NUSKIIIHIIHIIIIZUZ^ÏS
TWr~Q.E BLAD
Tjit den omtrek"
FEUILLETOM.
MATILDE SERAO.
DE BALLERINA,
DE EEMLANDER"
BINNENLAND
16e Jaargang, No. 222
IDflUUCIKUKDDIIC 5 mjlndto Amerv
AuUnnLlTlLn I ullilJu foort 1.50, Idem franco
pex pos! 1 2.00. pci week (met gratis verzekering
**Egen ongelukken) f 0.J4. afzonderlijke nummert
f OjQS. Wekeltjkscb bijvoegsel *D* HolUndscht
Huisvrouw* (onder redactie van Th&rèse Hoven)
per 3 maanden 50 cent. Wekelijkse!» bijvoegsel
•WtreldrtYxi** per 3 maanden 60 cent
AMERSFOORTSCH
HOOFDREDACTEUR: M.. D. J. VAN SCHAARDENBURG
UITGEVERS: VALKHOFP 4 C.
BUREAU: ARNHEMSCHE POORTWAL, hoik utrechtschistr.
INTERCOMM. TELEFOONNUMMER 513
Zaterdag 13 April 1918
dienstaanbiedingen I—S tegels f OJO. groote letter,
nur plaatsruimte. Vooi handel co bedri|l bestaan
icer voordccllge bepalingen tol het herhaald ad.et»
teeren In dit Blad, bij abonnement Eene drculairo,
bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
NwiaHand «n d* oorlog
De IVlenw-Amsterdam.
Wat de reis van de Nieuw-Amsterdam be
treft zoo meldt de N. R. Ct. het schip
sou Woensdag 27 Maart vertrekken, maar
Is opgehouden, doordat er telkens weer meer
passagiers, bemanningen van overgenomen
schepen kwamen, waarvan er nog velen (men
zc'de een "300 personen) te laat zijn geko
men om de reis met de Nieuw-Am sterdam
mede te maken. Het schip is toen in den
middag van Donderdag 23 Maart vertrok
ken en heeft een reis met goed weer gehad,
uitgezonderd een paar avonden met storm
en hooge zeeën, op een waarvan een ge
deelte van den verlichten naam van het
schip is weggeslagen Toen mer. in de ge
vaarlijke zóne kwam heeft men al dadelijk
een mijn zien drijven, waarop dooi de
sleepboot Witte Zee geschoten is. Bij het
Heaks vuurschip is de Nieuw-Amsterdam
voor anker gegaan, en daar Meek het vaar
water volgestrooid te ziin met mijnen, waar
van er in den nacht tijdens /ware mist, vol
gens een der passagiers, meer dan twintig
zijn gepasseerd. Toen hebben ook de
Theems en Witte Zee assistentie verleend
aan de schipbreukelingen van de baide re-
liefschepen, die naar den kelder zijn ge
gaan. Zij hadden bij hun terugkomst dooden
en geredden aan boord. Dit alles is echter,
om de passagiers niet te er ontrusten, stil
gehouden.
Gelijk men weet, bevond zich aan boord
ook onze afgetreden gezant. Ridder van Rep-
pard, met zijn familie. De heer Van Rappard
heeft aan boord ecu rede gehouden, waar
in hij met de meeste waardeering gewag
heeft gemaakt van de houding der Nedei-
landsche bemanningen, een rede, waaraan
op het schip algemeene bekendheid is gege
ven en die bii allen weerklank heeft gevon
den.
Omtrent de inbeslagneming der schepen
vertelde men aan den vertegenwoordiger van
het Hbld., dat een dag of drie vóór de re-
quireering enkele matrozen aan boord kwa
men, die zich reeds als heer en meester ge
droegen. Daarna eerst kwam een marine
officier met de nieuwe bemanning. Alleen
van de „Samarinda" en nog een ander schip
is de vlag door de Amerikaansche officie
ren neergehaald. Volk van een paar schepen
had zich aan boord van deze Lloydboot moe
ten verzamelen, waarop de marineofficier er
zijn spijt over uitsprak, genoodzaakt te zijn
tot den maatregel over te gaan. Hij ver
zocht daarop den kapitein de vlag neer te
halen, wat deze echter weigerde. Daarop
deed de Amerikaan het zelf en overhandig
de den Hollandschen zeeman zijn driekleur.
Geen enkel oog bleef droog tijdens deze
plechtigheid, verzekerde iemand, die het
neerhalen der vlag had bijgewoond.
He' Amerikaansche gouvernement moet
aan -ie ^emanningen der Hollandsche sche
pen oor ,oi«en hebben gedaan, vooral aan
de stuurlieden en machinisten, die onze
zegsman qualificeerde als koeien met gou
den horens, doch één voor één hebben ze
geweigerd.
Kapitein P. van den Heuvel, de kapitein
van de „Rijndam", wiens eigen schip feite
lijk de „Amsterdam" is en die met de „Rijn
dam" slechts een tusschenreis maakte, deel
de het volgende mede:
De bemanningen hebben het in Amerika
tamelijk goed gehad.
Alle kapiteins hebben geprotesteerd tegen
het afnemen van hun schip.
De equipages zijn, nadat hun schip was
afgenomen', voor rekening van het Ameri
kaansche gouvernement in hotels aan den
wal ondergebracht, terwijl ook de Ameri
kaansche regeering hun overtocht betaald
heeft.
Al de bemanningen der Hollandsche ge-
requireerde schepen zijn doortrokken van
een sterken anti-Amerikaanschen geest.
Niet weinig droegen daartoe bij de dra
conische bepalingen ten opzichte der be
manning van de „Nieuw-Amsterdam" b.v.,
die telkenmale, als ze aan wal gingen en
weer aan boord kwamen, tot op het hemd
toé gevisiteerd werden. Dit onderzoek werd
verricht door soldaten, die daarvan geen
kaas hadden gegeten en uit den aard der
zaak noodeloos hard optraden.
De schepen zijn nu overgenomen en
worden bemand ö.a. met marine-reserve
officieren die een studie van drie maanden
achter den rug hadden. Veel zal er van de
schepen, als ze al niet getorpedeerd wor
den, niet terecht komen. En de gezagvoer
der van de „Rijndam", die gezien heeft,
dat de Amerikaansche stokers gehuisvest
werden in de eerste klas hutten van zijn
keurig-onderhouden schip, zou er niet eens
op gesteld zijn het aldus behandelde vaar
tuig weer onder zijn bevelen te krijgen.
Als daad van piëteit wilde kapitein Van
den Heuvel niet onvermeld laten, dat van
de Hollandsche schepen niet de „Stars and
Stripes" werden geheschen, voordat de
„Nieuw-Amsterdam" de Hudson afging en
den steven naar het vaderland wendde.
Nog niet alle bemanningen zijn met de
Nieuw-Amsterdam" naar huis gekomen. Er
zouden nog wel 800 man in Amerika zijn
achtergebleven. Zoo moeten b.v. de „Beu-
kelsdijk", „Soestdiik" en „Amsteldijk" op
een reis naar Zuid-Amerika, die ze in par
ticulier charter maakten, om graan te ha
len voor de Vereenigde Staten, op den d
der vordering bevel hebben gekregen in de
naastbijzijnde haven binnen te loopen. De
„Beukelsdijk" en „Amsteldijk" zouden nu te
Portorico liggen, de „Soestdijk" in Norfolk,
terwijl het volk niet tijdig vóór de afvaart
van de Nieuw-Amsterdam" New-York heeft
kunnen bereiken.
De schoener Catriena getorpe
deerd.
De schoener Catriena, 28 Maart uit den
Nieuwen Waterweg naar Ekesund (Noor
wegen) vertrokken, is op de Noorsche kust
getorpedeerd.
Het schip was voor 50.000 verzekerd.
De kapitein van den schoener, dè heer
Bos uit Farmsum is vermoedelijk verdron
ken. De overige bemanning is te Stavanger
geland. De Catriena, die geladen was met
hoepels en dakpannen, had een inhoud van
115 bruto en 95 ton netto en behoorde aan
de Vrachtvaartmaatschappij Zuid-Holland te
Vlaardingen (dir. De Groot en Van Belkum)
en is gebouwd in 1901.
Ontmoeting met een duikboot.
De Nederlandsche motorschoener An
na van de Vrachtvaart Maatschappij Neer-
landia te Rotterdam, te IJmuiden van Sunds-
wall aangekonfén, werd Woensdag ten noor
den van Doggersbank-Noord, door een
Duitsche onderzeeër aangehouden, die een
scherp loste. Onmiddellijk werden de zeilen
gestreken, terwijl de onderzeeër nog drie
scherpe schoten loste, die gelukkig alle mis
ten.
Nadat een deel der bemanning naar den
onderzeeër was toegeroeid en den comman
dant hun Duitsch vrijgeleide hadden ge
toond, werd het schip verder ongemoeid ge
laten en kon het de reis vervolgen.
Zaadpronkboonen.
Op een desbetreffend verzoek deelde de'
minister van Landbouw aan den heer W. C.
Fiege Jr., te Tiel, mede, dat uitvoervergun
ning voor zaadpronkboonen niet kan wor
den verleend. De firma's Van Namen en
Wulfse te Zwijndrecht alleen beschikken
over pl.m. 1000 H.L. zaadpronkboonen, ver
tegenwoordigende een waarde van
175.000.
Fijne zaden.
De Nederlandsche Vereeniging van ex
porteurs van fijne zaden heeft aan de Eer
ste Kamer een adres met uitvoerige memorie
van toelichting gezonden waarin gewezen
wordt op het belang van de cultuur van fijne
zaden voor Nederland zelf en zijn export-
handel, en op de verliezen door hen in het
laatste jaar geleden. Zij zegt, dat in de
Tweede Kamer hierop is gewezen maar de
minister op dit punt niet heeft geantwoord.
Voorts verklaart zij dat de- in bezitneming
van kanariezaad, blauw maanzaad en mos
terdzaad .alsmede het vervoerverbod van
karwijzaad, voorafgegaan of gevolgd door
vaststelling van maximumprijzen voor de
handelaren echter geenszins een detailpunt
is, maar voor velen een levenskwestie is ge
worden;
adressante het vermoeden van onwettig
heid hebbende, zich in hare meening ver
sterkt vindt door de redevoering van de
heeren Beresteijn, Koster en Troelstra.
dat adressante daarom de vrijheid neemt
der Kamer te verzoeken deze zaak ter spra
ke te willen brengen en een uitspraak van
den Minister te willen uitlokken, waarmede
hunne geschade belangen zullen zijn ge
diend.
Bepalingen voor houders van
vee en paarden.
De minister van Landbouw, Nijverheid en
Handel heeft nader bepaald, dat houders
van vee en paarden, die niet in staat zijn tot
hun bedrijf behoorend grasland te scheuren,
doch wel de gelegenheid hebben voor dit
doel de beschikking te krijgen over gras
land, dat niet tot hun bedrijf behoort, daar
van opgave kunnen doen aan de cultuur
commissie in hun provincie, onder vermel
ding van dé kadastrale grootte, met num
mers en secties der te scheuren perceelen.
Zoodrn zij vand eze commissie daartoe
schriftelijk vergimning hebben ontvangen,
kunnen zij tot het scheuren overgaan.
Worden op die perceelen haver, paarden-
boonen, voederbieten of koolrapen ver
bouwd, dan zal daarvan zooveel worden ge
laten en dit uitsluitend voor voedering
van eigen vee en paarden als overeen
komstig de daaromtrent vast te stellen be
palingen aan de verbouwers in het alge
meen zal worden gelaten.
De met bovengenoemde gewassen beteel-
ed oppervlakten moeten volledig worden op
gegeven bij de inventarisatie door de Re-
geeringscommissarissen voor de Rijksgrnan-
verzameling. Vervoerbewijzen voor de gela
ten hoeveelheden moeten worden aange
vraagd bij de betrokken Cultuurcommissie
en zullen op haar advies worden uitgereikt
door de lichamen met het uitreiken dier ver
voerbewijzen belast.
Extra mijnwerkers-
rantsoenen.
Ten einde de inlandsche kolenproduc-
tie zooveel mogelijk op peil te houden, heeft
de minister van landbouw, na gepleegd over
leg met de leiders der Zuid-Limburgsche
distributie-vereeniging en den directeur der
Rijkskolenvoorziening, toestemming ver
leend tot het verkrijgbaar stellen van extra
weekrantsoenen aardappelen, spek, vleesch,
boter of vet, kaas en peulvruchten, voor de
mijn- en bruinkoolwerkers in Zuid-Limburg.
De verstrekking van een extra koffierant-
soen en een hoeveelheid zachte zeep voor
deze bevolkingsgroepen zal zoo eenigszins
mogelijk worden bevorderd.
Vanwege de Nederlandsche Vereeni
ging van werkgevers in het Bakkersbedrijf
wordt medegedeeld:
De crisis-commissie uit het Bakkersbedrijf
te Amsterdam waarin zoowel de coöpera
ties als alle daar bestaande patroonsveree-
nigingen zijn vertegenwoordigd, heeft een
telegram aan de samenwerkende werkgevers
organisaties in het Bakkersbedrijf gericht,
dat naar haar eenstemmig oordeel niet lan
ger gewacht kan worden met verdere maat
regelen der bakkers nu elke beslissing van
den minister uitblijft.
Varkensvet.
Het Volk vernam, dat er aan het Haag-
sche abattoir 400.000 kilo's varkensvet lig
gen opgeslagen, afkomstig van distributie-
varkens en door of namens de Vleeschver-
eeniging gesmolten, om het vet beter be-
waarbaar te maken.
Reeds herhaaldelijk is deze partij vet, die
er door het lange liggen natuurlijk niet be
ter op wordt, aan het distributiekantoor aan
geboden en herhaaldelijk is gevraagd, wat
er mee geschieden moet. Het blijft echter
maar liggen en al is gesmolten varkensvet
langen tijd houdbaar beter wordt de kwa
liteit door het lange liggen zeker niet.
Nederlandsche ambulancen
voor Duitschland en
Oostenrijk.
Uit het tweede jaarverslag der Neder
landsche ambulancen voor Duitschland en
Oostenrijk-Hongarije blijkt, dat de ambu
lance te Gleiwitz in 1917 onafgebroken door
kon werken tot 19 Mei, onder leiding van dr.
C. W. Vinkhuyzendaarna trad als leider
op dr. D. H. van der Goot.
In overleg met de Oostenrijk-Hongaarsche
regeering werd de ambulance te Olmütz ge
leidelijk vervormd tot een medische missie.
Aanvankelijk waren daar nog werkzaam dr.
M. Mortier Hijmans en dr. L. Havinga en
vervolgens dr. Th. van Schelven mot zijne
echtgenoote, die hem bij massabehnndeling
ter zijde stond. Nog werd voor rekening van
het comité dr. Oijenick naar Weenen gezon
den en aldaar als chef-chirurg aan het re
servehospitaal no. 10 geplaatst.
Met dankbaarheid wordt vermeld de steun
van de Nederlandsche gezanten te Berlijn
en Weenen, alsmede van den consul-gene
raal te Budapest.
Te Gleiwitz werden 2347 verwonden ver
pleegd, te Olmütz werden 1736 patiënten
behandeld. Te Weenen beschikte de missie
over 3 chirurgische en 1 interne afdeeling
het groote aantal patiënten heeft eens ruim
1450 bedragen.
De cousentenzwemlcl.
Men meldt ons uit Den Haag
In verband met de aanhouding van den
heer B. W., verdacht te zijn betrokken bij
den zwendel met N. U. M.-consenten door
den heer H. gepleegd, vernemen wij met
zekerheid, dat, geheel afgescheiden van de
vraag of de aangehoudene aan het feit,
waarvan hij thans verdacht wordt, schuldig
is, in geen geval de N. O. T. met deze zaak
iets heeft uit te staan, daar noch de betrek
king van den heer B. W. bij die Maatschap
pij noch de werkzaamheden zijner afdeeling
hem in eenig opzicht met N. U. M.-consen
ten in aanraking brachten. Deze consenten
zijn dan ook gelijk vanzelf spreekt
niet uit de N. O. T. kantoren afkomstig,
liberale Unie.
In de gisteren te Amsterdam voortgezette
vergadering der Liberale Unie deelde prof.
Heeres mede, dat in een huishoudelijke ver
gadering een 'besluit is genomen betreffen
de de wijze van aanbeveling der candidaten-
lijsten.
Voorts is besloten, dat alle lijsten verbon
den zullen worden. Vervolgens werden de
candidatenlijsten als volgt samengesteld
voor de Kieskringen Den Bosch, Middel*
burg, Tilburg en Utrecht:!. Jhr. R. R. LV
de Muralt te 's Gravenhage;; mr. mr. E. B.
van Raolte te 's Gravenhage; 3. G. L. Breed*
veld te Bergen op Zoom; 4. mr. dr. A.
baron van Lynden te Baarn;; 5. ds. Th. M.
Siemelink te Vlissingen;; 6. Ph. van Dix-
hoorn te Axel; 7. ds. T. Kielstra te Zeist; 8»
M. I. W. J. Zijdeveld te 's Gravenhage; 9t,
mevr. F. S. van Balen-Klaar te 's Graven
hage; 10. J. B. Ament te 's Gravenhage.
Spoor wegpersouecl.
De Ned. Vereeniging van Spoor- en Tram*
wegpersoneel heeft reeds meermolen aaiï
de spoorweg-directies verzocht haar te er-'
kennen nis vertegenwoordigende het perso*|
neel. Ook door de andere bonden van'
spoorwegpersoneel is dit gevraagd.
De spoorweg-directies hebben nu kórt ge
leden de Ned. Vereeniging, St. Raphaël, dert'
Prot. Christ. Bond, het Neutraal Verbond
van Spoorwegpersoneel en den Ambtena
renbond uitgenoodigd om deze aangelegen
heid te Utrecht te komen bespreken.
De directies der vier Maatschappijen deel
den mede, dot zij deze bonden wilden er
kennen. Alle wijzigingen, die in de toekomst
de directies wenschen aan te brengen in de
personeel-reglementen (dus niet enkel in het
R. D. V. enz.), alle maatregelen het perso
neel in het algemeen rakende, die niet ven
persoonlijken aard zijn, zullen eerst ter ken
nis van de 5 organisaties worden gebracht,
die hieromtrent tevens elk een hoofdbe
stuurslid tot overleg en tot toelichting kun
nen zenden. De bespreking zal dus plaats
vinden met deze 5 gedelegeerden. Echter
wenschen de directies niet, dot de bezoldig*
den der bonden hieraan kunnen deelnemen.
Wel mag dit hoofdbestuurslid in dienst zijn
van een andere spoorwegmaatschappij. Zoo
mogelijk moet een eensluidend advies wor
den uitgebracht, doch een orrmirntie, die
zich onmogelijk bij dit advies kan neerleg
gen, kan van zijn eigen zienswijze tegenover
de directie doen blijken.
Voorts kunnen de bonden zelf ook wen
schen ter kennis van de directie brengenw*
Hieromtrent zullen echter ook de andere
bonden worden gehoord, geheel op dezelfde
wijze als met voorstellen der directie ge
schiedt.
Het collectieve verzoek blijft bestaan. Ant
woord op brieven, andere don bovenge
noemde, wordt niet gegeven, noch door de
diretie, noch door de plaatselijke superieu
ren. Deze laatsten mogen ook niet de oiv-
derdeelen der vereenigingen te woord staan.
School- en Kerknieuws
NeJ. JJerv. Kerk.
ScrOepen to Gardoron, P. Kruyt U
Nieuwe-Tonge.
Aangenomen nanr Zetten c.a., N. vin
der Snoek to Ameide.
Geraf. Kerkeu
Deriankt voor Dwingeloo, A. J. de Boei
te Garrelsweei. Voor Oldehove, J. Hoekstra
to Vries.
De Hilversumsche gemeen
teraad heeft behandeld een interpellatie-
Wagenfeld inzake de levensmiddelenvoor
ziening. Na een opsomming van verschillen
de wenschen en na een langdurig debat werd
met 16 tegen 7 stemmen de motie-Wogen-
feld c.s. aangenomen, waarin aan B. en W.
werd verzocht met kracht bij de regeering
aan te dringen op maatregelen, ten einde de
gemeenten in staat te stellen haar taak ten
opzichte der voorziening in de eerste levens
behoeften beter dan tot heden te vervullen,
ook om de npdeelige gevolgen van de in*
krimping van het broodrantsoen te vermin*
deren.
Ons wantrouwen schaadt meer ons zelf
dan onze tegenpartij.
Uit het Italiaansch
door
Anna Polak.
11)
Of zij het begreep? Misschien. Sedert Lo-
<ïoiska was binnengekomen had zij het hoofd
gebogen, hield de oogen neergeslagen op
haar bord en kneedde werktuigelijk balletjes
van brood. En juist daardoor ergerde zij haar
minnaar hoe. langer hoe meer, die haar vroo-
lijk had willen zien. met schitterende oogen,
en overmoedig in woorden en stembuiging.
„Wat heb je? Wat scheelt er aan?" vroeg
hij op harden toon.
„Niets... niets..." antwoordde -zij, de oogen
opslaand, een weinig verschrikt.
„Je ziet er uit als een lijkstoet," ging hij
voort, nog heviger verstoord toen hij haar
oogen vol tranen zag. „liet zou beter zijn ge
weest, als ik je maar naar huis had gebracht.
„Ik wou immers niet gaan," stotterde
zij een snik onderdrukkend die zich baan
brak.
„Ik zal er aan denken, een anderen keer."
besloot hij droogjes, terwijl hij zeer zorgvul
dig de graat uit zijn haring begon te halen.
Zij zwegen beiden. Om haar tranen tegen te
houden, knipte Carmela een paar maal met de
oogen; zij slaagde er in, haar gelaat in den
gewonen plooi te houden, en veinsde onbevan
gen door te eten.
Trouwens, ook andere mcnschen kwamen
binnen. Daar was Carlo Altamura, een geld
schieter per dag, per uur. die zijn moordend
werk verrichtte in de speelhuizen, waar hij de
spelers wissels liet teekenen voor 24 uur, waar
hij met valsche namen liet teekenen, en ook
verklaringen die afpersing, die diefstal waren,
in één woord, waar hij alle denkbare netten
spande voor wanhopige, hartstochtelijke spe
lers. Daar was Gaetano d'Amora, een groote
dikke reporter van een nachtelijk blaadje, met
zijn gezicht van een weggeloopen monnik.
Daar was ten slotte, geheel alleen, zonder
dameszelschop, <lon Gabrielc Scognamiglio, de
galante, rijke, geziene apotheker van piazz3
Pignasecca. Die drie waren samen aangeko
men; Altamura omdat zijn sombere nachtelijke
werkzaamheden voor dit maal waren afge-
loopen; Gaetano d' Amora tusschen den écnen
gang en den anderen naar het politiebureau
en zijn courant: en don Gabrielc, uit gewoon
te, uit verdorvenheid, omdat hij niet kon gaan
slapen zonder souper, zonder soupeerende
vrouwen gezien te hebben, al was het dan niet
met hem, liever de kaars vasthoudend voor
minnende paartjes, dan verstoken te zijn van
het schouwspel van liefde. Met zijn keurig on
derhouden, geparfumeerd wit baardje, met
zijn hooggekleurde wangen en zijn spottende
oogjes, zeer elegant gekleed, met een bloem
iu het knoopsgat, met twee schitterende bril
janten fin ge a aan de yiugcrs, niet een .\wndel-.
slok met gedreven zilveren knop, mcl zijn
veerkrachtigen tred niettegenstaande zijn volle
55 jaren, genoot bij in de schouwburgen, de
café's, dc nachtelijke plaatsen van samen
komst. bij oude en jonge vrouwen, actrices,
balletdanseressen, café-chanteuses, rampza
lige wezens, onvolledig geboekt in den burger
lijken stand, een ontzaglijke populariteit. Zoo
dra hij binnen was gekomen, had hij Roberto
Gargiulo en Carmela Minino hartelijk ge
groet. bijnn als zond hij hun beiden een zege
ning toe. Toen had er een ruil plaats Gaetano
d' Amora had Roberto Gargiulo een oogenblik
ter zijde geroepen en hem langzamerhand
meegetroond tot verder dan het tweede bal-
con, om te babbelen. Hoffelijk was don Ga
brielc Scognamiülio Carmela Minino genaderd,
om haar niet alleen te laten.
„O. lieve juffrouw Carmclina, ge wordt
iederen dag mooier," zeide hij zachtjes, met
een glimlach om de lippen.
„Mooi zijn uw oogQn," antwoordde Carmela
met den gewonen svmbolisch bedoplden Napo-
lilaanschen zin
„O, ik ben oud, ik ben oud. donna Carme-
lina! Niemand wil meer van mij weten
„Zeg dat niet... dat is immers niet waar, Ca
valicre."
„En u dan? wilt gij mij dan hebben? Hebt
ge niet altijd neen gezegd? En. zooals alle
andere, hebt ge dc voorkeur gegeven aan den
jongen man." Voorzichtig keek hij, terwijl hij
zachtjes sprak, naar het balcon, met een fijnen
vriendelijken glimlach. Zij keek hem aan, ver-
bleekend, blozend, zonder moed om hem in de,
rede te vallen, omdat deze rijke, edelmoedige,
welopgevoede oude heer met zijn zonderlinge
avonturen, haar vrees inboezemde.
ziet ge er in, in dien jongen?. Houdt
ge van hem, echt houden?" vroeg don Ga
brielc, steeds sterker aandringend.
„O!" riep zij uit, hevig verward.
„Geeft hij u misschien veel geld? En waar
haalt hij dat vandaan?"
„Geen geld. niets," antwoordde zij dadelijk,
met een gebaar van toorn en fierheid.
„"Wees niet boos, vergeef me, donna Car
mclina. Dus hij laat u sterven van honger?
Voor zijn mooie oogen dus? Een klein cadeau
tje nu en dan, anders niets, jawel, ik begrijp 1
En ge zult er zelf ook wel een stuivertje op toe
leggen..."
Zij trilde van angst, omdat alles wal don
Gabrielc zeide wreed was, maar waar, omdat
het haar een misdaad toescheen, Roberto
Gargiulo niet te verdedigen, omdat het haar
meer dan onbeschoomd leek dat die oude zon
daar die zich niet wilde bekeeren zóó legen
haar durfde spreken; alles was waar en alles
was zóó smartelijk voor haar dat zij zich aan
haar stoel vastklemde alsof ze flauw zou val
len.
„Wees niet bedroefd, donna Carmelina, ik
wil u niet zoo treurig zien," ging dc apotheker
voort. „M aar ik zeg het u als een waar vriend,
omdat ik u van kind af gekend heb en omdat
ge een goed meisje zijt..."
Zij wierp hem een smeekenden blik toe. Don
Gabriele deed alsof hij het niet opmerkte en
vervolgde:
„Ik zeg het u eerlijk: den één of anderen
dag laat Roberto Gargiulo u in den sleek, mis
schien is die dag niet meer ver..."
„Misschien is die dag niet meer ver..." her
haalde zij werktuigelijk, alsof dat gezegde be
antwoordde aan een geheime gedachte.
„En wat zult gij dan doen? Wicn zul ge dan
vinden? Wiea zult ge dan roepen, donna Car-
mcIinaZ'-
„"Wicn vinden? Wien roepen?" herhaald^
zij, verward.
„Dan zult ge uw ouden vriend Gabriele vin*
den, die niet 28 jaar oud is, en geen opgc*
krulde snor heeft, maar die een ernstig maq
is, donna Carmclina. Dan zult ge don GabricW
roepen en don Gabriele zal u antwoorden me(
het militair saluut: present!"
En hij bekroonde die toespraak met ceh
hartelijken lach, daar Roberto Gargiulo terug*
kwam met zijn gewichtig voorkomen. Zelfs
begon don Gabriele. ziende dat Carmela ont*
stcld, en waarschijnlijk ontroerd was, dadelijtf
een gesprek, door korte lachjes afgebroken.
„Mijn beste, beste Gargiulo, daar gij zod
onbeleefd waart, dit mooie meisje alleen UJ
laten, ben ik haar als getrouwe cavalier gezel*
schap komen houden..."
„En hebt haar het hof gemaakt?" vroeg
Reberlo levendig, terwijl hij doorging met zijn
souper.
„Zeker, dat doe ik altijd. En vanavond mee*
dan ooit."
„En met welk resultaat, cavalicre...?"
„Tol mijn schande moet ik bekennen, mei
geen resultaat," zeide de oude snoeper grin*
nikend.
„Ge maakt mij verlegen, cavalicre..." mora*
pelde Carmela die zich een weinig hersteld
had van haar ontroering, maar zeer be*
schroomd bleef.
(Wordt vervolgd.)