DAGBLAD
„DE EEMLANDER"
lonuurucuKPaiit ®"ndeo *oorAmtn*
PIMIIDMtmtllZS'^ïï
TWEEDE BLAD
KOLONIËN.
BINNENLAND
FEUILLETON.
Het nest verstoord
16e Jaargang, Wo. 245
AuUnRLniLni ul nil0 footi f 1.50. idem h-inco
pet pos! f 100 pel week 'met gratis Terzekering
tegen ongelukken) f 0.11. aizonderUJke oummer»
f CL05 Wekelljlc5ch bijvoegsel «De HolUndscha
Halsvrouw* .onder redactie ?»d Thêrèse Hoven)
pa 3 maanden 50 cent Wekelljksck bQvoegael
wWtxtidttvut* per 3 maanden 60 cent.
HOOFDREDACTEUR: M.. D. J. VAN SCHAARDENBURG
UITGEVERS: VALKHOFF C. -
BUREAU: ARNHEMSCHE POORTWAL. <0Rn»l«nKKm.
INTERCOMM. TELEFOONNUMMER 613
Zaterdag 11 Mei 1918
dienstaanbiedingen 1—3 regel* f 0.50. groote letter*
naar plaatsruimte. Voor bande) es bedrijf bestaan
zeer voordeelige bepalingen tot het herhaald idee»
tecren la dit Blad, by abonnement Eent dradair^
bevattende da voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Oottlndlê
Het altredeu v»n de» heer
Lovink.
Uit Batavia wordt geseind:
De heer Lovink deelt, in verband met het
bericht van zijn ontslagaanvrage mede, dat
het niet zijn plan was om lang na zijn ver
lof in Indië te blijven. De tijdsomstandighe
den echter vertraagden zijn vertrek. Dat is
'de reden, waarom de datum van zijn aftre
den no" niet bepaald was.
De Staatscourant van 10 Mei bevat o. a.
de volgende Kon. besluiten:
op verzoek eervol ontslagen mr. E. Bonn als
griffier van hel kantongerecht te Nijmegen;
'benoemd tot president-plaatsvervanger bij
den krijgsraad te 's Gravcnhagc mr. W. Boek
houd!- oud-raadsheer hij het Hooggerechtshof
jn Neci.-Indië en mr. W. Francken, advocaat en
procureur beiden wonende te 's Gravenhage.
De Minister van Marine, Schout bij
Nacht Rambomet hield gisterochtend in te
genwoordigheid van den vice-odmiroal W.
Naudin ten Cate, commandant in de Marine-
Directie te Willemsoord; den vice-admiraal
Smidt, commandant in de Marine-Directie te
Hellevoetsluis en den nieuw opgetreden
chef van de afdeeling Personeel aan het De
partement van Marine, kapitein ter zee P.
te Veltrup, besprekingen met de afgevaar
digden van het hoofdbestuur van den Bond
van Minder Marine-personeel.
Nedertarci ci: de oorlog
Ne<»eriHTi<1 ai» f)iiltaclilaD«l.
Reuter seint uit Parijs
De Matin zegt, naar aanleiding van de
overeenstemming tusschen Duitschland en
Nederland verkregen:
„De Duitschers hebben met hun gewone
brutaliteit Nederland met bedreiging en af
persing gedwongen hun het gebruik toe te
staan van enkele transportwegen. Uit de
Duitsche eischen, die een spoedige oplos
sing vroegen, kan men de ernstige gevolg
trekking maken, dat de operaties in Vlaan
deren tot de belangrijkste zullen behooren,
die de vijand dezen zomer in het westen zal
ondernamen. Opnieuw is de onzijdigheid
van een land, zooal niet openlijk geschon
den, dan toch ernstig aangetast, opdat Hin
denburg de lijn naar Verviers geheel kan
gebruiken* voor het vervoer van troepen en
wapens, door over de Nederlandsche wegen
te verzenden alles wat dient voor het voed
sel, den gezondheidsdienst, en zelfs voor de
veiligheid van zijn legers in Vlaanderen.
Havas seint uit Parijs:
De Gaulois schrijft: „Door pressie die ge
lijk staat met echte chantage en een ernsti
ge inbreuk op de Nederlandsche onzijdig
heid, heeft Duitschland van zijn buurman
voor het vervoer van zware vrachten de be
schikking gekregen over de kanalen in Lim
burg en van de Maas, evenals van twee
spoorwegen voor druk verkeer. Die lijnen
zullen de lijnen in de streek in Luik onmid
dellijk verlichten en dus voortaan een direc
te rol vervullen in den oorlog. Onder ver
kapten vorm is dit een werkelijke bezetting
van grondgebied."
He hilling v*n onze graanschepen
Door het Kamerlid van Veen zijn, naar
de Tel. meldt, aan den minister van Buiten-
landsche Zaken de volgende vragen gesteld:
1. Is het juist, dat de Amerikaansohe re
geering tot heden aan de Nederlandsche
regeering geen vergoeding heeft doen toeko
men voor de granen, welke ten vorig en jare
door of namens de Nederlandsche regeering
in Amerika zijn gekocht, betaald en in Ne
derlandsche schepen geladen, doch door de
Amerikaansche regeering zijn gevorderd en
uit die schepen tot zich genomen"?
2. Zoo neen, hoedanig deel der betaalde
koopsommen heeft de Nederlandsche regee
ring terug te bekomen en wanneer heeft
deze betaling plaats gehad?
3. Zoo ja, welke stappen heeft de Neder
landsche regeering gedaan om tot betaling
dier gevorderde granen te komen en wat is
de reden, dat deze tot heden geen succes
hebben gehad?
Teruggekeerd convooi.
Uit Hoek van Holland meldt men ons
Het Donderdagmorgen uitgevaren Engel-
sche convooi van 4 schepen keert in den
Waterweg terug. Voortdurend hoort men in
zee schieten. Den geheelen dag kruisen
watervliegtuigen langs de kust.
Oui« bedreigde veestapel.
Door het Kamerlid Van Rappard zijn,
naar de Tel. meldt, aan de ministers van
Oorlog en Landbouw vragen gesteld, in ver
band met den toestand van onzen veestapel,
die volgens hem door 't vleeschrantsoen der
militairen bedreigd wordt.
De vraag aan den minister van Oorlog
luidt als volgt:
Is de minister bereid, in verbond met den
toestand van den veestapel, die met onder
gang bedreigd wordt, te bevorderen, dat aan
de militairen 2geen hooger vleeschrant
soen wordt verstrekt dan aan e burgers?
Aan den minister van Landbouw stelde de
heer Van Rappard de volgende vraag:
Is in verband met een vraag, door den on-
dergeteekende gericht aan den minister van
Oorlog, om den militairen geen hooger
vleeschrantsoen te verstrekekn dan ann de
burgers, de minister bereid, om het slacht
verbod op ruinen op te heffen?
De vlees ch- en vetdistributie.
Naar de Tel verneemt, is het niet geheel
onmogelijk dat de bestaande distributiere
geling van vleesch vervangen wordt door een
andere.
De minister moet den voorzitter van den
Nederlandschen Slagershond hebben aan
gezocht, een nieuwe distributie-regeling
voor vleesch te ontwerpen.
De vetdistributie zou tusschen 1 en 15
Juni in werking treden.
Vervoerverbod van
aardappelen.
De minister van Landbouw heeft verbo
den het vervoer van alle vroege aardappe
len oogst 1918 uit eenig deel eener ge
meente naar alle andere deelen des Rijks,
hetzij in of buiten die gemeente gelegen.
Het verbod is niet van toepassing op het
vervoer van vroege aardappelen, gedekt
door een vervoerbewijs, afgegeven door de
Rijkscommissie van Toezicht op de Aard-
appelvereeniging.
Inzameling van graan en
peulvruchten.
Op last van den minister van Landbouw
is men in de provincie Groningen overge
gaan tot de inventarisatie van alle granen,
peulvTUchten en zaden op de boerderijen
aanwezig. De inventarisatie geschiedt door
patrouilles van vier militairen, wielrijders,
vergezeld van een commandant en een bur
ger-deskundige. Reeds zijn 300 militairen
voof dot doel aangekomen. Bij sommige bak
kers in enkele gemeenten moet de reserve-
voorraad rogge verdwenen zijn; het gevolg
is, dat er nog minder voorraad is, dan waar
op de Regeering rekende. Dat dit voor de
bekkers op hooge boeten zal uitloopen, is
zonder twijfel.
Rijkskantoor voor Melk
en Kaas.
Het bestuur van het nieuw opgerichte
Rijkskantoor voor Melk en Kaas is als volgt
samengesteld
President-directeurdr. A. G. Boon, di
recteur van de melkafdeeling de heer T. J.
A. Diephuis (voorzitter van de Ned. Melk
Hyg. Vr.); directeur van de kaaasafdeeling
de heer G. J. Blink (secretaris van de Kaas-
vereeniging).
Stopgezet.
De afvalspinnerij der fa. B. W. en I. ter
Kuile, te Enschedé, zal deze week geheel
worden stopgezet, aangezien de N. O. T.
aan de afvalhandelaren weigert vergunning
te verleenen tot aflevering van afval aan
spinners. Reden dezer weigering is, dat de
N. O. T. de Twentsche spinners wil dwingen
een contract te teekenen, waarmede zij niet
accoord gaan.
Duitsche troepenconcentratie
vóór de oj\tspanning.
Naar thans van de Belgische grens ge
meld kan worden, waren ten tijde van de
spanning tusschen Nederland en Duitsch
land in Gent niet minder dan 80.000 man
Duitsche troepen cavalerie en infanterie ge
concentreerd.
(Vad.)
Een onstuimige vergade
ring. Men schrijft uit Alkmaar aan het
Hbld.:
De heer Duys, lid der Tweede Kamer, trad
Dinsdagavond elhier in een door de S. D.
A. P. belegde openbare vergadering als spre
ker op over de taak der socialisten in het
Parlement. De zaal was stampvol en onder
de menigte bevonden zich de kopstukken der
christen-socialisten en hun aanhangers, hier
en daar in groepen samengeschoold. Al
dadelijk werd de vergadering onrustig toen
de spreker wees op de „leugenachtige en
gemeene wijze" waarop zijn partijgenooten
en hij in verband met hun optreden in de
Kamer door de anarchistische en soc. chris
telijke pers werden bestreden. „Natuurlijk",
zei Spr. sa-rcastisoh, „zouden onze bestrij
ders 't in de Kamer beter gedaan hebben;
zij zijn zooveel geleerder dan wij en be
moeien zich niet met het bestudeeren van
wetten en volkenrechtelijke quaesties. Maar
één ding verlang, ja eisch ik, en dat is, dat
men onze goede trouw niet verdacht maakt.
Wij staan in de Kamer als vertrouwensman
nen der arbeiders en doen niet anders dan
hun politieke en maatschappelijke belangen
oehartigen. Eigen belang is ons vreemd, is
verre van ons
Jawel", werd er uit de zaal geroepen,
,,'t eigen belang van jullie portemonnaie!"
OveT deze interruptie toonde de heer Duys
Z'ch ernstig verstoord en deze „giftige op
merking" bewees, hoezeer het kwaad reeds
voortgewoekerd was in de hoofden. Er ont
stond groot kabaal in de zaal en de voor
zitter trachtte tevergeefs de gemoederen te
lalmeeren. Dit gelukte eindelijk den oud-
voorzitter der Alkmaarsche afdeeling der
S D. A. P., het gemeenteraadslid Verkerk
die er op wees, dat straks gelegenheid zou
gegeven worden tot debat en de vergade
ring bezwoer zich toch rustig te houden.
Dit gehikte een kwartier.
De heer Duys vertelde, dat hij vóór de
mobilisatie-credieten gestemd had, „omdat
we anders vast en zeker in den oorlog zou
den zijn gekomen" en desondanks dat toch
tol op den huidigen dag stond op het stand
punt van „geen man en geen cent", begon
de herrie opnieuw. „Gemeene leugenaarl
Lloert!" werd er geroepen.
Buitengewoon opgewonden toone zich me
vrouw Tjadenv. d. Vlies (Eerke), die in een
der voorste rijen van de zaal had plaats ge
nomen en herhaaldelijk interrumpeerde,
daarbij krachtig geholpen door haar echtge
noot. „Houdt opf houdt opf" riep Enka, „je
prikkelt iemand zóó, dat het bloed hem on
der de nagels van daan looptf" Donderend
applaus van de zijde der anarchisten, ge
volgd door een hard gejuich door de S. D.
A. P.-ers. Er ontstond een geweldig tumult
en de geheele vergadering was in twee kam
pen verdeeld, die met elkaar onderling aan
het debatteeren waren.
De voorzitter kon de orde niet handhaven.
,Gooi de herriemakers er uitf" was de over-
heerschende kreet.-Politie verscheen en
kwam bij de familie TjadenVan der Vlies.
De vergadering was nu op haar kookpunt.
Eindelijk gelukte het den heer Duys weder
om zich verstaanbaar te maken, doch alleen
om te zeggen: „Mevrouw Enka heeft haar
zin: zóó kan ik niet verder spreken en zie
van 't woord af." Spr. pakte zijn paperassen
bij elkaar en ging zitten. Intusschen duurde
de herrie voort
Ten slotte gelukte het den heer Verkerk
de tegenwoordige voorzitter der S. D. A. P.
kon met de beste wil der wereld geen orde
krijgen) een oogenblik stilte te bewerkstelli
gen. „Jongens, zóó gaat 't niet langer!" zei-
de hij, „kijkt eens, we hebben 90 onkos
ten vanavond en dit is weggegooid geld,
want we sluiten de vergadering. Maar als
de tegenpartij mèt ons samen de onkosten
van een tweede vergadering wil betalen,
waarbij iedere spreker precies denzelfden
tijd krijgt om z'n meening uiteen te zetten,
dan zijn wij daarvoor te vinden!"
Mevrouw Tjaden trachtte op 't tooneel te
komen om toch het woord te voeren, doch
haar werd de toegang geweigerd. Het scherm
zakte en de vergadering was en bleef geslo
ten. Langen tijd bleef het onder het publiek
in de zaal nagisten; bleek van woede en er
gernis verliet mevrouw Tjaden de zaal en
haar man, trillende van kwaadheid, volgde
haar
Het publiek zette de debatten op straat
luide voort onder het motto „het kost geld,
't zal nog méér kosten en wat hebben we
dan nog?" gelijk een hunner zich uitdrukte.
Firmo Erdmann Hcthey.
Woensdag had tc Amsterdam een crediteuren-
vergadering plaats, bijeengeroepen door de ad
vocaten van bovengemelde firma.
Op deze vergadering bleek dat globaal geno
men het passief in totual 18,997,000 bedraagt
en het actief 6,996,000.
Wat betreft particulieren, hiervoor bedraagt
het actief 2,875,000, bij Nederlandsche ban
ken 77,000, bij buitenlandsohe banken
808,000, totaal 3,761,000.
Het passief hier tegenover beloopt: bij parti
culieren 11,888,000, bij Nederlandsche banken
4,330,000, bij buitenlandsche banken
2,309,000.
Het resultaat is aldus, dat ongeveer gedeel
te van het passief niet in Nederlansche, doch
in Duitsche handen is.
De particuliere debetsaldi en gefingeerde re
keningen van de firmanten beloopcn voor: Al
fred Hethey 2,600,000, waar afgaat aan be
zittingen 618,000, benevens privé schuld
ƒ208,000; Walter Hethey ƒ517,000; Alfred
Eidmann ƒ331,000. Deze bedragen zijn niet in
het actief ingebracht.
Omtrent de waarde van de verschillende de
biteuren is geen oordeel te vormen.
Volgens rnededeeling is er geen bclcening ge
schied van fondsen door derden gedeponeerd.
De Voorzitter maakte er hiervoor attent 'op,
dat zeker een bedrag van ƒ9,600,000, waar
schijnlijk zelfs meer voor rekening komt van
Duitsche crediteuren, terwijl 't actief in Duitsch
land niet meer bedraagt dan 3,400,000.
Namens Duitsche belanghebbenden werd door
mr. Von Saher betoogd, dat allicht een onder-
handsche schikking mogelijk zou zijn en naar
aanleiding daarvan werd door den heer mr. Kap-
pcyne van de Coppello een voorstel gedaan om
een commissie van drie leden uit crediteuren t#
benoemen, die met de advocaten in dien geosC
werkzaam zouden zijn.
Daarentegen werd door den heer mr. C. J.
Pekelharing, namens zijn lastgevers medegedeeld
dat hij zou doorgaan faillissement aan te vragert
en het hem speet dit niet eerder te hebben go-
daan.
Het voorstel-Kappcyne vcrviep'dnordoor, zoo
dat geen besluit in deze vergadwing werd ge-
Nader meldt men ons, dat de faillissements
aanvrage der firma Erdmann en Hethey is inge
trokken.
Naar wij intusschen vernemen treft de intrek
king van de faillissementsaanvrage der firma
Erdmann en Hethey niet die door mr. Pekel
haring, doch die door mr. Povcl ingediend. De
laatste aanvrage komt Maandag n.s. in behande
ling-
De moord in den Beemster.
Naar het N. v. d. D. meldt, heeft de ver»
dachte van den moord in den Beemster, dio
als marine-deserteur in Den Helder voor
den zeekrijgsraad terecht moet staan, een
volledige bekentenis afgelegd.
Smokkelaarseinde. Te Bnbbe-
rich is een smokkelaar uit Arnhem doodge
schoten.
In den nacht van Woensdag op Don
derdag heeft te Maastricht een soldaat-com
mies een smokkelaar, die gesnapt was en
ontvluchten wilde, in de Zakstraat doodge
schoten.
Inbraak. Woensdagnacht is te
Arnhem ingebroken in den ijzerhandel von
den heer Perlstein, Turfstraat. Een firmant,
die alleen thuis was, ontdekte 's nachts twee
personen op zijn slaapkamer, die bi* zijn
ontwaken vluchtten Gestolen ziin twee gou
den horloges en 50 uit een schrijfbureau,
dat werd opengebroken. In den winkel zijn
twee kasregisters geforceerd. Daaruit is 10
gestolen. De daders zijn voortvluchtig.
Diefstal van Saccharine.
Uit de loods Canada van Thomson's Haven
bedrijf te Rotterdam is cene partij sacchari
ne van 16,000 ontvreemd.
Mijnongeluk. De mijnwerker W.
V. is door te vlugge ontploffing van een dy-
namietpatroon in de staatsmijn te Terwen-
selen omgekomen. Een 8ndere mijnwerker
werd bij het incident zwaar gewond.
In de mijn te Spekholzerheide is de op
zichter Fransen in een vijftig meter «liepe
schacht te pletter gevallen.
Verbrand. Te Opwierde (Gron.)
is de 54-jarige vrouw E. W. die nnn verlam
ming leed, met vuUr in aanraking gekomen
en aan de wonden overleden.
Brand in de Amsterdomsche
vischhal. Donderdagavond 10 uur
is een middelbrand uitgebroken in de bak
kerij «van het Rijksdistributie-bureau van
visch te Amsterdam, alwaar zoo noodig de
visch voor militairen gebakken wordt.
Ten gevolge van het materiaal, waaronder
bakolie, manden enz., vatte het gebouw snel
vuur, zoodat de vlammen hoog oplaaiden.
Het gebouw is gevestigd aan de De Riiy-
terkade en behoort tot het complex gebou
wen van de gemeentelijke vischallen, waar
de harde bokkings opgeslagen zijn. welke
gister juist voor het eerst onder de Amster-
damsche bevolking gedistribueerd zou wor
den. Vermoedelijk zijn deze bokkings door
het water bedorven. De vischbakkerij brand
de geheel uit, ofschoon de brandweer spoe
dig met zes slangen op de vechtwaterleiding
had aangevat. De brandweer was spoedig
den brand meester.
De oorzaak van den brand moet vermoe
delijk gezocht worden in kwaadwilligheid,
daar 's morgens nog de opzichter aanwe»
zig was, die alles in orde vond.
Een hongerige maag is eerder genezen
dan een overladen maag.
Roman door ERIK LJE.
^Geautoriseerde vertaling uit het Noorsch door
A M. van der Linde n—van Eden.
Idoïctte Baltzersen's meisjesschool was de
Cenige in de stad. De school was niet overbe
volkt, maar zij was uiterst deftig. Al de rijke
en aanzienlijke families zonden hun dochters
daarheen. Juffrouw Baltzersen was namelijk
een beschaafde dame, en dat wilde veel zeg
gen. Want de kinderen waren anders aange
wezen op de vollrt-school en de straat, waar
de omgang maar dikwijls zóó, zóó was, en
waar slechte en verderfelijke invloeden zich
zoo licht lieten gelden.
Zooals zij daar achter de kleine tafel zat te
borduren, gleed er een lichte, prettige glim
lach over haar gelaat vol sproeten. Met haar
groote voortanden, den spitsen neus, die er
uitzag of hij beweegbaar was en waarvan een
gouden lorgnet neerbengelde, de ronde oogen
en het grijsachtige haar, dat glad gekamd was
aan weerszijden van de scheiding, geleek zij
wel iels op een spiedende rat.
Terwijl de pennen Krasten en de borduur
naald op en neer ging, dacht zij aan de toe
komst van de school. Het schooljaar liep ten
unde, en zij was nieuwsgierig ol er zich na
de vacantie nieuwe leerlingen zouden aanmel
den. Het was zoo waar, de jaren gingen „als
het loof aan de takken der boomen,' zooals
dominee Stillo, zoo weemoedig had gezegd in
zijn laatste preek, en toen begon zij zich vra
gen voor te leggen, in verband met een onbe-
zorgden ouden dag zij zag dien soms als
een dreigend spook aan den horizont. Ach ja
maar gelukkig was het zoo ingericht dat er
zoo iets bestond als het huwelijk. Het huwe
lijk zorgde er voor dat de wereld niet uit
stierf en dat er leerlingen zouden komen voor
haar school. In haar gedachten ging zij haar
heelen kring van beken-den na en zij liet ze
toeven bij de dames, die in aanmerking kon
den komen voor dat doel. Er waren er niet
zoo heel weinigen. Maar wat vreerad dat er
geen kleintje kwam bij den tolbeambte. Zij
waren anderhalf jaar getrouwd, en er was,
•zoover zij wist, niets op hem of op haar te
zeggen. Een ander geval was het met den
apotheker, die gebrekkig en op zijn ouden dag
getrouwd was met zijn uitgedroogde vrouwe
lijke assistente. Daar was natuurlijk geen
hoop. Abraham en Sara's geschiedenis zou
zich wel nie! herhalen Er was bovendien in
onze dagen aan jeugd geen gebrek. De jeugd,
ja!
Juffrouw Baltzersen zuchtte stil voor zicb
heen en liet haar gedachten den vrijen loop.
Een klein wolkje, dat verdwaald was aan
den grensloozcn, diepen hemel trok plotseling
haar aandacht.
Op hetzelfde oogenblik dat juffrouw Balt
zersen uit het venster keek, hieven al de leer
lingen het hoofd op. En allen keken naar de
kleine wolk als naar een groote gebeurtenis.
„Ach," dachten zij allen, „als we nu maar
geen regen krijgen."
Onder de stille overpeinzingen van juffrouw
Baltzersen waren de meisjes minder vlijtig ge
weest dan de ernstige gezichtjes aantoonden.
Onder den lessenaar door gingen er stukjes
papier van hand tot hand. Er stond op „Tk
heb iets verschrikkelijks te vertellen. "Wacht
tot het vrije kwartier. M."
De nieuwsgierigheid was gewekt
De kleine onschuldige wolk had hen de pen
nen neer doen leggen en de hoofden bij elkaar
steken. Minstens tien vlechten zwaaiden van
links naar rechts. Het uur liep ten einde, en
dan zouden zij het verschrikkelijke vernemen.
Och. och, wat zou dat kunnen zijn?
En wie was M?
Er waren maar drie, wier naam met een M.
begon. Zou bet Minken Bolstad, of Marjeta
Terjensen of Margot Klinge zijn?
Aller oogen richtten zich op de laatste, een
elfjarig meisje met helder blauwe oogen en
zijdeachtig -zwart haar. Het was haar schrift
dat was zeker en zelve zat ze daar zoo
vreemd bleek en bevend van angst dal de juf
frouw iels zou ontdekken van de opschudding,
door haar briefje veroorzaakt.
Juffrouw Baltzersen meende eenig loven on
der de banken te hooren. Zij zette haar gou
den lorgnet af zij was vérziende cn haar
oogen dwaalden over de hoofden harer leer
lingen heen, totdat zij bleven rusten op Mar
got Klinge met de blauwe oogen en het zwarte
haar.
..Wat zie je bleek, Margot. „Ben je ziek?"
Margot werd zoo rood als het vloeipapier in
haar schrift en schudde verlegen met haar
hoofd.
Juffrouw Baltzersen keek op haar horloge.
„Komt, kinderen, pakt je boel op. Neemt je
boterhammen mee en gooit geen papieren op
den grond. En maakt geen leven, je weel dat
naast ons bij den kleermaker.„1
De schelle stemmen van de meisjes over
stemden haar waarschuwing. Zij ging zitten
om haar twee boterhammen uit tc pakken,
terwijl zij nu en dan naar de plaats keek.
waar_de incengcfrorameldc papieren, ten spijt
van alle vermaningen, verspreid lagen aIs
vuile sneeuwballen.
Na de drukte in de leerkamer bij het weg
gaan hccrschte er buiten een merkwaardige
stilte.
Dc meisjes waren in een hoek van den tuin
onder de bloeiende kersenboomen bij elkaar
gekropen. Zij staken de hoofden bijeen, fluister
den en liepen twee aan twee met elkaar en
deden heel geheimzinnig. Zij waren van ver
schillenden leeftijd, van veertien tot zes jaar.
Zij droegen lichte zomerjurken in alle nuan
ces, rood en blauw, en hun stil fluisterend ge
snap klonk als vogelgekwcttcr onder den wit
ten, schaduwrijken bloesemlooi.
Neen, eerst wilde Margot niets zeggen. De
vriendinnen hingen aan haar cn bedelden cn
smeekten. Zij gonsden om haar heen als vlie
gen om een suikerpot; maar zij wilde niet
antwoorden. De zwarte vlecht met den roo-
den strik hing weerspanning aan den eenen
kant.
„Maar je schreef toch dat je iets vrceselijks
had le vertellen?" vleide de even oudere Con
stance Augensen.
„Iïet is zoo mocielijk," zei Margot.
Iié, ik dacht niet dat je zoo kinderachtig
was," zei Alvide Mellemvik spottend. „Nou,
dat valt me van je legen."
„Toe, zeg het zachtjes aan mij,' zei Minkc
Bolstad vleiend. Zij was Margot's hartsvrien
din. „Je weet dat ik niets vertel Met de ar
men om elkanders middel geslagen liepen zij
over de plaats. En met groote oogen vertelde
Margot het groote geheim.
Een oogenblik daarna werd hel dc een€
na de andere toevertrouwd en allen werden
heel stil.
Margot's vader cn moeder gingen scheiden!
Het was alsof er iets brak in hunne hoof
den. Het nieuwtje scheen zoo eenvoudig en
tegelijk zoo gewichtig.
De jongslcn begrenen er niets van, maar de
alleroudstcn waren blijkbaar niet zoo erg on
der den indruk. En spoedig ging het geheim
den weg van alle geheimen; het werd met lui
der stem over dc heele schoolplaats bespro
ken.
„Gaat je papa of je mama op reis?" vroef
een naicf klein meisje.
Margot wendde, het hoofd af. De vraag waf
als een inval midden in haar huiselijk leven
Het was zoo moeielijk om te antwoorden.
„Bah, zoo'n scheiding beteekent niets,'
merkte Constance Augensen verwaand aan
„Papa en mama waren beiden vroeger al eens
getrouwd. Dat is in 't geheel zoo vreemd niét
Als je daar op letten wou."
„Tegenwoordig trouw je niet voor bet
leven," zei Marjete Tcrjessen op onderwijzen
den toon. Zij las veel cn leende boeken uit de
leesbibliotheek. „Dat was zoo in den ouden
tijd."
„Mijn oom is ook gescheiden." sprak Tobine
Stokke, heel trotsch. „Ik hoorde oom tegen
vader zeggen dat het de schuld van zijn
schoonmoeder was."
„Och, onzin" klonk het eenstemming ui'
den mond van twee meisjes.
Margot keek ernstig vóór zich.
(Wordt vervolgd-l