makkelijk cn deftig. Daarna was
zij van plan om voor een kastje te gaan spa
ren. Gelukkig had zij er een georven van een
tante zaliger met nog honderd gulden er bij.
Mensch, zij was den Prins te rijk! Zij begon
net tc sparen en honderd gulden, zoo maar,
zonder dat zij er iets voor deed, was een
heclc som. De man van haar vriendin, die bij
dc postspaarbank is. had haar aangeraden om
hel, bij zijn, op de Bank te brengen maar dat
vertikt ze! Dat gaat naar het Rijk en net Rijk
behoeft van haar niet te profiteeren. Net als
met de postzegels. Zij schrijft zoo mm. moge
lijk, want dat gaat ook maar naar het Rijk!
En trammen ook, dat gaat naar de Maat
schappij. Dan houdt zij de dubbeltjes liever in
haar zak!
Ze is doodzuinig, behalve op haar toilet.
„Nou, ja, een mensch ziet er toch graag goed
uitl" Weggeven of zoo, of een ander mensch
traklecren, heeft zij een broertje aan dood.
Zij mot er veel te hard voor werken. Sparen
is dan ook haar grootste geluk. Zij heelt een
sigarenkistje vol, maar nu, wal zou zij er nu
mèe doen? Ze praten nu allemaal wel dat er
hier geen oorlog komt, maar dat zal natuur
lijk wel. In België was er een Koning en toch
zijn de Duitschers er in gekomen en hebben
er alles kort en klein geslagen. Licht, dat zij
het bij een Koningin ook probeeren! Je hoort
al zoo dikwijls schiefen van de kant van Sche-
velingen en zij is er heilig van overtuigd dat
zij nog wel eens aan zullen komen zetten.
Méneer, die zegt wel van nee en meneer
Frans ook maar die weet er heelemaal niks
van. Ja, ze zullen het hem op een briefje ge
ven, zoo'n blaag van een jongen! Niks geen
aardigheid an. Hij houdt je nog voor den gek
ook, met z'n: „Wanneer krijg ik nou 's een
zoen van je, Nelia!" En dan zc-gt zij lekker:
„Niks te zoenen hoor, jongeneer!" Expres
jongeneer. Hij meent het ook niet. ja, hij
moest het eens meenen, dan zou hij toch eens
iets merken!
Hoe is dat leuke liedje van Specnhoff toch
ook weer?
„Nooit mocht mij c.cn man behagen.
Nooit werd mij iets raars gevraagd,
Ik sterf dan ook, zonder klagen.
Als een hoog bejaarde maagd!
Nou, ja, dat laatste is flauw. Sterven wil zij
nog niet. Trui, de schoonmaakster, die zegt
altijd wel: „Ilct leven is geen lolletje!" maar.
zij heeft dan toch nog geen lust om er van te
scheiden, zooals het heet. Nee, zij hoopt nog
een jaar of tien te dienen en zich dan in een
deftig hofje in te koopen of te trouwen met
een weduwnaar en zijn eigen kinderen er dan
uit te bonjouren, net als het haar is gebeurd,
lekker!
Zij zucht, ze draait zich eens om het
is net of ze iels hoort! Zou het een muis zijn?
Daar is zij dan toch zoo doodsbaftg voor! Het
is net of die in der bed is... Even dcruit en
even aan der geldkistje komen. Dat doet zij
altijd, als zij 's nachts wakker is. Zij bergt het
in der vuile waschzak, tusschen der vuile
schorten; dat vindt zij veilig, maar of het
nu met die oorlog veilig zal zijn? Och! Godjc,
zij is er toch zoo bang voor.
Laatst was er een verhaal in de krant; hel
was heel mooi van de narigheid!^Zij werd er
koud van, maar het stond er toch maar! Her
was ook hoe zij 's nachts ergens binnen waren
gekomen, nou, en bij wie ze kwamen, was het
juist niet bij de tante van Speenhoff.
Als ze der dat lapten! Als iemand haar nou,
om het zoo maar eens te noemen, iets raars
vroeg, nou daar is zij niet bang voor. Op elke
maricr kan een fatsoenlijk meisje haar fat
soen wel bewaren. Maar., der geldjel^ Och
Heertje, als ze aan haar dierbaar geldje zou
den komen!
Niemand weet er van, zelis der kameraad
niel. Ze was er altijd zoo stickum mee!
Zoodra als zij in een dienst kwam dan zei
ze „Mevrouw, ik heb graag een kamertje
alleen, om reden as dat ik snurk!'*
Daar is geen woord van -«an, want zij heeft
in der levensdagen niet gesnurkt, maar een
mensch moet wat zeggen. Een kamertje alleen 1
En dan, vóór dat je gaat slapen, en als jc
's nachts wakker wordt en 's morgens als je
opslaat, zoo eventjes^ aan je kistje te voelen.
Och, mensch, dat is toch zoo prettig! Het is
net of zoo'n kistje leeft, of het een poesje is
of een hondje, je kunt het aaien. Warempel
waar. En als zij uit is geweest, kan zij er naar
verlangen.
Daar staat zij nou In der nachtjak! Een
kaars heeft zij niet aangestoken, om reden als
dal zij bang is dat iemand haar zal zien»
Als de vijand nou toch eens kwam en zij
doorzochten alles, lot zij der geldkistje had
den? Dat zou zij immers niet overleven en zij
gunt het ze niet.
Zij zou het verschrikkelijk vinden als de
Duitschers, of dc Engelschers of de Fran-
scbers of dc P*ussischers er zich mee zouden
verrijken. Het komt hun immers niet toe; het
is van haar, ze heeft het eerlijk verdiend....
cent voor cent en dubbeltje voor dubbeltje,
en de bankjes ook, die heeft zij zelf verdiend:
drie lapjes van honderd bennen der bij, één
van der tante, dat is eerlijk gcorvcn cn twee
van der zelf en dan nog een stuk of wal van
vijf en twintig bn... gossie, nou heeft zij /lch
bijna versproken. Als zij het maar niet hard
op heeft gezegd. Verbeeld je, dat zoo'n vijand)
eens achter dc deur stond om tc luisteren naar
wat jc zegt. Ziel zij de deur daar niet bewe
gen?
De kruk zit niet stevig dicht en de sleutel
ook niet. Opeens heeft zij een gevoel alsof zij
mol gaan huilen en dat gebeurt haar anders
nooit, omdat het hoar zoo leelijk maakt Zij
is een beetje van de pokken geschonden, nou
ja, dat is geen schande! ..Putjes in jc gezicht
is fatsoenlijker as verf of poeier," heeft zij eea
verpleegster uit een gasthuis liooren zeggen*
toen zij eens naar een vriendin ging kijken; op;
een vrijen dag, dan op een betaaldag vindt
ze zonde. De kwartjes groeien haar ook nieï
op den rug.
(Wordt TervolgdJ'