'ien geen klasse-indeeling als grondslog te ne men. t Juist om het stolsel der Staetscommissie in tact te laten, heelt de regeering zich van wijzi gingen onthouden, hoewel ook haar sommige Iractcmenten, b.v. dot von f 3500 voor eerste- f luitenent hoog voorkomt. Hrincieicele gelijkstelling ven het reserveke- tder en het beroepskader, acht de minister niet juist, daar dit laatste in loondienst der regee ring stool. De regeering is reeds ruim geweest door de oonvangs-bezoldigingcn, gelijk te stel- l'lcn, zelts wil zij voor tijden als deze, een rcgc- Iding van periodieke verhoogingen in overwe- ging nemen. De tijdelijke burger-leer eren bij de inrichtin gen voor militair onderwijs, zijn niet opgeno men in het rapport der Stoatscommissie Sterk, de minister zal daarover zijn aandacht ook aan de belangen van dit personeel wijden. Bcncnten De Staatscourant \an 1 Juni bevat o.a. het \olg€nde Kon. besluit: aan den heer C. A. Jolles te Arnhem, op 2iin verzoek, met ingang van 1 November 1918, eervol ontslag verleend als Hoofdinge nieur-Directeur van den Rijkswaterstaat der 4ste klasse, met dankbetuiging voor de door hem in verschillende betrekkingen bij den Rijkswaterstaat aan den lande bewezen lang durige en gewichtige diensten. benoemd tot leeraar aan de Rijkstuin- hc;:\v winterschool te Naaldwijk, H. J. de Bakker te Oosterhout (N.-Br.); aan mr. dr. H. W. C. Bordewijk, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend uit zijn be trekking van kantonrechter-plaatsvervonger in het kanton Wageningen, onder dankbe tuiging voor de als zoodanig bewezen dien sten aan J. I. van Ballegoyen de Jong, op zijn •verzoek, eervol ontslag verleend uit zijn be trekking van kantonrechter-plaatsvervanger in het kanton Schoonhoven, onder dankbe tuiging voor de als zoodanig bewezen dien- Sten; benoemd tot adjunct-commies bij het be stuur van den postchèque- en girodienst H. Brunsting Jr., thans adjunct-commies bij 's Rijks werven, en H. F. Lintz, thans ambte naar bij den dienst der publieke werken der gemeente Amsterdam. Audiënties. De gewone audiëntie van den "Minister van Oorlog zal op Donder dag 6 Juni 1918 niet plaats hebben. De gewone audiëntie van den Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel zal op Woensdag 5 Juni a. s. niet plaats hebben. Audiënties. De gewone audiën tie van den minister van Financiën zal op Vrijdag 7 Juni a.s. niet plaats hebben. De Noorsche gezant bij ons Hof, de heer Irgens, tevens geaccrediteerd hij het Deensche Hof, is weder vertrokken naar zijn zetel te Kopenhagen. De Gezantschapsraad de heer Huidtfelt treedt weder als zaakgelastigde op. Bij beschikking van den Minister van Marine is de Officier van administratie der 2e klasse H. F. Beekkerk van Ruth met 1 Juni 1918 geplaatst aan boord van Hr. Ms. bulpkruiser „Tabanan." De artillerie-schietschool in de legerplaats bij Oldebroek vierde Za terdag haar veertigjarig bestaan. De minis ter van oorlog zorfd o. m. een telegram van gelukwensch. De heer T. S. Goslinga heeft ontslag - genomen als wethouder en ambtenaar van den burgerlijken stand te Schiedam, wegens xiin benoeming tot directeur van de Rijks- Groentencommissie. De aanbeveling voor directeur van den keuringsdienst voor vee, vleesch, visch en gevogelte, te Hilversum, luidt: 1. dr. S. G. Zwart, onder-directeur der ge meentelijke slachtplaats te Utrecht; 2. G. de Vries, adj.-directeur van het open baar slachthuis te Haarlem. Indische dienst. Voor den dienst in Ned.-Indië zijn bestemd de heeren G. Hendriks te 's Gravenha<?e, P. van der Werff Ie Utrecht en M. J. M. Claase te Nijmegen, als bouwkundig teekenaar bij het departe ment der Burgerlijke Openbare Werken. Begr a f enis j hr. mr. A.L. J.Mel- villvan Carnbee. Zaterdagmiddag bad op de begraafplaats Eik-en-Duinen te Den Haag de teraardebestelling plaats van bet stoffelijk overschot van jhr. mr. A. L. 'J. Melviil van Carnbee, wethouder van Rij- senburg en commissaris van het Ned. Roo- de Kruis. Op den doodenakker hadden zich talrijke belangstellenden verzameld, w. o. de Bel gische gezant baron Fallon, met den Bel gischen militairen attaché graaf De Baillet, het Eerste Kamerlid de heer H. Colijn, voor zitter van het Ned. Roode Kruis; de Twee de Kamerleden de heeren Van de Velde en Schimmelpenninck, generaal Tonnet, gene raal Collette, jhr. Van Loon en anderen. Nadat de kist, welke geheel met bloemen was bedekt, in het gTaf was neergelaten, ïrad ds. Boomer, predikant bij de Ned. Hervormde gemeente te Driebergen, naar voren en schetste den overledene als een man, die zich niet schaamde een Éelijder van den Christus te zijn. Generaal Collette wees op de verdien sten van den overledene voor het Ned. Roo- ie Kruis, eerst als gewestelijk commissaris en later als gedelegeerde. Zijn heengaan is voor het Roode Kruis een ernstig verlies. Jhr. De Beaufort, burgemeester van Driebergen, noemde den overledene een man met een warm hart voor de gemeente belangen. Namens den commandant der Holland- sche Waterlinie, bracht de linie-arts dr. De Jong, een woord van hulde ën afscheid aan den overledene. Hierna spraken nog de dijkgraaf van het grootwaterschap Woerden, de voorzitter van het Vreemdelingenverkeer te Driebergen, de heer Taets van Amerongen, als zwager en vriend van den ontslapene, en de heeren v. d. Kanden, voorzitter van de Vereeniging voor Scholen met den Bijbel en het hoofd, namens het personeel der Christelijke school. Jhr. P. R. A. Melviil v. Carnbee, gezant te Sofia, een broeder van den overledene, dankte namens de familie voor de takijke bewijzen van belangstelling. Nederland trn d» oorlog T¥e«lerlan«l8ïrhe officieren nan tiet DaiUwelie front. Naar wij vernemen zijn Zaterdag eeni- ge officieren op uitnoodiging in missie naar Duitschland vertrokken. Het Dagblad v. Zuid-Holland en 's Grav. weet hieraan nog toe te voegen, dat de uit- noodiging hiervoor reeds eenige maanden geleden was gedaan. Eerst nu kregen de officieren telegrafisch bericht, dat hun komst zoo spoedig mogelijk verwacht werd. Het blad concludeert hieruit, dat d e groote slag tne^s op honden scïïïjnt. V«»r bet DnilAcbe priJzenboJ. In de Vrijdag gehouden zitting van het Prijzenhof te Hamburg werd behandeld de zaok van den Nederl. motorschoener ^De mocraat", 18 Oct. 1917, op reis van Frede- rikstad met 130 ton veldspaat naar Amster dam, in nood aangetroffen en naar Hamburg opgebracht. Schip en lading werden vrijge geven. De inbeslagneming werd echter rechtmatig verklaard. De Regeering draagt de door apellanten bemaokte kosten, behalve die voor de noodzakelijke voorschotten. Het Nederl. stoomschip „Gelderland", 23 Juli 1917, op reis van New-Castle o/T. met kolen naar Rotterdam, aangehouden en naar Zeebrugge opgebracht, werd met de la ding verbeurd verklaardd. De eïschen van de Stoomv. Maatschappij „Nederlandsche Lloyd" en de Scheepvaart- en Steenkolen- Maatschappij werden afgewezen. Appellan ten werden veroordeelld tot het dragen dei- kosten De lading van het stoomschip „Koningin Regentes" werd gedeeltelijk verbein-d ver klaard. Voor sommige goederen werd scha devergoeding toegestaan. Ujt Beriij-n wordt gmeld De aanvulling der Duitsche Pt ijsv er ot d e n in g In een commentaar op het antwoord van Minister Loudon inzake de vraag betreffen de de nieuwe Duitsche Prisen-Ordnung, zegt de Vossïsche Zeitung, dat deze verscher ping een beschermingsmaatregel is, die door den roof van neutrale schepen door de En tente noodig is* om de nadeeïen, die door de diensten van neutrale schepen voor den vijand Duitschland worden toegebracht, zoo veel mogelijk te bepeiken. De Lokal-Anzeiger noemt het Nederland- sche protest ongegrond. Duitschland is door den roof van neutrale schepen door de En tente tot dezen nieuwen maatregel gedwon gen. Het blad geeft hetzelfde motief van be scherming en beperking van nadeel aan. Het Ned. s.s. Import vr ij gegeven. Naar de Maasb. verneemt, heeft het prijs- hof te Hamburg Woensdag j.l. het Neder- landsche s.s. Import, dat den lOen Januari 1917 werd opgebracht nsar Zeebrugge, we der vrijgegeven. Hef stoomschip zal den 5en Juni e.k. aan de eigenaars te Vlissingen wor den uitgeleverd. Be 4maferri*at"* De Nieuw-..«sterdam, die in ballast vaart, zal zeer waarschijnlijk, zonder Halifax aan te doen, rechtstreeks doorvaren naar New-Ycrk. Achtergebleven passagiers. Onder de pasagiers, die van de „Niuw- Amsterdam" zijn achtergebleven, behooren, naar „De Tijd" meldt, ook de tien zusters van den H. Carolus Borromeus, die te Bata via met smart verwacht worden voor de aan vaording harer taakhet beheer van hef nieuwe ziekenhuis aldaar. Een huldeblijk voor onze z e el i e den. De Koninklijke Nederlandsche Vereeni ging „Onze Vloot" en de Vereeniging „Het Nederlandsche Zeewezen" hebben de toe stemming ontvangen van de Directie der Holland-Amerika-lijn, om als hulde aan de bemanningen der koopvaardijschepen, die zich te goed Nederlander toonden, om on der Amerikaansche vlag op hunne eigen schepen te varen, een gedenkplaat te plaat sen a/b. S.S. „Nieuw-Amsterdam", met welk schip deze zeelieden naar het Vaderland terugkeerden. Mocht t. z. t. dit stoomschip uit de vaart gaan, dan zal de gedenkplaat naar een daar voor in aanmerking Lomend gebouw worden overgebracht Inspectie cri s i s p gt s on e e 1. De Minister van Landbouw heeft op de voordracht van den secretaris-generaal van zijn departement met ingang van 1 Juni 1918 bij zijn departement ingesteld een tijdelijke afdeeling „Inspectie Crisispersoneel" en met de leiding van die afdeeling belast den heer L- J. Scheltema, gep. generaal-majoor der artillerie te 's-Gravenhage, met den titel van „Inspecteur voor het Crisispersoneel". Ex( ra-r anlsoen en De Minister yan Landbouw, Nijverheid en Handel heeft de volgende circuiaire aan de gemeentebesturen verzonden: Het is mij gebleken, dat in sommige ge- nfeenten, waar voldoende aardappelen be schikbaar zijn om de bevolking het volle rantsoen ven 4 K.G. per hoofd en per week te doen toekomen, desniettegenstaande aan- vullingsrantsoenen voor rijst en peulvruch ten verstrekt worden. Zulks is niet in overeenstemming met mijn bedoeling, aangezien toch de extra-verstrèk- king van rijst en peulvruchten uitsluitend pleats vindt tot aanvulling van eventueel te kort van het aardappelrantsoen. Mochten in uw gemeente voldoende aard appelen beschikbaar zijn of mochten bepaal de inwoners in uw gemeente over voldoen de aardappelen beschikken, dan zal ik het ten zeerste op prijs stellen, indien in deze gevallen geen verstrekking van rijst of van extra peulvruchten plaats vindt. Ook moge ik er uw aandacht op vestigen, dat, de verstrekking van extra-rantsoenen voor hooiers en maaiers uitsluitend behoort te geschieden aan personen, die van hooien en maaien hun speciaal bedrijf maken. Het is dus uitgesloten, dat landbouwers en boe renarbeiders in het algemeen in aanmerking komen voor het ontvangen van extra-rant soen gedurende den hooitijd. Be vroede anrdappelen. De minister van Landbouw 'heeft aan de burgemeesters een circulaire gezonden be treffende de \Toege aardappelen. Na ampel overleg te hebben gepleegd met zijn adviseurs ter zake, heeft Z.Exc. ge meend, dat vroege aardappelen niet op de zelfde wijze moeten worden gedistribueerd als met de winteraardappelen is geschied, doch dat een systeem moet worden gevolgd, hetwelk die distributie zooveel mogelijk nabij komt. Als basis voor dit systeem dient het ver- voerverbod. Het ligt in 's ministers bedoeling het ver- voerverbod onverzwakt te handhaven tot het oogenblik, waarop mag worden aangeno men, dat behoorlijke hoeveelheden aardap pelen voldoende ontwikkeld zijn om te wor den gerooid. De minister stelt zich voor, dat zulks in het begin van de laatste week van Juni het geval zal kunnen zijn, bij zéér gunstige weersgesteldheid misschien eerder. Het vervoerveibod werkt derhalve tot dat tijdstip als een rooiverbod en voorkomt, dat de aardappelen te vroeg gerooid worden ten koste van de kwantitatieve opbrengst. De- productiekosten, verhoogd met matige winst voor den producent, worden geraamd in den beginne te bedragen 14 cent per KG. Voor vracht van de veilingen naar de ge meenten en verdiensten van den grossier en den winkelier moet dit bedrag gemiddeld met 3 cent per KG. worden verhoogd, om te komen tot den prijs, welken de consu ment zou moeten betalen, indien de produ cent een loonenden prijs zou kunnen beko men. De prijs zou dus in den beginne 17 cent moeten zijn. Eohter acht de minister dit te hoog. Hij is van oordeel, dat de maximumkleinhan- delprijs (prijs voor den consument) voor de groote aardappelen dit jaar yoorloopig zal moeten zijn 12 cent per KG., voor poters or drielingen 2 cent lager. Naarmate de oogst toeneemt, zal de prijs iets lager worden gesteld. In het prijsverschil (in den beginne 5 cent per KG.) hetwelk deze bedragen lager zijn dan zij zouden moeten zijn om den produ cent een loonenden prijs te waarborgen, zal het Rijk 9/10 en de gemeente 1/10 moeten bedragen. De hooioogst 1918. De minister van Landbouw geeft een over zicht van de door hem met betrekking tot den hooioogst van 1918 getroffen maatre gelen els: instelling maximum-prijs, ver- voerverbod, instelling van een centraal hooi- bureau en provinciale hooibureaux. Hieromtrent wordt j\og het volgende me degedeeld: De hooibureaux kunnen al naar de be hoefte der plaatselijke omstandigheden plaatselijke hoofdcommissiën benoemen. De "provinciale hooibureaux zijn zoo vrij mogelijk gelaten in de wijze waarop zij hunne taak wenschen uit te voeren. Om echter het noodige verband te bewaren en voor enkele noodzakelijke quaesties vaste regels te stellen, is ingesteld een Centraal Hooibureau, gevestigd te s Gravenhage, Kneuterdijk 8. Met name stelt dit vast, hoe veel hooi elke provincie voor het leger en de groote steden moet leveren. Elk provin ciaal ftoofdbureau verdeelt deze hoeveelhe den weer over de gemeenten, waar ten slot te de plaatselijke hoofdcommissiën eene ver deeling over de bedrijven vaststellen. Elke landbouwer zal op deze wijze tijdig weten, hoeveel hooi hij ongeveer voor het leger en de distributie zal moeten leveren. Ten einde het opdrijven der pachtprijzen van landerijen, die elk jaar worden verhuurd, tegen te gaan, moet de pachter ten genoe gen van het provinciaal hooibureau kunnen bewijzen, dat de gemaakte bepalingen, voor al die aangaande den maximumprijs, niet zijn overschreden. Kan dit bewijs niet wor den geleverd, dan komt dit hooi het perst in aanmerking voor inbezitneming, ingevolge de Distribirtiewet. Voor het vervoer van het hooi van de hierbedoelde losse landerijen naar de op slagplaats van den pachter, oï indien plaat selijke omstandigheden, als b.v. voorkomen in polders, die gemakkelijk overstroomen, dit noodig maken, n8ar de opslagplaats van den afnemer van het hooi, is een vervoer- bewijs noodig, ^at tegen eene vergoeding van 1 van de vermoedelijke geldelijke op brengst, of van 0.50 per H.A., te bepalen door het Provinciaal Hooibureau. wordt af gegeven. Een handelaar, die bij de 'hooidistribulie zijn tusschenkomst wenscht te verleenen, wendt zich daartoe tot het Hooibureau in zijne provincie, dat na ingewonnen advies bij den Bond van hooi- en stroohandelaren hem kan erkennen. Eveneens kunnen coöpe raties en detaillisten worden erkend. Voor de bewezen diensten van handelaren, de taillisten, coöperaties en persers stellen de Hooibureaux vergoeding vast. Alle bestellingen moeten voor een te be palen datum bij de Hooibureaux zijn inge komen. Deze datum zal waarschijnlijk 1 Oc-. tober 1918 zijn. De aanvragen strekken tot 15 Mei 3919. Het Hooibureau beslist hoe veel op de aanvraag kan worden toegewe zen. Ieder die hooi wil verkoopen, biedt dit aan aan het Provinciaal Hooibureau. De verkooper ontvangt den prijs geschat door het Hooibureau. De kooper betaalt: 1. de geschatte waar de; 2. de assurantiekosten, persloon, laad- kosten; 3. de transportkosten; 4. eene na der vast te stellen vergoeding voor hpt Pro vinciaal Hooibureau en de Plaatselijke Hooi- commissie; 5. eene nader vast te stellen ver goeding voor den handelaar of coöperatie; 6. zoo noodig een nader vast te stellen be- v/aarloon aan den detaillist; 7. verdere kos ten. die het Hooibureau noodig acht. Voor verdere inlichtingen kunnen belang hebbenden zich wenden tot de Provinciale Hooibureaux, waarvan de adressen in de „Nederlandsche Staatscourant" zijn be kend gemaakt. Maximumprijzen voor marga rine, mélanges en boter. De Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel heeft ingetrokken zijn beschikking van 2 Januari 1917, waarbij krachtens artikel 1 der Distributiewet 1916 werd aangewezen het artikel normaal-bak- en braadvet; toegevoegd aan de lijst van goederen, krachtens artikel 6 der Distributiewet 1916, margarine-mélange A., houdende 25 na tuurboter, en margarine-mélange B., hou dende 50 natuurboter; en vastgesteld, ingevolge art. 3 der Distributiewet 1916, de navolgende maximum-inkoopprijzen, door de gemeenten te besteden 1. voor normaal-margarine 1.27 per Kg.; 2. voor margarine-mélange A. ƒ1.71 per Kg.; 3. voor margarine-mélange B 2.16 per Kg.; 4. voor boter 2.82K per Kg.; en, ingevolge art. 2 en 8 der Distributiewet 1916, de navolgende maximumprijzen 1. voor normaal-margarine: a. in den groothandel ƒ0.85 per Kg.; b. in den tus- schenhandel 0.87K per Kg.; c. in den kleinhandel 0.50 per K Kg. of 0.25 per X Kg.; 2. voor margarine-mélange A.: a. in den groothandel 1.20 per Kg., b. in den tus- schenhandel ƒ1.2214 per Kg.; c. in den kleinhandel 1.40 per Kg. 3. voor margarine-mélange B: a. in den groothandel ƒ1.95 per Kg.; b. in den tus- schenhandel 1.97K per Kg.; c. in den kleinhandel2.20 per Kg. 4. voor botera. in den groothandel 2.82K per Kg.; b. in den tusschenhandel 2.90 per Kg.; c. in den kleinhandel 3.20 per Kg. Aan de gemeentebesturen is in overwe ging gegeven, normaal-margarine, marga rine-melange A., margarine-melange B en boter te verstrekken aan grossiers en aan detaillisten, resp. tegen de sub IV vermelde maximum groot- en maximum-tusschenhan- delprijien; en is bepaald, dat maximum-in koopprijzen en maximum-verkoopprijzen, be doeld in sub ffl en IV, worden verhoogd met f 0.10 per Kg., voor wat betreft normaal- margarine, margarine-mélange A, margari ne-mélange B en boter, bereid onder rabbi naal toezicht. Onder de in sub lH vastge stelde maximumprijzen wordt verstaan fran co station van bestemming, spoor, boot of laatste veer. Geen goedkoop rundvleesch meer voor Israëlieten. De Minister van Landbouw heeft in een circulaire aan de gemeentebesturen medegedeeld, dat, nu de distributie van var- kensvleesch een eind heeft genomen er ook geen reden meer is om aan de Israëlieten bons voor goedkoop rundvleesch te verstrek ken. Binnenlandsche vischvoor- z i e n i n g. In de week van 23 tot 30 Mei is te IJmuiden voor binnenlandsch verbruik aan gevoerd 450.015 K.G. ezevisch, waarvan de onbrengst 337.905 bedraRgt. De inbeslagnemingen in de Haarlemmermeer, Op de reeds gepubliceerde vragen van den heer Van Hamel, betreffende het nako men van wettelijke bepalingen bij de vorde ring van producten in de Haarlemmermeer en elders, luidt het antwoord van den mi-~ nister van landbouw. Bij het vragen der opgaven van goederen zijn schriftelijke vorderingen afgegeven, welke niet door den Miniser of den burge meester waren onderteekend. In verband met het zeer groote aantal was onderteekening niet uitvoerbaar; de formu lieren zijn naar het door den ondergetee kende aangegeven model gedrukt en op zijn last afgegeven. Bij het aanhalen der goederen is gehan deld: of volgens het voorschrift van art. 9 2o. der Distributiewet en de bepalingen van de wet V6n 3 Augustus 1914 door inbezitne ming, of volgens artikelen 19 en 20 der Dis tributiewet door inbeslagneming. De ondergeteekende heeft geen aanleiding te veronderstellen, dat de taxatiewe'géng en idemtiteitsbepaling der partijen niet behoor lijk zijn geschied. Voor zoover voorraden in beslag genomen zijn. waarvan wèl behoorlijke opgave was geschied, of die ter mievering aan het Rijks bureau voor de distributie van graan en meel gereed stonden, moet deze inbeslag name Gp een vergissing van den met de uit voering belasten ambtenaar berusten. Het verband tusschen het bepaalde in ar< tikel 5 der Distributiewet 1916 en deze maatregelen is den ondergeteekende niet duidelijk. Blijkens ingekomen ambtsberichten is in enkele gemeenten in één provincie afge weken van den eisch van artikel 20 der Dis tributiewet, dat voor het binnentreden van ^wopjngen een bijzonderen last van den bur gemeester eischt, daardat de burgemeester op verzoek van het bureau van een Tegee- ringscommissaris een algemeene machtiging heeft afgegeven. De ondergeteekende is van oordeel, dat een dergelijk verzoek niet had mogen wor den gedaan en dat de betrokken burgemees ters, bij de toepassing van artikel 20 der Distributiewet, een dergelijk veTzoek niet hadden mogen inwilligen. De controleurs, die als opsporingsambte naar optraden, zijn door ondergeteekende allen aangewezen tot ambtenaar, ingevolge artikel 19 der Distributiewet 1916, belast met het opsporen van de feiten, bij deze wet strafbaar gesteld. Blijkens de ingekomen ambtsberichten is bij de toepassing der maatregelen, in de laatste dagen van overheidswege tegen de landbouwers in den Haarlemmermeerpolder en elders toegepast, in het algemeen de hand gehouden aan de wettelijke beperkin gen^ waaraan de bevoegdheden tot ingrijpen tegen de burgers gebonden zijn>^ In de gevallen, waarin zulks niet is ge schied, wordt door den betrokken Regee- ringsccmmissaris alles in het werk gesteld om de begane fouten te redresseeren. I Op eveneens reeds gepubliceerde vragen van den heer Gerhard, betreffende gevaar voor de volksvoeding van in beslag geno men zaden en tarwe, heeft de Minister van Landbouw geantwoord: Blijkens ingewonnen ambtsberichten is het onjuist, dat van den landbouwer M. van Tol klaprozenzaad gemengd met tarwe door de militairen is medegenomen. Het is juist, dat van de landbouwers Ver* beek en Enthoven geringe hoeveelheden tarwe, in een oplossing van kopervitriool gedrenkt, zijn medegenomen. Bij aankomst dezer tarwe aan de stapel plaats Nieuw-Vennep is terstond ontdekt, dat zij in een oplossing van kopervitriool was gedrenkt, weshalve zij onmiddellijk af zonderlijk is gehouden, zoodat daargela ten, dat deze tarwe is teruggegeven geen noodlottige gevolge voor de volksvoeding daaruit hebben kunnen voortspruiten. Rottende boonen in de Amsterdamsche Veemen. (Vragen van den heer Duijs). Naar aanleiding van het ook (ook doo? ons overgenomen) bericht uit De Tijd hier omtrent, heeft de heer Duijs zich met de volgende vraag tot den minister van Land bouw, Nijverheid en Handel gewend „Ondergeteekende wenschte gaarne van den minister te vernemen, of hem de feiten in dit bericht genoemd, bekend zijn, of a onderzoek juist zijn gebleken. Indien dit bericht in hoofdzaak juist is, is de minister dan bereid aan de Kamer mede te deelen welke de oorzaken van dezen meer dan ergerlijken toestand zijn, wie daarvoor rechtstreeks verantwoordelijk is, welke maat regelen door den minister zijn toegepast op dengene, die hiervoor de verantwoordelijk heid draagt, en welke waarborgen er be staan, dat herhaling niet meer zal kunnen voorkomen 1 „Is de minister overtuigd, dat hetgeen hier omtrent de bruine boonen wordt medege deeld, niet in ons land met meerdere soor ten levensmiddelen het geval is Hennen, hanen en, k o n ij n e n. De minister van Landbouw, Nijverheid en Handel maakt bekend, dat aan hen, die met toestemming van de Rijkscommissie van Toezicht op de Eier- en Pluim vee vereeni ging hennen, hanen en konijnen ter bevrie zing in een vriesinrichting hebben opgesla gen, vergunning kan worden verleend tot vervoer en aflevering van deze dieren. Be langhebbenden zullen zich daartoe hebben te wenden tot de Rijkscommissie voor noemd. De eventueel te verstrekken ver gunningen zullen tot uiterl.ik 1 September a.s. geldig zijn. Koffie-rantsoenen. In verband met den geringen voorraad koffie, nog in ons land aanwezig, deelt het Rijks Distributiebmeau voor thee en koffie mede, dat de tot heden verstrekte koffie- rantsoenen aan hotels, café's, restaurants, wachtkamers, kajuiten en dergelijke niet ge handhaafd kunnen blijven. Om bovengenoemde reden zal dan ook het eerstvolgend rantsoen verminderd wor den en kunnen verzoeken om verhooging tot op het arorig rantsoen nierworden inge willigd. i^-yj Gareus en kleederToorslenlng. N Het bureau voor mededeelingen inzake de voedselvoorziening meldtj De inbezitneming van garens in verschil- 1 lende fabrieken houdt verband met de plan nen, om, voor zoover de beschikbare grond stoffen dit zullen toelaten, te vóórzien in de behoefte van onderkleeding tegen matige prijzen. Daartoe is het noodig, een zoo vel- ledig mogelijk overzicht te erlangen van de garens, die nog in qps land aanwezig zijn en geschikt blijken voor het genoemde doel. Ten deele zal men afvalgarens kunnen bezi gen, maar toch slechts in beperkte mate. Het is daarom noodzakelijk gebleken maat regelen te treffen, opdat de garens, die er nog zijn, niet worden gebruikt roor goede ren, waaraan niet in de eerste fflaats behoef te bestaat Om deze redenen zijn dus bij vercclv de fabrieken de garens in bezit genr n door de Regeering. Intusschen moger» reeds gesterkte kettinggarens worden opge-

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1918 | | pagina 2