foor de |Je(i§dB tfiss: De Kerst-Koekoek. Kaar het Engclsch van Frances Browne. Vrij bewerkt door C. H. Slot. Het duurde niet lang, of de roem yan Schraalhans had de hoofdstad van het rijk deüjk gaf zij toe. Zij was een boschheks ett-f Dit Koninklijk bevel was nauwelijks uitgc heette Boterlong; zij besteedde al haar tijd vaardig, of de page legde beslag op de mooie aan hel maken van een honingdrank, dien zij kleeren eu dc kostbare geschenken, welke mot allerlei kruiden kookte en welke de Schraalhans aan het Hof gekregen had. Dc kracht bezat ieder, die cr van dronk, in slaap schoenlapper ontsnapte me? behulp van een te doen vallen en met open oogen te droomen.stevig louw uit een open raam aan den ach- Zij had twee zoons, dwergen, dic Spion en terkant van het Palcis, hetzelfde waaruit Kln- Ivlauw heetten en waar hun moeder ook tergoud zijn leeren wambuis had geworpen, was zich altijd in haar nabijheid bevonden. Ilij was bevreesd voor het volk, dafhera met "Wie van den tooverdrank geproefd had, werd steencn dreigde te gooien, omdat hij niet aan door de beide dwergen bestolen. ieder hunner vijftig goudguldens gaf. Hij ver en zelfs het palcis bereikt. Daar waren heel kaas in dc hand, zijn vrouw een stuk brood, wat menschen, die al evenmin tevreden v/u- Zij droomden met open oogen van de heerlijk- als de Koning. Waarom de Koning dan heden aan hel u0f loen oudc vrouw* plot seling met schelle stem riep: „Uier jongens! Breng den buil naar huist" Nauwelijks had zij dit gezegd, of dc twee dwergen kwamen uit hel dichte kreupelhout ren roo hoos was? Omdat een Prinses uit een naburig land, die zeven eilanden als bruids schat meekreeg, niet met -zijn oudsten zoon wilde trouwen. Daarom werd er een Konink lijke pag. naar Schraalhans gezonden, die te voorschijn. gekleed was in een fluwcelen pak en een i •diam nten ring aan zijn.vinger droeg. Hij had dc opdracht gekregen Schraalhans aan te komen? kondigen, onmiddellijk met hem mee naar het Paleis le gaan. „Morgen is liet de eerste April,"'zei Schraal hans, „en twee uur na zonsopgang zal ik met je mce-gaan.'' De page sliep dien nacht op hel kasteel en de koekoek verscheen hij het krieken van den da met een blad van den vroolijken boom in zijn snavel „Met Palcis is heel mooi," zei hij toen hel schoenlappertje hem vertelde, waar hij heen zou gaan „Maar ik kan er niet komen, want ze zouden mij in een knip vangen. Pas goed ap de bladert», die ik voor je meegebracht heb en geef mij als afscheid ccn stuk bruin 1 Tobbcrdje en Guldcnveerke zalen legen den shopte zich tusschen dc struiken' onder hel boom geleund. De schoenlapper had een homp raam cn toen hij in schemerdonker wilde vluchten, z ip ]iij plotseling een houthakker voor zich staan. „Wat scheelt er aan, -vriend? Zoek je iels?" vroeg Schraalhans. ..Wel," antwoordde dc houthakker, „toen ik vanmorgen voorbij dit raam kwam, lag cr een leeren wambuis op den grond cn ik geloof zeker, dal ik nu den eigenaar er van zie." „Die ben ik.'" haaslle onze schoenlapper zich te zeggen. „Kun je mij ook vertellen, waar da» wambuis gebleven is?" „Terwijl ik verder liep, kwam cr een dwerg, die Spion heet, aan. Ilij maakte cr een bundeltje van cn bracht liet aan zijn „Luie jongens!" riep hun moeder, „wat heb jullie vandaag uitgevoerd om aan den kost te „Ik ben naar de stad geweest," zei Spion, I „maar ik heb niets gevonden. Het zijn jnoei- j lijke lijden voor ons ieder doet zijn werk tevreden sinds die schoenlapper aan hel Ilofi1110^ 111 cl koScb- gekomen is. Alleen heb ik een leeren wam- "cste vriend, zei Schraalhans nu, terwijl buis, dal een page uit een raam van het ZjJn gouddraad bestiklc jas de Paleis gooide, meegebracht. Het heeft niet de |aaisfo welke hij nog bezat uittrok, „ik zal -minste waarde maar ik heb liet meegenomen jc d'1 kledingstuk geven, als je den dwerg om u le toonen, dat ik niet stil gezeten heb." abterliaalt en mij mijn wambuis terug En bij wierp het wambuis van Schraalhans met de bladeren van den vroolijken boom er nog in cn dat hij in eert bundeltje op zijn rug gedragen had, op den grond. Om te kunnen begrijpen, hoe Spion daar brood." Het speet Schraalhans, dat hij al weer af- elicid van den koekoek moest nemen, maar liij gaf hem ccn groot stuk brood. Nadat hij de bladeren in de voering van zijn leeren wambuis had genaaid, ging hij met den page mee naar het Paleis. Zijn verschijning aldaar wekte algemecne verbazing Niemand begreep, wal de Koning iu dien eenvoudige» man zag. döcli nauwe lijks had Zijne Majesleit een half uur mei hem gesproken, of de Prinses en' haar zeven eilan den waren vergelen cn had hij ccn bevel ge geven voor cen.groote partij. Alle Prinsen en Prinsessen, adellijke heeren cn dames, ministers en rechters voerden een gesprek met Schraalhans, en hoe langer zij mei hem praatten, hoelichter het hun om liet hart werd. Zooiels had nog nooit iemand aan het 1*1 oi ondervonden. Iedereen vergal zijn erger- ni -.cn en was blijmoedig gestemd. Wat Schraalhans betreft, hij had zijn eigen vertrekken in hel Paleis en een zelcl aan de Koninklijke tafel. Dc één zond hem rijke ge waden en de ander kostbare juwcehm. Doch te midden van al zijn grootheid droeg hij toch altijd nog zijn leeren wambuis, dat door de pan kwam, moet ik jullie eerst vertellen, dal hel bosch niet ver van de hoofdstad des rijks brengt.' i „Als je je wambuis terug wilt hobbeu, kan ik je alleen zeggen, dal het bosch aan het j einde van deze laan ligt," zei de houthakker 1 cn liep door. I Daar Schraalhans in elk geval zij» wambuis wilde terugvinden cn het volk hem in het lag. De Koning vond, dat zulk een waardig bosch niet zoeken zou, liep hij in die richting man als Schraalhans er een eigen page op cn bevond zich weldra onder de hooge boo- na moest houden. Deze jongeling heette Kla- mcn* De av°nd viel cn het bosch werd steeds tergoud en iets. dat niet van goud of zilver doukcrder °n dichter; van den dwerg cn zijn was, had hoogenaarad geen waarde voor bieren wambuis was echter geen spoor le onl- bang i dekken. Grootc uilen fladderden rond en dc hem. Zijn grootmoeder was dan ook dal hij een eind aan zijn leven zou maken, alleen omdat hij de page van een schoenlap- j per moest zijn. Schraalhans vond het niets prettig bediend te worden. Ilij deed het liefst alles zelf, zoo dal de page hem eigenlijk slechts in den weg nachtegalen zongen. Na een heclc» lijd gclooper. te hebben, zag hij eer. rood schijnsel en cr op afgaande kwam hij bij een laag hutje, va~ïrr hij zijn broer. Tobberd je op het mos zag liggen sla- SJapend kindie. Iiangzaam komen sterrekindjes Aan den avondhemel staan En zij krijgen lieve groetjes Van hun moedertje, dc Maan. Al de lichtjes, zacht en leer Kijken op mijn Kindje neer. t Kindje, dat niet naar zijn bed wou, Z:el de sterretjes en lacht, En hij fluistert in mijn ooren: Houden die bii mij dc wacht? s— Kijken die mij allen na, Of ik heusch wel slapen ga? k Antwoord dan: zij en het maantje Kijken naar jou, kleine vent, En ze willen heel graag weten, Of je wel gehoorzaam bent, En dan slaapt hij, zacht en warm Met zijn beertje in zijit arm. En het maantje en de sterren Flonkeren ©n lonken maar En ze fluist'ren tot elkander: Wat een aardig kind ligt daar, Droomfce zingt een wiegezang En ons kindie luistert lang. 'l Wou, dat hij zoo mooi kon blinken Als de sterren in de vert't En dan droomt hij, dat hij waarlijk Ook een kleine engel werd. Droomfee geeft hem stil een zoen. Nu nooit meer ondeugend doen! Zegt zij en ze streelt zijn haren; 'i Kindje zegt: 'k ga zoet naar bed, 'k Zal mijn lesje beter leeren Want 'k had niet goed opgelet. En toen 't kind weer wakker werd. Lachte 't maantje uit de verl'. Truus Salomons, vertellen moest, zoodra Moeder thuiskwanJ Anme I,,cld zich doof voor dat stemme} I '5 ,2l lte bet vaasje voorzichtig op zijs Plaats, het oortje er naast. O. sval zag zij c3 legen op, dat Moeder thuis zou komen! Ea wat duurde hel vreeselijk lang! Eindelijk, daar kwamen Moeder cn Wint aan met opgewekte gezichten. „Niets zeggen» (lacht Anme met samengeperste lippen. toen Moeder even liter de kamer binnen kwam. snelde Annie haar snikkend tegemoet,' i moést Moeder vertellen, wat cr gebeurd; was en hoe stout zij geweest was. Ze kóp immers niet doen net alsof er niets «cbciinl was! Moeder droogde Annie's tranen, trok 'hanH dochtertje naar zich toe en zei vriendelijk: u je het mij dadelijk zoo eerlijk verleiy zal ik maar niet boos op je zijn." O, wat voelde Annie zich toen opgelucht! pen met het bewuste leeren wambuis naast liep. Dc bladeren van den vroolijken boom z*ch, terwijl Guldcnveerke bezig was een ge Het gebroken vaasje. door C. H. Annie had op haar verjaardag een groolen bal gekregen, mooi gekleurd en met allerlei grappige leekeningen cr op: een clown, die een stok op zijn neus in evenwicht hield, een hond, die door een hoepel sprong, een poes, w aad van grashalmen te vlechten „Goeden avond, edele vrouw!" zei Schraal hans, terwijl hij binnentrad Ilij werd door den gloed van het vuur be- sclicnen, eloeh hij was zóu veranderd aan Het 1,jk wal mec In haar schlki ze had e'Senlijk n t\rt rsrtr.it «aa.. Kil die vroolijk speelde met een kluwentje wol cn een jongen, die tolde. Annie was cr natuur- Hof, dat Guldenveerke hem niet herkende en nofi. ,'ooit1 'noojca bal" Bezicn c» °P" Koninklijke bedienden al heel leelrjk werd gevonden. Op zekeren dag werd- dc aandacht pjgenlijk niet gedragen kon worden ann het van den Koning hierop gevestigd door., zijn page en vroeg de vorst, waarom hij' liet niet S^ud, zooals hij dit den Koning gedaan had j aan een bedelaar gaf. en toen de page ten, einde raad was, wierp De schoenlapper antwoordde: „Dit wam-hij het op zekeren morgen, toen zijn meester buis, o machtig Koning, bezat ik reeds, toen n0S sliep, uit het raam, waar Spion het vond ik nog nooit» zijde of fluweel gedragen had. ie" het daarna aan zijn moeder bracht. gemakkelijker dan die mooie Wee-1 »AVat een lcelijk dingt'* zei de oude v kwamen hem echter te hulp en lol groole verbazing van /ijn grootmoeder was Klater goud wonder-wel tevreden in zijn nieuwen dienst. Sommigen zeiden, dat dit kwam. om dat Schraalhans hem niets te doen gaf en hem drool en dat was het leeren w ambuis van j -len en de rood-eeel-blauw-cn-erocn* kleuren zijn meester. Als Schraalhans dat niet droeg,"Cklc<lc» av0,ld. meester' Vanwaar komt gij 6®" blauw cn groene kleuren zoo niemand er meer aan denken, dat hij maar 100 -doorspreek zacht, opdal mijn beste j „j,,. 'jC'ï een arm schoenlappertje was en dc page man» "lc moe *s van hel houthakken en inge- spande al zijn overredingskracht in om hem sla?en is' zooals ziet, niet wakker wordt. te overtuigen, dat een dergelijk klccdingsluk Moeder had gezegd, dat Annie cr wel mec mocht spelen op zolder, in de gang, in den „Ik kom van het Ilof," antwoordde Schraal- }uin en°P slraat' maar natuurlijk niet in de hans. die begreep, dal hij niet herkend werd, kamcl' Dal was vecl te gevaarlijk! Annie vond het best, want 'l was immers veel prettiger met den bal ie spelen ergens waar je goed de Hof Doch Schraalhans antwoordde Klater- "cn ben op ïacbl geweest, doch verdwaald in het bosch." en toen de page ten einde raad was wicro "Ga ziUon cn ccl dit stukic fazant, zei Gul- ?*adl danp1" een 1;ameL ^'aar jc heele- cn toen oe page ten einde raad was. wierp dcnvecrkc< Jk cr y<)Qj. u maal met ver of hoog kon gooien int angst ren. Vertel mij het laatste nieuws van hel Hof. NNa' tc e Annie w ist toen echter no, Hel zit mij gemakkelijker dan dic mooie 1 ren. Bovendien helpt het mij on> eenvoudig te blijven door mij de dagen te berinneren, loen ik het alleen des Zondags droeg," Dc Koning vond dit wijs gesproken en gaf bevel, dat niemand aanmerking mocht maken op hel leeren wambuis. Zoo bleef Schraalhans Vroeger wilde ik er ook heen.' „Zijt gij er nooit geweest?" vroeg <le j schoenlapper. „Zoo'n scboone dame cn dan niet aan het Hoi te zijn geweest! - vrouw. „Wal heb ik daar aan?" Intusschen had Klauw Tobbcrdje cn Gul dcnveerke van al hun voorwerpen van waar de beroofd het spiegeltje, de drinkhoorn met den zilveren rand, de mooie natuurlijk ook de gouden bladeren, aau het Hoi, tot het nieuws van zijns broeders long en haar beide zoons zóó vroolijk stem- van baa^ "rank Proeven, dic ons deed insla- fortuin op den volgenden eersten April Tob- ^en- zij bet leeren wambuis voor de grap Pcn en droomen. Doch toen wij wakjeer wer- herdje bereikte, toe» dc koekoek met twee over den slapenden schoenlapper heen wier- «e}b waren wij van alles beroofd: spiegel, gouden bladeren kwam aanvliegen, omdat hij pen en met hun buit naar hun hutje midden önr*kboorn, Zondagsche kleeren, alles was cr geen in zijn snavel le dragen had voor 1 '-1—- niet, hoe moeilijk het haar vallen zou Moe- vrrtr-r» Ap 1 der<; gebod niet le overtreden. MUt-h ML T. .lo. De cci*ste dagen ging alles best. Annie cn Wini balden naar hartelust zonder zich daar- .Nee," zei Guidcnvêcrke",'doch mijn man bi' °P verboden terrein te wagen. Als 't mooi heeft cr ccn broer cn wij verlieten ons dorpje v,ecl was' dedcn ZÜ '1C' °P straat of in den Van alles wat. Spellet je. Wat Is er met Keesje gebeni-il Dc medespelers en -speelsters zitten allen om een groote tafel heen en ieder heelt ccn vel papier vóór zieh. De leider van hel spel vraagt nu: „AVat is er met Keesje gebeurd? Nu schrijft ieder op 'het papier, dat vóór hem ligt, hel antwoord, dat in de beschrijving van een of onder lastig geval, gevaar of moei lijkheid bestaat, waarin Keesje zich bevonden heeft. B.v Ilij ging bij hel baden tc ver t water in, voelde geen grond meer onder zich en was op hei punt te verdrinken. Of* Ilij kwam 's avonds laai voor zijn ge sloten huis en merkte toen pas, dat hij den huissleutel vergeten had. Of: Hij zou naar een danspartijtje gaan, doclx ontdekte, dat al zijn boorden bij de wasch- vrouw waren. Hoe zeldzamer cn avontuurlijker dc toe stand is, hoe beter. Hel geschrevene wordk nu tweemaal plat omgevouwen en dc papie ren worden opgehaald door den leider. Deze deelt ze weer uit, na zc eerst door elkaar ge legd te hebben. Nu stelt hij zijn tweede vraagt „Wat of wien riep Keesje te hulp?" Iedere deelnemer schrijft nu zijn antwoord op. Daarna wordt het papier weer tweemaal omgevouwen. De leider haalt de papieren op, legt zc door elkaar en deelt ze opnieuw* uit. Iedere deelnemer schrijft nu zijn derde ant woord, nadat dc leider gevraagd heeft: „Hoe werd Keesje gered?" V Hierna wordt ook de rest van het papier pint omgevouwen. Ten derden male verza melt dc leider zc, schudt zc <loor elkaar en ►deelt ze weer uit. Je begrijpt, dal je nu dc grappigste* geschie denissen le liooren krijgt, want ieder meet voorlezen, wat op zijn papier staat, b.v.: Hij ging bij het baden te ver bet water in, voelde geen grond meer onder zich cn was op hel punt tc verdrinken. Ilij riep om de waschvrouw* om hem tc redden. Deze schoof spoedig de grendels van de deur. Of: ilij kwam 's avonds laat voor zijn ge sloten huis cn merkte toen pas, dat fiij den huissleutel vergeten had. Hij riep dc brand* firinlrhrtrtrn li ten uiuci en wij vemeicii ons uorpje tJ 1 om er evenals hij fortuin te maken. Een oude tuVl Cu als 1 re«€I\dc oi koud was' kre«eu dc te hulp en werd door den zwemmeester die Boter vrouw bet bosch liet ons zolder en dc gang hun beurt. Ongelukken wa- gered. uiexjüiei- ,1:. ren er gelukkig nog heelemaal met voorceko- Of: Poes hnrl ziin melk oncredronken. Hu Schraalhans. .,'t Is haast niet om te gelooven!" zei Gul- denveerke. „Wij, die ons leven in dit kleine iscsi verkniezen, terwijl Schraalhans door zijn t.rmzalige, groene bladeren aan liet Hof is gekomen! Wat zullen ze daar van onze gou den wel niet zeggen! Laat ons ook naar het Baleis gaan. Stellig zal dc Koning ons van adel maken om nog niet eens te spreken van dt mooie kleeren en de geschenken, welke wij zullen ontvangen. Tobbcrdje dacht, dat zijn vrouw wel eens gelijk kon hebben cn zij maakten zich reis vaardig Zij kwamen echter weldra lot dc ontdekking, dal zij al Iieeï weinig geschikte dingen bezaten om mee te nemen naar het Hof. Guldenveerke kon toch moeilijk haar houten lepels, pollen cn pannen daarheen brengen en Tobbcrdjc meende, dat hij wijs in hel bosch trokken. I en dc roovers lieten alleen dit oude wam- 1 De zon ging juist onder toen Tobbcrdje cn buis achtel- dat mi'n man vanaf dal ^ogenblik Guldenveerke wnkkcr werden uit bun droom, beeft en nog nooit in zijn leven is waarin zij in zijde en fluweel uilgedost j zba vroolijk geweest. ter weerszijde van den Koning zaten. Zij wa ren hevig teleurgesteld, loen zij tot de ont dekking kwamen, dat hun gouden bladeren, hun beste kleeren, het spiegeltje en de drink hoorn verdwenen waren. Tobbcrdje trok zich uit wanhoop het haar uit en zei boos, dat hij het de oude vrouw betaald zou zeilen, terwijl Guldenveerke luid schreide. Tobbcrdje, die het zonder zijn mooie kleeren koud begon tc krijgen, trok het leeren wambuis aan, zon der zich af te vragen, hoe dat daar kwam. Nauwelijks had hij het echter dichtge knoopt, of cr kwam een merkbare verande ring over hem. Hij begon zulke vroolijke din gen tc zeggen, dat Guldcnveerke fri plaats van te schreien het bosch liet weergalmen van deed door zijn elzen en leesten thuis ie laten; haar gelach. Zij bouwden een hut van takken anders zag iedereen immers dadelijk, dat hij schoenlapper was. Zij trokken dus hun Zon dagsche kleeren aan, Guldcnveerke nam haar spiegeltje en Tobbcrdje zijn drinkhoorn mee cn zoo trokken zij vol hoop naar het Paleis, tenvijl ieder nog een gouden blad meenam, dat zorgvuldig werd ingehakt, opdal de men schen het niet zouden zien, vóór zij het Paleis bereikten. Zij hadden al een heelen tijd geloopen en tóen de zon hoog aan den hemel stond cn bet erg warm was. kwamen zij hongerig en moe in ccn bosch aan. „Man," zei Guldenveerke, „laten wij onder dezen boom wal uitrusten en eens kijken, of onze bladeren nog wel goed ingepakt zijn." Terwijl zij in bewondering van bun gouden bladeren verdiept waren cn allerlei lucht- kasleelcn bouwden, zagen zij niet, dat een heel mager, oud vrouwtje met ccn langen cn maakten een vuurtje. Nu vonden zij tus schen de wortels van ccn ouden eik een fazanlennest, plukten cn roosterden een fa zant ©n daar Tobbcrdje moe was van het hout hakker, strekte hij zich op het mos uit om te gaan slapen, terwijl de nachtegalen in de hooge hoornen voor hen zongen. Intusschen was Schraalhans opgestaan en miste zijn wambuis Klatergoud zei, dat hij cr niets xan wist. IIcl hcele Palcis werd nu doorzocht, alle bedienden ondervraagd, doch niemand kon licht in deze zaak verschaffen. Dienzelfden dag nog werd alles weer als vroeger. Er ontstonden aljerlei twisten, de Koning zei, dat zijn onderdanen niet genoeg belastingen opbrachten, de Koningin wcnsch- tc meer juweelen, de bedienden kregen weer ruzie, in één woord; het was geheel dc oude, treurig© toestand. Schraalhans begon zich tc vervelen en voel- ,Hct is niet veel bijzonders," zei Schraal hans, terwijl hij het kleedingstuk opnam cn hel als hel zijne herkende, want de bladeren van den vroolijken boom waren nog tusschen dc voering genaaid. „Op do jacht zou ik het nog kunnen gebruiken cn daar uw man het stellig graag kwijt wil zijn, wil ik het voor deze met gouddraad bestikte jas ruilen." Bij deze woorden trok hij zijn jas uil en het wam buis aan, knoopte hel dicht en Guldenveerke schudde verheugd Tobbcrdje bij den arm en riep: „Man, man! Word toch eens wakker en zie, welk ceu goeden koop ik gesloten heb." Tobbcrdje werd eindelijk wakker, mopper de over zijn hard bed, wreef zich eens goed de oogen uit, keek zijn broer aan en zei: „Schraalhans, ben jij het werkelijk? Hoe is het je aan het Hof bevallen en heb je er for tuin gemaakt?" „Dat heb ik," zei Schraalhans, „door mijn wambuis terug te krijgen. Kom, laten wij nu wat eten en gaan slapen. Morgenochtend gaan we naar ons oude hutje terug, waar de Kerst- Koekoek weer bij ons zal komen om ons bla deren te brengen." Tobbcrdjc cn Guldcnveerke slemden met dit plan in, zoodat zij den volgenden morgen samen terugkeerden cn hun hutje nog erger vervallen vonden dan zij het verlaten hadden. De bew oners van het dorp kwamen bun vra gen, of zij fortuin gemaakt hadden aan bet Hof, doch iedereen was even verbaasd hen alle drie armer dan ooit terug tc zien. Toch spuiten water geven, zoodat de brand spoedig gebluscht was. ren er gelukkig nog heelemaal niet voorgeko- j Of: Poes had zijn melk opgedronken. Hij men. Alleen had de bal eens een tuimeling j vroeg den smid hem tc helpen. Deze liet all© gemaakt over de schutting in den tuin der buren, waar mevrouw Dorens juist bezig was kruimels voor de vogeltjes te strooien; mevrouw Dorens gooide hem met een vaartje terug. Zij zei later, dat het zeker kwam, door- da' de hond op den bal zoo mooi en zoo ver springen kon, maar dat geloofden de kinde ren niet. 't Was natuurlijk maar een grapje. Oj een guren Woensdagmiddag echter, toen het op straat eft in den tuin le koud was, dc zolder open stond om te luchten cn de gang juist gedaan werd, toen bekroop Annie de lust om heel voorziclitig-natuurlijk in de kamer te ballen. Vader was naar kantoor en Moeder met Wim even naar dén dokter. Annie verveelde zich. 't Was ook echt saai: zoo op je centje cn dan in de kamer le moeten blij ven' Zij had haar prentenboeken bekeken, Eeu moeilizc, schrandere vrouw In hel jaar 1796 werden in ccn Duitscli dorpi gedurende den tociunaligen oorlog dc Oosten-- rijkers door dc Franselicn zwaar bedreigd. Toen het een tijdlang voor- noch achteruit ging, begon het cenigcn Franschen te vervelen en begonnen zij hier cn daar boerderijen te plunderen. De boeren verdedigden echter hun eigendommen, zoodat het tol woeste ge vechten kwam, waarin de Fransclien aan het korst© eind trokken. De boeren hieuwen er met hun flinke knuisten op in, zoodal de vluchtenden woedend riepen: „Wacht maar. we komen terug!" Wim's legkaart geprobeerd manr 't Was zoo j mw nu ook ccn Jlinken j ongezellig alleen. Om met haar poppen te oprukken. „Nu 2ijn we verloren!" riepen de boeren, en zc wisten geciv raad. Toen ze zoo in hun angst bijeen gescho* ongezellig alleen. Om met haar poppen spelen, had zc heeleirlüal geen zin. Zc werd hoe langer hoe verdrietiger. ALs ze den bal eens in de kamer haalde! Moeder had w*el ver boden cr in dc kamer mec tc spelen, maar hem eens b c k ij k c n, dat kon logh geen kwaad! Ze zou vanzelf moeten lachen, als zij 't vroolijke gezicht "van den clown zag. Mug haalde zij hem uit de speelgoedkast en hield hem bewonderend in haar handen. Wat wa ren de kleuren toch mooi en wat een grap pige tcekeningen! Liefkoozend streek zij met haar handen over den bal. Na een tijdje-legde zc hem weer neer. Wat zou zc nu eens gaan doen? In lezen had ze geen zin en handwerken ging niet, want haar naald was weg. Haar lessen lee ren? Och, daar had ze nog tijd genoeg voor. Maar wat dan? Eens een praatje met Jans gaan maken? Die had het veel te druk cn slok in <le hand cn een groote tnsch naast de zich niet langer thuis aan het Hof. De adel- zou haar toch wel gauyr wegsturen. i i k„i;a i Vol verlangen strekte zij haar handen op- brachten zij gaarne een bezoek m het hutjeJen hal uit. Als ze hem eens heel Schraalhans haalde iqn eken enleesten le over den nd roldc? DM bln. voorschijn, die hij in een hoek had weggezet. niots. Zoo gczegd, zoo gedaan. zich. achter den boom stond „Edele heer en dame," zei zij plotseling, „Kunt u mij ook zeggen, waar ik water vinden om bij mijn drank tc voegen, die te sterk voor mij is?" Bij deze woorden nam zij een groote houten veldflesch uil haar tasch. éAn zooals de her ders in vroeger dagen gebruikten. „Misschien wilt u mij wel de eer bewijzen er eens van te proeven," zei zij. „Het is ge maakt van den zuiverstcn honing. Ik heb ook kaas cn wittebrood bij me. iuist iets voor zulke Voorname lieden als gij zijl." lijke heeren en dames vroegen, wat een schoenlapper eigenlijk te maken Had aan den Koninklijken disch. Hij was echter wel zoo verstandig niet te vertellen, dat alles een ge volg was van hei zoek raken van zijn wam buis, doch aaM* hij langzamerhand de ge woonten aan hel Hof begon te kennen, loofde hij vijftig goudguldens uit aan dengene, dic hem er iets over medcdeelen kon. Nauwelijks was dit in dc $Jad bekend, of aan dc poorten van het Poleis verdrongen zich mannen, vrouwen en kinderen som migen brachten zelfs leeren wambuizen mee Tobbcrdjc en hij namen hun oude handwerk weer op cn de bewoners van het heel© dorp, ja zelfs van naburige dorpen, kwamen wel dra tot de ontdekking, dal cr nog nooit zulke goede schoenlappers geweest waren als dc beide broers. Zij verstelden schoenen van rijk en arm; iedereen was tevreden over bun werk. Van dag lol dag kregen zij meer ie doen en ieder een, dic ontevreden of ongelukkig was. kwam naar hun hutje, zooals in don tijd vóór Schraalhans naar het Hof ging. Dc rijken brachten hem geschenken en de armen bewezen heiu allerlei diensten. De hul zelf veranderde ook, doch niemand wist hoe dit kwam. Bloeiende kamperfoelie groeide tot len stonden, trad cr een weduwe, wier man trommelslager geweest was, op hen toe cu riep: „Hebben jullie geen trommel? Geef dia dan maar eens gauw hier. Die kan ons red* denJ" Dc waard had cr ecu cn bracht die dadelijk your den dag. De weduwe hing dic om, ging dadelijk achter ccn hek staan cn begon daar een Ooslcnrijkschen soldalenmarsch tc slaan, zoodat het in de bergen weerklonk. Dc aan* rukkende Franschen spitsten de ooren, ston-» den stil en luisterden. -Toon riep cr één uit do menigte: „Dat is de marsch van een Oosten» rijksch regiment, wc zijn gefopt!" Nu namen de Franschen hals over kop de vlucht en lier ten zich niet verder zien. 1 Hoe nieu sciuakkclijk fraaie li rist Allen kaïj verkrijgen. Los in een schoteltje een cellepel keuken* j zout in drie eetlepels warm water op. Lcgj vervolgens in deze oplossing cenige draadjes! garen cn zet het schoteltje dan op een rustigl plaatsje, het best in een vensterkozijn. Het water zal spoedig verdampen, maar het zout ,p i nv" ivviiu .Miiuui/.tti ititt toouerflje en Guldenveerke wisten nu zeker, en deden allerlei verhalen over hetgeen zijin "l rij er voornaam uitzagen. Bovendien had- dc nabijheid van het Palcis hadden waargc- ,-4l ,.Ll ,,„K den iu honger, zoodat zij haastig liun gouden nomen. Er kwam zóóveel aan het licht over Loven het dak uit; roode cn witte rozen om- men jjaar dan moeS[ zy het immers vertel- h.aderen weer inpakten. Zij verleiden dc oude allerlei voorname heeren en dames, dat deze lijstten de óeur. En de Kerst-Koekoek kwam j bel uitkomen, dal zij tóch met den eiken eersten April met twee bladeren van Maar 3I heel gauw begon dit over den grond rollen Annie tc vervelen. Ze kon hem eigen lijk net zoo goed zachtjes tegen den grond kaatsen. Wacht, ze zou bij de tafel gaan staan, daar was het toch heelemaal niet gevaarlijk. Wat ging dat Jiccrlijk en hoe lang kón zij het blijlt in den vorm van fraaie kristallen acuter, aebte- elkaar volhouden! Twintig, dertig keer. Doe 100 gram salpctcrzout in een glazett Nog langer! Doch plotseling kaatste dc bal jnmaakpotje cn giet hierop ongeveer dczellde zóó hoog op, dat hij tegen de étagère aan- hoeveelheid water. Zet dat dan in een groa- kwam. Gerinkel... En in 't volgend oogenblik teren en wijderen pot en vul dezen gedeelte- zag Annie een vaasje op den grond liggen, lijk met water, zóó dat het kleine potje in hel een eindje verder hel oortje.... i water staal. Zet deze twee potten nu op eeiï Wai moést zij doen? kachel en wel zoolang, totdat het salpeter ge- Met bevende vingers cn een kloppend hartje heel opgelost is. Neem nu hel glazen mrnaak- raaple Annie de beide slukkeu op. Zij pasten precies en Vader zou het nog wel kunnen lij- Vrouw, dat zij heelemaal niet trotsch waren, zich bij den Koning beklaagden, dat Schraal- n.ellcgcnstaandc de landerijen cn kasfeelen, bans het volk opzctlc en uithoofde. Dc fcruike bczalen cn 8aarnc iets wilden ge- Koning werd zóó boos, dat hij een bevel uit- n' en' vaardigde, waarbij dc schoenlapper uit het ue oude vrouw durfde uit bescheidenheid Paleis verbannen werd en zijn bezittingen hen ™wde. rst niet naast ben te gaan ziUeu, doch cin- «an Klatergoud vervielen. potje er uit en zet dit op een koel plaatsje (niet al lc koud, of waar het tocht, anders zou het kunnen springen) om af le koelen. Ongeveer twee uur daarna giet je het vloei bare gedeelte er af en je zult in je inmaak- polje prachtige, zuilvormige solpcter-kistal» -„k len aantreffen. Zoo Stonden dc zaken, toen ik het laatst van dcUjk. Hetzelfde kan jc doen met 10O gram aluin. I 'I Was net, alsof zij een stemmetje in haar Je verkrijgt op die wijze dan fraaie, veertien* 'öOf hoorde fluisteren, dat zij 't Moeder eerlijk vlakkige den vroolijken boom, want Tobbcrdje en Gul denveerke wilden geen gouden meer hebben. zij tóch met den bal ln de kamer gespeeld had! Zou ze het dus maar weer op zijn plaats zetten? Misschien zag Moeder het wel niet Ten minste niet da-

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1918 | | pagina 4