BE BALLERINA,
„DE EEMLANDER"
BINNENLAND
JkflONNEMEHTSPRIIS ËJ T,1óa Z' ËE
PRIJS DER ADIfERTEHTlEH
TWEEDE BLAD
FEUILLETON.
MATiLDE SERAG.
16e Jaargang, Wo. 206
pa post f 2.00. per «eek (met gratis verzekering
tegen ongelukken) f 0.11 shonderiijke nummers
f 0Ü5 Wekelijks eb byvocgse) »D» HoUmdschs
Huisvrouw (onder re dictie van Thérèse Hoven)
pet 3 maanden 50 cent Wekelijks eb bijvoegsel
tWtrcManu* per 3 maanden <0 cent.
[RSFOORTSCH DAGBLAD
Zaterdag 23 Maart ISIS
HOOFDREDACTEUR: M,. D. J. VAN SCHAARDENBURG
UITGEVERSt VALKHOFF&C,
BUREAU: ARNHEMSCHE POORTWAL, hok uiaeCHTseHesra.
INTERCOMM. TELEFOONNUMMER 513
'OSOt
I elke tegel meei f 0.30^
diensl-anbledingen 1-3 regels f 0J0. groutc lt::cr«
naar r Jtsrulmte. Voor handel en bedrljl bct.ua
teer v..„rdeelige bepalingen tot het herhaald advet»
teeren In dit Blad, bij abonnement Eene circulaire,
bevallende de voorwaarden, wordi or> «jnvruf
toegezonden.
De Staatscourant van 22 Maart bevat
o.a. de volgende Kon. besluiten
benoemd tot secretaris van het hoöldcom-
missariaot en legercommissariaat van het
Nederlandsche Roode Kruis jhr. L. A. van
Loon, lid der Provinciale Staten van Utrecht;
tot collecteur der Staatsloterij le Rotter
dam C. E. J. M. Boelen, thans te Helder;
idem te Ti el W. C. H. Machen, adjunct-com
mies bij de Rijksverzekeringsbank, wonende
te Nieuwer-Amstel; tot collectrices te Rotter
dam mevr. de wed. H. M. Hiiman van Vee-
nendaalgeb. Marchand te Rotterdam,
mevT. de wed. H. Spiekman—Hommes, te
Rotterdam, mevr. de wed. J. H. v. d. Dusse—
geb. v. d. Bey, thanse idem te Tiel en mej.
E. Canneel, te 's Gravenhage; tot collectrice
te Den Helder mevr. de wed. J. H. van Sloo-
ten geboren Mekking, te Leeuw.arden. v
De Rijkskanselier bij onzen
gezant.
De- Berlijnsche correspondent van de N.
O. seint
Öp 16 Maart hebben de heer en mevrouw
Gevers een déjeuner gegeven. Onder het
twintigtal gasten bevonden zich o.a. de
Rijkskanselier, graaf Hertling, met gemalin
en dochter, de staatsecretaris van finan
ciën, graaf Rödern, en gravin Rödern, de
Beiersche gezant, graaf Lerchenfekl, gene
raal Friederich en andere beleende persoon
lijkheden.
Nederland «n de oorlog
Dë inbeslagneming van
onze vloot.
De rede van IjorcB Cecil.
De volledige inhoud der rede die de minis
ter van blokkade Lord Cecil, in het Lager
huis heeft gehouden, luidt ols volgt:
Het huis zal het met mij eens zijn, ^daar
ben ik zeker van, in het licht der beraad
slagingen welke onltyigs over de kwestie
der scheepsruimte hebben piaats gehad,
dat de Duitsche oorlogsvoering op zee niet
alleen direct tegen de vijanden van Duitsch
land is gericht, doch tegen de scheepvaart
van de geheele wereld, leder land, de neu
tralen niet minder dan de oorlogvoerenden,
is in mijne verklaring betrokken en inder
daad, zooals de feiten duidelijk aantoonen,
is iedere natie ten nauwste betrokken bij
de resultaten van deze ernstige handelin
gen en daaruit volgt, dat naar ons inzicht,
d. w. z. naar het inzicht v^n onze regeering
en die der geallieerden, het een zeer te be
treuren feit is, dat eenige regeering d^eze
handelingen van Duitsohland schijnt te heb
ben gesteund door niet het ruimste gebruik
te maken van de scheepsruimte die aan
•haar toebehoorde.
Gegeven dit feit, is het ons pogen ge
weest om door onderhandelingen en over
eenkomsten alles in het werk te stellen om
het ruimste gebruik te maken van di(
scheepsruimte en om deze politiek te vol
voeren onderhandelden wij met Nederland
omtrent eene overeenkomst, tot rWeling
van een aantal andere aangelegenheden,
doch speciaal betreffende het gebruik der
Nederlandsche scheepsruimte.
Grca 4 Januari kwamen de vertegenwoor
digers van Nederland, van ons en van de
andere geallieerde receei ingen tol eene
overeenstemming, waarvan de inhoud, wat
de schepen aangaat, deze was dat de Ne
derlanders er in toestemden, dat de Neder
landsche schepen zouden worden gechar
terd, teneinde voor de doeleinden der ge-
attieci(pn te worden gebruikt, met uitzon
dering van diegene, welke noodig waren
oor de voorziening van de levensbehoeften
van Nederland zelf. Een bepaling in de over
eenkomst luidde, dat de betrokken schepen
Piet zouden vajpn in de z.g. gevaarlijke
zóne, dat is de zóne die de Duitsche regee
ring zich aanmatigt als zoodanig te om
schrijven.
De bekrachtiging dezer overeenkomst van
de zijde der Nederlandsche regeering on
dervond bepaalde moeilijkheden en aanzien
lijke vertraging.
(Volgt het verhaal, dat ook reeds in de
proclamatie van president Wilson is ge
geven. Red. U. D.)
Cecil vervolgde dan: Ware de overeen
komst in werking gesteld in het begin Yan
Januari, dan zouden de geallieerde mogend
heden in staat zijn geweest ten aanzien van
hunne eigen scheepvaart maatregelen te
treffen, waardoor zij de Nederlandsche
scheepsruimte buiten de gevaarlijke zóne
hadden kunnen gebruiken, doch waar sinds
dien de Nederlandsche regeering ons zon
der antwoord had gelaten, was het na zulk
een tijdsverloop duidelijk, dat (vij niet meer
in staat waren die •♦'-edelen te treffen
om aan de hooge eischen, die onze
scheepvaart in dezen tijd van het jaar
stelt, tegemoet te komen. Dienten
gevolge was de sie- geheel veranderd.
Bovendien, na onze ondervinding met den
modus vivendi. beseften de geallieerden dat,
zelfs indien de overeenkomst bekrachtigd
werd, de Duitschers maatregelen zouden
nemen, die het onmogelijk zouden maken,
dat de overeenkomst werd uitgevoerd, bij
voorbeeld ze zouden hunne gevaarlijke zóne
kunnen uitbreiden, wat het geheele doel der
overeenkomst onbeteekenend zou doen
worden. In deze omstandigheden voelden
wij ons geroepen de Nederlandsche regee
ring mede te deelen dat, aangezien ze niet
had toegestemd in de aanvankelijke over
eenkomst, wij thans niet in staat waren
eenig accoord te treffen, waarbij niet in
het gebruik der Nederlandsche scheeps
ruimte zou worden voorzien zonder eenige
bij-voorwaarde.
Doch teneinde het duidelijk te maken, dat
wij in geen enkel opzicht wenschten," dat
door zulk eene overeenkomst Nederland
sche belangen zouden schade lijden, boden
wij, in afwijking van alle tot dusver gemaak
te overeenkomsten, den waarborg aan, dat
indien een Nederlandsch schip door een
daad des vijonds tot zinken werd jjebracht
in de gevaarlijke zóne, het na het einde van
den oorlog zou worden vervangen.
Ik durf te zeggen, dat dit een vriendelijk
en edelmoedig aanbod was in de gegeven
omstandigheden, hoewel de Nederlandsche
regeering zichzelf niet in staat voelde eene
overeenkomst te treffen dan onder bepaalde
voorwaardei), waarvan ééne was, dot geen
Nederlandsche schepen zouden worden ge
bruikt om oorlogsbenoodigdheden te ver
voeren. Het is volkomen duidelijk, dat in
het tegenwoordige stadium van den oorlog
een schip, dat geen oorlogsbehoeften kan
vervoeren, van weinig waarde is voor wie
ook; bijna alles is in meerdere of mindere
mate oorlogsmateriaal. Daarom veronder
stel jk dat het huis het mét mij eens zal
zijn, dat het onmogelijk is zulks als een aan
nemelijk antwoord van Nederland te be
schouwen.
In deze omstandigheden hebben de ge
allieerde recreeringen gevoeld, dat de eeni
ge gedragslijn die voor hen overbleef was
om over te gaan tot datgene wat ze be
schouwen als te zijn als haar onbetwijfel
baar en onbetwistbaar recht van het vorde
ren van diensten van elk neutraal schip,
dat zich in hunne havens bevindt en krach
tens dot recht, hetwelk, naar ik meen, ge
noemd wordt met. een technischen term het
recht van Angmie", waarbij Lord Cecil uit
eenzette, dat alle voorzorgsmaatregelen zul
len worden genomen, opdat geen private
belangen worden geschonden.
Voor zoover wat de Britsche regeering be
treft kan ik zonder voorbehoud zeggen, dot
de Britsche regeering wenscht van dit recht
op zoo voorzichtig mogelijke wijze gebruik
te maken en öp de minst nadeelige manier
en dat ze voorbereidingen treft om dat ver
langen feit te doen worden. Ze zal natuur
lijk, indien ze kon, met de eigenaars eene
overeenkomst aangaan wat betreft de ter
mijnen van betaling" of huur en de waarde
der verzekering. Ze zal natuurlijk waarbor
gen, dat de scheepsruimte bij het einde
des oorlogs aan de betrokken eigenaars zal
worden teruggegeven en ieder verloren
srhip na den oorlog binnen den kortst mo
gelijken tijd door een ander vervangen.
Verder zal worden gezorgd voor repatriee-
ring der bemanningen, die met de meeste
voorkomendheid zullen worden behandeld.
Verder moet de Britsche regeering na
tuurlijk een vaarborg ,qeven, dat alle Ne
derlandsche schepen, die na dezen datum
een Nederlandsche haven verlaten, niet in
dienst der geallieerden zullen overgaan dan
bij overeenkomst. Anders zouden Neder
landsche schepen, die uitreizen, onderhevig
zijn aan requisitie.
De regeering is bereid nog eene andere
belofte te doen. Er is te harer kennis ge
komen, dat er ten gevolge van de omstan
digheden, groot gebrek aan tarwe is, en zij
heeft met goedkeuring van de regeering
der Vereenigde Staten en andere geallieer
den beloofd, dat 50,000 ton tarwe, of een
daarmede overeenkomende hoeveelheid
bloem, zoo spoedig mogelijk ter. beschik
king van Nederland gesteld zullen worden
in een Noord-Ameriksansche haven, en nog
50,000 in een Zuid-Amerikaansche. En
men hoopt, dat de Nederlandsche regee
ring onmiddellijk ven de schepen, die in
Nederland zijn gebleven, er zooveel zal uit
zenden als noodig zijn, om dit koren over
té brengen. Natuurlijk zullen de geassoci
eerde regeeringen zorgen, dat deze schepen,
voor zoover dat in haar macht staat, gevrij
waard worden voor vertraging en zullen hun
allerlei faciliteiten worden verleend.
Ik verklaarde zooeven, dat deze schepen
kwestie een deel zal uitmaken van de aï-
gemeene overeenkomst. En voor zoover ons
en onzen bondgenooten betreft zijn wij be
reid voortgang to n>oko.r\ met deze- overeen
komst, die natuurlijk voorziet in de nood
zakelijke voorraden voor Nederland en den
ruil van goederen uit Holland. Ten slotte
zijn wij bereid te zeggen dat, hoewel wij
gelooven, dat het aantal Nederlandsche
schepen, dat zich thans in Nederlandsche
havens in Nederland of in de Nederland
sche koloniën bevindt, toereikend is voor
de Nederlandsche doeleinden, wij toch, in
dien het blijken mocht, dat dit niet het ge
val is, schikkingen zullen treffen, om in' afle
Nederlandsche behoefte te voorzien.
Ik vermeld dit alles slechts om aan het
Huis te bewijzen, dat, wanneer ik zeg, dat de
geallieerde regeeringen in deze zaak er zorg
vuldig naar streven om aan de Nederland
sche regeering in alle opzichten tegemoet
te komen, dit niet is bij wijze van spreken,
maar een werkelijke verklaring van de be
doelingen, die de regecring bedoelt uit te
voeren.
Enkele afgevaardigden stelden hierop
vragen, die Lord Cecil beantwoordde.
Reuter seint ons uit Washington
De kapiteins van de in beslag genomen
schepen hebben over het algemeen dezelfde
houding aangenomen. Zij vestigden de aan
dacht -van de marineofficieren, die heï be
slag legden, dat ze in het journaal verklaar
den slechts onder protest hun commando
neer te leggen. Dat is een individueel op
treden hunnerzijds geweest. De inbeslag
neming had zonder incidenten plaats.
Het Groot Nederl. Persbureau zendt ons
de volgende mededeeling:
„Vlet Bestuur van den Dietschcn
Bond, kennis genomen hebbende vur.
het wederrechtelijk optreden der geas
socieerde mogendheclgn tegen liet Hol-
landsche Volk,
overwegende dat hierdoor de politie
ke en economische vrijheid van Holland
erenstig wordt aangetast,
overwegende, dat een vrij en fier
Holland onmisbare levensvoorwaarde is
voor 'het geheele Hollandsche,
Vloamschc en Zuid-Afrikaansche
Dietsche volksbestaan,
geeft uiting aan de verontwaardiging,
die in Holland, Vlaanderen en Zuid-
Afrika door dit optreden is gewekt
en spreekt het vertrouwen uit, dat de
Hollandsche Regeering en Volksverte
genwoordiging alles zullen doen, om in
deze de nationale waardigheid en den
alouden eerbied voor den Dietschcn
naam te handhaven.
Het Bestuur van den Dietschcn Bond stelt
zich voor een metalen palmtak te leggen op
het graf van Admiraal Michiel Adriannsz. do
Ruyter, ter hudiging en herdenking van oen
der beste vertegenwoordigers van den Ne-
derlandschen geest. Zij, die hunne gevoe
lens wenschen te uiten door onn deze her
denking deel te qemen, kunnen hunne bij-
drogen zenden aan het secretariaat van den
Dietschen Bond, Achter St. Pieter 13,
Utrecht.
De gages der bemanningen.
Naar vernomen wordt, heeft de' Scheep-
vaartvereeniging ih verbond met het door
de reeders genomen besluit aan de Vereeni-
ging van Nederlandsche gezagvoerders en
stuurlieden ter koopvaardij medegedeeld,
dat zij de betaling der z.g.n. „maandceelen"
na dc bekendmaking van de inbeslagneming
der schepen heeft stopgezet.
Hierdoor zal aan de vrouwen der in Ame
rika vertoevende bemanningen geen uitkeé-
ringen meer worden gedaan.
Scheepvaart met Duitsoliluud.
Alle Nederlandsche schepen, welke bij
Spijk-Lobith logen, zijn naar Millingen afge
varen.
Woensdag zijn uit Duitschland eenige
booten van 1000 ton den Rijn afgekomen.
Gistermiddag is le Hansweert bericht ont
vangen, dot do Duitsche schepen de grens
naar België mogen passeeren.
:lïe steenkolen-aanvoert.
Het Hbld. verneemt van Duitsche zijde, dat
het vrijwgl zeker is, dat 31 Maart a.s. dc aan
voer van kolen uit Duitschland zal worden ge
staakt, omdat dc bestaunde economische over
eenkomst slechts tot dien datum van kracht is
en daar dc onderhandelingen over een nieuwe
overeenkomst nog niet zijn begonnen.
Gastoevoer afgesneden. De
gemeente Haarlem heeft den gastoevoer
voor de geheele gemeente Velsen afgesne
den, op grond dat het te leveren maximum
is bereikt. De tussrhenkomst der regeering
is ingeroepen.
D e a s le i d e r d e r A- R p a r t ij?
In „De Standaard" van 1.1. Woensdag komt
een artikel voor onder het opschrift „Iden-
burg", dat blijkbaar ten doel heeft den ge
noemden politicus tot a.s. leider der anti
revolutionaire partij aan te wijzen.
„Hcc meer ons Anti-Revolutionaire volle
zich de kans geopend ziet, om zijn geestelijk
en politiek bedoelen in het toejuichen van
een met name te noemen staatsman te be
lichamen zoo wordt in dit artikel geschre
ven des te duidelijker blijkt thans uit
heel het land, hoe Idenburg aller lieveling is.
Er moge een heel enkel district zijn waar
men hem meed, maar als ge op de kaart de
politieke actie in alle streken van het land
met nauwkeurigheid volgt en u afvraagt, op
wat naam men zich zoo goed als van allen
kont vereenigd hecfl, dan blijft er zelfs gaen
zweem van twijfel over en wijst een ieder
ols met opgeheven hand en met fonkelend
oog op den indrukuekkenden staatsman, oio
vooral als Gouverneur-Generaal van onzen
Archipel tot in 't buitenland zoo goeden
naam mankte.
Hiervoor kunnen wij niet dankbaar genoeg
zijn.
En zulks te meer, omdat hefc in politieker*
zin goud waard is, zoo in heel onze partij de
sympathie, niet alleen persoonlijk, maar ook
met het oog op onze toekomst als histori
sche partij^ zich allengs op één algemeen
geëerd on geliefd man mag samentrekken.
En dit hier vooral om Idenburg's steeds zoo
beslist en nimmer weifelend uitkomen voor
zijn religieus uitgonespunt.
Bij andere staatslieden, wier qualiteiten
niemand onderschatten zal, vindt'gc ook wel
een tenslotte met het religie-beginsel daad
werkelijk meegaan, moor wat bij Jdenburg
zoo warm aandoet en hem op alle ftnvein
met ieders sympathie verrijkt, is het door
niemond betwiste of ook maar betwijfelde
feit, dat de wjarrne en bezielende religieuze
opvatting bij hen\ steeds op den voorgrond
treedt.
En hierin nu ligt daarom voor geheel on
ze partij een zoo moedgevend verschijnsel,
omdat niet allee* in onze partij, maar in
heel het lund, ieder serieus denker er uit
zien kan, hoe de Anti-Revolutionaire Partij
nog steeds onveranderlijk aan haar machtig
uitgangspunt vasthoudt en zich van lu t Sol»
Deo Gloria" niet Iaat vervreemden.
UIT OFN OMTREK
CnltuareoimuisHlc•prov- litreclit.
De Cultuurcommissie brengt onder de
aandacht de destijds in de door de landbou
wers gelezen bladen, gepubliceerde Ministe-
rieele beschikking, betreffende de z.g. s n ü-
rogge, enz., welke aldus luidde:
„De Minister van Landbouw, enz. hoeft
goedgevonden te bepalen
dat alle handelingen, die er toe leiden, dat
de te velde staande rogge voor een onder
doel wordt gebruikt don voor menscholijk
voedsel en met name het maaien van groene
ro8ger tarwe en gerst en het gebruiken van
deze als veevoeder verboden is, uitgezon
derd in die gevallen, waarvoor destijds eer*
schriftelijke vergunning werd verleend."
Aan deze beschikking werd zoo juist nog
toegevoegd het verbod van maaien voi^
groene of onrijpe haver vóór veevoeder.
De Cultuurcommissie roept de medewer
king in, om, naar aanleiding \^an het boven
staande te helpen voorkomen, dat daartoe
niet gerechtigde landbouwers toch hunne
rogge, enz. afmaaien. Alhoewel zekerlijk
een procesverbaal zoude volgen, is hier
mede de verminderde voedselproductie niet
hersteld. De Cultuurcommissie spoort do
landbouwers ten zeerste aan, in deze, der*
nood der tijden en het volksbelang tocK
vooral niet uit het oog te verliezen, en ook
in dit geval het hunne er toe bij te dragen,
ons land te bewaren voer een hongersnood.
Indien niettemin overtredingen of.tegen
werking mochten voorkomen, gelieve mer*
bericht aan de Cultuurcommissie te zenden,
waarvan secretaris is de .heer Bégram var"
Eeten, Prins Hendriklaan 20, te Zeist.
Wie zich zijn eigen kinderjaren niet meer
herinnert, is een slecht opvoeder.
Uil het Italiaansclr
door
Anna Polak.
0
Zij bezat villa's to Portici en te Posil-
lipo, paleizen te Napels, prachtige meubelen,
de rijkste equipages, Icleedercn en cdclgesieen-
ten, een vorstin waardig: cn haar blijde onna
denkende jeugd lachte er om; cn zij gaf voor
dat alles in ruil' de pocsie van haar schoon
heid, de poesie van baar dans, lachend tegen
de visioenen van genot cn van liefde. Zoo had,
in haar kinderjaren Carmelo Minino haai' ge
zien. bewonderd, lief gehad, alsof Amina
Boschetti een soort van bovci^ardsch wezen
was; zoo had het arme kind vfui de iricotver-
stelster, de dochter van Bettina Minino, haar
oogen vol trillende, vrome bewondering ge
vestigd op die fee van den dans. Al die toejui
chingen, al die verrukking, al die juweelcn, al
dat goud dat de menschen de betooverende
danseres toewierpen, scheen het kleine onbe
duidende danseresje niet anders toe dan een
natuurlijke, rechtmatige schatting, die bet
publiek verschuldigd was aan haar verleide
lijke afgod. 9
De doodonmis was bijna geëbvdigd terwijl
luide de Latijnscbe gebedawaowkii yair den
geestelijke weerklonken onder het granieten"
gewelf van den EgvptiSchen tempel. Maar Car
melo Minino die toch een vrome, nederige
Christin was, dacht cr nog niet over om tc
bidden voor de ziel van haar peettante. Thans
zag zij in haar herinnering hoe dc sehoonc
danseres in haar armelijk leven was getreden,
liaar leven zoo vol duisternis, droefheid cn
ellende! Zij ;ag in haar herinnering hoe zij
éénmaal, tweemalen?" gebracht was naar het
groote paleis waar Amina Boschetti leefde te-
mie 'Iin van weelde cn kunstvoorwerpen; en
in d.e frissclie, vriendelijke villa tc Portici,
gelden lusschen tuinen cn dc zee.
Ha*r moeder, de tricol vers teister, had ge
wélkt yoor „la Boschelli" toen deze nog ccn
eenvoudig da.t-cresjc was van de vierde rij, cn
later, i*n het 'danseresje een schitterende ster
was .-worden, ging de arme naaister, die hel
uil gebrek aan wérk zeer armoedig had, do
oude tricots haleu. die „la Boschetti" weg-
goo« K. de roze satijnen schoentjes die „la
BoscheKi" slechts één avond droeg, cn van die
geschenken, van gcenerlei waarde voor de
milde groote kunstenares, had Bettina Minino
een kleinen handel opgezet.
C arm el a Minino was toen tien jaar,- had
twee groole zwarte oogen en mooie zwarte
haren, en men kon niet welen dal zij later
zoo Icelijk zou worden, alleen haar mooie
oogen en mooie haren behoudend. Van lijd tol
tijd verscheen Amina Boschetti in het kamei*
tje waar Carmela in ccn hoekje zat gedóken,
en liefkoosde haar vluchtig, terwijl ze voor
bijging in haar ruime wit wollen gewaden die
wel iets van het Gricksche peplum hadden cn
waarboven het verleidelijke -kopje uitstak.
„Laat haar dansen, laat haar dansen", ried
„la Boschetti", als de'oude tricolverstelslcr
haw al zuchtende over haar dochter *prak.
„En als zc Icelijk wordt, mevrouw?*'
„Laten wij hopen van neen."
„En als zc naar lichaam cn ziel verdorven
wordt aan het theater?"
„Kom, die worden wel weer heel," antwoord
de „la Boschetti" lachende.
Daarmee was dc zaak niet afgedaan, want
„la Bosch' iti" gaf gedurende verscheidene
jaren 25 lire per maand aan Bettina Minino,
om haar dochter daarvan dansen tc laten
lecren. Helaas! de'kleine Carmela ontbrak het
aan bevalligheid, brio, luchtigheid'..bij liet dan
sen: zij deed trouw haar best, vermoeide zich
ontzaglijk, was gehoorzaam, onderwierp zich
aan de aanmerkingen van den meester, spande
zich in zooveel zij kou, maar slaagde cV niet
in, de voor een balletdanseres onontbeerlijke
eigenschappen machtig lc yworden. Daarbij,
tegen haar zestiende jaar werd zij lcclijker
in plaats van bloeiend, zooals andere jonge
meisjes Haar teint werd donker cn hard,'dc
trekken werden scherp bij jukbeen cii kin; de
lippen verbleekten. Misschien at zij tc weinig;
misschien -danste zij te veel; misschien kwam
zij lc kort aan lucht en licht, in die kamer
van de „vico Pnradiso'V In elk geval, haar
jeugd had geen bekoring, behalve liaar mooie
oogen, een weinig -droevig maar toch fier,
waarop trouwens de leclijkste Napolitaansche
vrouwen kunnen bogen, en haar mooie haren
die ook in Napels bijna algemeen voork^^en.
„Mijn lieve mevrouwtje, ze is leelijk, zc is
leclijk," zeide telkens weer Bettina Minino
jammerend tegen haar weldoenster.
„Geduld! Het zal wel terecht komen! zeidc
la Boschelli glimlachend.
En door haar bemiddeling, alleen daardoor,
was Carmela Minino aangenomen in het bal
let van San Carlo, maar «in de achterste rij,
k 2 lire 50 per avond, met de verplichting, aieh
zelve te voorzien van ondcrklccrcu, schoen
tjes, laarzen, zijden tricots, gazen rokjes, met
dc verplichting goed gekapt le zijn of zich tc
laten kappen door den schouwburgkapper;
met zooveel verplichtingen, die alle kostbaar
waren, dat er bijna niets overbleef yan haar
2Yx lire per avond. En zelfs /.ói was het ccn
groote genade, wnnl bij San Carlo wilden ze
geen lcelijkc danseressen hebben, zelfs niet in
de achterste rij, c\\ Carmela danste maar zoo
zoo, cn vooral hel ontbrak haar aan glim
lachende bekoorlijkheid zij dtfnste altijd
met dal zelfde gezicht zonder glans van jeugd,
altijd met die droevige oogen. Met de geringe
verdiensten van haar moeder, met de 25 lire
per maand van Amina Boschetti. sloegen zij
zich er doorheen, totdat „la Boschetti" stierf...
Nu was de mis geëindigd, cn de geestelijke
met zijn helpers besprenkelden het graf,
d. w. z- den steen, met wijwater. En in plaats
van te bidden voor haar die reeds zes jaren
den eeuwigen slaap sliep onder het harde
graniet, dacht Carmela Minino aan den dood
van Amina Boschelli. Zij had haar zien dan
sen, voor 't laatst, in ccn prachtig ballet met
een Egyptisch onderwerp; Dc dochters
van Cheops. Dc éénc dochter van den
Pharao werd voorgesteld door een buitenge
woon. mooie mimespeelslef, lang en welge
vormd, Assunta Mezzanolle^ 4ie later met min
der succes het gewone tooncclspelcn had ge
probeerd; en dc andere dochter, de zuster,
de mededingster, was Amina Boschetti.
Ik weet niet hoeveel avonden, in haar
Oostcrsch gewand, met den gouden Ibis ir. dc
donkere lokken op het voorhoofd, met antieke
juweclen beladen. Amina Boschetti dal ballet
van De dochters van Cheops gedanst
had, of, meer dan gedanst, voorgesteld, ge
speeld als een wettelijk dxama; en ik weet
uief welke geschiedenis van overwinnende om
overwonnen liefde, dc jongste zuster, do
jongFle dochter van Pharao, de danseres, den
dood aandeed. In hel laatste tooncel Verscheen
zij op een godsdienstig feest, schitterend v:ij*
een noodlottige priesterlijke schoonheid, be
laden met goud en kostbare gesteenten, met
een bedwelmden glimlach om de lippen,
met een glans van waanzin in de stra
lende oogen. Zoo begon Amina Boschetti,
dc dochter van Pharao, één harer gods
dienstige dansen mcL een slang, mei eei*
pythische, dang, gewijd aan dc Egyptisch©
goden, een slang die zij zich wond om arme»
en borst, schertsend, spelend met het dier,
luchtig en lichtzinnig den kop doende nade
ren tot haar "gelaat, liet wegwerpend, weer
aanvallend, om zich henen-windend in grillig©
kronkels. Dan werd zij sterker, de toowr-
'machl van den dans, haar haren zwierde los
over dc schouders, zij draaide en draaide als
een waanzinn.ge, als ccn bezclcnc, loM-ii
don kop der slang aanvlijcnd legen b ■.t-
bloote borst zich liet bijten, nccr\i»*l t i< **f,
tc midden van de nigemocne ontzctlin.. Ti*
dat ballet, in dn! laatste tooneel, trad Amina
Boschetti dc perken' te buiten der schoone,
gelukkige, lichtzinnige danseres: zij nam eer*
waarlijk tragische houding aan en maakte op
het publick een dieper en verhevener indruk.
Vier dagen na de sluiting van San Carlb, vier
dagen na de laatste-geestdriftig toegejuichte
voorstelling van de dochters van
Cheops, nog geen dertig jaar oud. in volle
schoonheid, in voHen bloei stierf Amina
Boschetti in haar mooiste paleis, in weinige
minuten, aan _ccn hartaderbreuk. Niemand
Wist dat zij een hartkwaal had; mkschien wiM
zij het zelve alleen.
(Wordt veivol^d-f