Qooï3 de rf}eügd.
Wat Moeder gezegd
Naar het Engelsch.
had.
L. E. Tiddcmsn.
Vrij bewerkt door C. H.
HOOFDSTUK IV.
Een ongeluk.
Hei eischic meer lijd meneer Timrains een
faar dingen te vertellen dan iemand, die niet
üoo! was, een heel verhaal te doen. Ralph
Vioest in zijn oor schreeuwen en negen van
tien keer verstond de goede man hem niet
fei ca dit wns nog erger verstond hij hem
Verkeerd.
Ralph probeerde zijn geduld niet te verlie-
jte.t, doch dit was met gemakkelijk. Eindelijk
echter scheen de doove man hem te begrijpen
en zei hij:
„Maar ik had het nooit gedaan in jouw
plaats.*'
„En waarom niet?'* vroeg Ralph.
„Ze zullen natuurlijk denken, dat je vcr-
5§waald bent.*'
„Maar dat ben ik toch niet. Ik heb u im-
®u-rs gevonden."
Hierna hedankte^de zieke hem voor het
jte< ngen van den pudding, doch hij bleef
Msrnstlg kijken, en geen wonder, want hij was
looveel ouder dan Ralph cn begreep, dat de
Afwezigheid van den kleinen jongen groote
ongerustheid zou veroorzaken liet was bo
jven-dien de vraag, hoe hii hem veilig weer dc bus gedaan heljh" luidde het antwoord
naai' huis zou kunnen laten gaan
.ik zal hem wel wegbrengen zei Jessie.
Üjj hel hooren van Ralph's slem was zij
binnen gekomen en nu zat zij op haar vaders
iknie, terwijl zij de oogen voortdurend op den
Jongen gericht hield.
Lieve Ralph, hem natuurlijk gelijk geven. Oom Jaap woon- ren luisterde en dat de -wagen van links naar
Moeder komt Woensdag weer bij haar lie- dc vrij dicht bij en Ralph wist den weg heel rechts over den weg slingerde,
ven jongen thuis. Vader eu zij zelve zijn zóó goed. Ilij kon er gemakkelijk heen loopen en Mina begon te gillen en hield zich met belde
blij, dat ze bijna niet tol zoolang kunnen wach- zou Oom vragen, of hij tot overmorgen mocht handen vast
ten. Vader en Moeder sturen in dezen brief blijven logeeren, want dan kwamen Vader cn „Ho, bokje hol'' riep Klaas, doch de bok
duizend zoentjes. Moeder thuis. Hij kon het bij Anna niet lan- hield zich doof en holde maar door.
„Ik wou, d3t ik ze op mijn wang voelde," gcr uithouden, werkelijk, hij kon het niet. nu Toen werd Klaas ook bang en in zijn angst
zei Ralph. Mina ook weg was - eiken dag, elk uur sloeg hij weer met de zweep, maar dat maakte
„Wees niet zoo kinderachtig," antwoordde bromde Anna op hem. Hij had alleen maar ge- de zaak nog erger.
De wagen ging opzij van den weg door het
- £ras en plotseling meteen voorwiel legen een
getracht he^ Anna uit te leggen, maar t gaf boom aan. Door den schok sloeg Mina er uit
i -~,f 4 4 cn hel kind bleef luid schreeuwend op den
weg liggen. Klaas viel er aan {ten anderen
kant af cn rolde cenige kceren om en om
door het gras, bijna in de sloot.
Maar de bok scheen door het ongeval tot
bedaren te komen en bleef roerloos staan
Klaas stond gauw op, hielp zijn zusje over
eind en liep toen naar zijn rijtuig, doch wat
hij zag, deed heb niet weinig ontstellen. Het
voorwiel was gebroken en gelijk verbogen en
van rijden was geen sprake meer. De jongen
kreeg dc tranen in zijn oogen, toen hij de
verwoesting zag.
,.'t Is jouw schuld,'' y.ci Mina huilende.
Maar er was niets aan te doen. Hij nam den
bok bij den teugel en Mina trok den wagen,
die telkens dreigde om te vallen.
Zoo kwamen ze thuis.
Toen vader liet verhaal had gehoord, be
greep hij dadelijk de oorzaak cn brak de
zweep doormidden.
„.Te hebt nu begrepen, hoop ik, dat de zweep
een verkeerd gereedschap ?s," zei hij tegen
Klaas.
Het duurde een hcele week, eer de wagen
maker dc kar weer in orde had, maar Klaas
was gelukkig zoo verstandig, nooit meer over
een zweep te pralen.
Anna. probeerd iemand een plezier te doen en dat
Hoewel Ralph anders nooit brutaal was, bod zijn moeder immers zelf gezegd! Hij had
was hij het dezen keer.
„Je bent zelf kinderachtig," zei hij.
Anna gaf hem een klap om zijn ooren, maar
hij gaf er niet om. Hij wilde de kussen van
zijn ouders graag voelen en hij kon niet be
grijpen. waarom dit kinderachtig was- Hij nam
zich voor het zijn moeder te vragen, zoodra
deze thuis kwam.
Intusschen liep hij naar beneden om Mina.
te ragen, of zij het kinderachtig vond,
hem niets: Zij wikte zelfs niet eens luisteren.
Het begon al donker te worden, maar hij
haastte zich niet. Ilij was ook heelemaal hiet
bang voor Anna. Zij had hem aangeraden naar
Oom Jaap te gaan en <lat deed hij nu. Zij kon
toch niet boos zijn, als hij deed wat zij ge
zegd had. Hij lachte in zichzelf en dat was vrij
wat beter dan huilen. Dit had hij in de laatste
weken maar ol te veel gedaan, veel meer-dan
„Voel jij de "kussen van meneer Timmins wanneer zijn moester thuis was. Dan huilde
niet graag?" vroeg hij haar. „En Jessie stuurt hij bijna nooit. Hij dacht aan Oom Jaap en
ze je zeker ook wel eens in een brief?" daarom lachte hij in zich zelf. Alleen al de
„Natuurlijk Ralph," antwoordde Mina. gedachte aan Oom Jaap stemde hem vroolijk.
„Ik kan niet"
door C. H.
„Ik kan niet," zei mij eens een meisje
„Ik leg dat figuur steeds verkeerd!"
Maar weet je, waarom het niet lukte?/
Zij had het niet flink geprobeerd.
Bij 't eerste het beste klein' foutje
"Was zij niet aan 't zoeken gegaan,
Maar had steeds gezucht van „ik kan niet'
En dus het niet overgedaan.
Niet steeds gaat iets even gemak'lijk,
Onthoud dat bij al wat je doet;
Alleen als je werk'lijk je inspant,
Wordt wat j' ook probeert altijd goti
„Maar je voelt ze toch zeker liever op je
wang?"
„Dat spreekt vanzelf.*'
Hiermee was Ralph tevreden. Mina was
inderdaad een groote steun voor hem, want
Anna werd hoe langer hoe onvriendelijker.
Ik weet niet, hoe Rnjph zich wel gevoeld zou
hebben, als hij Mina niet gehad had in die
dagen om hem te troosten.
„Ik ga trouwen," zei Anna op zekeren dag
tegen Ralph; „en ik ben blij, dat ik nu niet
langer op jc hoef te passen."
„Met wien ga je trouwen?" vroeg Ralph nu.
,Met dengene, voor wien jij mijn brief op
„Ik kan me niet begrijpen, dat hij met je
trouwen wil," zei Ralph.
Anna maakte een beweging, alsof zij hem
weer een klap om zijn ooren wilde geven en
Ralph ging haar een eind uit den weg.
„Ik zal blij zijn, als je getrouwd bent," zei
„Maar ik wil niet door jou thuis gebracht hij. toen hij op een vei li gen afstand van haar
Het was een heel jonge oom pas vijf-en-
twintig cn een broer vgn Moeder. Hij was
ongetrouwd en woonde op kamers.
Stel je voor, dat Oom Jaap boos zou zijn,
omdpt hij zijn paard-en-wagen aan Jessie had
weggegeven, aan Jessie, die geen ander speel
goed had dan haar ééne pop! Onmogelijkl Nu
moest hij oversteken. Hij gunde zich den tijd
niet om uit te kijken, zóó verlangde hij naar
Oom Jaap een kreet voorbijgan
gers, die gilden omdat een koetsier op het
punt was een kleinen jongen in een wit matro
zenpakje te overrijden, als niet juist bijtijds
nog iemand liet paard op zij had getrokken cn
een ander het ventje bij een dokter had binnen
gedragen. De kleine jongen was Ralph, die in
zijn verlangen naar Oom Jaap niet gezien had,
wat er aankwam, toen hij de straat overstak.
Hij lag doodsbleek cn onbewegelijk op een
rustbank. De opgewekte uitdrukking op zijn
gezichtje en de glimlach om zijn lippen waren
heelemaal
worden," zei Ralph verontwaardigd. „Jij bent
snaar een klein meisje en niet veel grootcr dan
«L"
„Maar ik kan toch al veel meer," antwoord
de Jessie.
„Niet waar.
„Jawel
Zij zouden juist over oil punt beginnen te
kabbelen. toen er plotseling iemand met een
jynurroöd, ontsteld gezicht binnen kwam.
„Hé, daar is Moeder!" zei Jessie.
„Ja, daar is Mina!" riep Ralph uit.
En beiden vlogen op haar af. alsof zij haar
In langen tijd niet gezien hadden.
.Jou ondeugende jongen." zei Mina, terwijl
zij hem bij een arm beet paklc. „waar ben je
fcoch geweest en wat heb je met mijn lekkeren
(pudding uitgevoerd, dien ik op de keukentafel
neergezet had? Toen ik weer beneden kwam,
JWas jij weg en de pudding ook Ik dacht dade
lijk. dat jc hem haar mijn man had gebracht,
omdat ik je verteld had, voor wien hij bestemd
was. Maar ilc zie hem nergens; je hebt hem
dus zeker zelf maar opgegeten. Nog nooit in
inijn leven heb ik zoo'n kind gezien!"
..Brom maar niet op hemzei de doove
man nu. „Kijk- liever eens naar de plank, dan
stond.
„En waarom?"
„Omdat je mijn kindermeisje dan niet meer
zult zijn.''
Na dit gezegd te hebben, maakte hij dat hij
wegkwam. Dat vond hij het verstandigste wat
hij doen kon.
Den volgenden dag was Anna erg uit haar
humeur. Zij had met Mina gekibbeld en was
daardoor wal van streek, maar het was toch
niet billijk, dat zij Ralph hieronder liet lijden.
Jans bracht haar dit onder hel oog
„Kijk eens hier, Anna," zei zij. „als je boos
wilt zijn, moet je dat zijn tegen degene, met
wie je ongenoegen hebt. Ralph heeft jc niets
misdaan!"
„Bemoei jc met je eigen zaken." zei Anna,
waarop Jans de schouders ophaalde- Dit
maakte Anna nog boozer dan zij al was en dc
arme Ralph had een allerongelukkigslen dag.
's Middags kwam Jessie haar moeder vertel
len, dat Vader erg ziek was en" om haar ge
stuurd had. Ralph kreeg toen een gevoel, alsof
dc cenige persoon, die vriendelijk legen hem
was, hem verlaten ging en hii zou stellig in
tranen zijn uitgebarsten, als Mina niet juist
op dat oogenblik gezegd had, dat Jessie bij
zijn schrille stem vóór hij opnieuw bewuste
loos werd:
„Oom Jaap? Oom Jaap! "Waar is Oom
Jaap?"
(Wordt vervolgd.)
De bok
door F. J. II o f f jn a n.
Klaas woonde op een dorp. Hij was lien
jaar, maar voor zijn leeftijd een zeer groote
cn sterke jongen, die al zijn kameraadjes glad
de baas was.
Hij was een buitengewoon liefhebber van
Van alles wat.
Schranderheid ran een bcci*.
Het volgende geval, dat een voorbeeld
mag genoemd worden van dc groote male vai
schranderheid, die beren aan den dag kunnen
leggen, deed zich in Rusland voor.
Men had in het bosch een geraamte vaa
een koe neergelegd en in de nabijheid daar*
van een val geplaatst om wolven te vangen,
die in menigte ronddwaalden en veel schad*
aanrichtten. Toen den volgenden morgen de
houtvester bij den val kwam, zag hij duidelijk
dc sporen van een beer in plaats van cea
wolf. Bovendien was de val.weggeworpen cn
bevond zich op vrij grooten afstand van da
oorspronkelijke plaats. Klaarblijkelijk had d«
beer zijn poot in den val gehad cn zich op
dc een of andere wijze daarvan welen te out»
doen.
Den volgenden avond verborg zich de hout«|
vester binnen sehoots afstand van liet ge*|
raamté, ten einde de beer op te wachten. Dal
beer kwam weldra opdagen, en toen hij op I
kleinen afstand van het geraamte verwijderd
was, ongeveer op de plaats waai- de val zic'a|
den vorigen dag bevond, nam hij een stokn
van ongeveer zeven voet lcngic cn liep toen,
op zijn achterste pooten cn steunend op den n
stok, behoedzaam naar liet geraamte loc. Da. rjJ
gekomen veegde hij de sneeuw met den stok
zoo goed mogelijk rondom hel geraamte weg
cn begon eerst, nadat hii overtuigd was geen
val in de nabijheid te hebben, aan het gel
raamte te knabbelen.
De houtvester joeg hem, terwijl hij aan zijns
maal bezig was, een kogel door den kop cal:
V" vernielde op die wijze de hersenkas, waarvanI
tegen was zeer aanhankelijk cn won het hart J,
i i r n de inhoud zooveel bewijzen van schrander*!
\an iedereen, die het goede dier in dc groote, -
trouwe, bruine oogen keek. nciü UBa g R
Beide dieren hielden heel veel van hun
meester, en wanneer hij eens zonder hen uit-
Hector en Pluto.
Eén mijner vrienden bezat twee prachtige,
verdwenen. Helder klonk echter groote honden, die bruin cn wit gevlekt wa
ren. Hector, de grootste van liet tweetal, zag
er deftig en ernstig uit cn scheen ons vrij on
genaakbaar toe. Ik was ten minste niets op
mijn gemak, als hij zoo dof begon te brom
men, cn ik gelooide hel maar half, als zijn
meester mij verzekerde, dat Hec het zoo kwaad
I niet meende en niemand bijten zou.
i Intusschen kan liet zijn, dat Hector hel al-
leen voor zijn waardigheid noodig achtte nu
en dan als beschermer en bewaker des huizes
de tanden eens te laten zien. Pluto daaren-
Pa»rlmoer8iirros:'aten.
rijden. Kwam dc groenteman met paard en.gegaan was, werd hij bij zijn terugkeer met' Reeds ecuwen lang is men aan het zo€*j
zul jc zien, dat jc pudding daar veilig staat." -hem mocht blijven speten. Zij zei, dal zij zeker
wist, dat Mevrouw dit goed zou vinden, als
zij thuis geweest was en zij bracht'Anna aan
het versland, dat haar meesteres zeker niet
„Kijk, daar is hijl" riep Jessie nu uit.
-,\Vel heb ik van mijn leven!" zei Mina. „Wat
hen je toch een grappige jongen. Maar vertel
nu eens, waarom je met mijn pudding bent
cweggeloopen."
„Ik won jc een plezier doen." antwoordde
[Ralph, „want je zei, dat het je zoo speet, da; je
'man den pudding niet zou krijgen, omdat er
biichhühö was om hem weg te brengen en hij
dus zeker bederven zou. Moeder zei, dat ik al-
lijd iéts voor een ander doen moest."
De oogen van den kleinen jongen vulden en-wagen, iets dat zij alleen nog maar voor de
zich met tranen, doch Mina haastte zich hem ramen van een speelgoedwinkel had zien
aan *t verstand te brengen, dal hij niet huilen 'slaan.
moest, want dat zij 't nu best begreep. „O. wat prachtig. Ik wou, dal het van mij
„Maar Anna zal wel boos zijn," zei Ralph. was! Wat zou ik er blij mee zijn!" riep zij uit
"Ff n« +A.-i V* /loir, rv r\ rf nt/ll Aon rf/oHoz-jTl -v 1 rvlv 'o ctrflolfln Hïor u-Ie TYlflAlZ»
kar aan de deur, dan reed hij altijd een eind
mee. Zag hij een boer voorbijrijden, dan vroeg
hij vast, of hij een eindje mee mocht, en heel
dikwijls lukte dat.
En vroeg je aan Klaas, ~\vat hij moest wor
den, dan gaf hij steeds hetzelfde antwoord:
koetsier. Van klein af was dan ook een paard
cn wagen zijn liefste speelgoed geweest en nu
hij op school leekenen begon te leeren, teeken-
dc hij altijd een wagen met een paard, een
ezel of een bok. er voor.
Toen zijn elfde verjaardag naderde, was hij
verbazend nieuwsgierig, wat hij krijgen zou.
groot lawaai en geblaf ontvangen en met ken naar stoffen, die op het paarlmocr geli/l
vriendschapsbetuigingen letterlijk overladen.
Daarbij zx>rgdc Hector altijd, dat hij het
leeuwenaandeel had. Daar hij de grootste was,
had hij zijn meester altijd liet eerste bereikt
cn pakte hem zoo geheel in, dat de zachte
Piuto daarbij geheel op den achtergrond raak
te en maar een gering deel van al die licfkoo-
7. in gen kon aanbrengen en ontvangen. Of
schoon nu Pluto heel zacht en bescheiden was,
hinderden hem op den duur toch dit achter-
uitzeilen, en er ontstond in het schrandere
hondenbrein een plan, om daar eens voorgoed
tevreden zou -zijn, als zij wist, dat haar kleine nu hadden vader cn moeder geen woordje los-
jougen zich zoo eenzaam voelde. Anna be
Gewoonlijk wist hij er wel zoo iets van. maar een einde aan te maken.
Op zekeren dag solden Pluto en Hector
dacht, dat het gemakkelijker voor haar zou
i zijn, als cr iemand met Ralph speelde en zei:
„Wat mij betreft kan Jessie gerust blijven."
Ralph ging nu met zijn vriendinnetje naar
de speelkamer en liet haar zijn speelgoed hoogc gedachten van hebt, dal pakt soms nog
zien. Jessie was in de wolken over een paard- buitengewoon goed uit.
gelaten. Zijn verjaardag werd zelfs niet eens vroolijk met elkaar in den tuin, toen er ge-
genoemd, zoodat hij' er ernstig voor begon te beid werd. Beide houden hoorden dadelijk,
vreezen, dat dc heele zaak op een nicmend alle- dal hun meester thuis gekomen was en spron-
tje zou uitloopcn. gen over het gras 0111 hom te verwelkomen.
Maar zooals het meer gaat, waar je geen Hector natuurlijk, zooals altijd, haantje de dat men de vroege ontwikkeling van de naai*
ken en naar surrogaten, die het zouden kun
nen vervangen. In China moeten reeds in
7de eeuw verschillende' -kunstpaarlmocrstof*
fen bekend zijn geweest Een methode voor
het maken van poarlmoersurrogaten, die no|
het meest het origineel nabij kwam, was dii
van den Franschman Jaquin. Alle latere proef
nemingen stuurden dan ook op die method!
zonder echter veel verder te komen. Tham.-
schijnt echter, zooals Duislchc technische lijd- F
schriften berichten, de Duitsche celluloid'
industrie er inderdaad in Ie zijn geslaagd ceifl
bruikbaar kunstpaarlmocr aan de markt til
brengen.
Naalden.
Ilbt Is niet van algcracene bekendheid!
voorste. Daar keert Pluto zich eensklaps, denfabrikage in Engeland het meest aan eens
razend blaffend, naar den tegenovergesteld en Moor tc danken heeft. De oudste mededeelingr
kant van den tuin, alsof daar één of andere
indringer weggejaagd moest worden. Nauwe
lijks heeft Itec dit l>espeurd. of hij volgt Pluto's
voorbeeld en gaal woedend op den denkbeel-
daarovcr dagleekent van het jaar 1515, onderi
de regeering van Hendrik VIII, en het wordtB
verondersteld, dat deze nuttige industrie dooi)
een Moor uit Spanje werd ingevoerd. Dc
Tol nu toe had hij d^ar nog niet aan gedacht,
'doch toen hem dit te binnen schoot, voelde, hij
zich allesbehalve op zijn gemak.
„Ja," zei Mina nadenkend, „ik ben Imng, dat
lij het niet goed zal opnemen
Zij bleven geen minuut langer cn zagen den
zieke dus. niet meer van zijn pudding smul
len. Ralph had hem echter laten beloven, dat
Jessie mocht meeproeven en zij scheidden als
de beste vrienden. Ralph liep naast Mina
rvoort, doch schoorvoetend. Elke slap bracht
hem dichter hij Anna en deed zijn angst toe
nemen.
,>Nu zal i k het Anna wel vertellen en moet
|ij er geen woord over zeggen," zei Mina, toen
rij bet huis naderden.
Dit zou Ralph misschien niet gelukt zijn,
els hij niet zoo verbaasd was geweest, want
boen Anna hem naar bed bracht zei ze alleen:
,.En jij hebt vandaag een wandeling met Mina
gemaakt, is het niet9" Zij bromde heelemaal
niet op hem Veel later pas begreep hij, dat zij
hem niet gemist had, vóór zij Mina met hem
zag thuiskomen Hij heeft echter nooit gewe
ten. hoe Mina Anna de zaak uitlegde, doch
daarom bekommerde hij zich eigenlijk ook
riict. Wat kwam het er op aan. zoolang hij
maar geen brommen kreeg! Hij sliep dus rustig
in na zijn vermoeienden dag. Het was ook
zoo prettig in te dommelen met de gedachte,
dal meneer Timmins en Jessie van den pud
ding zonden smullen.
Hij had nu toch werkelijk twee menschen
gelukkig gemaakt vandaag cn natuurlijk had
zijn moeder gelijk, als zij zei, dat je dan jezelf
ook gelukkig voelde. Zijn oogleden werden
hoe langer hoe zwaarder: het Zandmannetje
.was in aantocht.
Nacht Vader, nach- Moeder! Komt u maar
s_r«irw. terug,*' dacht Ralph nog.
Toen sliep hij in cn op hetzelfde oogenblik
aten meneer Timmins en .Tessic een stukje
pudding.
.,God zegene den lieven jangen," zei de
doove man. ..Heel dal eind op zijn centje naar
<on6 toe te komen! Hij heeft een goed hart,
jmaar hoe kan het ook anders met zulke
Jieve ouders."
En hij had gelijk. Meneer en mevrouw
Ralph's gezicht straalde. Hier was een mooie
gelegenheid, die hij niet ongebruikt wilde
laten voorbijgaan; Jessie zou zijn paard-en-
wagen hebben. I)ie was van hem alleen en hij
mocht er dus mee doen wat hij wilde. Als
Jessie 'naar huis ging, mocht zij het meene
men. Ilij stelde zich al voor, hoe blij zij cr mee
zou zijn. Zij speelden heerlijk samen, voor
beiden was het prettig een kameraadje te
hébbén. Spelletjes, die Ralph anders verve
lend vond, waren nu prettig. F.n Jessie kende
ook heel wat nieuwe.
Aan dc thee kwam Anna bij hen zitten Zij
was bijzonder vriendelijk tegen Jessie en zei:
„Ik ken een kleinen jongen, die lang niet zulke
goede manieren heeft als jij" of „ik wou dat
een zeker jongentje zijn blouses even schoon
hield als jij je jurken,*' enz. enz. Eerst vond
Ralph het wel aardig, dat Jessie een pluimpje
kreeg, maar toen hij merkte, dat dit ten koste
van hemzelf ging, dacht hij er anders over.
Jessie zelf vond het ook niets prettig. Zij trok-
De verjaardag kwam midden in de vacnntie
en Klaas werd door zijn ouders verrast met
een grooten bok en daarbij een flinken wagen.
IClaas stond gewoon paf.
„Had jc dat gedacht, Klaas?" vroeg zijn
moeder. -J v -
„Nee, moeder, ik heb nergens over gedacht, meester toevliegt en hem, <lank zij zijn list, van Londen verkocht werden en toen (name
en aan zoo n prachtig span heelemaal niet
digen vijand af, terwijl Pluto intusschen zoo schiedsclirijver Stowe verhaalt ons, dat naak
vlug mogelijk rechtsomkeert maakt, naar zijn den in Clienpside en andere drukke plaatseal
Voorloopig ging vader mee uitrijden om
Klaas het sturen te leeren, maar hij was een
geboren- koetsier cn den derden dag mocht hij
alleen uit.
De bok liep prachtig, maar soms bleef hij
plotseling staan, alsof hij ergens over nadacht,
cn dan wilde hij niet vooruit.
„Er hoort toch eigenlijk een zweep bij dat
span, vader," zei Klaas.
„Waarvoor zou dat goed zijn?" vroeg .vader.
„Om m een tik te geven, als hij niet loopen
wil, want een bok moet toch eigenlijk gehoor
zaam zijn," meende Klaas.
„Volstrekt niet noodig. jongen. Met een
zweep maak je het dier nog veel koppiger.
Als "je hem vriendelijk toespreekt en je zegt
maar: ,kom, bokje, vooruit mijn beest jet' dan
komt hij weer op gang."
ditmaal werkelijk het eerst verwelkomt lijk onder de re>geering van Queen Mary) doorl
Eenmaal was hel hem gelukt, maar heel j een Spanjaard vervaardigd werden, die wek!
dikwijls heeft dc slimme Itec zich niet bij den gerde mede tc deelen, op welke bijzonder-1|
neus laten nenten.
Hoezeer deze kleine geschiedenis mij inder-
heden zijn wijze van werken berustte. Verder
I wordt medegedeeld, dat na den dood van deuf;
tijd ook trof, zou ik liaar misschien toch ver-1 Spanjaard, de kunst om staten naalden te mo
geten hebben, als niet onlangs één mijner ken verloren ging, doch dat wiedra een Duit-
1" 1. .1. -.1. 1n. ,v.At t 'l I\T-ï l'A Ifn 1 .T Til Off!
kleine vriendinnetjes met. een prentenboek schej* zich weer met die fabrikagc bezig hield
,1. J ,~1 ,1-.A n r\ W?il lilAnlnn nv. ATI Tin 17 O Tl <"1 OI l tT ^»P^ wflnp.3
ware aangekomen, waarin de volgende ge
schiedenis stond, die zij mij met veel ophef
kwam vertellen.
Het verhaal luidde aldus:
Een dame bewoonde in dc afwezigheid van
één harer vrienden diens huis. De familie had
een grooten. mooien liond in de woning ach
tergelaten. Nu hield de dame er veel van. haar
middagdutje in een grooten, gemakkclijken
schommelstoel te doen, die in één der kamers
stond. Nero deelde die liefhebberij met haar.
Wij moeten cr op wijzen, dat in het wapc^
van dc oude Engelschc naaktemriakersvcrecni4
ging een Moorenkop voorkomt.
M
Papieren meubelen.
Het idee van papieren kleercn en meifH
beien waarover men nu in Duitsehland zoflH
veel schrijft, schijnt geen nieuwigheid tc zijaB
Reeds in 1878 schreef Eigen Haard er hel vol* j
gendè over:
Klaas was het daarmee niet heelemaal eens Daar het nu herhaaldelijk voorgekomen was,1 - - h -n in r„i:
ken gezichten tegen elkaar en Anna betrapte en hij maakte den volgenden dag v»n cen stok dat hij den stoel al ingenomen had, als de £n Jr nnnWt™tnnn*telliria
Ralph op heelcrdaad. Voor straf nam zij hem
zijn koekje af. Ralph wns zeer verontwaardigd
hierover, maar gelukkig had hij een bondge
noot in Jessie, die hem een stukje van het
hare meegaf. Toen zij wegging holde Ralph
haar achterna en duwde haar zijn paard-en-
wagen in de honden. O. wat was Jessie daar
gelukkig mc-e! Haar gezichtje straalde van
plezier.
Waarom Anna plotseling zoo boos werd, be
greep geen der beide kinderen. Ze zei, dat
Ralph het niet mocht weggeven, doch de
kleine jongen was het hiermee volstrekt niet
eens. Hij had bet van Oom Jaap gekregen
en hij wist zeker, dat hij er mee doen mocht
wat hij wilde.
„Naar Amerikaansche trant zal binnen kort
d van de in Ju!
daar plaatshebbende papiertcntoonstcllini
met een dik touwtje er aan een zweep Toen dame uit de ^'kkamer kwam verzon deze p opfiericllt De mlr
zette hij zijn zusje Mina. die acht jaar oud een list 0111 in t bezit van den zetel te Reraken. naVnannen de vloer?»
was, OP het achterbankje en ging zelt op de Zij liep naar het raam en riep: „Micst Miesf re" "n d,t ™"s-
voorbank zitten. Waarop Nero dadelijk opsprong en blaffend ™1Ien W»
Mina was de dame van het rijtuigen Klaas zijn vijand wilde verjagen. Van dit oogenblik i,.».. n wanden met napiere»
was haar koetsier.
„Vooruit!" riep de koetsier en de bok liep stoel beslag te leggen.
maakte de dame gebruik om op den leegen
flink.
Ze reden dc straat uit cn kwamen buiten
het dorp op den grintweg. Klaas wilde rijden
tot aan de eerste boerderij en dan terug.
Het ging prachtig, maar onderweg kwamen
ze écn klein hondje tegen, dat tegen den bok
Een paar malen was haar deze list reeds
gelukt. Op zekeren dag lag de dame weer heel
gemakkelijk in haar stoel, toen Nero in de
kamer kwam. Eén blik overtuigde hem. dat
zijn lievelingsplaatsje al bezet was. Hij hield
zich nu eerst eenige minuten heel bedaard.
begon tc blaffen. De bok liep* eerst door, maar Toen sprong hij plotseling op, liep naar 't
toen het hondje harder begon le blaffen, bleef raam en blafte als een razende, zoodat de
de bok slaan. dame, in de meening, dat er een vreemde in
„En ik zeg je dan, dat je liet niet mag weg- IQaas stapte af en joeg met zijn zweep het den tuin was, opstond om zich daarvan te
hondje weg. Daarna nam hij weer in het rij- overtuigen. In den tuin was echter niemand
geven, ondeugende jongen,'' zei Anna.
„Ilc mag het wel weggeven."
„Hou je mond en spreek mij niet togen. Ik
weet het natuurlijk veel beter dan jij."
„Dan zal ik het Oom Jaap eens vragen. Hij
zal 'l zeker goedvinden, want Jessie heeft
maar één pop; dat is al haar speelgoed."
„Heel best, ga jij het je Oom Jaap maar
1 vragen. Doe het maar dadelijk."
tuig plaats.
te zien cn de dame wilde dus haar gestoord
papieren tapijten, de wanden met papieren
behang, en de zolders met papieren stuka
doorwerk voorzien zijn. De vensters wordel
met papieren gordijnen behangen, en in V*
pieren lijstwerk zullen prenten de wande*!
sieren. Ja, zelfs denkt men meubels, uit P»'j
pier vervaardigd, er in fce brengen."
Blijkbaar hebben deze papieren meubelen,
en huizen toch geen ingang gevonden.
Kankerbesmctiing door kleedlnp
stokken.
In „The Lancet" werpt een geneeshed
de vraag op, of het niet mogelijk zou kunne»
- u J- - V.. „"OVII. f ug Jici 111 cl cl 1 VI,
jtos er waren heel lieve menschen. Geen won-1 Ralph stond Jessie nog na te kijken en Anna
1 j langen zoo naar hun terugkomst was vreeselijk uit haar humeur. Zij dacht
/Verlangde en er was gelukkig heel goed nieuws
de zweep
„Niet slaan, Klaas; jc doet den bok zeer,"
riep Mina.
„Dat hindert niks, want hij moet loopen!"
De bok bleef echter staan, maar toen Klaas
„Vooruit, hokje!" zei hij, maar de bok bleef dutje hervatten. Toen zij echter den stoel in zijn j^eeren van° kankerpatiënte!
staan. j het oor kreeg, moest zij l„i dop lachen, toen d<, ,a(ere óraRers Qok door die ^ek,e werdel
„Vooruit, bok!" nep Klaas wal harder,1 zij er den shmmen Nero zoo hu en gemakke- aangest0ken. Hij vertelt van Uvee gevallen u'
doch do bok Terroerde zicli niet lijk moRclijk in zaR uitgestrekt. De hond had zyn praktijki %vaarbïj de patiënten de kleen»
Klaas maakte zich kwaad en hij sloeg met dus haar list niet alleen doorzien, maar die },adden gedragen van aan kanker in de keti
ook heel goed weten na tc volgen. I streek overleden bloedverwanten. Zes en actf
Met gespannen verwachting zag het kleine i jaaJ. later openbaarde r;ch bij beiden deze'*
Mientje mij aan, nadat ik het verhaaltje gele-1 de Tolkomcn gtlijk aan dle va„ ia
zen had, cn vroeg: „Gelooft u dat zoo tets overleden patiênt Aan het slot van aii>_
werkelijk gebeyrd Is? Zijn honden zoo slim? ficet( de ln overweging, zools»!
Ik kon haar dit inet zekerheid toestemmen
en ter bevesliging vertelde ik haar dc geschie-
b 1 v. niet anders dan dat Ralph achter haar aan in
S:a p s ,moe<)er was veel beter; de de kinderkamer zou komen, maar hierin had daarop heel hard begon te slaan, ging het ver-
ter»*, w W" W,ccr naar huls hÜ niel <lel1 "finsten lust. Zij had hem gezegd, schrikte dier eerst op de achterpooten Staan
f te aecren en zij had haar kleinen jongen dal hij maar naar Oom Jaap moest gaan en nu en toen holde hij plotseling zoo hard als hij denls van Hector en Pluto,
fWMrde e €Ven' Zi)n bloilse be- hij het doen ook. Hij dacht, dat Anna ge- kon vooruit.
n.t| jnwz». mnend had, wat zij zei. Hij haalde zijn pet Een oogenblik had Klaas toen schik, maar
hij. ?ou onmiddellijk gaan. en Oom J.iau zou Ihj melkte, dai de bok heel niet naar het sta- j
men nog geen zekerheid heeft omtrent k«-
kerbesmetting, de door kankerpatiënten f
dragen ldeedingstukken te laten desinfecte
ren, op dezelfde wijze *U dat geschiedt
besmettelijke ziekten,
(Vos Medicormnl