0oor> de Ucqgd.
Een vacantia op Zonnen-
heuve!.
Naar het Engelsch van A. S w a n.
Vertaald door C. H.
HOOFDSTUK L
Grootvaders brief.
„Een brief van Grootvader,' zei mvrouw
Maynard op een morgen aan het ontbijt tegen
haar man.
„Zoo; en wat schrijft Grootvader iets bij
zonders?'- vroeg meneer Maynard min of meer
verstrooid, want hij was verdiept in zijn eigen
brieven.
„Grootvader en Tante Ellen maken het goed.
Er is iets anders, waarover ik je later zal
spreken," antwoordde mevrouw Maynard. En
terwijl zij den brief neerlegde, smeerde zij een 1 nu weg."
I
„Hm! Grootvader/vraagt de kinderen in de Als men in die oogen keek, was men cr dade- kwaadheid! Gisteravond nog, had Miep, voor
vacantie te logeeren. Nu, wat vindt jij er van? lijk van overtuigd, dat hun eigenaar nooit een 1 zoover zij dit kon, uitgerekend, hoe haar kan-
Het lijkt mij een aardige afwisseling voor leugen zou zeggen. sen stonden en wie nummer één zou komen
hen." j „Daar Vader noch ik met jullie mee kunnen te zitten. O, ze kon niet aan de mogelijkheid
„Als jij of ik konden meegaan, zouden zij het ^aan, wil ik slechts op één voorwaarde toe- denken, dat'-dit lot voor Lydia weggelegd zou
er zeker heerlijk hebben," antwoordde me- stemming geven." j zijn en zij nog wel door die indringster
vrouw Maynard aarzelend,* „maar ik ben „Op zooveel voorwaarden u maar wilt, Moe-naar nummer twee verhuizen moesL De slol-
bang, dat zij Grootvader en Tante Ellen last der, als u ons maar laat gaan," antwoordde som van haar berekening was, dnt Lydia haar
zullen veroorzaken en er is zooyccI gelegen- i Frans gretig. maar heel weinig vóór was. Als zij nu eens
heid voor Frans om allerlei kattekwaad uit te >Jk wilde wel, jongen, dat je even goed mijn heel grondig haar gcschiedcnisrepetitic be
halen." voorwaarden nakwam, als jc ze aanvaardt,i studeerde, dan zou zij 't misschien nog wel
„Laat dan de anderen vooruit gaan en hou zei mevrouw Maynard ernstig. „Je weet, dat inhalen. "Wie weet! 't Was gelukkig juist
hem thuis, totdat je kunt meegaan," stelde nóch Grootvader nóch Tante Ellen aan wilde Woensdag en dus had zij een heelen middag
meneer Maynard voor.
j jongens, zooals jij bent, gewend zijn en ik kan I en een heelen avond om zich er aan te wijden.
„O, maar Robert, dat kunnen wij toch niet je alleen naar Zonncnheuvel laten gaan, als je 1 Maar nu eerst opletten, anders verknoeide zij
over ons hart verkrijgen! Frans heeft niets belooft goed op te passen."
haar Taal nog cn in Taal was ze juist zoo
uitgevoerd, om zóó streng gestraft te worden „Maar Grootvader is zoo vroolijk, Moeder," j goed. Ze hield ook veel van de juffrouw, die
Dacht je, dat ik jou en koornbloem
met haar blauwe kleedje aan,
met zoo'n blijdschap nu begroette
als het gele rijpe graan?
Neen, neen, jullie zijn maar pronkerds
en het koren geeft ons brood; j
daarom hebben wij dat liever
nu in dezen tijd van nood.
'ï,- Hermann a/\
Van alles wat.
Muggenbeten.
Hiertegen, schrijft M o 1 e s c h o 11, woiw
en hij is dol op zijn grootvader en Zonnen- waagde Frans het in het midden te brengen. Taal gaf. 't was zelfs een vriendin van haar den. vele middelen aanbevolen en daarbij is*
heuvel„Hij is nog best te vinden voor een pretje en oudste zuster cn zij vond 't altijd heel"ge- j ammoniak het meest geprezen. Deze stof,.
,Hij zal Grootvader en Tante Ellen, die zoo lijkt heelemaal niet op de grootvaders uit de wichtig, als zij boodschappen tusschen die wil zij verzachting brengen, dient zoo snet
netjes en precies is, de handen vol geven," boeken, die denken, dat een jongen den heelen twee had over te brengen. 1::1- -- Jj-- --
In gedachten zat zij met haar gommetje ie
boterham voor kleine Nellie en vulde Harry's j'
beker met melk.
Bij het hooren van het woord „Grootvader"
spitsten de kinderen de ooren en vier paar
oogen keken naar den brief naast Moeder's
bord. Wat zouden zij dolgraag willen weten,
wat dat geheimzinnige „iels anders" betce-
kende! Zou het op hen betrekking hebben?
„Heeft Tante Ellen dit jaar kleine kuiken
tjes, Moeder?" vroeg Annie op haar ernstige;
rustige manier, want zij was al veertien jaar
en rekende zich tot de grooten.
„Grootvader schrijft er niet over, lieve kind.
Frans, snij je boterham niet op het ontbijt-
servet door, jongen. Houd haar op jc bord, dat
heb je er voor gekregen," zei mevrouw May-
t,
zei meneer Maynard lachend. „Nu, beslis jij 'dag kan stilzitten."
maar, vrouw. Het is mij hetzelfde en ik moet Fcn teederc glimlach gleed over het gelaatspelen. Daar wipte het den kant van Lydia uit.
van mevrouw Maynard bij de cckt jongensach-1 Nee, nu opletten!
Bij deze woorden gaf meneer Maynard zijn
vrouw een haastigen kus,* zei lachend, dat zij
zich maar niet al te bezorgd moest maken
over hun lastig troepje, en ging naar zijn
fabriek.
"HOOFDSTUK II.
Frans, de onverbeterlijke.
De familie Maynard woonde in Lufford, een
drukke stad, waar meneer Maynard fabrikant
tige hulde, welke door Frans aan haar vader,
dien zij zielslief had, werd gebracht.
.„Ja vent, Grootvader heeft er zelf schik in,
mogelijk na den steek te worden toegepastj
daarom dragen veel menschen in muggen*
rijke streken een klein fleschje met salmo^
niakgeest bij zich.
In de „aatste jaren is nog een ander mid*
del aan de hand gedaan, n.l. de tegenwoor*
Miep Smilders T* Daar had je 't al. Zij moest
antwoorden, 't Was een lastige vraag. Even
nadenken. Hè, daar greep die vervelende Ly-
als jullie vroolijk zijn en niemand zal ver-dia haar gommetje. "Spook, blijf er toch af!" _ge vee^ *n geneeskunde gebruikte stof^
wachten, dat je den heelen dag stilzit. Daar- dacht zij. Nee, zij moest opletten. Hoe was die den naam van Ichthyol draagt. Ichthyol
voor ga je niet naar buiten. Wat ik bedoel is, de vraag ook weer? O ja, en 't antwoord, is een onaangenaam riekende, olieachtige^
dat je geen kattekwaad uithaalt en dat je er wel dat wasVerbeeld je, Lydia legde 't stof, die door droge destillatie uit steenkool-
,aan denkt, dat Tante Ellen er bijzonder op gommetje in haar lessenaar. Wat een kind!achtige stoffen wordt bereid,
gesteld is, dat haar huis keurig netjes is, veel „Wie volgt!" zei Juffrouw Treffers eu Lydia Volgens dr. Ottinger die di'
"meer dan ik, Cadat ik jullie kreeg.'' hr»l nnlwnnrd Hat \fipn al nrt H«» linnen I »_i i
„Ik zal mijn best doen. Moeder, en als onze zweefde.
gaf hel antwoord, dat Miep al op de lippen j
dit middel bij
talrijke gevallen van insecten-steken toepas-
j schoenen vuil zijn, zullen w ij ze buiten uit-j Met gebalde vuisten zat Miep op haar niinuten brandert,
trekken of door bet kleine raampje in de pro
tT wj,- «HB wi uvuj ui*i Peine i ciinpjc ui uu.pio-plaats heen en weer te schuiven. Dat zou ze j0Uken PÜn °P cn is de zwelling der ge-
n ms maa c cel uit van een rij visiekamer naar binnen klimmen, waar de Lydia betaald zetten! Wel had zii vanmorgen j S n P*ek me* meer waar te nemen. Dej
ffigm jHUfeam li1 toepassing is zeer eenvoudig. Het snelst ertï
groote, vierkante huizen, welke op een soort
terras stonden en het gezicht op de stad had
nard, terwijl zij haar oudsten "zoon een jon- ?en" J^a.n ^en éénen kant van hen wroonden
gen van twaalf jaar zacht verwijtend aan- j°n£elui, welke pas getrouwrd waren, en aan
zelf jongens had* dan zou zij weten, hoe
keek. den anderen kant een oude juffrouw, die er
„Waarom maken ze de borden ook zoo v*er poesen cn een dikken poedel op nahield
klein. Moeder? Er is bijna geen ruimte op om voortdurend op voet van oorlog met de
te snijden," zei Frans op zijn openhartige, on- jeugdige Maynards stond. Vooral Frans met
omwonden manier. z'jn neiging voor kattekwaad cn zijn dagelijks
„Zwij« jongen, en doe wat je moeder zegt" ->an het licht homenden hekel aan poesen en moeilijk hel is je „ordentelijk tc gedragen."
viel /Ijlt vader nu streng in, terwijl hij de d.kken poedel, vooral Frans stond al in Mevrouw Maynard keerde zich glimlachend
wenkbrauwen fronste. ,een heel slecht blaadje bij juffrouw Bowden ora en RinR bc( huis weer binncn. Hoe kon
„Dat doe ik, hernam Frans m.n of meer cn _z,j kondan ook met nalaten haar dienst- ziJ haar onverbeterlijkcn zoon toch voldoende
vrijpostig, waarop zijn vader hem gebood de "te'sje telkenmale te verzekeren, dat „de jon- ouder het 00R brcnRcn, dal bij zich ,|0rdcn.
kamer uit te gaan Frans stond boos op, schop- voor galg en rad opgroeide.' Doch al was telijk RedraRen" moest? Zij hoople maar, dat
te legen den tafelpoot en sloeg de deur hard Frans een echte bengel, nooit zou hij een. dier nief, „nsH„ voorvaiion nn Zonnen-
zwaluwen een nestje gebouwd hadden, toen nog op den kalender gelezen: Vergeldt'
ik er den vorigen keer met u was, weet uog het kwade met het goede, doch zij zekerst werkt de ichthyol in zuiveren toe-]
wel?" trachtte zichzelf wijs le maken, dat dat niet stand, door met een penseel een laagje vart.
„Als je begint met door de ramen naar bin- gold voor zoo'n geval. Dat ellendige kind ook, j een millimeter dikte op de gestoken plek.te
nen te klimmen, beste jongen, ben ik bang, dat om haar met opzet in de war te maken, juist strijken. Ook als zalf met vasaline b v
Tante Ellen zich een ongeluk schrikt." nu het er zoo op aankwam. AU zij op die'laat het zich gebruiken. Er is' ook een ich-
„Moeder,zei Frans, nadat hij een oogen- manier nummer één werd, was er geen kunst1 thvnlnleistor 1 j
blik had nagedacht, „ik won, dat Tanle Ellen aan. I thyoipleister, waanran men een stukje op da
Na twaalven riep Juffrouw Treffers Miep
even en gaf haar een briefje voor haar zuster
mee. 't Was maar een enkele minuut opont
houd en nauwelijks waren de laatste meisjes
de klas uit, toen zij haar boeken bij elkaar
zocht. Wacht! Ze zou meteen haar gommetje
terugnemen uit den lessenaar van Lydia. Maar
achter zich dich.
Annie,' 'zei mevrouw Maynard nu, „neem
Nellie mee
i met opzet kwaad doen en hoewel hij dikwijls I T JTS „T Tkk
„.«„j u i* <ji*.wijis j heuvel en dat haar zuster geduld zou hebben
v npn a \*n aar '®ve IDSen niet stee- mct je kleine tekortkomingen en onnaden-
naar boven en doe haar een nen te gooien, of ze op andere wijze te kwel- 1 inn^n r\rh W1
er niets ernstig zou voorvallen op Zonnen-] wat was dat? Daar lag boven op een sta
peltje andere boeken Lydia's geschiedenis
boek. Stellig had ze dat vergeten. „Net goed!"
schoonc schort voor. Val er Marie niet om ^cn> was Harry hiervan echter dc ware schul-
lastig; je weet, waar je Nellie's kleeren vin- <hge. Er lagen groote tuinen achter de huizen
den kunt. En Harry, ga jij builen spelen met en familie Maynard had in den hunne een
Frans. Ik moet even met Vader spreken.'
speel liever niet met Frans, Moeder,"
antwoordde Harry op klagenden loon. „Hij
is altijd zoo wild en noemt mij kinderachtig,
als ik niet in den beukeboom wil klimmen of
zijn spelletjes spelen."
„Ja, mijn jongen, Frans is veel te wild voor
jou, zei meneer Maynard nu vriendelijk.
prachtigen beukeboom, welke de afgunst der
buren opwekte en Frans veel genot verschaf
te. Hoewel de stam vrij glad was, kon hij cr
toch even vlug in naar boven klimmen als de
katten van juffrouw Bowden en als hij een
maal" hoog en droog in de dikke takken zat,
had hij een prachtig gezicht op dc tuinen en
ramen der buren zoowel als op het landschap.
„Speel liever met je zusjes. Frans kan al- uren in het rond. Hij noemde dit plekje zijn
leen maar met ruwe jongens op straat spc- 1:~-„
kendheden. waaraan een jongen zich zoo heel
gauw schuldig maakt. Als het al te erg werd,
moest zij hen maar weer naar huis sturqji.
In dien geest schredf zij aan haar vader en
zuster en daarna begon zij allerlei toebereid
selen te ijiaken voor het vertrek der kinderen.
(Wordt vervolgd.)
De Groote Repetitie.
door C. H.
len," ging hij even later voort.
Er gleed een pijnlijke trek over het zachte
gelaat der moeder, toen zij de woorden van
haar man hoorde. Harry was als heel kleine
jongen wat zwak geweest en daardoor, voor
al door zijn vader, verwend. Van natuur was
„Meisjes, hier breng ik jullie Lydia Kroon,
ons nieuwelingetje." Met deze woorden kwam
juffrouw Kogels op een morgen even na ne
genen 't was de eerste dag na de Paasch-
vacantie de klas binnen. Juffrouw Kogels
was liet hoofd eener bijzondere meisjesschool
en bracht altijd zeli haar nieuwe leelingen
met haar klasgenootjes in kennis.
aangedane plek kan leggen; dat laatste iy
alleen in lichte gevallen werkzaam.
Of dat laatste middel nu helpt? Men kart
het gemakkelijk beproeven. Het jaargetijde
leent er zich uitstekend voor; de dagen van
muggen, vliegen, bijen en wespen zijn er
leeds' v.-eer. Kwaad kan dit friiddel echter
niet, als men maar niet blijft voortprobee-
ren, als de ontsteking blijft bestaan of zelfs
voortschrijdt.
Hoe diep drlnut het zonlicht
lu het water «Boor
Nadat het zonlicht de lucht doorboord
juichte het in Miep. „Nu kan ze haar repetitie
niet leeren en mijn boek krijgt ze natuurlijk
niet. Ook zal geen der anderen 't haar willen
afstaan! Ze zal dus niet veel van haar proef
werk terechtbrengen morgen.... enik
word dan misschien toch nog numrfcer één. wf» lA. n_ j r-w-
-xy- i v nceit tot op de aarde, bezit het nos kracht
Wat n bof!Vergeldt het kwade jnet hetnni>* rwm j i ?e
goedeVervelend dal zij daar nu juist aan
noeg om op eenige honderden meters onder
water van zijn kracht te gctüigen. Zelfs on een
„uitkijktoren," zijn „vesting," cn had er nog
heel wat meer mooie namen voor. Ook was
hij er trotsch op. dat hij cr het rijk alleen had.
want nooit was het nog bij Harry opgekomen,
een poging te wagen om de schuilplaats van
Frans te bereiken.
Nadat meneer Maynard op den morgen,
hij echter zelfzuchtig en lastig en werd graag waarvan ik in bet vorige hoofdstuk verhaalde,
door het heele gezin vertroeteld, blij deed dan naar zijn kantoor was gegaan, besprak zijn
ook niet eerder wat hem gezegd was, vóórdat vrouw één en ander met het keukenmeisje en
zijn moeder opstond, de deur open maakte en ging daarna de kinderen zoeken. Om verschïl-
hem wenkte de kamer te verlaten. Toen zij al- lende redenen had zij besloten de uitnoodiging
leen met haar man was achtergebleven, zei op Zonnenhcuvel voor hen aan te nemen. Eén
z»j zacht: daarvan was, dat, daar het op de fabriek in
„Ik zou zoo graag willen, dat je niet zoo- den laatsten tijd niet zoo druk was geweest ïrek cn dc les begon, 't Was een groote klas, j was nof? berouw
yeel onderscheid tusschen dc jongens maakte, als gewoonlijk,, zij zich dit jaar niet konden waarin Lydia geplaatst was. cn het geheel zag stemmetje in^haar
beste man. Ik verzeker je, dat Frans het zich veroorloven eenige weken naar zee te gaan- er ff^zellig uit. Tusschen de lesuren wilde ze 1 'l ein(* van dc straat zag ze Lydia en
aantrekt." een andere, dat zij niet wist, wat zij «eduren- eens een Praalic maken met haar buurtje, hoek omgaan. Vlug haalde zij haar m en duw-
„Frans het zich aantrekt!" herhaalde meneer de dc vacantie met de jongens zou aanvan- Miep Smilders, doch deze keek haar niet heel baar 't boek in de handen. Lvdia keek
j i zijn uracni te geil
denken moet U zou maar fiauw weggaan.diep[c ïan M bcme,:kt mcn in dc J[idd
zonder Lyd.aa boek Zonder? Als ze t nu Iandsch(; Zec bjj bijzondcr he]d£ J
eens wel meenam, dan zou Lydia natuurlijk ]icJlL In d(. NoordeIijkc zeeë ste^*
erg blij en dankbaar zijn en zij - Miep zou een reeds op M M 20Q vpnninderd da,
goed werk hebben vcrncht - t kwade met slcns de maanlichl hec't(
1 goede vergolden - ja maar, dan werd ze wijl jn d„n Indische„ 0ccajn M
vast niet nummer eén en nu had ze nog een
kans. Nee ze deed
«V" zee op dezelfde diepte de zeeplanten nó" dtf-
:ed het met wat had Lydia dclijk le onderscheiden zijn. Op UW M diepte
haar ook te p agen - nu had Miep een ge- is hct licht in do Noor^]ijk^ ,waler(m
legcnheid om t haar betaald te zetten. Zou slechts een snhi;„t.i onn ,fT
iu om i naar petaam te zct.em ,-ou slechts een zwak schijnsel, terwijl op 200 SF
ongebruikt voorb„ laten gaan? Floep. ,^iepte stikdonkcre nacbt 'hperscbt. P r'
maar was al weer dicht en Miep stond, j W-
„Me dunkt, Lydia," ging ze even later voort,
„Ik moest je een plaatsje geven naast Miep
Smilders. Jullie woont bij elkaar in dc buurt
en zult dus zeker ook wel dikwijls samen
naar huis gaan."
De directrice verliet daaop het schoolver-
zij die
i de lessenaar
bij de deur; zij had den knop reeds in dc hand. j
Vergeldt het kwade met het goede, klonk het j
\'ts <!c<t «orloe:.
was nog berouw te krijgen, dat zij naar dat
oor geluisterd had.
Maynard ongeloovig. „Je schrijft hem ge
voelens toe. liefste, welke hij niet kent en
nooit kennen zal. Er zit in Frans al even wei
nig gevoel als in mijn theekopje. Zal ik je
eens zeggen, wat het is, Anna? Je verwent den
jongen. Hij is eigenzinnig en ongehoorzaanv
gen: óf zij haalden buitenshuis allerlei katte
kwaad uit. óf zij maakten binnenshuis een
leven als een oordeeL Dolgraag zou zij met
de kinderen zijn meegegaan, want zij verlang
de onbeschrijfelijk naar haar familie en het
oude huis te midden der heuvels van Cumber-
cn heeft een strenge hand noodig, die hem land. Zij wilde echter haar man niet aan de
leidL morgen der dienstboden overlaten en besloot
„Je vergist je werkelijk
waagde mevrouw Maynard het
geef toe, dat hjj dikwijls ondoordacht
geelachtig is, maar tegen
vriendelijk aan. Wat daarvan de reden was, heel verbaasd, begreep er letterlijk niets van.
kon Lydia zich niet voorstellen. Toen zij in de Haar eigen geschiedenisboek? Had zij dat dan
bank kwam, had Miep haar vriendelijk toege- n'et bij zich?
knikt en nu hè, wat zag zij cr onh'eïlspel- Fag in je lessenaar, toen ik mijn gomme-
lend uit! Zou zij iels gedaan hebben, waar- lie terugnam, zei Miep met een vuurroode
om zij boos was? Ze was zich niets be- kleur.
wust. Het was Franschc les geweest en zij dank je wel. "Wat vrccselijk aai dig van
u. j -.-...j. ip!" nntwnnrdrle Lvdia. 'k HaH het heelemaal
haar weer in haar ooren. Dal had ze mooi i Uit een Zwitscrsch humoristisch blad ...4
gevonden en nu? Weer stond Miep bij Lydia s j „Het zal wel tien jaren duren," zeide cell
lessenaar, vlug haalde zij het boek er uit cn Duitsch fabrikant tot den anderen, vóór wif
stormde er mee naar buiten alsof zij bang onze reizigers naar Engeland kunnen sturen.,,
„Ja, antwoordde dc ander, „cn twintig vóél?
er een naar Frankrijk durft gaan."
„Maar zeker een eeuw," was hel antwoord,
„vóór er een zich in Oostenrijk kan wagen."-*
Water tuplunis vau wa-i. jl
Het „Maandbla legen Verv." waarschuw?
tegen het geknoei met politoermiddclea/
Het blad schrijft o. a
„Het sterkste staaltje leverde wei het onder-]
zoek'op van een politoermiddel, voorzien van'
een etiket, waarop vermeld staat:
eigenzinnig of ongehoorzaam. Integendeel, hij
- geeft mij Teel minder moeite dan Harry.
Frans moet echter met zachtheid geleid wor
den; harde woorden hebben geen invloed op
hem."
„Het is de oude geschiedenis, Afma. Frans
is altijd je lieveling geweest. Misschien zul je
éénmaal, als hij een ernstig misdrijf heeft ge
pleegd, je zwakheid betreuren," antwoordde
meneer Maynard.
„Maar hij is zoo eerlijk, Robert, *en bedenkt
zich geen oogenblik, als hij het een of ander
op le biechten heeft, welke strar daar dan ook
op volgen mag," zei de moeder met tranen in
de oogen.
„Dat dóet hij uit overmoed. Zijn arm, klein
broertje is er te gevoelig voor. Die is zóó hang
om ons te mishagen, dat hij liever in stille
zou lijden dan bekennen," hernam meneer
Maynard. als altijd de partij opnemend voor
zijn lievelingszoon.
Mevrouw Maynard zweeg verder. De ver
schillende karakters der beide jongens waren
maar al te dikwijls reeds door hen bespro
ken zonder dat zij het cr over eens konden
worden. In de wijze, waarop meneer May
nard Pmns behandelde, was hij niet alleen
hard. doch helaas ook dikwijls onrechtvaar
dig Tegenover den Jongen het geringste ver- i
grijn werd streng gestraft en Frans werd
soms veroordeeld zonder dat hij in dc gele
genheid was gesteld zich te verdedigen. Me-
vrouw Maynard had gelijk, als zij beweerde,
'dat Fraas wel degelijk voelde, dat Ilarry door
zijr. vader voorgetrokken werd. cn het natuur-,
lijk gevoig hiervan was, dat hij bang was voor I
zijn vader, doch daarentegen zijn nloeder met
onstuinfige liefde aanhing. Mevrouw Maynard
"was tc verstandig cn had haar kinderen allen
te zter lief, dan dat zij één hunner zou voor
trekken, doch Frans werd het best door haar
begrepen.
was en in vele opzichten nog ouderwetsch,
niet al te veel last zouden bezorgen.
Toen mevrouw Maynard in den tuin kwam,
zag zij niets van de jongens cn daar zij wist,
welk een voorliefde Frans voor den beuke
boom had. stak zij het grasveld over en zag,
toen z>j opkeek, een rond jongensgezicht haar
vroolijk tusschen de bladeren toelachen.
„Kom er eens uit, Frans, ik moet eens met
je spreken." zei zij. ..Is Harry bij je?"
Harry? Maar Moeder!" riep Frans minach
tend uit „Hij zou voor geen honderd gulden
in dezen boom durven klimmen. Hij is zoo
bang en kinderachtig!"
„Misschien is hij de verstandigste van jullie
tweeën, jongen, hetgeen ie waarschijnlijk niet
eerder zult toegeven, vóór je er nog eens uit
valt en je beenen breekt.'*
..Daarvoor hoeft u niet bang te zijn. Moe
der," zei Frans „Kijk maar!" en met de lenig
heid van een aap zwaaide hij van den eenen
tak naar den anderen en gleed eindeliik langs
den stam naar beneden op een manier, die
het hart zijner moeder van angst deed klop
pen.
Jongen, waar ben je van gemaakt? Heb je
dan heclcmaal geen botten?" vroeg zij
lachend.
Ja. een paar." antwoordde Frans, terwijl
hij de insecten van zijn goed schudde. „Nu
Moeder, wat blieft u?"
..Er kwam van morgen een brief van Groot
vader," zei mevrouw Maynard.
„Ja Moeder cn vroeg Frans
haastig.
„Het is een uitnoodiging voor jullie allemaal
om een maand op Zonnenhcuvel te komen
logeeren."
„O. heerlijk riep Frans uil. met een van
vreugde stralend gezicht.
„Vader Iaat hot aan-mij over le beslissen en
y...ik denk, dat ik dc uitnoodiging voor jullie
'j t ye,r,„ m:J sPffkcn ",l Gror''- allen zal aannemen."
Zh1S ïiV n vroeg meneer Maynard, terwijl .,Hoera!' Frans Wierp zijn pet ln de lucbl
hy «p zijn horloRe keek. „Ik moet dadelijk cn m3aklc „an lou(er y].euRdc ccn buile,inR
"Als jc 11U rustig kunt zijn, Frans, wilde ik
„Hier ,s de brief, ze. z,jn vrouw, terwijl z.j ecns CVJC„ mp( je apreken .1
doorlas. overhandigde, dat hij haastig I „Goed Moeder, ik luister,'' zei Frans, terwijl f
hij zijn eerlijke oogen naar zijn moeder ophief, drie! 't AVas om uit je vel te springen van
En toch had Lvdia goed geraden. Miep
Smilders, de jongste thuis, die oitijd de speel
pop geweest was van haar veel oudere broers
en zusters, was wal verwend in huis én op
school. Thuis omdat 'zij de jongste was, op
school omdaL zii de beste, van de klas was*.
Niet dat ze zoo bijzonder knap was, doch haar
klasgenootjes muntten nu eenmaal niet uit in
schranderheid cn zoo kwam het, dat Miep al
sinds tijden hoe lang wist zii eigenlijk zelf
niet nummer één zat en bleef zitten, zonder
dat haar dit veel inspanning kostte En nu was
dat nieuwe kind gekomen, die Lvdia Kroon,
en had me daar al dadelijk in de Frnnsche les
iels geweten wat zij Miep niet had kun
nen beantwoorden, 't Is waar. Frcnsch en
Geschiedenis waren niet haar beste vakken,
in Taal en Rekenen voelde /ij zich veel ster
ker, maar dat nu dadelijk zoo'n nieuw kind
haar overtroefde, nee. dat was iels. wat zij
niet velen kon. 't Maakte haar kriebelig en
fluisterde haar allerlei onvriendelijke gevoe
lens tegenover Lvdia in. Ze had juist gedacht,
haar te vragen, of ze om twaalf uur mee naar
huis ging. maar nu deed ze het lekker ni*t.
Zoo was de verhouding tusschen Miep Smil
ders cn Lydia Kroon op dien eersten dag na
de Paaschvacantic en zij werd er werkelijk
niet beter op, integendeel: de beide meisjes
stonden steeds vijandiger tegenover elkaar.
Trachtte Lvdia in het begin dubbel vriendelijk
te zijn, dc stuurschheid van Miep leerde haar
dit gauw af, ja langzamerhand begon zij Miep
met allerlei kleinigheden te plagen, b.v door
haar af te leiden, ah zij antwoorden moest.
Miep werd daar woedend om: ..Dal akelige1
spook!" dacht zij dan, „alsof 'l al niet erg ge
noeg is. rjal ze in Fransch en Geschiedenis vér
der is dan ik; nu begint ze mij ook nog te
plagen!" Zij vergat echter, dat haar eigen
onvriendelijke houding daar niet heelemaal
onschuldig aan was.
De weken cn maanden verliepen cn zoo was
het begin Juli geworden en zaten ze diej5
in de groote repetilie. Miep Smilders, die
vroeger altijd de meeste punten ha$, moest
nu aanhooren, dat Lydia geen fouten in de
zei Miep nu,
vriendinnen zijn. 'k Geloof, ycstijfseld meel mei een aan terpentijn lier-
innerenden reuk. De waarschuwing „koel be«s
waren" is derhalve in warme dagen zeer doel
treffend, daar een afnemer ons een monstext
in karton vertoonde, waaruit het water 11 age*
noeg geheel verdampt was, zoodat voor dé
per karton betaalde "f 1 25» slechts êen weinig*
stijfsclpap op den bodem overbleef. In dit ver
dampen wordt nu voorzien door den verkoogf
in glazen potten waardoor dus de kooper ia
het onbetwiste bezit van zijn.... water blijft?
dat we allebei schuld hebben. Je wilt immers
we] met me mee naar huis gaan?"
„Ja, graag." antwoordde Lydia, en zeg
zullen we vanmiddag samen repeteeren? Dat
werït zooveel prettiger, vin-je niet?
„Hè ja, dat 's heerlijk!" antwoordde Miep;
Dien middag en avond waren Mieo en
Lvdia verdiept in hun geschiedenis-repetitie,
zóó zelfs, dat zij geen tijd hadden om aan 't
voorgevallene tusschen haar beiden te den
ken. Toch doorstroomde haar een heerlijk
gevoel. Miep, omdat zij zoo'n voldoening had
over 'l meebrengen van 't he k en Lvdia, om-
l)e arme (ooneelspeler*
Vijftien jaar geleden kwam een groot ac?
dal zij zich voornam M:ep rooit meer tc pla- - - 1
8C. terwijl beiden innie danUaar aren. om- leur te Tcmesvar in Oostenrijk b,j een schouwe]
„heelemaal goed" tusschen haar
dat-het nu
was.
Den volgenden dag haalde L»d'a nvt haar
geschiedenis-proefwerk één punt meer dan
Miep en toen een week daar-a de laatste dag
vóór de vacantie wr.s aangebroken cn juf
frouw Kogels Kogel. zooals de meisjes
haar altijd noemden de lapporten kwam'
voorlezen, zat Lydia Krcon nummer één en
Miep Smilders twee. Even kreeg Miep een
akelig gevoel, maar lang duurde dit niet, want
ze dacht: „al hen ik dan 'een nummer achter- j
uit gegaan, Lydia en ik zijn nu vriendinnen."
En zoo was het ook, de meisjes zagen elkaar
veel in dc vacantie en toen zij in September
voor 't eerst weer samen naar school gingen,
had Miep zich ernstig voorgenomep niet ijver
zuchtig meer te zijn en was Lydia stellig van
plan haar vriendinnetje,
burgdirecteur om een verbintenis.
Jï
„Welke rollen speelt u?" vroeg de maiuj
„Minnaarsrollen!" was he<t antwoord* „Dort
Carlos ook?" De acteur was in de wolken!
over die vraag en knikte bevestigend. Hel!
speet hem alleen, dat hij 't costuum voor ditf
rol niet had. De directeur bezat 't evenmin en£
daarom zei hij: >vZie, dat u 't krijgt, dan zullen!
we verder zien." De arme tooneelspeler ging
somher en bedroefd heen. Neerslachtig waa-f
pielde hij door de straten van het stadje. Daa^
kwam hij langs een manufacturenwinkel^
waarin een jongmensch aandachtig, zat te las
zen. Iemand, dio^van lezen houdt zal zeken
medelijden hebben met een arm acteur,
ging" naar binnen en vertelde in welke veria
genheid hij zich bevond. De bediende luiste!
de aandachtig, zocht de vereischte stoffel
dat zoo edelmoedig ^ipte 't model en toen liep de acteur ah
1 haas naar huis en naaide dag en nacnt 1
was gcwreest, nooit meer te plagen. Zij waren tj .»r.
cn bleven dc beste maatjes cn toen de Kerst- thet costuum Hi, holle er
vacantie aanbrak, hadden zij precies evenveel !^ur cn Gon p3* 09 a -oHt.Vi.tJ
punten, zoodat Juffrouw Kogels haar er om De «elukkige acteur zond den «oeden winkelé
bediende een vnjbiljet. Stuk en spel haddert
groot succes en 't duurde niet lang, of do?
liet loten, wie nummer één zou zijn. Miep was
dc gelukkige cn Lydia gunde baar dit yan
harte.
Bij 5t korenveld.
Klapmos in je roode rokje,
ja, je bent een stouterd, jij
kom jc weer het graan verdringen?
toch behoor j' er hcusch niet bijl
jonge speler werd naar "Weenen geroepen^
De arme vertolker van Schiller's treurspel
was niemand anders dan de beroemde Soa*
nenthal en de jonge winkelier was Max SterV
ner, later directeur van een schouwburg. J
(Hofstf