„DE EEMLANDER"
B UI TENLAND
BIN NEN LAN D
PRIJS
16e Jaargang, No. 261
IDflUUCMCUTCDOHO p™ 3 maanden voot Amcrs.
ADUnilLlYICni OrfillO foort 1.50, Idem franco
per post f 2.00. per week (met gratis verzekering
tegen ongelukken) f 0.14, afzonderlijke nummer»
0jQ3 Wekelijksch bijvoegsel Hollandsch*
Huisvrouw* (onder redactie vid Thfirèse Hoven)
per 3 maanden 50 cent Wekelljksd» bfjvoegsel
itWsrtldrevuc* per 3 maanden 60 cent.
HOOFDREDACTEUR: M«. O. J. VAN SCHAARDENBURG
UITGEVERS: VALKWOFF 4 Co
BUREAU: ARNHEMSCHE POORTWAL, mobic utreght$ch»st«.
INTERCOMM. TELEFOONNUMMER 513
Vrijdag 31 Wlei 1918
dienstaanbiedingen 1—5 regels f 0J0, groote lettert
naar plaatsruimte Voor handel en bedrijf bestaan
zeer voordcellge bepalingen tof het herhaald advct»
tccren In dit Blad, bij abonnement. Pene circulaire,
bevattende de voorwaarden, wordt op unvraag
toegezonden.
J. Stamperius.
1878—1918.
y
Het zijn héusch niet alleen de onderwij
zers en de schoolautoriteiten, die het genoe
gen hebben dezen jubilaris te kennen. Hoe
kan het ook anders! Iemand, die een zóó
werkzaam en veelomvattend leven heeft als
'de heer Stamperius, en daarbij zich zóó tal
rijke vrienden heeft weten te verwerven, zoo
iemand wordt ook buiten zijn werkkring be
kend. We willen, aan den vooravond van de
huldiging, den lezers eenige der meest be
langrijke data uit het leven van den jubi
laris mededeelen. We wenschten daarbij ie
kunnen beschikken over de pen van dezen
schoolopziener, dan waren we overtuigd,
dat het artikel door iedereen zou worden
gelezen. Want vertellen dat hij kanl en kon!
Als hij in zijn onderwijz^rstiid op school
vertelde van een pannekoek, dan smulden
alle kinderen in gedachten. En niet alleen
zijn mondelinge verhalen, ook zijn schrifte
lijke vertellingen munten uit door frischheid
en zijn boeiend van 't begin tot het einde.
Wat hebben we niet genoten van de boek
jes uit de Stamperiusbibliotheek, waarvan
die van den Redacteur zelf de beste waren.
Geen school, of ze worden er gelezen! Wat
vertelt de schrijver daar heerlijk uit en over
zijn jeugd, over zijn dorpje, Wilhelminadorp
geheeten, over zijn huisgenooten, over zijn
vrienden vooral, over den veldwachter Kees,
ja, bijna al zijn dorpsgenooten passeeren de
revue en alle gebeurtenissen uit des schrij
vers jeugd zijn op zulk een meesterlijke wij
ze verteld, dat zelfs volwassenen met genoe
gen de verhalen lezen van „Jakob van den
bakker" zooals de schrijver zichzelf noemt.
O, wat een heerlijke jeugd is dat geweest
en we kunnen ons zoo levendig voorstellen,
dat de heer Stamperius elk jaar nog gaarne
eenigen tijd vertoeft aan de heerlijke Oos-
terschelde, waarin hij als jongen zoo vaak
lag te spartelen.
Doch die heerlijke jeugd duurde niet al
tijd door en op yeertienjarigen leeftijd \derd
de heer St. leerling der „Oefenschool" in
Goes, wat een gebrekkige inrichting was tot
opleiding van onderwijzer. Later zijn die in
richtingen vervangen door de Rijks-normaal
lessen. Reeds van dien tijd dateert het prac-
tische onderwijswerk van den heer St., want
hij werd toen meteen aangesteld als „kwee-
Jceling" op de dorpsschool en kwam direct
voor een vrij groote klasse te staan. Twee
jaren later slaagde hij voor het toelatings
examen der Rijkskweekschool te Haarlem
en keerde in 1878 naar huis terug, voorzien
van de onderwijzersakte en nog eenige bij
akten. Binnen eenige weken volgde een be
roeming tot onderwijzer te Aalsmeer en np
1 Juni 1878 trad de heer St. daar in functie.
Twee jaar later werd deze betrekking ver
wisseld voor die van onderwijzer aan d<*
Voorbereidende klasse der Rijksnormaal
lessen té Haarlem, welke betrekking in tf£t
najaar van 1881 werd opgeheven, waarna
de heer St. nog eenigen tijd verbonden bleef
aan een school te Haarlem. Van hier ver
trok hij naar de Opleidingsschool te Alk
maar en vervulde daar gedurende ruim een
jaar de betrekking van eerste onderwijzer,
totdat hij in 1883, na deelneming aan een
vergelijkend examen, benoemd werd tot
hoofd eener openbare school te Amsterdam.
Gedurende twintig jaren vervulde hij deze
betrekking en dat wil voor dien tijd heel wat
zeggen.
De heer St. werd door een aandoening
der ademhalingswegen genoodzaakt eervol
ontslag te vragen. Een herhaald verblijf in
het Zuiden bracht geen afdoend herstel en
na Amsterdam te hebben verlaten, vestigde
hij zich te Baarn.
In 1906 volgde de benoeming tot school
opziener in het arrondissement Rhenen en
in 1906 kwam hij in dezelfde functie in het
arrondissement Amersfoort, welke betrek
king de heer St. thans nog vervult.
Ieder, die met hem in aanraking komt,
zal er van overtuigd zijn, dat de werklust en
de ijver van den jubilaris, nog verbazing
wekkend zijn.
Behalve voor de Stamperiusbibliotheek
schreef hij nog vele andere boeken m ook
vergat hij de school niet. Er verschenen se-
rie's taal- en stelboeken voor de lagere
school, die natuurlijk niet door iedereen ge
roemd worden welk boek wel? doch
welke naast vele andere deugden ook de
goede eigenschap bezitten, zooveel moge
lijk aanknooping te zoeken in het werke
lijke volle leven.
Ook eenige series leesboeken voor c?
lagere school kwamen van zijn hand.
Wie, in wélk opzicht ook, den jubilaris J schen staat, waarin met de Slavische ele-
voor het een of ander noodig had, kloptej menten, -die dat deel van Oostenrijk be-
nooit te vergeefs bij hem aan. Niemand kan.wonen, ook de Kroaten en de Serven
zich ooit beklagen, door den heer St. on- zouden worden opgenomen. De Neue Freie
beleefd ontvangen of onheusch bejegend P;esse zegt in eene beoordeeling van die
te zijn. Det zou trouwens onmogelijk zijn, i beweging, die zij kenschetst als onvereenig-
jubilaris strooken zal, is een vraag, waarop
we nog niet direct ja durven zeggen.
We willen ons artikel besluiten met het
uitspreken van den wensch, dat de heer St.
nog Tang met dezelfde ambitie mag werk
zaam zijn in het belang van het onderwijs,
in het belang van de jeugd.
K.
Politiek Overzicht
De binnenlandsche strijd
in Oostenrijk.
V.
Bij de viering van den derden verjaardag
van Italië's treden in den oorlog heeft de
minister Bissolati te Milaan als vertegen
woordiger van de regeering in eene offi-
cieele rede gezegd: „Wij kunnen heden de
verbroedering van Italië met*de door Oos
tenrijk onderdrukte Slavische volken be-
grofeten. Velen zeggen, dat dit te laat ge
beurt. Jawel, er js veel wat laat is geko
men. Maar het is nooit te laat voor zulke
toenaderingen van volken. De Czechen en
de "Zuid-Slaven weten, dat zij nooit de doel
einden, waarnaar zij streven, zouden kun
nen bereiken zonder den wil en de kracht
van de Entente. Maar de Entente, en vooral
Italië, heeft zeer goed begrepen, dat een
hoofdvoorwaarde voor de zekerheid van de
overwinning gelègen is in de vestiging der
onafhankelijkheid van Bohemen en ook in
de Zuid-Slavische eenheid en onafhankelijk
heid en in de ontbinding van
de O o s te n r ij k s c h-H ongaarsche
m o n a r c h i e."
De laatste, door ons gespatieerde woor
den leveren de verklaring van de plotse
ling bij de Entente ontwaakte liefde voor
de volken van Slavischen stam, die het ge
bied van Oostenrijk-Hongarije bewonen.
Oprechtheid en innigheid zijn in dat ver
toon van liefde ver te zoeken en ook in de
verklaring, die staatssecretaris Lansing heeft
afgelegd, dat de Vereenigde Staten met
sympathie hebben kennis genomen van de
nationalistische aspiratiën van de Czecho-
Slowaken en de Joego-Slaven. Czechen en
Zuid-Slaven zijn eenvoudig wat vroeger Ser
vië, Montenegro en Rumenië geweest zijn
middelen in den strijd, die doelt, op den
ondergang van Oostenrijk-Ho-* nrije. Nu de
aanvallen van buiten tegen monarchie
mislukt zijn, tracht men hai vol te be
werken, door binnen de eigen .enzc. t
vuur der vernietiging tegen Laar .a
stoken. N
Men zaait het gift der tweedracht uit on
der de volksstammen van Oostenrijk-Hon
garije en koestert de hoop, dat dit welig zal
opschieten en de weerstandskracht, die tot
dusver is getoond, zal verlammen. Om te
verhoeden, dat dit vergift zijne uitwerking
doet, zal een tegengift moeten worden -toe
gediend. In die richting is de Oostenrijk-
sche regeering met ijver aan hef werk. Zij
zoekt naar middelen om de elementen, die
trouw zijn aan keizer en rijk, nauwer aan
zich te verbinden. In de laatste dagen zijn
uit verschillende deelen van het land depu-
tatiën in Weenen verschenen, die door den
keizer ontvangen zijn en van hem de ver
zekering hebben ontvangen, dat zijne regee
ring een open oog heeft voor-' hunne wen-
schen, nooden en behoeften en haar best
doet daaraan tegemoet te komen.
Maar de reactie tegen de op Oostenrijks
vernietiging doelende beweging zal slechts
dan van uitwerking zijn, als zij uit het volk
zelf voortkomt. Uit den boezem van het volk
zal de tegenbeweging, die het streven van
Kramarcz en zijne medestanders te niet
doet, zich moeten ontwikkelen. In die rich
ting ziin wel verschijnselen waar te nemen.
De Jong-Czechische partij, die Kramarcz
heeft willen vervormen tot een nieuw
lichaam, de partij van de Czechische staats
rechtelijke democratie, heeft niet in haar ge
heel zijne volte-face meegemaakt. De man
nen, die zich van hun voormalige n
leider hebben afgescheiden, hebben als
orgaan een zelfstandig blad opgericht,
dat in zijn program-artikel de stelling ver
kondigt: „Een volk kan wel uit hetgeen in
het buitenland gebéurt nut trekken, maar
mag zijne bevrijding i^iet van hen afhanke
lijk maken." Ook andere gezaghebbende
stemmen doen zich hooren ten gunste van
eene vreedzame oplossing .van het vraag
stuk der verhouding van Bohemen tot het
rijk en van eene politiek, die de verzoening
der Czechen met de Duitschers op hare va-an
schrijft. Uit de Alpenlanden gaan ook stem
men van protest op tegen de beweging, die
de oprichting voorstaat van een Zuid-Slavi-
want iemand als iteze schoolopziener, die
steeds correctheid eischt, weet veel te goed,
dat hij zelf een levend voorbeeld moet zi n.
Ais jongen een guit, als onderwijzer een
uitstekend opvoeder en als schoolopziener
een humaan mensch, ziedaar in korte trek
ken het levensbeeld van den heer St.
Het zal hem op I Juni niet aan blijken
van belangstelling ontbreken en wij weten,
-dat de hulde, welke hem gébracht wordt,
van harte gemeend en verdiend is. Of
w met de bekende bescheidenheid van den
baar met het Oostenrijksche staatsbegrip:
„Oostenrijk is uit enkel minderheden
samengesteld en de oppervlakkigheid, die
van eene Slavische meerderheid spreekt,
wordt door de gebeurtenissen haast iederen
dag weerlegd. Het Slavendom is nooit tot
eene Historische eenheid of ook maar tot een
duurzamen samenhang gekomen. Oosten
rijk kan slechts Oostenrijksch geregeerd
worden, als staat van enkel minderheden,
waaronder de Duitschers door verleden, ge
zindheid en cultuur zonder eenige onder
drukking van de andere natiën aan de poli
tiek de onontbeerlijke richting moeten ge
ven, opdat de verschillende raderen en
schroeven goed in elkaar grijpen.
Oostenrijk moet Oostenrijksch geregeerd
worden. Dat is het ABC van het Oosten
rijksche regeeringsbeleid. Het is het begins
sel, waartegen het streven gericht is van de
elementen, die nu onder de Czechen en de
Zuid-Slaven met steun der Entente het
hooge woord voeren, maar dat door hen. die
opkomen voor het behoud van Oostenrijk in
dezen strijd om zijn bestaan als groote mo
gendheid, wordt hoog gehouden.
Der oorlog.
Er is ditmaal eenige tegenstrijdigheid tus
schen de berichten over den grooten strijd
in het westen van de verschillende hoofd
kwartieren, die echter meer schijn don wer
kelijkheid is. Uit Berlijn wordt kort en bon
dig gemeld,/lat Soissons genomen is. Daar
mee is de mededeelicg uit Parijs wel over
een te brengen, dat de Franschen stand hou
den bij de westelijke uitgangen van Sois
sons om daar het vooruitdringen van de
Duitschers verhinderen. Het hoofdfeit, dat
Soissons in Duitsch bezit is, wordt erkend
Dat de Duitschers, om daar verder vooruit
te komen, ook de westelijke voorstad van
Soissons in handen moeten hebben, is eene
waarheid, die niet is tegen te spreken, maar
aan de door hen gemaakte winst geen af
breuk doet.
Over den strijd ten zuiden van de Vesle
zegt het Duitsche bericht: „Wij wierpen den
vijand na hardnekkigen tegenstand tot over
de linie Ville Montovie—Fère-en-Tardenois
CoulognesBranscourt terug." Het Pa-
rijsche bulletin spreekt van „hevige gevech
ten op het front Fère-en-TardenoisVezil-
ly, waar de Franschè troepen, gesteund door
dc reserves, met onvermoeibare hardnek
kigheid weervind bieden aan den opmarsch
van den vijand." Het Fransche bericht legt
nadruk op den geboden weerstand, het Duit
sche op de door den strijd verkregen resul
taten. Die worden overigens door de Fran
schen niet betwist, want het avondbericht
uit Parijs meldt, dat de Duitschers zich heb
ben meester gemaakt van Fère-en-Tarde
nois en Vezilly.
Minder goed zijn de berichten over den
strijd bij Reims met elkaar overeen te bren
gen. Uit Parijs wordt'daarover bericht, dat
de Franschen hunne stelling ten N.W. van
Reims hondhavenuit Berlijn, dat de forten
aan het noordwestelijke, front van Reims ge
vallen zijn. Dat is alleen te rijmen als men
aanneemt, dat de na den val van deze for
ten door de Franschen betrokken stellin
gen nog in hunne handen zijn.
De gewichtigste tijding is opgenomen in
het avondbericht uit Berlijn, dat kort maar
veelzeggend luidt„Ten zuiden van Fère-
en-Tardenois naderen wij al strijdende den
Marne." De Marne is de groote zijrivier
van de Seine, die zich even boven Parijs
met den hoofdstroom vereenigt. De Duit
sche vorderingen naar de Marne brengen
hen dichter bij Parijs.
Het Engelsche hoofdkwartier blijft doen
alsof deze geheele strijd het niet aangaat
in de berichten uit Londen wordt er met
geen woord over gesproken.
P a r ij s 3 0 Mei. (R.) Het bombarde
ment van Parijs en omstreken met vèr dra
gend geschut is heden morgen hervat.
Londen, 30 Mei. (R.) De correspon
dent van de Daily Mail te Tokib heeft een
onderhoud gehad met den minister van
Buitenlansche Zaken, die verklaarde, dat
noch Japan noch de Geallieerden tot dus
verre eenig definitief voorstel hebben ge
daan tot ingrijpen in Siberië, maar als een
zoodanig voorstel te Tokio ontvangen mocht
worden, zal het daar met sympathieke ge
voelens overwogen worden. De geallieerden
behoeven niet te vreezen voor een botte
weigering of iets anders te verwachten dan
de bereidwilligheid, de zaak der geallieerden
te helpen.
„Ik 'maak dit voorbehoud: als wij in Si
berië opmarcheeren, dan zullen wij een deel
onzer vloot terugroepen, waardoor een toe
stand zou worden geschapen, waaruit
Duitschland voordeel zou kunnen trekken.
Wij gelooven dat een uniform, homogeen
leger onontbeerlijk is voor het welslagen der
expeditie, maar wij hebben nimmer ernstig
geprotesteerd tegen deelneming daaraan
door de geallieerden."
Op de vraag, welke compensatie Japan
zou eischen voor zijne interventie, antwoord
de Goto:
„Wij denken niet aan compensatie, maar
willen slechts alles doen wat in ons ver
mogen is, ten behoeve van de zaak der ge
allieerden.
Goto erkende, dat Engeland de bewerker
was geweest van de hartelijke betrekkingen
tusschen Amerika en Japan, zooals het vroe
ger de bemiddelaar tusschen Russen en Ja-
panneezen was.
„De goede diensten", zoo voegde hij er
aan toe, „worden thans aan alle zijden voort
gezet, met het doel om de nauwe vriend
schap tusschen de geallieerden te verster
ken. De meeningsgeschillen met Amerika
betreffende den uitvoer van staal hebben
Na te hebben verklaard, dot het volk van
Engeland verzekerd' kan zijn, dat het Jn-
pansche volk er steeds goede vrienden mede
zal zijn, ontkende Goto dat hij een pro-
Duitscher zou zijn.
„Ik kan niet pro-Duitsch zijn, omdat
Duitschland onze .vijand is, en tegenover
een vriendo kan ik niet onvriendelijk of nnti-
Engelsch zijn. Boven alles ben ik Japanner,
maar hoe kan ik, bij het bestrijden van den
vijand, onverschillig zijn voor dc geallieer-
•de mogendheden?"
Op de vraag of de geallieerden ooit Ja
pan gevraagd hadden, troepen naar het wes
ten te zenden, antwoordde Goto: Neen!
Na zijn vertrouwen in de overwinning
te hebben te .kennen gegeven, zeide Go
to: „Gij moet u niet overhaasten. De men-
schen maken zich over het algemeen veel
te druk".
L o n d e n 2 9 Mei. (R.). Aan het diner,
door den Industrieelen Bond, onder presi
dium van minister Robert gegeven ter eere
van de dezer dagen uit Amerika terugge
keerde leiders der arbeiderspartii Appleton,
Charles Duncan. Butteworth en Melian Nos-
ses. verklarde Duncan, dat het Amerikaan-
sche volk nog nooit verslagen was, en vast
van voornemen was, zich ook nu niet te
loten verslaan. Van een beperking van het
aantal soldaten tot een zeker aantis daar
ginds geen sprake, en men zal doorvechten
tot de vijand verslagen is. Dat is het stel
lige voornemen van de geheele Ameriknnn-
sche natie.
B e r 1 ij n 3 0 Mei. (W. B.) De keizer
heeft kolonel-generaal von Linsingen, tot
dusver opperbevelhebber van de legergroep
von Linsingen, met ingang van 1 Juni voor
den verderen duur van den oorlog benoemd
tot opperbevelhebber in de Marken.
Münclren, 3 0 Mei. (W.—B.) De ko
ning en de koningin zijn heden avond, tot
beantwoording van het bezoek van den kei
zer en de keizerin van Oostenrijk, naar Wee
nen vertrokken.
Mos'ko u, 2 8 Me i. (R.) D? czarewitsch
en de dochters van den ex-czaar zijn in Je-
katerinenburg aangekomen.
Sofia, 30 Mei. (Buig. ag.) De dagbla
den berichten, dot de oogst begonnen is in
de zuidelijke deelen van het land en dot de
in den laatsten tijd gevallen regens den
staat van de velden belangrijk hebben ver
beterd, die een zeer goeden oogst beloven.
Londen, 30 Mei. (R-) De president,
van de jaarlijksche algemeene vergadering
der Zweedsche Kamers van koophandel
graaf Wrangel heeft medegedeeld, dat de
handels- en scheepvaartovereenkomst tus
schen Zweden en de geallieerden gister on
derteekend is. Hij voegde daaraan toe, dat
deze overeenkomst gesloten is op eene wij
ze, die alle betrokken partijen kan bevredi
gen en vooFTedereen een groot voordeel zal
zijn.
De gezant van Cuba te 's Gravenhage
deelt mede gisteren van zijne regeering tele
grafisch bericht te hebben ontvangen, dat
de betrekkingen tusschen Cuba en Mexico
niet zijn afgebroken. Hetgeen dienaangaan
de werd medegedeeld, berustte op een mis
verstand.
KOLONIËN.
Ooat-!ndl3
PesteevHilen op Java-
Ten vervolge op het bcriclit opgenomen
in de Slanlseourant van 11 dezer "wordt me
degedeeld dat bij hel Departement van Kolo
niën het volgende telegram van den Gouver
neur-Generaal van Ned.-Indië betreffende
pestgcvallen op Java gedurende de afgeloopea
maand April is ontvangen:
Ponor^go 1, Soerabaja 7. Djokjakarta 5. Te-
manggoeng 26, Semarang 4, Selaliga 11, allen
met doodeiijken afloop.
nooit veel beteekend, en de geheele aange- Leiden of aan het Koloniaal
Kameroverzicht
Eerste Kamer
In de zitting van Donderdag was ingeko
men een voorstel tot wijziging van het Re
glement van Orde en regeling van het vra-
genrecht, ingediend door de heeren Van
Kol, Van Swaay, Bergsma, Cremer en Co-
lijn. Het zal naar de afdeelingen verzonden
worden. Bij de behandeling daarna van de
Indische Begrooting
verklaarde de heer Cremer dat hij en de
zijnen niet voornemens zijn hier over te dis
cussieeren. Een volgende mal zullen de
discussies kunnen heropend worden.
De heer Van den Berg wijst op de
verhouding tusschen de verschillende Indi
sche rassen welke te wenschen begint te
laten.
De heer De Gijselaar acht het aan
tal geneeskundigen, voorbereid voor den
dienst der volksgezondheid in Indië, niet
voldoende en ziet een groote onbillijkheid
hooger bezoldiging van de zoutmakers op(
Maaoera en zou gaarne een wet zien welke,
evenals in Nederland, bescherming verleent
tegen afpersingen der huiseigenaren. Spr,
komt verder op tegen barbaorsche straffen.
Hij wenscht den Volksraad binnen niet
te langen tijd van een actviseerend éenr
wetgevend lichaam te zien worden. Voorla,
betoogt hij dat niet genoeg wordt gedaaiV-
voor de volksgezondheid.
De heer Van Kol wijst o a. op het
groote verschil in belasting. Hij bespreekt
de volksbewegingen in Indië en de opstoot
jes en vraagt onderzoek naar verschillende
courantenberichten over" het optreden ia
verband daarmede.
Nadat nog de heer De Waal M o 1 e-
f ij t het w*bord heeft gevoerd, wordt de ver
gadering verdaagd tot Vrijdag 11 uur, als
wanneer verschillende kleine urgente wets
ontwerpen aan de orde komen.
Tweede Kamer
Het voorstel-Hugenholtz om deze weck
iiiteen te gaan en na de verkiezingen weder
bijeen te komen, wordt in de zitting van
Donderdag verworpen met 42 tegen 25 s».
Het voorstel-Visser van IJzendoorn, einde
der volgende week uiteen te gaan, wordt
nongenomen met 43 tegen 20 stemmen.
Het voorstel-Lohman om de salarisverhoo-
ging der burgerlijke rijksambtenaren eerst
na de verkiezingen te behandelen, is daar
mede vervallen.
De heer Ter Laan krijgt verlof tot een
interpellatie over het niet uitvoeren der hoo-
tie inzake de landweeroefeningen. Deze
interpellatie zal morgen bij den aanvang
der zitting gehouden worden.
Daarna wordt voortgegaan met de be
handeling der suppletoire-begrooting van
Binnenlandsche Zaken.
De heer Teenstra betreurt, dat de mi
nister ook niet de conversie der H. B. S. te
Dokkum heeft voorgesteld.
Minister Cort van der Linden
zegt, dat Dokkum de eerste plaats zal zijn die
voor een Rijks H B. S. in aanmerking koinL
Wat Helmond betreft, hier gaat het om het
behoud van een bestaande Rijks H. B. S.,
die zonder omzetting in een school met 5-
jarigen cursus, door de bijzondere school
zou worden doodgedrukt.
De heer Rutgers dient een amende
ment in om den onderhavigen post te ver
minderen met 100, teneinde te doen be
slissen daFvonversie der H. B. S. te Helmond
niet zal geschieden.
De heer D e V' i s s e r zal tegen het amen-
cfement-Rutgers stemmen. Hij juicht de
stichting eener katholieke H. B. S. toe, doch
de conversie in een Rijks H. B. S. wordt door
menschen uit alle richtingen gewenscht.
Het amendement-Koster, de b'egrooting te
vermerderen met 1 gulden voor de conver
sie der gemeentelijke Hk B. S. te Almelo in
een rijks R. H. S., wordt aangenomen met
35 tegen 28 stemmen. (Vóórde linkerzijde
en de heer Bichon). Het amendement-Rut-
gers wordt verworpen met 37 tegen 26
stemmen. (Tegen de heerenDe Visser, De
Geer en Bichon).
De heeren Ketelaar en Rutgers
betuigen instemming met de motie-De
Zeeuw, ingediend om de Kamer te doen uit
spreken dat de salarisverhooging, welke de
onderwijzers ontvangen naar aanleiding van
de wet van 23 Februari 1918, niet in min
dering mag worden gebracht van de duur-
tetoeslagen.
Minister Gort van der Linden be
toogt, dat bij de uitvaardiging van de circu
laire van binncnlandsch zaken aan de Ge
deputeerde Staten niet is gedacht.
Minister T r e u b acht zijn standpunt bil
lijk. Hij wenscht evenwel de behandeling
der motie te zien uitgesteld tot de bespre
king van de ambtenarensalarissen.
De heeren De Zeeuw Ketelaar en
Rutgers wenschen evenwel nu eene be
slissing, waarop Minister Treub op de zaak
ingaat en betoogt, dot de voorstellers der
moiiie het principieel varsch.il tusschen sa
larisverhooging en duurtetoeslag, welke mis
lukte tegemoetkoming in nood mag zijn,
over het hoofd zien.
De motie wordt aangenomen zonder hoof
delijke stemming.
Het amendement der commissie van rap
porteurs tot invoeging van een mernoriepostl
voor uitzending van Nederlandsche kindereu;
naar het platteland wordt door de regeering
overgenomen. Daarna wordt het ontwerp
zonder stemming aangenomen.
Zonder beraadslaging of stemming werden
aangenomen o. a.: het wetsontwerp inzake
vergoeding van rente aan buitenlandscha
verzekeraars.
Bij het ontwerp tot nadere voorzieningen'
betreffende toezicht op hier te lande vertoe-
venden, licht de heer Van H a n\ e i ee»v!
amendement toe, oin opsluiting van vrcem-j
delingen te brengen onder de bevoegdheid!!
van den rechter en niet alleen onder die van
de administratie.
Over dit amendement zal morgen gestenui
worden.
De heer Ter Laan krijgt het woord
(hier is de tekst van het telegram on
duidelijk) zou niet uitvoering motie Tweede- voor zijn interpellatie ovei het niet nako-
-Kamerlid Scheurer om artsen keus te laten
voor studie-voortzetting aan de universiteit
Instituut
legenheid is door beide naties in vriend-
schappelijken geest behandeld. Amerika is
met het resultaat der onderhandelingen al
even voldaan als Japan."
Amsterdam. Spr. verzoekt alsnog uitvoering
der motie Van Kol en vestigt de aandacht
op de achterstelling in bezoldiging van den
ingenieur van den Waterstaat. Hij bepleit
men der motie inzake de landweeroefenir.^
gen. Hij vraagt of het juist is, dat geen uit*
voering zal word** gegeven aan de motie/1
Hij vraagt dit voor den vorm. Het is hem ta
doen om £en afkeuring van hét beleid var
den minister.
De Minister van O or logBeanfc