HBOHNEfóHïSPSIlS
„DE EEMLANDER"
PSIJS DERAOmïlEHZ^^^
TWEEDE BLAD
BINNENLAND
FEUILLETON.
Het nest verstoord
16e Jaargang, Mo. 290
per 3 maanden voor Amcrs»
foorl f 1.50, Idem franco
per posi f LOG. per week (mcl gratis verzekering
tegen ongelukken) f 0.14. afzonderlijke nummert
OBJ. Wekelykscb bijvoegsel »D$ Hollanckcha
Huisvrouw (onder redactie van rhfirèse Hoven)
per 3 maanden 50 cent Wckelljkscb bijvoegsel
»lPtctldrevut* per 3 maanden 60 cent.
HOOFDREDACTEUR: M.. O. J. VAN SCHAARDENBURG
UITGEVERS: VALKHOFF C.
BUREAU: ARNHEMSCHE POORTWAL, HOM uthbchtichmth.
INTERCOMM. TELEFOONNUMMER 613
Zaterdag 22 Juni 1918
dienstaanbiedingen 1 5 regcla f 0.50, groote lettert
naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan
zeer voordeellge bepalingen tot het herhaald advcca
tccrcn In dit Blad, by abonnement Eene drcttUii^
bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
tocgexonden.
Nederland en de oorlog
Bemiddeling door de -Mederlandsehe
rejjeerlne
Verschillende Duitsche, Oostenrijksche
en Zwitsersch^ bladen hebben melding, ge
maakt van de verklaring over de wensche-
liikheid van bemiddeling door de Neder
landsche Regeering, welke onlangs doo® de
heeren Dresselhuys, Kooien en Rutgers in
de Nederlandsche pers werd gepubliceerd,
inzonderheid in verband met het onderhoud,
dat hierop is gevolgd tusschen den Minister
van -Buitenlandsche Zaken en het Bestuur
van den „Nederlandsche Anti-Oorlog Raad."
In het nummer van 18 Juni schrijft de
„Vorwiirts", na eerst een kort overzicht te
hebben gegeven van den inhoud der verkla
ring, hierover het volgende„In de annalen
van den wereldoorlog is menig blad te vin
den, dat getuigt van de verwachtingen, die
de volkeren gevestigd hadden op een wer
kelijk bemiddelend optreden van de neu
trale mogendheden in de richting naar den
vrede. Het pacifisme heeft echter-juist ten
aanzien van déze, verwachtingen dfc. groot
ste teleurstellingen ondbrvonden. Ten -deele
was dit het gevolg hiervan, dat men bij de
tegenwoordige samenleving der staten de
beteekenis der neutralen heeft miskend een
miskenning, die ten deele te danken was
aan de houding c^oor de Vereenigde Staten
in de eerste lange periode van den oorlog
aangenomen. Sinds echter deze groote
mogendheid haar neutraliteit opgaf en zelf
oorlogvoerende werd en een steeds toene
mend aantal van andere neutrale staten bui
ten Europa dwong om op dezen weg met
haar mede te gaan en zij tegelijkertijd de
neutralen in Europa economisch sterk in het
nauw bracht, is een duidelijker inzicht ont
staan. Hierdoor weten wij nu beter dan te
voren, waarvan alleen sprake kan zijn bij
pogingen tot vredesbemiddeling, die door
neutralen gedaan kunnen worden. Toch is
datgene, wat van de zijde der neutralen ge
schieden kan, niet gering. Zooals overal,
waar moeilijke vraagstukken op te lossen
zijn, is het ook hier van groot belang om
de vragen juist te stellen. Hier komt het er
ook vooral op aan, om uit te zien naar het
gunstige oogenblik, waarop het voor alle
partijen onmogelijk zou zijn het antwoord
op de gestelde vragen schuldig te blijven.
De drie Hollandsche Parlementsleden ach
ten het oogenblik hiervoor nu gekomen.
Wanneer men de laatste handelingen der
uuriögvöerënden nagaat, dan komt bet ons
voor, dat hun opvatting van den tegenwoor-
digen toestand weliswaar vrij optimistisch
is, maar de vraag, die zij op dit oogenblik
zouden willen stellen, is goed gesteld en
zou, wanneer hun veronderstellingen juist
zijn, nuttig kunnen werken. Hun actie heeft
onze grootste sympathie en zeker is het, dat
deze poging, om de beschaving uit den bloe-
digen waanzin terug te brengen naar het
verstand van den vrede, in alle volkeren het
voelen en denken van millioenen menschen
aan haar zijde zal vinden."
Tengevolge van het langzame verkeer
iusschen ons land en de Ententefanden is
het uit den aard der zaak nog niet mogelijk
eenige instemming uit de pers der Entente-
landen te vermelden
ï>e ernnuscbepeR.
De stoomschepen Java en Stella, met
jraan uit Noord-Amerika onderweg naar
Amsterdam eir Rotterdam, worden a. s.
Maandag bmnen verwacht.
1 Aten van graan.
dc
Het Bureau voor Modedeelingen inzake
Voedselvoorziening meldt
Nu in nog sterkere mate dan het vorige jaar
van landbouwerszijde wordt aangedrongen op
het laten van een bepaald gedeelte van den
rogge- en tarweoogst voor eigen gebruik, even
als dit met peulvruchten en aardappelen ge
schiedt, heeft de Minister van Landbouw, Nij
verheid en Handel aan de Landbouw-organisa-
ties, Vereenigiagen en Bonden, die over het
geheele land of een of meer provinciën werk
zaam zijn, ten getale van 27, een schrijven ge
richt.
De Minister zegjr daarin, dat tec beoordee
ling der vraag of het mogelijk is aan den wen9ch
der landbouwers te- gemoet te komen, de vol
gende punten onder de oogen moeten worden
gezien
A. Aan welke categorieën van personen moet
broodgraan worden geloten
B. Hoevele personen vallen onder deze cate
gorieën?
C. Hoeveel moet per persoon worden gela
ten
D. Hoe wordt dan de verdeeling van het
broodgraan over de geheele bevolking van Ne
derland
E. Hoeveel moet er meer verbouwd om zon
der ernstig bezwaar aan de landbouwers brood
koren te loten
De Minister betoogt don, dat, daar het laten
van broodgraan wordt gevraagd op grond van
het zoogenaamde rechri dat voor den verbou
wers voortspruit uit den eigen verbouw van
dit broodgraan, het nief billijk zou zijn alleen
broodgraan te laten in die provinciën of streken
waar de landbouwers gewoon waren hun eigen
brood te bakken of brood te laten bakken van
eigen verbouwde rogge of tarwe. Het zou ook
niet wel mogelijk zijn daarvoor dc grenzen te
trekken. Men zou bovendien ook broodgraan
moeten laten aan de arbeiders; die geregeld
werken op een landbouwbedrijf, waar brood
koren wordt verbouwd, en dat wel, wanneer zij
gehuwd zijn, voor hun geheel gezin. Uitsluiting
toch dezer arbeiders, die d a g e 1 ij k s hun zor
gen aan den verbouw van het broodgraan
wijden, zou niet billijk zijn. Handarbeiders, die
op een eigen stukje grond broodgraan verbou
wen, zouden met landbouwers gelijk gesteld
moeten wordenr.
De Minister becijfert dati, dat volgens de
laatste landbouwtelling broodgraan zou moeten
worden gelaten aan 110.000 landbouwers (de
uitsluitend veehouders en de landbouwers, die
geen gebruik zoude maken van het te geven
recht, niet medegerekend) aan 5000 tuinbou
wers (dc uitsluitend tuinbouwers niet medege
rekend) en 85.000 gehuwde landarbeiders, to
taal 200 000 gezinnen. Als gemiddelde aanne
mend, het inwonend personeel medegerekend,
5 personen per gezin, zou menpdan komen tot
1.000000 personen, waarbij nog niet gerekend
is op het aantal ongehuwde landarbeiders, die
niet inwonend zijn bij den landbouwer.
Voorts mag worden aangenomen-dat, indien
de «landbouwers en arbeiders in de gelegenheid
zijn in hun eigen behoefte aan brood volledig
deel der plattelands'
te voorzien, een gr
dorpsbevolking hiervan ook heimelijk zal profi-
teeren.
Aan al deze personen zal don om aan de vol
ledige broodbehoefte te voorzien, 1V» H.L. graan
per hoofd d. i. 400 gram per dag, moeten
worden getalen, in totaal dus T.500.000 H.L.
of 70 K.G. per H.L. 105 millioen K.G.
Door clandestienen verkoop, waartegen zeer
weinig te doen is, omdat de controle op mole
naars, landbouwers en bakkers zeer zou worden
bemoeib'jkt, zou bovendien nog een 20 millioen
K.G. van de distributie worden onttrokken. In
het geheel zouden dus 125 millioen K.G. niet
worden ingeleverd.
Voor de overige 5.450.000 inwoners, aan
wie dan broodkaarten zouden worden uitgereikt
zou aldus volgens de inlevering van 1917, t.w.
180 millioen K.G. rogge en 70 millioen K.G.
tarwe, overblijven 125 millioen K.G. Met vrij
groote zekerheid toch mag worden aangeno
men dat de oogst 1018 door te geringe stik
stofbemesting en door den drogen voorzomer
in geen geval grooter, eer minder zal zijn dan
die in 1917.
Op* deze wjjze zou dus de landbouwende be
volking 400 gram en de niet landbouwende be
volking 86 gram per hoofd en per dag ontvan
gen. Hierbij is dan nog geen rekening gehouden
met het leger, met de behoefte aan aanvullings
broodkaarten en ook niet met de groote w*n-
schelijkheid om voor diverse bedrijven grond
stoffen te reserveeren
Van de compagne 1917 is 35000 ton aard
appelmeel *in het brood verwerkt. Bij een zuiver
aardappeloogst zou dit jaar wellicht door
50.000 ton gedroogde aardappelen en andere
mengproducten het broodrantsoen op circa 120
gram kunnen worden gebracht. Mocht van over
zee 100.000 ton graan worden aangevoerd dan
zou het rantsoen klimmen tot 109 gram. De
volledige aanvoer dier 100.000 ton mag echter
niot met zekerheid worden aangenomen en nog
minder dat er oer^ grootcre hoeveelheid zal
aankomen.
Wordt danrentegen geen broodgraan golaten
dan zal voor de geheele bevolking van
6.450.000 personen vermoedelijk 300.000 ton
broodmateriaal beschikbaar zijn, waardoor een
broodrantsoen op 175 gram en bij aanvoer van
100.000 ton van overzee op 233 gram mogelijk
zou zijn.
Wordt aan de landbouwende bevolking graan
gelaten, dan zou dus ten spoedigste voor de
overige bevolking het rantsoen tot 175 gram
moeten worden verlaagd. Anders kan het op
200 gram blijven.
Wil men aan de landbouwende bevolking I
broodgraan laten, dan zou dc invoer van
overzee in 1919'1920 buiten berekening lotend
om aan de overige bevolking 250 grom
brood per dag te verzekeren, een meerdere op
brengst van 190.000 ton broodgraan moeten
worden bereikt. Daarvoor zou, de opbrengst
tarwe en rogge dooreengenomen per H.A op
1700 K.G. stellend, 112.000 H.A. of 62%
meer dan in T9I7 torwe- en roggeland moeten
worden verbouwd, hetgeen niet zou mogen gaan
ten koste van suikerbieten, aordoppelen, peul
vruchten, koolzaad of andere voor dc volks
voeding noodige gewassen.
De Minister herinnert, er aan, dat hij ge
lijk hij in de vergadering der Tweede Kamer
op 7 Juni 1.1. mededeelde zelf ten deze geen
beslissing meer zal hebben te nemen, moor
wenscht ter inlichting aan zijn opvolger de
noodige gegevens tijdig te verzamelen. Daarom
vraagt hij aan de besturen der landbouworga
nisaties, échter niet dan nadat het hoofdbestuur
der organisatie of, zoo mogelijk eene algemee-
nc ledenvergadering, is geraadpleegd, hem vóór
15 Juli a.s. antwoord te willen zenden, of zij
het/ kennis genomen hebbende van de vooraf
gaande berekeningen, verantwoord achten, dot
een deel der Nederlandsche landbouwers blijft
aandringen op het loten van broodgraan; of zij
het mogeiyk achten eene garantie te geven, dat
voor den oogst 1919, onder de bovenaangege-
ven voorwaarden, 62 percent meer dan in 1917
tarwe én rogge wordt verbouwd, of zij het
mogelijk achten eene garantie te geven, dat de
dan''te verbouwen hoeveelheden, na aftrek van
de te iaten hoeveelheden en het zaaizaad, uit
sluitend aan de Regecring zou worden afge
leverd, en, zoo ja, welke garanties don aan de
Regeering kunnen worden gegeven.
yjYYftfr AArtlAPncleii. -•
Het p o a r d e n s 1 a c h t v'e r b o d.
Van bevoegde zijde deelt men mede, dat
in de kringen van paardenslagers groote on
tevredenheid heerscht over de wijze, waarop
de genomen regeeringsmaatregelen betref
fende het pacrdenslachtverbod worden uit
gevoerd.
Het hoofdbestuur van den Ned. Bond van
Paardenslagers en Paardenvleeschhouwers
bereiken vele klachten over overschrijding
van maximum in-#en verkoopsprijzen, doch
in het bijzonder over feiten, welke uitslui
tend kunnen ontstaan als gevolg van de lak*
sche medewerking van de regeering.
Het hoofdbestuur erkent, dat de klachten
die het bereiken, volkomen gegrond en niet
overdreven zijn. Het hoofdbestuur heeft er
zich op verschillende markten van over
tuigd, dat bondsleden op de markten niet bij
machte waren zaken te doen, terwijl toch tal
van slachtpoarden verkocht werden.
Het hoofdbestuur heeft niet geaarzeld al
deze feiten ter kennis van de regeering te
brengen.
Ver voerverbod van hanen en
hennen.
De Minister van Landbouw heeft tot de
burgemeesters de volgende circulaire ge
richt:
Ik heb de eer u mede te deelen, dat mijr\
•andacht is gevestigd op de omstandigheid,
dat in vele gemeenten wordt voortgegaan
met het vervoeren en afleveren van Kennen
en hanen, niettegenstaande een verbod op
dat vervoer en die-aflevering is uitgevaar
digd.
Daar door den reeds sterk verminderden
hoenderstapel de eierproductie belangrijk is
achteruitgegaan en verdere afslachting moet
worden voorkomen, wil de productie van eie
ren ook in de volgende jaren nog van eenige
beteekenis zijn, is het noodzakelijk, dat aan
het bovenbedoelde verbod ten strengste de
hand wordt gehouden.
Het is gebleken, dat in sommige gemeen
ten het toezicht der politie op de nakoming
van het verbod of in het geheel niet, of zeer
gebrekkig plaats heeft, terwijl in andere ge
meenten de politie met het bestaan van het
verbod zelfs niet bekend is, niettegenstaan
de een afdruk van mijn beschikking, dat ver-
bod inhoudende, aan alle burgemeesters
werd toegezonden.
Het is om die redenen, dat ik. ten zeerste
moet aandringen op het nemen van die
maatregelen door burgemeesters, welke er
toe zullen leiden, dat overtredingen van het
bovenbedoelde verbod zoo goed als niet
meer kunnen voorkomen.
-Uitvoer van tulnbooncn.
Krachten»; beschikking van den Minister
Het Bureau voor Mededeeiingen inzake
de Voedselvoorziening meldt:
Ten onrechte heeft de meening postgevat,
dat het vervoer van nieuwe aardappelen vrij
is. Dit is niet zoo. Het vervoerverbod van
25 Mei 1.1. is wel is waar opgeheven, maai*
vervangen door een nieuw vervoerverbod
van 17 Juni. Volgens deze nieuwe beschik
king is het vervoer vrij van het land naar
de woning van den verbouwer en verder
naar de veilingen. Voor alle andere ver
voer/ van de veilingen af naar de gemeenten,
enz., wordt een vervoerbiljet geëischt.
Niet opgebracht.
Het bericht, dat de stoomkusttrawler
Umuiden 435, „Zeepaardje" van de reederij
N. Parlevliet naar Engeland zou zijn opge'
bracht, is, naar de^* berichtgever van het
Hbld. te IJmuiden seint, uit de lucht gegre
pen. Het schip ligt thans veilig in de haven
van Umuiden en heeft op de laatste reis
hoegenaamd geene ontmoeting met vreem
de strijdkrachten op zee gehad.
van Landbouw mag 40 */n van de aanvo ren
va» lllinlw.f.prn r.n ,!o v„ilin«.,'n vnrir hM hui.
terriand worden geveild.
Uitvoer van aardbeien
Krachtens beschikking van den Minister
van Landbouw d.d. 19 Juni mag 30 van dc
aanvoeren van aardbeien voor het buitenland
worden geveild op de veilingen waar gedu
rende het vorig seizoen aardbeien voor den
export werden geveild nl. te Barcndrecht,
Beverwijk, Bergen op Zoom. Castricum, Char-
lois, Dordrecht. Heilo. Pernis cn Zwijndrecht.
De stand van het fruit.
De directie van den landbouw zegt in haar
overzicht van den stand van het fruit en van
de warmoezeriigewassen onder glas en in de
open lucht op 12 Juni 1918 het volgende
Over het algemeen belooft het fruit niet
veel. In de meeste streken wordt-geklaagd
over de schade, aangericht door rupsen, die,
onder beg- nstiging van het droge, zonnige
weer. sterk in aantal toenamen. Vertier beeft
ook de appelbloesemkever veel nadeel toe
gebracht. De pruimen hebben in onderschei
den streken te lijden van de luis, die in som
mige gevallen den verderen groei der vrucht
Ui
<1
bedreigt. Langs den IJssel (G.-O.) is iid
plaag van den jrintervlinder van dien aard
geweest, dat tal van boomen bladerloos Stoa*
den, terwijl de bloem geheel werd venue*
tlgd. Slechts goudreinetten en bellefleurs
beloven nog een matige hoeveelheid vmdS*
ten. In de Lijmers komt de ringelrups inj
zee rgrooten getale voor, zoodat ook daar,
vele bladerlooze boomen worden aangetrof
fen. De nachtvorsten hebben in Geldeclaad
veel schade veroorzaakt. De kersen hekben
er bovendien door de aanhoudende droogte
geleden.
Fortiand-cemtnt.
De Nederlandsche Uitvoer Maatschappij
(N. U. Mi) heeft in Oostcnrijk-Hongarijc aan
gekocht 100 wagons portland-cement, welke bij
aankomst hier te lande onder toezicht van de
rijkscommissie voor bouwmaterialen ouder
verbruikers zullen worden verdeeld.
Met de aflevering van dit cement is op 13
Juni j.l. een aanvang gemaakt cn dagelijks
kon de aankomst van 3 wagons hier te lande
worden tegemoet gezien.
Het hamsteren neemt toe!1
Naar men weet, deed de Regeering al het
mogelijke, om den kleinen voorraad thee
zooveel mogelijk over alle inwoners van ons
land te verdeelen. Om dat te bevorderen#
moesten dejheebons te voren worden inge
leverd. Wat zag ik nu evenwel aldus
schrijft een medewerker aan het H.bkL
dezer dagen in verschillende plaatsen van
Friesland? Voor en bij de winkels waar thee
gedistribueerd werd, zwermden de opkoo-
pers. In Leeuwarden bood men zelfs 3 en
5 per ons thee, en helaas verkochten vele
arme lieden, door dien hoogen prijs ver
leid, hun paar onsjcS thee. In kleinere plaat
sen ging de thee voor 1.50 tot 2.50 per
ons. En wonderlijk, hoewel die handel op
straat en uren achtereen, ja dagen lang werd
gedreven, greep de politie niet in. Hier was
toch wel inderdaad overschrijding der maxi
mum prijzeji. Waar blijft nu die thee? Wel,
gisteren bevond ik me te Jelsum en Corn-
jum, en daar boden lieden „thee" aan bij de
groote boeren en notabelen en herbergiers
voor 15 per pond. Doch bij nader onder
zoek bleek de „thee", die men voor dien
enormen prijs verkocht, slechts Y> theebladen
en rommel te bevatten. Zoodat 1 pond
thee den heeren 45 op brengt f
Heel ons land wordt moreel vergiftigd
door dien sluikhandel in alles en nog wat
R ij w i e 1 p a d e n.
Het schijnt nog altijd noodig, dat het pu«
bliek gewezen wordt op de regels, die geWeo
voor het gebruik van rijwielpaden. Da
Kampioen bevat de volgende:
De rijwielpaden, aangeduid door het wet
telijk kentccken. mogen uitsluitend bereden
worden met rijwielen cn motortwecwielers-
Ook is lirl Vfthnrtfn rr .i.mrri-, nf nn,1,.r v„'
over te leiden of te drijven.
Voetgangers moeten op tijdige waarscKu*
wing van wielrijders cn motorwielrijders bet
rijwielpad verlaten.
Op afzonderlijke rijwielpaden, d. z. dezulke,
die niet langs een weg gelegen zijn, gelden de
gewone regels van den weg voor het uitwijken4
bij het tegenkomen cn voorbijreden.
Op rijwielpaden, welke met den weg ge
meen liggen, cn voor hem, die het pad berijdt^
links van dien weg, gelden voor de wielrijders
en motorrijders de gewone regels van den weg
voor het uitwijken bij het tegenkomen, terwijl
hij, die een vóór hem rijdend wielrijder of
motorrijder wil voorbijrijden, dezen aan de
rechterzijde moet passecrcn en dus het
rijwielpad verlaten.
Wielrijders en motorwielrijders behoeven,
tegenover het verkeer op den hoofdweg hot
rijwielpad* niet te verlaten-, al ligt dit voor hen
links van dien weg.
Indien twee wielrijders naast elkaar rijden
op het rijwielpad, dan moeten zij bij het tegeii*'
komen van een anderen wielrijder achter,
elkaar gaan rijden Ilij, die rechts is, gaaf
vóór rijden. f
Wie van modder weet, heeft zelf wel eens
in de goot gelegen.
Roman door ERIK LIE.
Geautoriseerde vertaling uit het Noorsch door
A. M. van der Linden—van Eden.
Marina had in den laatslen tijd veci aan
Le:l gedacht. Hij schreef zoo zelden, maar zij
"Wist dat hij op weg was naar Australië.
Arme jongen, in dat herfstweer met zijn
stormen en cvklonen!
Zij trok haar mantel dichter om zich heen.
Het was dc lust naar avonturen, die hem in
het bloed zat en daar kon men niets tegen
doen. Jeugd en levensmoed, ja! Dat was het
wat men in deze wereld moest bewaren. Al
te spoedig ontdekte men, dat men.aan de
andere zijde van den heuvel was dééJr,
waar alles terug en naar beneden gaat!...
Marina was in het licht van de electrrsche
lantaarn voor hel venster van den winkel in
délicatessen blijven staan. De wandeling had
haar hongerig gemaakt cn zij kreeg lust iets
te koopen voor haar avondeten.
Een bleekrose ham op een groot bord lachlle
haar verleidelijk toe en bovendien was er nog
heel wat om uit te kiezen kreeft en zalm,
enzoovoort.
Een kleine gestalte in een grijzen regen
mantel gleed haar op het trottoir voorbij.
„Eveline!" klonk het verrast. „Ben jij met
dit verschrikkelijk weer buiten?''
denken aan Nordland. Want kwaad verwekt
kwaad, dat weet u wel" zij wrong baar
magere vingers „zoo n dichte nevel brengt
helderen raad cn dan is de slang in haar
element. Ik ben weggeloopen van dc ver
pleegster", zei ze met een schril lachje.
Marina keek haar schoondochter in het zie
kelijke gelaat, waarin twee lanatieke oogen
als verschrikt voor zich uit staarden.
„Het leven heeft je niet goed behandeld,
arme Eveline," zei ze. ..Kan je geen, eind ma
ken aan dezen ongelukkigen toestand?"
„Niet voordat de slang haar werk heeft ver
richt," klonk het geheimzinnig. „Ik ben ge
kneusd en onder den voet getrapt ja, u
weel hel wel bij ervaring", fluisterde zij. „Het
is hetzelfde bloed, vader en zoon."
„Arme Eveline!" Marina streelde onwille
keurig de tengere, onrustige gestalte over den
schouder, „ga met mij mee naar huis, dan
kunnen wij eens rustig praten.''
Eveline schudde het hoofd.
„Gaat u daar binnen?" vroeg zij opeens en
wees naar het verlichte venster.
„Het heeft geen haast", antwoordde Marina.
„U weet toch wel, wie het was die de zaak
van u kocht deze zaak en de andere?"
fluisterde Eveline op geheimzinnigen toon.
„Wat meeq je Marina hijgde naar
adem.
„M ij n mond is gesloten" klonk het met
een. valschen lach in den nevel.
„Je liegt!" riep Marina u-it.
Maar in hetzelfde oogenblik, dat zij het uit
riep. wist zij dat Eveline do waarheid had
gesproken.
Het gordijn was opgelicht. Marina zag het
gelaat van haar man te voorschijn komen in
de duistere opening.
Gedurende al deze jaren was het z ij n geld
Eveline bleef staan.,
„DU mag ik graag," zei ..ttst doet mijgeweest, waarvan zij geleefd hadl....
Toornig richtte zich haar gestalte op als in
gekrenkten trols. Maar de krachten begaven
haar, zij kon niet meer.
Inwendig werd er iets in haar gebroken
als een vuur, dat uitdooft.
Zij sloeg den mantel^ om zich heen en liep
voort. Zij ging langzaam als een oude, ver
moeide vrouw, wier in wending leven gebro
ken was.
XVIIL
Vijfentwintig jaren waren voorbij gegaan
sedert de oprichting van de badplaats, en
Skjaergaardstrand had naar .aanleiding van
dit zeldzaam jubileum, het feestkleed aange
trokken.
De Koningstraat, de markt en de strand-
boulevard waren versierd- met guirlandes, de
geheele stad vlagde, de winkels waren geslo
ten en de scholen hadden vrij. Ja, zelfs uit dc
galmgaten "van den kerktoren hingen roode
wimpels, en de eleclrischc tram reed met
vlagjes fnde nationale, kleuren aan dc balcons.
liet was een schitterende voorjaarsdag, een
van die dagen, die dc menschen uit huis Jok
ken. Het was daarbij een van dc zeldzaamste
in het stadsleven; het was immers de eerste
keer dat de buste van een verdienstelijk bur
ger der stad zou onthuld worden. Daarom
golfde een dichte menschenmenigte door de
straten, ja, het plaatselijk dagblad deelde
mee, dat er veel vreemdelingen waren aange
komen, uitsluitend om dit groote feest mee te
'maken.
In het park stond de menigte als een dichte
muur, hoofd aan hoofd, schouder aan schou
der één zee van wachtende menschen. En
in de verte klonk hoornrnue.iek met doffe
trommelslagen, die steeds dichterbij kwamen.
liet was twaalf uur.
Dq eerewacht .was in aantocht
Op hetzelfde oogenblik dat zij hel park bin
nen kwam, werd de lucht vervuld door de lo
nen van een muziekcorps. De muziek, gevolgd
door een schaar van in hel wit gekleede meis
jes, trok voorbij en vaandel na vaandel, ver-
eeniging na vereeniging defileerde in ontel
bare .reien.
En al die duizenden, die daar stonden en dc
halzen rekten, bleven geduldig sta^n, mei de
zekerheid da't n u het oogenblik dóéir was; n u
zou het kleed van de buste vallen van den
eersten man van Skjacrgaardslrand, den
directeur Kurt Adelaar Klinge.
Doch -men meest zich tevreden stellen met
slechts nu e» dan een enkel woord op te van
ger. van een hooge, sonore slem en daarop
volgden de niet te bedwingen hoera's, gepaard
üie.ï de muziek, die inviel mei een vader
landse h lied.
Toen kwam er beweging onder dc men
schen. Er werd ruimte gemaakt, dc menschen
stroomden naar alle kanten; allen wilden dc
buste zien van den stichter der badplaats en
den weldoener der slad, of zooals dc*
woordvoerder had gezegd van den man,
die zegen rondom zich had verspreid in rui
men kring en die in een lange reeks van jaren
het grootste bewijs bad geschonken van ver
heven en ruimen burgerzin.
De directeur, ter eere van wien er 's avonds
een diner werd gegeven, was na de onthul
ling naar huis gereden en werd gevierd als
een koning ,loen hij door de menigte reed ;n
zijn met bloemen versierde automobiel. De
leden van het feestcomité hadden zich intus-
schen terug getrokken in de conversatieta
len van het Kurhaus.
De zon glinsterde en trilde over dc in
jftL .ltooi gekleede menschen, die stroomden
j langs liet strand van Skjaergaard. De muziek
zweeg feu oogenblik, maar in plaats daarvan
werden nu over dc stad dc lonen gehoord vaYl
een cornet a.pistons, van boven van OvrepladsJ
Zij zweefden en trilden in de lucht, onbckonnj
merd er over of zij misschien zouden hinderen?
in deze eenige .plechtigheid...
Thorvald en Margot waren op weg naar-
huis. Zij hadden zich een weg door de menig*
te gebaand en naderden het villa-park.
„De spreker had 'i over geluk." zei Thorvald
en liet zijn stok lunchen zijn vingers draaiend
„Hij zeide dat vader een gelukkig man was»
ITeb je ooit zoo'n vervloekten onzin gehoordfl
Alsof een mensch in onze dagen tijd heeft onï
aan zulke dingen te denken!
„Neen," zei Margot bitter, „bet schijnt wel
dat de menschen hiervoor geen tijd hebben*
Zeg mij eens vindt je dat w ij gelukkig
zijn, Thorvald?"
Zij vroeg het op zulk een warmen, dringen*,
den toon, dat hiLzich verlegen en verward
gevoelde.
„Wij zijn ;ils bij locval in de wereld ge*,
plaatst," zei hij. „Net als jonge katten."
Margoi moest lachen.
Maar toen barsllc zij plotseling uit in eeoi^
hevig schreien, als kon zij zich niet meer b©v
heersehen.
.Maar. Ma;gol, wal scheelt er aan?"
Ik weet hel niet, Thorvald, ik kan er nietf
aan doen snikte zij door haar tranen
heen.
Zij bleven voor de villa van hun moedef
staan.
„Ach, Thorvald, ga nu eens mee!" smeektd
Marbol en droogde haar oogen „Moeder zal
zoo T>li; zijr."
Toen spraken ze niet meer.
Zwijgend gingen zij den stoep op alsol zij
instinctmatig een oud. veilig nest terugzocht
ten,
>i EINDE.