foor de |Je(i§dB
tfiss:
De Kerst-Koekoek.
Kaar het Engclsch van Frances Browne.
Vrij bewerkt door C. H.
Slot.
Het duurde niet lang, of de roem yan
Schraalhans had de hoofdstad van het rijk
deüjk gaf zij toe. Zij was een boschheks ett-f Dit Koninklijk bevel was nauwelijks uitgc
heette Boterlong; zij besteedde al haar tijd vaardig, of de page legde beslag op de mooie
aan hel maken van een honingdrank, dien zij kleeren eu dc kostbare geschenken, welke
mot allerlei kruiden kookte en welke de Schraalhans aan het Hof gekregen had. Dc
kracht bezat ieder, die cr van dronk, in slaap schoenlapper ontsnapte me? behulp van een
te doen vallen en met open oogen te droomen.stevig louw uit een open raam aan den ach-
Zij had twee zoons, dwergen, dic Spion en terkant van het Palcis, hetzelfde waaruit Kln-
Ivlauw heetten en waar hun moeder ook tergoud zijn leeren wambuis had geworpen,
was zich altijd in haar nabijheid bevonden. Ilij was bevreesd voor het volk, dafhera met
"Wie van den tooverdrank geproefd had, werd steencn dreigde te gooien, omdat hij niet aan
door de beide dwergen bestolen.
ieder hunner vijftig goudguldens gaf. Hij ver
en zelfs het palcis bereikt. Daar waren heel kaas in dc hand, zijn vrouw een stuk brood,
wat menschen, die al evenmin tevreden v/u- Zij droomden met open oogen van de heerlijk-
als de Koning. Waarom de Koning dan heden aan hel u0f loen oudc vrouw* plot
seling met schelle stem riep:
„Uier jongens! Breng den buil naar huist"
Nauwelijks had zij dit gezegd, of dc twee
dwergen kwamen uit hel dichte kreupelhout
ren
roo hoos was? Omdat een Prinses uit een
naburig land, die zeven eilanden als bruids
schat meekreeg, niet met -zijn oudsten zoon
wilde trouwen. Daarom werd er een Konink
lijke pag. naar Schraalhans gezonden, die te voorschijn.
gekleed was in een fluwcelen pak en een i
•diam nten ring aan zijn.vinger droeg. Hij had
dc opdracht gekregen Schraalhans aan te komen?
kondigen, onmiddellijk met hem mee naar
het Paleis le gaan.
„Morgen is liet de eerste April,"'zei Schraal
hans, „en twee uur na zonsopgang zal ik met
je mce-gaan.''
De page sliep dien nacht op hel kasteel en
de koekoek verscheen hij het krieken van den
da met een blad van den vroolijken boom in
zijn snavel
„Met Palcis is heel mooi," zei hij toen hel
schoenlappertje hem vertelde, waar hij heen
zou gaan „Maar ik kan er niet komen, want
ze zouden mij in een knip vangen. Pas goed
ap de bladert», die ik voor je meegebracht
heb en geef mij als afscheid ccn stuk bruin 1
Tobbcrdje en Guldcnveerke zalen legen den shopte zich tusschen dc struiken' onder hel
boom geleund. De schoenlapper had een homp raam cn toen hij in schemerdonker wilde
vluchten, z ip ]iij plotseling een houthakker
voor zich staan.
„Wat scheelt er aan, -vriend? Zoek je iels?"
vroeg Schraalhans.
..Wel," antwoordde dc houthakker, „toen ik
vanmorgen voorbij dit raam kwam, lag cr
een leeren wambuis op den grond cn ik geloof
zeker, dal ik nu den eigenaar er van zie."
„Die ben ik.'" haaslle onze schoenlapper zich
te zeggen. „Kun je mij ook vertellen, waar
da» wambuis gebleven is?"
„Terwijl ik verder liep, kwam cr een
dwerg, die Spion heet, aan. Ilij maakte cr
een bundeltje van cn bracht liet aan zijn
„Luie jongens!" riep hun moeder, „wat heb
jullie vandaag uitgevoerd om aan den kost te
„Ik ben naar de stad geweest," zei Spion,
I „maar ik heb niets gevonden. Het zijn jnoei-
j lijke lijden voor ons ieder doet zijn werk
tevreden sinds die schoenlapper aan hel Ilofi1110^ 111 cl koScb-
gekomen is. Alleen heb ik een leeren wam- "cste vriend, zei Schraalhans nu, terwijl
buis, dal een page uit een raam van het ZjJn gouddraad bestiklc jas de
Paleis gooide, meegebracht. Het heeft niet de |aaisfo welke hij nog bezat uittrok, „ik zal
-minste waarde maar ik heb liet meegenomen jc d'1 kledingstuk geven, als je den dwerg
om u le toonen, dat ik niet stil gezeten heb." abterliaalt en mij mijn wambuis terug
En bij wierp het wambuis van Schraalhans
met de bladeren van den vroolijken boom
er nog in cn dat hij in eert bundeltje op zijn
rug gedragen had, op den grond.
Om te kunnen begrijpen, hoe Spion daar
brood."
Het speet Schraalhans, dat hij al weer af-
elicid van den koekoek moest nemen, maar
liij gaf hem ccn groot stuk brood. Nadat hij
de bladeren in de voering van zijn leeren
wambuis had genaaid, ging hij met den page
mee naar het Paleis.
Zijn verschijning aldaar wekte algemecne
verbazing Niemand begreep, wal de Koning
iu dien eenvoudige» man zag. döcli nauwe
lijks had Zijne Majesleit een half uur mei hem
gesproken, of de Prinses en' haar zeven eilan
den waren vergelen cn had hij ccn bevel ge
geven voor cen.groote partij. Alle Prinsen en
Prinsessen, adellijke heeren cn dames,
ministers en rechters voerden een gesprek
met Schraalhans, en hoe langer zij mei hem
praatten, hoelichter het hun om liet hart
werd. Zooiels had nog nooit iemand aan het
1*1 oi ondervonden. Iedereen vergal zijn erger-
ni -.cn en was blijmoedig gestemd.
Wat Schraalhans betreft, hij had zijn eigen
vertrekken in hel Paleis en een zelcl aan de
Koninklijke tafel. Dc één zond hem rijke ge
waden en de ander kostbare juwcehm. Doch
te midden van al zijn grootheid droeg hij toch
altijd nog zijn leeren wambuis, dat door de
pan kwam, moet ik jullie eerst vertellen, dal
hel bosch niet ver van de hoofdstad des rijks
brengt.'
i „Als je je wambuis terug wilt hobbeu, kan
ik je alleen zeggen, dal het bosch aan het
j einde van deze laan ligt," zei de houthakker
1 cn liep door.
I Daar Schraalhans in elk geval zij» wambuis
wilde terugvinden cn het volk hem in het
lag. De Koning vond, dat zulk een waardig bosch niet zoeken zou, liep hij in die richting
man als Schraalhans er een eigen page op cn bevond zich weldra onder de hooge boo-
na moest houden. Deze jongeling heette Kla- mcn* De av°nd viel cn het bosch werd steeds
tergoud en iets. dat niet van goud of zilver doukcrder °n dichter; van den dwerg cn zijn
was, had hoogenaarad geen waarde voor bieren wambuis was echter geen spoor le onl-
bang i dekken. Grootc uilen fladderden rond en dc
hem. Zijn grootmoeder was dan ook
dal hij een eind aan zijn leven zou maken,
alleen omdat hij de page van een schoenlap- j
per moest zijn.
Schraalhans vond het niets prettig bediend
te worden. Ilij deed het liefst alles zelf, zoo
dal de page hem eigenlijk slechts in den weg
nachtegalen zongen.
Na een heclc» lijd gclooper. te hebben, zag
hij eer. rood schijnsel en cr op afgaande
kwam hij bij een laag hutje, va~ïrr hij zijn
broer. Tobberd je op het mos zag liggen sla-
SJapend kindie.
Iiangzaam komen sterrekindjes
Aan den avondhemel staan
En zij krijgen lieve groetjes
Van hun moedertje, dc Maan.
Al de lichtjes, zacht en leer
Kijken op mijn Kindje neer.
t Kindje, dat niet naar zijn bed wou,
Z:el de sterretjes en lacht,
En hij fluistert in mijn ooren:
Houden die bii mij dc wacht?
s— Kijken die mij allen na,
Of ik heusch wel slapen ga?
k Antwoord dan: zij en het maantje
Kijken naar jou, kleine vent,
En ze willen heel graag weten,
Of je wel gehoorzaam bent,
En dan slaapt hij, zacht en warm
Met zijn beertje in zijit arm.
En het maantje en de sterren
Flonkeren ©n lonken maar
En ze fluist'ren tot elkander:
Wat een aardig kind ligt daar,
Droomfce zingt een wiegezang
En ons kindie luistert lang.
'l Wou, dat hij zoo mooi kon blinken
Als de sterren in de vert't
En dan droomt hij, dat hij waarlijk
Ook een kleine engel werd.
Droomfee geeft hem stil een zoen.
Nu nooit meer ondeugend doen!
Zegt zij en ze streelt zijn haren;
'i Kindje zegt: 'k ga zoet naar bed,
'k Zal mijn lesje beter leeren
Want 'k had niet goed opgelet.
En toen 't kind weer wakker werd.
Lachte 't maantje uit de verl'.
Truus Salomons,
vertellen moest, zoodra Moeder thuiskwanJ
Anme I,,cld zich doof voor dat stemme}
I '5 ,2l lte bet vaasje voorzichtig op zijs
Plaats, het oortje er naast. O. sval zag zij c3
legen op, dat Moeder thuis zou komen! Ea
wat duurde hel vreeselijk lang!
Eindelijk, daar kwamen Moeder cn Wint
aan met opgewekte gezichten. „Niets zeggen»
(lacht Anme met samengeperste lippen.
toen Moeder even liter de kamer binnen
kwam. snelde Annie haar snikkend tegemoet,'
i moést Moeder vertellen, wat cr gebeurd;
was en hoe stout zij geweest was. Ze kóp
immers niet doen net alsof er niets «cbciinl
was!
Moeder droogde Annie's tranen, trok 'hanH
dochtertje naar zich toe en zei vriendelijk:
u je het mij dadelijk zoo eerlijk verleiy
zal ik maar niet boos op je zijn."
O, wat voelde Annie zich toen opgelucht!
pen met het bewuste leeren wambuis naast
liep. Dc bladeren van den vroolijken boom z*ch, terwijl Guldcnveerke bezig was een ge
Het gebroken vaasje.
door C. H.
Annie had op haar verjaardag een groolen
bal gekregen, mooi gekleurd en met allerlei
grappige leekeningen cr op: een clown, die
een stok op zijn neus in evenwicht hield, een
hond, die door een hoepel sprong, een poes,
w aad van grashalmen te vlechten
„Goeden avond, edele vrouw!" zei Schraal
hans, terwijl hij binnentrad
Ilij werd door den gloed van het vuur be-
sclicnen, eloeh hij was zóu veranderd aan Het 1,jk wal mec In haar schlki ze had e'Senlijk
n t\rt rsrtr.it «aa.. Kil
die vroolijk speelde met een kluwentje wol
cn een jongen, die tolde. Annie was cr natuur-
Hof, dat Guldenveerke hem niet herkende en nofi. ,'ooit1 'noojca bal" Bezicn c» °P"
Koninklijke bedienden al heel leelrjk werd
gevonden. Op zekeren dag werd- dc aandacht pjgenlijk niet gedragen kon worden ann het
van den Koning hierop gevestigd door., zijn
page en vroeg de vorst, waarom hij' liet niet S^ud, zooals hij dit den Koning gedaan had j
aan een bedelaar gaf. en toen de page ten, einde raad was, wierp
De schoenlapper antwoordde: „Dit wam-hij het op zekeren morgen, toen zijn meester
buis, o machtig Koning, bezat ik reeds, toen n0S sliep, uit het raam, waar Spion het vond
ik nog nooit» zijde of fluweel gedragen had. ie" het daarna aan zijn moeder bracht.
gemakkelijker dan die mooie Wee-1 »AVat een lcelijk dingt'* zei de oude v
kwamen hem echter te hulp en lol groole
verbazing van /ijn grootmoeder was Klater
goud wonder-wel tevreden in zijn nieuwen
dienst. Sommigen zeiden, dat dit kwam. om
dat Schraalhans hem niets te doen gaf en hem
drool en dat was het leeren w ambuis van j -len en de rood-eeel-blauw-cn-erocn* kleuren
zijn meester. Als Schraalhans dat niet droeg,"Cklc<lc» av0,ld. meester' Vanwaar komt gij 6®" blauw cn groene kleuren
zoo niemand er meer aan denken, dat hij maar 100 -doorspreek zacht, opdal mijn beste j „j,,. 'jC'ï
een arm schoenlappertje was en dc page man» "lc moe *s van hel houthakken en inge-
spande al zijn overredingskracht in om hem sla?en is' zooals ziet, niet wakker wordt.
te overtuigen, dat een dergelijk klccdingsluk
Moeder had gezegd, dat Annie cr wel mec
mocht spelen op zolder, in de gang, in den
„Ik kom van het Ilof," antwoordde Schraal- }uin en°P slraat' maar natuurlijk niet in de
hans. die begreep, dal hij niet herkend werd, kamcl' Dal was vecl te gevaarlijk! Annie vond
het best, want 'l was immers veel prettiger
met den bal ie spelen ergens waar je goed de
Hof Doch Schraalhans antwoordde Klater- "cn ben op ïacbl geweest, doch verdwaald in
het bosch."
en toen de page ten einde raad was wicro "Ga ziUon cn ccl dit stukic fazant, zei Gul- ?*adl danp1" een 1;ameL ^'aar jc heele-
cn toen oe page ten einde raad was. wierp dcnvecrkc< Jk cr y<)Qj. u maal met ver of hoog kon gooien int angst
ren. Vertel mij het laatste nieuws van hel Hof. NNa' tc e Annie w ist toen echter no,
Hel zit mij gemakkelijker dan dic mooie 1
ren. Bovendien helpt het mij on> eenvoudig
te blijven door mij de dagen te berinneren,
loen ik het alleen des Zondags droeg,"
Dc Koning vond dit wijs gesproken en gaf
bevel, dat niemand aanmerking mocht maken
op hel leeren wambuis. Zoo bleef Schraalhans
Vroeger wilde ik er ook heen.'
„Zijt gij er nooit geweest?" vroeg <le j
schoenlapper. „Zoo'n scboone dame cn dan
niet aan het Hoi te zijn geweest!
- vrouw.
„Wal heb ik daar aan?"
Intusschen had Klauw Tobbcrdje cn Gul
dcnveerke van al hun voorwerpen van waar
de beroofd het spiegeltje, de drinkhoorn
met den zilveren rand, de mooie
natuurlijk ook de gouden bladeren,
aau het Hoi, tot het nieuws van zijns broeders long en haar beide zoons zóó vroolijk stem- van baa^ "rank Proeven, dic ons deed insla-
fortuin op den volgenden eersten April Tob- ^en- zij bet leeren wambuis voor de grap Pcn en droomen. Doch toen wij wakjeer wer-
herdje bereikte, toe» dc koekoek met twee over den slapenden schoenlapper heen wier- «e}b waren wij van alles beroofd: spiegel,
gouden bladeren kwam aanvliegen, omdat hij pen en met hun buit naar hun hutje midden önr*kboorn, Zondagsche kleeren, alles was
cr geen in zijn snavel le dragen had voor 1 '-1—-
niet, hoe moeilijk het haar vallen zou Moe-
vrrtr-r» Ap 1 der<; gebod niet le overtreden.
MUt-h ML T. .lo.
De cci*ste dagen ging alles best. Annie cn
Wini balden naar hartelust zonder zich daar-
.Nee," zei Guidcnvêcrke",'doch mijn man bi' °P verboden terrein te wagen. Als 't mooi
heeft cr ccn broer cn wij verlieten ons dorpje v,ecl was' dedcn ZÜ '1C' °P straat of in den
Van alles wat.
Spellet je.
Wat Is er met Keesje gebeni-il
Dc medespelers en -speelsters zitten allen
om een groote tafel heen en ieder heelt ccn
vel papier vóór zieh. De leider van hel spel
vraagt nu:
„AVat is er met Keesje gebeurd?
Nu schrijft ieder op 'het papier, dat vóór
hem ligt, hel antwoord, dat in de beschrijving
van een of onder lastig geval, gevaar of moei
lijkheid bestaat, waarin Keesje zich bevonden
heeft.
B.v Ilij ging bij hel baden tc ver t water
in, voelde geen grond meer onder zich en was
op hei punt te verdrinken.
Of* Ilij kwam 's avonds laai voor zijn ge
sloten huis en merkte toen pas, dat hij den
huissleutel vergeten had.
Of: Hij zou naar een danspartijtje gaan, doclx
ontdekte, dat al zijn boorden bij de wasch-
vrouw waren.
Hoe zeldzamer cn avontuurlijker dc toe
stand is, hoe beter. Hel geschrevene wordk
nu tweemaal plat omgevouwen en dc papie
ren worden opgehaald door den leider. Deze
deelt ze weer uit, na zc eerst door elkaar ge
legd te hebben. Nu stelt hij zijn tweede vraagt
„Wat of wien riep Keesje te hulp?"
Iedere deelnemer schrijft nu zijn antwoord
op. Daarna wordt het papier weer tweemaal
omgevouwen. De leider haalt de papieren op,
legt zc door elkaar en deelt ze opnieuw* uit.
Iedere deelnemer schrijft nu zijn derde ant
woord, nadat dc leider gevraagd heeft:
„Hoe werd Keesje gered?" V
Hierna wordt ook de rest van het papier
pint omgevouwen. Ten derden male verza
melt dc leider zc, schudt zc <loor elkaar en
►deelt ze weer uit.
Je begrijpt, dal je nu dc grappigste* geschie
denissen le liooren krijgt, want ieder meet
voorlezen, wat op zijn papier staat, b.v.:
Hij ging bij het baden te ver bet water in,
voelde geen grond meer onder zich cn was
op hel punt tc verdrinken. Ilij riep om de
waschvrouw* om hem tc redden. Deze schoof
spoedig de grendels van de deur.
Of: ilij kwam 's avonds laat voor zijn ge
sloten huis cn merkte toen pas, dat fiij den
huissleutel vergeten had. Hij riep dc brand*
firinlrhrtrtrn li ten uiuci en wij vemeicii ons uorpje tJ 1
om er evenals hij fortuin te maken. Een oude tuVl Cu als 1 re«€I\dc oi koud was' kre«eu dc te hulp en werd door den zwemmeester
die Boter vrouw bet bosch liet ons zolder en dc gang hun beurt. Ongelukken wa- gered.
uiexjüiei- ,1:. ren er gelukkig nog heelemaal met voorceko- Of: Poes hnrl ziin melk oncredronken. Hu
Schraalhans.
.,'t Is haast niet om te gelooven!" zei Gul-
denveerke. „Wij, die ons leven in dit kleine
iscsi verkniezen, terwijl Schraalhans door zijn
t.rmzalige, groene bladeren aan liet Hof is
gekomen! Wat zullen ze daar van onze gou
den wel niet zeggen! Laat ons ook naar het
Baleis gaan. Stellig zal dc Koning ons van
adel maken om nog niet eens te spreken van
dt mooie kleeren en de geschenken, welke
wij zullen ontvangen.
Tobbcrdje dacht, dat zijn vrouw wel eens
gelijk kon hebben cn zij maakten zich reis
vaardig Zij kwamen echter weldra lot dc
ontdekking, dal zij al Iieeï weinig geschikte
dingen bezaten om mee te nemen naar het
Hof. Guldenveerke kon toch moeilijk haar
houten lepels, pollen cn pannen daarheen
brengen en Tobbcrdjc meende, dat hij wijs
in hel bosch trokken. I en dc roovers lieten alleen dit oude wam-
1 De zon ging juist onder toen Tobbcrdje cn buis achtel- dat mi'n man vanaf dal ^ogenblik
Guldenveerke wnkkcr werden uit bun droom, beeft en nog nooit in zijn leven is
waarin zij in zijde en fluweel uilgedost j zba vroolijk geweest.
ter weerszijde van den Koning zaten. Zij wa
ren hevig teleurgesteld, loen zij tot de ont
dekking kwamen, dat hun gouden bladeren,
hun beste kleeren, het spiegeltje en de drink
hoorn verdwenen waren. Tobbcrdje trok zich
uit wanhoop het haar uit en zei boos, dat hij
het de oude vrouw betaald zou zeilen, terwijl
Guldenveerke luid schreide. Tobbcrdje, die
het zonder zijn mooie kleeren koud begon tc
krijgen, trok het leeren wambuis aan, zon
der zich af te vragen, hoe dat daar kwam.
Nauwelijks had hij het echter dichtge
knoopt, of cr kwam een merkbare verande
ring over hem. Hij begon zulke vroolijke din
gen tc zeggen, dat Guldcnveerke fri plaats van
te schreien het bosch liet weergalmen van
deed door zijn elzen en leesten thuis ie laten; haar gelach. Zij bouwden een hut van takken
anders zag iedereen immers dadelijk, dat hij
schoenlapper was. Zij trokken dus hun Zon
dagsche kleeren aan, Guldcnveerke nam haar
spiegeltje en Tobbcrdje zijn drinkhoorn mee
cn zoo trokken zij vol hoop naar het Paleis,
tenvijl ieder nog een gouden blad meenam,
dat zorgvuldig werd ingehakt, opdal de men
schen het niet zouden zien, vóór zij het
Paleis bereikten.
Zij hadden al een heelen tijd geloopen en
tóen de zon hoog aan den hemel stond cn
bet erg warm was. kwamen zij hongerig en
moe in ccn bosch aan.
„Man," zei Guldenveerke, „laten wij onder
dezen boom wal uitrusten en eens kijken, of
onze bladeren nog wel goed ingepakt zijn."
Terwijl zij in bewondering van bun gouden
bladeren verdiept waren cn allerlei lucht-
kasleelcn bouwden, zagen zij niet, dat een
heel mager, oud vrouwtje met ccn langen
cn maakten een vuurtje. Nu vonden zij tus
schen de wortels van ccn ouden eik een
fazanlennest, plukten cn roosterden een fa
zant ©n daar Tobbcrdje moe was van het hout
hakker, strekte hij zich op het mos uit om te
gaan slapen, terwijl de nachtegalen in de
hooge hoornen voor hen zongen.
Intusschen was Schraalhans opgestaan en
miste zijn wambuis Klatergoud zei, dat hij
cr niets xan wist. IIcl hcele Palcis werd nu
doorzocht, alle bedienden ondervraagd, doch
niemand kon licht in deze zaak verschaffen.
Dienzelfden dag nog werd alles weer als
vroeger. Er ontstonden aljerlei twisten, de
Koning zei, dat zijn onderdanen niet genoeg
belastingen opbrachten, de Koningin wcnsch-
tc meer juweelen, de bedienden kregen weer
ruzie, in één woord; het was geheel dc oude,
treurig© toestand.
Schraalhans begon zich tc vervelen en voel-
,Hct is niet veel bijzonders," zei Schraal
hans, terwijl hij het kleedingstuk opnam cn
hel als hel zijne herkende, want de bladeren
van den vroolijken boom waren nog tusschen
dc voering genaaid. „Op do jacht zou ik het
nog kunnen gebruiken cn daar uw man het
stellig graag kwijt wil zijn, wil ik het voor
deze met gouddraad bestikte jas ruilen." Bij
deze woorden trok hij zijn jas uil en het wam
buis aan, knoopte hel dicht en Guldenveerke
schudde verheugd Tobbcrdje bij den arm en
riep:
„Man, man! Word toch eens wakker en zie,
welk ceu goeden koop ik gesloten heb."
Tobbcrdje werd eindelijk wakker, mopper
de over zijn hard bed, wreef zich eens goed
de oogen uit, keek zijn broer aan en zei:
„Schraalhans, ben jij het werkelijk? Hoe is
het je aan het Hof bevallen en heb je er for
tuin gemaakt?"
„Dat heb ik," zei Schraalhans, „door mijn
wambuis terug te krijgen. Kom, laten wij nu
wat eten en gaan slapen. Morgenochtend gaan
we naar ons oude hutje terug, waar de Kerst-
Koekoek weer bij ons zal komen om ons bla
deren te brengen."
Tobbcrdjc cn Guldcnveerke slemden met dit
plan in, zoodat zij den volgenden morgen
samen terugkeerden cn hun hutje nog erger
vervallen vonden dan zij het verlaten hadden.
De bew oners van het dorp kwamen bun vra
gen, of zij fortuin gemaakt hadden aan bet
Hof, doch iedereen was even verbaasd hen
alle drie armer dan ooit terug tc zien. Toch
spuiten water geven, zoodat de brand spoedig
gebluscht was.
ren er gelukkig nog heelemaal niet voorgeko- j Of: Poes had zijn melk opgedronken. Hij
men. Alleen had de bal eens een tuimeling j vroeg den smid hem tc helpen. Deze liet all©
gemaakt over de schutting in den tuin der
buren, waar mevrouw Dorens juist bezig
was kruimels voor de vogeltjes te strooien;
mevrouw Dorens gooide hem met een vaartje
terug. Zij zei later, dat het zeker kwam, door-
da' de hond op den bal zoo mooi en zoo ver
springen kon, maar dat geloofden de kinde
ren niet. 't Was natuurlijk maar een grapje.
Oj een guren Woensdagmiddag echter, toen
het op straat eft in den tuin le koud was, dc
zolder open stond om te luchten cn de gang
juist gedaan werd, toen bekroop Annie de lust
om heel voorziclitig-natuurlijk in de
kamer te ballen. Vader was naar kantoor en
Moeder met Wim even naar dén dokter. Annie
verveelde zich. 't Was ook echt saai: zoo op
je centje cn dan in de kamer le moeten blij
ven' Zij had haar prentenboeken bekeken,
Eeu moeilizc, schrandere vrouw
In hel jaar 1796 werden in ccn Duitscli dorpi
gedurende den tociunaligen oorlog dc Oosten--
rijkers door dc Franselicn zwaar bedreigd.
Toen het een tijdlang voor- noch achteruit
ging, begon het cenigcn Franschen te vervelen
en begonnen zij hier cn daar boerderijen te
plunderen. De boeren verdedigden echter
hun eigendommen, zoodat het tol woeste ge
vechten kwam, waarin de Fransclien aan het
korst© eind trokken. De boeren hieuwen er
met hun flinke knuisten op in, zoodal de
vluchtenden woedend riepen: „Wacht maar.
we komen terug!"
Wim's legkaart geprobeerd manr 't Was zoo j mw nu ook ccn Jlinken j
ongezellig alleen. Om met haar poppen te oprukken. „Nu 2ijn we
verloren!" riepen de boeren, en zc wisten geciv
raad. Toen ze zoo in hun angst bijeen gescho*
ongezellig alleen. Om met haar poppen
spelen, had zc heeleirlüal geen zin. Zc werd
hoe langer hoe verdrietiger. ALs ze den bal
eens in de kamer haalde! Moeder had w*el ver
boden cr in dc kamer mec tc spelen, maar
hem eens b c k ij k c n, dat kon logh geen
kwaad! Ze zou vanzelf moeten lachen, als zij
't vroolijke gezicht "van den clown zag. Mug
haalde zij hem uit de speelgoedkast en hield
hem bewonderend in haar handen. Wat wa
ren de kleuren toch mooi en wat een grap
pige tcekeningen!
Liefkoozend streek zij met haar handen
over den bal. Na een tijdje-legde zc hem weer
neer. Wat zou zc nu eens gaan doen? In lezen
had ze geen zin en handwerken ging niet,
want haar naald was weg. Haar lessen lee
ren? Och, daar had ze nog tijd genoeg voor.
Maar wat dan? Eens een praatje met Jans
gaan maken? Die had het veel te druk cn
slok in <le hand cn een groote tnsch naast de zich niet langer thuis aan het Hof. De adel-
zou haar toch wel gauyr wegsturen.
i i k„i;a i Vol verlangen strekte zij haar handen op-
brachten zij gaarne een bezoek m het hutjeJen hal uit. Als ze hem eens heel
Schraalhans haalde iqn eken enleesten le over den nd roldc? DM bln.
voorschijn, die hij in een hoek had weggezet. niots. Zoo gczegd, zoo gedaan.
zich. achter den boom stond
„Edele heer en dame," zei zij plotseling,
„Kunt u mij ook zeggen, waar ik water
vinden om bij mijn drank tc voegen, die te
sterk voor mij is?"
Bij deze woorden nam zij een groote houten
veldflesch uil haar tasch. éAn zooals de her
ders in vroeger dagen gebruikten.
„Misschien wilt u mij wel de eer bewijzen
er eens van te proeven," zei zij. „Het is ge
maakt van den zuiverstcn honing. Ik heb ook
kaas cn wittebrood bij me. iuist iets voor zulke
Voorname lieden als gij zijl."
lijke heeren en dames vroegen, wat een
schoenlapper eigenlijk te maken Had aan den
Koninklijken disch. Hij was echter wel zoo
verstandig niet te vertellen, dat alles een ge
volg was van hei zoek raken van zijn wam
buis, doch aaM* hij langzamerhand de ge
woonten aan hel Hof begon te kennen, loofde
hij vijftig goudguldens uit aan dengene, dic
hem er iets over medcdeelen kon.
Nauwelijks was dit in dc $Jad bekend, of
aan dc poorten van het Poleis verdrongen
zich mannen, vrouwen en kinderen som
migen brachten zelfs leeren wambuizen mee
Tobbcrdjc en hij namen hun oude handwerk
weer op cn de bewoners van het heel© dorp,
ja zelfs van naburige dorpen, kwamen wel
dra tot de ontdekking, dal cr nog nooit zulke
goede schoenlappers geweest waren als dc
beide broers.
Zij verstelden schoenen van rijk en arm;
iedereen was tevreden over bun werk. Van
dag lol dag kregen zij meer ie doen en ieder
een, dic ontevreden of ongelukkig was. kwam
naar hun hutje, zooals in don tijd vóór
Schraalhans naar het Hof ging.
Dc rijken brachten hem geschenken en de
armen bewezen heiu allerlei diensten. De hul
zelf veranderde ook, doch niemand wist hoe
dit kwam. Bloeiende kamperfoelie groeide tot
len stonden, trad cr een weduwe, wier man
trommelslager geweest was, op hen toe cu
riep: „Hebben jullie geen trommel? Geef dia
dan maar eens gauw hier. Die kan ons red*
denJ"
Dc waard had cr ecu cn bracht die dadelijk
your den dag. De weduwe hing dic om, ging
dadelijk achter ccn hek staan cn begon daar
een Ooslcnrijkschen soldalenmarsch tc slaan,
zoodat het in de bergen weerklonk. Dc aan*
rukkende Franschen spitsten de ooren, ston-»
den stil en luisterden. -Toon riep cr één uit do
menigte: „Dat is de marsch van een Oosten»
rijksch regiment, wc zijn gefopt!" Nu namen
de Franschen hals over kop de vlucht en lier
ten zich niet verder zien.
1
Hoe nieu sciuakkclijk fraaie
li rist Allen kaïj verkrijgen.
Los in een schoteltje een cellepel keuken* j
zout in drie eetlepels warm water op. Lcgj
vervolgens in deze oplossing cenige draadjes!
garen cn zet het schoteltje dan op een rustigl
plaatsje, het best in een vensterkozijn. Het
water zal spoedig verdampen, maar het zout
,p i nv" ivviiu .Miiuui/.tti ititt
toouerflje en Guldenveerke wisten nu zeker, en deden allerlei verhalen over hetgeen zijin
"l rij er voornaam uitzagen. Bovendien had- dc nabijheid van het Palcis hadden waargc- ,-4l ,.Ll ,,„K
den iu honger, zoodat zij haastig liun gouden nomen. Er kwam zóóveel aan het licht over Loven het dak uit; roode cn witte rozen om- men jjaar dan moeS[ zy het immers vertel-
h.aderen weer inpakten. Zij verleiden dc oude allerlei voorname heeren en dames, dat deze lijstten de óeur. En de Kerst-Koekoek kwam j bel uitkomen, dal zij tóch met den
eiken eersten April met twee bladeren van
Maar 3I heel gauw begon dit over den grond
rollen Annie tc vervelen. Ze kon hem eigen
lijk net zoo goed zachtjes tegen den grond
kaatsen. Wacht, ze zou bij de tafel gaan staan,
daar was het toch heelemaal niet gevaarlijk.
Wat ging dat Jiccrlijk en hoe lang kón zij het blijlt in den vorm van fraaie kristallen acuter,
aebte- elkaar volhouden! Twintig, dertig keer. Doe 100 gram salpctcrzout in een glazett
Nog langer! Doch plotseling kaatste dc bal jnmaakpotje cn giet hierop ongeveer dczellde
zóó hoog op, dat hij tegen de étagère aan- hoeveelheid water. Zet dat dan in een groa-
kwam. Gerinkel... En in 't volgend oogenblik teren en wijderen pot en vul dezen gedeelte-
zag Annie een vaasje op den grond liggen, lijk met water, zóó dat het kleine potje in hel
een eindje verder hel oortje.... i water staal. Zet deze twee potten nu op eeiï
Wai moést zij doen? kachel en wel zoolang, totdat het salpeter ge-
Met bevende vingers cn een kloppend hartje heel opgelost is. Neem nu hel glazen mrnaak-
raaple Annie de beide slukkeu op. Zij pasten
precies en Vader zou het nog wel kunnen lij-
Vrouw, dat zij heelemaal niet trotsch waren, zich bij den Koning beklaagden, dat Schraal-
n.ellcgcnstaandc de landerijen cn kasfeelen, bans het volk opzctlc en uithoofde. Dc
fcruike bczalen cn 8aarnc iets wilden ge- Koning werd zóó boos, dat hij een bevel uit-
n' en' vaardigde, waarbij dc schoenlapper uit het
ue oude vrouw durfde uit bescheidenheid Paleis verbannen werd en zijn bezittingen hen ™wde.
rst niet naast ben te gaan ziUeu, doch cin- «an Klatergoud vervielen.
potje er uit en zet dit op een koel plaatsje
(niet al lc koud, of waar het tocht, anders
zou het kunnen springen) om af le koelen.
Ongeveer twee uur daarna giet je het vloei
bare gedeelte er af en je zult in je inmaak-
polje prachtige, zuilvormige solpcter-kistal»
-„k len aantreffen.
Zoo Stonden dc zaken, toen ik het laatst van dcUjk. Hetzelfde kan jc doen met 10O gram aluin.
I 'I Was net, alsof zij een stemmetje in haar Je verkrijgt op die wijze dan fraaie, veertien*
'öOf hoorde fluisteren, dat zij 't Moeder eerlijk vlakkige
den vroolijken boom, want Tobbcrdje en Gul
denveerke wilden geen gouden meer hebben.
zij tóch met den
bal ln de kamer gespeeld had! Zou ze het dus
maar weer op zijn plaats zetten? Misschien
zag Moeder het wel niet Ten minste niet da-