O UDEHS
PRIJS DER ADVERÏENÏIEK
DE EEMLANDER"
BUITENLAND
KOLONIËN.
Astritf Ehrencron-S/lüller.
16e Jaargang, Wo. 162
innuatucHTCDDiic per 5 ""ndei1 ï00t Amen»
IDUnlltMtHlafKI]!) foort f i.5o. idem taa
fet post I 2.00. per weel (met grjti, verzekering
legen ongelukken) f 0.11 ifaonderlljkc nummer»
f 0.D5 Wekelijks eb bijvoegsel .De Holbndscht
Jjnwnewt tonder redactie van rhérèse Hoven)
per 3 maanden 50 cent. Wekelykscb bijvoegsel
*XPtr*ldrevae+ pet 3 maanden 60 cent.
AMERSTDORTSCH DAGBLAD
HOOFDREDACTEUR: M.. D. J. VAN SCHAARDENBURG
UITGEVERS: VALKHOFF 4 Co
BUREAUARNHEMSCHE POORTWAL, hobk UTReCHTfCHSSTR.
INTERCOMM. TELEFOONNUMMER 513
Donderdag 31 Januari 1918
I van I—» regels f 0.SQ,
elke regel meee f 0.21X
dienstaanbiedingen 1-5 regels f 050. groote letter»
naar plaatsruimte. Voor handel eo bedrijf bestaan
leer voordeelige bepalingen tot het herhaald adve»
teeren in dit Blad, bij abonnement Eene circulaire,
bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Nabutracmiau over de raads
vergadering.
Evenals vorige jaren heeft de burgemeester
weder In de eerste raadsvergadering des
|aars eigenlijk was het reeds de tweede,
maar men deed maar net alsof 'n nieuw
jaarsrede uitgesproken, welke wij belangwek
kend genoeg geacht hebben om haar 'uit het>
.{Verslag te lichten en in haar geheel op de
i&ereplaats van ons vorig nummer op te|pe-
ÏDen.
Zij geeft 'n volledig overzicht van de voor
naamste feiten en gebeurtenissen van Amers-
foort's geschiedenis in 1917, hier en daar met
schouwingen en ook wel gepaste vermanin
gen doorvlochten, en zal met hare voorgang
eters 'n waardevol document blijven in de
rchievcn onzer stad. Wij stellen ons voor dat
over tientallen jaren, eeuwen misschien, deze
a. chieven juist voor de droeve tijden welke
'wij thans beleven meermalen nog nageslagen
«uilen worden. En men zal er dan lot eeuwige
schande van het thans levende geslacht, lezen
van de zedenverwildering waarover ook de
•burgemeester in duidelijke woorden zich uit
sprak. Wij zien inderdaad om ons heen 'n
ïoreele inzinking, van de laagste tot de
oogst e kringen. De menschkeid is overstuur,
de scheiding tussehen goed en kwaad wordt
verlegd, het gemeenschapsgevoel wordt
«enerzijds afgebrokkeld door individueel, an
'Öerzijds door klasse-egoisme.
Zeer juist hoeft de burgemeester opgemerkt
■dal de grondige verbetering van dc maat
schappij en het einde van dc hecrschende
alaise slechts mogelijk is als begonnen wordt
iet de verbetering, dc moreele opheffing van
den mensch zelf. Maar zoolang de oorlogstoe-
and duurt, zal dit onbegonnen werk zijn
Als oudste lid heeft de heer v. Kalken de
hurgemeesterlijkc redevoering beantwoord
snel 'n speech, welke minder plechtig dan ge
Vwoonlijk doch even goed bedoeld was, maar
*ij klonk als 'n stem uit liet verleden, 't Is
"vreemd maar waar: het klinkt tegenwoordig
ouder wet.sch wanneer men in 'n openbaar
lichaam ■zuinigheid hoort prediken. Zuinig
heid schijnt thans geen overheidsdeugd méér
ie *ijn. Vandaar dal de heer v Kalken die al
maai* op zuinigheid aandrong zoo'n ouder-
wetschén indruk maakte 'n Overheid die zui
nig is, wordt thans schriel genoemd. Vaak
niet zonder reden, want wat zuinigheid heet
is gewoonlijk niet anders dan conservatisme,
gemis aan voortvarendheid, ontstentenis van
'n vooruitziende politiek. Er is 'n zuinigheid
die de wijsheid bedriegt, en 'n overheid,
welke in dezè dagen al te angstvallig de por-
•teraonnaies der belastingbetalers zou ontzien,
zou aldus hun... brandkasten wel eens in 'n
zeer ernstig gevaar kunnen brengen.
Na dezen plcrhtigen aanvang, kon de agenda
afgerold worden. En dnt cing bijna zonder
haperen.
'n Eigenaardig intermezzo bij punt 10. B. en
!W. stelden voor aan den heer .T. v. Keulen toe
le staan in zijn te bouwen woonhuis lichtra
men aan te brengen naar de zijde van bet
plantsoen, mits zoodanige raamconslructie
gemaakt wordt dat de ramen aan de buiten
zijde van binnenuit kunnen worden schoon
gemaakt, zoodat het komen cn gaan over ge
meentegrond vermeden wordt.
De heer Kroes meende dat dit beding niet
mogelijk was. daar deze gemeentegrond, i c.
plantsoen, openbaar terrein was, voor ieder
een dus toegankelijk voorzoover bij politie
verordening geen toegangsverbod gelegd is.
Er werd onnoodig veel over deze quaestie
gepraat. Maar dit beding was immers geen
beding, het was slechts 'n welgemeende raad
|aan den heer v. Keulen. I-Iet verbod om bui
tten de paden in de plantsoenen te loopen
'geldt immers evengoed voor ieder ander als
voor hem en het is dus zijn belang om de
Kramen zoo te construeeren dat ze van binnen-
1 uil te reinigen zijn, daar hij er anders niet
hij kan zonder op' verboden grond te komen.
Eenige punten der agenda betroffen de
volkshuisvesting, 'n Aantal pcrceelen werd
aangekocht en hei huis van de dames Lein-
weber, Muurhuizen 113, zal met het oog op
den woningnood als woning voor 5 gezinnen
- Ingericht worden.
De verordening in zake dc beperking van
herbergbezoek door jeugdige personen werd
lang niet met onverdeelde instemming begroet.
Mr. Stadig is geen vriend van verordeningen,
maar deze achtte hij al geheel overbodig, wijl
'n euvel als waartegen zij gericht was hier
gelukkig niet aangetroffen werd. Anderen had
den bezwaar tegen de toepassing van deze
verordening ook op melksalons waar tal van
kinderen immers genoodzaakt zijn hun twaalf
uurtje te gebruiken. Zij wilden slechts toe
passing voor herbergen, „etterkroegen" gelijk
de heer Kroes verduidelijkte, 't Mocht niet
baten. Het is wel duidelijk dat hot niet in het
voornemen zal liggen om *s middags tussehen
de schooltijden 'n razzia te ondernemen in de
melksalons, maar toch vilde de meerderheid
van uitsluiting dier inrichtingen niets weten,
Men scheen te verkeeren onder den indruk
van 'n geval, dat kort geleden juist in 'n nielk-
solon 'n jongniensch al te goede sier gemaakt
had van niet al te zuivere guldens.
Ten slotte 'n keukenpraatje. Natuurlijk,
waar praal men thans in Amersfoort anders
over dan over de Centrale Keuken en het zure
eten. Dat is inderdaad 'n ongelukkige en on
begrijpelijke zaak. Alles marcheerde zoo goed,
de C. I\. burgerde zich in cn ziel, daar proeft
men plotseling, twee, drie keer in de week,
dat het eten zuur is.
Men kan dc menschen niet gevoeliger tref
fen dan in hun maag. Met 'n leegc beurs kan
men nog leven, maar niet met 'n leegc maag.
En wie 2, 3 keer het voedsel der C. IC. in het
kippenhok of varkenskot in plaats van in z'n
bcgccrig keelgat heeft zien verdwijnen, zal
zich niet al te vriendelijk over dc C. IC. uitla-
ten. f
Toch is het geenszins de bedoeling der C. IC.
om den menschen voortaan zuur eten voor tc
zetten. Integendeel, men zit cr genoeg mee
in cn doet al het mogelijke om dc oude repu
tatie le herstellen. Iedereen weet wat dc oor
zaak is, iedereen geeft raadgevingen, alsof
men in de C. IC. slechts daarop zat tc wach
ten. In werkelijkheid echter is men er daar
reeds veel eerder bij geweest, allerlei deskun
digen zijn er bijgehaald, allerlei maatregelen
zijn in het werk gesteld en men zal daarmee
niet eindigen voordat Oc spijzen weer even
smakelijk zijn als voorheen.
Niet alleen op het voedsel, ook op dc keu-
kenkaarten heeft de heer Lcinwebér critiek
geoefend. En terecht, want die kaarten schij
nen zeer zonderling gedistribueerd Le zijn.
Werd niet gezegd, dat 'n majoor kaarten
voor... 7 centen ontving? Hier wreekt zich dus
alweer het verkeerde, papiervcrslindcndc
systeem om maar ongevraagd aan Jan en
alleman kaarten toe te zenden. Waarom niet
veeleer de kaarten door de aspirant-verbrui
kers laten aanvragen? De heer v. -Kalken
drong aan op zuinigheid; dal men er mee be
ginne daar waar geheel nutteloos cn noodc-
loos uitgegeven vordt!
Politiek Overzicht
De Russische vredes-
qezir>Hheld.
In hunne verklaringen over den stand van
de vredesonderhandelingen met Rusland
hebben zoowel de Duitsche staatssecretaris
als de Oostenrijksche minister van buiten-
landsche zaken er geen geheim van ge
maakt, dat zij voor de tegenwoordige regee
ring in Petersburg hoegenaamd niets voe
len. Graaf Czernin heeft eene scherpe onder
scheiding gemaakt tussehen die regeering en
die van de Ukraine; hij heeft gezegd: „Ik werk
aan den vrede met de Ukraine en met Pe
tersburg. De vrede met Petersburg verandert
aan onzen definitieven toestand volstrekt
niets. Nergens staan Oostenrijksch-Hongaar-
sche troepen tegen die van de Petersburg-
sche regeering wij hebben de Ukraihische
troepen tegen Ons en uitvoeren kan men
van Petersburg ook niets, omdat het zelf
niets heeft dan de revolutie en de anarchie,
een exportartikel, dat de bolshewiki misschien
gaarne zouden willen exporteeren, maar dat
ik beleefdelijk weiger aan te nemen. Niette
min wil ik een vrede met Petersburg, om
dat die ons dichter brengt bij den algemee-
nen vrede, zooals het sluiten van iederen
vrede. Anders staat de zaak met de Ukraine.
Want de Ukraine heeft voorraden aan levens
middelen, die zij zal uitvoeren, als wij het
over den vrede eens worden."
De beide bewindslieden gewagen in woor
den van de allerscherpste afkeuring van de
methodes, waarvan de regeering te Peters
burg zich bedient bij de uitoefening van
hare macht. Graaf Czernin heeft het ver
schil, dat bestaat tussehen hem en den Rus-
sischen hoofdgevolmachtigde bij 4^ onder
handelingen in Brest-Litowsk, aldus aange
wezen: „Wij zijn beiden naar huis gegaan
om een votum van vertrouwen te verkrijgen.
Dat is aan Trotzki mislukt en hij heeft als
antwoord machinegeweren laten aanrukken
en de Constituante uiteengejaagd. Wanneer
gij mij hetzelfde aandoet, laat ik geene ma
trozen komen maar neem mijn ontslag. Wat
democratischer en vrijzinniger is, laat ik aan
u over te beoordeelen."
Von Kühlmcni} drukt zijn oordeel over de
regeering, met wie hij de onderhandelingen
moet voeren, aldus uit: „De bolshewiki steu
nen eenvoudig op de brutale macht, hunne
argumenten zijn kanonnen en machinege
weren, en wanneer de afgevaardigde Nau-
mann zachtjes van eene bedreiging van het
persoonlijke bestaan gesproken heeft, dan
zou ik hem met Wilhelm Busch willen ant
woorden:
Denn seinem Dasein als Subjekt
wird alsobald ein Ziel gesleckt.
De meenïngsverschiilen worden door uit
roeiing van den tegenstander op radicale en
bevredigende wijze bijgelegd. De bolshewiki
preeken heel mooi, maar in de praktijk ziet
het er anders uit"
De Duitsche staatssecretaris heeft ook
niet onduidelijk te kennen gegeven, dat bij
hem geene abolute zekerheid bestaat, dat
Trotzki bepaald tot den vrede geneigd is.
Al zou hij diens vredeswil niet bepaald wil
len ontkennen, hij is niet overtuigd of de
heer Trotzki zelf eene absoluut zekere lijn
reeds heef! getrokken, en wijst er op, dal
diens gezegden althans de mogelijkheid
openlaten, dat bij Trotzki en de zijnen „nog
eene andere politiek gevoerd wordj: dan die
van het open en eerlijk sluiten van den
vrede met de door hen als de zonde en het
vergif gehate „bourgeois-regeeringen van de
centrale mogendheden."
Met deze opvatting staat von Kühlmann
niet alleen. Zij vindt voedsel in de woorden,
die door Trotzki gesproken zijn in het alge
meen congres van de arbeiders- en soldaten-
raden, toen hij daar verslag uitbracht over
den stand van de vredesonderhandelingen.
Hij heeft bij die gelegenheid twijfel uitge
drukt aan de mogelijkheid om het eens te
worden, omdat de gedelegeerden van de
centrale mogendheden zuiver kapitalistische
belangen voorstaan en aan de eischen -van
de maximalistische gedelegeerden slechts
schijnbare concession hebben gedaan. De
Rusische delegatie in Brest-Litowsk zal, zoo
verklaart hij, onvoorwaardelijk blijven staan
op haar standpunt en den strijd tegen het
internationale kapitalistenblok volhardend
en onvervaard voortzetten.
Het verdient de aandacht, dat de Nowaja
Shisn, 't orgaan van Maxim Gorki, naar aan
leiding hiervan tegen Trotzki het verwijt
richt, dat hij eene zoo hoogernstige en voor
de toekomst der wereld zoo gewichtige zaak
als het sluiten van den vrede, misbruikt tot
een agitatiemiddel voor oogmerken van
partijpolitiek. Dit bewijst, dat ook in Rus
land zelf de indruk levendig is. dat Trotzki
speelt met de mogelijkheid om de onderhan
delingen over den vrede te doen mislukken,
teneinde daardoor andere belangen te die
nen. Het zal uit den loop van de onderhan
delingen in de nu begonnen derde periode
moeten blijken of die indruk juist is.
De oorlog,
In den strijd op het AsijBgoplateau hebben
de Italiaansche aanvallers de tegenpartij ge
dwongen tot de ontruiming van de stellingen
op de beide bergen Val di Bella en Col dei
Rósso. In het gebied van den Monte Sise-
mol is de aanval mislukt.
De luchtaanval tegen Londen in den laten
avond van 28 Januari is na 24 uren door
een tweeden aanval gevolgd. Te oordeelen
naar de opgave van het aantal slachtoffers,
is die van minder beteekenis geweest.
Londen, 30 Jan. (R.) De secretaris
van oorlog Baker heeft aan de commissie van
den Senaat over de uitzending van Ameri-
kaunsche troepen nog gezegd: Wij hadden
ons staend leger kunnen overbrengen, zoo
als Engeland heeft gedaan, het na eene
korte voorbereiding in actie brengen en ver
liezen geleden hebben zooals Engeland.
Maar met de vernietiging van het Ameri-
fcaansche leger zou er geen kern geweest
zijn, waaruit een nieuw leger kon worden
opgebouwd. Wij besloten daarom niet het
geheHe leger te zenden maar division van
het staande leger en van de landweer naar
mate zij gereed kwamen en hiei* een ge
deelte van onze geoefende strijdmacht ach
ter te houden, om haren geest en geoefend
heid over te planten in de nieuwe lichtingen,
die in öplfpnmg zijn. Er is thans in Frank
rijk een strijdleger, dat in de beginselen van
militaire tucht en praktijk is opgeleid.
In plaats van 150,000 man zullen wij
vroeg in 1Q18 meer dan een half millioen in
Frankrijk, hebben. Als er faciliteiten te krij
gen zijn voor het transport, waai voor de
vooruitzichten niet ongunstig zijn, kunnen
wij in dit jaar anderhalf millioen naar Frank
rijk brengen.
B e r 1 ij n3 0 Jan. (W. B.) De stakings
beweging is van gisteren tot heden slechts
onbelangrijk toegenomen. In "Berlijn wordt
het aantal stakers slechts op omstreeks
120.000 geschat. De dagbladen zijn heden
met zeer geringe uitzonderingen versche
nen. Op straat is nergens iets van de sta
king te bespeuren. Het verkeer gaat overal
ongestoord zijn gang en rustverstoringen
zijn in het geheele rijk niet voorgekomen.
Wee rvc n, 30 Jan. (Corr.-bur.) Het huis
von afgevaardigden heeft de oorlogswinstbe-
losting aangenomen in den vorm, dien het
wetsontwerp in het heerenhuis had gekre
gen.
Londen, 30 Jan. (R.) Wij vernemen,
dat Balfour aan de Finsche missie, die zich
thans in Engeland bevindt, heeft medege
deeld, dat Groot-Brittannië volkomen in
stemt met de redenen van Finland's onaf
hankelijkheid en de voormalige Russische
politiek van onderdrukking afkeurt.
De Britsche regeering heeft Finland's on
afhankelijkheid reeds de facto erkend, door
in directe verbinding met het land te tre
den en door de benoeming van een consul-
generaal te Helsingfors.
De aanwezigheid van Russische soldaten
in Finland wordt beschouwdo als in strijd
met dé erkenning door de Bolshewiki van
Finland's onafhankelijkheid, aangezien
vreemde troepen een souverein land niet
kunnen bezetten.
De Britsche regeering hoopt spoedig in
staat te zijn Finland's onafhankelijkheid ook
de jure te erkennen. Dit hangt er van af,
of eenp gunstig vooruitzicht op consolidatie
van de Russische politieke macht bestaat
dan wel of de chaos zal voortduren.
Balfour verzekerde eveneens Je missie,
dat hijger van overtuigd is, dat Finland spoo.
dig zijn plaats zou innemen onder de sou«
vereine natiën.
De Finsche missie, die thans in Engeland
verblijft, was onder den indruk van de synv*
pathieke ontvangst die haar ten deel is ge*
vallen.
Stockholm, 30 Jan. (Zweedsch tel.-
bur.) Dc koning, die sedert eenige dagen in
Schonen verblijf hield, heeft met hot oog op
den toestand in Finland besloten naar Stock
holm terug te keeren.
Stockholm, 30 Jan. (W. B.) Naar
aanleiding van den toestand in Finland heeft
de Zweedsche regeering voorbereidende
maatregelen genomen om, als dat noodig
blijkt, onverwijld schepen daar heen te zen
den, die de Zweedsche onderdanen naar
hun vaderland moeten terugzenden.
Stockholm, 3 0 Jan. (W.-B.). De dag
bladen berichten, dat uit Stockholm eene uit
vijf leden bestaande deputatie van de
Alandseilanden is aangekomen, die tot taak
heeft den wench van de Alanders naar ver*
eeniging met Zweden uit te drukken.
Christiania, 3 0 J o.n (W. B.) Het to*
legTam van Reuter over het aanbod van
Amerika om goederen naar Noorwegen te
zenden, wordt door de pers, naarmate van
de partijrichting verschillend beoordeeld.
Terwijl de Tidns Tegn en de-Sjöfarts Tiden-
de opkomen voor onvoorwaardelijke aan
neming van de voorstellen, omdat deze con-
cessiën van beteekenis inhouden en boven-
dien vaststaat, dat eene evenlueele afwij
zing den economischen toestand van Noor
wegen met ernstig gevaar zou bedreigen, ne-
men andere bladen beslist stelling tegen het
aanbod.
Washington, 30 Jan. (R.) De secre
taris van de schatkist Mc Adoo bericht, dat
de wisseltransactiën voortaan onder steng
toezicht staan van het bonds reservebureau.
Het doel van dezen maatregel is zich zeken»
heid te verschaffen, dat geene credieten den
vijand steunen en tevens een overzicht te
krijgen van den wisselhandel op het buiten
land.
Verspreide Berichten
Brisbane, 25 Jon. (R.) De haven*
meester van Mackay heeft een draadloos
telegram gezonden aan het departement van
marine, berichtende dat eqp cycloon en een
vloedgolf de haven hebben getroffen. Er
zijn 14 personen omgekomen. De stad is
slechts voor tien dagen van voedsel voor-
zien. Alle werven en suikerpakhuizen zijn
vernield. Naar schatting waren 800.000
ponden suiker opgeslagen in Mackay. De
stad staat geheel onder water. Drie schepen
zijn verloren crecraan, anderen beschadigd.
Oost-lndlë
I>e verk.(V/,iii»eu voor den
Volksraad.
Uit Batavia wordt geseind dat in den
Volksraad de volgende tien inlanders tot
leden gekozen zijn: dr. Radjiman, lijfarts van
den soesoechoenan van Solo; raden mas
toemenggoeng Ario Koesoemo Octoyo, ro
gent van Japara; raden adipati Aria Ach-
mad Djajadiningrat, regent van Serang; ra
den mas toemenggoeng Ario Koesoemo
Joedo Soemiodo, regent van Ponorogo; mas
Aboekassan Atmodirono, architect bij den
waterstaat te Semarang; Abdoel Moeis, jour
nalist te Batavia; Sastrowidjojo, trnnsloteur
voor de Javaansche taal te Socrakorta; Wa-
woroentoe, oud districtshoofd in de residen
tie Menado; dr. Abdoel Rivai, geneesheer
Aan een groot karakter doen kleine fou
ten geen afbreuk.
FEUILLETON.
Uit het Deensch door
Betsy Bakke r—N ort
Ingeborg stak een sigaret op, toen ze koffie
hadden gedronken.
,Dat moest je hier todi niet doen, Inge
borg, zei, Mo (bilde.
„Onzin I" zei Ingeborg, den lucifer in 't wa
ter werpend, dat mankeerde er noff maar
aan."
Ia, wat merkwaardig loch, dat ze nu heele-
'»aal haar eigen meester was. Dat ze kon
gaan en zitten, precies zooals ze zelf lust bad.
er was niemand die haar riep, niemand die
eischen stelde. Ingeborg stelde werkelijk nooit
eenige vorderingen, en ze zou waarschijnlijk
niets verbaasd zijn, als ze Mathilde plotseling
Btasuf" hoo''d op de commandobrug had zien
Ja misschien toch wel, omdat zij het was,
ie t deed, haar gingen dergelijke buiten-
E^èt en "iel Allen andercn wel.
»0, wat is het verrukkelijk, Ingeborg, om
zoo op eigen hand uit te zijn, en wat geld op
zak te hebben.''
Ingeborg lachte.
„Maar dat wil ik je wel zeggen, met die
tien kronen kom je niet heel ver in Kopen
hagen. Maar ten slotte ben jij het ook niet, die
het feest zal betalen 1"
O, wat vlogen die dagen toch.
Ofschoon Mathilde ellcen avond zoo moe
was, alsof ze in een jaar niet naar bed was
geweest.
Ingeborg wist niet van maat houden. Nau
welijks was ze 's morgens in de ldecren ge
komen, of ze trok Mathilde mee de straat op.
..Hoor eens, nu moet je mij niet altijd zoo
bij den arm vast houden!" zei ze en trok haar
arm terug. „Dat is zoo echt provinciaal. En
t is nu juist niet noodzakelijk, voor de heele
stad te demonslreeren, dat ik rondsjouw met
een Jutlandsche Trien, dde den eersten keer
in de hoofdstad is.''
Ingeborgs grootvader was een vlotte oude
heer, die in een pelsjas cn lioogen hoed liep,
en hun rijkelijk geld gaf voor schouwburg-
biljetten en taartjes.
Toch voelde Mathilde zich onbehagelijk te
moede, als ze alleen met hem was. Hij hield
er van zijn vingers door de hare te vlechten
ais hij met haar sprak, en dan had hij zoo'n
kleinen rooden mond onder een witten snor,
dien hij den geheelen tijd vochtig maakte, als
of hij op postzegels spuwde. En hij proefde
altijd zijn eigen woorden, en het scheen, dat
ze hem goed smaakten.
En dan sprak hij altijd zoo dringend, en zoo
vlak bij baar gezicht, zelfs als hij sprak over
de meest alledaagsche dingen. En dan eindig
de hij altijd;
„Niet waar, wat belieft? Ileb ik geen gelijk-?"
Hij noemde zich zelf altijd „een oude cava
lier", als hij zich eenige vrijheid wilde veroor
loven, die hij niet had kunnen nemen als hij
jonger was geweest
„Zulk een oude cavalier mag immers wel,"
zei hij tegen Mathilde, als hij haar op den
wang kuste. Maar anders wilde hij zeker dol
graag jong zijn.
Ingeborg bod geen greintje respect voor
hem. Ze sloeg hem op de schouders en zei:
„Je bent een oude don Juan, grootvader 1"
Maar hij was daarover in het go.heeL niet
boos, hij lachte slechts en vroeg Mathilde, wat
ze dacht van die beschuldiging.
„Mag ik vragen, of u óók vindt dat ik een
oude don Juan ben, juffrouw Muhlweyden?"
zei hij.
„Nee," zei Mathilde, dood verlegen. „Dal
vind ik niet."
„Wat ben ik dan?" vroeg hij, zijn handen
wrijvend, en zijn woorden proevend, terwijl
hij zijn gezicht vlak bij het hare bracht.
Mathilde voelde hoe rood ze werd. O, waar
moest ze toch heen kijken.
„Ik vind u een nette, oude heer," zei ze
zacht.
Maar toen lachten ze beiden nog meer, hij
en Ingeborg.
Ja, de oude heer lachte tot hij hoesten
moest, en hij ldopte Mathilde op een heel
andere wijze dan te voren op den schouder
en zei, dat ze zeker een goed meisje was.
Soms ging hij met hen uit wandelen in zijn
sierlijke verlakte schoenen en met zijn dun
nen wandelstok; hij liep altijd op den blauwen
rand en balanceerde wat als om de rechte lijn
te houden.
„Hij heeft een klein mankement in den
rug." zei Ingeborg. „Dat komt er van."
„Waarvan?" vroeg Mathilde, „Is het iets
ergs?/i
„Zonden van de jeugd," zei Ingeborg,'haar
schouders optrekkend. Die woorden bleven
Mathilde haar heele leven lang een raadsel.
Maar gewoonlijk liepen ze alleen, of met
neef Johannes Witlrup en zijn zuster.
„Dat wil ik u dadelijk zoggen, grootvader!"
zei Ingeborg den eersten dag, „we willen niet
voortdurend door u gevolgd worden. We zul
len ons zelf wel redden."
En loon vloog Ingeborg met haar weg.
Hier was werkelijk geen lijd om in de sche
mering te zitten.
Waren ze eindelijk thuis, moe na een hce-
len dag uit geweest te zijn, tegen den lijd dat
dc duisternis viel, dan had Ingeborg nog geen
rust
„Laten we toch de lamp opsteken, groot
vader," zei ze.
„Ik weet niets vervélender* dan in de
duisternis te zitten."
Maar gewoonlijk waren ze ook dien tijd uit.
Als ze gedurende den maaltijd uitrustten, vond
Ingeborg dat meer dan genoeg.
Wat waren hier toch overal veel menschen;
waar ze ook kwamen, overal waren menschen:
op de straten, in de winkels, op dc markten
en pleinen. Ja, zelfs op de meren; ze stroom
den er heen, zoodra het ijs kon houden, alsof
ze op den grond geen plaats genoeg konden
vinden.
Ze zagen er zoo wonderlijk uil, zooals ze
daar in de duisternis liepen; ze deden voort
durend denken aan Brueghel's plaat boven
grootmoederis stoel: „Winden, die in een af
grond storten."
Nooit was de stad in rust, zelfs hoog in de
luclu sprongen met korte pauzen de electri-
schc reclames op de daken, als een diamanten
diadeem op het in den nacht verborgen hoofd
yan do stad. Ze gloeiden en doofden en
gloeiden opnieuw. Volle orche Honen slortleö
naar buiten als gulzige honden,-telkens als do
groote deuren der restaurants open cn dicht
gingen. Een blauwe damp van sigaren dreef
met hen naar buiten cn bleef een oogenblik in
dc blanke voorjaarslucht hangen. Dc eleclri-
schc tram sneed den eeuwig trekkend en men*
schcnstroom doormidden, zonder le waan
schuwen; elke, nog zoo kleine schoenmakers*
jongen met zijn groene zak aan zijn arm ben
gelend. had in zijn lichaam de lenigheid om
onmiddellijk ter zijde te springen.
De auto's raasden krankzinnig toeterend
over den weg, als dolle stieren met mechaniek,
dc fietsen kenden geen medelijden, 't was als
een spelletje van stuivertje verwisselen omi
over de straat le steken, maar een spel ijn
vreeselijkcn ernst. Daar stond geen kameraadje
in hel midden, en greep je lachend bij jc haar,
daar stond de dood zelf om de panden in ont*
vangst tc nemen. Het was een heele kaart van
rails ze kwamen bij elkaar, zc kruisten
elkaar en liepen weer uiteen.
Waarheen moest men gaan, waar mocht
men staan? Was er slechts een veilige plaats
bij den lantaarnpaal waar de schoenpoetsen
met zijn kistje zat, cn zich voor een halve stui
ver op, de hand .liet trappen?
Mathilde was voor de eerste maal In haaa
leven in den schoiAvburg.
„Ja, als je er nog nooit eerder geweest ben*
dan moet je eerst Elvenheuvel zien!" zei Inge*
borg, toen dit den derden avond dat ze ln dn
hoofdstad waren, gegeven werd, „hoewel het
mij natuurlijk de keel uithangt, maar het
net iets voor jou, dan kan men zoo echt men*
ken dat men in een schouwburg Is. En da*
nemen we de Wlümpg mee."
(Wordt vervoln<U