pmofumminttrs:;;::}
buitenland
""binnenland"
DE EEMLANDER"
KOLONIËN.
|6e Jaarpana, No. 267
■nnimrurilTCDDIIC p° ®un('ai -00*
AounntmtRlorKllo toon i.so wero in«o
pet poll I tOOi pet weeV (me> «rati. «ertrWering
tegen ongelukken) f O.M. ibtindrrlllk. nummer*
nne Wekelykjeb blJ»ocg>el «U. llolUndicht
lialtnoav (ondet tedictie no fhtrite Hoven)
pa J mundcD SO eent Wekelljkieh bUvoegiel
•Waefdrrvuti per 3 mlinden 40 cent.
AMERSFQORTSCH DAGBLAD
Vrijdag 7 Juni 1918
HOOFOREDACTEURM.. D. J. VAN SCHAARDENBURG
UITGEVERSi VALKHOFF C.
BUREAU: ARNHEMSCHE POORTWAL, note utrichtichiitm.
INTERCOMM. TELEFOONNUMMER 513
dl ent Lun biedingen l-J regelt f 0.S0. groole Irttea
nut pUaamlmtt Voor hendel en bedrijf n
xeet voordeellge bepellngen tol ba hahteld .dvet.
teeren In dit Bled, by abonnement. Eeoe ctroiLair*.
bevallende de voorwaarden, erotdl op aanvtaae
toegezonden.
Politiek Overzicht
De wereldstrijd in het
westen.
IV.
De groote strijd in het westen is weer tot
stilstand gekomen. Het Woensdagavond
door het Duitsche hoofdkwartier uitgegeven
bulletin was weer ingekrompen tot de fraze:
„De toestand is onveranderd." Het laatst
verschenen bulletin vermeldt slechts plaat
selijken strijd op een paar punten. De op 27
Mei begonnen strijd is dus voorshands weer
gestaakt; voor de derde maal is een tijd
perk van rust ingetreden.
"Er is nu dus gelegenheid deze strijd-
periode te overzien en na te gaan hoe de
toestond is, die daardoor is teweeg gebracht.
Aan Duitsche zijde kan men eene belang
rijke winst boeken. De juiste cijfers zullen
wel spoedig gepubliceerd worden, voor zoo
ver men ze kan en wil geven. Een van de
'Duitsche oorlogscorrespondenten geeft het
aantal der door de Duitschers gemaakte
krijgsgevangenen in de eerste strijd-
week op als 1299 officieren en 48.752
manschappen, te zamen dus 50.000
in rond getal. Sedert zijn er nog weer 5000
bijgekomen. Met het cijfer der in hunne han
den gevallen krijgsgevangenen zullen de
geallieerden wel niet voor den dag komen.
Dat moet beschamend klein zijn en zou,
naast het cijfer gesteld, dat de tegenpartij
kan produceeren, slechts sterker doen uit
komen hoe zwaar de nederlaag is, die de
Ententelegers ook ditmaal weer hebben ge
leden. De beste illustratie daarvan geeft het
cijfer, dat aangeeft de oppervlakte van het
gebied, dat aan den zegevierenden aanvaller
is moeten worden prijsgegeven. Wolff's
bureau vermeldt, dat in ééne week de Duit
schers gedurende den slag tusschen de
Aisne en de Marné meer dan 3000 KM5.
Fransche grond, bezet met meer dan 200
steden en dorpen, waarvan 15 boven de
TOCO inwoners tellen, in het bezit van de
Duitschers zijn gekomen.
Kolonel Egli, de vroeger reeds door ons
aangehaalde Zwitsersche militèire schrijver,
kenschetst deze Duitsche overwinning als
een wapenfeit, zooals in dezen oorlog nog
niet is bereikt, ook niet bij de Italiaansche
nederlaag aan de Isonzo. De vraag dringt
zich opHoe is zulk een échec mogelijk ge-
\veest? Dat is niet enkel te verklaren uit het
feit, dat de Duitschers als aanvallers de
keus hadden van het tijdstip en van de
plaats van den aanval en dus gelegenheid
hadden zich voor te bereiden en de tegen
partij te verrassen. Daarop is bijzonder na
druk gelegd door den militairen medewerker
van de Daily Telegraph, die zegt, dat de
vijand zonder twijfel een zeer groot aantal
kanonnen heeft gebruikt, maar eerst zeer
kort voor den aanval heeft aangevoerd
het was zeer moeielijk hunne opstelling uit
te vinden. In den nacht voor den aanval
werden groote troepenmassa's aangebracht.
De geallieerden wisten, dat er zeer vele
troepen in de streek waren, maar die zijn
eerst in den naoht vóór den aanval naar het
eigenlijke front gebracht. Deze wijze van
■handelen is door eene verwonderlijke or
ganisatie van bijzonder fijn uitgedachte
plannen en een buitengewoon goede aan
voering en discipline van de Duitsche troe
pen mogelijk gemaakt. Daarmee is echter
niet alles gezegd. Dit wordt ook aan de
zijde van de Entente gevoeld. Zelfs de met
de Fransche regeering in nauwe betrekking
staande Petit Parisien verklaarde de officieu-
se voorstelling, dat het opperbevel door den
vijandelijken aanval geheel verrast is, voor
zeer ongeloofwaardig. Wie maar eenig ver
stand heeft van militaire zaken, zal moeten
toegeven, dat zulke toebereidselen van den
vijand niet onopgemerkt konden blijven. Er
moet dus, zoo verklaarde dit blad, naar an
dere redenen gezocht worden om eene ver
klaring te vinden voor deze zonderlinge
feiten.
Dit was in de Fransche pers geen stem,
die zonder echo bleef. Ook de Liberté, de
Heure en andere bladen waagd.en meer of
minder scherp eene kritiek op het beleid
van het opperbevel. De Temps kwam met
grooten nadruk er voor op, dat de regee-
ring in hare mededeelingen over de oorlogs
gebeurtenissen de waarheid zou huldigen.
Slechts de juiste kennis van het gevaar zou
den moed en den wil om te leven nog kun
nen doen opleven.
Naast de militaire discussie stak in de po
litieke wereld de strijd over de vraag der
schuld van den kritieken toestand met stij
gende verbittering het hoofd op. Tegen
Clemenceau en zijn vertrouwensman, gene
raal Foch, werd in de organen der uiterste
linkerzijde steeds vrijmoediger de aanklacht
gericht, dat zij het front aan de Aisne van
strijdtroepen en artillerie hadden ontbloot
en daardoor zelf schuld hadden aan het
verlies van het front aan den Chemin des
Dames. In de wandelgangen van de Kamer
ging men heftig te keer tegen Clemenceau;
sommigen spraken er van hem in staat van
beschuldiging te stellen; anderen verlangden
de bijeenroeping van de nationale vergade
ring in Versailles.
Toen het er echter op aankwam in de
openbare zitting aan deze stemming uiting
te geven, zonk den opposanten de moed in
de schoenen. Een interpellatie werd in de
vorige week ingediend om de regeering ter
verantwoording te roepen over den toe
stand. Clemenceau was toen aan het front
en de Kamer besloot met 344 tegen 174
stemmen de discussie te verdogen tot de
volgende week: Toen verleden Dinsdag de
interpellatie aan de orde kwam, weigerde
Clemenceau haar te beantwoorden. Hij
noemde 't een laagheid nu met beschuldi
gingen tegen het opperbevel te komen; als
de Kamer geen vertrouwen in hem had,
moest zij hem wegjagen, maar op dit oogen-
blik was zwijgen de boodschap. De Kamer,
gedwee als altijd, besloot met 377 tegen 110
stemmen, tot verdaging van de interpellatie
voor onbepaalden tijd. In de Kamer is dus
de discussie gesmoord en buiten de Kamer
mag niemand den mond open doen. Dit
wordt belet door de beschikking, die Cle
menceau krachtens zijne bevoegdheid als
minister van oorlog heeft genomen, die aan
de politie de macht verleent ieder in hech
tenis te nemen, „die paniek teweeg brengt
door verspreiding van tendentieuse berich
ten over den militairen toestand."
De oorlog.
Aan het striidfront is de rust nu weer na
genoeg volkomen. Behalve de nooit tot rust
komende artilleriestrijd worden slechts plaat
selijke gevechten op enkele punten gemeld.
Duitsche duikbooten zijn'verschenen aan
de Amerikaansche zijde van den Atlantischen
Oceaan en hebben voor de Amerikaansche
kust schepen in den grond geboord. De ha
ven van New-York is dientengevolge geslo
ten verklaard. Ook tot andere havens zal
deze maatregel worden uitgebreid.
Stockholm, 5 Juni. (W. B.) Volgens
dagbladberichten uit Moskou heeft Tsjitsje-
rin aan Lockhart, den diplomatieken verte
genwoordiger van Groot-Brittannië te Pe
tersburg, een scherp protest gericht tegen
de in den laotsten tijd heivatte gedwongen
inlijving van Russische onderdanen bij het
Engelsche leger. De nota legt er Tiadruk op,
dat de Britsche regeering bij dezen weder-
rechtelijken maatregel in overleg handelt
met de vertegenwoordigers van de oude
Russische regeering, die reeds lang niet
jneer bestast en heden nog slechts de drijf
kracht van de contra-revolutionaire bewe
ging is. De beginselen en de politieke
toestand van de Russische Sovjet-republiek
eischen eene volstrekte onzijdigheid in den
wereldstrijd.
Oost-lndlê.
Dr. J. L. Nommenion. f
Uit Batavia wordt geseind, dat de oudste
zendeling in de Bataklanden, dr. J. L. Nom-
mensen, overleden is.
Dr. Norpmensen zoo teekent het Hbld.
hierbij aan was de ephorus van het
Rijnsch Zending-Genootschap in de Batak
landen. Hij was een der wegbereiders voor
de vestiging van ons gezag in die streken.
De geschiedenis toch der zending in het
Silindöengsche en op de hoogvlakte van
Toba is samengeweven met die der vestiging
van ons daadwerkelijk bestuur aldaar.
In 1877, nadat andere Europeanen, o. w.
van der Tuuk in 1853, hem waren voorge
gaan, bereikte Nommensen met Johannsen
en Simoniet het Toba-meer in een tijd dus
van het eerste optreden van Si Singa Maha-
radja. Terwijl deze ons veel last veroorzaak
te, zoodat herhaalde expedities noodig wa
ren, was het door den invloed der zending,
dat de voornaamste volkshoofden op inlij
ving bij ons gebied aandrongen.
De verdiensten van Nommensen werden
beloond door zijne benoeming tot officier in
de orde van Oranje-Nassau.
Kameroverzicht
Tweede Kamer
In de zitting van Donderdag werd verder
behandeld het ontwerp-crisisrechtspraak.
De heer Limburg verdedigt een nader
amendement om den crislsrechter niet al
leen over de wettigheid, maar ook over de
billijkheid en behoorlijkheid van administra
tieve maatregelen te doen oordeelen.
De 'heer Kooien beveelt de aanneming
aan van een amendement der commissie
van rapporteurs om naast onwettigheid, het
niet bestaan van feitelijke omstandigheden
en misbruik van macht te noemen als rede
nen van beroep op den rechter.
•De heer D r e s s e 1 h u ij s verdedigt na
der een sub-amendement om in het amen
dement der commissie van rapporteurs
„misbruik van macht" te omschrijven door
het kennelijk een ander gebruik maken van
bevoegdheid dan tot de doeleinden waarvoor
de bevoegdheid is gegeven.
MJ nister Ort heeft ernstig bezwaar
tegen het amendement-Limburg. Hij ver
klaart het onaannemelijk, evenals dat van de
heer Rutgers, hetwelk dezelfde beteekenis
heeft als dat van den heer Limburg. Hij
neemt het amendement der commissie van
rapporteurs, waarin het sub-amendement-
Dresselhuijs is opgenomen, over, evenals
dat van den heer Rink, waardoor ook de
vaststelling van schadeloosstelling onder de
crisis-rechtspraak komt.
De heer Rutgers verdedigt een nader
amendement,
Het* amendement-Limburg wordt verwor
pen met 42 tegen 10 stemmen, waarna de
heer Rutgers zijn amendement intrekt en
het ontwerp z. h. st. wordt aangenomen.
Hierna komt aan de orde het w.o. tot wij
ziging der distributiewet.
De heer Van Beresteijn komt op
tegen het streven van de commissie van
rapporteurs om de bevoegdheid van den
minister te beperken. Hij wil de waarborgen
van de belangen van het publiek meer zoe
ken in de rechtspraak.
De heer Juten betoogt, dat de minister
geen rekening houdt met de pradijk en met
verschil tusschen stad en platteland.
Spr. vraagt of de minister voornemens is
om den boeren een deel van den oogst voor
eigen gebruik te laten. Hij gevoelt niet veel
lust om voor het ontwerp te stemmen.
De heer Van Rappard betreurt, dat al
weer meer dwangmaatregelen tegenover den
landbouw zullen worden genomen en ge
looft niet dat de voedselproductie daardoor
zal worden gebaat.
De heer Lohman acht beperking van
de z. i. grenzelooze bevoegdheden des mi
nisters noodzakelijk. Spr. beveelt daaróm
aanneming aan van de amendementen der
commissie van rapporteurs.
De heer De W ij k e r s 1 o o t h meent,
dat het ontwerp handel, landbouw, nijver
heid en verkeer aan handen en voeten ge
bonden aan den Minister zal overleveren.
De heer Gerretson betoogt, dat de
regeering zelf streng had moeten optreden
tegen misbruiken van de administratie en
klaagt over uitschakeling der grossiers bij
de distributie.
De heer Van der Molen deelt mede
dat in Maart 1917 te Rotterdam werden op
geslagen 260.000 Kg. erw ten en boonen
waarnaar, ondanks de herhaalde woarschi*
wing door B. en W. van Rotterdam, niemand
van regeeringswege omzag, tot in April 1.1.
toen het grootste deel bedorven bleek. Spr.
vraagt zich daarom af, of dan de regeering,
die haar organen zoo weinig in haar macht
heeft, nog wel verdere bevoegdheden inogen
worden gegeven. Spr. zal in geen geval
voor het ontwerp kunnen stemmen, zelfs niet
als de voorstellen der Commissie van Rap
porteurs worden aangenomen.
De heer S a n n e s betoogt dat op grond
van fouten, door de Regeering begaan, de
Kamer haar steun niet mag onthouden aan
maatregelen tegen kettinghandel, prijsop
drijving enz. en ter bevordering van voed
selvoorziening.
De heer Teens tra vertrouwt op het
beleid en het gezond verstand van de Re-
*geering bij toepassing van de wet en is
daarom bereid aan de totstandkoming der
wet mede te werken, al acht hij het noodig,
dat de Minister duidelijk de noodzakelijk
heid van uitgebreider bevoegdheid aan
toont.
Minister Posthuma zal op de aange
voerde feiten niet ingaan, omdat zij met het
ontwerp zelf niets uitstaande hebben. Hij
betoogt dat de bevoegdheid, bij het wets
voorstel gevraagd, noodzakelijk is, omdat
de regeering met de bestaande distributie-
wet niet voldoende voor de voedselvoorzie
ning en de distributie kan zorgen.
Ten half zes breekt de Minister zijn
rede af.
Berichten
Dc Staatscourant \an G Juni beval o. a.
de volgende Kon. besluiten:
benoemd tot kantonrechter te Lemmer
mr dr. C. II. Baalc, thans griffier bij de recht
bank tc Winschoten;
tot substituut-griffier bij de rechtbank tc
Rotterdam nu. J. J. Termaatcn. tbans substi
tuut-griffier bij de kantongerechten, tc Rotter
dam; tot idem le Haarlem jhr. ïmvdr. B. van
den Brandeler, thans .griffier bij het kanton
gerecht te Zaandam; tot idem le Amsterdam
mr. J Krabbe, thans griffier bij het kantonge
recht te Tholen; tot idem tc Almelo mr. M.
van Aken thans adiuncl-commics aan het
departement van justitie;
tot griffier bij bet kantongerecht tc Almelo
mr. G. Schot DiiRman. thans idem tc Vcg-
hcl; tot substituut-griffier van het kantonge
recht te Amsterdam mr. P. J. H. M. Hobus,
thans griffier van het kantongerecht te Waal
wijk;
benoemd lot buitengewoon hoogleeraar in
de faculteit der wis- en natuurkunde aan dc
Rijksuniversiteit te Utrecht om onderwijs te
geven in de leer van het elettro-magnctische
veld en hare toepassingen dr. IL E. J G. Du
Bois. oud-hooglecraar aan genoemde Univer
siteit;
benoemd tot rechter-plaatsvervanger in de
rechtbank tc Utrecht jhr. mr. B. C de Savor-
nin Lohman, hoogleeraar aan de Rijksuniver
siteit aldaar en aan jhr. mr. B. C. de Savornin
Lohman voornoemd toeslemming verleend tot
het gelijktijdig beklecden der bovengenoemde
betrekking van rechter-plaatsvervanger met
die van hooglecraar aan de Rijksuniversiteit te
Utrecht.
Tweede Kamerverkiezing.
In het kiesdistrict Gulpen is voor het lid
maatschap van de Tweede Kamer (vac.-
Ruys de Beerenbrouck) gekozen de heer H.
G. M. Hermans, te Maastricht.
De verkiezingscampagne
van m r. T r e u b. Naar de Tel. verneemt
is mr. M. W. F- Treub voornemnes persoon
lijk krachtig aan de verkiezingsactie deel te
nemen. Mr. Treub zal den 15den Juni het
eerst te Maastricht als spreker optreden, om
vervolgens in verscheidene plaatsen van het
land svreekbe.rten voor den Economischen
Bond te vervullen.
Ontginning van bruinkolen.
Bij beschikking van den Minister van Land
bouw, Nijverheid en Handel is de bij be
schikking van 22 April 1918 verleende ver
gunning tot het ontginnen van bruinkolen
overgedragen aan de heeren A. de Lexhy,
te Groetheide, gemeente Sittard, en jhr. mr.
G. A. H. Michiels van Kessenich, te Roer
mond
is krachtens de wet vn 23 Maart 1918 tot
tijdelijke ontginning van bruinkolen zonder
concessie aan de heeren mr. R. H. van Bas
ten Batenburg, B. L. O. van Basten Baten
burg en G. M. van Basten Batenburg, te
Tegelen, vergunning verleend tot het ont
ginnen van bruinkolen in de gemeente
Tegelen.
Geen strafmarsch. Vragen van
den heer Heeres betreffende een aan mili
tairen opgelegden strafmarsch.
1. In de Maasbode van 3 Mei wordt ge
sproken van een strafmarsch, waarmede
Katholieke soldaten, ingekwartierd in Rijs
wijk, die hadden geweigerd een godsdienst
oefening bij te wonen in de Protestantsche
kerk aldaar, zouden zijn gestraft.
Is de Minister daarvan iets bekend, en
zoo neen, is Zijn Excellentie dan bereid een
onderzoek in te stellen.
Indien het medegedeelde juist mocht blij
ken, hoe is dan daarover het oordeel des
Ministers?
Indien mocht blijken, dat hier ten onrech
te straf is opgelegd, is de Minister dan be
reid, ten aanzien der militaire autoriteiten,
welke haar oplegden, maatregelen te ne
men, geschikt om herhaling van het gebeur
de te voorkomen?
Antwoord van den Minister van Oorlog:
De Minister is bekend met den inhoud
van het bericht, voorkomende in de Maas
bode van 3 Mei j.l. Een onderzoek daarom
trent werd terstond ingesteld. Inmiddels is
in de bladen van het bericht een andere
lezing gegeven, welke overeenkomt met de
resultaten van het onderzoek.
Daaruit is toch gebleken, dat de bedoelde
marsch geen strafmarsch was, maar een ge
wone oefening welke gehouden werd met
hen, die zich niet hadden opgegeven voor
de bijwoning van een samenkomst. Er be
stond geen grond om voor hen die oefening
achterwege te laten. Aan straf kan bij zoo'n
oefening niet gedacht worden, omdat ten
aanzien van het bijwonen van een samen
komst, zooals die meermalen plaats heeft on
der leiding van veldprediker of aalmoeze
nier, volkomen vrijheid bestaat. Bij de onder-
harige oefening waren voorts volstrekt niet
alleen Roomsch-Katholieke militairen be
trokken.
In verband met het voorgaande bestaat
er voor den Minister geen aanleiding om
bijzondere maatregelen te nemen.
Een trouw en algemeen bekend hofbe
ambte, dc opperportier van hel Koninklijk
Paleis in liet Noordeinde, te <len Haag, de
heer J. J. van Lcersum, is na een diensttijd
van 36 jaren, op ruim 74 jarigen leeftijd over
leden.
Gedurende zijn-lange reeks van dienstjaren
mocht hij menige onderscheiding ook van
buiteniandschc Vorsten ontvangen ter waar-
decring van betoonde trouw. Nu wijlen Z. M.
Koning WillenTlII schonk hem dc medaille in
zilver van dc Luxcmburgschc Orde van dc
Eikenkroon en H. M. de Koningin verleende
hem dc gouden medaille der Huisorde van
Oranje.
Nederland en de oorlog
^nUiehinnd en .tleilerlanii.
Wij hebben onlangs gemeld aldus
het Hbld. dat tusschen de Nederlandsche
en de Duitsche regeering nog besprekingen
werden gevoerd betreffende een regeling
der voorschriften inzake de doorvoer van
goederen uit België naar Duitschland. Ook
deze zijn thans tot een goed einde gebracht.
!>e erimtiaoliepevi
De „Zijldijk" en de „Hector" zijn Woens
dagavond 10% uur Doggersbonk-Noord ge
passeerd.
Thans is bij het departement van Buiten-
landsche Zaken bericht ontvangen, dat de
„Java" en de „Stella" Woensdagmorgen uit
Amerika de reis naar Nederland hebben aan
vaard.
l>e FrUia.
Nader verneemt de Tel., dat de Frisia eerst
in Newport News (Ver. Staten) zal bunkeren.
Daarna stoomt het schip naar New-York om
de rest der graanlading te gaan halen.
Het is zoo goed als zeker, dat de Frisia
niet naar Halifax behoeft te stoomen voor
een nader onderzoek, maar direct van New-
York naar Nederland vertrekken zal.
De vaart van Inrtlë op Amerika
hersteld.
Het passagiersschip Rembrandt, van de
Stoomvaart-Mij. Nederland, is 25 Mei van
Batavia en 28 Mei van Singapore naar San
Francisco vertrokken.
De Lloydboot Wilis zou eveneens op 29
Mei uit Indië naar Amerika vertrekken,
hoofdzakelijk om de met het stoomschip
Nieuw-Amsrterdam verwachte passagiers af
te halen.
Kospltaalnchip op een mlja
•releopen.
Te 's Gravenhage is bericht ontvangen
ilat het Hospitaalschip „Koningin Regentes"
op weg naar Rotterdam, aan boord waarrffit
zich de Britsche delegatie bevindt ter con.
ferentie met de Duitsche delegatie ovet
krijgsgevangenenzaken, op een mijn is ge-
loopen en gezonken. Het stoomschip „Sin.
doro" is ter plaatse voor hulpverleening car,
drenkelingen.
Er waren geen gewonde kriigsgex angenett
aan boord.
Nader wordt gemeid, dat het ongeval mef
het hospitaalschip de Koningin-Regente*
plaats had bij Leemen's bank.
De administrateur Smit en vier stoken
zijn omgekomen. Smit was op de Sindoro
overgebracht doch stierf daar aan boord.
Aan boord waren de pleegzusters Doorerv
bos, Koelemeyer en Vermaas.
Naar het hoofdbestuur van het Neder
landsche Roode Kruis mededeelt, is van den
arts-leider der 3 hospitoalschepen dr. Vink-
huyzen bericht ontvangen, dat het Roode
Kruis-personeel, hetwelk zich aan boord van
het gezonken stoomschip Koningin-Regen-
tes bevond, thans ongedeerd aan boord ii
van het stoomschip Sindoro.
Ook de Britsche delegatie ter conferentie
met de Duitsche delegatie over krijgsgevan
gen enzaken is overgegaan op hgt stoom
schip Sindoro. - rv d
Uit VJissingen wordt gemeid:
Het bericht van het vergaan van het hos
pitaalschip Koningin-Regentes is hier mei
groote ontsteltenis vernomen, waur alle op
varenden in de naaste omgeving wonen.
Vooral zoolang het aantal slachtoffers nog
niet bekend was geworden, verkeerden ve
len over hun naastbestaanden in grooten
angst. De meesten konden echter spoedig
gerustgesteld wordeij. De omgekomen ad
ministrateur Smit was de oudste van d«
maatschappij.
Met deze boot verliest de Zeeland gedu-
°nde den oorlog haar 4e stoomschip. Op 1
Februari 1916 liep de Prinses Juliana bij hel
Sunkvuurschip op een mijn; de Mecklen
burg 28 Februari d. a. v. eveneens op een
mijn, terwijl in hetzelfde jaar op 31 Juli een
zelfde ongeval aar. de Koningin Wilhelmina
overkwam.
De Maatschappij houdt nu rog drie sche
pen over en wel het schroefschip Oranje-
Nossa^en de raderbooten Prins Hendrik en
Zeeland. De directeur, de heer Th. de Mees
ter, die zich aan boord bevond, maakte da
reis voor de tweede maal naar Boston mede.
De heer J. P. Kreisoher, administrateur van
de Sindoro, heeft aan de N. R. Ct. aangaan
de het verongelukken van het hospitaalschip
Koningin Regentes het volgende verteld:
Ruim één uur gistermiddag gebeurde het
Wij waren ongeveer 20 mijl ten Oosten van
het Lemasbanklichtschip. De Zeeland voei
voorop, dan volgde de Sindoro, terwijl d«
Koningin Regentes het laatste schip was.
Te ruim één uur zat ik in mijn hut en voel
de een schok. Dadelijk daarop, toen ik ge
loop hoorde, snelde ik naar net achterschip
van waar ik de Regentes zag, die blijkbeat
door midden gebroken was, het achterschip
in de hoogte en voorschip snel zinkende.
Aan boord vQn de Sindoro wendde mer
onmiddellijk om zoo dicht mogelijk bij het
snel zinkende.schip te komen. Twee minu
ten later was het onder de golven verdwe-
nen. Op dat oogenblik wos de Sindoro on
geveer 400 meter van het zinkende schip
verwijderd. Er werden sloepen uitgezet er
men roeide naar de plaats des onheils ora
ronddrijvende en zwemmende menschen op
te visschen.
Toen deze sloepen ter plaatse kwamen,
waren de drenkelingen al gered door da
sloepen van de Regentes zelf. Op één na
zijn de booten van de Regentes naar de Sin-
doro gekomen; die eene boot ging naar d«
Zeeland. Aon de valreep van de Sindoro
hebben wij toen 47 menschen, geredde men
schen van de Koningin Regentes, geteld. Bij
hen waren óok kapitein Redeker en de ad«
ministrateur Smit, die nog leefde toen hij op
de Sindoro gebracht, maar spoedig over
leed. Eenige gewonden werden in het hos
pitaal van de Sindoro ^ebracht. Onder deze
gewonden zijn menschen. die zich op het
oogenblik van den schok in de messroom
bevonden. Door den schok sloeg de trap van
de messroom weg; zij zijn door een gat aan
dek gekropen. Vallende stukken hout heb«
ben verschillende verwondingen veroor
zaakt.
Na ongeveer vijf kwartier in de nabijheid
gebleven te zijn van de plaats waar de Ko
ningin Regentes is gezonken, zijn wij mei
de beide overgebleven hospitaalschepen
naar Rotterdam doorgestoomd.
Kapitein Redeker is later van ce Sindorc
naar de Zeeland ogegaan, omdat de heei
de Meester, dien hii wenschte te spreken,
zich daar aan boord bevond.
Nadat zeker was dat er geen menschen U
redden meer waren, bleken er vermist d«
volkskok D. Smit, de olieman Luwema en d«
stoker Offenbeek, allen uit Vüssingen, d«
olieman Wesdorp uit Middelburg, de sto
kers van der Endt en Wissekerke uit Soui
burg. Zij zijn verdronken.
Het tijk van de administrateur, de heer Wi
Smit uitvVlissingen, is met de Sindoro naai
Rotterdam gebracht.
Gewond zijn: de le stuurman B. Koens, da
2e machinist J. J. van den Broeke, de 4e mai
chinist H. R. vei' Pesevelt, de marconist C.
Texelaar, de stokers B. Schuurbiers en J»