't Winkeltje.
«5 jN'. 60.
16de Jaargang
„DE EEMLANDER'
Maandag 1 October 1917.
BUITENLAND.
FEUILLETON*
OORTSCH
Hoofdredactie:
MARIE VAN VERSENDAAL.
Mr O. VAN SCHAARDENBURO.
Uitgevers: VALKHOFF ft Ca.
abonnem entsfrus
Per 8 maanden voot Ameratoort 1 50.
Idem franco per poet8. Oft.
Per week (met grata» verzekering tegen ongelukken) O. I 4.
Af»onderl\ike nummer» O.Oft.
Wekelljksoh bijvoegsel „D* Bollandteh» But*vrow0" (onder
redaotie van Thérè»» Hoven) per 8 mnd. ftO et».
"Wekel^ksob bpvoegsel „Wtrtldnvüs' per 8 mod ttSI el».
Bureau: Arnhemsche Poortwal, hoek Utrecbtscbestr.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
F R US DER ADVERTENTlSN:
V*o 1—6 r.R.I.0.80.
EU. p.r.I .0.15.
Dienstaanbiedingen 1—6 regel» M M #A 0.50»
Qroote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrjjf bestaan zeer voordeelige bepalingen
tot het herhaald adverteeren in dit Blad, bij abonnement.
Eene circulaire, bevattende do voorwaarden, wordt op
aanvraag toegezonden.
Trekvogels
door
Mevr. E. H. DU QUESNE VAN GOGH.
Boven avondstille velden,
Gaat de dichte schare vogels.
Onder gouddoortinte wolken
Strijkt hun donkergrauwe schare.
Niemand zegt hun hunne wegen.
Richt ze'door het onbegrensde;
Eén en 't zelfde voorgevoelen
Doet hen 't eindige bereiken.
Roerloos in de avondstilte
Rijzen groepen verre boomen,
In een zwijgend nabetrachten
Van den reeds verstreken zomer.
Politiek Overzicht
Duitschland's buiteniandsche
politiek.
Duitschland is, voor het oogenblik, niet
geneigd zijn oorlogsdoeleinden scherp te
omschrijven, het is absoluut niet in het
geheim met eenige vijandelijke regeering in
verbinding getredenwaarbij het reeds
vooraf de kostbaarste voordeelen ter onder
handeling zou hebben prijsgegeven, zooals
hardnekkige geruchten wilden ook voor
België geldt dit en er bestaat over de Bel
gische kwestie geen (geheime) nota zie
daar de drie belangrijkste punten uit de re
devoeringen die Vrijdag in Centrale Com
missie van den Duitschen rijksdag door den
rijkskanselier en den staatssecretaris Von
Kühlmann zijn gehouden.
Het eerste dezer drie punten is wel het
meest belangrijke, dat tevens alle andere
domineert, en te dezen aanzien neemt Mi-
caëlis, de nieuwe kanselier, geen ander
standpunt in dan vroeger reeds Von Beth-
mann Hollweg deed.. Ook Michaëlis is van
meening dat eene in bizonderheden gaan
de omschrijving der vredesdoeleinden niet
anders dan ontijdig zou zijn en Duitsch-
land's belangen slechts zou schaden.
„Het is bezwaarlijk aldus Michaëlis
te begrijpen hoe kenners van den interna
tionalen toestand en van de internatioale
gebruiken ooit konden gelooven dat wij in
een door ons afgelegde openbare verkla
ring de oplossing van zulke gewichtige
vraagstukken, die in onverbreekbaar ver
band staan tot de geheele, bij eventueele
vredesonderhandelingen te bespreken groep
van vraagstukken, door een verklaring van
ons alleen ten onzen nadeele zouden vast
leggen. Elke dergelijke verklaring zou in het
tegenwoordige stadium slechts vgnVarrend
werken en de Duitsche belangen schaden.
„Waren de Duitschers in bijzonderheden
getreden, dan zou dat kan uit de hou
ding der vijandelijke pers nu reeds stellig
worden opgemaakt het wachtwoord in
het kamp der tegenstanders zijn geweest:
de Duitsche tegemoetkomingen moeten als
kenteekenen van Duitschland's afnemende
kracht worden aangemerkt en derhalve, naar
onmiddellijk daaruit volgt, als credietpost
worden geboekt. Wij zouden den vrede
geen stap nader zijn gela&men. Integendeel,
de overtuiging bij de tegenpartij, dat alleen
de slechte staat van zaken ten onzent ons
genoopt kon hebben, een houding aan te
nemen, die niemand, op diplomatiek ge
bied thuis, ook maar in de verste verte zou
kunnen verklaren, zou vast en zeker den
oorlog hebben verlengd."
Het is dit standpunt van den kanselier,
dat dezer dagen nog krachtig werd vertolkt
door een orgaan als de Kölnische Zeitung,
zulks naar aanleiding van een motie die on
langs is aangenomen in een vergadering
van den Centralen Raad der Nationaal Li
berale partij, waarbij de meerderheid der
aanwezigen zich keerde tegen de bekende
vredesresolutie van den rijksdag van 19
Juli j.I., deze niet minder dan „eine Gefëhr-
dung der Friedensentwicklung" noemende.
Wanneer men nu weet dat de nationaal-li-
berale partij, al stemden zij niet uitdrukke
lijk voor de vredesresolutie der rijksdag-
meerderheid, destijds toch eene verklaring
hebben gepubliceerd, die in den geest zeer
weinig daarvan verschilde, dan is deze
nieuwste motie wel in hoogst zonderling
contrast daarmede. De zaak is echter dat
er in den boezm der partij en wellicht ook
daarbuiten een groeiende actie gaande is te
gen* de strekking der resolutie. En van deze
actie was de Köln. Ztg. tolk toen ze schreef:
„Wie opmerkzaam het geschrijf van de En
tente-pers heeft nagegaan, heeft zich niet
kunnen onttrekken aan den indruk, dat feite
lijk door de rijksdagresolutie onze tegenstan
ders worden versterkt in de meening dat
onze weerstandskracht aan het afnemen is
en we slechts zoeken naar een stroohalm.
Zulk eene overtuiging beteekent, dat bij de
Entente de idee wordt versterkt den oorlog
voort te zetten, totdat wij toegeven en de
voorwaarden aannemen, die ons de wil des
tegenstanders oplegt. De indruk van onze
wapenfeiten wordt op deze wijze waardeloos
gemaakt."
En het blad wijst er dan op dat ook
Duitschland's tegenstanders zonder uitzon
dering van den oorlog*te lijden hebben, dat
in Rusland een chaos heerscht, dat iivltalië
voortdurend het gevaar van binnenlandsche
onlusten toeneemt, dat in Frankrijk, dat uit
gestrekte streken des lands in vijandelijke
handen ziet, een wanhopige stemming over
de weinige kansen, op succes, die een voort
zetting van den oorlog biedt, in volk en leger
steeds duidelijker merkbaar wordt, en dat
ook Engeland steeds pijnlijker den nood des
oorlogs aan den lijve voelt. En niettegen
staande dit, zijn alle organen daér het er
over eens dat dé oorlog moet worden voort
gezet. Eerst moeten óók zij aldus de
Kölnische komen tot het inzicht dat alle
bloedvergieten geen stap nader tot het doel
brengt.
In de rede van den rijkskanselier treffen
wij dezelfde klanken terug. Ook hij wees in
zijn rede breedvoerig op de schaduwzijden
bij de tegenpartij, waartegenover aan
Duitschland's zijde staan: ongebroken mili
taire kracht, eensgezindheid in het drogen
van verdere offers, eensgezindheid met de
bondgenooten, eensgezindheid ook tusschen
alle factoren der regeering en vertegenwoor
digers van het parlement, waarvan de sa
menwerking naar Von Kühlmann deed
uitkomen bij de opstelling van de pause
lijke nota voor het eerst en met succes werd
beproefd. Alle pogingen, zoo zeide Von
Kühlmann, om tusschen de Duitsche regee
ring en het Duitsche volk een wig te drij
ven, zijn mislukt. Wat daarover in den
vreemde wordt gecolporteerd is legende "en
meer niet.
We gelooven dat Von Kühlmann in dit
alles gelijk heeft. Het gebazel in Amerika,
dat men niet met de Hohenzollerns wil on
derhandelen, toont dat men daar niet het
minste begrip heeft van de hechtheid waar
mede de Hohenzollern-dynastie in den
Duitschen bodem is geworteld.
Duitschland heeft in het antwoord op de
Pauselijke nota in plechtige en wel
gekozen bewoordingen de verzekering
gegeven van zijn instemming met de
daarin vervatte denkbeelden, door wel
ker verwezenlijking de brute macht van
het geweld eens zal worden vervangen door
de zedelijke macht van het recht: scheids
rechterlijke uitspraak, ontwapening e. d.
Wij hebben reeds op de groote beteekenis
van deze uitspraken der, vroeger zoo sabel-
kletterende, Duitsche regeering gewezen.
Het bewijst dat men in Duitschland geleerd
heeft, door schade en schande.
Maar voor Amerika en voor de geallieer
den is dit niet genoeg. Niettegenstaande de
vrede wordt aangeboden, wil men blijven
„.w^hten voor den vrede", in naam voor
een vrede die duurzaam moet boeten, maar
in werkelijkheid voor een vrede, waarbij de
Middenrijken zich op genade en ongenade,
en dan als boetvaardige zondaren, aan
den tegenstander moeten overgeven, om uit
diefis handen de zegeningen der nieuwe
vredes-aëra te ontvangen. Ja, dat zal een
duurzame vrede wezenf
Dat er voor de Centrale mogendheden,
voor Duitschland niet het minst, een alles
behalve blanco zondenregister bestaat, nie
mand zal het ontkennen de tegenpartij
handelt, hoe langer de oorlog duurt,
ook allesbehalve vlekkeloos doch
Von Kühlmann heeft er nog eens op ge
wezen het is een waandenkbeeld te
meenen, dat het oogenblik kan aanbreken,
„waarop het Duitsche volk in zak en asch
boete doet, zich vol berouw op de borst zal
slaan, en onder het Caudijnsche juk van
smadelijke eischen doorgaan/'
Ongetwijfeld zoolang de tegenstanders
van dien waan niet genezen zijn, zal het
zwaard het woord moeten blijven voeren.
De oorlog.
B e r 1 ij n3 0 S e p t (W. B.) Voormid
dag-bericht uit het groote hoofdkwartier.
Bij ongunstige zicht bleef bij alle legers
de strijdoctie geringer dan de vorige dagen.
In Vloanderen was de ortilleriestrijd aan de
kust en des avonds van de Yser tot het /pe
ren— Comineskanaol krachtig. Aanvallen
van Engelsche verkenningsafdeelingen wer
den op verscheidene plaatsen afgewezen.
Voor Verdun was, afgezien van een voorbij
gaande stijging van de vuuractie, de strijd-
actie matig.
P a r ij s, 3 0 Sept. (Havas). Namiddag
communiqué.
Er was een vrij groote artillerie-actie In
de stieek van het Pantheon, Hurtebise en
Craonne, alsmede op den rechteroever van
de Maas.
De Fransche sloegen een onverwachten
aanval der Duitschers ten westen van Aube-
rive af. Van hun kant drongen de Fransohen
in de Duitsche liniën ten westen van den
Cornillet door, waarzij materieel veroverden.
Aan het verdere front was de nacht kalm.
B e r 1 ij n, 3 0 Sept. (W. B.) Voormid-
dagbericht uit het groote hoofdkwartier.
Er waren geene strijdactiën van belang.
Petersburg, 29 Sept. (Tel.-ag.) Com
muniqué van den grooten geenralen staf.
Op de noordelijke, zuidwestelijke, weste
lijke en Rumeensche fronten geweervuur en
verkenningen. Op het Kaukazische front vie
len onze verkenners ten zuidwesten van
Oghnot een Turksche post aan en maakten
gevangenen.~30 werst ten noordwesten van
Menudh werd onze voorhoede door een
sterke afdeeling Koerden ingesloten; wij
verdreven de Koerden van de door hen be
zette hoogten en verstrooiden hen.
Weenen, 30 Sept. (Corr.-bur.) Offi
cieel bericht van beden middag.
Nadat gisteren verschillende kleinere
partieele aanvallen op den San Gabriele
waren afgeslagen, kwam het daar heden tot
levendiger gevechten.
Sedert gisteravond ligt de San Gabriele
en het Zuidelijke deel van het plateau van
Bainsizza onder een hevig artillerie- en
mijnwerpersvuur.
Bij St. Kotharina kwam het tot gevechten
met handgranaten, welke In ons voordeel
eindigden.
Aan het overige deel van het front was
slechts geringe artilleriebedrijvigheid.
De vliegers waren levendig In actie. Een
eskader onzer watervliegtuigen bombardeer
de gedurende den nacht Palmanuova, en
veroorzaakte daar een zwaren brand.
Aan het" front bij Tolmino werden een
vijandelijk vliegtuig en twee kabelballons
neergeschoten.
Aan het front in Karinthie was de vijan
delijke artillerie af en toe zeer krachtig in
actie.
In Tirol deden de Italianen een aanval op
onze stellingen aan de Chlese, doch werden
teruggeslagen.
Op den avond van 29 Sept. deed een es
kader watervliegtuigen een aanval op de
hangar bij Feraro. De hangar wertf door
drie bommen getroffen en met een zictf
daarin bevindend luchtschip volkomen ver*
nield. Ondanks het hevige vuur van het arf-*
weergeschut keerden alle vliegtuigen onge*
deerd terug.
Rome, 30 S ept (StefanI). Officieel
communiqué.
Gisteren verbeterden wij door een plotso»
linge en stoutmoedige onderneming onze
stelling tegen den zuidoostelijken rand van
het Bainsizza-plateau, en ontnamen den te
genstander eenige hoogten ten zuiden van
Podlake en zuidwestelijk van Mudoni. WIJ
maakten 49 officieren en 1360 manschap
pen gevangen.
Hevige achtereenvolgende vijandelijke t<*
genaanvallen, van een woedend bombarde
ment vergezeld, werden terug geslagen. Wij
handhaafden onze stellingen.
In den daarop volgenden nacht mislukten
nieuwe pogingen von den vijand om om
te werpen uit de tusschen Sella, Dool en de
noordelijke hellingen van den Monte San
Gabriele bezette stellingen; wij maakten 36
gevangenen, waaronder 6 officieren.
Op de rest van het front waren eene aaix
merkelijke artillerie-actie en patrouille-ge
vechten.
De luchtstrijd was zeer levendig op het ge-
heele Julische front. De vesting Pola werd
met uitmuntende uitkomsten beschoten. De
vijand reageerde overal krachtig.
Sofia,29Sept. (Buig. ag.) Bericht van
het hoofdkwartier von den 28en:
De artillerieactie was iets levendiger aan
de Tservena Stena, op beide oevers van de
Tserna en ten westen van het Doiran-meee.
Een vijandelijke compagnie, die ten Oos
ten van Dova Tepe oprukte, werd door om
met geweervuur ontvangen en uiteengedre
ven.
In het Stroema-dal waren patrouilles aan
het werk.
Bericht van den 29en;
Tusschen de Ochrida-en Prespameren cq
aan den Tservena Stena was het artillerie
vuur bij tusschenpoozen iets levendiger,
Vijandelijke verkenningsafdeelingen werdeq
door ons vuur verdreven.
In den Tserna-bocht was het vuur zeen
hevig. Op den westelijken oever van da
Wardar en ten Zuiden van Dolran warei^
patrouijle-gevechten; op het verdere front
zwakke artilleri-actie.
Berlijn, 30 Sept. (W. B.) Voormid.
dagbericht uit het groote hoofdkwartier.
Tusschen het Ochrdlameer en de Tsernq
was het vuur levendiger dan anders.
Konstantinopef, 29 Sept. (Miflj^
Bericht van het hoofdkwartier.
Er is niets van belang op de oorlogsfroiv»
ten gebeurd.
Londen, 30Sept (R.) Het War Offk*
bericht over de operatiën in Oost-Afrika:
In het Molokurudal streden onze troepen
den 27en op den weg Nakiku—Nahunga, teq
noorden van de rivier. In het L'ukeleodal onfr
Stel u liever bloot aan ondankbaarheid,
dan dat gij uw medemensch aan zijn lot
zoudt overlaten.
Human
door
T h r s e IToven
:s
De zielen m<jc 'en eens welen, hoe ver dc
slaap van haar is, zoo iets alsof ze uooil,
rooit meer rustig zal kunnen sluimeren
Had ze 't nu maar niet gezegd!
Ifaai eigen slem klonk haar als die van een
."Vreemde, terwijl ze die lcelijkc woorden zei:
„Tic heb nel zoo lief, dat je niet komt!''
Dat hij nu toch niet begreep dat zij het niet
meende.
Zij, die zoo trotsch op hem is, en zoo ge
lukkig met zijn liefde.
Dat moet hij toch gemerkt hebben, trou
wens, hij weet het wat goed, zij heeft het dik-
."wijls genoeg gezegd.
Ze heeft wel eens gehoord dat Engelsche
meisjes een man nooit toonen, dat ze van hem
houden, en dat heeft ze altijd erg afgekeurd,
heel onoprecht gevonden.
Ze is altijd volkomen oprecht tegenover Gïjs
geweest en dat heeft hij immers zoo in haar
gewaardeerd.
Eens, dat zc cr samen over spraken, zei hij,
met een ongclooyig glimlachje: „Ochj kind,
denk je nu, dat een man zich daardoor laat
verschalken? Je merkt gauw genoeg, wat je
aan een meisje hebt en of ze om je geeft of
niet. Het beste is altijd maar om je voor te
doen, zooals je bent. Dat vind ik "juist zoo
aardig van jou."
Of hij het van middag ook in haar waar
deerde. dat ze zich voordeed, zooals ze het
meende?
Van middag? Was het heusch van middag?
Het lijkt zoo ontzettend lang geleden.
Hoe kan dat nu? Als het haar nu al zoo
lang voorkomt, hoe moet het dan verder gaan?
Hoe kan ze dan haar geheele leven verder
zonder hem doorbrengen, altijd met dat groo
te verlangen, met dat weëe gevoel in heur
hart?
Ze durft niet te schreien, zelfs niet te zuch
ten. uit vrees dat de tantes 't zullen merken...
Stumpers! Ze hebben zulke harde jaren ach
ter zich en ze beginnen er nu juist boven op te
komen.
Dat hebben zc, voor 't grootste deel, toch
ann Gijs te danken.
Ze herleeft, in gedachte, weer dien avond
in 't begin van de mobilisatie, toen hij zoo
flink is"" geweest en den volgenden dag dan,
dien Zondag... toen hij zoo gesjouwd heeft met
dat groQte valies.
Wat een goeierd toch!
Hè! was hij maar bij haar..; 'dan zou ze bei
haar armen om zijn hals slaan en hem kus
sen.. tot hij weer goed op haar wasl
Dan, op eens, in een van die plotselinge,
onverklaarbare, overgangen, waaraan het
menschelijk brein onderhevig is, denkt ze aan
de meisjes in 't buitenland, in Frankrijk, Enge
land, België, Rusland... overal, waar oorlog is!
Wat zijn er in al die landen niet een massa
AKisjeSj ivier. lief§te yan haar weg ia.gegaan
om te vechten en... om nooit weer terug te
komen.
Ze volgt ze met haar geestesoog, de jonge
helden, die moedig uittrekken met het heilige
vuur in hun blik, soms het geweer met bloe
men getooid... ze ziet ze eerst verwoed strij
den in 't midden van 't gruwelijke gevaar, en
dan vallen...
Ze aanschouwt duidelijk de verschrikking
van den oorlog, hoe de jonge, flinke kerels
door een scherf van een bom óf door een steek
van een bajonet getroffen worden... en neer
storten om niet meer op te staan... het stoere
lichaam verwond, het frissche gelaat... ver
minkt...
En tegelijk ziet ze de arme bruidjes, die
vreezen en hopen, en hopen en vreezen, tot er
geen hoop meer is en haar vrees bewaarheid
wordt en ze den naam van den geliefde onder
de doodenlijst vinden.
Als Holland eens in oorlog kwam... als Gijs
■moest uittrekken en zij las ook zijn naam
eens...
O! dat niet! Och! lieve God, dat niet!
Je hoort en je leest van vrouwen en moe
ders, die haar man of zoons, zonder aarzelen
en zonder klagen afstaan, die er haar glorie
in stellen, dat ze het dierbaarste, wat ze op de
wereld hebben, aan het vaderland geofferd
hebben...
't Is wel mooi! Die vrouwen staan wel hoog,
veel hooger dan zij, want zij zou 't niet kun
nen...
Ze houdt te veel van Gijs..:
Dan komt er over haar een intens "gevoel
van schaamte!
Ze vindt zich zelf een nietig prul..,
Hoe is het mogelijk om in een tijd, waarin
zulke diep ernstige dingen gebeuren, waarin
zooveel gezinnen uit^elkandes gerukt en In
rouw gedompeld worden, te huilen en te
lamentcercn over een klein kibbelpartijtje?
Wat is ze toch een flauw, onbeduidend
schepsel.
Is dan alles, wat c j^orvalt in de wereld,
niets voor haar?
En voelt ze enkel voor zich Jf en Haar
eigen klein gedoe?
Wat geeft het nu of zoo'n gewoon meisje,
als zij, met een gewonen jongen, als Gijs van
Poeteren, trouwt?
Nu beseft ze pas, hoezeer ze aan echte
menschlievendheid en aan medelijdende be
langstelling te kort is geschoten.
Van het begin af, heeft ze zich zelf te veel
als 't middelpunt beschouwt, waar om heen
alles draaide.
Ze las de couranten, nu ja, zooals je gaat
condoleeren bij menschcn, die je feitelijk on
verschillig zijn, uil een soort van maatschap
pelijk plichtsgevoel...
Haar ziel is er builen gebleven.
Het bezetten der Duitschers van België, hun
voortrukken in Noord-Frankrijk, dat yond ze
wel erg, maar als ze Gijs eens, door dc een
of andere "toevallige omstandigheid niet zag,
vond ze het veel erger... en diep in heur hart
heeft ze den oorlog gezegend, die hem zooveel
nader lot haar bracht door zijn bemoeiingen
voor 't winkeltje.
God! wat is ze toch slecht geweest, slecht en
onbezonnen!
Nu is 't haar, als woedde de wereldbrand
om haar heen, als zag ze den alschuwelijken
strijd met zijn ellende en rampen.
Ze hoort de bommen door de lucht sissen
als vuurpijlen en ze ziet ze neerkomen op de
soldaten... en ze aanschouwt ze verminkt, ver
pletterd, vernietigd vaak!
Ea 't is haar, als of zij zelf met £jj§ op. eeq
veilig plekje stond, waar niets Ken deren Soil
evenals kinderen een hoogte maken op hel'
strand en, van daar, lachend het golvenspel.
om zich heen zien, tot de zee woester cir
woester wordt, maar toch nooit zoo erg aid
de verschrikkingen van den huidigen oorlog,1
Hoe laf, hoe wreed, hoe eenzijdig ls ze ge-
weestl
„Als ik 't maar goed KehV' Dat Is Haal!
credo!
01 Als zc kon, dan zou ze nu, midden lil
den nacht opstaan en zich offeren voor de
lijdende menschheid en een heilige gelofté
doen om nooit, nooit meer aan Gijs te denkeflU
Arme Miclf
Haar gedachten hollen voort en ze kan ze
niet breidelen, haar verbeelding werkt en ze
kan die niet regelen met haar verstand.
Ze is in een extase van grootsche plannen,
als een reactie op haar zelf-vernederingl
Zc verlangt naar den ochtend om te kunnen!
beginnen, om haar leven anders in te richten,1
om het mooi en edel te maken, passend in de
omlijsting van de wereldgebeurtenissen, dio
het menschdom teisteren en die, den eenling,
den plicht opleggen om alle persoonlijke ver
langens en wenschcn te vergeten en zich op
te lossen in 't geheel.*.
Langzamerhand vervagen haar idealen,
eerst zoo helder omlijnd, en vermengen zij
zich met de droombeelden, welke de slaap
haar voor toovert.
Maar ze is er zich niet van bewust; ze denkt
nog steeds zich zelf te zijn, meesteres van haar
denken en daden....
(Wordt vervolgd.}