DE EEMLANDER"
BUITENLAND
FEUILLETON.
„IK HEB JE LIEF".
16e Jaargang, NoJZI
innuyrurUTCODIIO P" J —unden Wr Amerv
ADURnLIRLnlOrKUO foort f 1.50, idem franco
per post f 2.00. per week (met gratis verzekering
tegen ongelukken) f 0.14. afzonderlijke nummers
f 0.05. Wekelijksch bijvoegsel »De Holbndsche
Huisvrouw (onder redactie van Thérèse Hoven)
per 3 maanden 50 cent Wekelijksch byvoegse)
sWercldrtvue* per 3 maanden 52 cent.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
fi
HOOFDREDACTEUR: M«. O. J. VAN SCHAARDENBURG
UITGEVERS: VALKHOFF A C«
BUREAU: ARNHEMSCHE POORTWAL, »or
INTERCOMM. TELEFOONNUMMER 513
Dinsdag 11 December 1917
PMWtllEIIIIlllZ'.i^JS
dienstaanbiedingen 1—5 regels f 0.50, groote lettel»
naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaam
zeer voordcelige bepalingen tot het herhaald advci»
tecren in dit Blad, bij abonnement, li ene drculaixt^
bevattende de voorwaarden, wordt
toegezonden.
op aanvraag
Het ambalantisme.
welke
is het
'Onder de onderwijs-vraagpunten,
tegenwoordig de aandacht vragen,
ffcmbulantisme zeker een van de belangrijkste.
£jWat hebben avc er onder te verstaan? Ambu-
plantisme het Hoofdschap eencr lagere school,
Waaraan alleen werkzaamheden verbonden
lijn van administratieven en controleerenden
aard. Het woord zelf duidt dit zeer juist aan,
immers ambuleeren beteekent wandelen. De
grootste oppositie tegen het ambuïantisme
:3cwam en kómt nog van de menschen van de
praktijk, n.l. de klasse-onderwijzers. En het
mag den Bond van Nedcrlandsche Onderwij
zers als een eer aangerekend worden, dat
'door zijn actie reeds in verschillende plaatsen
het ambuïantisme is afgeschaft of op hel punt
staat, dit te worden.
Ook in Amersfoort is de strijd er tegen niet
jong meer. Reeds in 1901 werd door de Bonds-
afdeeling aan den Gemeenteraad gevraagd, het
ambuïantisme af te schaffen. Men vroeg dat
toen heel voorzichtig: de autoriteiten zouden
bij het vervullen van een vacature als Hoofd
der School, den benoemden functionaris het
onderwijs in een klas opdragen. Dc. hoofden
der meeste scholen waren toen, ook volgens
de raeening der onderwijzers, al tè oud, om
hun allemaal een klas tc geven. Doch ook dc
onderwijzers hebben zich niet kunnen onttrek
ken aan de evolutie des lijds. Ze hebben ge
zien, dat persoonlijk belang der hoofden van
scholen geen hinderpaal mag en kan zijn bij
het streven naar verbetering van het onder
wijs.
Het komt in geen enkelen tak van dienst
voor, dat de chef gespeend moet blijven van
het essentiëele werk, en allerminst lijkt ons
'dit bij het lager onderwijs wenschclijk, omdat
daar, tot verkrijgen"van resultaten, samenwer
king noodig is van allen tofyruchtdragcndcn
arbeid in slaat zijnden. Eri al is in ons tegen
woordig onderwijsstelsel met z'n 12-lclassige
scholen langzaam aan komt men daarvan
terug de administratie van cenigszins groo-
ten omvang, en al wordt juist die administra
tie als een gewichtig argument vóór het am
buïantisme aangevoerd, toch vraagt men
Onwillekeurig, of dat wel de taak is van
het hoofd gedurende den schooltijd. Ambte
lijke autoriteiten, zooals inspecteur Fallus en
dc bekende' districtsschoolopziener dv. Gun
ning beweren, dat elk hoofd, zelfs van de
'grootste school, alle administratie met een
half uurtje per dag ruimschoots af kan. Boven
dien is ons niet bekend, dat bij de benoeming
van een hoofd wel eens op administratieve
kennis gelet is.
Men gelooft en terecht in den regel,,
'dal iemand, die lot hoofil eencr school be
noemd is, een bekwaam onderwijsman is, die
men in staat acht, in overleg met de klasse-
onderwijzers, door middel der schoolverga
deringen de school te maken tot een organ 1-
Batie die er wezen mag. En moet het niet als
een bespotting klinken van het hoofdenanlbt,
als men juist denvman, van wien men over
tuigd is, dat hij de beste is in de school,
immers daarom werd hij hoofd dat men
hem juist niet laat meedoen aan hel eigen
lijke schoolwerk, maar hem allerlei kleine
karweitjes opdraagt, zijn ambt en per-
loon onwaardig. Dc veelgeroemde en -ge
doemde „leiding", die een hoofd volgens de
meening van velen, zou moeten geven aan de
onderwijzers, is zoo'n paskwril, dat men moeite
heeft, er ernstig bij te blijven. Hoe kan men
verwachten, dat iemand, die zelf niet voor
een klas staat, dus leeft buiten de dagelijksche
sfeer van het onderwijs, dat zoo iemand lei
ding zou kunnen geven aan de klasse-onder
wijzers, waarbij er zijn, die in leeftijd en erva
ring hun Jioofd de baas zijn?
Maar laten wc even aannemen, dat hel
ambuleerende hoofd in de klasse „leiding"
komt geven. Dat veronderstelt dan, dat hij het
de(n) onderwijzer(es) moet verbeteren. Daar
uit zou moeten volgen, dat het hoofd werke
lijk beter onderwijzer is en wie maar eenig$-
zins op de hoogte is van de kunst van onder-
wijsgeven, die weet, dat men in dc eerste
plaats de klas zelf d. w. z de leerlingen
goed moet kennen. En bovendien, wat het
prestige van den klasse-onderwijzer door* dat
„voordoen" heeft tc lijden, valt gemakkelijk
te begrijpen. Een komisch staaltje wil ik even
memoreeren voor de echtheid sta ik in
om aan te toonen, hoe goed soms een hoofd
z'n eigen school „kent". In Amsterdam, waar
de eerstvolgende Raadsvergadering een voor
stel tot afschaffing van het ambuïantisme zeer
zeker zal worden aangenomen, kwam eens een
vader wc-zullen hem Jansen noemen bij
het ambulante hoofd eener school informec-
ren over zijn zoontje's vorderingen. Het hoofd
was nogal tevreden, maar in den loop van het
gesprek bleek, dat Jansen bij het verkeerde
hoofd was aangeland, want z'n zoontje ging
op een andere school in dezelfde buurt» Zoo
goed kende dat hoofd zijn eigen school, waar
in hij den gebeden dag rondliep, leiding gaf,
controleerde en administreerde.
En al verwachten we dergelijke enormitei
ten niet hier van de Amersfóortsche ambulee-
renden, toch hebben de heeren en heeft daar
mee hun functie als zoodanig geen reden van
bestaan. Toen we onze lectuur over het ambu
ïantisme - dat volgens inspecteur Fabius
meer is ingeslopen dan ingevoerd" dóór
bladerden cn doorlazen, werd het ons bang
te moede. Er was zóóveel tegen geschreven,
niet alleen door klasse-onderwijzers, maar
ook door schoolopzieners cn vooral niet te
vergeten door hoofden van scholen zelf, dat
citccrcn totaal onmogelijk bleek, om herhalin
gen te voorkomen en om niet tè veel ruimte
te gebruiken. Wat we niet in onze lectuur
vonden en dat kan ook niet dat was
de praktijk zelf. Reeds in vele gemeen
ten, waarvan wc slechts Utrecht en Baarn
noemen om in de omgeving te blijven,
is het ambuïantisme afgeschaft, of men
necrat daarmee proeven. Maar men ziet zulke
gunstige resultaten in de praktijk, dat men nog
nergens van z'n besluit tot afschaffing is
teruggekomen.
De finanticelc kwestie laten, we met opzet
buiten beschouwing. De klasse-onderwijzers
hebben zich nooit van een maatregel, die zij
in het belang van het onderwijs achten, laten
terughouden, uit finantiëele overwegingen.
Welnu, evenmin willen wc de afschaffing van
het ambuïantisme verdedigen, omdat het mis
schien een of twee duizend guldens voordeel
zou geven.' Wc vragen afschaffing van het stel
sel der ambuleerende hoofden in het belang
van den goeden gang van zaken in de lagere
school, om conflicten te voorkomen, om het
prestige van den klasse-onderwijzer niet naar
beneden te halen; in het belang dus van bet
onderwijs, en als gevolg daarvan in het belang
Van het kind. En al zal daarmee het ambt van
hoofd eener lagere school wórden neergehaald
van het reeds veel te lang en kunstmatig op
gevijzeld voetstuk, worden neergehaald op den
vasten bodem der werkelijkheid, we zullen
daarom niet den strijd opgeven, maar di*n
blijven voeren tol ons doel is bereikt. Het kan
r.ïet anders, of het onderwijs zal er wel bij
varen.
P. Kortland.
Politiek Overzicht
Het schrikbeeld van het
Russische staatsbankroet.
Een zucht van verlichting is gisteren op
gegaan, toen het bericht van het Peters-
burgsche telegraafagentschap bekend werd,
dat er geen besluit door de Russische regee
ring genomen is tot vernietiging van de ten
name van kusJand in het buitenland geslo
ten leen^ngen en tot staking van de betalin
gen voor rente en aflossing van die leenin
gen. Zulk een besluit bestaat niet. Wel is er
een "artikel in de Pravda, een persorgaan
van de partij die nu de macht in Rusland
in handen heeft; maar hoeveel gezag men
ook aan dat dagbladartikel mocht willen toe
kennen, het heeft toch niet de waarde van
een regeeringsbesluit. Sedert hebben wij een
uittreksel van dat artikel onder de oogen ge
kregen. Men ziet daaruit, dat het niet aan
dringt op vernietiging van de buitenlandsche
schuld van Rusland door eene eigenmachtige
daad van de regeering; er wordt slechts de
wensch uitgedrukt, dof deze zaal: onder de
oogen zal worden gezien bij de toekomstige
vredesonderhandelingen. De schrapping van
de posten voor rente en aflossing van deze
leeningen wordt een der rechtmatigste Rus
sische vredesvoorwaarden genoemd.
Het artikel ziet er dus nog niet eens zoo
boos uit. Het brengt het denkbeeld slechts
ter sprake als eene mogelijkheid, die bij de
nog niet eens begonnen vredesonderhande
lingen ter sprake kan worden gebracht. Hoe
komt het dan, dat mrtn uit dit artikel heeft
gedistilleerd, dat de regeering het besluit
had genomen om door alle Russische lee-
ningsverbintenissen een streep te halen? Wij
.gelooven, dat de verklaring hierin is te zoe
ken, dat de angst, dat het met de Russische
leeningen spaak zou loopen, als een nacht
merrie allen, die Russische obligation be
zitten, drukt. Jaren achtereen is leuning op
leening gestapeld. Sedert het Frnnsch-Rus-
sische bondgenootschap tot stand is geko
men, heeft Rusland telkens opnieuw geld ge
vraagd en men is altijd door geld blijven
geven, gedreven door de gedachte om Rus
land tot een krachtigen bondgenoot te ma
ken in den strijd tegen Duitschland, dien
men voorzag en waarnaar men verlangde.
Toen de oorlog met Japan aan Rusland een
stoot toebracht, die den kolos deed wanke
len op zijne voeten, heeft men vrijgevig de
milliarden beschikbaar gesteld, die noodig
waren om Ruslands strijdmacht te land en
ter zee van den grond af weer op te bou
wen. En toen de wereldstrijd was uitgebro
ken, waarin men verwachtte dat de Russische
stoomwals zich in beweging zou stellen voor
den alles op zijn weg verpletterenden tocht
naar Berlijn, werd het geld gegeven met eene
mildheid, die alles wat te voren was gedaan,
in de schaduw stelde. De zegetocht naar
Berlijn, waarop was gehoopt, bleef uit; neder
laag na nederlaag dwongen de Russische
legers steeds meer gebied prijs te geven.
Maar Ruslands bondgenooten gingen steeds
voort met nieuwe milliarden in den zinkput
te werpen, die gelijk de vroegeren sp5orloos
en zonder eenig nut af te werpen verdwenen.
Men is daarmee voortgegaan, toldat einde
lijk het Russische volk zelf in verzet is ge
komen. Het heeft zijn verlangen naar vrede
ondubbelzinnig doen blijken en de macht in
handen gegeven van de uiterste revolutio
naire elementen, die zich aanhang en invloed
wisten te verschaffen door als eerste cisch
op hun programma te zetten, dat de vrede
maat worJon K«rclo^J.
Zoo komt het, dat nu fn Rusland aan het
roer is eene -regeering, die op het stuk van
trouw aan de geldelijke verplichtingen, die
door hare voorgangers in het ambt zijn aan
gegaan, begrippen huldigt geheel afwijkende
van die, welke tot dusver gangbaar waren.
Trotzki, die aan het hoofd staat van het ge
wichtige departement van buitenlnndsche
zaken, heeft in het begin van den oorlog
eene brochure uitgegeven, waarin hij een
revolutionair program van regeeringsbeleid
verdedigde, waarop als een der-hoofdpunten
voorkomt de vernietiging van de staats
schuld. Geen wonder dus, dat men de nu
heerschende partij in staat acht aan dit punt
van haar programma uitvoering te geven en
eigenlijk dat van haar verwacht. Zoo laat het
zich verklaren, dat het bericht, dat in Peters
burg een besluit tot annirlleering van de ge-
heele buitenlandsche schuld van Rusland
was verschenen, algemeen geloof vond en
als een feit werd vermeld.
Dat bericht is nu onjuist geblekenhet
telegraafagentschap te Petersburg, dat in de
macht van de regeering is, meldt, dat ten
onrechte een dagbladartikel met een regee
ringsbesluit is verward. Dit heeft velen in
ons land een steen van het hart genomen.
Men kan den omvang van de ramp, waar
door het Nederlandsche volk zou zijn getrof
fen, als men hier w kelijk te doen had met
een besluit, beseffen uit de berekening, die is
gemaakt, dat Russische "obligatiën tot een be^
drag van anderhalf milliard in handen zijn
van Nederlandsche bezitters en dat de sta
king van de Russische rentebetaling zou
neerkomen op een derving van jaarlijksche
inkomsten van 70 millioen. Maar dat
de vrees voor een Russisch staatsban
kroet nu voor goed Is weggenomen, zou
den wij niet durven verzekeren. Veeleer is
het te verwachten, dat de vrees voor deze
ramp een nachtmerrie zal blijven totdat er
weer geordende toestanden in Rusland zul
len zijn gekomen, en wanneer dat het geval
"zal zijn, is op verre na niet te voorzien.
De oorlog,
Jeruzalem heeft zich aan de Engelschen
overgegeven, nadat de Turksche troepen
zich oostwaarts van de stad hadden terug
getrokken. Het strategische .succes, dat
hiermee behaald is in den veldtocht in
Palertina tegen de Turken wérd reeds sints
eenigen tijd verwacht. Van n»eer gewicht
nog it het moreele succes, dnt verbonden
is aan het feit, dat Jeruzalem, de heil'ge
stad voor christenen, zoowel als voor joden
en mohammedanen, nu niet meer in het be
zit van de Turken is.
In mohammedaansch bezit is Jeruzalem
gekomen in 637, toen kalif Omar het in
lijfde bij het door hem gestichte Arabische
wereldrijk en het den Arabischen naam El
Kuds (het heiligdom) gaf. In den tijd der
kruistochten is Jeruzalem na de verovering
$p 15 Juli 1090 door Godfried van Bouil
lon gedurende een kleine eeuw de hoofdstad
geweest van een zelfstandig christelijk ko
ninkrijk, dat heeft bestaan tot 1187, .toen
de Saracenen-sultan Salodin de stad weer
aan de christenen ontnam. Nog eenmaal, in
1229, veroverde Keizer Frederik II Jeruza
lem voor de christenen, die zich toen echter
slechts 15 jaren in haar bezit hebben kun
nen handhaven. Sedert 1244 heeft Jeruza
lem onafgebroken onder de heerschappij
van den islam gestaan. De nazaten van Sa-
ladin hebben haar bezeten tot 1382, toen
zij haar verloren aan do mamelukken-sul-
tans van Egypte. In 1517 hebben de Tur
ken Jeruzalem in hunne macht gekregen; de
Osmanen-sultan Selim I plantte in dat jaar
de vaan van den profeet op de plek van
den ouden tempel, waar nu de moskee van
Omar staat. De Turken zijn dus juist 400
j'aar in het bezit geweest van de stad, die
zij nu aan de Engelschen hebben verloren.
B e r 1 ij n, 10 Dec. (W. B.) Voormiddag-
bericht uit het groote hoofdkwartier.
De verbonden legers sloten een wapenstil
stand met de Russische en Rumeensche
legers op het Rumeensche front tusschen de
Dnjestr en den Donaumond.
Londen, 10 Dec. (R.) Het lagerhuis
heeft goedgekeurd, dat nog 50 000 man
schappen en jongens meer zullen worden
opgeroepen boven het reeds toegestane
cijfer.
Weenen, 10 Dec. (Corr.-bur.) De mi
nister van buitenlandsche zaken graaf Czer-
nin, die door een lichte ongesteldheid het
plan voor zijne reis naar Berlijn heeft moe
ten opgeven, moet op raacTvan den dokter
voorloopig het bed houden.
De op morgen bepaalde zitting van de
commissie voor buitenlandsche zaken van
de Oostenrijksche delegatie is wegens de
ongesteldheid van graaf Czernin uitgesteld.
Londen, lODec. (R.) Lord Robert Ce
cil heeft aan een vertegenwoordiger van
Reuter verklaard, dat de brief van lord Lans-
downe niet mocht worden misverstaan. De
meening is uitgedrukt, dat de brief een oart(
wijzing was van een verzwakking van he^
besluit van dit land en den indruk wekta
van eene verondering van houding. Dot il
echter een volkomen misvatting. De Engel*
sche regering en ook het Engclsche volk in
zijn geheel, Lansdowne er onder begrepen
zijn meer dan ooit besloten den oorlog tol
een zegevierend einde te brengen.
Lord Buckmaster, die onlangs de aandacM
op zich heeft gevestigd door zijn rede oveij
een volkerenbond op 21 November, heeft
op 29 November naar aanleiding \an denf
brief van Lord Lansdowne het volgende in
gezonden stuk in jle ..Drfily News" geschre
ven
„De brief van Lord Lansdowne opent een
nieuw tijdperk in de geschiedenis van den
oorlog. Tot nu toe zijn al onze krachten ge-,
concentreerd geweest enkel en alleen op het
doel den oorlog voort te zetten, zonder de
middelen te overwegen, waardoor aan den
oorlog een einde zou kunnen worden ge*,'
maakt. Wij staan nu voor het heugelijk feil
dat een staatsman van ongeëvenaarde erva-
ring aangeeft, hoe de oorlog voor ons zou
moeten eindigen en hoe dit einde bereik^
zal kunnen worden. Ongetwijfeld zal dé
brief tegenspraak uitlokkeif, maar ik hoop
dat de brief ook zal doen denken en han
delen. De brief zou de gemeenschappelijke
grondslag moeten zijn, waarop alle verstan
dige menschen zich kunnen plaatsen, daar
hij datgene aangeeft waarmede allen zich'
kunnen vereenigen.
Er mag de aandacht op gevestigd worden
dat zoolang de tegenwoordige wettelijke be
palingen blijven bestaan, niemand, zonder
dit eerst nan het persbureau te onderwer
pen, een blaadje, waarop afschrift van dezen
brief, kan verspreiden, zonder gevaar te loo
pen in de gevangenis te komen. Niettemin
hoop ik, dat deze brief over de geheels
wereld zal verspreid worden en wanneer een
of andere vereeniging gevormd zou kunnen
worden met het doel voor deze verspreiding
te zorgen, dan zou ik met groot genoegen
een financieelen steun aan deze vereeniging
willen geven. Zeker is de tijd gekomen waar
op vaderlandslievende personei^ die de red
ding en niet de vernietiging van hun vader
land willen, zich zouden moeten verzetten
tegen bevelen van de pers.
Onze legers overwinnen op alle plaatsen
van den strijd en als er niet een oogenblik is
geweest, waarop wij naar Het einde van den
oorlog zouden mogen uitzien, dan is dit
oogenblik nu gekomen. Lord Lansdowne
wijst erop dat de Duitschers hebben getracht
tot vredesonderhandelingen te komen. Om
te weigeren hen aan te moedigen is niet een
teeken van moed maar van dwaasheid. Iedere
weg waardoor het mogelijk is toegang te
verkfijgen tot de Duitsche meening zou open
gelaten moeten wordenmaar deze wegen
schijnen absoluut gesloten te zijn. Ieder na
denkend mensch zou zich bij voortduring
moeten bezig houden met de vraag, hoe deze
oorlog op eervolle wijze te eindigen en hos
er voor altijd een einde aan te maken. Ik ver
oorloof mij, tegenover Lord Lansdowne mijn
diep gevoel van dankbaarheid uit te spreken
voor zijn wijze en moedige woorden.''
Christionio, 9 Dec. (W. B.) Het
Noorweegsche telegraafbureau bericht, dat
de Engelsche regeering lot dusver 93 Noor
weegsche schepen, meerendeels van kleinere
tonnenmaat, met een gezamenlijken inhoud
van 130.000 ton, heeft gei ekwireerd. Aan
de bemannjngen werd gelegenheid gegeven
den dienst onder zeer gunstige voorwaarden
voort te zetten onder Engelsche vlag; maar
geen enkele bemanning heeft daarvan ge
bruik gemaakt. Alle verkozen liever zich to
laten afmonsteren, in welk geval Engeland
de kosten van de reis naar huis en eetr
maand gage uitbetaalt.
Men mag wel iemand ruineeren doch niet
Iemand beleedigen.
Naar het Deensch
van
ELITH REUMERT
door
i& L o g e m a n—V an der Willigen.
26
Madam Rönnow kon de vreeselljkste dingen
zeggen, als zij vond dat er iets gezegd moest
"worden waar niemand anders den moed toe
bad.
En als zij boos werd, geneerde zij zich met
óm eens flink te vloeken, wat haar zoon na
tuurlijk veel pijn deed.
Bij zekere gelegenheid had hij haar toch
jtens onderhanden genomen en had zijn moe-
Jfler beloofd zich te beheerschen en den naam
iVan God en van den duivel te vermijden.
Dit gebeurde toen Hans Rönnow in tegen
woordigheid van zijn moeder een van de
Icleine grondbezitters hevig berispt had, om-
Öat de man een mooien, drogen Zondag ge
bruikt had om wat koren naar de schuur te
brengen.
De predikant vond dit een groote zonde étt
l«n schending van den heiligen nutans,
Zoolang de boe-^aanwezig was. had Madam
Rönnow zich eenigszins kalm gehouden.
Maar zoodra hij weg was gaf Madam Rön
now haar zoon de volle laag. Niet omdat hij
vond dat men op Zondag niet werken mocht,
als dat nu eenmaal tegen zijn geweten streed,
maar wel omdat hij den armen boer onnoodig
hard had toegesproken.
En in haar rechtmatige woede vloekte zij,
wal haar zoon innig leed deed.
Toen was hij haar naar haar kamer gevolgd
en had haar met tranen in de oogen gesmeekt
zich niet meer zóó te vergeten.
Madam Rönnow beloofde toen haar best te
doen.
De verhouding tusschen Mevrouw Lüders
en Madam Rönnow was zeer komiek.
Zij hielden van elkander en respecteerden
elkaar natuurlijk, maar zij waren zoo hemels
breed verschillend in denkwijze en gewoonten
en stelden in zulke zeer uit elkaar loopende
dingen belang, dat het vanzelf sprak dat zij
elkaar alleen bij de maaltijden en in de kerk
ontmoetten. V
Aandoenlijk was de liefde, die Ida aan haar
verstandige schoonmoeder bond.
Bij haar vond zij veel meer dan bij haar
eigen moeder sympathie en troost als zij
droef gestemd was. En Agnes hing grootje
Rönnow ook vol kinderlijke trouw en teeder-
heid aan. "Wel beschouwd verleende grootje
Rönnow wat levensvreugde en gezelligheid
aan de pastorie. Zij was de eenige, die de don
kere schaduwen verdrijven kon, die zich uit
Hans Rönnow's studeerkamer over het heel*
huis verspreidden.
•Toch was het een groot gejuk YSor &gnes
djA pon .Vilhelm bestond.
XVIII.
Toen Vilhelm Rönnow student werd, volgde
hij den drang van zijn hart en ging in de
bouwkunde studeeren. Zoodra hij zijn -diploma
in zijn zak had, kreeg hij veel te doen en na
verloop van tijd had hij zich de reputatie we
ten te veroveren van een kundig bouwrmcester
zoowel voor scholen als kerken.
Hij was het evenbeeld van zijn moeder en
verwierf zich door zijn uiterlijk zoowel als
door zijn innerlijk spoedig vele vrienden.
Hij hield oprecht van zijn broeder, maar
kon hem niet volgen op den nauwen weg, die
volgens Hans Rönnow dc eenige was die naar
het aardsche geluk en de hemelsche zaligheid
van den mensch voerde.
Zij vermeden langzamerhand alle gods
dienstige vraagstukken, omdat hel toch tot
niets kon leiden.
Vilhelm Rönnow leefde het lichte, zorge-
looze, vrije leven van*een kunstenaar.
Toen zijn vader nog in goeden doen was,
liet hij Vilhelm verschillende studiereizen
naar het buitenland maken.
En Vilhelm zelf was zoo gelukkig geweest
een aardig sommetje uit de loterij te trekken,
dat zijn jaarlijksch inkomen lang niet gering
vergrootte.
Het kapita'al zou hij zoolang mogelijk niet
aanraken, daar wilde hij, als de tijd daar
was, op een bepaalde wijze over disponeeren.
Hoewel niemand het met zekerheid wist,
geloofde men langzamerhand algemeen dat
Vilhelm Rönnow niet trouwen zou.
Zijn vrienden meenden te welen dat hij op
een van zijn reizen doodelljk verliefd geraakt
was op een voorname, jonge, Italiaansche
vrouw, die aijn liefde zeker wel beantwoord
had maar gebonden .was.
"Wat hier ook van aan is, hij had in ieder
geval zijn geloof in de waarde van het leven
niet verloren, al werd hij ook teleurgesteld in
zijn eerste en eenige liefde.
Ilij had een te gezonde en te energieke na
tuur om daardoor het hoofd te verliezen.
Toen liet hij zijn liefderijk, warm en trouw
hart anderen ten goede komen.
Hij voelde zich nog inniger dan te voren
aan zijn moeder verbonden. En in Agnes Rön
now, het eenige kind van zijn broer, vond hij
een taak die wel verdiende dat hij er al zijn
krachten aan besteedde.
Bovendien had hij zijn kunst en de natuur
om zich over te verheugen.
Agnes Rönnow had gemakkelijk een bedor
ven kind kunnen worden.
Dat zc het niet werd had zij in de eerste
plaats aan oom Vilhelm te danken.
In de pastorie stond zij onder invloeden van
zóó verschillenden aard, dal het gevaar voor
de hand lag dat haar persoonlijkheid zich niet
rank en vrij ontwikkelde.
Haar vader was treurig en somber.
Zelden zag zij hem glimlachen cn als hij
tegen haar sprak was het*bijna nooit over wat
haar kindergedachten vervulde. haar kleine
genoegens en kleine verdrietelijkheden, die
voor haar het leven zelf waren cn waardoor
hij het gemakkelijkst den weg naar haar ziel
gevonden zou hebben.
Het was altijd zoo ernstig wat hij haar te
vertellen liud over werk en plicht, over God
en Zijn lielde voor kinderen zoowel als voor
volwassenen:
lederen avond bad hij met haar hel D'ize
Vader aan haar bed, en' iederen mórgen zal
zij onder den lofzang naast hem in dc huis
kamer. Zij hield van hem en begreep ook wel
d.ai. hel Onze Vader zoowel als de lofzang iels
goeds was, en zij zou. hel niet hebben willetf
missen beide waren een deel van haar
dagelijksch leven geworden maar een kind
is nu eenmaal een kind en dat vergat
Hans Rönnow.
Haar moeder was allijd zacht cn lief,
maa: in haar gezelschap was men nooit echl
vroolijk.
Moeder hielp haar met haar lessen cn haar
piano, maar móeder kon niet met haar spe
len. of grapjes maken cn «dikwijls zag zij cr
zoo treurig uit en was zij niet wcL
Grootmoeder Lüders was wrel heel aardig,
maar allijd zoo wonderlijk ver af neen,
't was niet erg gezellig bij grootje Lüders al
had zij ook nog zooveel snuisterijen, mooi*
schilderijen en prachtige, oude meubelen.
Hel prettigst en gezelligst was het bij grootje
Rücnow die lieve, goede grootje Rönnowl
Zij kon uren bij haar zitten praten of lezen,
of katoen voor haar opwinden voor kousen*!
Grootje breide zulk een ontelbaar aantal kou*,
sen dat Agnes nooit begreep wat er mee ge«
beurde.
Toch was het geen gezond milieu voor e.cn
kind.om in op tc groeien, daarom ging oom
Vilhelm er zich eens mee bemoeien.
Ilij kwam dikwijls op dc pastorie als hij iU
Denemarken was. Voor alle zekerheid zet té
hij zich in Aarhus neer dan was hij altijd
in de nabijheid.
(Wordt vervolgd.!