„de: eemlander"
O UDERS
ïioiiwimspRMs^rm zztz
MUS li! iiiiiiiiiiti
Het leyen ia St. Petersburg onder
bet huidige bewind.
"buitenland
KOLONIËN.
j
FEUILLETON.
Astrld Ehrencron-Müller.
16e Jaargang, Wo. is?
fa post r 2-00, per week (met «retis reriekertog
tegen ongeloHen) t 014. ebondetUJIce nummer»
t 0Ü5 Wekelijksch bijvoegsel Hollanieta
Haitmmm» (ondet tedicde ean ThtrtM Hoven)
pet 3 maanden 50 cent Wekelijksch Bijvoegsel
•Wirekhsf' P»1 maanden 60 cent-
Woensdag 6 Februari 1918
HOOFDREDACTEUR: Ma. D. J. VAN SCHAARDENBURG
UITGEVERS: VALKHOFF C.
BUREAU: ARNHEMSCHE POORTWAL, HOK utrschtschEST..
INTERCOMM. TELEFOONNUMMER 513
dienstaanbiedingen 1—5 regels f OJO. groote lette»
naar plaatsruimte Voor handel en bedrijf bestaan
teer voordeeligc bepalingen tot bet herhaald adve»
teeren in dit Blad, bij abonnement Ecnc drculair^
bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Een verslaggever van „Aftonbladet heeft
•en onderhoud gehad met dr. Griori Alexan
drow, die eerst kort geleden uit St. Peters
burg is teruggekeerd. Alexandrow zeide, dat
men zijn leven op straat geen oogenblik
zeker isde roode garde terroriseert de stad
en het gepeupel plundert de wijnkelders, wat
wilde orgieën tengevolge heeft. Maar des
ondanks gaat het Petersburgsche publiek
avond aan avond uit, meer nog dan vóór
den oorlog en vóór de revolutie. Slechts is
het uitgaande publiek niet meer hetzelfde
van vroeger. Waar eertijds mondaine dames
en heeren in rok of smoking zaten, ziet men
thans arbeiders en boeren. Dr. Alexandrow
woonde eens in de Marinska-schouwburg
een opvoéring van „Schoppenvrouw bij.
Op het tooneel zong een oude gravin heel
zacht een slaapliedje „Een beetje
harder alsjeblieft!" riep het publiek op de
eerste rangen, wat wel typeerend is voor
het gehalte van dit eerste-rangspubliek f
Eens was dr. Alexandrow te dineeren ge
vraagd bij een chauffeur I Het gezelschap
bestond uit eenige bolsjewlki, de president
van een vereeniging van landarbeiders, en
een aantal soldaten, allen met hun echtgé-
nooten. Men ging aan tafel, maar hoe groot
j>c. "^rbazing van dr. Alexandrow, toen
hü n menu in handen kreeg. Het diner
vó te uurgermenschen bestond uit een
i zee ijKelijke hors d'oeuvre (ham, veel con
serven, boter, kreeft, sardines en verschil
lende Russische pasteien) bouillon, zalm
kalkoen, compote en tal van dranken al-
tegaur spijzen, die men niet op den middag-
disch van een chauffeur zou hebben ver
wacht. „Voor veel geld is in Rusland nog
alles te krijgen", zeide dr. Alexandrow, „en
mijn gastheer, de chauffeur, verdiende 1000
roebel per maand"
Aan tafel liep het gesprek natuurlijk over
de politiek en een der vrouwen zette den
geleerden gast uiteen, dat het absoluut niet
noodzakelijk is om intellectueel en aan het
hoofd van den staat te hebben. „Vroeger
was dat óók niet zoo", vertelde zij. „Dat heb
ik in den schouwburg gezien, in een bui-
tenlandsch stuk. Den naam ben ik ver
geten, maar het ging over een waschvrouw,
die markiezin werd, en over een heeleboel
gewone menschen, die allemaal graven en
ministers werden."
Politiek' Overzicht
De Russisch-Rumeensche
strijd.
I.
Op het oostelijke oorlogstooneel hebben
wij reeds vele en groote veranderingen zien
gebeuren. Rusland is uit de Entente getre
den en heeft onderhandelingen over den
vrede met den vierbond aangeknoopt. Wat
uit deze onderhandelingen zal voortkomen,
is voor het oogenblik nog onzeker. Maar als
vaststaande kan toch reeds nu worden aan
genomen, dat Rusland als werkzame factor
In den wereldstrijd, die voor een niet gering
deel door toedoen van zijne toenmalige re
geerders is ontbrand, niet meer in aanmer
king komt.
Hoe de verhouding tusschen Rusland en
zijne voormalige bondgenooten zich verder
zal ontwikkelen, laat zich nog niet bepalen.
Men zou meenen, dat van alle Russische re
geeringen clie, welke is voortgekomen uit
de revolutie van 25 October/7 November
1017, wel het allerminst in staat zal zijn ooit
met de Entente op goede termen te komen.
Er gebeuren echter in dezen oorlogstijd zoo
vele dingen, die ingaan tegen het gewone
gezonde verstand, dat men verstandig doet
niet vooruit te loopen op wat de toekomst
misschien zal brengen, zich over niets wat
gebeurt te verbazen en eenvoudig kennis te
nemen van de feiten, zooals zij zich aan ons
vertoonen.
Zoo registreeren wij nu het feit, dat tus
schen Rusland en zijn voormaligen bondge
noot Rumenië eene verhouding bestaat, die
men gewoon is met den naam van oorlogs
toestand aan te duiden. Trotzki, de commis
saris voor buitenlandsche zaken van de re
geering te Petersburg; wil er wel is waar
dien naam niet aan geven; maar daarop
komt het toch neer, want hij zegt: „Wij heb
ben aan Rumenië niet den oorlog verklaajd,
maar slechts zijn gezant uit het land gezat.
Wij voeren den burgeroorlog slechts tegen
de Rumeensche generaals en de bourgeoi
sie, die aan de Russische soldaten en aan
onze democratische instellingen aan het Ru-
meensche front den oorlog verklaard heb
ben. Wij strijden niet tegen de Rumeensche
arbeiders. Het Russische en het Rumeen-
sche proletariaat willen in Bessarabië sa
menwerken en er zal eene democratische
Rumeensche regeering in het leven geroe
pen worden."
De Petersburgsche regeering heeft kort en
goed besloten met Rumenië de diplomatieke
betrekkingen af te breken en in het tweede
namiddaguur vamden 28en Januari don Ru
meenschen gezant het bevel doen toekomen,
dat hij Rusland binnen tien uren moet ver
laten. De Russische opperbevelhebber van
de strijdmacht aan hel Russisch-Rumeen-
sche front, generaal Tsjerbatsjew, is tegelijk
door de regeering te Petersburg vogelvrij
verklaard. Op den in Moskou gedeponeer-
den Rumeenschen goudschat, groot 520 mil-
lioen francs, hebben de Petersburgsche
machthebbenden de hand gelegd, om zoo
Rumenië te berooven van den financieelen
grondslag voor zijne oorlogvoering.
De Petersburgsche regeering heeft ge
voeld, dat hare handelingen tegenover Ru
menië, als er geene toelichting van werd
gegeven, in het buitenland een indruk kon
den verwekken, die voor Rusland niet gun
stig was. Zij heeft daarom telegrammen pu
bliek gemaakt, die blijkbaar beoogen eene
rechtvaardiging te geven van den breuk met
Rumenië. Er wordt aangevoerd, dat de Ru
meensche regeering, „gewoon haren invloed
op kabalen en op de armoede en het bloed
van de Rumeensche arbeiders' èn boeren te
steunen", eene poging heeft beproefd, „zich
zelve, hare grondbezitters en hare bankiers
door de bezetting van Bessarabie en de in
richting van dit gewest tot-een stootblok te
gen de machtige strooming van de Russische
revolutie te redden". Tot onthulling van de
Rumeensche intriges in Bessarabie heeft
tegelijk de Iswestija, het orgaan van de Sov
jet, een bundel geheime stukken bekend ge
maakt over pogingen om eene beweging in
gang te brengen tot vereeniging van de Rus
sische provincie Bessarabie met Rumenië en
om aansluiting te krijgen met de Ukrainische
beweging. Verder wordt tegen de Rumeen
sche regeering het verwijt gericht, dat zij
manschappen van de Russische revolutio
naire troepen heeft laten arresteeren en
doodschieten, waartoe Tsjerbalsjew de hand
heeft geleend.
De bedoeling is duidelijk. Men wil op Ru
menië* de schuld laden van den breuk, waar
toe het is gekomen. De gevangenneming van
den Rumeenschen gezant is bedoeld geweest
als protest en waarschuwing aan Rumenië,
maar die heeft hare uitwerking gemist. Van
daar de diplomatieke breuk met Rumenië. In
ee nnader telegram wordt deze breuk ge
noemd een directe en onmiddellijke onder
steuning van de Rumeensche revolutie, die
in de diepte der socialistische lagen van
Rumenië sints geruimen tijd is gerijpt. Aan
de Rumeensche revolutionaire beweging en
hare leiders wordt de ondersteuning van de
Sovjetregeering toegezegd.
Den terugslag van de spanning tusschen
Rusland en Rumenië vindt men in het aftre
den van Brationu als hoofd van de Rumeen
sche regeering, in wiens plaats als minister
president is opgetreden generaal Averescu,
die commandant van een legerkorps in de
Dobroedsja en chef van den generalen staf
is geweest. Zijn optreden beteekent de mili
taire dictatuur en eene regeering van de
ijzeren hand, die zich tot taak stelt het van
Russische zijde dreigende onweer tegen te
houden en het land voor een volledig
débêcle te behoeden.
De oorlog,
B e r 1 ij n 5 F ebr. (W.-B.) Staatssecre
taris von Kühlmann en graaf Czernin be
geven zich heden avond naar Brest-Litowsk
om de onderhandelingen over den vrede
voort te zetten
Van de oorlogstooneelen niets nieuws.
Over de besluiten, die de opperste oorlogs
raad in zijne verleden week te Versailles ge
houden vergaderingen heeft^genomen, zijn
geene- nadere mededeclingen te verwachten
builen het door Havas bekend gemaakte al-
gemeene bericht. Alleen is gisteren nog in
het Engclsche lagerhuis medegedeeld, dat
geen algemeene opperbevelhebber is be
noemd.
Londen, 5 Febr. (R.) Bonar Law heeft
in het Lagerhuis op een desbetreffende
vraag geantwoord, dat in ronde cijfers 14.120
niet-strijdenden, vrouwen en kinderen den
dood gevonden hebben door de Duitsche
onderzee- en luchl-actie. Door de Duitschers
zijn geene cijfers gepubliceerd over de ver
liezen aan niet-strijdenden als gevolg van de
actie der geallieerden.
Londen, 4 Februari (R.) Vandaag
heeft de voorzitter van het prijsgerecht de
drie stoomschepen Kankakee, Genessee en
Hocking, in 1915,. terwijl ze onder Ameri-
kaonsche vlag voeren, buit gemaakt, als
prijzen verbeurd verklaard. Namens de
Kroon werd aangetoond, dat Hugo Stinnes,
de Westfaalsche stcenkoolkoning en millio-
nair, achter den aankoop van deze en acht
andere stoomschepen stond.
Londen, 4 Februari (R.) Voor den
Privy Conncü is behandeld het vonnis van
den voorzitter von bet prijsgerecht, waarbij
de twee groote schepen van de Hamburg-
Amerikalijn Kronprinzessin Cecilie en
Prinz Adalbert, welke 3 Augustus 1914 bij
de tijding, dat de oorlog tusschen Frankrijk
en Duitschland was verklaard, Falmouth
binnenliepen, als prijzen verbeurd had ver
klaard. De appellanten betoogden, dat den
schepen een uitstel van eenige dagen had
geschonken moeten worden op grond van
de zesde Haagsche conferentie.
Sir Samuel Evans zette uiteen, dat z. i. de
„gratiedagen" vtjot koopvaarders zijn be
stemd en dat de passagiersschepen niet om
handel te drijven te Falmouth waren, maar
dat ze daar een vluchthaven zochten. Wat
als uitvaartvergunning was beschouwd, was
inderdaad de mededeeling, dat ze niet ge
rechtigd waren om de haven te gebruiken.
De Privy Council besloot te gelasten, dat
alle rechten ongeschonden moeten blijven,
ten-einde daorover na den oorlog te laten
beslissen en de inzichten der Duitsche re
geering te leeren kennen aangaande den
werkelijken uitleg van de zesde Haagsche
conventie, waarvan moest worden erkend,
dat sommige bepalingen tot ernstigen twij
fel aanleiding geven.
De Kroon zal de kosten van het beroep
moeten betalen.
Londen, 5 F e b r. (R.). Wij vernemen,
dai, als resultaat van het bezoek der Zweed-
sche handelsdelegatie te Londen, de rege
ling der levensmiddelen-verzorging in een
bevredigend stadium gekomen is. Men hoopt
na volledige besprekingen tot een finale
overeenkomst te geraken.
Brussel, 4 Febr. (W. B.) Het centrale
Ylaamsche persbureau bericht: De Vlaam-
sche volksstemmingen voor den rand van
Vlaanderen gaan hun normalen gang. Er
hebben tot dusver in ongeveer honderd ge
wichtige middelpunten van het Vlaamsche
land groote volksvergaderingen met vele
duizenden deelnemers plaats gehad. Indruk
wekkend waren vooral de betoogingen in
Gent, Brussel, Antwerpen, Leuven en Loke
ren. In Gent bewoog zich een stoet van 8 h
10.000 personen door de stad naar de stand
plaats von Jakob van Artevelde, den grooten
Vlaamschen volksheld, dat door de geest
driftige menigte met bloemen versierd werd.
Londen, 5 Febr. (R.) De Times be
richt, dat er toebereidseln worden gemaakt
oor en bezoek aan Parijs door vertegen
woordigers van de Engelsche arbeidersbe
weging, tot voortzetting van de niet-binden-
de besprekingen over het oorlogsdoel van
de vredesvoorwaarden, die ln Notthinghom
begonnen* zijn.
Londen,5 Jan. (R.) Het lagerhuis heeft
met 230 legen 141 stemmen de compromis
voorstellen verworpen, die het hoogerluüs
had gedaan in zake de invoering van de
evenredige vertegenwoordiging. Men ver
wacht, dat het hoogerhuis zich bij dit be
sluit zal neerleggen en dat morgen de eind
stemming over de nieuwe kieswet zal plaats
hebben.
De gewezen vaandrig Krylenko, die door
de Sovjetregeering tot opperbevelhebber
van het Russische leger is gemaakt, is door
troepen van het Poolsche legioen, die in
Mohilew het hoofdkwartier van het leger-
commando hebben bezet, met zijn geheelen
staf gevangen genomen.
Ook in de Ukraine gaat het den bolshe-
wisten niet voor den wind. De door hen in
Kiew, den zetel van de Ukrainische rada,
verwekten opstand is onderdrukt en Char-
kow, waar zij eene tegenregeering hadden
opgericht, is bezet door de troepen van de
roda. ïn Finland meenen de bolshiwisten
het te kunnen winnen. Zij hebben eene op
roeping gericht tot alle scheepsbemannin
gen en alle kameraden-reservisten om hen
op te wëkkén niet uit den dienst te gaan,,
zoo lang de burgerlijke witte garde van Fin-
lond niet vernietigd is.
Stockholm, 5 Fe r. (W. B.) Volgens
berichten van de Stobkholmsche bladen
neemt het schrikbewind van de roode garde
in Helsingfors steeds ontzettfender vormen
aan. Gedurende den ganschen nacht hoort
men geweervuur. Ook in den laatsten nacht
zijn weer verscheidene burgers doodgescho
ten.
Volgens de verklaring van een spoorweg
ambtenaar heeft de roode garde ook In Hel
singfors ondersteuning ontvangen door Rus
sische troepen, die onder bevel van een
commissaris aankwamen.
Onder de heden nacht vermoorde perso
nen is een jonge dokter, die verbonden was
aan het Roodekrujshospitaal. Volgens de be
richten van ooggetuigen werd de gewezen
generaal van de Finsche garde Silfverhjelm,
die zich ondanks zijn 70-jarigen leeftijd dap
per verdedigde tegen de hem overvallende
solda'ten van de roode garde, door de over
macht overweldigd en gedood, daarna met
bajonetten doorboord en in een zak gesto
ken.
De oorlogsofdeeling van het Russisch®
volkscommissariaat heeft door een bevel da
Russische soldaten aangespoord de rood®
garde in Finland te ondersteunen.
B e r l ij n, 5 Febr. (W. B.) De pest breidt
zich in Zuid-Rusland uit. In Petersburg ii
een bericht van den 31en Januari uit .lalt®
ontvangen, inhoudende dat de pesteprdemi®
een gevaarlijken omvang aanneemt. Ook ini
Kaukazië moeten gevallen van pest voorge
komen zijn. Het Roode kruis heeft een sani-
tairen trein met ontsmeth'ngsmaterinnl al-
gezonden.
Verspreide Berichten
Men schrijft oan het Ned. Corr. Bur.:
Naar wij vernemen worden reeds thans ïn
Duitschland onderhandelingen gevoerd over
de vorming van een Syndlcuot van Graan*
handelaren om uitvoer van graan uit Rus
land ter hand te nemen. De besprekingen
tusschen den graanhandel en de regeering
hebben reeds tot een definitief resultaat ge
voerd.
Er zal een syndicaat gesticht worden,
waaraan de geheele Duitsche import-handel
zal deelnemen en dot in het overgangstijd
perk, totdat men den handel weder geheel
vrij kan stellen, den geheelen import zal ter
hond nemen. Het doel van dit syndicaat is,
prijsopdrijving door de afzonderlijke hande
laren tegen elkaar op de wereldmarkt te ver
hinderen.
Tevens beoogt men hierdoor het mogelijk
te maken de Centrale Inkoop-Organisatie op
te heffen, en den import wederom in han
den te leggen van diegenen, welke zich ook
in normale tijden daarmede bezighouden. In
handelskringen rekent men er op, dat
deze nieuwe organisotle terstond in wer
king zal treden met Rusland, zoodra do
politieke veranderingen het toelaten. Van
de zijde der agrariërs wordt tegen deze voor
stellen oppositie gevoerd; dezen willen voof
het volgende jaar de geheele verzorging van
den binnenlondschen oogst in de handen
van de landbouworganisatie leggen, om
daordoor den handel geheel uit te sluiten.
Zij beweren zelfs, dat het Oorlogsvoedlngs-
bureau groote belangstelling daarbij heeft.
Het valt echter niet te miskennen, dat hier
door de kracht van den Duitschen graanhan
del ook voor den tijd na den oorlog belang
rijk verzwakt zal worden.
De „Zentralorganisation des Deutschen
Getreide- und Futtermittelhandels" heelt
dan ook reeds volgens een bericht in do
Kölnische Zeitung voor 27 Januari j.l. een
buitengewone algemeene vergadering be
legd, om te ageeren tegen het dreigend®
gevaar van de vernietiging van den Duifc
schen graanhandel.
Schoenen buiten de deur.-®
In de Duitsche hotels zoo lezen wij in
„De Hotelhouder", wordt tegenwoordig de®
gasten verzocht 's avonds geen schoëne®
buiten de deur van hun kamer te zettezv
daar de directie zich niet aansprakelijk stek
voor het eventueel verdwijnen van derf
weeldeartikelen.
Oo.t-lndlf.
Altduel Kfal.
Het schijnt zoo wordt uit BatavUl
geseind dat dr. Abdoel Rival niet gelijht
gesteld is met Europeanen maar al» Neder»
lander is genaturaliseerd. Hij bezit du» <34
hoedanigheid van Nederlander, maar I» ln>
lander gebleven. Uit dien hoofde zou <M
verkiezing van dr. Abdoel Rival tot inlandidl
lid van den Volksraad geldig zijn.
_bJ
lijk hij en zei dat Mathilde vleescli moe*
snijden aan het tafeleinde. En oom Hendrflj
zal heel aan den anderen kant, maar nu c®|
dan knikte hij haar toe, hij had groote sterk®
tanden, en hield voortdurend het mes In ód
rechterhand, terwijl hij at. Mathi 1de zng,~~daf
hij de eenige was, die dit deed.
Het was zoo wonderlijk, langs de groot®
tafels le kijken, en al die venzadigde, ernstig^
gezichten te zien; allen waren het oude- oimM
ooms en -tantes, achterneven en nichten. lIa<M
den ze dan hcelemaal geen kinderen, ware»
er geen ncefejs en nichtjes, zooals Ingeborg
had? Was er geen jeugd? O ja, z^ had wei
hooren vertellen, dat die er waren. Maar z®
kwamen hier niet. Hier verzamelden slecht®
dc ouden, in heiligen eerbied om dc oudst®
naar het graf te geleiden. Hier kwam me®
niet bijeen, tot feest, vroolijkhcid on levens*
vreugde. Elk geslacht had zijn gebruiken, bod*
dank dat ze Ingeborg had.
Maar wat zou er worden van Geertrui
Mathilde had toch zoo'n medelijden met haai®
telkens aks ze aan haar dacht. Deze oude, ma*
gore, stille vrouw met haar spitsen, vuui roo*
den neus, die letterlijk niets anders kon da®
kousen warmen bij den kachel, brei en ande®
kin der-eten koken, waarmee de oude vrou*
op 't laatst gevoed werd.
„Geertrui blijft natuurlijk op de hoeve," zeU
den haar ouders.
En dadelijk na de begrafenis kwam ze e®
zou kamermeid worden onder moeder s lel*
ding, de kleine Motte t*n den molenaar zo*
haar dan helpen.
(Wordt vervolgd.)
Een oordeel laat zich weerleggen, een
vooroordeel nooit.
Uit het Deensch door
Betsy Bakke r—N ort
2
Mathilde boog zich voorover. „Foei, Inge
borg, o foeil"
Maar dc oude lieer lachte, wreef zijn han
den en zei:
„Wat hoor ik daar, juffrouw Muhlweyden?
Wat boor ik daar van u?''
Maar toen floot de trein gelukkig, en Inge
borg hing uit het portier.
„Vaarwel, lief oudje P' zei zo hartelijk, hem
op den wang kussend „en dank voor alles.
•Wij hebben bet heerlijk bij u gehad. Ja, zeker,
dat hebben wij.''
Toen Mathilde dien avond in de zachte,
frisschc Aprillncbt weer door de plantage
reed, alleen met vader, terwijl de dennenaal-
den in de wagensporen vielen, het zand weg
gleed en de sporen opnieuw vulde toen was
hei liaar of het slechts één lange dag was ge
weest die nu teneinde liep. En de wielen
kraakten onophoudelijk duister vóór jc
licht achter jel Duister vóór je licht ach
ter jet
En de wagen rommelde over het sleencn
plaveisel, en daar in de deur stoiul moeder's
groote gestalte met het kanten mutsje over het
haar en de zwarte boezelaar.
„Welkom thuis, Mathilde!' zei ze, de hand
uitstekend en haar kussend.
En Hansine gespte het wagendek los. de
turfrook steeg groetend uit liolettc's avond-
brei, en de bron, die vier honderd jaar ge
neuried had, neuriede nog.
Nooit was de hof zoo stil, doodstil geweest
als dien avond, toen Mathilde naar bed ring.
Waar was de groote wereld nu gebleven?
Waar had al het leven zich nu verstopt?
Toen ze juist in slaap zou vallen, vloog ze
vol schrik op door een plotseling geraas.
Maar het was slechts oude Paul Boye, die
de poort sloot voor den nacht en den grendel
er voor schoof.
V.
Midden in den zomer stierf grootmoeder.
Ze vonden haar op een namiddag zitten, met
hangend hoofd, het slijm hing in taaie draden
uit beide mondhoeken, en haar handen liepen
als muizen over de deken. Onophoudelijk lalde
ze: „Waar is, waar is
Er werd hals over kop een bode te paard
naar Holstebro om den dokter gezonden, en
een telegram naar den zoon.
De dokter kwam twee uur later, de zoon
'a avonds, toen was zijn moeder dood.
Mathilde zat in de woonkamer voor het
raam, toen hij kwam.
Ze had zoo vooj geschreid nu waren haar
ocgen brandend droog, ah gevuld mei /and.
Stilletjes keek ze door een reet achter het
gordijn.
Hij kwam in woeste vaart aanrijden in een
licht jacht wagentje met twee groote bruine
paarden er voor. dc bitten rammelden.
Ze zag. dat het een heel groote man was
met langen bruinen baard en eert pelsmuts
op. In plaats van de poort in te rijden cn
daar stil te houden, stopte hij in de schuur,
vlak voor de steencn brug. die over de grach
ten voerde, en sprong af Hij wierp de teugcis
toe aan Paul Boyc, die aan kwam klotsen, cn
snelde naar het huis.
Maar toen hij de witte lakens zag voor 'ijn
moeders beide ramen, keerde hij plotseling
om, sprong op den wagën, rukte de leidsels
naar zich toe, maakte een groote bocht om
den vijver en reed langzaam uil den voorhof,
zonder naar de vensters le kijken in den
anderen vleugel.
Mathilde was er eigenlijk zelf verbaasd over,
dat ze treurde, zooais ze deed. Zc'had toch
dikwijls gcwenscbl. dat het mocht gebeuren;
het was zoo pijnlijk voor haar zelf en voor
alle anderen, de oude vrouw <laar al die jaren
te zien zitten zuchten en met het hoofd schud
den als zocht ze ongeduldig naar haar verlo
ren herinneringen. Nu vond ze. dal het huis
nog stiller en leeger werd, zonder die diepe,
zuchtende onderlóneu. Dat waren toch naklan
ken van een leven dat gebroken was, een leven
met veel gebeurtenissen, misschieu meest
droevige, maar ze waren er toch geweest. Had
ze deze nu misschien gevondeu. De woorden,
de herinneringen cn was al het booze nu
misschien weggejaagd door de wolken, die
daar boven joegen!
Mathilde neuriede een paar strop hen die zc
gehoord had in Gltiek's Eurïdice:
..O, boe zali;; c;> geurende wcH. a ie wan
delen in hel licht van don morgen
Juist zoo had zij zich liet paradijs altijd
voorgesteld.
Ingeborg en zij stonden bij het raam te
kijken naar de ruim vijftig wagens die van
ver en nabij van verwante hoeven kwamen
opdagen.
„Let er nu eens- op, Mathilde," zei Inge
borg ,,'t is zoo gek. hun gezichten te zien
trekken, als ze bij hel huis komen.*'
En Mathilde zag het. Al deze vreemde men
schen, half boeren, lialf landeigenaars, die
slechts bij de allergrootste familiegebeurtenis
sen in dit huis verzameld waren naarmate
hun wagen de poort naderde, „aan land trok
ken" zooals Ingeborg zei. De mannen deden
hun sigaren in de dompers, trokken aan de
teugels om in begrafenistempo aan le komen,
de vrouwen trokken de pas geverfde zwarte
slroohoedcn verder over den neus en keerden
den zakdoek, die liet formaat, van een psalm
boek had, nog eens tusschen de handen om.
Mathilde wist zeker, dal ze haar oom her
kennen zou van het oogenblikje voor het
woonkamerraam, laatst. Maar het was voor
haar een wildvreemde man, die midden tus
schen de zwarte verzameling die in de kamer
over de vloeren schuifelden, bij haar kwam,
de hand gaf cn zei: „Je bent zeker de dochter
van mijn zuster.. Ik ben oom Hendrik van
CatrinendaL Dit tot schrik en waarschuwing."
glimlachte hij kalm.
Mathilde mocht graag naar hem zien. Ilij
zag er zoo groot en flink uit. hij bracht zoo n
geur van mannelijkheid en frischhcid met zich
mee. Het was in 't geheel niet te begrijpen
dat amlere.
Maar ze had geen gelegenheid eens met
hem le spreken, vani Moeder kwam'er dade-