émiitspriis zï r:r zz:
„de eemlander"
fsiisTer idibiana x u ".ts
'buitenland"
f eüTlueto m.
lis dol&is
'Nabetrachting over de
Faadsvergadering.
17e Jaargang No. 182
oei ooit t 2JQ pel «eek (mei eritu eerxekennf
ttgeo ongelukken) f O U. «honderlijke nummer»
f aoi Wekelijkseb bijvoegsel «D« Holbndw
Haiwnav londei rtdicoe na Tbérese Hoven)
pet meindeo 75 cent Wekelijkse* bijvoegsel
•ITenWrewuev pel 1 maendeo 60 cent
AMERSFOORTS
HOOFDREDACTEURM«. D. J. VAN SCHAARDENBURG
UITGEVERSVALKHOFF A Co
BUREAU: ARNHEMSCHE POODTWAU «OH
INTERCOMM. TELEFOONNUMMER 613
Donderdag 30 Januari 1919
dienstaanbiedingen I5 rejati* f 0J0. groote leti
naar plaatsruimte- Voor bandel eo bedrijf besfn.iQ
*ee» »oordeeli°e bepalingen tot het herhaald advcr»
feeree tn dil Blad, bü abonneroeoL Eene circulaire
bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden-
In zijn nieuwjaarsred* wierp de burge
meester ditmaal geen terugblik over 1918,
bij zag niet achterom doch vooruit en de
wijsgeer ghiurde hem daarbij over den
schouder. Bij zooveel geleerdheid geraakte
't oudste raadslid, dat gewoonlijk met har
telijke en welgekozen woorden de nieuw
jaarsrede beantwroordt, de tel kwijt, zoodat
de burgemeester, mevrouw en hun gezin het
dit jaar zonder 's raads oprechte wenschen
en zegenbede moeten stellen.
De burgemeester had het wij mo.eten
dit schrijven voordat wij de copy der rede
onder oogen hebben over de beste mid
delen tot verbetering van individu en maat
schappij, over de verantwoordelijkheid van
de raadsleden maar ook van het kiezers
corps en hij slaakte 'n hartschreeuw over de
onbillijke critiek, gevolg van tot oordeelen
onbevoegdheid of onbekwaamheid.
Die laatste klacht hoort men van iedereen
die aan critiek bloot staat. "Maar in dit geval
misschien wel in alle andere gevallen
evenzeer is zij toch juist.
Maar hoe onbevoegden of onfcekwamen
- eteren of... hun het zwijgen op te leg
gen?
„Kwaadspreken" is den doorsnee "•er.sch
'n lust, 'n behoefte. Men doet 't ver. 2" bu
ren, van z'n „goede vrienden", van z'n po-
troon en van z'n personeel, van z'n bestuur
ders en van hun beleid. Maar in dit laatste
geval heef: men de beter-klinkende term
„critiek" uitgevonden en de slachtoffers aan
vaarden die term doch zetten er 't bijv. naam
woord „onbillijk" of „onwelwillend" voor.
En altijd zijn er politiekasters, die zelf aan
genoemde euvel lijdende, zich geroepen
achten om niet zonder bijbedoelingen
de burgerij „voor te lichten" niet omtrent
de daden doch omtrent de tekortkomingen
van hun bestuurders.
Wij kunnen ons voorstellen dai de burge
meester jaren lang zich kwelt met de vraag
hoe de burgerij beter kan worden ingelicht
Staat men machteloos? Vroeger zocht men
het in onderdrukking van de booze pers,
maar wat baat dit zoolang men de nog veel
kwaadaardigere „booze tongen" niet meester
worden kan?
Het eenige middel gaf de burgemeester
zelf aan en dat is 't middel, waarvan men
meer en meer begint te beseffen dat 't ent-
staan van 'n nieuwe maatschappij er van af
hangt: de verbetering ven den mensch zelf.
De overheid heeft 'n taak, 'n zeer belang
rijke en zich steeds uitbreidende taak maar
de burg. zegt 't alweer zij kan slechts
richting geven en steunen, de nieuwe, be
tere maatschappij zal ten slotte toch alleen
kunnen groeien uit hare cellen, 't gezin en
z'n samenstellende deelen, de individuen.
De heele lange agenda telde weinig pun
ten van belang. Over de meeste viel met
de beste wil niets te zeggen, maar vandaar
dan ook dat de leden zich met graagte wier
pen cp die enkele waarover nog wel te pra
ten viel. Zoo het afwijzefld advies op het
verzoek var. den heer de Groot om hem eeni
ge perdee'cr. aan de Walikersteeg te ver-
koopen. Dat mogen we niet doen, zeiden B.
en Wwant die perceel en zijn gekocht in
het belang der Volkshuisvesting en de heer
de Groot wil er 'n lompenpakhuis bouwen.
Juich toe en steun dien ondernemingsgeest,
riepen eenige leden. Weg met die lompen-
pakhuizen uit de stad, zeiden anderen en zoo
deed ieder 'n duit in t' zakje maar het baatte
den heer de Groot toch niet.
Tegen de slooping van Berg en Dal kon
juemand bezwaar hebben, het is het eind vsn
het verval, en het lot van alle buitengoede
ren, welke zich de uitbreidende stad op haar
weg ontmoet. Is het nu Puntenburg's beurt
geworden?
Met het salarisherzieningsvoorstel ging
het niet zoo glad. De bedoeling van B. en
W. was zonder twijfel uitnemend. Vènwege
de urgente stelde zij voor om maar terstond
drie-vierden van de door de raadscommissie
ontworpen verhoogingen toe te staan.
Maar daartegen werden toch bezwaren
aangevoerd. Eerst een van persoonlijken
aard door den. heer Van Nynatten, die, zelf
lid der genoemde commissie, wegens ziekte
weinig of niet had kunnen .medewerkenhij
zou dus gaarne dit punt zien aangehouden,
n'iet alleen met het oog op den korten tijd
van voorbereiding maar te meer wijl er
reeds aanstonds bedenkingen tegen rezen.
Tegen de cijfers zelve, sommige achtte hij
te hoog, andere te laag, en het zou natuur
lijk ondenkbaar zijn om bij eventueele wij
ziging te veel genoten gelden terug te vor
deren.
Tegen de uitsluting van de onderwijzers
(waarover ook reeds de heer Ruitenberg op
heldering gevraagd had), En ten derde te
gen het vooruitloopen op het werk van het
georganiseerd overleg.
Wij hebben daar juist kort geleden toe be
sloten en de eerste keer dat het G. O. in
toepassing kan komen, zou men maar alvast
er over heen springen.
Het betoog was klemmend genoeg en de
raad bezweek er voor. Een zwak oogenblik
had de heer Van Nynatten, toen hij, verleid
I door der. heer Oversea, die ook wel voor
j aanhouding was doch IWTst terstond dub-
beitjes op tafel zag, opperde het voorstel om
j dan maar alvast 50 pet. te geven. Dat was
i natuurlijk 'n slechte inval, faliekant in strijd
jmet 't eigen betoog en werd dus terstond
w eer prijsgegeven.
De rest van de agenda gleed onder den
hamer door. Bij 't doorlezen van de lange
liist, had het ons getroffen dat qr nog geen
voorstel op prijkte naar aanleiding van het
voorstel der vrijz. dem. raadsfractie tot
i voering van den 3 urigen werkdag. Heb-
ben wij hier nu weer, zoo vroegen wij ons
af, 'n staaltje van dat ouderwetsche treu
zelen, dat wacht tot manifestaties afdwin
gen wat eigener beweging geschieden
moest
Ons oordeel was te streng. In de toelich
ting tot het salaxitvoorstel schreven B. en
W. dat de uitgewerkte voorstellen gekop
peld zouden worden aan de kwestie van
den verkorten arbeidsdag. Wie
dus nog getwijfeld mocht hebben, weet
thans dat B. en W. met den 8 urigen werk
dag komen zullen, (zie ook de zinspeling in
de burgemeesterlijke rede) en het zal dus
wel voor de galerij geweest zijn, dat de
heer Overeem er nog 'n zwaar betoog voor
hield. Hier behoeft niemand meer bekeerd
te worden.
Van de rondvraag werd nogal druk ge
bruik gemaakt, maar niet iedereen bekwam
bet even goc-d. De heer Leinweber bracht
op onheusche wijze klachten over onze
brandstoffen voorzieners te berde en de
heer Nieuwendiik kwam weer met de kaas
van dr. De Boer aandragen. De Voorzitter
wiesch beiden de ooren.
Het is 'n ellendige liefhebberij,, welke
de laatste jaren druk beoefend wordt, om
wantrouwen te zaaien jegens het beleid van
personen op verantwoordelijke posten, ja,
zelfs van allerlei verdachtmakingen de ver
breiding te bevorderen. Raadsleden moeten
strenger dan iemand anders hun tong b^-
heerschen, het onoordeelkundige volk ge
looft maar al te gTaag geruchten en praat
jes over knoeierij of bevoorrechting, ande
ren worden zelf er door geschokt en vinden
in de aan anderen toegedichte fouten 'n
vrijbrief voor zich zelf tot dingen, waarvan
ze later spijt zidlen hebben. En zoo sluipt
de demoralisatie voort. Terecht ried dan ook
de burgemeester den heer Nieuwendük san
om voortaan 'n anderen weg te volgen bij
de vervolging van vermeende ongerechtig
heden.
De afsluiting van de brug bij de Bloemen-
dalsche straat en de bestrating van de oude
stad' boden den heeren Kroes en Ruitenberg
gelegenheid de belangen der binnenstad
voor te staan, en den voorzitter om nog
eens die jaloersche vergelijking met den we
genaanleg op den berg te weerspreken. Dat
schijnt den binnenstedelingen wel. erg te
steken, maar zij vergeten, dat deze wegen
aanleg. niet ter verfraaiing of verlustiging,
doch bii wijze van werkverschaffing plaats
vindt.
Politiek Overzicht
Hoe de uiterlijke vorm van het nieuwe
Duitsche rijk zal zijn, is nog geheel onzffker.
Van de uitkomsten van den arbeid der vre
desconferentie hangt het af hoe de grens
lijnen zullen loopen, die het rijk van de om
ringende staten zullen afscheiden. Over de
inwendige structuur van het nieuwe staats
gebouw bevat het ontwerp van de nieuwe
grondw-et, dat is .openbaar gemaakt, enkele
algemeene richtlijnen. Die zijn bestemd als
leiddraad te dienen bij het onderzoek, dat
nog moet beginnen. Men is daaraan natuur
lijk niet gebonden en nog minder aan de
schets, die staatssecretaris Preuss in zijne
toelichtende memorie gegeven heeft van de
nieuwe indeeling van het Duitsche gebied
zooals hij zich die denkt. Pruisen wordt
daarbij in acht staten verdeeld, de kleinere
bondsstaten worden bij elkaar gevoegd en
met de bondsstaten van middelbare grootte
wordt even radicaal te werk gegaan. Zoo
zullen van Baden Heidelberg en Mannheim
losgemaakt en toegevoegd worden aan een
nieuwen staat Hessen, die \an Pruisen Hes-
sen-Nassau, van Beieren de Palts zal krijgen
en het voormalige groothertogdom Hessen
geheel zal opnemen. Het overblijvende deel
van Baden wordt met Wurfcemberg en met
het gebied van het voormalige vorstendom
Hohenzollern tot een nieuwen staat Schwa-
ben vereenigd. Uit het rechts-Rijnsche ge
deelte van Beieren worden'twee staten ge
vormd; bij den eenen, die den naam Fran
ken krijgt, worden toegevoegd Coburg en
van het Duhsch-Oostenrijksche gebied het
gedeelte van Bohemen. waarvan Eger het
middelpunt is; de andere staat, die den naam
Beieren behoudt, krijgt Tirol en Salzburg er
bij.
Dit alles wil men tot stand brengen om,
zooals in de memorie van staatssecretaris
Preuss wordt verklaard, „het eigen leven van
de vroegere leden der Duitsche volksge
meenschap te handhaven en verder te ont
wikkelen". Het schijnt intusschen, dat de in
deze m°morie'verkondigde denkbeelden tot
dusver geen, groote instemming hebben ge
vonden. Wel doet de kritiek zich jnet groo-
ten nadruk hooren. In de eerste plccls in
Pruisen, waar men er vooral tegen opkomt,
dat eene zaak van zoo ingrijpend gewicht als
onderwerp van rijkswetgeving zou kunnen
worden behandeld en afgedaan. Men wijst
er op, dat enkel en alleen aan de Pruisische
landsvergadering, waarvoor verleden Zon
dag de verkiezingen^hebben plaats gehad,
het recht toekomt te beslissen wat er van
Pruisen zal worden. Wanneer de landsver
gadering zich voor eene verbrokkeling van
Pruisen verklaart, dan zal de verdeeling ge
schieden; wordt de verdeeling echter door
de landsvergadering verworpen, dan zal
Pruisen in zijn tegenwoordigen vorm blijven
bestaan zonder dat de nationale vergadering
van het Duitsche rijk het recht heeft hierover
anders te beschikken.
Hier wordt dus voor Pruisen het recht van
zelfbeschikking in den meest volstrekten zin
gevindiceerd en verklaard, dat het rijk in
deze zaak niets heeft te zeggen. Op andere,
maar niet minder afdoende wijze hebben de
Zuid-Duitsche bondsstaten te kennen gege
ven, dat zij van een plan, zooals hier als
leiddraad werd aangeduid, niets wilden we
ten. In de vergadering van vertegenwoordi
gers der verschillende staten, die verleden
Zaterdag gehouden is om met de rijksre-
geering van gedachten te wisselen over het
gepublïceèrde ontwerp van een rijksgrond-
wet, verschenen de Zuid-Duitschers, bij wie
Saksen zich had aangesloten, met een zelf
standig ontwerp, dat, als het werd aangeno
men, de verdere behandeling van het ont
werp der rijksregeering overbodig zou ma
ken. Zij stemden slechts toe in eene bespre
king van het plan der rijksregeering, omdat
die bespreking g'een bindend karakter zou
dragen. De uitkomst van deze bespreking
vindt men neergelegd in het besluit tot be-
T#»eming van eene commissie, die eene
voorloopige grondwet zal samenstellen, zich
bepalende tot de inrichting van de centrale
regeering, de vorming van een rijksminis
terie en de samenwerking van de regeerin
gen der afzonderlijke staten met de nationale
vergadering. Voor dit voorloopige ontwerp
wil men de dringende behandeling aanvra
gen, waaruit dus volgt, dat de behandeling
van de definitieve grondwetsplannen eerst
later zal volgen. Daarvoor heeft men zich
dus nadere overweging voorbehouden.
Over het lot van de familie van den ge
wezen czaar van Rusland heeft lang onze
kerheid geheerscht. Vrij spoedig nadat cza'ar
Nicolaas II in Jekalerinenburg in Juli van het
vorige jaar was doodgeschoten, is dat be
leend geworden; de sovjeiregeering te Mos
kou heeft zelf er voor gezorgd, dat dit
wereldkundig werd. Maar zij heeft het niet
noodig geacht de wereld in te lichten over
het loi, dat zij de vrouw en de kinderen van
den czaar heeft doen ondergaan. Het is nu
gebleken, dat zjj er belang bij had, dat deze
zaak niet door het licht der openbaarheid
beschenen we^d. Maar de waarheid is niet
verborgen gebleven. Er is een half jaar over
heengegaan maar men kent nu toch uit be
trouwbare verklaringen de droevige bijzon
derheden van het drama van de laatste le
vensdagen en den dood van deze beklagens
waardige familie.
Het Stockholmsohe Aftonbladet heeft uit
Berlijn vernomen, dat een voormalige Oos-
tenrijksche diplomaat, die o. a. in Jekateri-
nenburg werkzaam is geweest, heeft ver
klaard uit de beste bron te hebben verno
men, dat indertijd rtiet alleen czaar Nicolaas
maar met hem zijne geheele familie ver
moord is. Eenige bolsjewiki waren in zijn
huis gedrongen en hadden den ex-keizer uit
zijne kamer geroepen en buiten de deur met
revolverschoten gedood. Na hem waren de
czarina en hare dochters in hare vertrekken
en het laatst de troonsopvolger gedood. Alle
lijken waren in een oven verbrand om elk
spoor van de misdaad uit te wisschen.
Een meer in bijzonderheden tredend ver
haal, heeft graaf A. Tolstoi gedaan aan een
medewerker van het in Berlijn verschijnen
de Russische blad Wremjs.^Het beyot in de
eerste plaats mededeel ir.geri over het ver
blijf van de cz3renfami!ie in Jekaterinen-
burg. Zij waren daar gehuisvest in een een
zaam gelegen buis, waer zij door een drie
voudig cordon roode gardisten bewaakt wer
den. Hun leven was een aaneenschakeling
van krenking en en beleedigingen. Cv er dag
en soms midden in cien nacht drongen de
bewakers in het slaapvertrek van de familie,
om te zoeken naar briever., naar wapenen
of naar vergift. Het onderzoek duurde soms
uren. Men dwong de gevangenen, speciaal
de dochters, zich bijna geheel te ontkleeden.
Eens riep de czaar, verontwaardigd over hel
gedrag van de bewakers tegenover de groot
vorstinnen, hen tot orde. Een soldaat gaf
hem toen een slag in het gezicht en wierp»
hem, onder het gelach van zijne kameraden,1
de deur uit.
Van het gebeurde tijdens de laatste lew
vensdagen van de beklagenwaardige familia
geeft deze zegsman het volgende relaas:
„De opmarsch van de Czecho-SIowakc-i*
en van de Siberische troepen maakte vor«
deringen en reeds in de eerste dagen van'
Juli werd het aan de plaatselijke sovjet-auto
riteiten duidelijk, dat de roode garde zicH
niet in de stad zou kunnen handhaven. Te<
gelijk ging in de slad het blijkbaar opzettelijk
verspreide gerucht rond, dat de Siberisch*
troepen het plan hadden, na de inneming
van de stad de Romanows te bevrijden en
in hunne rechten ie herstellen. Het roode
garnizoen geraakte in onrust en eischte, dal
de geheele czaren-familie en alle personen»
dit hunne gevangenschap deelden, uit den
weg zouden worden geruimd. De roode gar
disten hielden den IOen Juli een vergade
ring, die ontaardde in een formeel oproei
tegen den arbeiders- en soldatenpand. Men
beschuldigde dezen raad zich te hebben laten
omkoopen door Czecho-Slowakische samen
zweerders. Onder den invloed van deze ge-,
beurtenissen werd den I6en Juli des avonds
een ngew<uve-zittiïv~ an den arbeiders-
en s .enrerjct gehmiaen, waaraan ook ge-
commirteen.en n ae republiek deelnamen.
De zitting duurde tot I uur 's nachts. Toen
was het lot van de czarenfamilie bezegeld.
Nadat het vonnis van den arbeiders- en
soldateniaad door de onderteekening be
krachtigd was, begaf de voorzitter Jurowski,
lcor 'ioode gardisten gevolgd, zich naar dn
kamer, waar de czarenfamilie zich bevond.
Jurowski richtte zich lot den czaar en zcide:
„lk zie. dat gij u reeds gereed hebt -ge
maakt." „Ja ik ben gereed", antwoordde de
czaar. „Maar w:i zoeken niet u alleen", ver
volgde Jurowski; „wij zullen ook een einde
maken aan uwe Czarina en aan uw geheele
nest." De roode gardisten omringden de ver
oordeelden en drongen hen naar de deur. Do
czaar ging voorop met zijn bewusteloozc:*
zoon in de armen. Hij was bleek en wankel
de, maar herstelde zich spoedig en ging
kalm den dood tegemoet. De czarina volgde
met vasten tred, onafgebroken biddende.
Daar men vreesde, dat in de nauwe kel
derruimte de geweerkogels konden terug
stuiten, schoten de roode gardisten h bout
portam op de veroordeelden «n mikten tus-
schen de oogen of op de slapen. Men schoot
achtereenvolgens ieder afzonderlijk dood,
volgens de verklaring, die later door den re-
geeringscommissaris en door de roode gar
disten aan kennisssen werd afgelegd. Eers,
kwam de czarina aan de beurt, daarna har»;
dochters en eindelijk de czaar, die zijn zoon
niet losliet.
De lijken werden cp een vrachtauto gela
den en nog in denzelfden nacht naar een
verlaten schacht buiten de stad gebracht.
Daar werden zij met petroleum overgoten en
verbrand. De asch en de verkoolde beende
ren werden onder den grond gestopt."
De beide verhalen wijken in enkele bijzon
derheden van eikaar af, maar in de oofdzaak
zijn zij eensluidend. Uit den tiid der groote
revolutie herinnert men zich het tragischo
lot van de Fransche koningsfamilie. In een
der Parijsche musea w orden enkele voorwer
pen bewaard, afkomstig uit de verlrekken in
den Temple, die Louis Seize en zijn gezin
tijdens hunne gevangenschap bewoonden.
I astbare herinneringen uit het laatste ver
blijf van den czaar en zijne familie zullen
wel niet overgebleven zijn: Maar in de ge
schiedenis zal de misdaad, die aan den Isnt-
steu heerscher uit het huis IRomanow en *.jr
Het ongeduld heeft vleugels en streeft z'n
doel voorbij; het goede voornemen pakt z'n
Ikoffcr en komt te laat; de vaste wil gaat te
Toet en bereikt het doel te juister lijd.
Dê Rowan van een Nederlandschen Schilder.
Naar het Engelsch van
van
MAARTEN MAARTENS
door
J. L. van derMoer,
1*
Laat me voorbij, riep hij op een toon van
gezag, terwijl hij het magere lichaampje tegen
nch aan drukte. Ga op zij! Ik zal 't kind mee
nemen en aan de politie tooncn.
Dit gezegde was onvoorzichtig; want nau
welijks had zij het vernomen, 0f een stort
vloed van onbeschrijflijke, ongelooflijke scheld-
iwoorden kwam over haar lippen. Het was het
walgelijke uilbraaksel van een woedende ziel,
een stroom van onbehoorlijke adjectieven, die
elkaar verdrongen. Tevergeefs trachtte hij
dien stroom een paar malen te keeren. Einde
lijk hield zij stil om adem te scheppen.
Medea! voegde hij haar oogenblikkeüjk
toe.
Zij trad achteruit en staarde hem verbijsterd
•an. Toen heerschte er stille in het vertrek.
Onhandig had hij het kind met één arm
losgelaten en hii trachtte zich nu Ui herinna.
ren, hoe hij jaren geleden de jongste van <le
Loïcster's droeg. Mot moeite wrong hij een
paar vin^rs in zijn vestzak en haalde er twee
bankbiljetten uit, die op den grond riolen. De
gele papiertjes, die aldus uit zijn zok te voor
schijn waren gekomen, maakten veel meer in
druk op de vrouw dan elk ander argument
zou hebben kunnen doen.
Vijftig gulden, sprak hij, 'l is al 't geld
wat ik bij me heb; maar 't is genoeg. Ik ben
v/el arm, maar ik wil je de heele som geven,
om 't kind te kunnen meenemen.
Gretig raapte zij de biljetten op, terwijl bij
het vertrek verliet. In den winkel bleef bij
even staan, bang dat het kind soms bevreesd
zou zijn.
Wil je met me meerijden, op 't paardje?
vroeg hij.
Ja, zei de kleine kalm.
En zoo reed hij door -de dorpsstraat van
Boldam met het vreemde kind dicht tegen zich
aan op het paard.
XIX.
En zoo reed hij ook, met het vol verbazing
rondkijkende kind vóór op het paard, door de
poort van het Ambachlsboerlijke huis van Al-
dervank en langs de oprijlaan. Hij gevoelde
zich wel niet bepaald onrustig, maar toch was
hij niet erg op zijn gemak. Hij miste natuur
lijk die groote gevoeligheid voor het belache
lijke, welke een man van de wereld er van
terughoudt een romantische daad te verrich
ten. Hij bracht het kind immers naar Jetta. Zij
zou 't wel onder haar hoede nemen, zooals. zij
ook hem in bescherming genomen had. Het
eerste van alles zou hij naar haar vragen, nie
mand anders zou er iéts van weten. Zijn ver-
'rouwien in Jetta was onheórcr^d. En in pik
geval had hij het schepseltje toch niet aan
/ijn let kunnen overlaten om doodgeranseld
te worden.
Hij reed een hoek om. onder de brccd-gc-
kruir.de beukeboomen. Vroeger was hij hier
nooit geweckt. Ak kind had hij nooit anders
durven doen dan hoogstens met een zekeren
eerbied door bet gesloten poorthek, op den
met groene glasbanden omzoomden rijweg
gluren. Hij vermoedde dal hij nu aan een ge
sloten deur zou komen, en dat hij daar zou
aanbellen en naar Jetta vragen. Maar toen hij
den hoek om was, zag hij eensklaps een ruim,
begrint voorplein met tal van in lobben ge
plaatste oranjeboomen vóór zich. En op den
achtergrond verrees het huis, een van die ge
bouwen, die reeds van verre den tijd van hun
slichting doen raden. Het was in donkerbrui
nen briksteen opgetrokken, afgezet met rechte,
witte banden, en boven dc van kleine ruitjes
vsiprzicne vensiers versierd met prachtige or
namenten an den Gothischen bouvvslijd, wel
ke door den eenvoud van hun lijnen herinner
den aan die pseudoklassieke voornaamheid
de eeuw, waarin men Pompeii begon op
te graven en over te brengen naar Versailles.
Naast de breede trappen stonden vazen met
prachtige bloemen. Reohls en links werd het
huis ingesloten door hooge kastanjeboomen, en
onder het bladerdak aan den rechterkant
stond een keurige veldtent met stoelen er voor,
zoomede een kolossale parasol en oen tafel
met theeservies. Ook lagen er de honden. Alle
maal voorwerpen van verschillende kleur, die
vroolijk „deden" op het groene grasveld. De
stoelen waren bezet, de menschen zaten gezel
lig ie praten en te lachen. De honden vlogen
op en begonnen te blaffen.
Lis had willen omkeeren, maar dit was nu
al onmogelijk. Llii hield sLil en begreep dat hl?
e^n belachelijk figuur ma.4de, in \vcervvil vnn
zijn natuurlijk, eenvoudig optreden.
Jelta kwam .gelukkig naar hem toe: en nu
zag hij niets en. niemand anders dan haar.
Dag Lis, zei -ze. Waarom heb jc nut ge
telegrafeerd? Wc_ dachten dat je niet thuis
was. Lieve hemel, wat is dat voor 'n kind?
Zc had dc hand op olen hals van het paard
gelegd, dal in zijn knieën doorzakte. Lis liet
hel kind naar beneden glijden en zij nam het
van hem over Daarna steeg liij zeTT af.
Herinner jc jc nog wel, vroeg hij -bijna
fluisterend, hoe. jc vader altijd placht le ver-
lellen dat jij me opving, toen ik uit de armen
rim mijn overleden moeder rolde?
Ja, zei ze, mei hel kind op de-, arm, maar
toen was jij nog heel Iclcin.
E11 jij 'n kind dal nauwelijks groofcr was
dan dit.
Zoo was hun eersLc wederzien. De anderen
kwamen naar voren, zoodal zc voorloopig
niet meer zeggen kon. Jetta zette hel meisje
neer. Ilct kind hield haar bij haar japon vast,
met hel natie vingertjv tusschen de natte
lipjes.
WcL zoo, ben jij dat, Lis Verdui veld,
wat ben je veranderd, zei Pareys. We hadden
je niet meer durven verwachten. Ben je ge
woon, op die manier te reizen
Lis kreeg een kleur. Het hinderde hem.
oogenblikkelijfk weer op dien ouden, ha te lijken,
schamperen toon tc worden toegesproken
Schilderachtig..vin<lt u niet vervolgde
Otlo, zich tot een van de gasten wendend. Mag
ik Mijnheer Lis Doris aan de Barones De
Rossac voorstellen
,J?u; pok al 'n barones", dacht LLs, die
onder de aanwezigen g&cn enkelen kennis aan
trof TT>i maakte een 1;-'
khir.c '.«.«iikcre dame. Zij droeg een moiisse-'
Henen japon. In* aardig klinkend gebroken
Hollandsch merkte zij op:
Dc jonge dame is zoo klein en vond toch
al r. knappen Ridder.
Ken jc mijn broer niet nicer vroeg .ItIn
ongeduldig.' En /.ij wees op Riik, d.ie d*an
stond als een stevige, gezonde kerel in eert
flanellen zomerpak. Hij was meer veranderd'
dan de overigen, gedurende zijn weinig succes
volle sludcritenloopliaan le Utrecht dit
laatste natuurlijk beschouwd van professoraal
standpunt.
Men begaf zich naar dc tafel, die schitterde
van zilver en kristal.
- *t Spijl me, dat de lunch afgcloopon is.
Ze moeten je nog maar gauw wat brengon. O,
daar kom' zékgr je telegram aan. 't Kantoor
is hier zoo zelden open. Je bent zoo grosz-
stadtisch'.' gewordenWat zul-je uitge
hongerd zijn Arme jongen.
Er staat hier nog veel meer op tafel dan
ik verorberen kan. zei Lis lachend, terwijl
hij een blik over den beladen disch liet gaan.
Hij was altijd matig, zoowel van nature als
uil noodzakelijkheid*
Ik vrees, dal wc liier niets anders doen
dan eten, zei Jetta snel, terwijl zij het kind;
dat nog steeds aan haar japon hing, een sluk!
roomtaart gaf-. Dat is werkelijk de voornaam
ste bezigheid op t plaltc-land, zelfs op zoo n
hee'en dag, vervolgdzij. Ik weet waarlijk
niet meer, of dit nu de koffie van drie uur,
of de thee van vier uur is't Loopt in elkaar»
Kom, kies nu eenc wal uit
Moet jc niet waf drinken sloeg Rijk"
voor.
(Wordt vervolcd.il