fjiisosniraura^^x
"buitenland.
„DE EEMLANDER"
ABOMREMEilTSPRUS Tut Z tS
FEUILLETON.
16e Jaargang, No. 90
per post f 2.00, per week (met gratis verzekering
legen ongelukken) f 0.14. afzonderlijke nummers
f 0.05. Wekelijksch bijvoegsel »De HolUndschc
Habvwuw* (onder redactie van Thérèse Hoven)
per 3 maanden 50 cent. Wckelijksch bijvoegsel
^Wereldvrede* per 3 maanden 52 cent.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
HOOFDREDACTEUR: M». D. J. VAN SCHAARDENBURG
UITGEVERS: VALKHOFF Co
BUREAU ARNHEMSCHE POORTWAL, HOFK utrechuchmtr.
INTERCOMM. TELEFOONNUMMER 513
Maandag 5 November 1917
dienstaanbiedingen 1—5 regels f 0.50. grootc letteja
naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan
zeer voordccligc bepalingen tot het herhaald adver»
teeren in-dit Blad, bij abonnement Eene circulaire,
bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Onis Lib. ol Vryz. Dem.
Wij hebben de eer gehad een „strikt per
soonlijke" uitnoodiging te ontvangen voor
het vrijzinnig elite-ensemble dat Donder
dag in het Loge-gebouw ontvangen werd
door den heer Van der Meiden en het 2e
Kamerlid Jhr. De Muralt, die spreken zou
over „Evenredige vertegenwoordiging en
partijkeuze".
De opposante leden der kiesvereeniging,
'die haar partijkiezen zoo afkeurden, zijn van
'n koude kermis thuisgekomen. De rede van
'den heer De Muralt was één lang pleidooi
voor., kleur bekennen. De gastheer zelf,
een der warmste voorstanders van het be
houd eener algemeen vrijzinnige kiesver
eeniging, werd er door bekeerd. Aan het
slot verklaarde hij zich overtuigd van de
venschelijkheid eener..unie-liberale kies
vereeniging.
De heer De Muralt sprak boeiend, z'n
uiteenzetting was glashelder, en wat hij over
E. V. vertelde, zeer leerzaam. Maar hoe
iemand daardoor overtuigd kon worden van
de noodzakelijkheid eener u.-J kiesvereeni
ging naast de vrijzinnig-dem. organisatie is
ons 'n raadsel. Over dê beginselen der beide
partijen is met geen woord gerept. Slechts
tegen de tactiek der vrijz.-dem. heeft spr.
getoornd.
Wij vroegen ons af: zou 'n spieker van
zoo groote redenaarstalenten z'n kostbaren
avond niet beter besteed hebben als hij z'p
gavei) en z'n gloed op 'n openbare volksver
gadering in dienst gesteld had v§n de vrij
zinnige zaak in stee van in 'n zeer kleinen
kring van ongeveer gelijk gezinde vrijzinni
gen een splitsing langs denkbeeldige lijn
door te trekken en 'n paar uur te praten
om 'n tiental mannen, niet te winnen voor
de vrijzinnige beginselen, doch te bewegen
toe te treden tol een der beslaande organi
satie-vormen
De winst voor de Lib. Unie was zeer ge
ring, de winst voor de vrijzinnigheid nihil.
'n Zwaie strijd wacht den vrijzinnigen.
Tienduizenden nieuwe kiezers moeten voor
de stembus opgeleid, honderdduizenden
oude kiezers opnieuw bewerkt worden. De
strijders zijn weinigen, alle arbeidskrach
ten moeten op de meest intensieve wijze ge
ëxploiteerd worden. En daar zien we nu zoo
waar een der beste arbeiders z'n goeden tijd
doorbrengen in 'n knus gezelschapje van 24
onverdachte vrijzinnigen om 'n beetje te de-
batteeren en te harrewarren en wat oude
Loeien uit de sloot te halen. (De dosis ken
nis welke hij op den koop toe gaf, had met
dezelfde" middelen 'n 20 maal zoo groot pu
bliek toegediend kunnen worden).
Niet in het teek'en van den strijd tegen
de van beide kanten opdringende vijanden
der vrijzinnigheid stond deze samenkomst,
doch in het teeken van concurrentie tus-
schen 2 gelijk gezinde organisaties.
fdet had er allen schijn van of de Vrijz.-
Dem. Bond de vijand was en niet het cleri-
calisme en socialisme. Hun namen zijn nau
welijks genoemd.
Wat baat alle achteruilzien, alle verwij
ten Vooruil moeten wij en aan den arbeid.
Aan den arbeid, niet voor de Lib.y Unie,
niet voor den V. D. B., doch voor de vrijzin
nige beginselen, waarvan duizenden en dui
zenden nog niet de flauwste notie hebben.
Die duizenden en duizenden zullen over
6 maanden hun stem moeten uitbrengen.
En als de vrijzinnigen voortgaan „strikt per
soonlijk" binnenskamers le kibbelen, gaan al
die duizenden voor hen verloren.
Nu zal men ons tegenwerpenwie zijn
daarmee begonnen Waren het niet de vr.-
dem., die de concentratie opzegden
Over deze schuldvraag zou men even
lang en even nutteloos kunnen redekavelen
als over de schuldvraag van den oorlog. De
concentratie is dood. En blijft dood. In n
volgend artikel zullen wij nog eenmaal aan-
toonen dat wij daarover niet zoo luide be
hoeven te treuren. Zij was niet meer 'n po
litieke noodzakelijkheid, gelijk in 1913, doch
nog slechts 'n kunstmatige eenhejd, welke
onder het nieuwe stelsel veel kiezers afge-
stooten zou hebben.
Even schadelijk als de kunstmatige een
heid welke de concentratie zou zijn, achten
wij .'n kunstmatige verdeeldheid.
Zulk een kunstmatige verdeeldheid is de
scheiding tusschen unie-lib. en vrijz.-dem.
Het principieel verschil heeft nog nodit ie
mand ontdekt.
Tegen scheiding van wat principiëel niet
één is, valt (keinig te zeggen. Als et straks
'r. vrij-lib. afdeeling komt, zullen wij ons
daarover oprecht verheugen, daar ©ok aan
die kant het vrijz. kamp 'n borstwering noo-
cfig heeft.
Maar het verschil tusschen U. L. en V.-
D. weet ook de heer Der Muralt niet. Zelf
zei hij vrijz.-dem. te zijn.
Xvlaar waarom dan die splitsing tusschen
gelijkgezinden Als „eendracht maakt
macht" ooit gelden moet dan is het toch
wel tusschen gelijkgezinden.
Wij twijfelen niet, of de onnatuurlijke
scheiding van thans zal weldra, als traditie
en oude generatie verdwijnen, voor 'n meer
rationeele splitsing plaats maken. Drie-kwart
van de unie-liberalen behooren met de vrijz.-
dem. in één organisatie en dat andere kwart
moet dan maar heil zoeken bij de vrij-lib.
Het kwaad bestaat voorloopig nog en dat
is al erg genoeg. Tot dusver was Amers
foort ervan verschoond gebleven. En ziet,
nu gaat men het ook hier stekken.
En het zijn juist zij, die den mond zoo
vol hadden van „eendracht nf&akt macht",
die thans de eendracht, nog wel tusschen
precies gelijkgezinden, verstoren en twee
kiesvereenigingen naast elkaar stellen, waar
van niemand het principieele verschil zal
kunnen aantoonen.
Dat geeft verwarring onder de kiezers en
noodlottige versplintering van de toch al
schaarsche krachten. Het is in-de-kaart-spe-
len van de tegenpartij, de lachende derde,
die gnuivend toeziet en zich verkneukelt in
het vooruitzicht dat de vrijzinnigen, ternau
wernood eindelijk in één organisatie samen
gebracht, zullen «gaan bakkeleien en aldus
zichzelf verzwakken. Net als de revolutio
nairen in Rusland.
Dat de Lib.-Unie uit organisatorisch oog
punt gaarne hier 'n standpunt heeft, is be
grijpelijk. Maar dat enkele gelukkig
slechts zeer enkele mannen met 'n schoo-
nen staat van dienst in de vrijz. beweging, ter
wille van de Lib. Unie, welke vroeger nooit
naar hen omkeek, thans 'n ongemotiveerde
en onprincipieele scheiding tusschen vrij
zinnigen van gelijke richting gaan brengen,
stemt ons droef.
Nog hopen wij, dat hun de oogen zullen
opengaan.
Wij hebben tegen de Lib. Unie hoege
naamd niets. Zij is op zichzelf ons even sym
pathiek als de V. D. B. Wij zien over alle
schotjes tusschen die beide heen. Wij zijn
geen partijman, wij geven onze stem even
gaarne aan De Muralt als aan Marchant.
Maar wij erkennen niet de bestaansreden
van die beide organisaties naast elkaar. En
waar er hier ter stede 'n sterke organisatie
op vrijzinnigen en democratischen grond
slag bestaat, zou het wel zeer te bejamme
ren zijn, zoo de nieuwe u.-l.-afdeeling in-
plaats van onze niet te overschatten tegen
standers links en rechts te bestrijden, in
concurrentie gingen treden met de bestaaiv-
de vrijz. organisatie.
Dat ware eerst recht miskenning van het
„eendracht maakt macht". Gelijkgezinden
behooren bij elkaar. Nu er helaas in den
lande nog twee organisaties naast elkaar
bestaan, behoeft dit geen reden te zijn dat
ook in elke gemeente die twee organisaties
afdeelingen hebben. Men organiseere zich
plaatselijk in één groep, de historische ont
wikkeling wijze aan of dit 'n unie-liberale
of 'n vr.-aem. zij. Hier is dit 'n vrijz.-cL :n.,
daar deze de oudste is en de lib.-unie hier
onbekend was.
Wil de Lib. Unie hier sprekers zenden
om propaganda voor de vrijz. beginselen te
maken, uitstekend. Hoe meer propaganda,
hoe meer politiek leven, hoe beter. Maar als
zij hier 'n steunpunt zoekt, niet om dc vrijz.
zaak le dienen doch om de concurrente or
ganisatie te bestoken, dan wee den Amers-
foortschen vrijzinnigen die daaraan mee
doen.
Politiek Overzicht
De nieuwe koers in
Duitschland.
t'
I
De Duitsche rijksdag is dén lien October
naar huis gegaan fot 5 December, nadat
met groote meerderheid een voorstel om
tegen den riikskanse ier een votum van
wantrouwen uit te biengen verworpen was
en aan de regeering de credieten, die zi^
had aangevraagd, waaronder een tot ïeor-
ganisatie van de departementen van rijks
bestuur, allen waren toegestaan. Toch was
het voor niemand een geneim, dat de ver
houding tusschen de regeering en de meer
derheid van den rijksdag, die den 19en Juli
do bekende vredesresolutie heeft onder
schreven, alles behalve vriendschappelijk
was. De indruk was algemeen, dat Mi-
chaelis, de man, die na het heengaan
von von Bethmann Hollweg, aan het
hoofd der regeering was geplaatst, niet
de geschikte persoon was voor dit ge
wichtige ambt, waaraan vooral in deze
dagen eene zoo groote verantwoordelijkheid
verbonden is. Ook onder zijne medewerkers
waren verscheidenen, die bij den rijksdag
slecht stonden aangeschreven. Misschien
was aan de haast, waarmee de rijksdag in
October huiswaarts ging, de vrees niet
vreemd, dat een langer samenzijn zou kun
nen leiden«tot eene uitbarsting, die in het
belang van het lan^ moest worden verme
den.
De grondwet van het Duitsche rijk kent
aan den rijkskanselier eene groote macht
toe. Hij draagt alleen de verantwoordelijk
heid voor het geheel e re'geeringsbeleid. De
staatssecretarissen, die aan het hoofd staan
van dé verschillende bestuursdepartemen
ten, zijn aan hem ondergeschikt. Zulk een
ambt eischt een persoon, die boven het
gros der menschen uitsteekt. Maar dat was
met dr. Michaelis, op wien nu oV: maand
geleden de keus viel- om Bethmann Hollweg
op te volgen, allerminst het geval. De groo
te grief, die men tegen hem had, is in de
Vossische Ztg. aldus uitgedrukt: „In ieder
land geeft de eerste minister aan het minis
terie de kleur. En wij hebban eindelijk aan
het hoofd van de rijksregeering iemand
noodig, die aan het buitenland iets zegt.
Want een ordentelijke man was zeker dr.
Michaelis. En de heer von Bethmann HolU
weg was nog meer dan een ordentelijke
man. Maar beiden struikelden, omdat zij
geene diplomaten maar ongelukkig verplan
te nuttige leden van de Pruisische ambte-
naarscaste waren."
Nog een andere grief deed zich in den
rijksdag gelden. Dit was geen persoonlijke
grief, maar zij richtte zich tegen de wijze
waarop de verantwoordelijkheid van den
rijkskanselier voor zijn regeeringsarbeid Js
ingericht. De rijkskanselier is namelijk al
leen aan den keizer verantwoording schul
dig. Dat is den rijksdag een doorn in het
oog; hij wil medezeggenschap .hebben in de
keuze van den rijkskanselier en zijne ombt-
genooten en verlangt, dat deze met hem
voeling zal onderhouden.
Bij het naar huis gaan van den rijksdag
op 11 October stond het vrijwel vast, dat
dr. Michaelis, als de zittingen op 5 Dec. wer
den hervat, niet meer in functie zou zijn. Er is
in de weken, die sedert zijn verloopen, ijve
rig gezocht naar een nieuwen rijkskanselier.
Verschillende nömen van candidoten, die
in aanmerking kwamen, zijn genoemd: de
oud-kanselier vorst Bülow, de staotsst^eta-
ris van het departement van buitenlanasche
zaken von Kühlmann^ zijne ambtgenooten
graaf Rödern en Solf, de hoofden der de
partementen van financiën en koloniën, en
nog eenige anderen. Ook een lid van
een regeer end vorstengeslacht werd ge
noemd: prins Max van Baden.
Als een ernstige candidoat werd reeds
dadelijk genoemd de minister-president van
Beieren, graof von Hertling. Die was vroe
ger reeds in aanmerking gekomen, toen er
gezocht werd naar een opvolger van von
Bethmann Hollweg; hij had toen verzocht
hem voorbij te gaan, omdat hij meende, dot
zijne gezondheid hem op zijn gevorderden
leeftijd niet toeliet een werk van dien om
vang als het rijkskanseliersambt meebrengt,
op zich te nemen. Dat bezwaar schijnt dit
maal niet gewogen te hebben; althans het is
niet genoemd onder de redenen, die graaf
Hertling hebben bewogen bedenktijd te. vra
gen, toen dezen keer wederom het aanzoek
tot hem kwam. Vanneer dit persoonlijke
bezwaar nog heeft gegolden, dan is het
uit den weg geruimd, en datzelfde schijnt
ook gezegd te kunnen worden van de be
zwaren, die van verschillende zijden tegen
de keus van graaf Hertling voor het kanse
liersambt werden ingebracht.
Die bezwaren waren anders nogal van ge
wicht. Vooreerst het bezwaar van zijn leef
tijd; graaf Hertling is 74 jaar. Dan het be
zwaar van zijn politiek verleden. Hij is jaren
lang lid van den rijksdag geweest en heeft
eene belangrijke rol vervuld in die verga
dering en in den boezem van de centrum-
fractie, waartoe hij behoorde en waarin hij
aan de conservatieve richting zijn steun ver
leende. Uit den allerjongsten tijd waren
verklaringen van hem bekend, die hem de
den kennen uls een tegenstander van een
aan den rijksdag verantwoordelijk rijksmi
nisterie. Ook war de toekomstige plaats van
Elzas-Lotharingen in het Duitsche rijk be
treft, had hij inzichten verkondigd, die wei
nig instemming vonden. Ondanks dit alles
is op hem de keus van den keizer gevallen
en is graaf von Hertling nu opgetreden als
de zevende kanselier van het Duitsche rijk.
Do oorlog.
Van het Italiaansche front zijn ditmaal
slechts artilleriegevechten te berichten. De
Tagliamento is de slagboom, die de beide
partijen scheidt.
Van geen der overige oorlogstooneelen
iets bijzonders.
Ween e n, 4 Nov. (Corr.-bur.) Uit het
oorlogspersbureau wordt gemeld, dat de
keizer de volgende legerorder heeft uitge
vaardigd:
Twee-en-een-half jaar geleden zond de
Italiaansche monarchie haar millioenenleger
in het veld. Het zou ons den doodsteek toe
brengen, doch mijn heldhaftige strijders aan
de Isonzo hielden in elf bloedige veldslagen
moedig stand en sloegen alle aanvallen at,
Dri zomers konden wij, zonder angst vooi
ons Zuid-westelijk front, krachtige slagen le
veren in het Oosten. En zoo konden wij on
langs voor den twaalfden Isonzo-slag zóó
volledige voorbereidingen treffen, dat op der*
krachtigst en tegenstand gerekend moe hl
worden.
Ik betuig mijn innigen dank bij de bevrij*
ding van mijn kustgebied aan olie aanvoer»
ders en soldaten, die van Pinksteren 1015 af
zoo dapper tegen de Italianen hebben stand
géhouden en de talrijke hejden, die dc over
winning met hun leven hebben moeten koo-
pen, zullen steeds in mijne herinnering blij
ven voortleven. Gode zij dank, heeft het
bloed dezer dapperen niet tevergeefs ge
vloeid. Mijne troepen en die van mijn trou
wen bondgenoot zijn diep in het vijundelijk'
land doorgedrongen. Aan de wachtvuren in
Friaul worden in mijne soldaten de herin
neringen weer wakker van lang vervlogen
rt>emrijke tijdperken, waarin de soldaten-
jeugd van mijn onvergetelijken grootvader,
keizer-koning Frans Jozef wortelt en die on
scheidbaar verbonden is aan de namen van
mijn voorvaderen Karl en Albrecht en aart
de herinneringen van Radetzky. De geest de
zer groote figuren, die steeds over mijn leger
vaardig bleef, moge ons verder voeren op
den weg van succes, opdat wij den door al
mijne volken zoo vurig gewenschten vrede
kunnen afdwingen.
God zij met onsf
Men is thans druk aan het confereeren.
De hoofden van de Engelsche en Fransche
regeeringen en legerbesturen zijn in Lon
den samen geweest en hebben zich nu g^«
zamenlijk naar Rome begeven.
Uit Weenen is graai Czernin naar Berlijn
gege.an en over aangelegenheden van bin-
nenlandsche politiek wordt geconfereerd
zoowel in Berlijn als in Weenen.
B e r 1 ij n, 3 No v. (W. B.) Officieel bn-
richt.
De rijkskanselier, graof von Hertling, be-
gaf zich gisteren naar het departement von
Binnenlandsch© Zaken, om de door verza
melde stemhebbende leden van den Bond»»
rand te begroeten.
In korte woorden besprak de rijkskanse
lier zijne benoeming tot het hoogste regee-
ringsambt en gaf uiting aan zijne verwach
tingen voor eene op vertrouwensteunende
samenwerking tusschen Rijkskanselier en
Bondsraad.
Berlijn, 4 Nov. .(W. B.) Naar wij ver
nemen, zal de rijkskanselier niet eerst op
5 December, maar reeds iets vroeger, den
22en November, de gelegenheid te baat ne
men om zich aan den rijksdag voor te stel»
len.
Men mag aannemen, dat de beschikkin
gen van het huis van afgevaardigden von
den Pruisischen landdag, wat de kiesrecht
voordracht betreft, von dezen termijn afhan
kelijk zullen worden gemaakt.
Weenen, 4 Nov. (Corr.-bur.) De rijks
kanselier, graaf von Hertling, richtte een te
legram aan den minister van Buitenlandsche
Zaken von Czernin, waarin hij den oprech
ten en innigen wensch te kennen geeft, dat
het hem vergund moge zijn met Czernin
samen te werken op den zelfden, veiligen
grondslag van wederzijdsch hartelijk ver
trouwen, waarop zijn voorgangers konden
steunen.
Hij zegt: „Als ik, overeenkomstig de be
proefde politiek van mijn ollergenadigsten
meester, in 't onderhouden van de nauwste
en vriendschappelijksle betrekkingen met de
Oostenrijksch-Hongaarsche monarchie en
met den leider van haar buitenlandsche po
litiek mijn schoonste en meest beteekenende
taak zie, don weet ik mij één met al mijne
AVare adel hangt af van een edel karakter,
niet van een ouden stamboom.
't Winkelt] e.
Roman
door
Thérèse Hoven.
't Is met een breed gebaar, dal ze zegt: „Ik
heb er van nacht nog eens goed over geprak
kiseerd; je slaapt nooit zoo goed op een
vreemd bed, den eersten nacht...
„Gunst, ik heb, tan 't begin af, verrukkelijk
gesinprn," bekent Cor. „Het is misschien
ondankbaar van me om het le zeggen, maar
ik vond 't zoo n rust, dat ik 't winkelbelle!je
niet meer zou hoóren."
„Da's ook," bromt Hes, „net of je daar ooit,
's nachts in je bed, last van hebt gehad,... dan
in eens, als nog onder den invloed van haar
dieper denken, zegt ze, „maar ilc begrijp 't
"wel, er was een soort van plicht-angst in je;
die bel riep je naar je werk en je plicht en je
.was er te móe voor, ziel!"
..Och! dat niet., maar in elk geval is 't nu
over en hoop ik weer heel gauw aan 't werk
te gaan; dat belletje zal joor mil rijn 't klokje
Van 4lehoorzaamheid.'i
„Maar, Corretje. dat luidt als 't kinderbed
tijd is," lacht Miel.
„.Tuist," valt Iloster in, „jelui hebt allebei
gelijk, maar Miel nog 't meeste. Cor moet nu
maar gehoorzamen, niet 't winkclbelletje,
maar mij, haar oudere zuster. Want nu heb ik
een plan gemaakt. Gijs en Miel trouwen zoo
•gauw mogelijk en dan trekken wij er uit; dat
is te zeggen, ik trek er uit, want tante Cornelie
blijft zoo lang hier... en dan kom ik ook in
Apeldoorn en gaan wij samen iets beginnen."
Zonder op hei laatste tc letten, roept Cor,
verdrietig, uit: „Je bent me er een. Wel ja, ik
zal daar stilletjes hier blijven, net een poes,
die uitbesteed is, terwijl jelui daar in Den
Haag aan 't bruilofthouden bent... als ilc niet
bij Miel's trouwen mag zijn, kunnen jelui me
net zoo goed vandaag al in mijn kistje stop
pen.'
Miel gaal naar *t arme Corretje toe en troost
haar, als een klein kind.
Ze heeft toch een knauw gekregen en is nog
lang de oude niet.
„Jij danst op mijn bruiloft, hoor, sch.»!. en
nog wel 'met den bruigom! Lel op wal ik jc
zeg."
Miel's voorspelling wordt niet bewaarheid,
om de eenvoudige reden, dat er op haar brui-
lolt heelemaal niet gedanst wordt.
t Is een dood intiem onder-onsje!
De moeder van Gijs blijft onverzoenlijk tot
het laatst toe. Als haar vermoeden bevestigd
wordt, namelijk dat Miel geen vader voor dc
wet heeft, zooals ze het noemt, zegt ze op
haar meest eigendunkelijken toon: „Je be
grijpt toch wel, dat er van een huwelijk met
zoo'n meisje niets komt Als fatsoenlijke jon
gen ben jij verplicht je betrekking met haar.
zoo gauw mogelijk, af te breken.'
„Dan zou ik zeker geen fatsoenlijke jongen
zijn," heeft Gijs toen flink geantwoord? ,.U
houdt er vreemde denkbeelden omtrent fatsoen
op na, moedor, als u mij 7-00 iets zoudt willen
raden."
„Raden... raden! Wal verbeeld jij jc wel?
Een ouder raadt zijn kind niet, maar stemt
toe of verbiedt en, in dit geval, verbied ik je
om langer iets met die juffrouw Maartens te
doen te hebben."
Gijs is toen op hel punt geweest van zijn
beleedigden mannentrots door een vloek te
uiten, maar gelukkig heeft hij bijtijds bedacht,
dat dit niet staan zou tegenover zijn moeder.
Hij zwijgt dus maar... en haalt-dc schouders
op.
Maar, hoewel cr over tic zaak voi der geen
woord meer gezegd wordt, weten moeder en
zoon ieder voor zich zelf en ook van
elkander, dat zij zich niet gewonnen geven.
Nadat hij van zijn uitstapje naar Apeldoorn
is teruggekeerd, zegl hij dan ooi: heel kalm:
..Móeder, ilc ben van plan, zoo wat half
Februari, mol juffrouw Maartens tc trouwen.
Dat is het begin der onderhandelingen, hel
einde is, dal zijn moeder in zooverre toegeeft,
dat ze liem niet zal beletten met een akte van
eerbied te trouwen.
Zelfs voor dezen negatieven steun is bij haar
dankbaar. Haar gcldelijken«steun voor 't jonye
^paar uit zich in meer positieven vorm. Ma
Gijs, zooals Miel haar nog altijd bij zich zetf
noemt, is verbazend lastig, maar ze is tevens
strikt rechtvaardig cn. in 't miniatuur hoekje
van heur hart, dat nog niet door haar zor-
genleven is verkild, voelt ze iels van warme
bewondering voor den durf van haar jongste.
't Is toch flink van hem om zoo door te
zetten; dat bewijst, dal hij geen lafbek is cn
een man, die* een meisje zonder geld cn zon
der naam trouwt; verdient toch wel*achting,
al is hel onverstandig. Dat Gijs in kruideniers
waren gaat doen. is ook al «weer oen vermin
dering. Een boekwinkel slaat altijd hooger,
maar nu bet geval er toe leidt, wil zij niet, dat
bij er zoo maan in komt, dat hij, per slot van
rekening, nog verplichting ook zou hebben
aan die menschen.
Zoo lang Gijs bij haar in de zaak was, met
het vooruitzicht om later chef te worden, gaf
zij hem een hitter klein salaris, dut vond ze
voor veel dingen beter, maar nu hij, uil zich
zelf, afstand heeft gedaan van elk deelgenoot
schap, vindt ze, dat hem, niet alleen een ruime
schadeloosstelling toekomt, maar ook een aan
vulling van hét tekort over al die jaren.
Ze gaat aan 't rekenen, en dat is haai uit
stekend toevertrouwd; zonder hoogere wis
kunde geleerd of er ooit van gek.;ord tc. heb
ben, heeft zij een raken kijlc op dé kansreke
ning, en dat in verleden cn toekomst.
Ze rekent uit, wat een ordentelijke, eerlijke
bediende haar gekost zou hebben cn dan wat
Gijs later als compagnon zou toekomen.
Het resultaat is dal zij liem een wissel voor
een som van drieduizend gulden ter hand
stelt, plus een bankje van honderd, bij wijze
van huwelijkscadeau.
Doch, dat weigert hij; zijn. moeder wil zijn
meisje niet ontvangen, ze wil niet tegenwoor
dig zijn bij hun huwelijk, ze heeft <le meisjes
verboden er notitie van te nemen, dan wil hij
ook geen geschenk van haar hebben.
Met een koel: „zooals je wilt," neemt ze het
terug, bij zichzelf het plan vormende, het tc
bewaren voor den spaarpot van zijn eerste
kind, dal don toch haar kleinzoon of klein
dochter zal zijn.
Zelfs Mn Gijs corgt voor 'l Poeiertje, lang
vóór dat het er is.
Miel zelf denkt cr nog uici aan; ze heeft ook
zooveel tc doen.
De verbouwing wordt uitgesteld tol na dcu
oorlog, maar Gijs brengt zooveel veranderin
gen cn verbeteringen aan, dal 't W i n k c I-
t j e niet meer le herkennen is.
't Is alles keurig netjes, coquet zelfs, zoodat
de dames cr met plcizier komen cn daardoor
de dienstmeisjes ook. Wél zullen ze de beide
oudjes missen, maar meneer is zoo leuk cn
niks niet familiaar, zoo echt iemand, die een
grapje maakt en zijn afstand weet te houden-
Dat meneer van Poetercn uit
'l W i n k c 11 j e v a n M a s^r tens, zooals hij
voor de kortheid wordt genoemd, in dere
smaak van dc keukenprinsessen cn consorten
valt, is een lang niet te versmaden voorrecht-
Ook de schoolmeisjes uit dc buurt, dc ons-
jcsklanten van vroeger, dwepen met hem, hij
heeft zoo iets in zijn oogen; wat 't pre :ics i9
zouden ze niet kunnen zeggen, maar onwille
keurig kijken ze naar hem en worden zc graag
door hem geholpen.
Terwijl dc oudere heeren, zooals Mr. Adriaan
van de Velde en tijdgenoot^, de jonge nicht
een kolossalen vooruitgang op de oude tantes
vinden.
't Treft alweer zoo toevallig, dat Duinoord
bizonder veel gepensionneerden herbergt en
dezen van zelf meer boodschappen doen dan
heeren in dienst of in zaken.
Het huwelijk zelf heeft zoo stil mogelijk
plaats.
„We zullen maar zeggen; door ooilogs*