NVF5* Tweede Blad. 16d* Jaargang „DE EEMLANDER". Zaterdag 15 September 1917. BINNENLAND. FEyÏLLETOW. 't Winkeltje. Hoofd redactie i MAKIE VAN VERSENDAAL. Mr. O. VAN SCHAARDENBDRO. Uitgevers- VALKHOFP d Co. .1 f 1 50, e.oo. ABONN EM ENT8FHUS: Por 8 maanden tooi Amenfoori Idem franco per post Per week (mei gratis verzekering tegen ongelukken)* O.l 4« Afzonderlijke nummers 0.05. Wekelijksob bijvoegsel „Dt Hollandtch* Buimouv' (onder cedaotie van Thérèee Hoven) per 8 mnd. 50 ets. /Wekelijkeoh bijvoegsel W*r*ldr*tin" per 3 tand. 50 of*. Bureau: Arnbemscbe Poortwal, boek Utrecbtschestr. Intercomm. Telefoonnummer 66. PBLJ8 DER ADV EET EN Tl EN; Van 1—6 r*g«l,f O.NO. Elk, r.R.l meer aa .a O.IS. Dieoataanbiedingen 1—6 regel, ii ii ii 0.50. Groote letters naar plaatsruimte. Voor hAndel en bedrij' bestaan zeer voordeelige bepalingon tot het herhaald advurteeren in dit Blad, bij abonnement. Eene oiroulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Meditatiën. Als het zonlicht verschemert in 't avond duister en onze gedachten, die zoolang er licht was, in concrete werking gedrongen ^varcn, zich mogen ontspannen in vage ab- latrac ties van verdichtsel en werkelijkheid jjtegeiijk, dan peinzen wij, die weten, dat we Tfian onszelf wel genoeg moeten hebben, ||imaar dat de wereld rondom toch 't fundament As waarop die zelfgenoegzaamheid rust, soms Apver de vraag, waarom de menschen, die Hfleze wereld eiken dag vertegenwoordigen, ons zoo onnoemelijk vervelend voorkomen. Wij praten, wij moeten aftijd praten en 1 altijd bijna praten wij langs elkaar heen, elk vooringenomen door onze eigen be llang etjes en werkjes, amusementen en in- trigetjes Toch spreken de menschen altijd, debi- jeeren beleefdheidsfrases, informeeren naar eikaars gezondheid, zeggen allerlei waar ze *geer. steek van meenen en ze spreken veel kwaad en zelden geestig. Een warrelende drukke leegheid is om al dat stemrfiengerucht. En in ons zinkt de verveling Dm wenden wij ons af van dat ijle ge praat en zoeken onzen troost bij de zooge naamde interessante menschen, mensch<& van wie iels uitgaat boven 't banale con versatiepraatje en die je graag je vrienden noemt, gelijkgestemden in denken en 'voelen. Maar ook deze kunnen je geweldig embêteeren en dat ergert je te meer omdat het, voor dezulken die geest bezitten, immers Itiiet noodig was. 't Is bepaald een ongeluk, dat wezens, die voor „de moeite waard" worden versleten, ;idat zelf zoo goed weten en meenen zich de luxe wel te kunnen permitteeren om bij tijd en wijle aan hun boos humeur toe te geven, Ze spreken met een ontevreden dofien 3clan< in de slem, zoo'n toon, waar geen lach in doorklinkt, als de schrille trompet stoot bij een Belgische militaire begrafenis. Dan lanceeren ze opzettelijk geestig hed n-zonder-geest, vertellen quasi-interes- sanie verhaaltjes uit angst van zich in betere gedachten te ver te laten gaan. Want ook hier moet gepraat worden, woorden, klanken, om de stilte te breken, onharmonische beklemmende stilte, die meer nog zou kwellen, dan de meest zenuwver- slappenden woordenwarrel. De menschen- soort, die men belangwekkend pleegt te noemen blijkt alleen met zichzelf ingenomen ite zijn en allesbehalve met hun medemen- schen, welke ze natuurlijk moeten vervélen. Vooral 't jongere geslacht is zeer sterk in deze hebbelijkheid. 't Moderne intellect, dat wijsgeeren dich ters en verdere scribenten eenerzijds, ambi- tiente politikers, industrieele genieën, ads- pirant toongevers der haute finance en Teserve-luitenants anderzijds tegenwoordig aan de markt brengen, is meestal niet veel pnders den armzalige pose. Deze laatste zijn de „menschen die 't B. weten", en die hebben een surplus van „ge zond verstand" en praktisch doorzicht. De anderen zijn vol pathetiek en weeë frasen. Zij hullen in een waas van mysticis me hun ijdele ziel, achten diep gevoel iets aparts, maar gewoon „gezond verstand" te banaal. Ze zijn gruwelijk vervelend en nog onhoffelijk op den koop toe. Hoffelijkheid is immers een ouderwetsch begrip en niet meer van dezen tijd. We kunnen onzen evennaasten allerlei pedanterie en onhebbelijkheid vergeven, zelfs onbeschoftheid gewilde onbeschoft heid zeker, want dat is een vorm van hof felijkheid, een compliment van onze scherp zinnigheid, die door 't ruige uiterlijk wel weet heen te zien, en we doen goed, het als een eer op te vatten, dat er nog zooveel notitie van ons genomen wordt mits ze maar niet vervelend zijn. En dat is helaas al te zeer 't geval bij deze groep van intellectueele bijzonderhe den, die zoo geheel en al bezig worden ge houden door hun eigen individualiteit, welke immers tot volle ontplooiing moet komen, welke ze moeten door-, over- en uitdenken I Heerlijk naïeve dwazen Zij hebben nog niets ondervonden, niets beleefd dan wat weeke sentimentaliteit om in 'n paar versjes te gieten. Als eenzijdige theoretici staan ze ver bui ten de praktijk des levens, de nuchtere werkelijkheid der wel vaak ruwe en mee- doogenlooze en ook heel kleinzielige en aliedaagsche, maar toch ook zoo machtige, grootsche samenleving, die eiken dag nieuwe problemen stelt, aan hem die zijn vinger kan leggen op haar slagader. Daar echter moeten we het zwijgen toe doen, niet over praten en vooral niet hoo rnen. De tijd doet z'n werk wel. Hoemeer rustige rust bezinkt in onze on- rustzielen, des te meer komen we tot 't weten, dat we geen heil moeten zien in de extaze, dat we geen stijging behoeven tot het bijzondere, tot iets vaags en ijls, dat boven de wolken zweeft. 't Is jezelf een brevet van onnoozelheid geven door van zoo groote hoogten nog iets te verwachten, 'n Kwestie van stem ming en stemming vernevelt gauw in lage landen aan de zee. Dan voel je, dat 't geen eens wel aardig en aantrekkelijk was door 't nieuwe, toch maar verbeelding was, schijn en niet eene schóone sohijn en nog intenser grijpt ons de weerzin, de verveling. Er zijn zeker nog vele verstandige men schen en ook beminnelijke menschen en aardige menschen en zelfs goede menschen. Wij spraken slechts van twee tegenstellin gen de alledaagschen en de minder-alle- daagschen, die toch in verveling niet voor elkaar onderdeden. Daar tusschen liggen ontelbare variëtei ten. Maar mogen we deze als groep niet uit schakelen 't Zijn de enkelingen en hoe weldadig hun wezen ons soms kan aandoen, even vaak benauwen ze ons juist door hun voortreffe lijkheid. Iemand, dien iedereen verstandig vindt, die nooit iets onverstandigs doet, maar Alles doet met overleg, ergert ons; een beminne lijk mensch is altijd en tegen iedereen be minnelijk anders noemde „men" hem niet beminnelijk en wij houden niet van gemeenplaatseneen aardig mensch want anders werd hij weer niet aardig ge noemd is een neutraal mensch en neu traliteit is een zeer ongewis begrip, zooals we dagelijks ondervinden en de goede mens^en, ja, die moet je met een lantaren tje gaan zoeken en daar is op 't oogenblik geen olie voor beschikbaar. Zoo rest ons niets dan de conclusie, dat we maar niet zoo lastige eisdhen moeten stellen, dat we niet zooveel moeten beschou wen en zoo min mogelijk analyseeren, om niet al te groot failliet te maken, maar een voudig aanvaarden, wat de menschen ons nog wèl willen geven. De relativiteit van onze indrukken of de subjectiviteit van onze gevoelens en de bekwaamheid om de eer sten na te voelen en de anderen te toetsen, speelt een te groote rol. Want we zijn vol affectaties en onechtheid, die we aan ande ren verwijten en zelf achter would-be open hartigheid maskeeren. En als je niet praten wilt en toch wilt gaan onder de menschen, zoek dan muziek, geen groote kunst, maar eenvoudige, vriendelijke muziek, die om je zweeft met een rythme van blijmoed, dat alle sombere gedachten afleidt. Je kunt altijd veinzen door muziek geab sorbeerd te zijn en zwijgen, 't Is veel beter je moede hersens te laten uitrusten op den deinenden cadans van een luchtig melo dietje, dan ontspanning te zoeken in de strak getrokken atmosfeer van kunstmatig opgedreven of den varreWvar— rel van een theevisite. Muziek kan alle talen overstemmen, en, omdat zij onbestemd is, alle verveling vervagen Als er waarheid ligt in het oude Pran- sohe spreekwoord, dat 't geheim van ver velend te zijn, is alles te zeggen, laten we dan hier gauw een eindstreepje zetten. Men mocht eens zeggen, dat deze beschouwin gen over de verveling nog 't allervervelend ste waren f 9. Vin. '17. De Staatscourant van 14 September 1917 bevat om. de volgende Koninklijke besluiten: eervol ontslag verleend flan de navolgende leden van het Vrijwillig Militair Automobiel Corps, de kapiteins J. J. A. A. baron van Pal- landt, M. J. baron van Pallandt, A. J. dc Jong Schouwenburg. J. Kooiman en den len luite nant G. de "With; benoemd tol commies aan het departement van oorlog de adj. commies II. G. G Schreiner. benoemd tol reserve luitenant bij het wapen der genie de reserve le luitenant van het 7e regiment infanterie J. C. van Staveren. da aariog» Een deputatie uit de besturen van het Ned. Vakverbond, uit dc S. D. A. P. en den Bond van Ned. Arbeiders Coöperaties, bestaan de uit de hccren J. Oudegeest. Edo Fimmcn voor het N. V. V., J. W. Matthijsen voor de S. D. A. P. cn A. G. Verbeek en W. C. de Jonge voor de Arbeiders Coöperatie, had gister aan het departement van landbouw een zéér lang durig onderhoud met Minister Posthuma, ter toelichting van de eischen omtrent dc levens middelen-voorziening gesteld in de op 2 Sep tember gehouden vergadering van hoofdbe stuursleden der bij het Ned. "Vakverbond aan gesloten organisaties. Van de besprekingen in het kabinet des ministers, bijgewoond door de commissie van bijstand inzake dc distribu tie-wet 1916, zal later een communiqué wor den verslrekt aan dc pers. Winteraardappelen. Het Tweede-Kamerlid de heer Van der Voort van Zijp heeft tot den minister van Landbouw, Nijverheid en Handel de vol gende vraag gericht: Voor arbeiders, die voornemens zijn coö peratief winteraardappelen op te doen. is het gewenscht, dat er eenige zekerheid bestaat dat het voorbereiden van deze zaak en in zonderheid het bijeenbrengen van het be- noodigde geld, niet tevergeefs gesohiede. Kan de minister mededeelen of er uitrioht is, dat in 's ministers besohikking omtrent de soorten van late aardappelen, waarvoor vrije handel is toegestaan, in de eerste we ken geen wijziging is te verwachten? Boter Naar aanleiding van een bericht in de dagbla den, dat boter, verpakt in blik, tegen f 1.60 per Ij K.G. mag worden verkocht, deelt men ons mede, dat zulks niet juist is. Volgens de door den Minister van Landbouw, Nijverheid en Han del d.d. 3 April j.l. vastgestelde maximumprijzen is het niet geoorloofd den boterprijs voor verpak king te verhoogen: zoodat voor boter, verpikt in blik, niet meer dnn f 2.G0 per K.G. in reke ning mag worden gebracht. Wonneer men boter in blik wenscht te verpak ken, dienen hiervoor eerst de blikken bij een blikfabriek te worden gekocht en don tc - vul ling naar een zuivelfabriek opgezonden. Onze steenkolen-voorziening. Naar Het Volk ter oore kwam en gis teravond door ons werd gemeld, heeft Duitschland geëischt, dat niet de Neder- landsche regeering, maar de gemeen- t e n, die de Duitsche kolen zullen gebrui ken, voor een gelijk bedrag als de waarde der kolen is zullen inschrijven op een 6 percents-leening. Bij informatie ten stadhuize te Amster dam bleek het N. v. d. D., dat daar van dit voornemen van Duitschland niets bekend is. De mogelijkheid bestaat natuurlijk dat in Den Haag bij het Rijkskolenbureau of bij onze regeering deze leenings-quaestie ter sprake is gebracht. Ook aan Zweden zou destijds een dergeliike eisch zijn gesteld. Men herinnert zich, dat minister Treub in de Kamer heeft verklaard, dat van deel neming van den Staat in leeningen van oorlogvoerende landen nimmer sprake zou zijn. Uraan en me«l voor \ed. Oont-Iii<ll4 Reuter seint ons uit Melbourne: In het Huis van Afgevaardigden antwoord de Hughes op een hem gestelde vraag dat de uitvoer van vleesch en graan naar Ned.- Indië niet was toegestaan dan behoudens een speciale regeling, waarbij her-'uitvoc wordt belemmerd. De Regeeringsschoenen. Het „Vakblad voor de Schoenmokerijbe* vat een artikel over goedkoope regeerings schoenen, waarin betoogd wordt, dat er nog een langen tijd overheen zal gaan, eer die goedkoope regeeringsschoenen zullen ge maakt en afgeleverd kunnen worden. Over leer, aldus lezen we, is er te weinig, chroom- geitenleder en boxcalf komt er niet meet binnen, rundbox of Java-box' wordt er nu al niet meer voor de huidige behoefte gefabri ceerd. Duurt e-toeslagen. Het Alge meen Comité uit de Bonden van Overheids personeel, aangesloten bij het Nederlundsch Verbond van Vakvereenigingen, had zich naar aanleiding van het besprokene ter audiëntie van 23 Mei 1.1., met een uitvoerig schrijven gewend tot den minister van Fi nanciën, waarin de buitengewóón moeilijke levensomstandigheden van het rijksperso neel, aan de hand van officieele gegevens, breedvoerig werden besproken. In dat schrijven werd krachtig aangedron gen op een voorloopige algemeene salaris- verhooging, zulks mede op grond van hel feit, dat de minister in zijn werk „De Econo mische Toekomst van Nederland" zelf voor spelt, dat de huidige duurte zich minstens 10 20 jaren zal handhaven en vgrvolgens, omdat de duurtetoeslagen niet in den pen sioengrondslag worden opgenomen. Tegelijkertijd werd verzocht den duurte- toeslag-1917 tussohentijds belangrijk te wil len verhoogen; een voorstel dat met groote sympathie in de ambtenaarskringen is ont vangen. 7 September antwoordde de minister, dal een herziening der salarisregeling voor hel overheidspersoneel zal moeten wachten op de voorstellen der Staatscommissie. De regeering schijnt dus ook voor 1918 met -duurtetoeslag-voorstellen te willen ko men. In verband met dit antwoord houdt hel Comité 15 September een vergadering, waar- In zal worden voorgesteld een krachtige actie in te zetten, om de bedragen der gel dende duurtetoeslag-regeling belangrijk op te voeren en de grens van uitsluiting (thans 2000) aanmerkelijk verhoogd te krijgen. Het Comité blijft voorstander van de toe kenning van eenzelfde bedrog aan alle be* lenghebbenden, wat procentsgewijze neer komt op de groote tegemoetkoming aan de zwaarst geteisterde gezinnen en aan veel administTatieven rompslomp e<?n einde zal maken. Spoedige uitbetaling zal hierdoor worden verkregen. Het Comité kant zich ver der tegen elke uitsluiting of beperking ten opzichte van ongehuwden. Met gebroken/harten gaat het dikwijls als jnet gebroken porceleingelijmd kunnen zij nog jaren mee. Homan door ii rese Hoven Afijn, toen was zij ook maar gaan dienc cn «ij ft ad der eerste tien guldens er aan gespen- raei rd om lc leeren koken Zij had een cursus 'gevolgd, eigenlijk om die stiefdochters Ie •jpe ten, die hadden het altijd zoo over educa tie en dan ook. omdat ze keukenmeid wou Wrden. 'Als keukennuid ken je tenminste bazen, fda ir houdt zij van en jc kunt lekker pollen ,oo!c. Och, dat is het nou eigenlijk, dat haar fWalcker houdt, haar spaarpenninkjes! Zij \is er dan ook zoo trotsch opl Van hel begin £af aan heelt zij royale diensten gehad en zij Kis ook niet van dc zuinigste. Hoe meer dat je ^verstookt en ver schuurt en verbruikt, des te ferooler het boekje wordt en ja,...dood eerlijk (as zij, maar overdreven is ook niet noodig en... afijn, zij heeft goed gepotl Het bedraagt een Jjgoi ie... Nee, zij durft het niet zeggen, zelfs niet aan haar eigen in den. nacht. Maar het is een mooie stuiver. Het eerste, wat zij er van gekocht heeft is «en nieuw gebit, maar dat was een doentlJ Zij had van huis uit slechte tanden, een erfe nis van haar moeder, het eenig, wat zij er ook van gehad heeft, en zij heeft heel wat moeten laten trekken, vóór het zoover was, maar nou staat het ook netjes! Zij had er wel een jaar voor gespaard, want zij wou het mooi hebben. En toen is zij gaan sparen voor een vlechie, omdat haar haar zoo dun is. 's Zaterdags zet zij er van voren haarspelden in, dan kroest het 's Zondags mooi uit. Maar dat kan je eiken dag niet doen, daar houden de dames ook niet van. Zij heeft eens een mevrouw gehad, die zei dat zij niet van die „polkaharen" hield! Nou, dat was nonsens. Zondags is zij er wat netjes mee. Een mooie kuif van voren en een vlechie van achteren, fijn hoorf En toen is zij gaan sparen voor een naai- mesien, dat is makkelijk cn deftig. Daarna was zij van plan om voor een kastje te gaan spa ren. Gelukkig had zij er een georven van een tante zaliger met nog honderd gulden er bij. Mensch, zij was den Prins te rijk! Zij begon net tc sparen en honderd gulden, zoo maar, zonder dat zij er iets voor deed, was een heclc som. De man van haar vriendin, die bij dc postspaarbank is. had haar aangeraden om hel, bij zijn, op de Bank te brengen maar dat vertikt ze! Dat gaat naar het Rijk en net Rijk behoeft van haar niet te profiteeren. Net als met de postzegels. Zij schrijft zoo mm. moge lijk, want dat gaat ook maar naar het Rijk! En trammen ook, dat gaat naar de Maat schappij. Dan houdt zij de dubbeltjes liever in haar zak! Ze is doodzuinig, behalve op haar toilet. „Nou, ja, een mensch ziet er toch graag goed uitl" Weggeven of zoo, of een ander mensch traklecren, heeft zij een broertje aan dood. Zij mot er veel te hard voor werken. Sparen is dan ook haar grootste geluk. Zij heelt een sigarenkistje vol, maar nu, wal zou zij er nu mèe doen? Ze praten nu allemaal wel dat er hier geen oorlog komt, maar dat zal natuur lijk wel. In België was er een Koning en toch zijn de Duitschers er in gekomen en hebben er alles kort en klein geslagen. Licht, dat zij het bij een Koningin ook probeeren! Je hoort al zoo dikwijls schiefen van de kant van Sche- velingen en zij is er heilig van overtuigd dat zij nog wel eens aan zullen komen zetten. Méneer, die zegt wel van nee en meneer Frans ook maar die weet er heelemaal niks van. Ja, ze zullen het hem op een briefje ge ven, zoo'n blaag van een jongen! Niks geen aardigheid an. Hij houdt je nog voor den gek ook, met z'n: „Wanneer krijg ik nou 's een zoen van je, Nelia!" En dan zc-gt zij lekker: „Niks te zoenen hoor, jongeneer!" Expres jongeneer. Hij meent het ook niet. ja, hij moest het eens meenen, dan zou hij toch eens iets merken! Hoe is dat leuke liedje van Specnhoff toch ook weer? „Nooit mocht mij c.cn man behagen. Nooit werd mij iets raars gevraagd, Ik sterf dan ook, zonder klagen. Als een hoog bejaarde maagd! Nou, ja, dat laatste is flauw. Sterven wil zij nog niet. Trui, de schoonmaakster, die zegt altijd wel: „Ilct leven is geen lolletje!" maar. zij heeft dan toch nog geen lust om er van te scheiden, zooals het heet. Nee, zij hoopt nog een jaar of tien te dienen en zich dan in een deftig hofje in te koopen of te trouwen met een weduwnaar en zijn eigen kinderen er dan uit te bonjouren, net als het haar is gebeurd, lekker! Zij zucht, ze draait zich eens om het is net of ze iels hoort! Zou het een muis zijn? Daar is zij dan toch zoo doodsbaftg voor! Het is net of die in der bed is... Even dcruit en even aan der geldkistje komen. Dat doet zij altijd, als zij 's nachts wakker is. Zij bergt het in der vuile waschzak, tusschen der vuile schorten; dat vindt zij veilig, maar of het nu met die oorlog veilig zal zijn? Och! Godjc, zij is er toch zoo bang voor. Laatst was er een verhaal in de krant; hel was heel mooi van de narigheid!^Zij werd er koud van, maar het stond er toch maar! Her was ook hoe zij 's nachts ergens binnen waren gekomen, nou, en bij wie ze kwamen, was het juist niet bij de tante van Speenhoff. Als ze der dat lapten! Als iemand haar nou, om het zoo maar eens te noemen, iets raars vroeg, nou daar is zij niet bang voor. Op elke maricr kan een fatsoenlijk meisje haar fat soen wel bewaren. Maar., der geldjel^ Och Heertje, als ze aan haar dierbaar geldje zou den komen! Niemand weet er van, zelis der kameraad niel. Ze was er altijd zoo stickum mee! Zoodra als zij in een dienst kwam dan zei ze „Mevrouw, ik heb graag een kamertje alleen, om reden as dat ik snurk!'* Daar is geen woord van -«an, want zij heeft in der levensdagen niet gesnurkt, maar een mensch moet wat zeggen. Een kamertje alleen 1 En dan, vóór dat je gaat slapen, en als jc 's nachts wakker wordt en 's morgens als je opslaat, zoo eventjes^ aan je kistje te voelen. Och, mensch, dat is toch zoo prettig! Het is net of zoo'n kistje leeft, of het een poesje is of een hondje, je kunt het aaien. Warempel waar. En als zij uit is geweest, kan zij er naar verlangen. Daar staat zij nou In der nachtjak! Een kaars heeft zij niet aangestoken, om reden als dal zij bang is dat iemand haar zal zien» Als de vijand nou toch eens kwam en zij doorzochten alles, lot zij der geldkistje had den? Dat zou zij immers niet overleven en zij gunt het ze niet. Zij zou het verschrikkelijk vinden als de Duitschers, of dc Engelschers of de Fran- scbers of dc P*ussischers er zich mee zouden verrijken. Het komt hun immers niet toe; het is van haar, ze heeft het eerlijk verdiend.... cent voor cent en dubbeltje voor dubbeltje, en de bankjes ook, die heeft zij zelf verdiend: drie lapjes van honderd bennen der bij, één van der tante, dat is eerlijk gcorvcn cn twee van der zelf en dan nog een stuk of wal van vijf en twintig bn... gossie, nou heeft zij /lch bijna versproken. Als zij het maar niet hard op heeft gezegd. Verbeeld je, dat zoo'n vijand) eens achter dc deur stond om tc luisteren naar wat jc zegt. Ziel zij de deur daar niet bewe gen? De kruk zit niet stevig dicht en de sleutel ook niet. Opeens heeft zij een gevoel alsof zij mol gaan huilen en dat gebeurt haar anders nooit, omdat het hoar zoo leelijk maakt Zij is een beetje van de pokken geschonden, nou ja, dat is geen schande! ..Putjes in jc gezicht is fatsoenlijker as verf of poeier," heeft zij eea verpleegster uit een gasthuis liooren zeggen* toen zij eens naar een vriendin ging kijken; op; een vrijen dag, dan op een betaaldag vindt ze zonde. De kwartjes groeien haar ook nieï op den rug. (Wordt TervolgdJ'

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1917 | | pagina 5