HBOHNEfóHïSPSIlS „DE EEMLANDER" PSIJS DERAOmïlEHZ^^^ TWEEDE BLAD BINNENLAND FEUILLETON. Het nest verstoord 16e Jaargang, Mo. 290 per 3 maanden voor Amcrs» foorl f 1.50, Idem franco per posi f LOG. per week (mcl gratis verzekering tegen ongelukken) f 0.14. afzonderlijke nummert OBJ. Wekelykscb bijvoegsel »D$ Hollanckcha Huisvrouw (onder redactie van rhfirèse Hoven) per 3 maanden 50 cent Wckelljkscb bijvoegsel »lPtctldrevut* per 3 maanden 60 cent. HOOFDREDACTEUR: M.. O. J. VAN SCHAARDENBURG UITGEVERS: VALKHOFF C. BUREAU: ARNHEMSCHE POORTWAL, HOM uthbchtichmth. INTERCOMM. TELEFOONNUMMER 613 Zaterdag 22 Juni 1918 dienstaanbiedingen 1 5 regcla f 0.50, groote lettert naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeellge bepalingen tot het herhaald advcca tccrcn In dit Blad, by abonnement Eene drcttUii^ bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag tocgexonden. Nederland en de oorlog Bemiddeling door de -Mederlandsehe rejjeerlne Verschillende Duitsche, Oostenrijksche en Zwitsersch^ bladen hebben melding, ge maakt van de verklaring over de wensche- liikheid van bemiddeling door de Neder landsche Regeering, welke onlangs doo® de heeren Dresselhuys, Kooien en Rutgers in de Nederlandsche pers werd gepubliceerd, inzonderheid in verband met het onderhoud, dat hierop is gevolgd tusschen den Minister van -Buitenlandsche Zaken en het Bestuur van den „Nederlandsche Anti-Oorlog Raad." In het nummer van 18 Juni schrijft de „Vorwiirts", na eerst een kort overzicht te hebben gegeven van den inhoud der verkla ring, hierover het volgende„In de annalen van den wereldoorlog is menig blad te vin den, dat getuigt van de verwachtingen, die de volkeren gevestigd hadden op een wer kelijk bemiddelend optreden van de neu trale mogendheden in de richting naar den vrede. Het pacifisme heeft echter-juist ten aanzien van déze, verwachtingen dfc. groot ste teleurstellingen ondbrvonden. Ten -deele was dit het gevolg hiervan, dat men bij de tegenwoordige samenleving der staten de beteekenis der neutralen heeft miskend een miskenning, die ten deele te danken was aan de houding c^oor de Vereenigde Staten in de eerste lange periode van den oorlog aangenomen. Sinds echter deze groote mogendheid haar neutraliteit opgaf en zelf oorlogvoerende werd en een steeds toene mend aantal van andere neutrale staten bui ten Europa dwong om op dezen weg met haar mede te gaan en zij tegelijkertijd de neutralen in Europa economisch sterk in het nauw bracht, is een duidelijker inzicht ont staan. Hierdoor weten wij nu beter dan te voren, waarvan alleen sprake kan zijn bij pogingen tot vredesbemiddeling, die door neutralen gedaan kunnen worden. Toch is datgene, wat van de zijde der neutralen ge schieden kan, niet gering. Zooals overal, waar moeilijke vraagstukken op te lossen zijn, is het ook hier van groot belang om de vragen juist te stellen. Hier komt het er ook vooral op aan, om uit te zien naar het gunstige oogenblik, waarop het voor alle partijen onmogelijk zou zijn het antwoord op de gestelde vragen schuldig te blijven. De drie Hollandsche Parlementsleden ach ten het oogenblik hiervoor nu gekomen. Wanneer men de laatste handelingen der uuriögvöerënden nagaat, dan komt bet ons voor, dat hun opvatting van den tegenwoor- digen toestand weliswaar vrij optimistisch is, maar de vraag, die zij op dit oogenblik zouden willen stellen, is goed gesteld en zou, wanneer hun veronderstellingen juist zijn, nuttig kunnen werken. Hun actie heeft onze grootste sympathie en zeker is het, dat deze poging, om de beschaving uit den bloe- digen waanzin terug te brengen naar het verstand van den vrede, in alle volkeren het voelen en denken van millioenen menschen aan haar zijde zal vinden." Tengevolge van het langzame verkeer iusschen ons land en de Ententefanden is het uit den aard der zaak nog niet mogelijk eenige instemming uit de pers der Entente- landen te vermelden ï>e ernnuscbepeR. De stoomschepen Java en Stella, met jraan uit Noord-Amerika onderweg naar Amsterdam eir Rotterdam, worden a. s. Maandag bmnen verwacht. 1 Aten van graan. dc Het Bureau voor Modedeelingen inzake Voedselvoorziening meldt Nu in nog sterkere mate dan het vorige jaar van landbouwerszijde wordt aangedrongen op het laten van een bepaald gedeelte van den rogge- en tarweoogst voor eigen gebruik, even als dit met peulvruchten en aardappelen ge schiedt, heeft de Minister van Landbouw, Nij verheid en Handel aan de Landbouw-organisa- ties, Vereenigiagen en Bonden, die over het geheele land of een of meer provinciën werk zaam zijn, ten getale van 27, een schrijven ge richt. De Minister zegjr daarin, dat tec beoordee ling der vraag of het mogelijk is aan den wen9ch der landbouwers te- gemoet te komen, de vol gende punten onder de oogen moeten worden gezien A. Aan welke categorieën van personen moet broodgraan worden geloten B. Hoevele personen vallen onder deze cate gorieën? C. Hoeveel moet per persoon worden gela ten D. Hoe wordt dan de verdeeling van het broodgraan over de geheele bevolking van Ne derland E. Hoeveel moet er meer verbouwd om zon der ernstig bezwaar aan de landbouwers brood koren te loten De Minister betoogt don, dat, daar het laten van broodgraan wordt gevraagd op grond van het zoogenaamde rechri dat voor den verbou wers voortspruit uit den eigen verbouw van dit broodgraan, het nief billijk zou zijn alleen broodgraan te laten in die provinciën of streken waar de landbouwers gewoon waren hun eigen brood te bakken of brood te laten bakken van eigen verbouwde rogge of tarwe. Het zou ook niet wel mogelijk zijn daarvoor dc grenzen te trekken. Men zou bovendien ook broodgraan moeten laten aan de arbeiders; die geregeld werken op een landbouwbedrijf, waar brood koren wordt verbouwd, en dat wel, wanneer zij gehuwd zijn, voor hun geheel gezin. Uitsluiting toch dezer arbeiders, die d a g e 1 ij k s hun zor gen aan den verbouw van het broodgraan wijden, zou niet billijk zijn. Handarbeiders, die op een eigen stukje grond broodgraan verbou wen, zouden met landbouwers gelijk gesteld moeten wordenr. De Minister becijfert dati, dat volgens de laatste landbouwtelling broodgraan zou moeten worden gelaten aan 110.000 landbouwers (de uitsluitend veehouders en de landbouwers, die geen gebruik zoude maken van het te geven recht, niet medegerekend) aan 5000 tuinbou wers (dc uitsluitend tuinbouwers niet medege rekend) en 85.000 gehuwde landarbeiders, to taal 200 000 gezinnen. Als gemiddelde aanne mend, het inwonend personeel medegerekend, 5 personen per gezin, zou menpdan komen tot 1.000000 personen, waarbij nog niet gerekend is op het aantal ongehuwde landarbeiders, die niet inwonend zijn bij den landbouwer. Voorts mag worden aangenomen-dat, indien de «landbouwers en arbeiders in de gelegenheid zijn in hun eigen behoefte aan brood volledig deel der plattelands' te voorzien, een gr dorpsbevolking hiervan ook heimelijk zal profi- teeren. Aan al deze personen zal don om aan de vol ledige broodbehoefte te voorzien, 1V» H.L. graan per hoofd d. i. 400 gram per dag, moeten worden getalen, in totaal dus T.500.000 H.L. of 70 K.G. per H.L. 105 millioen K.G. Door clandestienen verkoop, waartegen zeer weinig te doen is, omdat de controle op mole naars, landbouwers en bakkers zeer zou worden bemoeib'jkt, zou bovendien nog een 20 millioen K.G. van de distributie worden onttrokken. In het geheel zouden dus 125 millioen K.G. niet worden ingeleverd. Voor de overige 5.450.000 inwoners, aan wie dan broodkaarten zouden worden uitgereikt zou aldus volgens de inlevering van 1917, t.w. 180 millioen K.G. rogge en 70 millioen K.G. tarwe, overblijven 125 millioen K.G. Met vrij groote zekerheid toch mag worden aangeno men dat de oogst 1018 door te geringe stik stofbemesting en door den drogen voorzomer in geen geval grooter, eer minder zal zijn dan die in 1917. Op* deze wjjze zou dus de landbouwende be volking 400 gram en de niet landbouwende be volking 86 gram per hoofd en per dag ontvan gen. Hierbij is dan nog geen rekening gehouden met het leger, met de behoefte aan aanvullings broodkaarten en ook niet met de groote w*n- schelijkheid om voor diverse bedrijven grond stoffen te reserveeren Van de compagne 1917 is 35000 ton aard appelmeel *in het brood verwerkt. Bij een zuiver aardappeloogst zou dit jaar wellicht door 50.000 ton gedroogde aardappelen en andere mengproducten het broodrantsoen op circa 120 gram kunnen worden gebracht. Mocht van over zee 100.000 ton graan worden aangevoerd dan zou het rantsoen klimmen tot 109 gram. De volledige aanvoer dier 100.000 ton mag echter niot met zekerheid worden aangenomen en nog minder dat er oer^ grootcre hoeveelheid zal aankomen. Wordt danrentegen geen broodgraan golaten dan zal voor de geheele bevolking van 6.450.000 personen vermoedelijk 300.000 ton broodmateriaal beschikbaar zijn, waardoor een broodrantsoen op 175 gram en bij aanvoer van 100.000 ton van overzee op 233 gram mogelijk zou zijn. Wordt aan de landbouwende bevolking graan gelaten, dan zou dus ten spoedigste voor de overige bevolking het rantsoen tot 175 gram moeten worden verlaagd. Anders kan het op 200 gram blijven. Wil men aan de landbouwende bevolking I broodgraan laten, dan zou dc invoer van overzee in 1919'1920 buiten berekening lotend om aan de overige bevolking 250 grom brood per dag te verzekeren, een meerdere op brengst van 190.000 ton broodgraan moeten worden bereikt. Daarvoor zou, de opbrengst tarwe en rogge dooreengenomen per H.A op 1700 K.G. stellend, 112.000 H.A. of 62% meer dan in T9I7 torwe- en roggeland moeten worden verbouwd, hetgeen niet zou mogen gaan ten koste van suikerbieten, aordoppelen, peul vruchten, koolzaad of andere voor dc volks voeding noodige gewassen. De Minister herinnert, er aan, dat hij ge lijk hij in de vergadering der Tweede Kamer op 7 Juni 1.1. mededeelde zelf ten deze geen beslissing meer zal hebben te nemen, moor wenscht ter inlichting aan zijn opvolger de noodige gegevens tijdig te verzamelen. Daarom vraagt hij aan de besturen der landbouworga nisaties, échter niet dan nadat het hoofdbestuur der organisatie of, zoo mogelijk eene algemee- nc ledenvergadering, is geraadpleegd, hem vóór 15 Juli a.s. antwoord te willen zenden, of zij het/ kennis genomen hebbende van de vooraf gaande berekeningen, verantwoord achten, dot een deel der Nederlandsche landbouwers blijft aandringen op het loten van broodgraan; of zij het mogeiyk achten eene garantie te geven, dat voor den oogst 1919, onder de bovenaangege- ven voorwaarden, 62 percent meer dan in 1917 tarwe én rogge wordt verbouwd, of zij het mogelijk achten eene garantie te geven, dat de dan''te verbouwen hoeveelheden, na aftrek van de te iaten hoeveelheden en het zaaizaad, uit sluitend aan de Regecring zou worden afge leverd, en, zoo ja, welke garanties don aan de Regeering kunnen worden gegeven. yjYYftfr AArtlAPncleii. -• Het p o a r d e n s 1 a c h t v'e r b o d. Van bevoegde zijde deelt men mede, dat in de kringen van paardenslagers groote on tevredenheid heerscht over de wijze, waarop de genomen regeeringsmaatregelen betref fende het pacrdenslachtverbod worden uit gevoerd. Het hoofdbestuur van den Ned. Bond van Paardenslagers en Paardenvleeschhouwers bereiken vele klachten over overschrijding van maximum in-#en verkoopsprijzen, doch in het bijzonder over feiten, welke uitslui tend kunnen ontstaan als gevolg van de lak* sche medewerking van de regeering. Het hoofdbestuur erkent, dat de klachten die het bereiken, volkomen gegrond en niet overdreven zijn. Het hoofdbestuur heeft er zich op verschillende markten van over tuigd, dat bondsleden op de markten niet bij machte waren zaken te doen, terwijl toch tal van slachtpoarden verkocht werden. Het hoofdbestuur heeft niet geaarzeld al deze feiten ter kennis van de regeering te brengen. Ver voerverbod van hanen en hennen. De Minister van Landbouw heeft tot de burgemeesters de volgende circulaire ge richt: Ik heb de eer u mede te deelen, dat mijr\ •andacht is gevestigd op de omstandigheid, dat in vele gemeenten wordt voortgegaan met het vervoeren en afleveren van Kennen en hanen, niettegenstaande een verbod op dat vervoer en die-aflevering is uitgevaar digd. Daar door den reeds sterk verminderden hoenderstapel de eierproductie belangrijk is achteruitgegaan en verdere afslachting moet worden voorkomen, wil de productie van eie ren ook in de volgende jaren nog van eenige beteekenis zijn, is het noodzakelijk, dat aan het bovenbedoelde verbod ten strengste de hand wordt gehouden. Het is gebleken, dat in sommige gemeen ten het toezicht der politie op de nakoming van het verbod of in het geheel niet, of zeer gebrekkig plaats heeft, terwijl in andere ge meenten de politie met het bestaan van het verbod zelfs niet bekend is, niettegenstaan de een afdruk van mijn beschikking, dat ver- bod inhoudende, aan alle burgemeesters werd toegezonden. Het is om die redenen, dat ik. ten zeerste moet aandringen op het nemen van die maatregelen door burgemeesters, welke er toe zullen leiden, dat overtredingen van het bovenbedoelde verbod zoo goed als niet meer kunnen voorkomen. -Uitvoer van tulnbooncn. Krachten»; beschikking van den Minister Het Bureau voor Mededeeiingen inzake de Voedselvoorziening meldt: Ten onrechte heeft de meening postgevat, dat het vervoer van nieuwe aardappelen vrij is. Dit is niet zoo. Het vervoerverbod van 25 Mei 1.1. is wel is waar opgeheven, maai* vervangen door een nieuw vervoerverbod van 17 Juni. Volgens deze nieuwe beschik king is het vervoer vrij van het land naar de woning van den verbouwer en verder naar de veilingen. Voor alle andere ver voer/ van de veilingen af naar de gemeenten, enz., wordt een vervoerbiljet geëischt. Niet opgebracht. Het bericht, dat de stoomkusttrawler Umuiden 435, „Zeepaardje" van de reederij N. Parlevliet naar Engeland zou zijn opge' bracht, is, naar de^* berichtgever van het Hbld. te IJmuiden seint, uit de lucht gegre pen. Het schip ligt thans veilig in de haven van Umuiden en heeft op de laatste reis hoegenaamd geene ontmoeting met vreem de strijdkrachten op zee gehad. van Landbouw mag 40 */n van de aanvo ren va» lllinlw.f.prn r.n ,!o v„ilin«.,'n vnrir hM hui. terriand worden geveild. Uitvoer van aardbeien Krachtens beschikking van den Minister van Landbouw d.d. 19 Juni mag 30 van dc aanvoeren van aardbeien voor het buitenland worden geveild op de veilingen waar gedu rende het vorig seizoen aardbeien voor den export werden geveild nl. te Barcndrecht, Beverwijk, Bergen op Zoom. Castricum, Char- lois, Dordrecht. Heilo. Pernis cn Zwijndrecht. De stand van het fruit. De directie van den landbouw zegt in haar overzicht van den stand van het fruit en van de warmoezeriigewassen onder glas en in de open lucht op 12 Juni 1918 het volgende Over het algemeen belooft het fruit niet veel. In de meeste streken wordt-geklaagd over de schade, aangericht door rupsen, die, onder beg- nstiging van het droge, zonnige weer. sterk in aantal toenamen. Vertier beeft ook de appelbloesemkever veel nadeel toe gebracht. De pruimen hebben in onderschei den streken te lijden van de luis, die in som mige gevallen den verderen groei der vrucht Ui <1 bedreigt. Langs den IJssel (G.-O.) is iid plaag van den jrintervlinder van dien aard geweest, dat tal van boomen bladerloos Stoa* den, terwijl de bloem geheel werd venue* tlgd. Slechts goudreinetten en bellefleurs beloven nog een matige hoeveelheid vmdS* ten. In de Lijmers komt de ringelrups inj zee rgrooten getale voor, zoodat ook daar, vele bladerlooze boomen worden aangetrof fen. De nachtvorsten hebben in Geldeclaad veel schade veroorzaakt. De kersen hekben er bovendien door de aanhoudende droogte geleden. Fortiand-cemtnt. De Nederlandsche Uitvoer Maatschappij (N. U. Mi) heeft in Oostcnrijk-Hongarijc aan gekocht 100 wagons portland-cement, welke bij aankomst hier te lande onder toezicht van de rijkscommissie voor bouwmaterialen ouder verbruikers zullen worden verdeeld. Met de aflevering van dit cement is op 13 Juni j.l. een aanvang gemaakt cn dagelijks kon de aankomst van 3 wagons hier te lande worden tegemoet gezien. Het hamsteren neemt toe!1 Naar men weet, deed de Regeering al het mogelijke, om den kleinen voorraad thee zooveel mogelijk over alle inwoners van ons land te verdeelen. Om dat te bevorderen# moesten dejheebons te voren worden inge leverd. Wat zag ik nu evenwel aldus schrijft een medewerker aan het H.bkL dezer dagen in verschillende plaatsen van Friesland? Voor en bij de winkels waar thee gedistribueerd werd, zwermden de opkoo- pers. In Leeuwarden bood men zelfs 3 en 5 per ons thee, en helaas verkochten vele arme lieden, door dien hoogen prijs ver leid, hun paar onsjcS thee. In kleinere plaat sen ging de thee voor 1.50 tot 2.50 per ons. En wonderlijk, hoewel die handel op straat en uren achtereen, ja dagen lang werd gedreven, greep de politie niet in. Hier was toch wel inderdaad overschrijding der maxi mum prijzeji. Waar blijft nu die thee? Wel, gisteren bevond ik me te Jelsum en Corn- jum, en daar boden lieden „thee" aan bij de groote boeren en notabelen en herbergiers voor 15 per pond. Doch bij nader onder zoek bleek de „thee", die men voor dien enormen prijs verkocht, slechts Y> theebladen en rommel te bevatten. Zoodat 1 pond thee den heeren 45 op brengt f Heel ons land wordt moreel vergiftigd door dien sluikhandel in alles en nog wat R ij w i e 1 p a d e n. Het schijnt nog altijd noodig, dat het pu« bliek gewezen wordt op de regels, die geWeo voor het gebruik van rijwielpaden. Da Kampioen bevat de volgende: De rijwielpaden, aangeduid door het wet telijk kentccken. mogen uitsluitend bereden worden met rijwielen cn motortwecwielers- Ook is lirl Vfthnrtfn rr .i.mrri-, nf nn,1,.r v„' over te leiden of te drijven. Voetgangers moeten op tijdige waarscKu* wing van wielrijders cn motorwielrijders bet rijwielpad verlaten. Op afzonderlijke rijwielpaden, d. z. dezulke, die niet langs een weg gelegen zijn, gelden de gewone regels van den weg voor het uitwijken4 bij het tegenkomen cn voorbijreden. Op rijwielpaden, welke met den weg ge meen liggen, cn voor hem, die het pad berijdt^ links van dien weg, gelden voor de wielrijders en motorrijders de gewone regels van den weg voor het uitwijken bij het tegenkomen, terwijl hij, die een vóór hem rijdend wielrijder of motorrijder wil voorbijrijden, dezen aan de rechterzijde moet passecrcn en dus het rijwielpad verlaten. Wielrijders en motorwielrijders behoeven, tegenover het verkeer op den hoofdweg hot rijwielpad* niet te verlaten-, al ligt dit voor hen links van dien weg. Indien twee wielrijders naast elkaar rijden op het rijwielpad, dan moeten zij bij het tegeii*' komen van een anderen wielrijder achter, elkaar gaan rijden Ilij, die rechts is, gaaf vóór rijden. f Wie van modder weet, heeft zelf wel eens in de goot gelegen. Roman door ERIK LIE. Geautoriseerde vertaling uit het Noorsch door A. M. van der Linden—van Eden. Marina had in den laatslen tijd veci aan Le:l gedacht. Hij schreef zoo zelden, maar zij "Wist dat hij op weg was naar Australië. Arme jongen, in dat herfstweer met zijn stormen en cvklonen! Zij trok haar mantel dichter om zich heen. Het was dc lust naar avonturen, die hem in het bloed zat en daar kon men niets tegen doen. Jeugd en levensmoed, ja! Dat was het wat men in deze wereld moest bewaren. Al te spoedig ontdekte men, dat men.aan de andere zijde van den heuvel was dééJr, waar alles terug en naar beneden gaat!... Marina was in het licht van de electrrsche lantaarn voor hel venster van den winkel in délicatessen blijven staan. De wandeling had haar hongerig gemaakt cn zij kreeg lust iets te koopen voor haar avondeten. Een bleekrose ham op een groot bord lachlle haar verleidelijk toe en bovendien was er nog heel wat om uit te kiezen kreeft en zalm, enzoovoort. Een kleine gestalte in een grijzen regen mantel gleed haar op het trottoir voorbij. „Eveline!" klonk het verrast. „Ben jij met dit verschrikkelijk weer buiten?'' denken aan Nordland. Want kwaad verwekt kwaad, dat weet u wel" zij wrong baar magere vingers „zoo n dichte nevel brengt helderen raad cn dan is de slang in haar element. Ik ben weggeloopen van dc ver pleegster", zei ze met een schril lachje. Marina keek haar schoondochter in het zie kelijke gelaat, waarin twee lanatieke oogen als verschrikt voor zich uit staarden. „Het leven heeft je niet goed behandeld, arme Eveline," zei ze. ..Kan je geen, eind ma ken aan dezen ongelukkigen toestand?" „Niet voordat de slang haar werk heeft ver richt," klonk het geheimzinnig. „Ik ben ge kneusd en onder den voet getrapt ja, u weel hel wel bij ervaring", fluisterde zij. „Het is hetzelfde bloed, vader en zoon." „Arme Eveline!" Marina streelde onwille keurig de tengere, onrustige gestalte over den schouder, „ga met mij mee naar huis, dan kunnen wij eens rustig praten.'' Eveline schudde het hoofd. „Gaat u daar binnen?" vroeg zij opeens en wees naar het verlichte venster. „Het heeft geen haast", antwoordde Marina. „U weet toch wel, wie het was die de zaak van u kocht deze zaak en de andere?" fluisterde Eveline op geheimzinnigen toon. „Wat meeq je Marina hijgde naar adem. „M ij n mond is gesloten" klonk het met een. valschen lach in den nevel. „Je liegt!" riep Marina u-it. Maar in hetzelfde oogenblik, dat zij het uit riep. wist zij dat Eveline do waarheid had gesproken. Het gordijn was opgelicht. Marina zag het gelaat van haar man te voorschijn komen in de duistere opening. Gedurende al deze jaren was het z ij n geld Eveline bleef staan., „DU mag ik graag," zei ..ttst doet mijgeweest, waarvan zij geleefd hadl.... Toornig richtte zich haar gestalte op als in gekrenkten trols. Maar de krachten begaven haar, zij kon niet meer. Inwendig werd er iets in haar gebroken als een vuur, dat uitdooft. Zij sloeg den mantel^ om zich heen en liep voort. Zij ging langzaam als een oude, ver moeide vrouw, wier in wending leven gebro ken was. XVIIL Vijfentwintig jaren waren voorbij gegaan sedert de oprichting van de badplaats, en Skjaergaardstrand had naar .aanleiding van dit zeldzaam jubileum, het feestkleed aange trokken. De Koningstraat, de markt en de strand- boulevard waren versierd- met guirlandes, de geheele stad vlagde, de winkels waren geslo ten en de scholen hadden vrij. Ja, zelfs uit dc galmgaten "van den kerktoren hingen roode wimpels, en de eleclrischc tram reed met vlagjes fnde nationale, kleuren aan dc balcons. liet was een schitterende voorjaarsdag, een van die dagen, die dc menschen uit huis Jok ken. Het was daarbij een van dc zeldzaamste in het stadsleven; het was immers de eerste keer dat de buste van een verdienstelijk bur ger der stad zou onthuld worden. Daarom golfde een dichte menschenmenigte door de straten, ja, het plaatselijk dagblad deelde mee, dat er veel vreemdelingen waren aange komen, uitsluitend om dit groote feest mee te 'maken. In het park stond de menigte als een dichte muur, hoofd aan hoofd, schouder aan schou der één zee van wachtende menschen. En in de verte klonk hoornrnue.iek met doffe trommelslagen, die steeds dichterbij kwamen. liet was twaalf uur. Dq eerewacht .was in aantocht Op hetzelfde oogenblik dat zij hel park bin nen kwam, werd de lucht vervuld door de lo nen van een muziekcorps. De muziek, gevolgd door een schaar van in hel wit gekleede meis jes, trok voorbij en vaandel na vaandel, ver- eeniging na vereeniging defileerde in ontel bare .reien. En al die duizenden, die daar stonden en dc halzen rekten, bleven geduldig sta^n, mei de zekerheid da't n u het oogenblik dóéir was; n u zou het kleed van de buste vallen van den eersten man van Skjacrgaardslrand, den directeur Kurt Adelaar Klinge. Doch -men meest zich tevreden stellen met slechts nu e» dan een enkel woord op te van ger. van een hooge, sonore slem en daarop volgden de niet te bedwingen hoera's, gepaard üie.ï de muziek, die inviel mei een vader landse h lied. Toen kwam er beweging onder dc men schen. Er werd ruimte gemaakt, dc menschen stroomden naar alle kanten; allen wilden dc buste zien van den stichter der badplaats en den weldoener der slad, of zooals dc* woordvoerder had gezegd van den man, die zegen rondom zich had verspreid in rui men kring en die in een lange reeks van jaren het grootste bewijs bad geschonken van ver heven en ruimen burgerzin. De directeur, ter eere van wien er 's avonds een diner werd gegeven, was na de onthul ling naar huis gereden en werd gevierd als een koning ,loen hij door de menigte reed ;n zijn met bloemen versierde automobiel. De leden van het feestcomité hadden zich intus- schen terug getrokken in de conversatieta len van het Kurhaus. De zon glinsterde en trilde over dc in jftL .ltooi gekleede menschen, die stroomden j langs liet strand van Skjaergaard. De muziek zweeg feu oogenblik, maar in plaats daarvan werden nu over dc stad dc lonen gehoord vaYl een cornet a.pistons, van boven van OvrepladsJ Zij zweefden en trilden in de lucht, onbckonnj merd er over of zij misschien zouden hinderen? in deze eenige .plechtigheid... Thorvald en Margot waren op weg naar- huis. Zij hadden zich een weg door de menig* te gebaand en naderden het villa-park. „De spreker had 'i over geluk." zei Thorvald en liet zijn stok lunchen zijn vingers draaiend „Hij zeide dat vader een gelukkig man was» ITeb je ooit zoo'n vervloekten onzin gehoordfl Alsof een mensch in onze dagen tijd heeft onï aan zulke dingen te denken! „Neen," zei Margot bitter, „bet schijnt wel dat de menschen hiervoor geen tijd hebben* Zeg mij eens vindt je dat w ij gelukkig zijn, Thorvald?" Zij vroeg het op zulk een warmen, dringen*, den toon, dat hiLzich verlegen en verward gevoelde. „Wij zijn ;ils bij locval in de wereld ge*, plaatst," zei hij. „Net als jonge katten." Margoi moest lachen. Maar toen barsllc zij plotseling uit in eeoi^ hevig schreien, als kon zij zich niet meer b©v heersehen. .Maar. Ma;gol, wal scheelt er aan?" Ik weet hel niet, Thorvald, ik kan er nietf aan doen snikte zij door haar tranen heen. Zij bleven voor de villa van hun moedef staan. „Ach, Thorvald, ga nu eens mee!" smeektd Marbol en droogde haar oogen „Moeder zal zoo T>li; zijr." Toen spraken ze niet meer. Zwijgend gingen zij den stoep op alsol zij instinctmatig een oud. veilig nest terugzocht ten, >i EINDE.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1918 | | pagina 5