„DE EEMLANDER" BUITENLAND BINNENLAND !<5e Jaargang, Nö. 2RI MMEHÏSPRUSCH^rZ^ per pon» Z.00. pel week (met gratis verzekering tegen ongelukken) f 0.14. ahonderlilke nummert f OD'. Wekelykscb bijvoegsel »L>« Holhndschi Hmisvrow londe* redactie van fhérèse Hoven) pet 3 maanden 50 «ent WekelUkaeb byvoegte) •Wereidrcvui* per 5 maanden 60 cent HOOFDREDACTEUR: M«. D. J. VAN SCHAARDENBURG UITGEVERS: VALKHOFF 4 C. BUREAU: ARNHEMSCHE POORTWAL, HOK utkichtichkth. INTERCOMM. TELEFOONNUMMER 513 saterdag 18 Mei 1918 dleoslunSlcdLs(jen J J regeli f OJO. g route ItHtti our pliatsruimte. Voor hendel en bedrijf besteea leer eoordfcllgt bcpellngcn tot hel herheeld idver. tecren In dli Bied, b(J ebonoemenL Eene drculelrn, bevettende de voonreerden. wordl op lenrreej toegezonden. EERSTE BL&P Distributie, bet eeuwige onderwerp Waar man tegenwoordig komt, het levens- middelenvraagstuk is het onderwerp van ge sprek, of liever van het gemopper. - Men •preekt er niet meer over, doch men mop pert, klaagt, pruttelt, kankert en lastert zelfs. De levensmiddelennood is eigenlijk eerst sinds eenige maanden nijpend geworden. Al wat wij tot dusver doorgemaakt hebben, was nog slechts voorspel. Nu eens was er ge trek van dit, dan weer schaarsohte van dat; maar telkens wist men zich met wat anders ie helpen. Thans begint echter ook al het andere te ontbreken, de voorraden bij parti culieren geraken uitgeput en zij die tot heden zich zelf wisten te helpen, staan nu voor leege kasten en kisten. De Nederlander begint te leeren vasten, maar hij moet nog leeren berusten. Moesten wij op de klachten afgaan, dan zou het op dit oogenblik met de distributieregeling in ons land 'n Janboel zijn en zou er de groot ste onbillijkheid en onrechtvaardigheid heer- sohen. Het eigenaardige is dat wij iedereen, rijk en arm hooren klagen. Over en weer ziet men afgunstig naar den ander. De rijke denkt dat de arme bevoorrecht wordt, en de arme is bang, dat de rijke er beier aan toe is. Beiden vergissen zich. Het spreekt wel van zelf, dat de overheid allereerst zich het lot van de minderbedeelden aangetrokken heeft en bij hare regeling eerst met de nooden van dezen rekening houdt. Maar dat de rij ken stiefmoederlijk behandeld zouden wor den, is onwaar. Van elke beschikbaarstelling van levensmiddelen iuo^en zij gelijkelijk .profiteeren als alle anderen. Als zij zich over sommige vooroordeelen weten heen te zetten, zijn zij er geenszins slechter aan toe dan de rest. Maar aan den anderen kant is er ook geen aanleiding de rijken te benijden. De inven tarisaties hier en daar hebben wel bewezen dat de groote voorraden, zoo zij al ooit be staan hebben, verdwenen zijn, terwijl de ge legenheid om de rantsoenen met andere, dure artikelen aan te vullen, steeds gerin ger wordt. Het eenige voordeel van de rij ken is dat zij gewoon zijn kleinere hoeveel heden te verorberen en dus met hun rant soen gemakkelijker toe kunnen dan bijv. zij die zwaren liohamelijken of buitenarbeid verrichten. Quaesties van smaak en aanpassingsver mogen buiten beschouwing gelaten, zijn thans alle burgers er vrijwel gelijk aan toe. De overheid scheert allen over één kam, be voorrechting is uitgesloten en voor jalousie •beslaat geen enkele reden meer. Ruiling van plaats zij noch den rijke noch den arme aan geraden. Laat ons dus onze schamele rantsoenen niet bederven door ongegronde afgunst en ook afzien van alle pogingen om ons eigen lot te verbeteren, door anderen te kort te doen en de gemeenschap te bestelen. Zijn wij eenmaal overtuogd dat wij allen gelijk behandeld worden, dan zal het ons ook gemakkelijker vallen om te berusten, want vaak is het alleen, het wantrouwen dat anderen het beter hebben, dat ons mop peren doet. Het spreekt van zelf, dat de overheid bij zulk 'n gansch nieuwe taak als de distributie fouten begaat, dikwijls mistast en vooral vaak te laat komt; zij moet alles nieuw schep pen en eiken dag brengt weer verrassingen en teleurstellingen, terwijl de medewerking der burgerij soms veel te wenschen over laat. Dit behoeft critiek geenszins uit te slui ten serieuse critiek is juist de beste weg tot verbetering en moet dankbaar aanvaard worden doch moet ons oordeel wat ver zachten. Al wat de overheid doet, elke distri butie-maatregel, elke beperking van onze vrijheid is geen willekeur, geen maatregel om ons te plagen, doch geschiedt met de bedoeling om den toestand voor allen zoo dragelijk mogelijk te maken. Dat daar aan het belang van den enkeling meer dan eens opgeofferd moet worden, is onvermij delijk. Nu eens moeten wij ons wat voor de anderen getroosten, straks zal de ander om onzentwille 'n offer moeten brengen. Alle maatregelen van de overheid, zelfs die welke uitgekreten worden voor staats socialisme, worden niet genomen, wijl men het bestaande maatschappelijk stelsel ont wrichten of omver werpen wil, doch louter omdat zulke maatregelen in de huidige om standigheden tijdelijk gevorderd werden in het algemeen belang. Daarom hebben wij bijv. zoo betreurd de scherpe woorden, welke geuit werden toen ons gemeentebestuur kwam met het voorstel 'n gemeentewinkel in te richten. In normale omstandigheden zou zulk 'n voorstel absurd zijn en onverant woordelijk. Thans geschiedde het u.'t nood zaak. Niet om den middenstand te benadee- len, niet op grond van wat men staatssocia listische theorieën zou kunnen noemen, doch louter ter wille van 'n zoo goed moge lijke distributie. Hadden eenige winkeliers daarvan schade ondervonden, we zouden het met leede oogen gezien hebben, doch in dit geval van nood moest het belang der winke liers wijken voor het belang der gemeen schap, gelijk wij in deze tijdefi zoo vaak ons individueel belang geschonden zien op 'n wijze, welke in normale tijden onduldbaar zou heeten. Het was daarom van de toe vallige meerderheid in den raad 'n fout dat zij, die daar toch zat om het alge meen belang te dienen, het belang van 'n zekere groep liet voorgaan. Minder dan ooit zijn thans de belangen der gemeenschap veilig in handen van die genen, die vóór alles de belangen van ze kere groep op 'n bepaalde klasse behartigen. Wij moeten allen ons offer, desnoods zuchtend doch berustend brengen. Wij moe ten wel bedenken wat er op het spel staat. Zonder voldoende waarborgen voor de volksvoeding, is handhaving van onze neu traliteit natuurlijk onmogelijk; en na al wat wij aanschouwd en gehoord hebben van het lot van kleine naties in dezen grooten oor log, zal er wel geen nuchter denkend mensch zijn, die voor het behoud van onze neutrali teit niet het grootste offer zou willen bren gen. Bij elke beperking, welke ons opgelegd wordt, moeten wij ons inprenten "dat zij ge schiedt ter wille van de volksvoeding, ter handhaving onzer neutraliteit. Als wij trouwens den toestand in ons land eens vergelijken met dien in andere landen, zijn wij er heusoh zoo slecht niet aan toe. Wij hebben bijv. in overvloed melk, groen ten en suiker, artikelen waaraan overal el ders de grootste schaarschte bestaat. Ons nieuw rantsoen vet is driemaal zoo groot als dat in Duitschland. Visch en kaas zijn daar de duurste weelde-artikelen, schoeisel en kleeding niet meer verkrijgbaar. Waarlijk, gezien de tijdsomstandigheden, onze voorrechten en den nood in andere landen, (Duitschland niet alleen), hebben wij alle reden tot dankbaarheid. Wij zijn geko men op het punt waarop Duitschland reeds 2 jaar geleden stond, en daar heeft men al lang leeren berusten. Veel moeten wij ons ontzeggen, maar veel is ons nog gelaten. Wij mogen ons gelukkig achten, als de toestand voor ons blijft, gelijk hij thans is. En men behoeft volstrekt niet van zwartgalligheid te beschuldigen hem, die zich thans reeds voorbereidt op nog moeielijker dagen. Zoolang wij zelf nog, zij het met moeite, ons eigen potje kunnen en mogen bereiden en niet gedwongen worden ons maal van de Centrale keuken te betrekken, zullen wij alle offers met blijmoe digheid blijven brengen, hoopvol wachtend totdat eenmaal het verlossende woord „vre de" gesproken zal worden. Want de vrede, en de vrede alleen zal aan alle nood en el lende 'n einde kunnen maken. En eenmaal moet de vrede toch komen. Mogen deze regelen bijdragen om 'n eind te maken, niet aan de gesprekken over het voedselvraagstuk, doch aan het gemopper en het geklaag, het wantrouwen en den nijd. Want daardoor maken wij ons het leven nog veel moeielijker dan het reeds is. Politiek Overzicht De Entente en de vrede van Bukarest, m De redenen, die maken, dat de Entente nog steeds zich ongezind toont om op de vredesgedachte in te gaan, zijn van verschil lenden aard. Het zijn algemeene en bijzon dere redenen. De stand van den strijd op het oogenblik maakt, dat voorshands het denk beeld om ten gunste van den vrede te wer ken, niet voor discussie vatbaar is. Daarover bestaat in de Ententelanden eenstemmig heid. Zelfs Ramsay Macdonald, de bekende voorstonder van den vrede in Engeland, heeft in eene vergadering erkend, dat het nu een slecht tijdstip was om over den vrede te spreken. Nadat hij dit had gezegd, werd hem de mond gesnoerd; een bende kwaad willigen verdreef hem van het spreekgestoel te en joeg de vergadering uiteen, daarmee op hare manier te kennen gevende dot het voor pTaten over den v^ede de tijd niet is. De reden hiervan is gemakkelijk te be vroeden. Lloyd George heeft den 9en Mei, toen hij in het lagerhuis het woord voerde om zich te verdedigen tegen de beschuldi- ging"van generaal Maurice, dat hij aan het huis onjuiste mededeelingen had gedaan over de militaire gebeurtenissen, gezegd ,Jk heb verscheidene generaals aan het front gesproken; zij zeiden mij, dat de Duitschers nu in stilte misschien den grootsten slag van den oorlog voorbereiden." Een bericht van gelijken inhoud is tegelijk in Parijs gepubli ceerd. De Entente verwacht dus een groo ten slag, waarvan zij aanneemt dat hij nog ernstiger en geduchter zal zijn, dan de door- braakstoot, die sints den 21 en Maart tot diep in het Engelsche front is doorgezet. Die slag, de voortzetting van het Duitsche offensief, moet in elk geval worden uitge streden, voordat er aan vredesbesprekingen valt te denken. En daarna? Zal dan de stem- ming gunstiger daarvoor worden? Men moet zich daarvan geene te groote verwachtingen maken. Tot dusver is altijd ondervonden, dat als de strijd aan het front gunstig voor de Entente verliep zij van het denkbeeld om de zaak op andere wijze tot oplossing te bren gen niet wilde hooren, en als de loop ongun stig was, nog veel minder. Geheel zonder in vloed schijnt de tot dusver gevoerde strijd niet te zijn gebleven. In de Figaro schrijft Alfred Capus, een dex voorsten onder de roepers in den strijd „Zoolong de Duitsche generale staf niet door geweld tot teruggave van eenigen der door hem vast gehouden landen gedwongen zal zijn, zullen alle onderhandelingen in ons na deel uitloopen, want onze argumenten zul len niet de waarde hebben van die van den tegenstander." Dit duidt aan, dat men een klein weinigje bescheidener is geworden. Niet het terugwinnen van al het door de Duitschers veroverde gebied, maar slechts van een deel er van is meer de prealabele voorwaarde, die moet vervuld zijn alvorens over onderhandelen kan worden gesproken. Maar men kan zich geene illusiën maken. Er zullen heel wat andere tonen moeten wor den vernomen om te kunnen zeggen, dat de stemming aan de zijde van de Entente zich naar den vrede begint te neigen. Van de regeeringen verneemt men niets don besliste afwijzing. Lord Curzon, de trouwe schildknaap van Lloyd George, heeft eergister gezegd, dat Engeland strijdt voor een rechtvaardigen, eervollen en duurzamen vrede, en aan welke voorwaarden zulk een vrede moet voldoen, is aan de wereld be kend. In tegenstelling daarmee kenschetste hij een onrechtvaardigen vrede, d. w. z. een vrede zoools hij nu zou zijn te krijgen, als een vrede, die zou beteekenen voor het he den een overwinning van de misdaad en het aanwakkeren van een nieuwe misdaad in de toekomst. Zoolang het bewind blijft in handen van eene regeering, die hare handelingen door eene dergelijke stemming laat leiden, is er voor de zaak van den vrede niets te ver wachten. Men zou er aan moeten wanhopen, dat dit ooit zal veranderen, ware 't niet, dat in'de zittingen van het Engelsche parlement van 8 en 9 Mfji, al was het resultaat van de stemmingen ten gunste van de regee ring, stemmen zijn opgegaan, die de uitwer king hebben van een straal van hoop in ons gemoed. Van beteekenis zijn vooral de woorden, waarmee lord Lansdowne nog maals opkwam voor de in zijne bekende open brieven verkondigde overtuiging, dat door onderhandeling en door overleg in der minne de oorlog moet worden beëindigd. Van die brieven neemt hij niets terug; zij houden zijne geloofsbelijdenis in. Met scherpe sla gen geeselde hij het stelsel van onderdruk king, dat wordt toegepast om de vrienden van den vrede als verraders voor te stellen en hun den arbeid te verbieden. Lloyd George zendt soldaten om vergaderingen van pacifisten uiteen te jagen; hij laat schrij vers, die wagen voor overleg op te komen, in de gevangenis zetten. Erger nog maakt men 't in Frankrijk, waar Caillaux nu reeds maanden in de gevangenis smacht op de beschuldiging van hoogverraad. In Amerika streeft Wilson naar dictatoriale macht. Het is van onmiskenbaar gewicht, dat een staats man als Lansdowne, die in eene vroegere periode van den oorlog zelf deel heeft uit gemaakt van de Britsche regeering, thans de stem van het gezond verstand laat hoo ren en den voorvechters.van den vrede door een „knock out", een aan den boksers- strijd ontleende uitdrukking, die men kan vertalen met genadeslag, voorhoudt, dat zij in gebreke blijven te zeggen hoe, wanneer en tot welken prijs de „knock out" is te be reiken. Een treffend blijk van instemming hebben zijne woorden gevonden in een schrijven, dat na de vergadering van het hoogerhuis werd gezonden aan de Manchester Guar dian, door lord Courtney of Penwith. Deze hoogbejaarde staatsman heeft daarin de meening uitgedrukt, die hij in de vergade ring zou hebben verkondigd, als hij niet verhinderd was geweest tegenwoordig te zijn; hij zegt o.a.: „Geen partij kan overweldigd worden. Ook is Berlijn voor ons onbereikbaar. Zou den wij niet moeten toegeven, dat wij allen in stilte voelen, dat noch het gebrek in Duitschland, noch het aangroeien van de Ameiikaansche hulp zal uitloopen op het terugwerpen van de Duitschers over den Rijn? Wij kunnen „dus de vraag niet ontwij ken: Tot welk doel moeten wij voortgaun de jeugd en de mannenkracht, ja de bescha ving en het christendom van Europa op te offeren? Indien er slechts een mogelijkheid is voor wederzijdsch overleg, mogen wij haar dan afwijzen? Mogen wij elke toenade ring als onoprecht, elk aanbod als een val strik brandmerken?" Deze woorden zijn lord Courtney's zwa nenzang geweest. Een paar dagen later is hij, 85 jaren oud, overleden. Zoo klinkt de stem van deze nobele figuur, die altijd, ook in den tijd van den Boeren-oorlog, onver schrokken voor recht en gerechtigheid en voor den vrede op aarde is opgekomen, als een stem van de overzijde van het graf. Zal zij ongehoord wegsterven? Ons hart en ons verstand weigeren dit aan te nemen. De oorlog. Van de oorlogstooneelen het stereotiepe: Niets nieuws. N e w-Y o r k, 18 Mei. (R.) De corres pondent van de Associated Press seint: Italië heeft aan de Vereenigde Staten in vertröu- wen medegedeeld, dat de aanwezigheid van rnige duizenden Amerikaansche troepen n het Italiaansche front zeer wenschelijk zou zijn met het oog op de werkzaamheid van de Duitsche propaganda. Hunne aanwe zigheid zou strekken tot aanmoediging van de burgerlijke en militaire bevolking. Sofia, 17 Mei. (Buig. ag.) De bladen publiceeren biografische bijzonderheden over keizer Karei en keizerin Zita, die mor gen te Sofia aankomen. Men is druk bezig met de toebereidselen voor de ontvangst van het keizerpaar. De stad is getooid met de vlaggen der bondgenooten. De stroten en pleinen, waar de stoet zal voorbijkomen, zijn met bijzondere zorg versierd. Bij den ingang der stad is een triomfboog opgericht. Een bijzondere delegatie zal de hooge gas ten te Nish gaan verwelkomen. Londen, 17 Mei. (R.). Officieel be richt. s De koning heeft William Frederick Lloyd, eersten minister van New Foundland, be noemd lot lid van Z. M.'s geheimen raad. P a r ij s 17 Mei (RFranklin Bouillan, de voorzitter van dc Kamercommissie van bui- lenlandsehc zaken, heeft in eene vergadering van de radicaal-socialistische partij dc ver klaring herhaald, dat de vredesaanbiedlngen nooit vcreenigbaar zijn geweest met Frank rijke trouw aan zijne bondgenooten of met de oorlogsdoeleinden van Wilson. Londen, 17 Mei. (R.) De controleur van de voeding heeft ccn besluit genomen, waar bij de gedwongen vlecscfilooze dagen in dc openbare eethuizen worden opgeheven. Londen, 17 Mei. (Part.) De Morning- post valt hevig het plan van het federalisme aan en zegt: De regeering heeft geen recht de Britsche constitutie te hervormen. Haar eenige plicht i$ oorlogvoeren. Het blad zegt, dat het federalisme de Ieren, die afscheiding wenschen, niet zal bevredigen. De Daily Chronjcle-correspondent te Du blin zegt dat de stemming in Ierland zeer is verbeterd, dank zij de motiën van sympathie en steun, die gezonden zijn door de libera len en arbeiderscorporaties. K i e w 1 7 M e i. (W.-B.). De Ukrainische handels- en industrieraad is gister geopend. Tegenwoordig waren omstreeks 1000 afge vaardigden van alle economische vereeni- gingen, en ook van de boerenbond en de grondbezittersvereenigingen. Na eene korte begroeting door den minister-president hield de minister van handel Gulnik eene groote programrede, die vooral waar van de nood zakelijke beperking vtn den vrijen handel door staatscontrole gesproken werd, met grooten bijval begroet werd. Als voorzitter werd met eenstemmigheid gekozen de pre sident van de vereeniging van Zuid-Russi sche mijninduslrieelen von Ditmer, die zich tenvolle voldaan verklaarde door de rede van den minister en zijne bereidwilligheid uitsprak om mee te werken tot het opbou wen van den staat. S a 1 o n i k i, 17 Mei. (Havas.) De op roeping der recruten van de lichting 1918 heeft een buitengewoon gunstig gevolg ge had. De gemobiliseerden hebben zich met geestdrift bij de recruteeringscommissies aangemeld. De metropoliet van Athene heeft zich naar het front begeven om de troepen te zege nen. Londen, 1 7 M e i. (Part.) De Times ver neemt uit Washington, dat de oppositie te gen de wet, waarbij aan Wilson dictatoriale macht verleend wordt, is opgegeven. Verspreide Berichten M a r s c i 11 e. 17 M c i. (R.) Een trein met verlofgangers is op een goederentrein gere den in het slation Rnnhcle bij Arles. Er zijn 8 dooden cn 22 gewonden. KOLONIËN." Oott-lndlft. Slntaiie# Uit Batavia wordt geseind: Tot resident van Soerabaja is benoemd de heer Van der Ent, thans te Rembbeng; tot resident van Madoera mr. S. Cohen, thans te Madioen; tot ass.-resident van Be- soeki werd benoemd de heer FL. Broek- veldt, thans te Malang; tot ass.-resident van Rembang de heer P. H. Frolich, thans te Bon- dowoso. Den resident - Madoera, den heer W. H. Hoedt, is eervol ontslag verleend. Tweede Kamer Hel omzetten van weilaml in bouwland. Bij de Tweede Kamer is een wetsontwerp in gekomen, dat ten doel heeft een regeling te scheppen inzake de omzetting in bouwland van giaslunden, klavers of kunstweiden. In <2c toeüchting van de minister van Land bouw en van Justitie wordt er op gewezen, dat de gezamenlijke producten van akkerbouw, vee teelt en tuinbouw volgens gemaakte berekc ningen in normale omstandigheden zooveel voe dingsstoffen bevallen, dat ons volk hiermede gevoed zou kimnen worden, indien no inkrim ping van den veestapel bijna niets werd ver bruikt voor veevoeder, niets verloren ging bij het bewaren en <listribueeren en bij d'e bewer kingen, welke zij vóór hun gebruik ondergaan. Zelfs zou er don misschien een gering bedrag kunnen overblijven voor uitvoer. Daar door het vee, met name door de paarden, belangrijke hoevee^eden krachtvoer zullen wor den verbruikt en de verliezen bij distributie, be waren en bewerken niet te ontkomen zijn, zal het onmogelijk blijken ons volk met de op brengst van eigen bodem te voeden, indien de giond zijn tegenwoordige bestemming behoudt Dit maakt het noodzakelijk om te zien naar een nieuwe voedselbron, daarin bestaande, dat de tegenwoordigo bestemming van don grond wordt gewijzigd en over de daoroan verbondon gioote bezworen wordt heengestapt. Er blij Ft ten opzichte von de tccltregeling gcei^ onder middel over ter bevordering der voed-, selproduclie don het omzetten van weiland in bouwland. Een hoog percentage der graslanden is echter voor bouwland ongeschikt door den hoogen waterstand in sommige tijden van het jaar of door de structuur van den bodem. In vele der zur ere werdestreken is dc af wezigheid van allen akkerbouw aon deze oor zaken te wijten. Het scheuren von dergelijke daarvoor onge schikte graslanden is natuurlijk uitgesloten.' Daarom behoort aon den scheurdwang een in ventarisatie dei graslanden voorof te gaan, welk®' inventarisatie hooge eischen stelt uan de be kwaamheid, ijver cn goede trouw van hen, dio haar zullen uitvoeren. In de gemengde bedrijven ziin de bezwaren minder groot. Dienen de weiden in deze berfrijven uitslui tend voor de voeding van werkpaarden of voor dc productie van do noodfge eonsumpticmclk, dan wordt met het omploegen weinig nuttig effect verkrepen. Ook is in de zondslreken het bezit van weiden op een bedrijf eert noodzoke- lijkc voorwaarde voor de mestproductie, zonder welke ook het bouwland niet voldoende ople vert. Voor elk bedrijf moet daarom afzoivdcrlijk worden beoordeeld, hoeveel weiland gescheurd kon worden. Indien krachtens deze wet belangrijke opper vlakten weiland in bouwland worden omgezet, zal dit met aanzienli'ke kt ten gepaard gaan. Hoe hoog -deze zullen zijn, is niet juist aan le geven, omdat de huurweardc der. tc solveren perceelen niet bekend is. Bij ccn gemidd ?ldo huurwaarde van honderd gulden per Hectare zou als schadevergoeding 20 millioen worden bc- taald aan dc eigenaars en 10 millioen aan de gebruikers van gronden, indien hondcrdduiiend Hertore worden gescheurd. Bij wetten als deze, die zoo diep ingrijpend in de economische ontwikkeling van den land bouw, kan niet olies von bovenaf worden ge regeld en zal zeer veel moeten worden OV' r- gelaten aar het betere inzicht van hen, c b met plaatselijke verhoudingen bekend zijn. Zooveel mogelijk zal dan ook gestreefd moe ten worden near verkrijging von de medewc-*- king van landbouwers en lonbouwcrsorgonistr ties, welke medewei king de minister von Land bouw vertrouwt tm volle verleend znl worden in het besef, dat het hier een maatregel geldt welke voor ons volk in de tegenwoordige om standigheden van buitengewoon groot belang moet worden geacht De volgende bepalingen zijn aan het wets ontwerp ontleend Door of vanwege den minister van Land bouw, Nijverheid en Handel kunnen, volgens regelen bij algemeenen maatregel van bestuur te stellen, ten aanzien von bepaaldelijk aan to wijzen bei rij ven, perceelen of grondcomplexcn, voorschriften worden gegeven betreffende het omzetten in bouwlond van het geheol of een gedeelte von dc tot die bedrijven, perceelen of grondcomplexcn bchoorende graslanden, klavers of kunstweiden. Bij deze voorschriften wordt een termijn ge steld binnen welken de voor de omzetting noo- dige werkzaamheden moeten zijn verricht. Dc gebruikers cn eigenaars van gronden, als mede zij, die een recht van vruchtgebruik, be klemming of erfpacht op gronden hebben, zijn verplicht de door of vanwege den minister van Landbouw, Nijverheid en Handel verlangde in lichtingen, omtrent omvang en inriohting van het op die gTonden uitgeoefende bedrijf en om trent aard en ligging der door hen gebruikt* gionden naar waarheid te geven. Dezelfde ver' p'ichting rust op hen, die uit hoofde van over* l ^nkomsten, welke van kracht zijn op het tijd stip, waarop de inlichtingen worden gevraagd, in de oogstperiode daaraanvolgende gebruikers zullen zijn von die gronden. Door het Rijk wordt voor de gronden, dio moeten worden omgezet in bouwland, een scha deloosstelling betaald aan hem, die ten tijde, dat die omzetting moet plants hebben, eigenaar is van die gronden. Als maatstaf voor het bepalen von dc grootte der schadeloosstelling zal in het algemeen voor graslanden gelden ccn bedrog, gelijkstaande met tweemaal de pocht of dc pachtwaarde von de in bouwland om te zetten gronden over het jao£ 1913. Hiervon kan echter in bijzondere door den minister von Landbouw, Nijverheid en Handel aon te wijzen gevallen worden afgeweken. Do bepaling van de grootte der schadeloosstelling voor kimstweiden en klavers geschiedt naar een door den minister vost te stellen maatstaf. De burgemeesters zijn verplicht hun medewer king te verleenen bij olie door of vanwege <K*n minister van Landbouw, Nijverheid en Handel ter zake van het inbouwland omzetten van gras landen, klevers of kunst weiden voorgeschreven maatregelen. Deze wet treedt in werkirvg met ingang van den dag na dien harer afkondiging. Zij ken worden aangehaald nis „Schcurwet Zoodra 'de tegenwoordige buitengewone oat s'mdighed.cn hebben opgehouden te bestaan, zal aan dc Stolen-Generaal een voorstel van wet worden gedaan, waarbij de intrekking van deze wet zoomede de overgang tot den normalen toescland worden geregeld. Verruiming van het Noordzcekanaal. Bij de Tweede Kamer is ingekomen een ont* eige,ningsontwerp voor de verruiming van het Noordzcekonaal tusschen het stoompontvcer t® Velsen en de scheiding met het stodswater yan Amsterdam, waarbij de onteigening wor^t g"* vorderd van eigendommen in de gemeenten Velsen, Beverwijk, Assendelft, Spaarndom, Honr- lemmerliede c.a., Sloten (N.-H.), Zaandam en .Amsterdam. Het plan voor het werk omvat voorloopig al leen da verruiming van het gedeelte van het

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1918 | | pagina 1