„DE EEMLANDER"
BUITENLAND
BINNENLAND
!<5e Jaargang, Nö. 2RI
MMEHÏSPRUSCH^rZ^
per pon» Z.00. pel week (met gratis verzekering
tegen ongelukken) f 0.14. ahonderlilke nummert
f OD'. Wekelykscb bijvoegsel »L>« Holhndschi
Hmisvrow londe* redactie van fhérèse Hoven)
pet 3 maanden 50 «ent WekelUkaeb byvoegte)
•Wereidrcvui* per 5 maanden 60 cent
HOOFDREDACTEUR: M«. D. J. VAN SCHAARDENBURG
UITGEVERS: VALKHOFF 4 C.
BUREAU: ARNHEMSCHE POORTWAL, HOK utkichtichkth.
INTERCOMM. TELEFOONNUMMER 513
saterdag 18 Mei 1918
dleoslunSlcdLs(jen J J regeli f OJO. g route ItHtti
our pliatsruimte. Voor hendel en bedrijf besteea
leer eoordfcllgt bcpellngcn tot hel herheeld idver.
tecren In dli Bied, b(J ebonoemenL Eene drculelrn,
bevettende de voonreerden. wordl op lenrreej
toegezonden.
EERSTE BL&P
Distributie, bet eeuwige onderwerp
Waar man tegenwoordig komt, het levens-
middelenvraagstuk is het onderwerp van ge
sprek, of liever van het gemopper. - Men
•preekt er niet meer over, doch men mop
pert, klaagt, pruttelt, kankert en lastert zelfs.
De levensmiddelennood is eigenlijk eerst
sinds eenige maanden nijpend geworden. Al
wat wij tot dusver doorgemaakt hebben, was
nog slechts voorspel. Nu eens was er ge
trek van dit, dan weer schaarsohte van dat;
maar telkens wist men zich met wat anders
ie helpen. Thans begint echter ook al het
andere te ontbreken, de voorraden bij parti
culieren geraken uitgeput en zij die tot
heden zich zelf wisten te helpen, staan nu
voor leege kasten en kisten.
De Nederlander begint te leeren vasten,
maar hij moet nog leeren berusten. Moesten
wij op de klachten afgaan, dan zou het op
dit oogenblik met de distributieregeling in
ons land 'n Janboel zijn en zou er de groot
ste onbillijkheid en onrechtvaardigheid heer-
sohen.
Het eigenaardige is dat wij iedereen, rijk
en arm hooren klagen. Over en weer ziet
men afgunstig naar den ander. De rijke
denkt dat de arme bevoorrecht wordt, en de
arme is bang, dat de rijke er beier aan toe
is.
Beiden vergissen zich. Het spreekt wel van
zelf, dat de overheid allereerst zich het lot
van de minderbedeelden aangetrokken heeft
en bij hare regeling eerst met de nooden
van dezen rekening houdt. Maar dat de rij
ken stiefmoederlijk behandeld zouden wor
den, is onwaar. Van elke beschikbaarstelling
van levensmiddelen iuo^en zij gelijkelijk
.profiteeren als alle anderen. Als zij zich
over sommige vooroordeelen weten heen te
zetten, zijn zij er geenszins slechter aan toe
dan de rest.
Maar aan den anderen kant is er ook geen
aanleiding de rijken te benijden. De inven
tarisaties hier en daar hebben wel bewezen
dat de groote voorraden, zoo zij al ooit be
staan hebben, verdwenen zijn, terwijl de ge
legenheid om de rantsoenen met andere,
dure artikelen aan te vullen, steeds gerin
ger wordt. Het eenige voordeel van de rij
ken is dat zij gewoon zijn kleinere hoeveel
heden te verorberen en dus met hun rant
soen gemakkelijker toe kunnen dan bijv. zij
die zwaren liohamelijken of buitenarbeid
verrichten.
Quaesties van smaak en aanpassingsver
mogen buiten beschouwing gelaten, zijn
thans alle burgers er vrijwel gelijk aan toe.
De overheid scheert allen over één kam, be
voorrechting is uitgesloten en voor jalousie
•beslaat geen enkele reden meer. Ruiling van
plaats zij noch den rijke noch den arme aan
geraden.
Laat ons dus onze schamele rantsoenen
niet bederven door ongegronde afgunst en
ook afzien van alle pogingen om ons eigen
lot te verbeteren, door anderen te kort te
doen en de gemeenschap te bestelen.
Zijn wij eenmaal overtuogd dat wij allen
gelijk behandeld worden, dan zal het ons
ook gemakkelijker vallen om te berusten,
want vaak is het alleen, het wantrouwen dat
anderen het beter hebben, dat ons mop
peren doet.
Het spreekt van zelf, dat de overheid bij
zulk 'n gansch nieuwe taak als de distributie
fouten begaat, dikwijls mistast en vooral
vaak te laat komt; zij moet alles nieuw schep
pen en eiken dag brengt weer verrassingen
en teleurstellingen, terwijl de medewerking
der burgerij soms veel te wenschen over
laat. Dit behoeft critiek geenszins uit te slui
ten serieuse critiek is juist de beste weg
tot verbetering en moet dankbaar aanvaard
worden doch moet ons oordeel wat ver
zachten. Al wat de overheid doet, elke distri
butie-maatregel, elke beperking van onze
vrijheid is geen willekeur, geen maatregel
om ons te plagen, doch geschiedt met de
bedoeling om den toestand voor allen
zoo dragelijk mogelijk te maken. Dat daar
aan het belang van den enkeling meer dan
eens opgeofferd moet worden, is onvermij
delijk. Nu eens moeten wij ons wat voor de
anderen getroosten, straks zal de ander om
onzentwille 'n offer moeten brengen.
Alle maatregelen van de overheid, zelfs
die welke uitgekreten worden voor staats
socialisme, worden niet genomen, wijl men
het bestaande maatschappelijk stelsel ont
wrichten of omver werpen wil, doch louter
omdat zulke maatregelen in de huidige om
standigheden tijdelijk gevorderd werden in
het algemeen belang. Daarom hebben wij
bijv. zoo betreurd de scherpe woorden, welke
geuit werden toen ons gemeentebestuur
kwam met het voorstel 'n gemeentewinkel in
te richten. In normale omstandigheden zou
zulk 'n voorstel absurd zijn en onverant
woordelijk. Thans geschiedde het u.'t nood
zaak. Niet om den middenstand te benadee-
len, niet op grond van wat men staatssocia
listische theorieën zou kunnen noemen,
doch louter ter wille van 'n zoo goed moge
lijke distributie. Hadden eenige winkeliers
daarvan schade ondervonden, we zouden het
met leede oogen gezien hebben, doch in dit
geval van nood moest het belang der winke
liers wijken voor het belang der gemeen
schap, gelijk wij in deze tijdefi zoo vaak ons
individueel belang geschonden zien op 'n
wijze, welke in normale tijden onduldbaar
zou heeten. Het was daarom van de toe
vallige meerderheid in den raad 'n fout
dat zij, die daar toch zat om het alge
meen belang te dienen, het belang van 'n
zekere groep liet voorgaan.
Minder dan ooit zijn thans de belangen
der gemeenschap veilig in handen van die
genen, die vóór alles de belangen van ze
kere groep op 'n bepaalde klasse behartigen.
Wij moeten allen ons offer, desnoods
zuchtend doch berustend brengen. Wij moe
ten wel bedenken wat er op het spel staat.
Zonder voldoende waarborgen voor de
volksvoeding, is handhaving van onze neu
traliteit natuurlijk onmogelijk; en na al wat
wij aanschouwd en gehoord hebben van het
lot van kleine naties in dezen grooten oor
log, zal er wel geen nuchter denkend mensch
zijn, die voor het behoud van onze neutrali
teit niet het grootste offer zou willen bren
gen. Bij elke beperking, welke ons opgelegd
wordt, moeten wij ons inprenten "dat zij ge
schiedt ter wille van de volksvoeding, ter
handhaving onzer neutraliteit.
Als wij trouwens den toestand in ons land
eens vergelijken met dien in andere landen,
zijn wij er heusoh zoo slecht niet aan toe.
Wij hebben bijv. in overvloed melk, groen
ten en suiker, artikelen waaraan overal el
ders de grootste schaarschte bestaat. Ons
nieuw rantsoen vet is driemaal zoo groot als
dat in Duitschland. Visch en kaas zijn daar
de duurste weelde-artikelen, schoeisel en
kleeding niet meer verkrijgbaar.
Waarlijk, gezien de tijdsomstandigheden,
onze voorrechten en den nood in andere
landen, (Duitschland niet alleen), hebben wij
alle reden tot dankbaarheid. Wij zijn geko
men op het punt waarop Duitschland reeds
2 jaar geleden stond, en daar heeft men al
lang leeren berusten.
Veel moeten wij ons ontzeggen, maar veel
is ons nog gelaten. Wij mogen ons gelukkig
achten, als de toestand voor ons blijft, gelijk
hij thans is. En men behoeft volstrekt niet
van zwartgalligheid te beschuldigen hem,
die zich thans reeds voorbereidt op nog
moeielijker dagen. Zoolang wij zelf nog, zij
het met moeite, ons eigen potje kunnen en
mogen bereiden en niet gedwongen
worden ons maal van de Centrale keuken te
betrekken, zullen wij alle offers met blijmoe
digheid blijven brengen, hoopvol wachtend
totdat eenmaal het verlossende woord „vre
de" gesproken zal worden. Want de vrede,
en de vrede alleen zal aan alle nood en el
lende 'n einde kunnen maken. En eenmaal
moet de vrede toch komen.
Mogen deze regelen bijdragen om 'n eind
te maken, niet aan de gesprekken over het
voedselvraagstuk, doch aan het gemopper
en het geklaag, het wantrouwen en den nijd.
Want daardoor maken wij ons het leven nog
veel moeielijker dan het reeds is.
Politiek Overzicht
De Entente en de vrede
van Bukarest,
m
De redenen, die maken, dat de Entente
nog steeds zich ongezind toont om op de
vredesgedachte in te gaan, zijn van verschil
lenden aard. Het zijn algemeene en bijzon
dere redenen. De stand van den strijd op het
oogenblik maakt, dat voorshands het denk
beeld om ten gunste van den vrede te wer
ken, niet voor discussie vatbaar is. Daarover
bestaat in de Ententelanden eenstemmig
heid. Zelfs Ramsay Macdonald, de bekende
voorstonder van den vrede in Engeland,
heeft in eene vergadering erkend, dat het
nu een slecht tijdstip was om over den vrede
te spreken. Nadat hij dit had gezegd, werd
hem de mond gesnoerd; een bende kwaad
willigen verdreef hem van het spreekgestoel
te en joeg de vergadering uiteen, daarmee
op hare manier te kennen gevende dot het
voor pTaten over den v^ede de tijd niet is.
De reden hiervan is gemakkelijk te be
vroeden. Lloyd George heeft den 9en Mei,
toen hij in het lagerhuis het woord voerde
om zich te verdedigen tegen de beschuldi-
ging"van generaal Maurice, dat hij aan het
huis onjuiste mededeelingen had gedaan
over de militaire gebeurtenissen, gezegd
,Jk heb verscheidene generaals aan het front
gesproken; zij zeiden mij, dat de Duitschers
nu in stilte misschien den grootsten slag van
den oorlog voorbereiden." Een bericht van
gelijken inhoud is tegelijk in Parijs gepubli
ceerd. De Entente verwacht dus een groo
ten slag, waarvan zij aanneemt dat hij nog
ernstiger en geduchter zal zijn, dan de door-
braakstoot, die sints den 21 en Maart tot diep
in het Engelsche front is doorgezet.
Die slag, de voortzetting van het Duitsche
offensief, moet in elk geval worden uitge
streden, voordat er aan vredesbesprekingen
valt te denken. En daarna? Zal dan de stem-
ming gunstiger daarvoor worden? Men moet
zich daarvan geene te groote verwachtingen
maken. Tot dusver is altijd ondervonden, dat
als de strijd aan het front gunstig voor de
Entente verliep zij van het denkbeeld om de
zaak op andere wijze tot oplossing te bren
gen niet wilde hooren, en als de loop ongun
stig was, nog veel minder. Geheel zonder in
vloed schijnt de tot dusver gevoerde strijd
niet te zijn gebleven. In de Figaro schrijft
Alfred Capus, een dex voorsten onder de
roepers in den strijd „Zoolong de Duitsche
generale staf niet door geweld tot teruggave
van eenigen der door hem vast
gehouden landen gedwongen zal
zijn, zullen alle onderhandelingen in ons na
deel uitloopen, want onze argumenten zul
len niet de waarde hebben van die van den
tegenstander." Dit duidt aan, dat men een
klein weinigje bescheidener is geworden.
Niet het terugwinnen van al het door de
Duitschers veroverde gebied, maar slechts
van een deel er van is meer de prealabele
voorwaarde, die moet vervuld zijn alvorens
over onderhandelen kan worden gesproken.
Maar men kan zich geene illusiën maken.
Er zullen heel wat andere tonen moeten wor
den vernomen om te kunnen zeggen, dat de
stemming aan de zijde van de Entente zich
naar den vrede begint te neigen.
Van de regeeringen verneemt men niets
don besliste afwijzing. Lord Curzon, de
trouwe schildknaap van Lloyd George, heeft
eergister gezegd, dat Engeland strijdt voor
een rechtvaardigen, eervollen en duurzamen
vrede, en aan welke voorwaarden zulk een
vrede moet voldoen, is aan de wereld be
kend. In tegenstelling daarmee kenschetste
hij een onrechtvaardigen vrede, d. w. z. een
vrede zoools hij nu zou zijn te krijgen, als
een vrede, die zou beteekenen voor het he
den een overwinning van de misdaad en het
aanwakkeren van een nieuwe misdaad in de
toekomst.
Zoolang het bewind blijft in handen van
eene regeering, die hare handelingen door
eene dergelijke stemming laat leiden, is er
voor de zaak van den vrede niets te ver
wachten. Men zou er aan moeten wanhopen,
dat dit ooit zal veranderen, ware 't niet, dat
in'de zittingen van het Engelsche parlement
van 8 en 9 Mfji, al was het resultaat van
de stemmingen ten gunste van de regee
ring, stemmen zijn opgegaan, die de uitwer
king hebben van een straal van hoop in
ons gemoed. Van beteekenis zijn vooral de
woorden, waarmee lord Lansdowne nog
maals opkwam voor de in zijne bekende
open brieven verkondigde overtuiging, dat
door onderhandeling en door overleg in der
minne de oorlog moet worden beëindigd. Van
die brieven neemt hij niets terug; zij houden
zijne geloofsbelijdenis in. Met scherpe sla
gen geeselde hij het stelsel van onderdruk
king, dat wordt toegepast om de vrienden
van den vrede als verraders voor te stellen
en hun den arbeid te verbieden. Lloyd
George zendt soldaten om vergaderingen
van pacifisten uiteen te jagen; hij laat schrij
vers, die wagen voor overleg op te komen,
in de gevangenis zetten. Erger nog maakt
men 't in Frankrijk, waar Caillaux nu reeds
maanden in de gevangenis smacht op de
beschuldiging van hoogverraad. In Amerika
streeft Wilson naar dictatoriale macht. Het
is van onmiskenbaar gewicht, dat een staats
man als Lansdowne, die in eene vroegere
periode van den oorlog zelf deel heeft uit
gemaakt van de Britsche regeering, thans
de stem van het gezond verstand laat hoo
ren en den voorvechters.van den vrede
door een „knock out", een aan den boksers-
strijd ontleende uitdrukking, die men kan
vertalen met genadeslag, voorhoudt, dat zij
in gebreke blijven te zeggen hoe, wanneer
en tot welken prijs de „knock out" is te be
reiken.
Een treffend blijk van instemming hebben
zijne woorden gevonden in een schrijven,
dat na de vergadering van het hoogerhuis
werd gezonden aan de Manchester Guar
dian, door lord Courtney of Penwith. Deze
hoogbejaarde staatsman heeft daarin de
meening uitgedrukt, die hij in de vergade
ring zou hebben verkondigd, als hij niet
verhinderd was geweest tegenwoordig te
zijn; hij zegt o.a.:
„Geen partij kan overweldigd worden.
Ook is Berlijn voor ons onbereikbaar. Zou
den wij niet moeten toegeven, dat wij allen
in stilte voelen, dat noch het gebrek in
Duitschland, noch het aangroeien van de
Ameiikaansche hulp zal uitloopen op het
terugwerpen van de Duitschers over den
Rijn? Wij kunnen „dus de vraag niet ontwij
ken: Tot welk doel moeten wij voortgaun de
jeugd en de mannenkracht, ja de bescha
ving en het christendom van Europa op te
offeren? Indien er slechts een mogelijkheid
is voor wederzijdsch overleg, mogen wij
haar dan afwijzen? Mogen wij elke toenade
ring als onoprecht, elk aanbod als een val
strik brandmerken?"
Deze woorden zijn lord Courtney's zwa
nenzang geweest. Een paar dagen later is
hij, 85 jaren oud, overleden. Zoo klinkt de
stem van deze nobele figuur, die altijd, ook
in den tijd van den Boeren-oorlog, onver
schrokken voor recht en gerechtigheid en
voor den vrede op aarde is opgekomen, als
een stem van de overzijde van het graf. Zal
zij ongehoord wegsterven? Ons hart en ons
verstand weigeren dit aan te nemen.
De oorlog.
Van de oorlogstooneelen het stereotiepe:
Niets nieuws.
N e w-Y o r k, 18 Mei. (R.) De corres
pondent van de Associated Press seint: Italië
heeft aan de Vereenigde Staten in vertröu-
wen medegedeeld, dat de aanwezigheid van
rnige duizenden Amerikaansche troepen
n het Italiaansche front zeer wenschelijk
zou zijn met het oog op de werkzaamheid
van de Duitsche propaganda. Hunne aanwe
zigheid zou strekken tot aanmoediging van
de burgerlijke en militaire bevolking.
Sofia, 17 Mei. (Buig. ag.) De bladen
publiceeren biografische bijzonderheden
over keizer Karei en keizerin Zita, die mor
gen te Sofia aankomen. Men is druk bezig
met de toebereidselen voor de ontvangst
van het keizerpaar. De stad is getooid met
de vlaggen der bondgenooten. De stroten
en pleinen, waar de stoet zal voorbijkomen,
zijn met bijzondere zorg versierd. Bij den
ingang der stad is een triomfboog opgericht.
Een bijzondere delegatie zal de hooge gas
ten te Nish gaan verwelkomen.
Londen, 17 Mei. (R.). Officieel be
richt. s
De koning heeft William Frederick Lloyd,
eersten minister van New Foundland, be
noemd lot lid van Z. M.'s geheimen raad.
P a r ij s 17 Mei (RFranklin Bouillan,
de voorzitter van dc Kamercommissie van bui-
lenlandsehc zaken, heeft in eene vergadering
van de radicaal-socialistische partij dc ver
klaring herhaald, dat de vredesaanbiedlngen
nooit vcreenigbaar zijn geweest met Frank
rijke trouw aan zijne bondgenooten of met de
oorlogsdoeleinden van Wilson.
Londen, 17 Mei. (R.) De controleur van
de voeding heeft ccn besluit genomen, waar
bij de gedwongen vlecscfilooze dagen in dc
openbare eethuizen worden opgeheven.
Londen, 17 Mei. (Part.) De Morning-
post valt hevig het plan van het federalisme
aan en zegt: De regeering heeft geen recht
de Britsche constitutie te hervormen. Haar
eenige plicht i$ oorlogvoeren. Het blad zegt,
dat het federalisme de Ieren, die afscheiding
wenschen, niet zal bevredigen.
De Daily Chronjcle-correspondent te Du
blin zegt dat de stemming in Ierland zeer is
verbeterd, dank zij de motiën van sympathie
en steun, die gezonden zijn door de libera
len en arbeiderscorporaties.
K i e w 1 7 M e i. (W.-B.). De Ukrainische
handels- en industrieraad is gister geopend.
Tegenwoordig waren omstreeks 1000 afge
vaardigden van alle economische vereeni-
gingen, en ook van de boerenbond en de
grondbezittersvereenigingen. Na eene korte
begroeting door den minister-president hield
de minister van handel Gulnik eene groote
programrede, die vooral waar van de nood
zakelijke beperking vtn den vrijen handel
door staatscontrole gesproken werd, met
grooten bijval begroet werd. Als voorzitter
werd met eenstemmigheid gekozen de pre
sident van de vereeniging van Zuid-Russi
sche mijninduslrieelen von Ditmer, die zich
tenvolle voldaan verklaarde door de rede
van den minister en zijne bereidwilligheid
uitsprak om mee te werken tot het opbou
wen van den staat.
S a 1 o n i k i, 17 Mei. (Havas.) De op
roeping der recruten van de lichting 1918
heeft een buitengewoon gunstig gevolg ge
had. De gemobiliseerden hebben zich met
geestdrift bij de recruteeringscommissies
aangemeld.
De metropoliet van Athene heeft zich naar
het front begeven om de troepen te zege
nen.
Londen, 1 7 M e i. (Part.) De Times ver
neemt uit Washington, dat de oppositie te
gen de wet, waarbij aan Wilson dictatoriale
macht verleend wordt, is opgegeven.
Verspreide Berichten
M a r s c i 11 e. 17 M c i. (R.) Een trein met
verlofgangers is op een goederentrein gere
den in het slation Rnnhcle bij Arles. Er zijn 8
dooden cn 22 gewonden.
KOLONIËN."
Oott-lndlft.
Slntaiie#
Uit Batavia wordt geseind:
Tot resident van Soerabaja is benoemd
de heer Van der Ent, thans te Rembbeng;
tot resident van Madoera mr. S. Cohen,
thans te Madioen; tot ass.-resident van Be-
soeki werd benoemd de heer FL. Broek-
veldt, thans te Malang; tot ass.-resident van
Rembang de heer P. H. Frolich, thans te Bon-
dowoso.
Den resident - Madoera, den heer W.
H. Hoedt, is eervol ontslag verleend.
Tweede Kamer
Hel omzetten van weilaml
in bouwland.
Bij de Tweede Kamer is een wetsontwerp in
gekomen, dat ten doel heeft een regeling te
scheppen inzake de omzetting in bouwland van
giaslunden, klavers of kunstweiden.
In <2c toeüchting van de minister van Land
bouw en van Justitie wordt er op gewezen, dat
de gezamenlijke producten van akkerbouw, vee
teelt en tuinbouw volgens gemaakte berekc
ningen in normale omstandigheden zooveel voe
dingsstoffen bevallen, dat ons volk hiermede
gevoed zou kimnen worden, indien no inkrim
ping van den veestapel bijna niets werd ver
bruikt voor veevoeder, niets verloren ging bij
het bewaren en <listribueeren en bij d'e bewer
kingen, welke zij vóór hun gebruik ondergaan.
Zelfs zou er don misschien een gering bedrag
kunnen overblijven voor uitvoer.
Daar door het vee, met name door de paarden,
belangrijke hoevee^eden krachtvoer zullen wor
den verbruikt en de verliezen bij distributie, be
waren en bewerken niet te ontkomen zijn, zal
het onmogelijk blijken ons volk met de op
brengst van eigen bodem te voeden, indien de
giond zijn tegenwoordige bestemming behoudt
Dit maakt het noodzakelijk om te zien naar
een nieuwe voedselbron, daarin bestaande, dat
de tegenwoordigo bestemming van don grond
wordt gewijzigd en over de daoroan verbondon
gioote bezworen wordt heengestapt.
Er blij Ft ten opzichte von de tccltregeling gcei^
onder middel over ter bevordering der voed-,
selproduclie don het omzetten van weiland in
bouwland.
Een hoog percentage der graslanden is echter
voor bouwland ongeschikt door den hoogen
waterstand in sommige tijden van het jaar of
door de structuur van den bodem.
In vele der zur ere werdestreken is dc af
wezigheid van allen akkerbouw aon deze oor
zaken te wijten.
Het scheuren von dergelijke daarvoor onge
schikte graslanden is natuurlijk uitgesloten.'
Daarom behoort aon den scheurdwang een in
ventarisatie dei graslanden voorof te gaan, welk®'
inventarisatie hooge eischen stelt uan de be
kwaamheid, ijver cn goede trouw van hen, dio
haar zullen uitvoeren.
In de gemengde bedrijven ziin de bezwaren
minder groot.
Dienen de weiden in deze berfrijven uitslui
tend voor de voeding van werkpaarden of voor
dc productie van do noodfge eonsumpticmclk,
dan wordt met het omploegen weinig nuttig
effect verkrepen. Ook is in de zondslreken het
bezit van weiden op een bedrijf eert noodzoke-
lijkc voorwaarde voor de mestproductie, zonder
welke ook het bouwland niet voldoende ople
vert.
Voor elk bedrijf moet daarom afzoivdcrlijk
worden beoordeeld, hoeveel weiland gescheurd
kon worden.
Indien krachtens deze wet belangrijke opper
vlakten weiland in bouwland worden omgezet,
zal dit met aanzienli'ke kt ten gepaard gaan.
Hoe hoog -deze zullen zijn, is niet juist aan
le geven, omdat de huurweardc der. tc solveren
perceelen niet bekend is. Bij ccn gemidd ?ldo
huurwaarde van honderd gulden per Hectare zou
als schadevergoeding 20 millioen worden bc-
taald aan dc eigenaars en 10 millioen aan de
gebruikers van gronden, indien hondcrdduiiend
Hertore worden gescheurd.
Bij wetten als deze, die zoo diep ingrijpend
in de economische ontwikkeling van den land
bouw, kan niet olies von bovenaf worden ge
regeld en zal zeer veel moeten worden OV' r-
gelaten aar het betere inzicht van hen, c b
met plaatselijke verhoudingen bekend zijn.
Zooveel mogelijk zal dan ook gestreefd moe
ten worden near verkrijging von de medewc-*-
king van landbouwers en lonbouwcrsorgonistr
ties, welke medewei king de minister von Land
bouw vertrouwt tm volle verleend znl worden
in het besef, dat het hier een maatregel geldt
welke voor ons volk in de tegenwoordige om
standigheden van buitengewoon groot belang
moet worden geacht
De volgende bepalingen zijn aan het wets
ontwerp ontleend
Door of vanwege den minister van Land
bouw, Nijverheid en Handel kunnen, volgens
regelen bij algemeenen maatregel van bestuur
te stellen, ten aanzien von bepaaldelijk aan to
wijzen bei rij ven, perceelen of grondcomplexcn,
voorschriften worden gegeven betreffende het
omzetten in bouwlond van het geheol of een
gedeelte von dc tot die bedrijven, perceelen of
grondcomplexcn bchoorende graslanden, klavers
of kunstweiden.
Bij deze voorschriften wordt een termijn ge
steld binnen welken de voor de omzetting noo-
dige werkzaamheden moeten zijn verricht.
Dc gebruikers cn eigenaars van gronden, als
mede zij, die een recht van vruchtgebruik, be
klemming of erfpacht op gronden hebben, zijn
verplicht de door of vanwege den minister van
Landbouw, Nijverheid en Handel verlangde in
lichtingen, omtrent omvang en inriohting van
het op die gTonden uitgeoefende bedrijf en om
trent aard en ligging der door hen gebruikt*
gionden naar waarheid te geven. Dezelfde ver'
p'ichting rust op hen, die uit hoofde van over*
l ^nkomsten, welke van kracht zijn op het tijd
stip, waarop de inlichtingen worden gevraagd,
in de oogstperiode daaraanvolgende gebruikers
zullen zijn von die gronden.
Door het Rijk wordt voor de gronden, dio
moeten worden omgezet in bouwland, een scha
deloosstelling betaald aan hem, die ten tijde,
dat die omzetting moet plants hebben, eigenaar
is van die gronden.
Als maatstaf voor het bepalen von dc grootte
der schadeloosstelling zal in het algemeen voor
graslanden gelden ccn bedrog, gelijkstaande met
tweemaal de pocht of dc pachtwaarde von de in
bouwland om te zetten gronden over het jao£
1913. Hiervon kan echter in bijzondere door den
minister von Landbouw, Nijverheid en Handel
aon te wijzen gevallen worden afgeweken. Do
bepaling van de grootte der schadeloosstelling
voor kimstweiden en klavers geschiedt naar
een door den minister vost te stellen maatstaf.
De burgemeesters zijn verplicht hun medewer
king te verleenen bij olie door of vanwege <K*n
minister van Landbouw, Nijverheid en Handel
ter zake van het inbouwland omzetten van gras
landen, klevers of kunst weiden voorgeschreven
maatregelen.
Deze wet treedt in werkirvg met ingang van
den dag na dien harer afkondiging. Zij ken
worden aangehaald nis „Schcurwet
Zoodra 'de tegenwoordige buitengewone oat
s'mdighed.cn hebben opgehouden te bestaan,
zal aan dc Stolen-Generaal een voorstel van
wet worden gedaan, waarbij de intrekking van
deze wet zoomede de overgang tot den normalen
toescland worden geregeld.
Verruiming van het Noordzcekanaal.
Bij de Tweede Kamer is ingekomen een ont*
eige,ningsontwerp voor de verruiming van het
Noordzcekonaal tusschen het stoompontvcer t®
Velsen en de scheiding met het stodswater yan
Amsterdam, waarbij de onteigening wor^t g"*
vorderd van eigendommen in de gemeenten
Velsen, Beverwijk, Assendelft, Spaarndom, Honr-
lemmerliede c.a., Sloten (N.-H.), Zaandam en
.Amsterdam.
Het plan voor het werk omvat voorloopig al
leen da verruiming van het gedeelte van het