„DE EEMLANDER"
BINNENLAND
HONMMEHTSPRUS Ei Z 5
PRIJS DER «OVEIITEHIlEll
EERSTE BLAD
"BUITENLAND r
KOLONIËN.
18e Jaargang, No. 216
pd poll f 2.00. pei week lm« grati, vtnekering
tegca ongelukken) f 0.14. «konderltjke nummer»
0Ü5. OPekeUlksch bljTOeRsel »D« HolhniUcht
Hutsmuv* (ondet rtdictle **n ThWie Hoven)
pa 3 mauden 50 cent WekeUlkieb bfivocgitl
»7»r»ldr(vu<« per 3 maanden 60 cent
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
Zaterdag 6 April 1918
HOOFDREDACTEUR: M«. D. J. VAN SCHAARDENBURG
UlTOEVERSi VALKHOFF C.
BUREAU: ARNHEMSCHE POORTWAL, hoek utacohtsckotii.
INTERCOMM. TELEFOONNUMMER 513
~i regtla f 0.80.
elke regel meer 0 20^
dienitaanbledingen 1—5 regel» f 0J0. groote leftei»
naar plaatsruimte Voor handel en bedrijf bestaan
zeer voordeellge bepalingen tot het herhaald advejv
teeren (n dit Blad, b(| abonnement Eenc circulaire,
bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Onze Politieke Partijen. XII.
De Unie Liberale. D.
De twee politieke partijen welke elkaar
Ret naast staan, zijn wel de Unie-Lib. en de
.Vrijz.-Democraten. Het zou moeielijk zijn
ïhans nog 'n bepaalde scheidingslijn tus
schen deze beide groepen te trekken. Hun
programma's behelzen feitelijk hetzelfde, en
het dezer dagen gepubliceerde n.l. het pro
gram van actie bevat evenmin iets speci
fieker Unie-Liberaals, of het moest zijn het
meer voorzichtige in uitdrukking en woord
keuze, hetgeen intusschen niet belette om
thans ook het Alg. Vrouwenkiesrecht te
aanvaarden. Het eenige onderscheid be
staat misschien slechts tusschen de leden
Individueel; vele der bij de Lib.-Unie aan
geslotenen ziin persoonlijk minder vooruit-
Strevend dan de meerderheid der leden van
den Vrijz. Dem. Bond en menigeen hunner
is 'n verdwaalde vrij-liberaal. Maar aan den
anderen kant is veler lidmaatschap van de
eene of de andere groep te verklaren uit
voorkeur voor of sympathie tegen de per
soon van eenige der resp. leiders.
Historisch is de splitsing wel verklaarbaar.
De Vrijz. Dem. hebben zich in 1901 van de
Lrb. Unie afgescheiden omdat zij toen reeds
het Algemeen Kiesrecht urgent achtten en
de Lib. Unie de urgentie nog niet erkende.
Nu dit geschilpunt uit den weg geruimd is
en het alg. kiesrecht niet alleen door beiden
aanvaard doch zelfs reeds in de grondwets
herziening vastgelegd is, zou men kunnen
denken dat alle reden tot verdere scheiding
vervallen was.
Toch is dit niet het geval. De Unie-Lib. en
de Vrijz. Dem. bezien de politiek van twee
erlei standpunt.
De Lib.-Unie de naam zegt het reeds
f— wil de vereenigingspartij zijn van alle
vrijzinnigen, 'n groote partij welke vóór alles
moet trachten de vrijzinnige beginselen in
toepassing te brengen.
Men verwijt haar vaak opportunisme;
maar dat zou het eerste niet zijn, want op
portunisme is iets waar ten slotte niemand in
de samenleving buiten kan. 'n Partij welke
overtuigd is van de heilzaamheid harer be
ginselen moet er in de eerste plaats naar
streven haar program ten uitvoer te bren
gen; en dat kan zij alleen door die punten
naar voren te schuiven welke de meeste
kans van slagen hebben. In praktijk zal ten
slotte elke partij dat doen; want 'n partij
kan slechts dan zich in haar isolement op
sluiten, of wanneer zij reden heeft spoedig
met eigen krachten 'n meerderheid te ver
werven en dus zonder opportunistische tak-
tiek zelf in de gelegenheid zal zijn haar pro
gram te verwezenlijken, of wanneer zij de
verantwoordelijkheid voor de regeering niet
aandurft en dus meer in afbreken dan op-
..ar kracht zoekt.
Toch moet de Lib. Unie 'n mislukking
heeten in zoover zij er niet in geslaagd is
de vereenigingspartij van alle vrijzinnigen
te worden, terwijl de kans dat zij daarin als
nog slagen zal met den dag geringer wordt.
Nof-S 'e vrije ]jb noch de vrijz. dem. ma-
k Jok maar eenige aanstalten om zich in
de armen der Lib. Unie te werpen. Zelfs
de Concentratie, welke in 1913.de eerste
schrede in de gewenschte richting scheen
te zijn, is thans na bereiking van het doel
niet meer voortgezet, kon niet meer voort-
gezet worden daar n.l. de beide stroomingen
verder dan ooit uiteen gegaan zijn. IJdel is
alle hoop op 'n mogelijke unie.
Onder het nieuwe stelsel van Bvenr. Ver
tegenwoordiging zouden wij het bestaan
van één groote vereenigingspartij zelfs 'n
gevaar voor de vrijzinnige partij achten. Het
lijdt immers geen twijfel of de beide uiter
ste elementen zouden zich in zulk 'n partij
niet geheel thuis gevoelen. En de aan de
uiterste elementen grenzende groepen, wel
ke wel voor de candidaten van de rechter-
of linkervleugel te vinden zijn, zouden met
'n gemengde lijst.van vrijz.lib. tot vrijz.-dem.
stellig niet meegaan en dus hun stem geven
aan de tegenstanders, de meer democrati
sche kiezers aan de S. D. A. P., de meer
conservatieve aan de coalitie. Dat zou aan
.weerszijden 'n verlies van tien duizenden
stemmen voor de vrijzinnige zaak beduiden.
En daar voortaan het getal uitgebrachte
stemmen ook het aantal afgevaardigden aan
wijst, zou numerieke verzwakking van de
vrijz. fractie het onvermijdelijk gevolg zijn.
'n Vèreenigingspartij ware dus voorloopig
uit den booze. En tegen voortzetting van de
Concentratie bestaat hetzelfde tactische be
zwaar afgezien nog van andere overwe
gingen, zoo bijv. de grove onbillijkheid, dat
volgens het nieuwe stelsel tegen den waar-
schijnlijken wil van den kiezer overdracht
van zijn stem op 'n gansch andersgezinden
candidaat menigmaal zou plaats vinden.
Maar dan wordt meteen de bestaansreden
van 'n vrijzinnige unie-partij, welke slechts
in naam doch niet inderdaad 'n unie kan
worden, meer dan twijfelachtig; vooral als
haar program zich principieel niet van dat
"der vrijz. dem.-groep onderscheidt en vele
barer voormannen zich bij voorkeur vrijzin
nige democraten noemen.
Wel kan de Lib. Unie nog dienst doen ter
wille van diegenen, die tusschen de beide
vrijzinnige groepen, democraten en libera
len, geen keur kunnen of durven doen, wei-
felmoedigen dus of onverschilligen en ge-
nuikzuchtigen, maar mag 'a politiek© par
tij op die elementen bouwen? alsmede ter
wille van utopisten die, tegen alle ervarin
gen en verschijnselen in, nog steeds de illu
sie van 'n hereeniging der beide groepen
koesteren. Deze unie-lib. maken den indruk
van bruiloftsgasten die zich verzameld heb
ben tes viering van 'n huwelijk; ongelukkb
genvijze denken de partijen zelf die het
slachtoffer van dat huwelijk zouden zijn, er
geen oogenblik aan om die verbintenis aan
te gaan wijl zij te goed weten dat zij niet
bij elkaar passen. Niettemin geven de gas
ten de hoop niet op, zij zouden het zoo'n
mooi spannetje vinden en zij blijven dus
maar bijeen, ook al omdat zij noch voor de
bruid noch voor den bruigom partij willen
kiezen. Lang zal dat samenzijn echter niet
kunnen duren, daarvoor zijn de sympathieën
der gasten te verschillend, de een voelt
meer voor de bruid en de ander voor den
bruigom. En dat kan men niet voortdurend
onder stoelen en banken steken. De secr.
van het gezelschap, de heer Roódhuijzen,
heeft het voorbeeld reeds gegeven .en is in
arren moede heengegaan. En de verstandig-
sten zullen hem wel spoedig volgen.
De grootste helft der Unie-Liberalen be
hoort in den Vrijz.-Dem. Bond thuis, de an
deren zouden den Bond van Vrije Lib. zeer
kunnen versterken. De tegenwoordige in
deeling geeft 'n onzuiveren toestand, sticht
verwarring onder de kiezers en strekt tot na
deel der vrijzinnige zaak.
Weest- liberaal of democraat, maar zoekt
geen "water-en-melk mengsel!
Politiek Overzicht
De wereldstrijd in het
westen.
Om eene vergelijking te maken tusschen
den strijd aan het westelijke front, die den
21 en Maart is begonnen, en de worstelin
gen, die zich vroeger daar hebben afge
speeld, moet men twee jaren teruggaan. Het
jaar 1917 kan daarvoor niet dienen. Wel is
er toen bijna het geheele jaar door strijd
geweest. Herhaalde malen hebben de En
tente-legers getracht door de Duitsche liniën
te breken. Maar telkens werd de aanval op
het Duitsche front reeds in het begin gestuit.
Om een voorbeeld te vinden van een strijd,
die, zooals de nu gevoerde, vele dagen en
nachten achtereen heeft gewoed, moet men
teruggrijpen tot 1916. In het officieele En-
gelsche bericht van 11 Juli 1916, toen de
strijd, dien men gewoon is te noemen den
Sommeslag, tien dagen had geduurd, staat
vermeld
„Na tien dagen en tien nachten onophou
delijke gevechten hebben onze troepen de
methodische verovering van het geheele
samenstel der vijandelijke verdedigingswer
ken op een front van 13 KM. voltooid. Deze
verdedigingswerken omvatten een volledig
systeem van talrijke loopgraven der eerste
linie met ondersteunings- en reserve-loop
graven. De diepte van de veroverde linie
wisselde af tusschen 2 en 4 Kilometers en
zij omsloot vijf dorpen, die bijzonder zwaar
versterkt waren. Buit gemaakt werden 26
stukken veldgeschut, een machinekanon,
een afweerkanon voor vliegtuigen, een zwa
re miinenwerper en in 't geheel 7500 ge
vangenen."
Dit was de uitkomst van den Sommeslag,
die destijds genoemd werd de grootste en
gewichtigste militaire operatie, welke nog
was voorgekomen. Nu hebben wij op het
zelfde strijdtooneel een nieuw offensief ge
had, maar in omgekeerde richting; de Duit-
schers waren ditmaal de aanvallers en de
Ententelegers hadden zich tegen den aanval
te verweren. De strijd heeft dezen keer iets
langer geduurd, maar wanneer men in aan
merking neemt, dat hij merkbaar afnemende
was, voordat op 2 April de korte pauze in
trad, die nu reeds v/eer door nieuwen strijd
is vervangen, dan heeft men toch vergelijk
bare grootheden. Wat geven nu de cijfers
van dit nieuwe offensief te zien? De aanval
is beoonnen op eene frontbreedte van 80
Kilometers, die in den loop van den strijd
nog is uitgebreid. De Entente-legers zijn te
ruggedrongen op vele punten tot 80 Kilo
meters diep. Het aantal veroverde dorpen
is legio. De verliezen van de geslagen legers
zijn, volgens de laatste opgaven, alleen aan
gevangenen 90.000 man, voor het grootste
gedeelte Engelschen. Een groot aantal van
de divisiën hebben zeer hoog© verliezen ge
leden en zijn uit het front genomen moeten
worden om op nieuw te worden samenge
steld. Het verlies, dat de Engelschen gele
den hebben, wordt op meer dan 200.000
man berekend. Het treft twee derden van
de geheele Engelsche legermacht op het
vasteland, 39 van de 62 divisiën, welker
gevechtssterkte vóór het offensief op
600.000 geweren kan worden aangenomen.
Het aantal buit gemaakte stukken is opge
geven als 1300, maar is daarmee niet be
grensd, want er zijn niet bij gerekend de ver
overde kanonnen, die dadelijk in gebruik
genomen werden tegen den vijand en dus
niet naar de verzamelplaatsen werden ge
bracht.
Deze cijfers zijn inderdaad welsprekend;
zij geven een denkbeeld wat de aan de En
tente-legers toegebrachte slag beteekent,
vooral als men er naast stelt de cijfers van
den Sommeslag, die daarbij geheel in het
niet verzinken. Maar men behoeft op deze
cijfers alleen niet af te gaan. Het meest
afdoende bewijs van de zwaarte der Engel
sche verliezen leveren de smeekbeden om
versterkingen te zenden, die Lloyd George
heeft gezonden naar de Britscfre koloniën
en naar Amerika. De in overleg met Ame
rika genomen maatregel om de onvoldoen
de geoefende Amerik38nsche troepen tijde
lijk in het verband van de Fransche en En
gelsche divisiën op te nemen, kan uit een
militair oogpunt slecl.»s van geringe betee-
kenis zijn; de bedoeling daarvan zal meer
zijn de stemming op te beuren.
Kenschetsend voor de gemoedsstemming
van Lloyd George is eene verklaring, die
hij in de eerste dagen van het Duitsche of
fensief aflegde aan e?ne deputatie van den
mijnwerkersbond, dien hij wilde winnen voor
het plan der regeering om 50.000 mijn
werkers bij het leger in te lijven. Men ziet
daaruit hoezeer hij an bange voorgevoe
lens vervuld was; hij zeide: „Ik spreek niet
zonder ontroering, want ik heb zoo juist
berichten gekregen over deze verpletterende
aanvallen tegen ons.'Het doet mij leed, dat
het onder deze omst- ndigheden voor de re
geering onvermijdelijk is een besluit tot uit
voering te brengen, dat zij na rijp beraad
heeft genomen, om bet land voor onheil te
bewaren. Wonneer dit offensief slaagtg kun
nen de Duitschers naar Colais komen, en
het eenige antwoord, dat wij zouden kunnen
geven, zou de verklaring van den mijnwer
kersbond zijn dat hij niet van plan is te
vechten."
In Frankrijk is d stemming niet beter.
Daarvan getuigt de - >merking van een par
lementairen correspondent: „Als de afge
vaardigden in de wandelgangen van de
Kamer zich in groepen onderhouden, leggen
zij een ernstig optimisme aan den dag. Wan
neer men hen echter ieder afzonderlijk
spreekt, dan zijn z i allen verschrikkelijke
pessimisten."
Do oorlog.
Na twee dagén van betrekkelijke rust is
de zware strijd in het westen hervat. Als uit
komst van den eersten dag van het tweede
gedeelte van den grooten veldslag hebben
de Duitschers aan weerszijde van Moreuil
den tegenstander uit zijne stellingen gewor
pen. Tusschen de Somme en de Luce zijn
Hamel en de bosschen NO. en ZO. van
Bretonneux genomen en op den westelijken
oeyer van de Avre Castel en Mailly.
Van de tegenzijde wordt er op gewezen,
dat het doel van den rijend, de spoorweg
AmiensClermont. niet is bereikt.
In Palestina zijf.1 Duitsche versterkingen
gezonden naar de Turksche strijdmacht. De
uitwerking ziet men in het verloop van de
laatste striiddagen, waarin de Engelschen
beoosten den Jordaon op die rivier zijn te
ruggeworpen.
In de Ukraine is Jekaterinoslaw door Duit
sche troepen bezet.
Wanneer graaf Czerriin was doorgegaan in
den trant, waarin Ciemenceau is begonnen,
dan zou hij op het woord: „Czernin liegt"
geantwoord hebben: „Een van. ons beiden
liegt, maar ik beft het niet". Maar dat heeft
hij niet gedaan; hij heeft de namen bekend
gemaakt van de mannen, die als vertrou
wensmannen van hem en van Ciemenceau
eenige weken vóór het begin van het laatste
offensief in het westen de besprekingen,
waarop hij doelde, hebben gevoerd, en tijd
en plaats van die besprekingen aangegeven.
Ciemenceau zal nu niet meer kunnen vol
staan met eenvoudig den ander voor een
leugenaar uit te maken, maar zal op zijne
beurt met feiten moeten aankomen. Ten
minste als hij dat kan.
Warschau, 5 April. (WB.) Het
Poolsche kabinet is in de volgende samen
stelling gevormd:
President van financiën Sterzkowski, bin-
nenlandsche zaken Stocki, onderwijs Svin-
kowski, arbeidersbescherming ©n sociale
zorg Chodeko, landbouw Dzierzbicki, justitie
Rigersberger, staatsdepartement prins Ja-
nusz Radziwill. Het ambt van minister van
handel en bedrijf zal eerstdaags bezet wor
den.
Wasa, 3 April. (W. B.) Bij Tammer-
fors begon heden morgen om half drie hevig
artillerievuur en om drie uur de aanval.
Daarna drongen de stormcolonnes van de
witte garde van het zuiden en noordoosten
in de stad. De vijand bood wanhopigen te
genstand in versterkte stellingen, huizen en
fabrieken. De witte troepen nemen het ge
heele oostelijke gedeelte van de stad tot
aan de rivier. De vijand verschanst zich in
het westelijk gedeelte.
De buit is een Iokomotief, verscheidene
honderden wagons voorraden en omstreeks
1000 gevangenen. Pogingen tol het ver-
leenen van hulp uit het zuiden werden afge
slagen; daarbij werd een vijandelijke trein-
colonne genomen.
Kopenhagen, 5 April. (W. B.) Êen
bijzondere verslaggever van het Deensche
blad Politiken seint van de Alands-eilanden,
dat de geheele mannelijke bevolking van
deze eilanden onder de wapenen is geroe
pyen. De talrijke Finsche vluchtelingen ho
pen, dat de orde in hun land spoedig zal zijn
hersteld. In de Zuid-Finsche steden is de toe
stand dragelijk; daar worden de onrustige
elementen in toom gehouden, doch op het
land ziet het er minder goed uit. Helsingfors
moet stevig in het bezit zijn van de Roode
Garden en er worden minstens 2 divisiën
noodig geoordeeld om de stad te nemen»
New-York, 5 p r i (R Wilson zal
morgen den veld toch: voor de derde „vrij-
heids'-leening openen met eene rede in Bal-
timore.
Verspreide Berichten
KansasCity (M issour i), 5 A p r i 1.
26 gebouwen, drie blokken van de'stadsbe-
bouwing beslaande, zijn verbrand. Het ver
lies wordt op 7 millioen dollars geschat. De
gebouwen waren meerendeels in gebruik bij
fabrikanten en groothandelaars.
Ooit-lndl6.
Directeur Plantentuin.
Tot directeur van 's Rijks Plantentuin is
benoemd dr. Van Leeuwen.
De leveiisuiiddelennood.
Uit Batavia wordt geseind:
Melk in bussen wordt alleen gedistribueerd
voor zieken.
Voorgesteld wordt vermindering van de
tabaksaanplantingcn, om meer terrein voor
het kweeken van voedingsmiddelen te ver
krijgen.
-£-NDc Staatscourant van 5 April bevat o. a.
de volgende Kon. besluiten:
bepaald, dat de bij Kon. besluiten van G
Januari 1017 en 22 Januari 1917 respectieve
lijk in de commission voor den havenarbeid
te Rotterdam en Amsterdam benoemde voor
zitters, plaatsvervangende voorzitters, pa-
troonsleden, plaatsvervangende patroonsleden,
werklieden-leden en plaatsvervangende werk
lieden-leden zullen zitting hebben lol 15 April
1918;
met ingang van 15 dezer benoemd tot voor
zitter cn plaatsvervangend voorzitter der com
missie voor den havenarbeid te Rotterdam,
respectievelijk mr. dr. H. J. D. van Lier, voor
zitter van den raad van beroep voor de onge
vallenverzekering err secretaris der Kamer
van Koophandel en Fabrieken te Rotterdam,
cn mr. Jacq. Dutilh, plaatsvervangend voor
zitter van den Raad van Beroep voor de onge
vallenverzekering en advocaat en procureur
tc Rotterdam;
met ingang van 15 dezer benoemd lot voor
zitter en plaatsvervangend voorzitter der com
missie voor den havenarbeid te Amsterdam,
respectievelijk Th. F. A. Delprat, oud-vcthou-
dcr der gemeente Amsterdam en mr C. D. Sa-
lomonson, te Amsterdam
Het hoofdbestuur van den Bond van Vrije
Liberalen heeft aan de afdcelingen van dien
bond do volgende lijst van voorloopigc candi
daten (alfabetisch gerangschikt) toegezonden:
F. Aronstcin, Bennekom; "W. H. de Beaufort,
Maarn; dr. \V. G. v. d. Berg, Groningen; Wal-
rave Boissevain. Amsterdam; N. Bosboom,
's-Gravenliagc; dr. R. Bromberg, 's-Graven-
hagc; jhr. mr. dr. J. R. Clifford ICoccf v. Breu-
gcl, Berlijn; W. J. baron van Dedem, Nieuw-
leusen; mr. II. C. Dressclhuys, 's-Gravenhagc;
F. J. \V. Drion, 's-Gravenhagc; mr. J. Drost,
Rotterdam; mr. dr. J. Wackie Eyslen, Nijme
gen; jlir. mr. P. van Foreest, Ileilo; G. P.
Ilecking Colenbrander, 's-Gravenhagc; \V.
Graadt van Roggen, Utrecht; douairière P.
van Hccrdt tot Fversberg-Quarles van Ufford,
Blocmcndaal: .T. B. van Heutsz, Amsterdam;
P. J. F. von Heutsz, 's-Gravcnhage; A. IIoo-
genboom, 's-Gravenhage; mr. J. C. Kielstra,
Velp; F. M. Knobel. Rijswijk; F. E. II. Liebert,
's-Gravenhage; Vincent Loosjca. Haarlem; D.
Manassen, Amsterdam: dr. W. W. v. d. Meu-
len. 's-Gravenhage; B. Nierstrasz; Amsterdam;
P. S. 0verwater, Strijcn; mr. L. J. Plemp van
Duiveland, 's-Gravenhage; mej. A. Polak,
's-Gravenhn jhr. G. C. Quarles van Ufford,
Bloemend mr. L. G. A Ridder van Rap-
pard. Tick Looxma van Weideren baron
Renger rl; mr. A. J. van Royen,
Amsler n«, G J Salm, Amsterdam; mr.
W. C Th Schalk, Amsterdam; J. H.
Scheltema, Amsterdam; jhr mr. II. Smissaerl,
's-Gravenhage; mr. dr. J. II. W. Q. Ter Spill,
's-Gravenhage; D. W. Stork, Hengelo (O);
jhr mr. F. W. van Styrum. Haarlem; J. C. C.
Tonnet, 's-Gravcnhage; C. G. Vattier Kraane,
Amsterdam; J. D. Virulv, Wcslkapelle; ds. C.
Vis Jzn.. Kampen: ds. IC Vos, Middclstum;
prof. mr. A. C Visser van IJzendoorn, loei
den; dr G. N. Ruddingh de Voogl, Arnhem;
W. baron van Voorst tot Voorst, Oostcrbeck;
A. C. de Vri s Rroekmon, Oud-Beierland; dr.
F G. Wal' Delft; mr. A. R. Zimmerman,
Rotterdam cn m; w van Zijst, Utrecht.
De vacntiireVhu Deal.
Bij de verkiezing voor een lid van de
Tweede Kamer tc Eindhoven (vacature-Van
Best) zijn candidaat gesteld J. J. J. de Vlam,
r.k., lid van dc Provinciale Staten van Noord-
Brabant, te Eindhoven, en B. Snellen, vrijzin
nig-democraat, landbouwleeraar tc 's-IIerlo-
genbosch.
De stemming is bepaald op 12 April.
De geneeHkondlcfe dienst der
landmacht.
Verschenen is het rapport van de com
missie tot onderzoek naar de werking van
den geneeskundigen dienst der landmacht,
ingesteld bij beschikking van den Minister
van Oorlog van 10 Juli 1916. De commis
sie omvatte bij hare instelling dr. W. P.
Ruysch, voorzitter Centralen Gezondheids
raad te Utrecht, lid en voorzitter; P. P. C.
Collette, generaal-majoor, lid hoog militair
gerechtshof te Utrecht; dr. J. Kuiper, ge
neesheer-directeur Wilhelmina-Gasthuis te
Amsterdam; A. van de Moer, oud-dirigee-
rend officier van gezondheid Ie klasse te
AmsterdamA. A. J. Quanjer, inspecteur
geneeskundigen dienst der landmacht, on-
der-voorzitter van het Nederl. Roode Kruis,
te s-GravenhogeJ. G. Scheurer, arts, lid
Tweede Kamer der Statcn-Generool, te Er-
melodr. N. P. van Spanje, geneesheer-
directeur Onze Lieve Vrouwe Gasthuis to
Amsterdammr. dr. J. H. W. Q. ter Spill,
lid Tweede Kamer der Stnten-Generaal, ta
s-Gravenhagemej. G. Zuidema, adjunct
directrice gemeentelijk hulpziekenhuis te
's-Gravcnhage, leden, en a. W. F. Veldhui
zen, officier van gezondheid 2e klasse, te
Utrecht, le secretaris; b. mr. M. van der
Feen, te 's-Gravenhage, secretaris. Laatst
genoemde werd bij beschikking van 5 Janu
ari 1917 eervol ontslag verleend en vervan
gen door mr. Th. Ch. Kramer.
De commissie kwam tot dc volgende con-
clusiën
Simulanten en aggravantcn nemen den
tijd in beslag, die noodig is voor het onder
zoek van hen, die werkelijk ziek zijn. Zij
ondermijnen het vertrouwen dat tusschen
dokter en patient moet bestaanzij zijn
daardoor mede verantwoordelijk voor de
diagnostische fouten, dien ten aanzien van
ernstige patiënten worden gemaakt.
De lokalen cn de hulpmiddelen ter be
schikking van den militairen geneeskundi
gen dienst voor het houden van het zieken
rapport, zijn dikwijls onvoldoende voor een
behoorlijk geneeskundig onderzoek.
Het is noodig, dat in alle kazernes, na
overleg met den militairen geneeskundigen
dienst, verblijven ingericht worden voor het
bijeenbrengen van de zoogenaamde kwnr-
tierzieken dat zijn zieken die wel bedrust,
doch behalve de hun eventueel op het zie
kenrapport verstrekte hulp, verdere genees
kundige behandeling of verpleging niet be
hoeven.
Voor de verpleging der zieke militairen
worde als stelsel aangenomen
a. opneming van lichtzieken die wel ver
dere geneeskundige behandeling behoeven,
in ziekenzalen nabij, doch in ieder -oval
buiten, de kazerne
b. opneming van ernstige zieken in
goede burgerziekeninrichtingen of in milL
taire hospitalen ter plaatse, met verpleging
door gediplomeerd personeel en met be
handeling, ook in de burgerziekeninrichtin
gen, door officieren van gezondheid
opneming van patiënten, die specialis
tisch onderzoek of specialistische behande
ling behoeven, in centrale militaire hospita»
len te Amsterdam, 's-Gravenhagc- en
Utrecht.
Het departement van Oorlog moet meez
meer dan tot nog toe geschiedde, zijn deel
aanvaarden in den strijd tegen de volks
ziekten tuberculose en besmettelijke ge
slachtsziekten.
De gelegenheid tot verpleging van de re
convalescenten in een hersfe'! soord
moet uitgebreid worden.
Reorganisatie /an de compagnieën hos
pitaalsoldaten, als onderdeel van den mili
tairen geneeskundigen dienst is dringend
noodig.
De militaire geneeskundige dienst zal, in
tijden van oorlog uf oorlogsgevaar, nimmer
over een voldoend aantal militaire artsen
kunnen beschikken om zijn taak, de volle
dige behandeling der zieke en geewonde
militairen, te vervullen, indien niet alle
dienstplichtige studenten in de medicijnen,
ter opleiding bij den militairen geneeskun
digen dienst ingedeeld worden.
De militair-geneeskundige opleiding der
beroepsofficieren van gezondheid is onvol
doende geweest. In het bijzonder is dit ge
bleken als zij leiding moesten geven aan en
controle oefenen op de subalterne officie
ren.
Tevens moet hierin dc jorzez!- gezocht
worden van het gebrek aan initiatief bij offi
cieren von gezondheid in leidefde positie,
wat betreft aanpassing van den militairen
geneeskundigen dienst bij de gemobiliseer
de troepen aan de bijzondere omstandighe
den, waarin de langdurige mobilisatie het
legei bracht.
Reor :anisa>ie van de opleiding der be
roepsofficieren van gezondheid in het bijzon
der ook van de voortgezette opleiding tot do
hoogere rangen is noodig. Dit heeft niet be
let, dat de beroepsofficier van gezondheid
voor het medische deel van zijn werkkring
ten volle berekend is en dit met toewijding
behartigt. De dirigeerende officieren van ge
zondheid worden niet altijd uit de meest ge
schikte officieren van gezondheid le klasse
gekozen.
De onvoldoende opleiding van het perso
neel van 'den militairen geneeskundigen
dienst is in de eerste plaats het gevolg va a
een sedert jaren bestaand tekort aan be
roepsofficieren van gezondheid.
De geneeskundige behandeling, van de bul
ten de kazerne wonende militairen en van
hunne gezinnen moet in de groote garnizoe
nen aan enkele voste, daartoe speciaal aan
gewezene garnizoensartsen opgedragen wor
den.
Het behoud van den militairen geneeskun
digen dienst als afzonderlijk dienstvak naast
het troep^nverband is noodig, ter wille van
de vrijhe' en zelfstandigheid, die voor de
geneeskundige behandeling jan zieken en
gewonden onmisbaar zijn.
De samenwerking van de wapens en
dienstvakken met den militairen geneeskun
digen dienst laat te wenschen over.
De plicht tot bevordering dier samenwer-