„DE EEMLANDER" B UI TENLAND BIN NEN LAN D PRIJS 16e Jaargang, No. 261 IDflUUCMCUTCDOHO p™ 3 maanden voot Amcrs. ADUnilLlYICni OrfillO foort 1.50, Idem franco per post f 2.00. per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) f 0.14, afzonderlijke nummer» 0jQ3 Wekelijksch bijvoegsel Hollandsch* Huisvrouw* (onder redactie vid Thfirèse Hoven) per 3 maanden 50 cent Wekelljksd» bfjvoegsel itWsrtldrevuc* per 3 maanden 60 cent. HOOFDREDACTEUR: M«. O. J. VAN SCHAARDENBURG UITGEVERS: VALKWOFF 4 Co BUREAU: ARNHEMSCHE POORTWAL, mobic utreght$ch»st«. INTERCOMM. TELEFOONNUMMER 513 Vrijdag 31 Wlei 1918 dienstaanbiedingen 1—5 regels f 0J0, groote lettert naar plaatsruimte Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordcellge bepalingen tof het herhaald advct» tccren In dit Blad, bij abonnement. Pene circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op unvraag toegezonden. J. Stamperius. 1878—1918. y Het zijn héusch niet alleen de onderwij zers en de schoolautoriteiten, die het genoe gen hebben dezen jubilaris te kennen. Hoe kan het ook anders! Iemand, die een zóó werkzaam en veelomvattend leven heeft als 'de heer Stamperius, en daarbij zich zóó tal rijke vrienden heeft weten te verwerven, zoo iemand wordt ook buiten zijn werkkring be kend. We willen, aan den vooravond van de huldiging, den lezers eenige der meest be langrijke data uit het leven van den jubi laris mededeelen. We wenschten daarbij ie kunnen beschikken over de pen van dezen schoolopziener, dan waren we overtuigd, dat het artikel door iedereen zou worden gelezen. Want vertellen dat hij kanl en kon! Als hij in zijn onderwijz^rstiid op school vertelde van een pannekoek, dan smulden alle kinderen in gedachten. En niet alleen zijn mondelinge verhalen, ook zijn schrifte lijke vertellingen munten uit door frischheid en zijn boeiend van 't begin tot het einde. Wat hebben we niet genoten van de boek jes uit de Stamperiusbibliotheek, waarvan die van den Redacteur zelf de beste waren. Geen school, of ze worden er gelezen! Wat vertelt de schrijver daar heerlijk uit en over zijn jeugd, over zijn dorpje, Wilhelminadorp geheeten, over zijn huisgenooten, over zijn vrienden vooral, over den veldwachter Kees, ja, bijna al zijn dorpsgenooten passeeren de revue en alle gebeurtenissen uit des schrij vers jeugd zijn op zulk een meesterlijke wij ze verteld, dat zelfs volwassenen met genoe gen de verhalen lezen van „Jakob van den bakker" zooals de schrijver zichzelf noemt. O, wat een heerlijke jeugd is dat geweest en we kunnen ons zoo levendig voorstellen, dat de heer Stamperius elk jaar nog gaarne eenigen tijd vertoeft aan de heerlijke Oos- terschelde, waarin hij als jongen zoo vaak lag te spartelen. Doch die heerlijke jeugd duurde niet al tijd door en op yeertienjarigen leeftijd \derd de heer St. leerling der „Oefenschool" in Goes, wat een gebrekkige inrichting was tot opleiding van onderwijzer. Later zijn die in richtingen vervangen door de Rijks-normaal lessen. Reeds van dien tijd dateert het prac- tische onderwijswerk van den heer St., want hij werd toen meteen aangesteld als „kwee- Jceling" op de dorpsschool en kwam direct voor een vrij groote klasse te staan. Twee jaren later slaagde hij voor het toelatings examen der Rijkskweekschool te Haarlem en keerde in 1878 naar huis terug, voorzien van de onderwijzersakte en nog eenige bij akten. Binnen eenige weken volgde een be roeming tot onderwijzer te Aalsmeer en np 1 Juni 1878 trad de heer St. daar in functie. Twee jaar later werd deze betrekking ver wisseld voor die van onderwijzer aan d<* Voorbereidende klasse der Rijksnormaal lessen té Haarlem, welke betrekking in tf£t najaar van 1881 werd opgeheven, waarna de heer St. nog eenigen tijd verbonden bleef aan een school te Haarlem. Van hier ver trok hij naar de Opleidingsschool te Alk maar en vervulde daar gedurende ruim een jaar de betrekking van eerste onderwijzer, totdat hij in 1883, na deelneming aan een vergelijkend examen, benoemd werd tot hoofd eener openbare school te Amsterdam. Gedurende twintig jaren vervulde hij deze betrekking en dat wil voor dien tijd heel wat zeggen. De heer St. werd door een aandoening der ademhalingswegen genoodzaakt eervol ontslag te vragen. Een herhaald verblijf in het Zuiden bracht geen afdoend herstel en na Amsterdam te hebben verlaten, vestigde hij zich te Baarn. In 1906 volgde de benoeming tot school opziener in het arrondissement Rhenen en in 1906 kwam hij in dezelfde functie in het arrondissement Amersfoort, welke betrek king de heer St. thans nog vervult. Ieder, die met hem in aanraking komt, zal er van overtuigd zijn, dat de werklust en de ijver van den jubilaris, nog verbazing wekkend zijn. Behalve voor de Stamperiusbibliotheek schreef hij nog vele andere boeken m ook vergat hij de school niet. Er verschenen se- rie's taal- en stelboeken voor de lagere school, die natuurlijk niet door iedereen ge roemd worden welk boek wel? doch welke naast vele andere deugden ook de goede eigenschap bezitten, zooveel moge lijk aanknooping te zoeken in het werke lijke volle leven. Ook eenige series leesboeken voor c? lagere school kwamen van zijn hand. Wie, in wélk opzicht ook, den jubilaris J schen staat, waarin met de Slavische ele- voor het een of ander noodig had, kloptej menten, -die dat deel van Oostenrijk be- nooit te vergeefs bij hem aan. Niemand kan.wonen, ook de Kroaten en de Serven zich ooit beklagen, door den heer St. on- zouden worden opgenomen. De Neue Freie beleefd ontvangen of onheusch bejegend P;esse zegt in eene beoordeeling van die te zijn. Det zou trouwens onmogelijk zijn, i beweging, die zij kenschetst als onvereenig- jubilaris strooken zal, is een vraag, waarop we nog niet direct ja durven zeggen. We willen ons artikel besluiten met het uitspreken van den wensch, dat de heer St. nog Tang met dezelfde ambitie mag werk zaam zijn in het belang van het onderwijs, in het belang van de jeugd. K. Politiek Overzicht De binnenlandsche strijd in Oostenrijk. V. Bij de viering van den derden verjaardag van Italië's treden in den oorlog heeft de minister Bissolati te Milaan als vertegen woordiger van de regeering in eene offi- cieele rede gezegd: „Wij kunnen heden de verbroedering van Italië met*de door Oos tenrijk onderdrukte Slavische volken be- grofeten. Velen zeggen, dat dit te laat ge beurt. Jawel, er js veel wat laat is geko men. Maar het is nooit te laat voor zulke toenaderingen van volken. De Czechen en de "Zuid-Slaven weten, dat zij nooit de doel einden, waarnaar zij streven, zouden kun nen bereiken zonder den wil en de kracht van de Entente. Maar de Entente, en vooral Italië, heeft zeer goed begrepen, dat een hoofdvoorwaarde voor de zekerheid van de overwinning gelègen is in de vestiging der onafhankelijkheid van Bohemen en ook in de Zuid-Slavische eenheid en onafhankelijk heid en in de ontbinding van de O o s te n r ij k s c h-H ongaarsche m o n a r c h i e." De laatste, door ons gespatieerde woor den leveren de verklaring van de plotse ling bij de Entente ontwaakte liefde voor de volken van Slavischen stam, die het ge bied van Oostenrijk-Hongarije bewonen. Oprechtheid en innigheid zijn in dat ver toon van liefde ver te zoeken en ook in de verklaring, die staatssecretaris Lansing heeft afgelegd, dat de Vereenigde Staten met sympathie hebben kennis genomen van de nationalistische aspiratiën van de Czecho- Slowaken en de Joego-Slaven. Czechen en Zuid-Slaven zijn eenvoudig wat vroeger Ser vië, Montenegro en Rumenië geweest zijn middelen in den strijd, die doelt, op den ondergang van Oostenrijk-Ho-* nrije. Nu de aanvallen van buiten tegen monarchie mislukt zijn, tracht men hai vol te be werken, door binnen de eigen .enzc. t vuur der vernietiging tegen Laar .a stoken. N Men zaait het gift der tweedracht uit on der de volksstammen van Oostenrijk-Hon garije en koestert de hoop, dat dit welig zal opschieten en de weerstandskracht, die tot dusver is getoond, zal verlammen. Om te verhoeden, dat dit vergift zijne uitwerking doet, zal een tegengift moeten worden -toe gediend. In die richting is de Oostenrijk- sche regeering met ijver aan hef werk. Zij zoekt naar middelen om de elementen, die trouw zijn aan keizer en rijk, nauwer aan zich te verbinden. In de laatste dagen zijn uit verschillende deelen van het land depu- tatiën in Weenen verschenen, die door den keizer ontvangen zijn en van hem de ver zekering hebben ontvangen, dat zijne regee ring een open oog heeft voor-' hunne wen- schen, nooden en behoeften en haar best doet daaraan tegemoet te komen. Maar de reactie tegen de op Oostenrijks vernietiging doelende beweging zal slechts dan van uitwerking zijn, als zij uit het volk zelf voortkomt. Uit den boezem van het volk zal de tegenbeweging, die het streven van Kramarcz en zijne medestanders te niet doet, zich moeten ontwikkelen. In die rich ting ziin wel verschijnselen waar te nemen. De Jong-Czechische partij, die Kramarcz heeft willen vervormen tot een nieuw lichaam, de partij van de Czechische staats rechtelijke democratie, heeft niet in haar ge heel zijne volte-face meegemaakt. De man nen, die zich van hun voormalige n leider hebben afgescheiden, hebben als orgaan een zelfstandig blad opgericht, dat in zijn program-artikel de stelling ver kondigt: „Een volk kan wel uit hetgeen in het buitenland gebéurt nut trekken, maar mag zijne bevrijding i^iet van hen afhanke lijk maken." Ook andere gezaghebbende stemmen doen zich hooren ten gunste van eene vreedzame oplossing .van het vraag stuk der verhouding van Bohemen tot het rijk en van eene politiek, die de verzoening der Czechen met de Duitschers op hare va-an schrijft. Uit de Alpenlanden gaan ook stem men van protest op tegen de beweging, die de oprichting voorstaat van een Zuid-Slavi- want iemand als iteze schoolopziener, die steeds correctheid eischt, weet veel te goed, dat hij zelf een levend voorbeeld moet zi n. Ais jongen een guit, als onderwijzer een uitstekend opvoeder en als schoolopziener een humaan mensch, ziedaar in korte trek ken het levensbeeld van den heer St. Het zal hem op I Juni niet aan blijken van belangstelling ontbreken en wij weten, -dat de hulde, welke hem gébracht wordt, van harte gemeend en verdiend is. Of w met de bekende bescheidenheid van den baar met het Oostenrijksche staatsbegrip: „Oostenrijk is uit enkel minderheden samengesteld en de oppervlakkigheid, die van eene Slavische meerderheid spreekt, wordt door de gebeurtenissen haast iederen dag weerlegd. Het Slavendom is nooit tot eene Historische eenheid of ook maar tot een duurzamen samenhang gekomen. Oosten rijk kan slechts Oostenrijksch geregeerd worden, als staat van enkel minderheden, waaronder de Duitschers door verleden, ge zindheid en cultuur zonder eenige onder drukking van de andere natiën aan de poli tiek de onontbeerlijke richting moeten ge ven, opdat de verschillende raderen en schroeven goed in elkaar grijpen. Oostenrijk moet Oostenrijksch geregeerd worden. Dat is het ABC van het Oosten rijksche regeeringsbeleid. Het is het begins sel, waartegen het streven gericht is van de elementen, die nu onder de Czechen en de Zuid-Slaven met steun der Entente het hooge woord voeren, maar dat door hen. die opkomen voor het behoud van Oostenrijk in dezen strijd om zijn bestaan als groote mo gendheid, wordt hoog gehouden. Der oorlog. Er is ditmaal eenige tegenstrijdigheid tus schen de berichten over den grooten strijd in het westen van de verschillende hoofd kwartieren, die echter meer schijn don wer kelijkheid is. Uit Berlijn wordt kort en bon dig gemeld,/lat Soissons genomen is. Daar mee is de mededeelicg uit Parijs wel over een te brengen, dat de Franschen stand hou den bij de westelijke uitgangen van Sois sons om daar het vooruitdringen van de Duitschers verhinderen. Het hoofdfeit, dat Soissons in Duitsch bezit is, wordt erkend Dat de Duitschers, om daar verder vooruit te komen, ook de westelijke voorstad van Soissons in handen moeten hebben, is eene waarheid, die niet is tegen te spreken, maar aan de door hen gemaakte winst geen af breuk doet. Over den strijd ten zuiden van de Vesle zegt het Duitsche bericht: „Wij wierpen den vijand na hardnekkigen tegenstand tot over de linie Ville Montovie—Fère-en-Tardenois CoulognesBranscourt terug." Het Pa- rijsche bulletin spreekt van „hevige gevech ten op het front Fère-en-TardenoisVezil- ly, waar de Franschè troepen, gesteund door dc reserves, met onvermoeibare hardnek kigheid weervind bieden aan den opmarsch van den vijand." Het Fransche bericht legt nadruk op den geboden weerstand, het Duit sche op de door den strijd verkregen resul taten. Die worden overigens door de Fran schen niet betwist, want het avondbericht uit Parijs meldt, dat de Duitschers zich heb ben meester gemaakt van Fère-en-Tarde nois en Vezilly. Minder goed zijn de berichten over den strijd bij Reims met elkaar overeen te bren gen. Uit Parijs wordt'daarover bericht, dat de Franschen hunne stelling ten N.W. van Reims hondhavenuit Berlijn, dat de forten aan het noordwestelijke, front van Reims ge vallen zijn. Dat is alleen te rijmen als men aanneemt, dat de na den val van deze for ten door de Franschen betrokken stellin gen nog in hunne handen zijn. De gewichtigste tijding is opgenomen in het avondbericht uit Berlijn, dat kort maar veelzeggend luidt„Ten zuiden van Fère- en-Tardenois naderen wij al strijdende den Marne." De Marne is de groote zijrivier van de Seine, die zich even boven Parijs met den hoofdstroom vereenigt. De Duit sche vorderingen naar de Marne brengen hen dichter bij Parijs. Het Engelsche hoofdkwartier blijft doen alsof deze geheele strijd het niet aangaat in de berichten uit Londen wordt er met geen woord over gesproken. P a r ij s 3 0 Mei. (R.) Het bombarde ment van Parijs en omstreken met vèr dra gend geschut is heden morgen hervat. Londen, 30 Mei. (R.) De correspon dent van de Daily Mail te Tokib heeft een onderhoud gehad met den minister van Buitenlansche Zaken, die verklaarde, dat noch Japan noch de Geallieerden tot dus verre eenig definitief voorstel hebben ge daan tot ingrijpen in Siberië, maar als een zoodanig voorstel te Tokio ontvangen mocht worden, zal het daar met sympathieke ge voelens overwogen worden. De geallieerden behoeven niet te vreezen voor een botte weigering of iets anders te verwachten dan de bereidwilligheid, de zaak der geallieerden te helpen. „Ik 'maak dit voorbehoud: als wij in Si berië opmarcheeren, dan zullen wij een deel onzer vloot terugroepen, waardoor een toe stand zou worden geschapen, waaruit Duitschland voordeel zou kunnen trekken. Wij gelooven dat een uniform, homogeen leger onontbeerlijk is voor het welslagen der expeditie, maar wij hebben nimmer ernstig geprotesteerd tegen deelneming daaraan door de geallieerden." Op de vraag, welke compensatie Japan zou eischen voor zijne interventie, antwoord de Goto: „Wij denken niet aan compensatie, maar willen slechts alles doen wat in ons ver mogen is, ten behoeve van de zaak der ge allieerden. Goto erkende, dat Engeland de bewerker was geweest van de hartelijke betrekkingen tusschen Amerika en Japan, zooals het vroe ger de bemiddelaar tusschen Russen en Ja- panneezen was. „De goede diensten", zoo voegde hij er aan toe, „worden thans aan alle zijden voort gezet, met het doel om de nauwe vriend schap tusschen de geallieerden te verster ken. De meeningsgeschillen met Amerika betreffende den uitvoer van staal hebben Na te hebben verklaard, dot het volk van Engeland verzekerd' kan zijn, dat het Jn- pansche volk er steeds goede vrienden mede zal zijn, ontkende Goto dat hij een pro- Duitscher zou zijn. „Ik kan niet pro-Duitsch zijn, omdat Duitschland onze .vijand is, en tegenover een vriendo kan ik niet onvriendelijk of nnti- Engelsch zijn. Boven alles ben ik Japanner, maar hoe kan ik, bij het bestrijden van den vijand, onverschillig zijn voor dc geallieer- •de mogendheden?" Op de vraag of de geallieerden ooit Ja pan gevraagd hadden, troepen naar het wes ten te zenden, antwoordde Goto: Neen! Na zijn vertrouwen in de overwinning te hebben te .kennen gegeven, zeide Go to: „Gij moet u niet overhaasten. De men- schen maken zich over het algemeen veel te druk". L o n d e n 2 9 Mei. (R.). Aan het diner, door den Industrieelen Bond, onder presi dium van minister Robert gegeven ter eere van de dezer dagen uit Amerika terugge keerde leiders der arbeiderspartii Appleton, Charles Duncan. Butteworth en Melian Nos- ses. verklarde Duncan, dat het Amerikaan- sche volk nog nooit verslagen was, en vast van voornemen was, zich ook nu niet te loten verslaan. Van een beperking van het aantal soldaten tot een zeker aantis daar ginds geen sprake, en men zal doorvechten tot de vijand verslagen is. Dat is het stel lige voornemen van de geheele Ameriknnn- sche natie. B e r 1 ij n 3 0 Mei. (W. B.) De keizer heeft kolonel-generaal von Linsingen, tot dusver opperbevelhebber van de legergroep von Linsingen, met ingang van 1 Juni voor den verderen duur van den oorlog benoemd tot opperbevelhebber in de Marken. Münclren, 3 0 Mei. (W.—B.) De ko ning en de koningin zijn heden avond, tot beantwoording van het bezoek van den kei zer en de keizerin van Oostenrijk, naar Wee nen vertrokken. Mos'ko u, 2 8 Me i. (R.) D? czarewitsch en de dochters van den ex-czaar zijn in Je- katerinenburg aangekomen. Sofia, 30 Mei. (Buig. ag.) De dagbla den berichten, dot de oogst begonnen is in de zuidelijke deelen van het land en dot de in den laatsten tijd gevallen regens den staat van de velden belangrijk hebben ver beterd, die een zeer goeden oogst beloven. Londen, 30 Mei. (R-) De president, van de jaarlijksche algemeene vergadering der Zweedsche Kamers van koophandel graaf Wrangel heeft medegedeeld, dat de handels- en scheepvaartovereenkomst tus schen Zweden en de geallieerden gister on derteekend is. Hij voegde daaraan toe, dat deze overeenkomst gesloten is op eene wij ze, die alle betrokken partijen kan bevredi gen en vooFTedereen een groot voordeel zal zijn. De gezant van Cuba te 's Gravenhage deelt mede gisteren van zijne regeering tele grafisch bericht te hebben ontvangen, dat de betrekkingen tusschen Cuba en Mexico niet zijn afgebroken. Hetgeen dienaangaan de werd medegedeeld, berustte op een mis verstand. KOLONIËN. Ooat-!ndl3 PesteevHilen op Java- Ten vervolge op het bcriclit opgenomen in de Slanlseourant van 11 dezer "wordt me degedeeld dat bij hel Departement van Kolo niën het volgende telegram van den Gouver neur-Generaal van Ned.-Indië betreffende pestgcvallen op Java gedurende de afgeloopea maand April is ontvangen: Ponor^go 1, Soerabaja 7. Djokjakarta 5. Te- manggoeng 26, Semarang 4, Selaliga 11, allen met doodeiijken afloop. nooit veel beteekend, en de geheele aange- Leiden of aan het Koloniaal Kameroverzicht Eerste Kamer In de zitting van Donderdag was ingeko men een voorstel tot wijziging van het Re glement van Orde en regeling van het vra- genrecht, ingediend door de heeren Van Kol, Van Swaay, Bergsma, Cremer en Co- lijn. Het zal naar de afdeelingen verzonden worden. Bij de behandeling daarna van de Indische Begrooting verklaarde de heer Cremer dat hij en de zijnen niet voornemens zijn hier over te dis cussieeren. Een volgende mal zullen de discussies kunnen heropend worden. De heer Van den Berg wijst op de verhouding tusschen de verschillende Indi sche rassen welke te wenschen begint te laten. De heer De Gijselaar acht het aan tal geneeskundigen, voorbereid voor den dienst der volksgezondheid in Indië, niet voldoende en ziet een groote onbillijkheid hooger bezoldiging van de zoutmakers op( Maaoera en zou gaarne een wet zien welke, evenals in Nederland, bescherming verleent tegen afpersingen der huiseigenaren. Spr, komt verder op tegen barbaorsche straffen. Hij wenscht den Volksraad binnen niet te langen tijd van een actviseerend éenr wetgevend lichaam te zien worden. Voorla, betoogt hij dat niet genoeg wordt gedaaiV- voor de volksgezondheid. De heer Van Kol wijst o a. op het groote verschil in belasting. Hij bespreekt de volksbewegingen in Indië en de opstoot jes en vraagt onderzoek naar verschillende courantenberichten over" het optreden ia verband daarmede. Nadat nog de heer De Waal M o 1 e- f ij t het w*bord heeft gevoerd, wordt de ver gadering verdaagd tot Vrijdag 11 uur, als wanneer verschillende kleine urgente wets ontwerpen aan de orde komen. Tweede Kamer Het voorstel-Hugenholtz om deze weck iiiteen te gaan en na de verkiezingen weder bijeen te komen, wordt in de zitting van Donderdag verworpen met 42 tegen 25 s». Het voorstel-Visser van IJzendoorn, einde der volgende week uiteen te gaan, wordt nongenomen met 43 tegen 20 stemmen. Het voorstel-Lohman om de salarisverhoo- ging der burgerlijke rijksambtenaren eerst na de verkiezingen te behandelen, is daar mede vervallen. De heer Ter Laan krijgt verlof tot een interpellatie over het niet uitvoeren der hoo- tie inzake de landweeroefeningen. Deze interpellatie zal morgen bij den aanvang der zitting gehouden worden. Daarna wordt voortgegaan met de be handeling der suppletoire-begrooting van Binnenlandsche Zaken. De heer Teenstra betreurt, dat de mi nister ook niet de conversie der H. B. S. te Dokkum heeft voorgesteld. Minister Cort van der Linden zegt, dat Dokkum de eerste plaats zal zijn die voor een Rijks H B. S. in aanmerking koinL Wat Helmond betreft, hier gaat het om het behoud van een bestaande Rijks H. B. S., die zonder omzetting in een school met 5- jarigen cursus, door de bijzondere school zou worden doodgedrukt. De heer Rutgers dient een amende ment in om den onderhavigen post te ver minderen met 100, teneinde te doen be slissen daFvonversie der H. B. S. te Helmond niet zal geschieden. De heer D e V' i s s e r zal tegen het amen- cfement-Rutgers stemmen. Hij juicht de stichting eener katholieke H. B. S. toe, doch de conversie in een Rijks H. B. S. wordt door menschen uit alle richtingen gewenscht. Het amendement-Koster, de b'egrooting te vermerderen met 1 gulden voor de conver sie der gemeentelijke Hk B. S. te Almelo in een rijks R. H. S., wordt aangenomen met 35 tegen 28 stemmen. (Vóórde linkerzijde en de heer Bichon). Het amendement-Rut- gers wordt verworpen met 37 tegen 26 stemmen. (Tegen de heerenDe Visser, De Geer en Bichon). De heeren Ketelaar en Rutgers betuigen instemming met de motie-De Zeeuw, ingediend om de Kamer te doen uit spreken dat de salarisverhooging, welke de onderwijzers ontvangen naar aanleiding van de wet van 23 Februari 1918, niet in min dering mag worden gebracht van de duur- tetoeslagen. Minister Gort van der Linden be toogt, dat bij de uitvaardiging van de circu laire van binncnlandsch zaken aan de Ge deputeerde Staten niet is gedacht. Minister T r e u b acht zijn standpunt bil lijk. Hij wenscht evenwel de behandeling der motie te zien uitgesteld tot de bespre king van de ambtenarensalarissen. De heeren De Zeeuw Ketelaar en Rutgers wenschen evenwel nu eene be slissing, waarop Minister Treub op de zaak ingaat en betoogt, dot de voorstellers der moiiie het principieel varsch.il tusschen sa larisverhooging en duurtetoeslag, welke mis lukte tegemoetkoming in nood mag zijn, over het hoofd zien. De motie wordt aangenomen zonder hoof delijke stemming. Het amendement der commissie van rap porteurs tot invoeging van een mernoriepostl voor uitzending van Nederlandsche kindereu; naar het platteland wordt door de regeering overgenomen. Daarna wordt het ontwerp zonder stemming aangenomen. Zonder beraadslaging of stemming werden aangenomen o. a.: het wetsontwerp inzake vergoeding van rente aan buitenlandscha verzekeraars. Bij het ontwerp tot nadere voorzieningen' betreffende toezicht op hier te lande vertoe- venden, licht de heer Van H a n\ e i ee»v! amendement toe, oin opsluiting van vrcem-j delingen te brengen onder de bevoegdheid!! van den rechter en niet alleen onder die van de administratie. Over dit amendement zal morgen gestenui worden. De heer Ter Laan krijgt het woord (hier is de tekst van het telegram on duidelijk) zou niet uitvoering motie Tweede- voor zijn interpellatie ovei het niet nako- -Kamerlid Scheurer om artsen keus te laten voor studie-voortzetting aan de universiteit Instituut legenheid is door beide naties in vriend- schappelijken geest behandeld. Amerika is met het resultaat der onderhandelingen al even voldaan als Japan." Amsterdam. Spr. verzoekt alsnog uitvoering der motie Van Kol en vestigt de aandacht op de achterstelling in bezoldiging van den ingenieur van den Waterstaat. Hij bepleit men der motie inzake de landweeroefenir.^ gen. Hij vraagt of het juist is, dat geen uit* voering zal word** gegeven aan de motie/1 Hij vraagt dit voor den vorm. Het is hem ta doen om £en afkeuring van hét beleid var den minister. De Minister van O or logBeanfc

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1918 | | pagina 1