uauoL
mm
„DE EEMLANDER"
BUITENLAND
O UDEHS
«OfUDMlMllZS'S^a
FEUtLLFTCm
Astrid Ehrencron-fiüülier.
w 16e Jaargang, No. 141
IDfltlUCUCUTCDDIIC Per 5 mMnden voor Amen'
ADUnnimtlU UI KIJu foort f 1.50, Idem franco
per post f 2jOO, per week (met gratis verzekering
tegen ongelukken) f 0.14, afzonderlijke nummer»
f 0.05. Wekelijksch by voegsel *Dt HolUndsch*
Huisvrouw* (onder redactie van Thérèse Hoven)
per 5 maanden 50 cent Wekelijksch by voegsel
*Wcreldrevue* per 3 maanden 60 cent
AMERSFOOBTSÜH
Wf?nndag 7 Januari 1918
HOOFDREDACTEUR: M«. D. J. VAN SCHAARDENBURG
UITGEVERS: VALKHOFF Co
BUREAU: ARNHEMSCHE POORTWAL, hosk utrechtschestr.
INTERCOMM. TELEFOONNUMMER 513
dienstaanbiedingen 1—5 regels f 0.50, groote letters
naar plaatsruimte Voor handel en bedrijf besten
aeer voordeelise bepalingen tot het herhaald advar.
teeren In dit Blad. bij abonnement Ecne circulaire;
bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegeaonden.
Politiek Overzicht
In afwachting van nieuwen
strijd.
Aan de oorlogsfronten is het sedert eenige
♦reken reeds, ook buiten het oostelijke front
Ivaarvoor de wapenstilstand officieel is afge
kondigd, merkwaardig stil. De strijdactie is
tot een minimum beperkt; de 'ütelijke toe
stand verschilt niet veel van eene wapen
rust. Maar tenzij uit de nu te Brest-Litowsk
In gang zijnde onderhandelingen algemeene
irredesbesprekingen mochten voortvloeien,
«al dat slechts van korten duur zijn. Reeds
worden de toebereidselen gemaakt td>t her
vatting van den strijd op de beide oorlogs-
fooneelen, die van oudsher bekend staan als
de groote slagvelden van Europa.
In de Pransche Kamer is die strijd door
de regeering aangekondigd; zij heeft zich
daarop beroepen als een argument voor het
oproepen van de jongste lichting, die van
1919, onder de wapenen. De onderstaats-
staatssecretoris Abrami heeft verklaard, dat
men staat aan den vooravond van geweldige
operation, gelijk aan die van Verdun in
1916. Om daaraan het hoofd te.kunnen bie
den, is versterking van het effectief eene ge
biedende noodzakelijkheid. Niet anders
spreekt de Engelsche regeering, die vóór het
Kerstreces heeft aangekondigd, dat aan het
parlement bij de hervatting van de zittingen
omstreeks 'nalf Januari voorstellen zullen
worden ingediend tot verkrijging van nieuwe
manschappen voor het front. De militaire
deskundige van de Times, kolonel Repington,
heeft uitgerekend, dat de geallieerden ten
spoedigste een half millioen versche strijd
krachten noodig hebben, voorts een groot
aantal kanonnen en vooral vele voor den
aanval geschikte vliegtuigen.
Men neemt algemeen aan, dat de nieuwe
strijd, die in het westen is te verwachten,
zich in andere banen zal bewegen dan die,
welken wij uit de afgeloopen oorlogsjaren
kennen Kolonel Repington verkondigt in
de Times, dat de Duitsche defensieve taktiek
in het westen, die van 1914 af heeft geduurd,
nu ten einde loopt; hij vermaant tot het ne
men van tegenmaatregelen, die de nieuwe
toestand vordert. De deskundige medewer
ker vap de Neue Freie^Presse beschrijft den
toestand, zooals hij zich nu vertoont, aldus:
..Sints de dagen van den Marneslag be
vonden de legers van de westersche mo
gendheden, dank zij den elementairen storm-
ioop van de onuitputtelijke Russische mil-
üoenenlegers, in den zeer voordeeligen toe
stand van den strategischen aanvaller. De
Duitschers schenen voor goed tot de rol van
tien verdediger veroordeeld te zijn en moes
ten, in getalsterkte de minderen, r> zich la
ten homeren, wanneer en waar uat het En-
gelsch-Fransche Ie^erbevel beliefde. Dit
had geern andere taak, dan de beste me
thodes uit te denken om de Duitsche liniën
door te breken.'Dat het daarin niet is ge
slaagd, lijkt bijna een tTagische schuld, die
op de oplossing van het werelddrama een
beslissenden invloed kan uitoefenen. Zoo
min Joffre als French en Haig, ook Nivelle
en Pétain niet, hebben nut getrokken uit den
ti^d en de omstandigheden. Geen scheppen
de gedachte heeft hunne operatiën bezield,
die zij op de basis van eene gebrekkig aan
gewende mechaniek hadden geplaatst. Maar
v hup he misslagen waren zij zich
niet geheel bewust geworden, omdat die hun
nooit het geruststellendexgevoel der zeker
heid ontnamen, dat zij tegen te* eriondeme-
mmgen van den vijand gevrijwaard waren.
De groote tegenstoot bij Verdun in Fe
bruari 1916 toonde de klauw van de leeuw;
maar de houw was spoedig vergeten, toen
het Engelsche leger zijne kracht ten volle
ontplooide.
Dit mooie gevoel van zekerheid er steeds
op los te kunnen slaan en slag op slag te
kunnen leveren, zonder daarbij ooit voor
ernstig gevaar te moeten vreezen, heeft nu
zijn einde bereikt. De gebeurtenissen aan
het oostelijke front hebben den strategischen
toestand volkomen veranderd. Het Duitsche
leger in het westen kan rekenen op de ver
sterking door hel leger in het oosten, mis
schien ook door Oostenrijksch-Hongaarsche
krachten, en wordt door deze aanzienlijke
versterkingen in staat gesteld tot het strate
gische offensief. Het gevoel van zekerheid
is nu voorbij. Het gemoed wordt gedrukt
door de zorg De kritieke maanden f Te hulp
Amerika f
De Entente heeft reeds precies uitgere
kend hoeveel soldaten Duitschland nu meer
zal hebben aan het westelijke front en haalt
alle zakken uit om te zien, of er niet nog
eenige soldaten in verborgen zijn. De En
tente wendt gaarne de rekenkunst aan, of
schoon zij eigenlijk moest begrijpen, dat de
cijfers slechts in de hand van het genie! ma-
giche kracht krijgen. Het militaire genië ver
andert onvoorziens een één in een drie, of
plaatst voor den tegenstander daar, waar hij
een één vermoedt, plotseling een drie, of
omgekeerd. Dpt is militaire rekenkunst
maar die verstaan de Ententes-generaals niet
Omdat zij echter weten, dat Hindenburg van
deze kunst wel iets verstaat, wordt hunne
bangheid verhoogd. Nu is het merkwaardig,
dat de bezorgdheid van de Entente voor een
Duitsch offensief, die naar hare gedachte de
verschrikkelijkste van den wereldstriid zal
zijn, haar niet tot den vrede raadt. Óm de
vraag, of de Engelsch-Fransche legers met
succes weerstand kunnen bieden aan een
Duitsch offensief, draait zich het groote
vraagstuk van de eindoverwinning. Dat be
staat weer in het vraagstuk van den door
braak. Volgens de ervaringen van den siel-
lingstrijd behoort een werkelijke doorbraak
tot de grootste zeldzaamheden, en daar hij
tot dusver slechts aan de andere fronten is
gelukt, trekken de westersche mogendheden
daaruit de conclusie, dat hij voor de Duit-
schers aan het westelijke front onmogelijk
zal zijn. Blijicbaar is hunne meening hierop
gebaseerd, dat de stellingen daar van bui
tengewone stevigheid zijn en dat de kwaliteit
van hunne troepen en de artillerie-uitrusting
niets te wenschen laat. Dit alles kan juist
zijn. Maar toch is, zooals de krijgsgeschie
denis leert, ieder vraagstuk oplosbaar, wan
neer de voorwaarden'vóór de oplossing aan
wezig zijn of in 't leven geroepen worden.
Wel schijnt de stellingstrijd zich ook verder
in de oude banen te bewegen, maar de ware
veldheerskunst heeft zich in de oude aan-
valsvormen nog niet uitgeput. Van Hinden
burg kan worden verwacht, dat hij de uifge-
brande lessen van den stellingtrijd tot nieuw
vuur weet te ontsteken"
De oorlog,
In Brest-Litowsk zullen de gevolmachtig
den voor de vredesonderhandelingen he
den allen weer bijeen zijn; de Rus
sische hebben zich gisteravond uit Pe
tersburg op reis begeven. De Russen
hopen nu op de conferentie te verkrij
gen, dat voldaan wordt aan hun wensch om
het voeren van de verdere onderhandelinjen
van Brest-Litowsk te verplaatsen naar een
stad in het neutrale buitenland; waarvoor
Stockholm in overweging werd gegeven.
Trotzki, het hoofd van het departement van
buitenlandsche zaken in Petersburgr is zelf
meegekomen met de voor het voeren van de
onderhandelingen aangewezen gevolmachtig
den.
De voorzitters van de delegatiën van den
vietbond hebben aan de Russische delegatie
een kennisgeving gezonden, waarin zij con-
stateeren, dat de termijn van tien dagen,
waarin voor de andere oorlogsvoerenden de
gelegenheid openstond om te verklaren of zij
willen deelnemen aan de vredesonderhande
lingen, verstreken is zonder dat er gebruik
van is gemaakt.
Zweden en Duitschland hebben de onaf
hankelijkheid van Finland erkend. Volgens
berichten van de Matin en van de Temps
heeft Frankrijk dit ook gi-daan.
Londen, 5 Jan. (R) De Engelsche
premier, Lloyd George, heeft heden, over
eenkomstig zijn belofte om zich tegenover
de afgevaardigden der vakvereenigingen,
die thans overleg plegen met den minister
van den nationalen dienst over de kwestie
van de levende strijdkrachten uit te spreken
over het oorlogsdoel, n^.- ens de regeering
de volgende officieele «cklaring afgelegd:
„Wanneer de regeering de georganiseer
de arbeiders van dit land uitnoodigt om
haar bij te staan, ten einde hef leger te
velde te versterken, dan hebben hunne af
gevaardigden het recht, le eischen, dat ver
keerde opvattingen omtrent het doel daar
van absoluut onmogelijk ziin Wat geldt
voor de georganiseerde arbeiders, geldt ook
voor alle andere burgers van dit land, zon
der verschil van beroep of stand.
Het is de meest duidelijke, grootste en
rechtvaardigste zank, die het kan rechtvaar
digen, dat deze ontzettende volkenstiijd
wordt voortgezet. Wij moeten duidelijk de
beginselen uiteenzetten waarvoor wij strij
den, maar eveneens de bepaalde toepassing
Maarvan op de wereldkaart
Wij zijn gekomen aan het meest crifïeke
moment van dit vreeselijke conflict en voor
dat eenige regeering de gewichtige be
slissing neemt omtrent het voortzetten of
het beëindigen van den oorlog, is het noo
dig, dat zij de overtuiging heeft, dat de ge-
heele natie achter haar staat, want alleen
daardoor kan zij de kracht ontwikkelen, die
noodig is om te komen aan het rechtmatige
einde van dezen oorlog.
Om deze reden heb ik mij in de laatste
dagen veel moeite gegeven om mij op de
hoogte te stellen van de meènirg en de
houding van hen. die alle klassen in het
land vertegenwoordigen.
Ik had in de afgeloopen week het voor
recht om niet alleen met de verklaring der
Labour-Party de oorlogsdoeleinden nauw
keurig te^bestudeerén, "uoch ik had ook een
onderhoud met de bestuurders over hun be
doeling met die verklaring. Ook had ik ge
legenheid deze belangrijke kwestie te be
spreken met Asquith en Grey. Ten slotte
confereerde ik nog met eenige vertegen
woordigers van sommige groote koloniën.
Welnu, het doet mii genoegen te kunnen
verklaren, dat, hoewel de regeering alleen
verantwoordelijk is, er toch een nationale
overeenstemming bestaat omtrent het karak
ter van onze oorlogsdoeleinden en vredes
voorwaarden en over wat ik hier tol u en
de j eheele wereld zeg. Ik beweer, dat ik
vandaag niet enkej de meening der regee
ring weergeef, doch die van het geheele
Britsche rijk
Wij voeren geen aanvallenden oorlog te
gen het Duitsche volk. De leiders van dat
volk geven de voorstelling, dat zij den oor
log voeren om zich te verdedigen tegen een
bond van vijandige natiën, die van plan zijn
Duitschland te vernietigen. De vernietiging
van Duitschland of het Duitsche volk lag
nimmer in onze bedoeling. Met grooten
weerzin en geheel onvoorbereid werden wij
gedwongen aan dezen oorlog deel te nemen,
ter verdediging van onszelf en het verkrachte
publieke recht in Europa, en om op te ko
men voor de plechtigste verdragen, waar
op de orde in Europa berust en die door
Duitschland roekeloos met voeten getreden
werden door den inval in België. Wij moes-
tpn aan den oorlog deelnemen, of lijdelijk
toezien, dat Europa onder zou gaan, dat het
ruwe geweld zou zegevieren over het pu
blieke recht en de internationale rechtvaar
digheid
Het bewustzijn van deze ontzettende keuze
dwong het Engelsche volk tot den oorlog en
van dat standpunt is het nimmer afgeweken:
het heeft nooit gedacht aan de verplettering
van het Duitsche volk of de vernietiging van
zijn staat of land.
Duitschland bezet een groote stelling in
de wereld. Het is niet onze wensch of be
doeling deze positie voor de toekomst onze
ker te maken of te vernietigen, maar haar
af te leiden van plannen of verwachtingen
van militaire overheersching en te bewegen
zich met alle krocht te wijden aan de groote
zegenrijke werken der wereld. Evenmin strij
den wij om Oostenrijk-Hongarije te vernie
tigen of Turkije van zijn hoofdstad te beroo-
ven of van zijne wijd vermaarde landen in
Klein-Azië en Thracië, die overwegend door
Turken worden bewoond. Evenmin gingen
wij in dezen oorlog alleen om d< „keizer
lijke constitutie" van Duitschland tc wijzigen
of te vernietigen, hoezeer wij ook de mili
taire, autocratische constitutie als een ge
vaarlijke anacronisme beschouwen in de
twintigste eeuw.
Onze opvatting is, dat het aanvaarden van
een waarlijk democratisch stelsel door
Duitschland het meest overtuigende bewijs
zou zijn, dat de oude geest van militaristische
overheersching in dezen oorlog was verdwe
nen. Dit zou het ons gemakkelijker maken
een op breeden dejnocratischen grondslag
gevestigden vrede met Duitschland te sluiten.
Intusschen is dit een vraag, waarover 't
Duitsche volk zelf moet beslissen.
Het is meer dan een jaar geleden, dat de
president der Vereenigde Staten, die toen
onzijdig was, een voorstel richtte tot de oor
logvoerende landen, dat ieder van hen dui
delijk zijn oorlogsdoel zou mededeelen. Wij
en onze bondgenooten zonden een antwoord
bij nota van 20 Januari 1917.
De centralen beantwoordden den oproep
van president Wilson niet en ondanks de
vele dringende verzoeken, zoowel van hunne
fpgénstanders als van de neutralen, bewaar
den zij een hardnekkig stilzwijgen over hun
oorlogsdoel. Zelfs over een kritieke kwestie
van zoo doorslaand gewicht als hunne be
doeling ten opzichte van België, bleven zij
eenparig weigeren eenige betrouwbare aan
wijzing te geven.
Den 25en December 1917 deed graaf
Czernin, sprekende namens Oostenrijk-Hon
garije en zijne bondgenooten, een soort uit
spraak. Die was jammerlijk vaag. Men. heeft
ons gezegd, dat de centrale mogendheden
niet van plan zijn zich met geweld meester
te maken van eenig door hen bezet gebied,
of eenige natie te berooven van hare poli
tieke onafhankelijkheid. Het is duidelijk, dat
bijna elk plan van verovering en annexatie
kan worden uitgevoerd naar een letterlijke
uitlegging van zoo'n belofte. Beteekent het,
dat België en Servië, Montenegro en Ru-
menië even onafhankelijk en vrij zullen zijn
in het bepalen van hun eigen lot als Duitsch
land of een andere natie? Of beteekent het.
dat elke bemoeiing of beperking, politiek of
economisch, onvereenigbaor met de waar-
disheid van een vrij, zichzelf respecteerend
volk zal worden opgelegd. Beteekent het, dat
er een zekere soort onafhankelijkheid be
staat voor groote naties en een lagere soort
onafhankelijkheid voor kleine naties? Wij
moeten dat weten, want gelijkberechtigdheid
onder de natiën, kleine zoowel als groote,
is een der fundamenteele belangen, waar
voor Engeland en zijne bondgenooten strij
den in dezen oorlog.
Herstel vap moedwillige schade, welke ia
toegebracht aan de Belgische steden en
dorpen, alsmede aan de bewoners, is na-
drtikkelij! verworpen. En de rest van het
zoogenaamde aanbod der centrale mogend
heden is een bijna volkomen weigering van
Mie concessiën. Alle uanwijzingen omtrent
de autonomie onder vreemd gezag staande
nationaliteiten worden geheel uit de vreds-
voorwaarden geweerd. De vraag of er eenige
vorm van zelfbestuur aan de Arabieren, Ar
meniërs en Syriërs zal worden gegeven,
v-ordt 'verklaard tot een zaak, die alleen do
Turkschc regeering aangaa
De-wensch naar bescherming der minder*
heden, voor zoover deze practisch tc ver
wezenlijken is, is dé eenige slap in de rich
ting van de vrijheid, dien de staatsliedeni
der centralen doen. Op één punt slechts zijn
zij geheel duidelijk en .fdoende: onder
geen voorwaarde wil Duitschland afstand
doen van zijn eisch tot herstel van al zun
koloniën. Alle beginselen omtrent de zelf
beschikking, of zooals onze vroegere term
luidde - - zelfrcgeering worden in dit opzicht
niet voeten getreden. Het is onmogelijk aan
te nemen, dot eenig gebouw van blijvenden
vrede op zulk een grondslag zou kunnen
worden opgetrokken. Alleen met de lippen
de formules geen annexatie of schadever
goeding" of „het zelfbeschikkingsrecht" to
aanvaarden, heeft geen zin.
Alvorens vredesonderhandelingen kun
nen worden geopend, moeten dc centralen
zich ten volle bewust zijn van de essentiecle
eischen van den toestand. Wij kunnen niet
langer de toekomst van de Europeesche be
schaving onderwerpen can willekeurige be
slissingen van eenige onderhandelaars, die
er naar streven de belangen van deze of
gene dynastie of van dit of dat vólk door
chicanes of dooi overreding te behartigen.
Het nieuwe Europa moet worden opge
bouwd op grondslagen van rede en gerech
tigheid, die stabiliteit' beloven. Daarom ge
voelen wij, dat het bestuur met toestem
ming van de bestuurders de basis moet vor
men van elke territoriale regeling in dezen
oorlog. Daarom ook is het duidelijk, dat,
tenzij verdragen worden nageleefd, tenzij"
iedere natie bereid is de nationale handtce-
kening te honoreeren, geen vredesverdrag
het papier waarop het is geschreven, waard
kan zijn.
De eerste eisch,, die speeds door de Engel
sche regeering en hnre bondgenooten is ge-
steid is dan ook het volledig herstel van
België en zoodanige schadevergoeding als
aangegeven kan worden voor zijne verwoes
te steden en provinciën. Dit is geen eisch!
tot oorlogsschadeloostelling, zooals aan
Frankrijk in 1871 door Duitschland werd
opgelegd. Het is geen poging, om de kos
ten der krijgsoperatiën van de eene oor
logvoerende partij op de andere of te wen
telen. Het is niet meer en niets minder d«m
het verlangen, dat, alvorens er eenige hoop
op ecn^ bliivenden vrede kan bestaan, de
groote schending van het publieke recht in
Europa moet zijn te niet gedaan en zooveel
mogelijk hersteld.
Herstel beteekent erkenning. Tenzij het
internationale recht erkend wordt, door te
staan op betaling van de schade aangericht
met schending van zijne voorschriften, kan
het nooit eene werkelijkheid zijn.
Dan komt het herstel van Servië, Monte
negro en de bezette gedeelten van Frank
rijk, Italië en Rumenië. Het volledige terug
trekken van de vreemde legers en vergoe
ding voor ongerechtigheid zijn de fundamen
teele voorwaarden voor"* een duinzomen
vrede.
Wij zullen de Fransche democratie tot
Als het dreigend gevaar werkelijkheid is
geworden is de toestand vaak dragelijker don
toen het gevaar nog dreigde.
Uit liet Üeensch door
Betsy Bakke r—N orL
0 zoo! Dat kan je denken, de huisbaas zal
je Ieeren, welke dag verhuisdag is."'
Harvey glimlachte traag. „Dat zal hem wei
nig helpen zei hij.
„Want ik moet maken dat ik naar Amerika
ga, vóórdat ik weer een jaar ouder ben.
Anders kan ik nooit president worden."
De meisjes gilden het uit van t lachen; de
twee nieuwelingen gaapten met den mond
"wijd open.
Else Marie sloeg met het raes tegen de tafel.
„O. wat ben jij een gekke jongen,'' zei ze,
*zal jij dan president worden?"
Ze sloeg met de handen op haar heupen,
haar lach trilde.
„O, net zoo goed als ieder ander."
Harvey schoof de bank achteruit om plaats
Voor de beenen te krijgen.
„Ik ben een Amerikaansch burger, ik heb
dezelfde kans als ieder ander. Meer is niet
noodig.''.
Mathilde rekte den hals uit van uit haar
donker hoekje Wat vertelde hij daar toch!'
Zou hel mogelijk zijn hij. de zoon van den
dronken metselaar? Zijn vader moest, naar
Amerika gereisd zijn, «samen mei de dochter
van den vorigen school meesier, had ze ge
hoord omdat hij hier nergens voor deugde,
en hij had ïn Alaska goud gegraven en krui
wagens met stecnen gekruid door de straten
van San Franzisco. Harvey was daar geboren,
maar toen hij zes jaar oud was, had zijn moe
der het niet langer kunnen uithouden van
heimwee, ze was met hem teruggekomen, later
had zijn vader toch geregeld elke maand een
weinig geld gezonden. Xu had Hartcy twee
jaar op de boerderij/gediend, ordelijk en flink,
en hij had gespit en gemest, precies zooals dc
andere knechten, in vuile kleëren en klompen,
en hij was niet verder gekomen dan de vier
hoeken van de boerderij, en dan het kleine
stukje grond, verder reikte zijn lering niet dan
die van de paarden en schapen en van
Matliildc zelf en nu opeens
Nee, maar zou het mogelijk zijn, zou hij
nu alles te zien krijgen, en misschien eens pre
sident worden o, als hij haar toch meenam.
„Kan je niet iets zingen op zijn Ameri
kaansch?" zei de corpulente stille Kirsten
Marie, het kamermeisje. Haar donker bruin,
in het midden gescheiden haai' lag olicglad
om haar ronde, roode wangen. Mathilde had
altijd gevonden dal ze veel leek op een Ilali-
aanschc matrone, zooals die stonden op
Marstrand's schilderijen.
„'t Is precies hetzelfde wat het is; je weet
wel, dat liedje dat klinkt zoo mooi.'5
En Harvey begon met een plechtige bas.
Else Marie sloeg de maat met een mes op. de
For his heart is like the sea
Ever open, brave and free
And the girls must lonely be
Till the ship comes back."
Mathilde glimlachte Wat paste zijn gezicht
bij die woorden. Dan dacht men toch aan een
vluggen zeeman met een geweldige das Cn dc
armen om hel middel van twee meisjes! En
dan Harvcv's streng, lang gezicht, met zijn
dunne oudemannenbaard
„Herinner jc*je niets meer daarvan, beste
Ilarvey?" vroeg El«e Marie, „maar liet moet
leis nieuws zijn. Niet weer hetzelfde, dat je
gisteren ook al verteld, hebt. Ik wil jets nieuws
hebben." -•
En Harvey knikte ernstig, en herinnerde
zich telkens weer. Alles wal hi; wel al twin
tig maal had moeten ver lellen, en altijd zon
der dat er een woord nieuw bij was. Maar
daaraan kon men juist zien, dat alles waar
was, zei Kirsten Marie allijd.
•Ia, wat hij zich het best kon herinneren,
was dat de huizen daar ginds zoo vreesdij!-
hoog waren, dat hij altijd zijn hoofd in den
nek had moeten leggen, onr dc daken cn
schoorstcenen te zien.
Hij voelde nog zijn nek cn hoe "n pijn hel
dan deed.
En hij kon zich herinneren; dal dc stralen
vol menschen waren, die allen even vlug lie
pen als in de bioscope in Holsbrö. En hij
moest vlak bij zijn moeder blijven, om haar
niet kwijt tc raken.
Maar ?t allerbest herinnerde hij zich een
grooten tuin midden in de stad, met bloem
perken, en hooge hoornen en groote roode
vogels met lange halsvecren..En je ging door
een verguld hek naar binnen, als naar liet
hof van het paradijs. En hij mochl alleen naar
binnen gaan als hij zijn moeder bij dc hand
hield. En tusschen alle gewone menschen met
jas en hoed, wandelden gele Chineézen met
kalotjes op en met lange zwarte vlechtjes, zoo
dun als muizenslaar-ten.
Hij herinnerde zich ook, «ia. zijn vader al
tijd wasehtc, en opgeslagen hemdsmouwen
had. Altijd wasehtc hij in een grooten uitgc-
liolden kuil /.and met zulke kleine stukjes goud
cr in, niet grooter dan stofjes. Hel zand
spoelde hij weg, maar de goudstofjes bk-ven
achter. Dagenlang stond hij op het vierkante
plaatsje met bet hooge :ile hek er omheen
cn wasehle en wroette in hel bezinksel, dat
nij in een lecreti zak naar huis bracht En hij
was nooit dronken, en had ook nooit een
kameraad bij zich, hij wasehle en wasehle
slechts Hij herinnerde zich zijn vader sléchts
met de opgeslagen hemdsmouwen, cn de
naakte harige armen.
Maar het mooist*dat hij van daarginds le
vertellen had,.was, dat het daar altijd groene
zomer was, je had er nooit sneeuw cn gezwol
len winterhanden. Sinaasappelen het heele
i .h >or voor een cent het stuk. ja. zc kon
den ze ook zoo maar voor niets plukken, zijn
moeder cn liij, als zc de groene heuvels be
klommen, die zoo slcil waren, dat zijn moe
der den gcheelen tijd op haar rok trapte.
En daar moest hij ook voortdurend naar
boven kijken tot zijn nek pijn deed.
Else Marie klopte hem op de wang met een
leverworst. „Ja, je bent altijd flink geweest om
ons over het hoofd le kijken," zei zc, „dat heb
je zeker van je geboorte. Soms zou men den
ken, dal jc Krisloffel Columbus zelf was.
Kirsten Marie slond op. ze streek /ich o\<
de zware heupen.
„Ik moet uu zeker gaan,' zei ze, zwaar weg
stappend,
..Nu zat ilc je iets zeggen, Ilarvey," zei Else
Marie. ..Je kan Kisscmie m< u men M je weg
gaat, zij gaal ook weg met den verhuisdag.
Dan kan ze presidentsvrouw worden, en dart
heb jelui dadelijk een kroonprins om mee lu
beginnen."
Harvey smeet zijn eindje sigaar op deit
grond, en rolde dat met den voet in het zan«L
„Wal is dat?" zei hij. „Kirsten Marie, ze
moet toch niet...?"
„Ja, ja toch. Dat is nu dc derde meid, die er
slecht afkomt, door Sören's schuld."
Ilarvey trok een bedenkelijk gezicht. „Dio
meiden, ze moesten liever Sórcn wegzenden!"
zei hij Jpngzaam. ..Dat dieni toch werkelijk
nergens voor. dat we de blaren van een plant
afsnijden, en dc worm blijft onder de wortels
knagen."
Else Marie trok haar lippen op. Dc bcidö
nieuwelingen keken elkaar aan cn giechelden,
„Neen. ze moesten doen als ginds op Katri*
nedal, bij Mevrouw's broer, zei Else Marie*
„Die laat ze daar kinderen krijgen en blijven,
li dc kinderen hangen aan de rokken van hnn
moeder, tot zc net zoo groot zijn als /.ij zelf.
Er moeten nel zoo veel families op de boer
derij zijn. als in heel Rind te zaïnen.
En sommigen van hen, die lijken nog meer
op den baas dan op hun moeder, omdat z«
hem van hun geboorte af al gekend hebben
Else Marie sliet Ilarvey aan. cn lachte. Har*
vcv schudde het hoofd.
„Ja, dat is een wonderlijke huishouding," zd
hij en ond op.
(Wordt vervolgd.)