„de: eemlander" O UDERS ïioiiwimspRMs^rm zztz MUS li! iiiiiiiiiiti Het leyen ia St. Petersburg onder bet huidige bewind. "buitenland KOLONIËN. j FEUILLETON. Astrld Ehrencron-Müller. 16e Jaargang, Wo. is? fa post r 2-00, per week (met «retis reriekertog tegen ongeloHen) t 014. ebondetUJIce nummer» t 0Ü5 Wekelijksch bijvoegsel Hollanieta Haitmmm» (ondet tedicde ean ThtrtM Hoven) pet 3 maanden 50 cent Wekelijksch Bijvoegsel •Wirekhsf' P»1 maanden 60 cent- Woensdag 6 Februari 1918 HOOFDREDACTEUR: Ma. D. J. VAN SCHAARDENBURG UITGEVERS: VALKHOFF C. BUREAU: ARNHEMSCHE POORTWAL, HOK utrschtschEST.. INTERCOMM. TELEFOONNUMMER 513 dienstaanbiedingen 1—5 regels f OJO. groote lette» naar plaatsruimte Voor handel en bedrijf bestaan teer voordeeligc bepalingen tot bet herhaald adve» teeren in dit Blad, bij abonnement Ecnc drculair^ bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Een verslaggever van „Aftonbladet heeft •en onderhoud gehad met dr. Griori Alexan drow, die eerst kort geleden uit St. Peters burg is teruggekeerd. Alexandrow zeide, dat men zijn leven op straat geen oogenblik zeker isde roode garde terroriseert de stad en het gepeupel plundert de wijnkelders, wat wilde orgieën tengevolge heeft. Maar des ondanks gaat het Petersburgsche publiek avond aan avond uit, meer nog dan vóór den oorlog en vóór de revolutie. Slechts is het uitgaande publiek niet meer hetzelfde van vroeger. Waar eertijds mondaine dames en heeren in rok of smoking zaten, ziet men thans arbeiders en boeren. Dr. Alexandrow woonde eens in de Marinska-schouwburg een opvoéring van „Schoppenvrouw bij. Op het tooneel zong een oude gravin heel zacht een slaapliedje „Een beetje harder alsjeblieft!" riep het publiek op de eerste rangen, wat wel typeerend is voor het gehalte van dit eerste-rangspubliek f Eens was dr. Alexandrow te dineeren ge vraagd bij een chauffeur I Het gezelschap bestond uit eenige bolsjewlki, de president van een vereeniging van landarbeiders, en een aantal soldaten, allen met hun echtgé- nooten. Men ging aan tafel, maar hoe groot j>c. "^rbazing van dr. Alexandrow, toen hü n menu in handen kreeg. Het diner vó te uurgermenschen bestond uit een i zee ijKelijke hors d'oeuvre (ham, veel con serven, boter, kreeft, sardines en verschil lende Russische pasteien) bouillon, zalm kalkoen, compote en tal van dranken al- tegaur spijzen, die men niet op den middag- disch van een chauffeur zou hebben ver wacht. „Voor veel geld is in Rusland nog alles te krijgen", zeide dr. Alexandrow, „en mijn gastheer, de chauffeur, verdiende 1000 roebel per maand" Aan tafel liep het gesprek natuurlijk over de politiek en een der vrouwen zette den geleerden gast uiteen, dat het absoluut niet noodzakelijk is om intellectueel en aan het hoofd van den staat te hebben. „Vroeger was dat óók niet zoo", vertelde zij. „Dat heb ik in den schouwburg gezien, in een bui- tenlandsch stuk. Den naam ben ik ver geten, maar het ging over een waschvrouw, die markiezin werd, en over een heeleboel gewone menschen, die allemaal graven en ministers werden." Politiek' Overzicht De Russisch-Rumeensche strijd. I. Op het oostelijke oorlogstooneel hebben wij reeds vele en groote veranderingen zien gebeuren. Rusland is uit de Entente getre den en heeft onderhandelingen over den vrede met den vierbond aangeknoopt. Wat uit deze onderhandelingen zal voortkomen, is voor het oogenblik nog onzeker. Maar als vaststaande kan toch reeds nu worden aan genomen, dat Rusland als werkzame factor In den wereldstrijd, die voor een niet gering deel door toedoen van zijne toenmalige re geerders is ontbrand, niet meer in aanmer king komt. Hoe de verhouding tusschen Rusland en zijne voormalige bondgenooten zich verder zal ontwikkelen, laat zich nog niet bepalen. Men zou meenen, dat van alle Russische re geeringen clie, welke is voortgekomen uit de revolutie van 25 October/7 November 1017, wel het allerminst in staat zal zijn ooit met de Entente op goede termen te komen. Er gebeuren echter in dezen oorlogstijd zoo vele dingen, die ingaan tegen het gewone gezonde verstand, dat men verstandig doet niet vooruit te loopen op wat de toekomst misschien zal brengen, zich over niets wat gebeurt te verbazen en eenvoudig kennis te nemen van de feiten, zooals zij zich aan ons vertoonen. Zoo registreeren wij nu het feit, dat tus schen Rusland en zijn voormaligen bondge noot Rumenië eene verhouding bestaat, die men gewoon is met den naam van oorlogs toestand aan te duiden. Trotzki, de commis saris voor buitenlandsche zaken van de re geering te Petersburg; wil er wel is waar dien naam niet aan geven; maar daarop komt het toch neer, want hij zegt: „Wij heb ben aan Rumenië niet den oorlog verklaajd, maar slechts zijn gezant uit het land gezat. Wij voeren den burgeroorlog slechts tegen de Rumeensche generaals en de bourgeoi sie, die aan de Russische soldaten en aan onze democratische instellingen aan het Ru- meensche front den oorlog verklaard heb ben. Wij strijden niet tegen de Rumeensche arbeiders. Het Russische en het Rumeen- sche proletariaat willen in Bessarabië sa menwerken en er zal eene democratische Rumeensche regeering in het leven geroe pen worden." De Petersburgsche regeering heeft kort en goed besloten met Rumenië de diplomatieke betrekkingen af te breken en in het tweede namiddaguur vamden 28en Januari don Ru meenschen gezant het bevel doen toekomen, dat hij Rusland binnen tien uren moet ver laten. De Russische opperbevelhebber van de strijdmacht aan hel Russisch-Rumeen- sche front, generaal Tsjerbatsjew, is tegelijk door de regeering te Petersburg vogelvrij verklaard. Op den in Moskou gedeponeer- den Rumeenschen goudschat, groot 520 mil- lioen francs, hebben de Petersburgsche machthebbenden de hand gelegd, om zoo Rumenië te berooven van den financieelen grondslag voor zijne oorlogvoering. De Petersburgsche regeering heeft ge voeld, dat hare handelingen tegenover Ru menië, als er geene toelichting van werd gegeven, in het buitenland een indruk kon den verwekken, die voor Rusland niet gun stig was. Zij heeft daarom telegrammen pu bliek gemaakt, die blijkbaar beoogen eene rechtvaardiging te geven van den breuk met Rumenië. Er wordt aangevoerd, dat de Ru meensche regeering, „gewoon haren invloed op kabalen en op de armoede en het bloed van de Rumeensche arbeiders' èn boeren te steunen", eene poging heeft beproefd, „zich zelve, hare grondbezitters en hare bankiers door de bezetting van Bessarabie en de in richting van dit gewest tot-een stootblok te gen de machtige strooming van de Russische revolutie te redden". Tot onthulling van de Rumeensche intriges in Bessarabie heeft tegelijk de Iswestija, het orgaan van de Sov jet, een bundel geheime stukken bekend ge maakt over pogingen om eene beweging in gang te brengen tot vereeniging van de Rus sische provincie Bessarabie met Rumenië en om aansluiting te krijgen met de Ukrainische beweging. Verder wordt tegen de Rumeen sche regeering het verwijt gericht, dat zij manschappen van de Russische revolutio naire troepen heeft laten arresteeren en doodschieten, waartoe Tsjerbalsjew de hand heeft geleend. De bedoeling is duidelijk. Men wil op Ru menië* de schuld laden van den breuk, waar toe het is gekomen. De gevangenneming van den Rumeenschen gezant is bedoeld geweest als protest en waarschuwing aan Rumenië, maar die heeft hare uitwerking gemist. Van daar de diplomatieke breuk met Rumenië. In ee nnader telegram wordt deze breuk ge noemd een directe en onmiddellijke onder steuning van de Rumeensche revolutie, die in de diepte der socialistische lagen van Rumenië sints geruimen tijd is gerijpt. Aan de Rumeensche revolutionaire beweging en hare leiders wordt de ondersteuning van de Sovjetregeering toegezegd. Den terugslag van de spanning tusschen Rusland en Rumenië vindt men in het aftre den van Brationu als hoofd van de Rumeen sche regeering, in wiens plaats als minister president is opgetreden generaal Averescu, die commandant van een legerkorps in de Dobroedsja en chef van den generalen staf is geweest. Zijn optreden beteekent de mili taire dictatuur en eene regeering van de ijzeren hand, die zich tot taak stelt het van Russische zijde dreigende onweer tegen te houden en het land voor een volledig débêcle te behoeden. De oorlog, B e r 1 ij n 5 F ebr. (W.-B.) Staatssecre taris von Kühlmann en graaf Czernin be geven zich heden avond naar Brest-Litowsk om de onderhandelingen over den vrede voort te zetten Van de oorlogstooneelen niets nieuws. Over de besluiten, die de opperste oorlogs raad in zijne verleden week te Versailles ge houden vergaderingen heeft^genomen, zijn geene- nadere mededeclingen te verwachten builen het door Havas bekend gemaakte al- gemeene bericht. Alleen is gisteren nog in het Engclsche lagerhuis medegedeeld, dat geen algemeene opperbevelhebber is be noemd. Londen, 5 Febr. (R.) Bonar Law heeft in het Lagerhuis op een desbetreffende vraag geantwoord, dat in ronde cijfers 14.120 niet-strijdenden, vrouwen en kinderen den dood gevonden hebben door de Duitsche onderzee- en luchl-actie. Door de Duitschers zijn geene cijfers gepubliceerd over de ver liezen aan niet-strijdenden als gevolg van de actie der geallieerden. Londen, 4 Februari (R.) Vandaag heeft de voorzitter van het prijsgerecht de drie stoomschepen Kankakee, Genessee en Hocking, in 1915,. terwijl ze onder Ameri- kaonsche vlag voeren, buit gemaakt, als prijzen verbeurd verklaard. Namens de Kroon werd aangetoond, dat Hugo Stinnes, de Westfaalsche stcenkoolkoning en millio- nair, achter den aankoop van deze en acht andere stoomschepen stond. Londen, 4 Februari (R.) Voor den Privy Conncü is behandeld het vonnis van den voorzitter von bet prijsgerecht, waarbij de twee groote schepen van de Hamburg- Amerikalijn Kronprinzessin Cecilie en Prinz Adalbert, welke 3 Augustus 1914 bij de tijding, dat de oorlog tusschen Frankrijk en Duitschland was verklaard, Falmouth binnenliepen, als prijzen verbeurd had ver klaard. De appellanten betoogden, dat den schepen een uitstel van eenige dagen had geschonken moeten worden op grond van de zesde Haagsche conferentie. Sir Samuel Evans zette uiteen, dat z. i. de „gratiedagen" vtjot koopvaarders zijn be stemd en dat de passagiersschepen niet om handel te drijven te Falmouth waren, maar dat ze daar een vluchthaven zochten. Wat als uitvaartvergunning was beschouwd, was inderdaad de mededeeling, dat ze niet ge rechtigd waren om de haven te gebruiken. De Privy Council besloot te gelasten, dat alle rechten ongeschonden moeten blijven, ten-einde daorover na den oorlog te laten beslissen en de inzichten der Duitsche re geering te leeren kennen aangaande den werkelijken uitleg van de zesde Haagsche conventie, waarvan moest worden erkend, dat sommige bepalingen tot ernstigen twij fel aanleiding geven. De Kroon zal de kosten van het beroep moeten betalen. Londen, 5 F e b r. (R.). Wij vernemen, dai, als resultaat van het bezoek der Zweed- sche handelsdelegatie te Londen, de rege ling der levensmiddelen-verzorging in een bevredigend stadium gekomen is. Men hoopt na volledige besprekingen tot een finale overeenkomst te geraken. Brussel, 4 Febr. (W. B.) Het centrale Ylaamsche persbureau bericht: De Vlaam- sche volksstemmingen voor den rand van Vlaanderen gaan hun normalen gang. Er hebben tot dusver in ongeveer honderd ge wichtige middelpunten van het Vlaamsche land groote volksvergaderingen met vele duizenden deelnemers plaats gehad. Indruk wekkend waren vooral de betoogingen in Gent, Brussel, Antwerpen, Leuven en Loke ren. In Gent bewoog zich een stoet van 8 h 10.000 personen door de stad naar de stand plaats von Jakob van Artevelde, den grooten Vlaamschen volksheld, dat door de geest driftige menigte met bloemen versierd werd. Londen, 5 Febr. (R.) De Times be richt, dat er toebereidseln worden gemaakt oor en bezoek aan Parijs door vertegen woordigers van de Engelsche arbeidersbe weging, tot voortzetting van de niet-binden- de besprekingen over het oorlogsdoel van de vredesvoorwaarden, die ln Notthinghom begonnen* zijn. Londen,5 Jan. (R.) Het lagerhuis heeft met 230 legen 141 stemmen de compromis voorstellen verworpen, die het hoogerluüs had gedaan in zake de invoering van de evenredige vertegenwoordiging. Men ver wacht, dat het hoogerhuis zich bij dit be sluit zal neerleggen en dat morgen de eind stemming over de nieuwe kieswet zal plaats hebben. De gewezen vaandrig Krylenko, die door de Sovjetregeering tot opperbevelhebber van het Russische leger is gemaakt, is door troepen van het Poolsche legioen, die in Mohilew het hoofdkwartier van het leger- commando hebben bezet, met zijn geheelen staf gevangen genomen. Ook in de Ukraine gaat het den bolshe- wisten niet voor den wind. De door hen in Kiew, den zetel van de Ukrainische rada, verwekten opstand is onderdrukt en Char- kow, waar zij eene tegenregeering hadden opgericht, is bezet door de troepen van de roda. ïn Finland meenen de bolshiwisten het te kunnen winnen. Zij hebben eene op roeping gericht tot alle scheepsbemannin gen en alle kameraden-reservisten om hen op te wëkkén niet uit den dienst te gaan,, zoo lang de burgerlijke witte garde van Fin- lond niet vernietigd is. Stockholm, 5 Fe r. (W. B.) Volgens berichten van de Stobkholmsche bladen neemt het schrikbewind van de roode garde in Helsingfors steeds ontzettfender vormen aan. Gedurende den ganschen nacht hoort men geweervuur. Ook in den laatsten nacht zijn weer verscheidene burgers doodgescho ten. Volgens de verklaring van een spoorweg ambtenaar heeft de roode garde ook In Hel singfors ondersteuning ontvangen door Rus sische troepen, die onder bevel van een commissaris aankwamen. Onder de heden nacht vermoorde perso nen is een jonge dokter, die verbonden was aan het Roodekrujshospitaal. Volgens de be richten van ooggetuigen werd de gewezen generaal van de Finsche garde Silfverhjelm, die zich ondanks zijn 70-jarigen leeftijd dap per verdedigde tegen de hem overvallende solda'ten van de roode garde, door de over macht overweldigd en gedood, daarna met bajonetten doorboord en in een zak gesto ken. De oorlogsofdeeling van het Russisch® volkscommissariaat heeft door een bevel da Russische soldaten aangespoord de rood® garde in Finland te ondersteunen. B e r l ij n, 5 Febr. (W. B.) De pest breidt zich in Zuid-Rusland uit. In Petersburg ii een bericht van den 31en Januari uit .lalt® ontvangen, inhoudende dat de pesteprdemi® een gevaarlijken omvang aanneemt. Ook ini Kaukazië moeten gevallen van pest voorge komen zijn. Het Roode kruis heeft een sani- tairen trein met ontsmeth'ngsmaterinnl al- gezonden. Verspreide Berichten Men schrijft oan het Ned. Corr. Bur.: Naar wij vernemen worden reeds thans ïn Duitschland onderhandelingen gevoerd over de vorming van een Syndlcuot van Graan* handelaren om uitvoer van graan uit Rus land ter hand te nemen. De besprekingen tusschen den graanhandel en de regeering hebben reeds tot een definitief resultaat ge voerd. Er zal een syndicaat gesticht worden, waaraan de geheele Duitsche import-handel zal deelnemen en dot in het overgangstijd perk, totdat men den handel weder geheel vrij kan stellen, den geheelen import zal ter hond nemen. Het doel van dit syndicaat is, prijsopdrijving door de afzonderlijke hande laren tegen elkaar op de wereldmarkt te ver hinderen. Tevens beoogt men hierdoor het mogelijk te maken de Centrale Inkoop-Organisatie op te heffen, en den import wederom in han den te leggen van diegenen, welke zich ook in normale tijden daarmede bezighouden. In handelskringen rekent men er op, dat deze nieuwe organisotle terstond in wer king zal treden met Rusland, zoodra do politieke veranderingen het toelaten. Van de zijde der agrariërs wordt tegen deze voor stellen oppositie gevoerd; dezen willen voof het volgende jaar de geheele verzorging van den binnenlondschen oogst in de handen van de landbouworganisatie leggen, om daordoor den handel geheel uit te sluiten. Zij beweren zelfs, dat het Oorlogsvoedlngs- bureau groote belangstelling daarbij heeft. Het valt echter niet te miskennen, dat hier door de kracht van den Duitschen graanhan del ook voor den tijd na den oorlog belang rijk verzwakt zal worden. De „Zentralorganisation des Deutschen Getreide- und Futtermittelhandels" heelt dan ook reeds volgens een bericht in do Kölnische Zeitung voor 27 Januari j.l. een buitengewone algemeene vergadering be legd, om te ageeren tegen het dreigend® gevaar van de vernietiging van den Duifc schen graanhandel. Schoenen buiten de deur.-® In de Duitsche hotels zoo lezen wij in „De Hotelhouder", wordt tegenwoordig de® gasten verzocht 's avonds geen schoëne® buiten de deur van hun kamer te zettezv daar de directie zich niet aansprakelijk stek voor het eventueel verdwijnen van derf weeldeartikelen. Oo.t-lndlf. Altduel Kfal. Het schijnt zoo wordt uit BatavUl geseind dat dr. Abdoel Rival niet gelijht gesteld is met Europeanen maar al» Neder» lander is genaturaliseerd. Hij bezit du» <34 hoedanigheid van Nederlander, maar I» ln> lander gebleven. Uit dien hoofde zou <M verkiezing van dr. Abdoel Rival tot inlandidl lid van den Volksraad geldig zijn. _bJ lijk hij en zei dat Mathilde vleescli moe* snijden aan het tafeleinde. En oom Hendrflj zal heel aan den anderen kant, maar nu c®| dan knikte hij haar toe, hij had groote sterk® tanden, en hield voortdurend het mes In ód rechterhand, terwijl hij at. Mathi 1de zng,~~daf hij de eenige was, die dit deed. Het was zoo wonderlijk, langs de groot® tafels le kijken, en al die venzadigde, ernstig^ gezichten te zien; allen waren het oude- oimM ooms en -tantes, achterneven en nichten. lIa<M den ze dan hcelemaal geen kinderen, ware» er geen ncefejs en nichtjes, zooals Ingeborg had? Was er geen jeugd? O ja, z^ had wei hooren vertellen, dat die er waren. Maar z® kwamen hier niet. Hier verzamelden slecht® dc ouden, in heiligen eerbied om dc oudst® naar het graf te geleiden. Hier kwam me® niet bijeen, tot feest, vroolijkhcid on levens* vreugde. Elk geslacht had zijn gebruiken, bod* dank dat ze Ingeborg had. Maar wat zou er worden van Geertrui Mathilde had toch zoo'n medelijden met haai® telkens aks ze aan haar dacht. Deze oude, ma* gore, stille vrouw met haar spitsen, vuui roo* den neus, die letterlijk niets anders kon da® kousen warmen bij den kachel, brei en ande® kin der-eten koken, waarmee de oude vrou* op 't laatst gevoed werd. „Geertrui blijft natuurlijk op de hoeve," zeU den haar ouders. En dadelijk na de begrafenis kwam ze e® zou kamermeid worden onder moeder s lel* ding, de kleine Motte t*n den molenaar zo* haar dan helpen. (Wordt vervolgd.) Een oordeel laat zich weerleggen, een vooroordeel nooit. Uit het Deensch door Betsy Bakke r—N ort 2 Mathilde boog zich voorover. „Foei, Inge borg, o foeil" Maar dc oude lieer lachte, wreef zijn han den en zei: „Wat hoor ik daar, juffrouw Muhlweyden? Wat boor ik daar van u?'' Maar toen floot de trein gelukkig, en Inge borg hing uit het portier. „Vaarwel, lief oudje P' zei zo hartelijk, hem op den wang kussend „en dank voor alles. •Wij hebben bet heerlijk bij u gehad. Ja, zeker, dat hebben wij.'' Toen Mathilde dien avond in de zachte, frisschc Aprillncbt weer door de plantage reed, alleen met vader, terwijl de dennenaal- den in de wagensporen vielen, het zand weg gleed en de sporen opnieuw vulde toen was hei liaar of het slechts één lange dag was ge weest die nu teneinde liep. En de wielen kraakten onophoudelijk duister vóór jc licht achter jel Duister vóór je licht ach ter jet En de wagen rommelde over het sleencn plaveisel, en daar in de deur stoiul moeder's groote gestalte met het kanten mutsje over het haar en de zwarte boezelaar. „Welkom thuis, Mathilde!' zei ze, de hand uitstekend en haar kussend. En Hansine gespte het wagendek los. de turfrook steeg groetend uit liolettc's avond- brei, en de bron, die vier honderd jaar ge neuried had, neuriede nog. Nooit was de hof zoo stil, doodstil geweest als dien avond, toen Mathilde naar bed ring. Waar was de groote wereld nu gebleven? Waar had al het leven zich nu verstopt? Toen ze juist in slaap zou vallen, vloog ze vol schrik op door een plotseling geraas. Maar het was slechts oude Paul Boye, die de poort sloot voor den nacht en den grendel er voor schoof. V. Midden in den zomer stierf grootmoeder. Ze vonden haar op een namiddag zitten, met hangend hoofd, het slijm hing in taaie draden uit beide mondhoeken, en haar handen liepen als muizen over de deken. Onophoudelijk lalde ze: „Waar is, waar is Er werd hals over kop een bode te paard naar Holstebro om den dokter gezonden, en een telegram naar den zoon. De dokter kwam twee uur later, de zoon 'a avonds, toen was zijn moeder dood. Mathilde zat in de woonkamer voor het raam, toen hij kwam. Ze had zoo vooj geschreid nu waren haar ocgen brandend droog, ah gevuld mei /and. Stilletjes keek ze door een reet achter het gordijn. Hij kwam in woeste vaart aanrijden in een licht jacht wagentje met twee groote bruine paarden er voor. dc bitten rammelden. Ze zag. dat het een heel groote man was met langen bruinen baard en eert pelsmuts op. In plaats van de poort in te rijden cn daar stil te houden, stopte hij in de schuur, vlak voor de steencn brug. die over de grach ten voerde, en sprong af Hij wierp de teugcis toe aan Paul Boyc, die aan kwam klotsen, cn snelde naar het huis. Maar toen hij de witte lakens zag voor 'ijn moeders beide ramen, keerde hij plotseling om, sprong op den wagën, rukte de leidsels naar zich toe, maakte een groote bocht om den vijver en reed langzaam uil den voorhof, zonder naar de vensters le kijken in den anderen vleugel. Mathilde was er eigenlijk zelf verbaasd over, dat ze treurde, zooais ze deed. Zc'had toch dikwijls gcwenscbl. dat het mocht gebeuren; het was zoo pijnlijk voor haar zelf en voor alle anderen, de oude vrouw <laar al die jaren te zien zitten zuchten en met het hoofd schud den als zocht ze ongeduldig naar haar verlo ren herinneringen. Nu vond ze. dal het huis nog stiller en leeger werd, zonder die diepe, zuchtende onderlóneu. Dat waren toch naklan ken van een leven dat gebroken was, een leven met veel gebeurtenissen, misschieu meest droevige, maar ze waren er toch geweest. Had ze deze nu misschien gevondeu. De woorden, de herinneringen cn was al het booze nu misschien weggejaagd door de wolken, die daar boven joegen! Mathilde neuriede een paar strop hen die zc gehoord had in Gltiek's Eurïdice: ..O, boe zali;; c;> geurende wcH. a ie wan delen in hel licht van don morgen Juist zoo had zij zich liet paradijs altijd voorgesteld. Ingeborg en zij stonden bij het raam te kijken naar de ruim vijftig wagens die van ver en nabij van verwante hoeven kwamen opdagen. „Let er nu eens- op, Mathilde," zei Inge borg ,,'t is zoo gek. hun gezichten te zien trekken, als ze bij hel huis komen.*' En Mathilde zag het. Al deze vreemde men schen, half boeren, lialf landeigenaars, die slechts bij de allergrootste familiegebeurtenis sen in dit huis verzameld waren naarmate hun wagen de poort naderde, „aan land trok ken" zooals Ingeborg zei. De mannen deden hun sigaren in de dompers, trokken aan de teugels om in begrafenistempo aan le komen, de vrouwen trokken de pas geverfde zwarte slroohoedcn verder over den neus en keerden den zakdoek, die liet formaat, van een psalm boek had, nog eens tusschen de handen om. Mathilde wist zeker, dal ze haar oom her kennen zou van het oogenblikje voor het woonkamerraam, laatst. Maar het was voor haar een wildvreemde man, die midden tus schen de zwarte verzameling die in de kamer over de vloeren schuifelden, bij haar kwam, de hand gaf cn zei: „Je bent zeker de dochter van mijn zuster.. Ik ben oom Hendrik van CatrinendaL Dit tot schrik en waarschuwing." glimlachte hij kalm. Mathilde mocht graag naar hem zien. Ilij zag er zoo groot en flink uit. hij bracht zoo n geur van mannelijkheid en frischhcid met zich mee. Het was in 't geheel niet te begrijpen dat amlere. Maar ze had geen gelegenheid eens met hem le spreken, vani Moeder kwam'er dade-

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1918 | | pagina 1