DAGBLAD „DE EEMLANDER" lonuurucuKPaiit ®"ndeo *oorAmtn* PIMIIDMtmtllZS'^ïï TWEEDE BLAD KOLONIËN. BINNENLAND FEUILLETON. Het nest verstoord 16e Jaargang, Wo. 245 AuUnRLniLni ul nil0 footi f 1.50. idem h-inco pet pos! f 100 pel week 'met gratis Terzekering tegen ongelukken) f 0.11. aizonderUJke oummer» f CL05 Wekelljlc5ch bijvoegsel «De HolUndscha Halsvrouw* .onder redactie ?»d Thêrèse Hoven) pa 3 maanden 50 cent Wekelljksck bQvoegael wWtxtidttvut* per 3 maanden 60 cent. HOOFDREDACTEUR: M.. D. J. VAN SCHAARDENBURG UITGEVERS: VALKHOFF C. - BUREAU: ARNHEMSCHE POORTWAL. <0Rn»l«nKKm. INTERCOMM. TELEFOONNUMMER 613 Zaterdag 11 Mei 1918 dienstaanbiedingen 1—3 regel* f 0.50. groote letter* naar plaatsruimte. Voor bande) es bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen tot het herhaald idee» tecren la dit Blad, by abonnement Eent dradair^ bevattende da voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Oottlndlê Het altredeu v»n de» heer Lovink. Uit Batavia wordt geseind: De heer Lovink deelt, in verband met het bericht van zijn ontslagaanvrage mede, dat het niet zijn plan was om lang na zijn ver lof in Indië te blijven. De tijdsomstandighe den echter vertraagden zijn vertrek. Dat is 'de reden, waarom de datum van zijn aftre den no" niet bepaald was. De Staatscourant van 10 Mei bevat o. a. de volgende Kon. besluiten: op verzoek eervol ontslagen mr. E. Bonn als griffier van hel kantongerecht te Nijmegen; 'benoemd tot president-plaatsvervanger bij den krijgsraad te 's Gravcnhagc mr. W. Boek houd!- oud-raadsheer hij het Hooggerechtshof jn Neci.-Indië en mr. W. Francken, advocaat en procureur beiden wonende te 's Gravenhage. De Minister van Marine, Schout bij Nacht Rambomet hield gisterochtend in te genwoordigheid van den vice-odmiroal W. Naudin ten Cate, commandant in de Marine- Directie te Willemsoord; den vice-admiraal Smidt, commandant in de Marine-Directie te Hellevoetsluis en den nieuw opgetreden chef van de afdeeling Personeel aan het De partement van Marine, kapitein ter zee P. te Veltrup, besprekingen met de afgevaar digden van het hoofdbestuur van den Bond van Minder Marine-personeel. Nedertarci ci: de oorlog Ne<»eriHTi<1 ai» f)iiltaclilaD«l. Reuter seint uit Parijs De Matin zegt, naar aanleiding van de overeenstemming tusschen Duitschland en Nederland verkregen: „De Duitschers hebben met hun gewone brutaliteit Nederland met bedreiging en af persing gedwongen hun het gebruik toe te staan van enkele transportwegen. Uit de Duitsche eischen, die een spoedige oplos sing vroegen, kan men de ernstige gevolg trekking maken, dat de operaties in Vlaan deren tot de belangrijkste zullen behooren, die de vijand dezen zomer in het westen zal ondernamen. Opnieuw is de onzijdigheid van een land, zooal niet openlijk geschon den, dan toch ernstig aangetast, opdat Hin denburg de lijn naar Verviers geheel kan gebruiken* voor het vervoer van troepen en wapens, door over de Nederlandsche wegen te verzenden alles wat dient voor het voed sel, den gezondheidsdienst, en zelfs voor de veiligheid van zijn legers in Vlaanderen. Havas seint uit Parijs: De Gaulois schrijft: „Door pressie die ge lijk staat met echte chantage en een ernsti ge inbreuk op de Nederlandsche onzijdig heid, heeft Duitschland van zijn buurman voor het vervoer van zware vrachten de be schikking gekregen over de kanalen in Lim burg en van de Maas, evenals van twee spoorwegen voor druk verkeer. Die lijnen zullen de lijnen in de streek in Luik onmid dellijk verlichten en dus voortaan een direc te rol vervullen in den oorlog. Onder ver kapten vorm is dit een werkelijke bezetting van grondgebied." He hilling v*n onze graanschepen Door het Kamerlid van Veen zijn, naar de Tel. meldt, aan den minister van Buiten- landsche Zaken de volgende vragen gesteld: 1. Is het juist, dat de Amerikaansohe re geering tot heden aan de Nederlandsche regeering geen vergoeding heeft doen toeko men voor de granen, welke ten vorig en jare door of namens de Nederlandsche regeering in Amerika zijn gekocht, betaald en in Ne derlandsche schepen geladen, doch door de Amerikaansche regeering zijn gevorderd en uit die schepen tot zich genomen"? 2. Zoo neen, hoedanig deel der betaalde koopsommen heeft de Nederlandsche regee ring terug te bekomen en wanneer heeft deze betaling plaats gehad? 3. Zoo ja, welke stappen heeft de Neder landsche regeering gedaan om tot betaling dier gevorderde granen te komen en wat is de reden, dat deze tot heden geen succes hebben gehad? Teruggekeerd convooi. Uit Hoek van Holland meldt men ons Het Donderdagmorgen uitgevaren Engel- sche convooi van 4 schepen keert in den Waterweg terug. Voortdurend hoort men in zee schieten. Den geheelen dag kruisen watervliegtuigen langs de kust. Oui« bedreigde veestapel. Door het Kamerlid Van Rappard zijn, naar de Tel. meldt, aan de ministers van Oorlog en Landbouw vragen gesteld, in ver band met den toestand van onzen veestapel, die volgens hem door 't vleeschrantsoen der militairen bedreigd wordt. De vraag aan den minister van Oorlog luidt als volgt: Is de minister bereid, in verbond met den toestand van den veestapel, die met onder gang bedreigd wordt, te bevorderen, dat aan de militairen 2geen hooger vleeschrant soen wordt verstrekt dan aan e burgers? Aan den minister van Landbouw stelde de heer Van Rappard de volgende vraag: Is in verband met een vraag, door den on- dergeteekende gericht aan den minister van Oorlog, om den militairen geen hooger vleeschrantsoen te verstrekekn dan ann de burgers, de minister bereid, om het slacht verbod op ruinen op te heffen? De vlees ch- en vetdistributie. Naar de Tel verneemt, is het niet geheel onmogelijk dat de bestaande distributiere geling van vleesch vervangen wordt door een andere. De minister moet den voorzitter van den Nederlandschen Slagershond hebben aan gezocht, een nieuwe distributie-regeling voor vleesch te ontwerpen. De vetdistributie zou tusschen 1 en 15 Juni in werking treden. Vervoerverbod van aardappelen. De minister van Landbouw heeft verbo den het vervoer van alle vroege aardappe len oogst 1918 uit eenig deel eener ge meente naar alle andere deelen des Rijks, hetzij in of buiten die gemeente gelegen. Het verbod is niet van toepassing op het vervoer van vroege aardappelen, gedekt door een vervoerbewijs, afgegeven door de Rijkscommissie van Toezicht op de Aard- appelvereeniging. Inzameling van graan en peulvruchten. Op last van den minister van Landbouw is men in de provincie Groningen overge gaan tot de inventarisatie van alle granen, peulvTUchten en zaden op de boerderijen aanwezig. De inventarisatie geschiedt door patrouilles van vier militairen, wielrijders, vergezeld van een commandant en een bur ger-deskundige. Reeds zijn 300 militairen voof dot doel aangekomen. Bij sommige bak kers in enkele gemeenten moet de reserve- voorraad rogge verdwenen zijn; het gevolg is, dat er nog minder voorraad is, dan waar op de Regeering rekende. Dat dit voor de bekkers op hooge boeten zal uitloopen, is zonder twijfel. Rijkskantoor voor Melk en Kaas. Het bestuur van het nieuw opgerichte Rijkskantoor voor Melk en Kaas is als volgt samengesteld President-directeurdr. A. G. Boon, di recteur van de melkafdeeling de heer T. J. A. Diephuis (voorzitter van de Ned. Melk Hyg. Vr.); directeur van de kaaasafdeeling de heer G. J. Blink (secretaris van de Kaas- vereeniging). Stopgezet. De afvalspinnerij der fa. B. W. en I. ter Kuile, te Enschedé, zal deze week geheel worden stopgezet, aangezien de N. O. T. aan de afvalhandelaren weigert vergunning te verleenen tot aflevering van afval aan spinners. Reden dezer weigering is, dat de N. O. T. de Twentsche spinners wil dwingen een contract te teekenen, waarmede zij niet accoord gaan. Duitsche troepenconcentratie vóór de oj\tspanning. Naar thans van de Belgische grens ge meld kan worden, waren ten tijde van de spanning tusschen Nederland en Duitsch land in Gent niet minder dan 80.000 man Duitsche troepen cavalerie en infanterie ge concentreerd. (Vad.) Een onstuimige vergade ring. Men schrijft uit Alkmaar aan het Hbld.: De heer Duys, lid der Tweede Kamer, trad Dinsdagavond elhier in een door de S. D. A. P. belegde openbare vergadering als spre ker op over de taak der socialisten in het Parlement. De zaal was stampvol en onder de menigte bevonden zich de kopstukken der christen-socialisten en hun aanhangers, hier en daar in groepen samengeschoold. Al dadelijk werd de vergadering onrustig toen de spreker wees op de „leugenachtige en gemeene wijze" waarop zijn partijgenooten en hij in verband met hun optreden in de Kamer door de anarchistische en soc. chris telijke pers werden bestreden. „Natuurlijk", zei Spr. sa-rcastisoh, „zouden onze bestrij ders 't in de Kamer beter gedaan hebben; zij zijn zooveel geleerder dan wij en be moeien zich niet met het bestudeeren van wetten en volkenrechtelijke quaesties. Maar één ding verlang, ja eisch ik, en dat is, dat men onze goede trouw niet verdacht maakt. Wij staan in de Kamer als vertrouwensman nen der arbeiders en doen niet anders dan hun politieke en maatschappelijke belangen oehartigen. Eigen belang is ons vreemd, is verre van ons Jawel", werd er uit de zaal geroepen, ,,'t eigen belang van jullie portemonnaie!" OveT deze interruptie toonde de heer Duys Z'ch ernstig verstoord en deze „giftige op merking" bewees, hoezeer het kwaad reeds voortgewoekerd was in de hoofden. Er ont stond groot kabaal in de zaal en de voor zitter trachtte tevergeefs de gemoederen te lalmeeren. Dit gelukte eindelijk den oud- voorzitter der Alkmaarsche afdeeling der S D. A. P., het gemeenteraadslid Verkerk die er op wees, dat straks gelegenheid zou gegeven worden tot debat en de vergade ring bezwoer zich toch rustig te houden. Dit gehikte een kwartier. De heer Duys vertelde, dat hij vóór de mobilisatie-credieten gestemd had, „omdat we anders vast en zeker in den oorlog zou den zijn gekomen" en desondanks dat toch tol op den huidigen dag stond op het stand punt van „geen man en geen cent", begon de herrie opnieuw. „Gemeene leugenaarl Lloert!" werd er geroepen. Buitengewoon opgewonden toone zich me vrouw Tjadenv. d. Vlies (Eerke), die in een der voorste rijen van de zaal had plaats ge nomen en herhaaldelijk interrumpeerde, daarbij krachtig geholpen door haar echtge noot. „Houdt opf houdt opf" riep Enka, „je prikkelt iemand zóó, dat het bloed hem on der de nagels van daan looptf" Donderend applaus van de zijde der anarchisten, ge volgd door een hard gejuich door de S. D. A. P.-ers. Er ontstond een geweldig tumult en de geheele vergadering was in twee kam pen verdeeld, die met elkaar onderling aan het debatteeren waren. De voorzitter kon de orde niet handhaven. ,Gooi de herriemakers er uitf" was de over- heerschende kreet.-Politie verscheen en kwam bij de familie TjadenVan der Vlies. De vergadering was nu op haar kookpunt. Eindelijk gelukte het den heer Duys weder om zich verstaanbaar te maken, doch alleen om te zeggen: „Mevrouw Enka heeft haar zin: zóó kan ik niet verder spreken en zie van 't woord af." Spr. pakte zijn paperassen bij elkaar en ging zitten. Intusschen duurde de herrie voort Ten slotte gelukte het den heer Verkerk de tegenwoordige voorzitter der S. D. A. P. kon met de beste wil der wereld geen orde krijgen) een oogenblik stilte te bewerkstelli gen. „Jongens, zóó gaat 't niet langer!" zei- de hij, „kijkt eens, we hebben 90 onkos ten vanavond en dit is weggegooid geld, want we sluiten de vergadering. Maar als de tegenpartij mèt ons samen de onkosten van een tweede vergadering wil betalen, waarbij iedere spreker precies denzelfden tijd krijgt om z'n meening uiteen te zetten, dan zijn wij daarvoor te vinden!" Mevrouw Tjaden trachtte op 't tooneel te komen om toch het woord te voeren, doch haar werd de toegang geweigerd. Het scherm zakte en de vergadering was en bleef geslo ten. Langen tijd bleef het onder het publiek in de zaal nagisten; bleek van woede en er gernis verliet mevrouw Tjaden de zaal en haar man, trillende van kwaadheid, volgde haar Het publiek zette de debatten op straat luide voort onder het motto „het kost geld, 't zal nog méér kosten en wat hebben we dan nog?" gelijk een hunner zich uitdrukte. Firmo Erdmann Hcthey. Woensdag had tc Amsterdam een crediteuren- vergadering plaats, bijeengeroepen door de ad vocaten van bovengemelde firma. Op deze vergadering bleek dat globaal geno men het passief in totual 18,997,000 bedraagt en het actief 6,996,000. Wat betreft particulieren, hiervoor bedraagt het actief 2,875,000, bij Nederlandsche ban ken 77,000, bij buitenlandsohe banken 808,000, totaal 3,761,000. Het passief hier tegenover beloopt: bij parti culieren 11,888,000, bij Nederlandsche banken 4,330,000, bij buitenlandsche banken 2,309,000. Het resultaat is aldus, dat ongeveer gedeel te van het passief niet in Nederlansche, doch in Duitsche handen is. De particuliere debetsaldi en gefingeerde re keningen van de firmanten beloopcn voor: Al fred Hethey 2,600,000, waar afgaat aan be zittingen 618,000, benevens privé schuld ƒ208,000; Walter Hethey ƒ517,000; Alfred Eidmann ƒ331,000. Deze bedragen zijn niet in het actief ingebracht. Omtrent de waarde van de verschillende de biteuren is geen oordeel te vormen. Volgens rnededeeling is er geen bclcening ge schied van fondsen door derden gedeponeerd. De Voorzitter maakte er hiervoor attent 'op, dat zeker een bedrag van ƒ9,600,000, waar schijnlijk zelfs meer voor rekening komt van Duitsche crediteuren, terwijl 't actief in Duitsch land niet meer bedraagt dan 3,400,000. Namens Duitsche belanghebbenden werd door mr. Von Saher betoogd, dat allicht een onder- handsche schikking mogelijk zou zijn en naar aanleiding daarvan werd door den heer mr. Kap- pcyne van de Coppello een voorstel gedaan om een commissie van drie leden uit crediteuren t# benoemen, die met de advocaten in dien geosC werkzaam zouden zijn. Daarentegen werd door den heer mr. C. J. Pekelharing, namens zijn lastgevers medegedeeld dat hij zou doorgaan faillissement aan te vragert en het hem speet dit niet eerder te hebben go- daan. Het voorstel-Kappcyne vcrviep'dnordoor, zoo dat geen besluit in deze vergadwing werd ge- Nader meldt men ons, dat de faillissements aanvrage der firma Erdmann en Hethey is inge trokken. Naar wij intusschen vernemen treft de intrek king van de faillissementsaanvrage der firma Erdmann en Hethey niet die door mr. Pekel haring, doch die door mr. Povcl ingediend. De laatste aanvrage komt Maandag n.s. in behande ling- De moord in den Beemster. Naar het N. v. d. D. meldt, heeft de ver» dachte van den moord in den Beemster, dio als marine-deserteur in Den Helder voor den zeekrijgsraad terecht moet staan, een volledige bekentenis afgelegd. Smokkelaarseinde. Te Bnbbe- rich is een smokkelaar uit Arnhem doodge schoten. In den nacht van Woensdag op Don derdag heeft te Maastricht een soldaat-com mies een smokkelaar, die gesnapt was en ontvluchten wilde, in de Zakstraat doodge schoten. Inbraak. Woensdagnacht is te Arnhem ingebroken in den ijzerhandel von den heer Perlstein, Turfstraat. Een firmant, die alleen thuis was, ontdekte 's nachts twee personen op zijn slaapkamer, die bi* zijn ontwaken vluchtten Gestolen ziin twee gou den horloges en 50 uit een schrijfbureau, dat werd opengebroken. In den winkel zijn twee kasregisters geforceerd. Daaruit is 10 gestolen. De daders zijn voortvluchtig. Diefstal van Saccharine. Uit de loods Canada van Thomson's Haven bedrijf te Rotterdam is cene partij sacchari ne van 16,000 ontvreemd. Mijnongeluk. De mijnwerker W. V. is door te vlugge ontploffing van een dy- namietpatroon in de staatsmijn te Terwen- selen omgekomen. Een 8ndere mijnwerker werd bij het incident zwaar gewond. In de mijn te Spekholzerheide is de op zichter Fransen in een vijftig meter «liepe schacht te pletter gevallen. Verbrand. Te Opwierde (Gron.) is de 54-jarige vrouw E. W. die nnn verlam ming leed, met vuUr in aanraking gekomen en aan de wonden overleden. Brand in de Amsterdomsche vischhal. Donderdagavond 10 uur is een middelbrand uitgebroken in de bak kerij «van het Rijksdistributie-bureau van visch te Amsterdam, alwaar zoo noodig de visch voor militairen gebakken wordt. Ten gevolge van het materiaal, waaronder bakolie, manden enz., vatte het gebouw snel vuur, zoodat de vlammen hoog oplaaiden. Het gebouw is gevestigd aan de De Riiy- terkade en behoort tot het complex gebou wen van de gemeentelijke vischallen, waar de harde bokkings opgeslagen zijn. welke gister juist voor het eerst onder de Amster- damsche bevolking gedistribueerd zou wor den. Vermoedelijk zijn deze bokkings door het water bedorven. De vischbakkerij brand de geheel uit, ofschoon de brandweer spoe dig met zes slangen op de vechtwaterleiding had aangevat. De brandweer was spoedig den brand meester. De oorzaak van den brand moet vermoe delijk gezocht worden in kwaadwilligheid, daar 's morgens nog de opzichter aanwe» zig was, die alles in orde vond. Een hongerige maag is eerder genezen dan een overladen maag. Roman door ERIK LJE. ^Geautoriseerde vertaling uit het Noorsch door A M. van der Linde n—van Eden. Idoïctte Baltzersen's meisjesschool was de Cenige in de stad. De school was niet overbe volkt, maar zij was uiterst deftig. Al de rijke en aanzienlijke families zonden hun dochters daarheen. Juffrouw Baltzersen was namelijk een beschaafde dame, en dat wilde veel zeg gen. Want de kinderen waren anders aange wezen op de vollrt-school en de straat, waar de omgang maar dikwijls zóó, zóó was, en waar slechte en verderfelijke invloeden zich zoo licht lieten gelden. Zooals zij daar achter de kleine tafel zat te borduren, gleed er een lichte, prettige glim lach over haar gelaat vol sproeten. Met haar groote voortanden, den spitsen neus, die er uitzag of hij beweegbaar was en waarvan een gouden lorgnet neerbengelde, de ronde oogen en het grijsachtige haar, dat glad gekamd was aan weerszijden van de scheiding, geleek zij wel iels op een spiedende rat. Terwijl de pennen Krasten en de borduur naald op en neer ging, dacht zij aan de toe komst van de school. Het schooljaar liep ten unde, en zij was nieuwsgierig ol er zich na de vacantie nieuwe leerlingen zouden aanmel den. Het was zoo waar, de jaren gingen „als het loof aan de takken der boomen,' zooals dominee Stillo, zoo weemoedig had gezegd in zijn laatste preek, en toen begon zij zich vra gen voor te leggen, in verband met een onbe- zorgden ouden dag zij zag dien soms als een dreigend spook aan den horizont. Ach ja maar gelukkig was het zoo ingericht dat er zoo iets bestond als het huwelijk. Het huwe lijk zorgde er voor dat de wereld niet uit stierf en dat er leerlingen zouden komen voor haar school. In haar gedachten ging zij haar heelen kring van beken-den na en zij liet ze toeven bij de dames, die in aanmerking kon den komen voor dat doel. Er waren er niet zoo heel weinigen. Maar wat vreerad dat er geen kleintje kwam bij den tolbeambte. Zij waren anderhalf jaar getrouwd, en er was, •zoover zij wist, niets op hem of op haar te zeggen. Een ander geval was het met den apotheker, die gebrekkig en op zijn ouden dag getrouwd was met zijn uitgedroogde vrouwe lijke assistente. Daar was natuurlijk geen hoop. Abraham en Sara's geschiedenis zou zich wel nie! herhalen Er was bovendien in onze dagen aan jeugd geen gebrek. De jeugd, ja! Juffrouw Baltzersen zuchtte stil voor zicb heen en liet haar gedachten den vrijen loop. Een klein wolkje, dat verdwaald was aan den grensloozcn, diepen hemel trok plotseling haar aandacht. Op hetzelfde oogenblik dat juffrouw Balt zersen uit het venster keek, hieven al de leer lingen het hoofd op. En allen keken naar de kleine wolk als naar een groote gebeurtenis. „Ach," dachten zij allen, „als we nu maar geen regen krijgen." Onder de stille overpeinzingen van juffrouw Baltzersen waren de meisjes minder vlijtig ge weest dan de ernstige gezichtjes aantoonden. Onder den lessenaar door gingen er stukjes papier van hand tot hand. Er stond op „Tk heb iets verschrikkelijks te vertellen. "Wacht tot het vrije kwartier. M." De nieuwsgierigheid was gewekt De kleine onschuldige wolk had hen de pen nen neer doen leggen en de hoofden bij elkaar steken. Minstens tien vlechten zwaaiden van links naar rechts. Het uur liep ten einde, en dan zouden zij het verschrikkelijke vernemen. Och. och, wat zou dat kunnen zijn? En wie was M? Er waren maar drie, wier naam met een M. begon. Zou bet Minken Bolstad, of Marjeta Terjensen of Margot Klinge zijn? Aller oogen richtten zich op de laatste, een elfjarig meisje met helder blauwe oogen en zijdeachtig -zwart haar. Het was haar schrift dat was zeker en zelve zat ze daar zoo vreemd bleek en bevend van angst dal de juf frouw iels zou ontdekken van de opschudding, door haar briefje veroorzaakt. Juffrouw Baltzersen meende eenig loven on der de banken te hooren. Zij zette haar gou den lorgnet af zij was vérziende cn haar oogen dwaalden over de hoofden harer leer lingen heen, totdat zij bleven rusten op Mar got Klinge met de blauwe oogen en het zwarte haar. ..Wat zie je bleek, Margot. „Ben je ziek?" Margot werd zoo rood als het vloeipapier in haar schrift en schudde verlegen met haar hoofd. Juffrouw Baltzersen keek op haar horloge. „Komt, kinderen, pakt je boel op. Neemt je boterhammen mee en gooit geen papieren op den grond. En maakt geen leven, je weel dat naast ons bij den kleermaker.„1 De schelle stemmen van de meisjes over stemden haar waarschuwing. Zij ging zitten om haar twee boterhammen uit tc pakken, terwijl zij nu en dan naar de plaats keek. waar_de incengcfrorameldc papieren, ten spijt van alle vermaningen, verspreid lagen aIs vuile sneeuwballen. Na de drukte in de leerkamer bij het weg gaan hccrschte er buiten een merkwaardige stilte. Dc meisjes waren in een hoek van den tuin onder de bloeiende kersenboomen bij elkaar gekropen. Zij staken de hoofden bijeen, fluister den en liepen twee aan twee met elkaar en deden heel geheimzinnig. Zij waren van ver schillenden leeftijd, van veertien tot zes jaar. Zij droegen lichte zomerjurken in alle nuan ces, rood en blauw, en hun stil fluisterend ge snap klonk als vogelgekwcttcr onder den wit ten, schaduwrijken bloesemlooi. Neen, eerst wilde Margot niets zeggen. De vriendinnen hingen aan haar cn bedelden cn smeekten. Zij gonsden om haar heen als vlie gen om een suikerpot; maar zij wilde niet antwoorden. De zwarte vlecht met den roo- den strik hing weerspanning aan den eenen kant. „Maar je schreef toch dat je iets vrceselijks had le vertellen?" vleide de even oudere Con stance Augensen. „Iïet is zoo mocielijk," zei Margot. Iié, ik dacht niet dat je zoo kinderachtig was," zei Alvide Mellemvik spottend. „Nou, dat valt me van je legen." „Toe, zeg het zachtjes aan mij,' zei Minkc Bolstad vleiend. Zij was Margot's hartsvrien din. „Je weet dat ik niets vertel Met de ar men om elkanders middel geslagen liepen zij over de plaats. En met groote oogen vertelde Margot het groote geheim. Een oogenblik daarna werd hel dc een€ na de andere toevertrouwd en allen werden heel stil. Margot's vader cn moeder gingen scheiden! Het was alsof er iets brak in hunne hoof den. Het nieuwtje scheen zoo eenvoudig en tegelijk zoo gewichtig. De jongslcn begrenen er niets van, maar de alleroudstcn waren blijkbaar niet zoo erg on der den indruk. En spoedig ging het geheim den weg van alle geheimen; het werd met lui der stem over dc heele schoolplaats bespro ken. „Gaat je papa of je mama op reis?" vroef een naicf klein meisje. Margot wendde, het hoofd af. De vraag waf als een inval midden in haar huiselijk leven Het was zoo moeielijk om te antwoorden. „Bah, zoo'n scheiding beteekent niets,' merkte Constance Augensen verwaand aan „Papa en mama waren beiden vroeger al eens getrouwd. Dat is in 't geheel zoo vreemd niét Als je daar op letten wou." „Tegenwoordig trouw je niet voor bet leven," zei Marjete Tcrjessen op onderwijzen den toon. Zij las veel cn leende boeken uit de leesbibliotheek. „Dat was zoo in den ouden tijd." „Mijn oom is ook gescheiden." sprak Tobine Stokke, heel trotsch. „Ik hoorde oom tegen vader zeggen dat het de schuld van zijn schoonmoeder was." „Och, onzin" klonk het eenstemming ui' den mond van twee meisjes. Margot keek ernstig vóór zich. (Wordt vervolgd-l

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1918 | | pagina 5