BE BALLERINA, „DE EEMLANDER" BINNENLAND JkflONNEMEHTSPRIIS ËJ T,1óa Z' ËE PRIJS DER ADIfERTEHTlEH TWEEDE BLAD FEUILLETON. MATiLDE SERAG. 16e Jaargang, Wo. 206 pa post f 2.00. per «eek (met gratis verzekering tegen ongelukken) f 0.11 shonderiijke nummers f 0Ü5 Wekelijks eb byvocgse) »D» HoUmdschs Huisvrouw (onder re dictie van Thérèse Hoven) pet 3 maanden 50 cent Wekelijks eb bijvoegsel tWtrcManu* per 3 maanden <0 cent. [RSFOORTSCH DAGBLAD Zaterdag 23 Maart ISIS HOOFDREDACTEUR: M,. D. J. VAN SCHAARDENBURG UITGEVERSt VALKHOFF&C, BUREAU: ARNHEMSCHE POORTWAL, hok uiaeCHTseHesra. INTERCOMM. TELEFOONNUMMER 513 'OSOt I elke tegel meei f 0.30^ diensl-anbledingen 1-3 regels f 0J0. groutc lt::cr« naar r Jtsrulmte. Voor handel en bedrljl bct.ua teer v..„rdeelige bepalingen tot het herhaald advet» teeren In dit Blad, bij abonnement Eene circulaire, bevallende de voorwaarden, wordi or> «jnvruf toegezonden. De Staatscourant van 22 Maart bevat o.a. de volgende Kon. besluiten benoemd tot secretaris van het hoöldcom- missariaot en legercommissariaat van het Nederlandsche Roode Kruis jhr. L. A. van Loon, lid der Provinciale Staten van Utrecht; tot collecteur der Staatsloterij le Rotter dam C. E. J. M. Boelen, thans te Helder; idem te Ti el W. C. H. Machen, adjunct-com mies bij de Rijksverzekeringsbank, wonende te Nieuwer-Amstel; tot collectrices te Rotter dam mevr. de wed. H. M. Hiiman van Vee- nendaalgeb. Marchand te Rotterdam, mevT. de wed. H. Spiekman—Hommes, te Rotterdam, mevr. de wed. J. H. v. d. Dusse— geb. v. d. Bey, thanse idem te Tiel en mej. E. Canneel, te 's Gravenhage; tot collectrice te Den Helder mevr. de wed. J. H. van Sloo- ten geboren Mekking, te Leeuw.arden. v De Rijkskanselier bij onzen gezant. De- Berlijnsche correspondent van de N. O. seint Öp 16 Maart hebben de heer en mevrouw Gevers een déjeuner gegeven. Onder het twintigtal gasten bevonden zich o.a. de Rijkskanselier, graaf Hertling, met gemalin en dochter, de staatsecretaris van finan ciën, graaf Rödern, en gravin Rödern, de Beiersche gezant, graaf Lerchenfekl, gene raal Friederich en andere beleende persoon lijkheden. Nederland «n de oorlog Dë inbeslagneming van onze vloot. De rede van IjorcB Cecil. De volledige inhoud der rede die de minis ter van blokkade Lord Cecil, in het Lager huis heeft gehouden, luidt ols volgt: Het huis zal het met mij eens zijn, ^daar ben ik zeker van, in het licht der beraad slagingen welke onltyigs over de kwestie der scheepsruimte hebben piaats gehad, dat de Duitsche oorlogsvoering op zee niet alleen direct tegen de vijanden van Duitsch land is gericht, doch tegen de scheepvaart van de geheele wereld, leder land, de neu tralen niet minder dan de oorlogvoerenden, is in mijne verklaring betrokken en inder daad, zooals de feiten duidelijk aantoonen, is iedere natie ten nauwste betrokken bij de resultaten van deze ernstige handelin gen en daaruit volgt, dat naar ons inzicht, d. w. z. naar het inzicht v^n onze regeering en die der geallieerden, het een zeer te be treuren feit is, dat eenige regeering d^eze handelingen van Duitsohland schijnt te heb ben gesteund door niet het ruimste gebruik te maken van de scheepsruimte die aan •haar toebehoorde. Gegeven dit feit, is het ons pogen ge weest om door onderhandelingen en over eenkomsten alles in het werk te stellen om het ruimste gebruik te maken van di( scheepsruimte en om deze politiek te vol voeren onderhandelden wij met Nederland omtrent eene overeenkomst, tot rWeling van een aantal andere aangelegenheden, doch speciaal betreffende het gebruik der Nederlandsche scheepsruimte. Grca 4 Januari kwamen de vertegenwoor digers van Nederland, van ons en van de andere geallieerde receei ingen tol eene overeenstemming, waarvan de inhoud, wat de schepen aangaat, deze was dat de Ne derlanders er in toestemden, dat de Neder landsche schepen zouden worden gechar terd, teneinde voor de doeleinden der ge- attieci(pn te worden gebruikt, met uitzon dering van diegene, welke noodig waren oor de voorziening van de levensbehoeften van Nederland zelf. Een bepaling in de over eenkomst luidde, dat de betrokken schepen Piet zouden vajpn in de z.g. gevaarlijke zóne, dat is de zóne die de Duitsche regee ring zich aanmatigt als zoodanig te om schrijven. De bekrachtiging dezer overeenkomst van de zijde der Nederlandsche regeering on dervond bepaalde moeilijkheden en aanzien lijke vertraging. (Volgt het verhaal, dat ook reeds in de proclamatie van president Wilson is ge geven. Red. U. D.) Cecil vervolgde dan: Ware de overeen komst in werking gesteld in het begin Yan Januari, dan zouden de geallieerde mogend heden in staat zijn geweest ten aanzien van hunne eigen scheepvaart maatregelen te treffen, waardoor zij de Nederlandsche scheepsruimte buiten de gevaarlijke zóne hadden kunnen gebruiken, doch waar sinds dien de Nederlandsche regeering ons zon der antwoord had gelaten, was het na zulk een tijdsverloop duidelijk, dat (vij niet meer in staat waren die •♦'-edelen te treffen om aan de hooge eischen, die onze scheepvaart in dezen tijd van het jaar stelt, tegemoet te komen. Dienten gevolge was de sie- geheel veranderd. Bovendien, na onze ondervinding met den modus vivendi. beseften de geallieerden dat, zelfs indien de overeenkomst bekrachtigd werd, de Duitschers maatregelen zouden nemen, die het onmogelijk zouden maken, dat de overeenkomst werd uitgevoerd, bij voorbeeld ze zouden hunne gevaarlijke zóne kunnen uitbreiden, wat het geheele doel der overeenkomst onbeteekenend zou doen worden. In deze omstandigheden voelden wij ons geroepen de Nederlandsche regee ring mede te deelen dat, aangezien ze niet had toegestemd in de aanvankelijke over eenkomst, wij thans niet in staat waren eenig accoord te treffen, waarbij niet in het gebruik der Nederlandsche scheeps ruimte zou worden voorzien zonder eenige bij-voorwaarde. Doch teneinde het duidelijk te maken, dat wij in geen enkel opzicht wenschten," dat door zulk eene overeenkomst Nederland sche belangen zouden schade lijden, boden wij, in afwijking van alle tot dusver gemaak te overeenkomsten, den waarborg aan, dat indien een Nederlandsch schip door een daad des vijonds tot zinken werd jjebracht in de gevaarlijke zóne, het na het einde van den oorlog zou worden vervangen. Ik durf te zeggen, dat dit een vriendelijk en edelmoedig aanbod was in de gegeven omstandigheden, hoewel de Nederlandsche regeering zichzelf niet in staat voelde eene overeenkomst te treffen dan onder bepaalde voorwaardei), waarvan ééne was, dot geen Nederlandsche schepen zouden worden ge bruikt om oorlogsbenoodigdheden te ver voeren. Het is volkomen duidelijk, dat in het tegenwoordige stadium van den oorlog een schip, dat geen oorlogsbehoeften kan vervoeren, van weinig waarde is voor wie ook; bijna alles is in meerdere of mindere mate oorlogsmateriaal. Daarom veronder stel jk dat het huis het mét mij eens zal zijn, dat het onmogelijk is zulks als een aan nemelijk antwoord van Nederland te be schouwen. In deze omstandigheden hebben de ge allieerde recreeringen gevoeld, dat de eeni ge gedragslijn die voor hen overbleef was om over te gaan tot datgene wat ze be schouwen als te zijn als haar onbetwijfel baar en onbetwistbaar recht van het vorde ren van diensten van elk neutraal schip, dat zich in hunne havens bevindt en krach tens dot recht, hetwelk, naar ik meen, ge noemd wordt met. een technischen term het recht van Angmie", waarbij Lord Cecil uit eenzette, dat alle voorzorgsmaatregelen zul len worden genomen, opdat geen private belangen worden geschonden. Voor zoover wat de Britsche regeering be treft kan ik zonder voorbehoud zeggen, dot de Britsche regeering wenscht van dit recht op zoo voorzichtig mogelijke wijze gebruik te maken en öp de minst nadeelige manier en dat ze voorbereidingen treft om dat ver langen feit te doen worden. Ze zal natuur lijk, indien ze kon, met de eigenaars eene overeenkomst aangaan wat betreft de ter mijnen van betaling" of huur en de waarde der verzekering. Ze zal natuurlijk waarbor gen, dat de scheepsruimte bij het einde des oorlogs aan de betrokken eigenaars zal worden teruggegeven en ieder verloren srhip na den oorlog binnen den kortst mo gelijken tijd door een ander vervangen. Verder zal worden gezorgd voor repatriee- ring der bemanningen, die met de meeste voorkomendheid zullen worden behandeld. Verder moet de Britsche regeering na tuurlijk een vaarborg ,qeven, dat alle Ne derlandsche schepen, die na dezen datum een Nederlandsche haven verlaten, niet in dienst der geallieerden zullen overgaan dan bij overeenkomst. Anders zouden Neder landsche schepen, die uitreizen, onderhevig zijn aan requisitie. De regeering is bereid nog eene andere belofte te doen. Er is te harer kennis ge komen, dat er ten gevolge van de omstan digheden, groot gebrek aan tarwe is, en zij heeft met goedkeuring van de regeering der Vereenigde Staten en andere geallieer den beloofd, dat 50,000 ton tarwe, of een daarmede overeenkomende hoeveelheid bloem, zoo spoedig mogelijk ter. beschik king van Nederland gesteld zullen worden in een Noord-Ameriksansche haven, en nog 50,000 in een Zuid-Amerikaansche. En men hoopt, dat de Nederlandsche regee ring onmiddellijk ven de schepen, die in Nederland zijn gebleven, er zooveel zal uit zenden als noodig zijn, om dit koren over té brengen. Natuurlijk zullen de geassoci eerde regeeringen zorgen, dat deze schepen, voor zoover dat in haar macht staat, gevrij waard worden voor vertraging en zullen hun allerlei faciliteiten worden verleend. Ik verklaarde zooeven, dat deze schepen kwestie een deel zal uitmaken van de aï- gemeene overeenkomst. En voor zoover ons en onzen bondgenooten betreft zijn wij be reid voortgang to n>oko.r\ met deze- overeen komst, die natuurlijk voorziet in de nood zakelijke voorraden voor Nederland en den ruil van goederen uit Holland. Ten slotte zijn wij bereid te zeggen dat, hoewel wij gelooven, dat het aantal Nederlandsche schepen, dat zich thans in Nederlandsche havens in Nederland of in de Nederland sche koloniën bevindt, toereikend is voor de Nederlandsche doeleinden, wij toch, in dien het blijken mocht, dat dit niet het ge val is, schikkingen zullen treffen, om in' afle Nederlandsche behoefte te voorzien. Ik vermeld dit alles slechts om aan het Huis te bewijzen, dat, wanneer ik zeg, dat de geallieerde regeeringen in deze zaak er zorg vuldig naar streven om aan de Nederland sche regeering in alle opzichten tegemoet te komen, dit niet is bij wijze van spreken, maar een werkelijke verklaring van de be doelingen, die de regecring bedoelt uit te voeren. Enkele afgevaardigden stelden hierop vragen, die Lord Cecil beantwoordde. Reuter seint ons uit Washington De kapiteins van de in beslag genomen schepen hebben over het algemeen dezelfde houding aangenomen. Zij vestigden de aan dacht -van de marineofficieren, die heï be slag legden, dat ze in het journaal verklaar den slechts onder protest hun commando neer te leggen. Dat is een individueel op treden hunnerzijds geweest. De inbeslag neming had zonder incidenten plaats. Het Groot Nederl. Persbureau zendt ons de volgende mededeeling: „Vlet Bestuur van den Dietschcn Bond, kennis genomen hebbende vur. het wederrechtelijk optreden der geas socieerde mogendheclgn tegen liet Hol- landsche Volk, overwegende dat hierdoor de politie ke en economische vrijheid van Holland erenstig wordt aangetast, overwegende, dat een vrij en fier Holland onmisbare levensvoorwaarde is voor 'het geheele Hollandsche, Vloamschc en Zuid-Afrikaansche Dietsche volksbestaan, geeft uiting aan de verontwaardiging, die in Holland, Vlaanderen en Zuid- Afrika door dit optreden is gewekt en spreekt het vertrouwen uit, dat de Hollandsche Regeering en Volksverte genwoordiging alles zullen doen, om in deze de nationale waardigheid en den alouden eerbied voor den Dietschcn naam te handhaven. Het Bestuur van den Dietschcn Bond stelt zich voor een metalen palmtak te leggen op het graf van Admiraal Michiel Adriannsz. do Ruyter, ter hudiging en herdenking van oen der beste vertegenwoordigers van den Ne- derlandschen geest. Zij, die hunne gevoe lens wenschen te uiten door onn deze her denking deel te qemen, kunnen hunne bij- drogen zenden aan het secretariaat van den Dietschen Bond, Achter St. Pieter 13, Utrecht. De gages der bemanningen. Naar vernomen wordt, heeft de' Scheep- vaartvereeniging ih verbond met het door de reeders genomen besluit aan de Vereeni- ging van Nederlandsche gezagvoerders en stuurlieden ter koopvaardij medegedeeld, dat zij de betaling der z.g.n. „maandceelen" na dc bekendmaking van de inbeslagneming der schepen heeft stopgezet. Hierdoor zal aan de vrouwen der in Ame rika vertoevende bemanningen geen uitkeé- ringen meer worden gedaan. Scheepvaart met Duitsoliluud. Alle Nederlandsche schepen, welke bij Spijk-Lobith logen, zijn naar Millingen afge varen. Woensdag zijn uit Duitschland eenige booten van 1000 ton den Rijn afgekomen. Gistermiddag is le Hansweert bericht ont vangen, dot do Duitsche schepen de grens naar België mogen passeeren. :lïe steenkolen-aanvoert. Het Hbld. verneemt van Duitsche zijde, dat het vrijwgl zeker is, dat 31 Maart a.s. dc aan voer van kolen uit Duitschland zal worden ge staakt, omdat dc bestaunde economische over eenkomst slechts tot dien datum van kracht is en daar dc onderhandelingen over een nieuwe overeenkomst nog niet zijn begonnen. Gastoevoer afgesneden. De gemeente Haarlem heeft den gastoevoer voor de geheele gemeente Velsen afgesne den, op grond dat het te leveren maximum is bereikt. De tussrhenkomst der regeering is ingeroepen. D e a s le i d e r d e r A- R p a r t ij? In „De Standaard" van 1.1. Woensdag komt een artikel voor onder het opschrift „Iden- burg", dat blijkbaar ten doel heeft den ge noemden politicus tot a.s. leider der anti revolutionaire partij aan te wijzen. „Hcc meer ons Anti-Revolutionaire volle zich de kans geopend ziet, om zijn geestelijk en politiek bedoelen in het toejuichen van een met name te noemen staatsman te be lichamen zoo wordt in dit artikel geschre ven des te duidelijker blijkt thans uit heel het land, hoe Idenburg aller lieveling is. Er moge een heel enkel district zijn waar men hem meed, maar als ge op de kaart de politieke actie in alle streken van het land met nauwkeurigheid volgt en u afvraagt, op wat naam men zich zoo goed als van allen kont vereenigd hecfl, dan blijft er zelfs gaen zweem van twijfel over en wijst een ieder ols met opgeheven hand en met fonkelend oog op den indrukuekkenden staatsman, oio vooral als Gouverneur-Generaal van onzen Archipel tot in 't buitenland zoo goeden naam mankte. Hiervoor kunnen wij niet dankbaar genoeg zijn. En zulks te meer, omdat hefc in politieker* zin goud waard is, zoo in heel onze partij de sympathie, niet alleen persoonlijk, maar ook met het oog op onze toekomst als histori sche partij^ zich allengs op één algemeen geëerd on geliefd man mag samentrekken. En dit hier vooral om Idenburg's steeds zoo beslist en nimmer weifelend uitkomen voor zijn religieus uitgonespunt. Bij andere staatslieden, wier qualiteiten niemand onderschatten zal, vindt'gc ook wel een tenslotte met het religie-beginsel daad werkelijk meegaan, moor wat bij Jdenburg zoo warm aandoet en hem op alle ftnvein met ieders sympathie verrijkt, is het door niemond betwiste of ook maar betwijfelde feit, dat de wjarrne en bezielende religieuze opvatting bij hen\ steeds op den voorgrond treedt. En hierin nu ligt daarom voor geheel on ze partij een zoo moedgevend verschijnsel, omdat niet allee* in onze partij, maar in heel het lund, ieder serieus denker er uit zien kan, hoe de Anti-Revolutionaire Partij nog steeds onveranderlijk aan haar machtig uitgangspunt vasthoudt en zich van lu t Sol» Deo Gloria" niet Iaat vervreemden. UIT OFN OMTREK CnltuareoimuisHlc•prov- litreclit. De Cultuurcommissie brengt onder de aandacht de destijds in de door de landbou wers gelezen bladen, gepubliceerde Ministe- rieele beschikking, betreffende de z.g. s n ü- rogge, enz., welke aldus luidde: „De Minister van Landbouw, enz. hoeft goedgevonden te bepalen dat alle handelingen, die er toe leiden, dat de te velde staande rogge voor een onder doel wordt gebruikt don voor menscholijk voedsel en met name het maaien van groene ro8ger tarwe en gerst en het gebruiken van deze als veevoeder verboden is, uitgezon derd in die gevallen, waarvoor destijds eer* schriftelijke vergunning werd verleend." Aan deze beschikking werd zoo juist nog toegevoegd het verbod van maaien voi^ groene of onrijpe haver vóór veevoeder. De Cultuurcommissie roept de medewer king in, om, naar aanleiding \^an het boven staande te helpen voorkomen, dat daartoe niet gerechtigde landbouwers toch hunne rogge, enz. afmaaien. Alhoewel zekerlijk een procesverbaal zoude volgen, is hier mede de verminderde voedselproductie niet hersteld. De Cultuurcommissie spoort do landbouwers ten zeerste aan, in deze, der* nood der tijden en het volksbelang tocK vooral niet uit het oog te verliezen, en ook in dit geval het hunne er toe bij te dragen, ons land te bewaren voer een hongersnood. Indien niettemin overtredingen of.tegen werking mochten voorkomen, gelieve mer* bericht aan de Cultuurcommissie te zenden, waarvan secretaris is de .heer Bégram var" Eeten, Prins Hendriklaan 20, te Zeist. Wie zich zijn eigen kinderjaren niet meer herinnert, is een slecht opvoeder. Uil het Italiaansclr door Anna Polak. 0 Zij bezat villa's to Portici en te Posil- lipo, paleizen te Napels, prachtige meubelen, de rijkste equipages, Icleedercn en cdclgesieen- ten, een vorstin waardig: cn haar blijde onna denkende jeugd lachte er om; cn zij gaf voor dat alles in ruil' de pocsie van haar schoon heid, de poesie van baar dans, lachend tegen de visioenen van genot cn van liefde. Zoo had, in haar kinderjaren Carmelo Minino haai' ge zien. bewonderd, lief gehad, alsof Amina Boschetti een soort van bovci^ardsch wezen was; zoo had het arme kind vfui de iricotver- stelster, de dochter van Bettina Minino, haar oogen vol trillende, vrome bewondering ge vestigd op die fee van den dans. Al die toejui chingen, al die verrukking, al die juweelcn, al dat goud dat de menschen de betooverende danseres toewierpen, scheen het kleine onbe duidende danseresje niet anders toe dan een natuurlijke, rechtmatige schatting, die bet publiek verschuldigd was aan haar verleide lijke afgod. 9 De doodonmis was bijna geëbvdigd terwijl luide de Latijnscbe gebedawaowkii yair den geestelijke weerklonken onder het granieten" gewelf van den EgvptiSchen tempel. Maar Car melo Minino die toch een vrome, nederige Christin was, dacht cr nog niet over om tc bidden voor de ziel van haar peettante. Thans zag zij in haar herinnering hoe dc sehoonc danseres in haar armelijk leven was getreden, liaar leven zoo vol duisternis, droefheid cn ellende! Zij ;ag in haar herinnering hoe zij éénmaal, tweemalen?" gebracht was naar het groote paleis waar Amina Boschetti leefde te- mie 'Iin van weelde cn kunstvoorwerpen; en in d.e frissclie, vriendelijke villa tc Portici, gelden lusschen tuinen cn dc zee. Ha*r moeder, de tricol vers teister, had ge wélkt yoor „la Boschelli" toen deze nog ccn eenvoudig da.t-cresjc was van de vierde rij, cn later, i*n het 'danseresje een schitterende ster was .-worden, ging de arme naaister, die hel uil gebrek aan wérk zeer armoedig had, do oude tricots haleu. die „la Boschetti" weg- goo« K. de roze satijnen schoentjes die „la BoscheKi" slechts één avond droeg, cn van die geschenken, van gcenerlei waarde voor de milde groote kunstenares, had Bettina Minino een kleinen handel opgezet. C arm el a Minino was toen tien jaar,- had twee groole zwarte oogen en mooie zwarte haren, en men kon niet welen dal zij later zoo Icelijk zou worden, alleen haar mooie oogen en mooie haren behoudend. Van lijd tol tijd verscheen Amina Boschetti in het kamei* tje waar Carmela in ccn hoekje zat gedóken, en liefkoosde haar vluchtig, terwijl ze voor bijging in haar ruime wit wollen gewaden die wel iets van het Gricksche peplum hadden cn waarboven het verleidelijke -kopje uitstak. „Laat haar dansen, laat haar dansen", ried „la Boschetti", als de'oude tricolverstelslcr haw al zuchtende over haar dochter *prak. „En als zc Icelijk wordt, mevrouw?*' „Laten wij hopen van neen." „En als zc naar lichaam cn ziel verdorven wordt aan het theater?" „Kom, die worden wel weer heel," antwoord de „la Boschetti" lachende. Daarmee was dc zaak niet afgedaan, want „la Bosch' iti" gaf gedurende verscheidene jaren 25 lire per maand aan Bettina Minino, om haar dochter daarvan dansen tc laten lecren. Helaas! de'kleine Carmela ontbrak het aan bevalligheid, brio, luchtigheid'..bij liet dan sen: zij deed trouw haar best, vermoeide zich ontzaglijk, was gehoorzaam, onderwierp zich aan de aanmerkingen van den meester, spande zich in zooveel zij kou, maar slaagde cV niet in, de voor een balletdanseres onontbeerlijke eigenschappen machtig lc yworden. Daarbij, tegen haar zestiende jaar werd zij lcclijker in plaats van bloeiend, zooals andere jonge meisjes Haar teint werd donker cn hard,'dc trekken werden scherp bij jukbeen cii kin; de lippen verbleekten. Misschien at zij tc weinig; misschien -danste zij te veel; misschien kwam zij lc kort aan lucht en licht, in die kamer van de „vico Pnradiso'V In elk geval, haar jeugd had geen bekoring, behalve liaar mooie oogen, een weinig -droevig maar toch fier, waarop trouwens de leclijkste Napolitaansche vrouwen kunnen bogen, en haar mooie haren die ook in Napels bijna algemeen voork^^en. „Mijn lieve mevrouwtje, ze is leelijk, zc is leclijk," zeide telkens weer Bettina Minino jammerend tegen haar weldoenster. „Geduld! Het zal wel terecht komen! zeidc la Boschelli glimlachend. En door haar bemiddeling, alleen daardoor, was Carmela Minino aangenomen in het bal let van San Carlo, maar «in de achterste rij, k 2 lire 50 per avond, met de verplichting, aieh zelve te voorzien van ondcrklccrcu, schoen tjes, laarzen, zijden tricots, gazen rokjes, met dc verplichting goed gekapt le zijn of zich tc laten kappen door den schouwburgkapper; met zooveel verplichtingen, die alle kostbaar waren, dat er bijna niets overbleef yan haar 2Yx lire per avond. En zelfs /.ói was het ccn groote genade, wnnl bij San Carlo wilden ze geen lcelijkc danseressen hebben, zelfs niet in de achterste rij, c\\ Carmela danste maar zoo zoo, cn vooral hel ontbrak haar aan glim lachende bekoorlijkheid zij dtfnste altijd met dal zelfde gezicht zonder glans van jeugd, altijd met die droevige oogen. Met de geringe verdiensten van haar moeder, met de 25 lire per maand van Amina Boschetti. sloegen zij zich er doorheen, totdat „la Boschetti" stierf... Nu was de mis geëindigd, cn de geestelijke met zijn helpers besprenkelden het graf, d. w. z- den steen, met wijwater. En in plaats van te bidden voor haar die reeds zes jaren den eeuwigen slaap sliep onder het harde graniet, dacht Carmela Minino aan den dood van Amina Boschelli. Zij had haar zien dan sen, voor 't laatst, in ccn prachtig ballet met een Egyptisch onderwerp; Dc dochters van Cheops. Dc éénc dochter van den Pharao werd voorgesteld door een buitenge woon. mooie mimespeelslef, lang en welge vormd, Assunta Mezzanolle^ 4ie later met min der succes het gewone tooncclspelcn had ge probeerd; en dc andere dochter, de zuster, de mededingster, was Amina Boschetti. Ik weet niet hoeveel avonden, in haar Oostcrsch gewand, met den gouden Ibis ir. dc donkere lokken op het voorhoofd, met antieke juweclen beladen. Amina Boschetti dal ballet van De dochters van Cheops gedanst had, of, meer dan gedanst, voorgesteld, ge speeld als een wettelijk dxama; en ik weet uief welke geschiedenis van overwinnende om overwonnen liefde, dc jongste zuster, do jongFle dochter van Pharao, de danseres, den dood aandeed. In hel laatste tooncel Verscheen zij op een godsdienstig feest, schitterend v:ij* een noodlottige priesterlijke schoonheid, be laden met goud en kostbare gesteenten, met een bedwelmden glimlach om de lippen, met een glans van waanzin in de stra lende oogen. Zoo begon Amina Boschetti, dc dochter van Pharao, één harer gods dienstige dansen mcL een slang, mei eei* pythische, dang, gewijd aan dc Egyptisch© goden, een slang die zij zich wond om arme» en borst, schertsend, spelend met het dier, luchtig en lichtzinnig den kop doende nade ren tot haar "gelaat, liet wegwerpend, weer aanvallend, om zich henen-windend in grillig© kronkels. Dan werd zij sterker, de toowr- 'machl van den dans, haar haren zwierde los over dc schouders, zij draaide en draaide als een waanzinn.ge, als ccn bezclcnc, loM-ii don kop der slang aanvlijcnd legen b ■.t- bloote borst zich liet bijten, nccr\i»*l t i< **f, tc midden van de nigemocne ontzctlin.. Ti* dat ballet, in dn! laatste tooneel, trad Amina Boschetti dc perken' te buiten der schoone, gelukkige, lichtzinnige danseres: zij nam eer* waarlijk tragische houding aan en maakte op het publick een dieper en verhevener indruk. Vier dagen na de sluiting van San Carlb, vier dagen na de laatste-geestdriftig toegejuichte voorstelling van de dochters van Cheops, nog geen dertig jaar oud. in volle schoonheid, in voHen bloei stierf Amina Boschetti in haar mooiste paleis, in weinige minuten, aan _ccn hartaderbreuk. Niemand Wist dat zij een hartkwaal had; mkschien wiM zij het zelve alleen. (Wordt veivol^d-f

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1918 | | pagina 5