émiitspriis zï r:r zz: „de eemlander" fsiisTer idibiana x u ".ts 'buitenland" f eüTlueto m. lis dol&is 'Nabetrachting over de Faadsvergadering. 17e Jaargang No. 182 oei ooit t 2JQ pel «eek (mei eritu eerxekennf ttgeo ongelukken) f O U. «honderlijke nummer» f aoi Wekelijkseb bijvoegsel «D« Holbndw Haiwnav londei rtdicoe na Tbérese Hoven) pet meindeo 75 cent Wekelijkse* bijvoegsel •ITenWrewuev pel 1 maendeo 60 cent AMERSFOORTS HOOFDREDACTEURM«. D. J. VAN SCHAARDENBURG UITGEVERSVALKHOFF A Co BUREAU: ARNHEMSCHE POODTWAU «OH INTERCOMM. TELEFOONNUMMER 613 Donderdag 30 Januari 1919 dienstaanbiedingen I5 rejati* f 0J0. groote leti naar plaatsruimte- Voor bandel eo bedrijf besfn.iQ *ee» »oordeeli°e bepalingen tot het herhaald advcr» feeree tn dil Blad, bü abonneroeoL Eene circulaire bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden- In zijn nieuwjaarsred* wierp de burge meester ditmaal geen terugblik over 1918, bij zag niet achterom doch vooruit en de wijsgeer ghiurde hem daarbij over den schouder. Bij zooveel geleerdheid geraakte 't oudste raadslid, dat gewoonlijk met har telijke en welgekozen woorden de nieuw jaarsrede beantwroordt, de tel kwijt, zoodat de burgemeester, mevrouw en hun gezin het dit jaar zonder 's raads oprechte wenschen en zegenbede moeten stellen. De burgemeester had het wij mo.eten dit schrijven voordat wij de copy der rede onder oogen hebben over de beste mid delen tot verbetering van individu en maat schappij, over de verantwoordelijkheid van de raadsleden maar ook van het kiezers corps en hij slaakte 'n hartschreeuw over de onbillijke critiek, gevolg van tot oordeelen onbevoegdheid of onbekwaamheid. Die laatste klacht hoort men van iedereen die aan critiek bloot staat. "Maar in dit geval misschien wel in alle andere gevallen evenzeer is zij toch juist. Maar hoe onbevoegden of onfcekwamen - eteren of... hun het zwijgen op te leg gen? „Kwaadspreken" is den doorsnee "•er.sch 'n lust, 'n behoefte. Men doet 't ver. 2" bu ren, van z'n „goede vrienden", van z'n po- troon en van z'n personeel, van z'n bestuur ders en van hun beleid. Maar in dit laatste geval heef: men de beter-klinkende term „critiek" uitgevonden en de slachtoffers aan vaarden die term doch zetten er 't bijv. naam woord „onbillijk" of „onwelwillend" voor. En altijd zijn er politiekasters, die zelf aan genoemde euvel lijdende, zich geroepen achten om niet zonder bijbedoelingen de burgerij „voor te lichten" niet omtrent de daden doch omtrent de tekortkomingen van hun bestuurders. Wij kunnen ons voorstellen dai de burge meester jaren lang zich kwelt met de vraag hoe de burgerij beter kan worden ingelicht Staat men machteloos? Vroeger zocht men het in onderdrukking van de booze pers, maar wat baat dit zoolang men de nog veel kwaadaardigere „booze tongen" niet meester worden kan? Het eenige middel gaf de burgemeester zelf aan en dat is 't middel, waarvan men meer en meer begint te beseffen dat 't ent- staan van 'n nieuwe maatschappij er van af hangt: de verbetering ven den mensch zelf. De overheid heeft 'n taak, 'n zeer belang rijke en zich steeds uitbreidende taak maar de burg. zegt 't alweer zij kan slechts richting geven en steunen, de nieuwe, be tere maatschappij zal ten slotte toch alleen kunnen groeien uit hare cellen, 't gezin en z'n samenstellende deelen, de individuen. De heele lange agenda telde weinig pun ten van belang. Over de meeste viel met de beste wil niets te zeggen, maar vandaar dan ook dat de leden zich met graagte wier pen cp die enkele waarover nog wel te pra ten viel. Zoo het afwijzefld advies op het verzoek var. den heer de Groot om hem eeni ge perdee'cr. aan de Walikersteeg te ver- koopen. Dat mogen we niet doen, zeiden B. en Wwant die perceel en zijn gekocht in het belang der Volkshuisvesting en de heer de Groot wil er 'n lompenpakhuis bouwen. Juich toe en steun dien ondernemingsgeest, riepen eenige leden. Weg met die lompen- pakhuizen uit de stad, zeiden anderen en zoo deed ieder 'n duit in t' zakje maar het baatte den heer de Groot toch niet. Tegen de slooping van Berg en Dal kon juemand bezwaar hebben, het is het eind vsn het verval, en het lot van alle buitengoede ren, welke zich de uitbreidende stad op haar weg ontmoet. Is het nu Puntenburg's beurt geworden? Met het salarisherzieningsvoorstel ging het niet zoo glad. De bedoeling van B. en W. was zonder twijfel uitnemend. Vènwege de urgente stelde zij voor om maar terstond drie-vierden van de door de raadscommissie ontworpen verhoogingen toe te staan. Maar daartegen werden toch bezwaren aangevoerd. Eerst een van persoonlijken aard door den. heer Van Nynatten, die, zelf lid der genoemde commissie, wegens ziekte weinig of niet had kunnen .medewerkenhij zou dus gaarne dit punt zien aangehouden, n'iet alleen met het oog op den korten tijd van voorbereiding maar te meer wijl er reeds aanstonds bedenkingen tegen rezen. Tegen de cijfers zelve, sommige achtte hij te hoog, andere te laag, en het zou natuur lijk ondenkbaar zijn om bij eventueele wij ziging te veel genoten gelden terug te vor deren. Tegen de uitsluting van de onderwijzers (waarover ook reeds de heer Ruitenberg op heldering gevraagd had), En ten derde te gen het vooruitloopen op het werk van het georganiseerd overleg. Wij hebben daar juist kort geleden toe be sloten en de eerste keer dat het G. O. in toepassing kan komen, zou men maar alvast er over heen springen. Het betoog was klemmend genoeg en de raad bezweek er voor. Een zwak oogenblik had de heer Van Nynatten, toen hij, verleid I door der. heer Oversea, die ook wel voor j aanhouding was doch IWTst terstond dub- beitjes op tafel zag, opperde het voorstel om j dan maar alvast 50 pet. te geven. Dat was i natuurlijk 'n slechte inval, faliekant in strijd jmet 't eigen betoog en werd dus terstond w eer prijsgegeven. De rest van de agenda gleed onder den hamer door. Bij 't doorlezen van de lange liist, had het ons getroffen dat qr nog geen voorstel op prijkte naar aanleiding van het voorstel der vrijz. dem. raadsfractie tot i voering van den 3 urigen werkdag. Heb- ben wij hier nu weer, zoo vroegen wij ons af, 'n staaltje van dat ouderwetsche treu zelen, dat wacht tot manifestaties afdwin gen wat eigener beweging geschieden moest Ons oordeel was te streng. In de toelich ting tot het salaxitvoorstel schreven B. en W. dat de uitgewerkte voorstellen gekop peld zouden worden aan de kwestie van den verkorten arbeidsdag. Wie dus nog getwijfeld mocht hebben, weet thans dat B. en W. met den 8 urigen werk dag komen zullen, (zie ook de zinspeling in de burgemeesterlijke rede) en het zal dus wel voor de galerij geweest zijn, dat de heer Overeem er nog 'n zwaar betoog voor hield. Hier behoeft niemand meer bekeerd te worden. Van de rondvraag werd nogal druk ge bruik gemaakt, maar niet iedereen bekwam bet even goc-d. De heer Leinweber bracht op onheusche wijze klachten over onze brandstoffen voorzieners te berde en de heer Nieuwendiik kwam weer met de kaas van dr. De Boer aandragen. De Voorzitter wiesch beiden de ooren. Het is 'n ellendige liefhebberij,, welke de laatste jaren druk beoefend wordt, om wantrouwen te zaaien jegens het beleid van personen op verantwoordelijke posten, ja, zelfs van allerlei verdachtmakingen de ver breiding te bevorderen. Raadsleden moeten strenger dan iemand anders hun tong b^- heerschen, het onoordeelkundige volk ge looft maar al te gTaag geruchten en praat jes over knoeierij of bevoorrechting, ande ren worden zelf er door geschokt en vinden in de aan anderen toegedichte fouten 'n vrijbrief voor zich zelf tot dingen, waarvan ze later spijt zidlen hebben. En zoo sluipt de demoralisatie voort. Terecht ried dan ook de burgemeester den heer Nieuwendük san om voortaan 'n anderen weg te volgen bij de vervolging van vermeende ongerechtig heden. De afsluiting van de brug bij de Bloemen- dalsche straat en de bestrating van de oude stad' boden den heeren Kroes en Ruitenberg gelegenheid de belangen der binnenstad voor te staan, en den voorzitter om nog eens die jaloersche vergelijking met den we genaanleg op den berg te weerspreken. Dat schijnt den binnenstedelingen wel. erg te steken, maar zij vergeten, dat deze wegen aanleg. niet ter verfraaiing of verlustiging, doch bii wijze van werkverschaffing plaats vindt. Politiek Overzicht Hoe de uiterlijke vorm van het nieuwe Duitsche rijk zal zijn, is nog geheel onzffker. Van de uitkomsten van den arbeid der vre desconferentie hangt het af hoe de grens lijnen zullen loopen, die het rijk van de om ringende staten zullen afscheiden. Over de inwendige structuur van het nieuwe staats gebouw bevat het ontwerp van de nieuwe grondw-et, dat is .openbaar gemaakt, enkele algemeene richtlijnen. Die zijn bestemd als leiddraad te dienen bij het onderzoek, dat nog moet beginnen. Men is daaraan natuur lijk niet gebonden en nog minder aan de schets, die staatssecretaris Preuss in zijne toelichtende memorie gegeven heeft van de nieuwe indeeling van het Duitsche gebied zooals hij zich die denkt. Pruisen wordt daarbij in acht staten verdeeld, de kleinere bondsstaten worden bij elkaar gevoegd en met de bondsstaten van middelbare grootte wordt even radicaal te werk gegaan. Zoo zullen van Baden Heidelberg en Mannheim losgemaakt en toegevoegd worden aan een nieuwen staat Hessen, die \an Pruisen Hes- sen-Nassau, van Beieren de Palts zal krijgen en het voormalige groothertogdom Hessen geheel zal opnemen. Het overblijvende deel van Baden wordt met Wurfcemberg en met het gebied van het voormalige vorstendom Hohenzollern tot een nieuwen staat Schwa- ben vereenigd. Uit het rechts-Rijnsche ge deelte van Beieren worden'twee staten ge vormd; bij den eenen, die den naam Fran ken krijgt, worden toegevoegd Coburg en van het Duhsch-Oostenrijksche gebied het gedeelte van Bohemen. waarvan Eger het middelpunt is; de andere staat, die den naam Beieren behoudt, krijgt Tirol en Salzburg er bij. Dit alles wil men tot stand brengen om, zooals in de memorie van staatssecretaris Preuss wordt verklaard, „het eigen leven van de vroegere leden der Duitsche volksge meenschap te handhaven en verder te ont wikkelen". Het schijnt intusschen, dat de in deze m°morie'verkondigde denkbeelden tot dusver geen, groote instemming hebben ge vonden. Wel doet de kritiek zich jnet groo- ten nadruk hooren. In de eerste plccls in Pruisen, waar men er vooral tegen opkomt, dat eene zaak van zoo ingrijpend gewicht als onderwerp van rijkswetgeving zou kunnen worden behandeld en afgedaan. Men wijst er op, dat enkel en alleen aan de Pruisische landsvergadering, waarvoor verleden Zon dag de verkiezingen^hebben plaats gehad, het recht toekomt te beslissen wat er van Pruisen zal worden. Wanneer de landsver gadering zich voor eene verbrokkeling van Pruisen verklaart, dan zal de verdeeling ge schieden; wordt de verdeeling echter door de landsvergadering verworpen, dan zal Pruisen in zijn tegenwoordigen vorm blijven bestaan zonder dat de nationale vergadering van het Duitsche rijk het recht heeft hierover anders te beschikken. Hier wordt dus voor Pruisen het recht van zelfbeschikking in den meest volstrekten zin gevindiceerd en verklaard, dat het rijk in deze zaak niets heeft te zeggen. Op andere, maar niet minder afdoende wijze hebben de Zuid-Duitsche bondsstaten te kennen gege ven, dat zij van een plan, zooals hier als leiddraad werd aangeduid, niets wilden we ten. In de vergadering van vertegenwoordi gers der verschillende staten, die verleden Zaterdag gehouden is om met de rijksre- geering van gedachten te wisselen over het gepublïceèrde ontwerp van een rijksgrond- wet, verschenen de Zuid-Duitschers, bij wie Saksen zich had aangesloten, met een zelf standig ontwerp, dat, als het werd aangeno men, de verdere behandeling van het ont werp der rijksregeering overbodig zou ma ken. Zij stemden slechts toe in eene bespre king van het plan der rijksregeering, omdat die bespreking g'een bindend karakter zou dragen. De uitkomst van deze bespreking vindt men neergelegd in het besluit tot be- T#»eming van eene commissie, die eene voorloopige grondwet zal samenstellen, zich bepalende tot de inrichting van de centrale regeering, de vorming van een rijksminis terie en de samenwerking van de regeerin gen der afzonderlijke staten met de nationale vergadering. Voor dit voorloopige ontwerp wil men de dringende behandeling aanvra gen, waaruit dus volgt, dat de behandeling van de definitieve grondwetsplannen eerst later zal volgen. Daarvoor heeft men zich dus nadere overweging voorbehouden. Over het lot van de familie van den ge wezen czaar van Rusland heeft lang onze kerheid geheerscht. Vrij spoedig nadat cza'ar Nicolaas II in Jekalerinenburg in Juli van het vorige jaar was doodgeschoten, is dat be leend geworden; de sovjeiregeering te Mos kou heeft zelf er voor gezorgd, dat dit wereldkundig werd. Maar zij heeft het niet noodig geacht de wereld in te lichten over het loi, dat zij de vrouw en de kinderen van den czaar heeft doen ondergaan. Het is nu gebleken, dat zjj er belang bij had, dat deze zaak niet door het licht der openbaarheid beschenen we^d. Maar de waarheid is niet verborgen gebleven. Er is een half jaar over heengegaan maar men kent nu toch uit be trouwbare verklaringen de droevige bijzon derheden van het drama van de laatste le vensdagen en den dood van deze beklagens waardige familie. Het Stockholmsohe Aftonbladet heeft uit Berlijn vernomen, dat een voormalige Oos- tenrijksche diplomaat, die o. a. in Jekateri- nenburg werkzaam is geweest, heeft ver klaard uit de beste bron te hebben verno men, dat indertijd rtiet alleen czaar Nicolaas maar met hem zijne geheele familie ver moord is. Eenige bolsjewiki waren in zijn huis gedrongen en hadden den ex-keizer uit zijne kamer geroepen en buiten de deur met revolverschoten gedood. Na hem waren de czarina en hare dochters in hare vertrekken en het laatst de troonsopvolger gedood. Alle lijken waren in een oven verbrand om elk spoor van de misdaad uit te wisschen. Een meer in bijzonderheden tredend ver haal, heeft graaf A. Tolstoi gedaan aan een medewerker van het in Berlijn verschijnen de Russische blad Wremjs.^Het beyot in de eerste plaats mededeel ir.geri over het ver blijf van de cz3renfami!ie in Jekaterinen- burg. Zij waren daar gehuisvest in een een zaam gelegen buis, waer zij door een drie voudig cordon roode gardisten bewaakt wer den. Hun leven was een aaneenschakeling van krenking en en beleedigingen. Cv er dag en soms midden in cien nacht drongen de bewakers in het slaapvertrek van de familie, om te zoeken naar briever., naar wapenen of naar vergift. Het onderzoek duurde soms uren. Men dwong de gevangenen, speciaal de dochters, zich bijna geheel te ontkleeden. Eens riep de czaar, verontwaardigd over hel gedrag van de bewakers tegenover de groot vorstinnen, hen tot orde. Een soldaat gaf hem toen een slag in het gezicht en wierp» hem, onder het gelach van zijne kameraden,1 de deur uit. Van het gebeurde tijdens de laatste lew vensdagen van de beklagenwaardige familia geeft deze zegsman het volgende relaas: „De opmarsch van de Czecho-SIowakc-i* en van de Siberische troepen maakte vor« deringen en reeds in de eerste dagen van' Juli werd het aan de plaatselijke sovjet-auto riteiten duidelijk, dat de roode garde zicH niet in de stad zou kunnen handhaven. Te< gelijk ging in de slad het blijkbaar opzettelijk verspreide gerucht rond, dat de Siberisch* troepen het plan hadden, na de inneming van de stad de Romanows te bevrijden en in hunne rechten ie herstellen. Het roode garnizoen geraakte in onrust en eischte, dal de geheele czaren-familie en alle personen» dit hunne gevangenschap deelden, uit den weg zouden worden geruimd. De roode gar disten hielden den IOen Juli een vergade ring, die ontaardde in een formeel oproei tegen den arbeiders- en soldatenpand. Men beschuldigde dezen raad zich te hebben laten omkoopen door Czecho-Slowakische samen zweerders. Onder den invloed van deze ge-, beurtenissen werd den I6en Juli des avonds een ngew<uve-zittiïv~ an den arbeiders- en s .enrerjct gehmiaen, waaraan ook ge- commirteen.en n ae republiek deelnamen. De zitting duurde tot I uur 's nachts. Toen was het lot van de czarenfamilie bezegeld. Nadat het vonnis van den arbeiders- en soldateniaad door de onderteekening be krachtigd was, begaf de voorzitter Jurowski, lcor 'ioode gardisten gevolgd, zich naar dn kamer, waar de czarenfamilie zich bevond. Jurowski richtte zich lot den czaar en zcide: „lk zie. dat gij u reeds gereed hebt -ge maakt." „Ja ik ben gereed", antwoordde de czaar. „Maar w:i zoeken niet u alleen", ver volgde Jurowski; „wij zullen ook een einde maken aan uwe Czarina en aan uw geheele nest." De roode gardisten omringden de ver oordeelden en drongen hen naar de deur. Do czaar ging voorop met zijn bewusteloozc:* zoon in de armen. Hij was bleek en wankel de, maar herstelde zich spoedig en ging kalm den dood tegemoet. De czarina volgde met vasten tred, onafgebroken biddende. Daar men vreesde, dat in de nauwe kel derruimte de geweerkogels konden terug stuiten, schoten de roode gardisten h bout portam op de veroordeelden «n mikten tus- schen de oogen of op de slapen. Men schoot achtereenvolgens ieder afzonderlijk dood, volgens de verklaring, die later door den re- geeringscommissaris en door de roode gar disten aan kennisssen werd afgelegd. Eers, kwam de czarina aan de beurt, daarna har»; dochters en eindelijk de czaar, die zijn zoon niet losliet. De lijken werden cp een vrachtauto gela den en nog in denzelfden nacht naar een verlaten schacht buiten de stad gebracht. Daar werden zij met petroleum overgoten en verbrand. De asch en de verkoolde beende ren werden onder den grond gestopt." De beide verhalen wijken in enkele bijzon derheden van eikaar af, maar in de oofdzaak zijn zij eensluidend. Uit den tiid der groote revolutie herinnert men zich het tragischo lot van de Fransche koningsfamilie. In een der Parijsche musea w orden enkele voorwer pen bewaard, afkomstig uit de verlrekken in den Temple, die Louis Seize en zijn gezin tijdens hunne gevangenschap bewoonden. I astbare herinneringen uit het laatste ver blijf van den czaar en zijne familie zullen wel niet overgebleven zijn: Maar in de ge schiedenis zal de misdaad, die aan den Isnt- steu heerscher uit het huis IRomanow en *.jr Het ongeduld heeft vleugels en streeft z'n doel voorbij; het goede voornemen pakt z'n Ikoffcr en komt te laat; de vaste wil gaat te Toet en bereikt het doel te juister lijd. Dê Rowan van een Nederlandschen Schilder. Naar het Engelsch van van MAARTEN MAARTENS door J. L. van derMoer, 1* Laat me voorbij, riep hij op een toon van gezag, terwijl hij het magere lichaampje tegen nch aan drukte. Ga op zij! Ik zal 't kind mee nemen en aan de politie tooncn. Dit gezegde was onvoorzichtig; want nau welijks had zij het vernomen, 0f een stort vloed van onbeschrijflijke, ongelooflijke scheld- iwoorden kwam over haar lippen. Het was het walgelijke uilbraaksel van een woedende ziel, een stroom van onbehoorlijke adjectieven, die elkaar verdrongen. Tevergeefs trachtte hij dien stroom een paar malen te keeren. Einde lijk hield zij stil om adem te scheppen. Medea! voegde hij haar oogenblikkeüjk toe. Zij trad achteruit en staarde hem verbijsterd •an. Toen heerschte er stille in het vertrek. Onhandig had hij het kind met één arm losgelaten en hii trachtte zich nu Ui herinna. ren, hoe hij jaren geleden de jongste van <le Loïcster's droeg. Mot moeite wrong hij een paar vin^rs in zijn vestzak en haalde er twee bankbiljetten uit, die op den grond riolen. De gele papiertjes, die aldus uit zijn zok te voor schijn waren gekomen, maakten veel meer in druk op de vrouw dan elk ander argument zou hebben kunnen doen. Vijftig gulden, sprak hij, 'l is al 't geld wat ik bij me heb; maar 't is genoeg. Ik ben v/el arm, maar ik wil je de heele som geven, om 't kind te kunnen meenemen. Gretig raapte zij de biljetten op, terwijl bij het vertrek verliet. In den winkel bleef bij even staan, bang dat het kind soms bevreesd zou zijn. Wil je met me meerijden, op 't paardje? vroeg hij. Ja, zei de kleine kalm. En zoo reed hij door -de dorpsstraat van Boldam met het vreemde kind dicht tegen zich aan op het paard. XIX. En zoo reed hij ook, met het vol verbazing rondkijkende kind vóór op het paard, door de poort van het Ambachlsboerlijke huis van Al- dervank en langs de oprijlaan. Hij gevoelde zich wel niet bepaald onrustig, maar toch was hij niet erg op zijn gemak. Hij miste natuur lijk die groote gevoeligheid voor het belache lijke, welke een man van de wereld er van terughoudt een romantische daad te verrich ten. Hij bracht het kind immers naar Jetta. Zij zou 't wel onder haar hoede nemen, zooals. zij ook hem in bescherming genomen had. Het eerste van alles zou hij naar haar vragen, nie mand anders zou er iéts van weten. Zijn ver- 'rouwien in Jetta was onheórcr^d. En in pik geval had hij het schepseltje toch niet aan /ijn let kunnen overlaten om doodgeranseld te worden. Hij reed een hoek om. onder de brccd-gc- kruir.de beukeboomen. Vroeger was hij hier nooit geweckt. Ak kind had hij nooit anders durven doen dan hoogstens met een zekeren eerbied door bet gesloten poorthek, op den met groene glasbanden omzoomden rijweg gluren. Hij vermoedde dal hij nu aan een ge sloten deur zou komen, en dat hij daar zou aanbellen en naar Jetta vragen. Maar toen hij den hoek om was, zag hij eensklaps een ruim, begrint voorplein met tal van in lobben ge plaatste oranjeboomen vóór zich. En op den achtergrond verrees het huis, een van die ge bouwen, die reeds van verre den tijd van hun slichting doen raden. Het was in donkerbrui nen briksteen opgetrokken, afgezet met rechte, witte banden, en boven dc van kleine ruitjes vsiprzicne vensiers versierd met prachtige or namenten an den Gothischen bouvvslijd, wel ke door den eenvoud van hun lijnen herinner den aan die pseudoklassieke voornaamheid de eeuw, waarin men Pompeii begon op te graven en over te brengen naar Versailles. Naast de breede trappen stonden vazen met prachtige bloemen. Reohls en links werd het huis ingesloten door hooge kastanjeboomen, en onder het bladerdak aan den rechterkant stond een keurige veldtent met stoelen er voor, zoomede een kolossale parasol en oen tafel met theeservies. Ook lagen er de honden. Alle maal voorwerpen van verschillende kleur, die vroolijk „deden" op het groene grasveld. De stoelen waren bezet, de menschen zaten gezel lig ie praten en te lachen. De honden vlogen op en begonnen te blaffen. Lis had willen omkeeren, maar dit was nu al onmogelijk. Llii hield sLil en begreep dat hl? e^n belachelijk figuur ma.4de, in \vcervvil vnn zijn natuurlijk, eenvoudig optreden. Jelta kwam .gelukkig naar hem toe: en nu zag hij niets en. niemand anders dan haar. Dag Lis, zei -ze. Waarom heb jc nut ge telegrafeerd? Wc_ dachten dat je niet thuis was. Lieve hemel, wat is dat voor 'n kind? Zc had dc hand op olen hals van het paard gelegd, dal in zijn knieën doorzakte. Lis liet hel kind naar beneden glijden en zij nam het van hem over Daarna steeg liij zeTT af. Herinner jc jc nog wel, vroeg hij -bijna fluisterend, hoe. jc vader altijd placht le ver- lellen dat jij me opving, toen ik uit de armen rim mijn overleden moeder rolde? Ja, zei ze, mei hel kind op de-, arm, maar toen was jij nog heel Iclcin. E11 jij 'n kind dal nauwelijks groofcr was dan dit. Zoo was hun eersLc wederzien. De anderen kwamen naar voren, zoodal zc voorloopig niet meer zeggen kon. Jetta zette hel meisje neer. Ilct kind hield haar bij haar japon vast, met hel natie vingertjv tusschen de natte lipjes. WcL zoo, ben jij dat, Lis Verdui veld, wat ben je veranderd, zei Pareys. We hadden je niet meer durven verwachten. Ben je ge woon, op die manier te reizen Lis kreeg een kleur. Het hinderde hem. oogenblikkelijfk weer op dien ouden, ha te lijken, schamperen toon tc worden toegesproken Schilderachtig..vin<lt u niet vervolgde Otlo, zich tot een van de gasten wendend. Mag ik Mijnheer Lis Doris aan de Barones De Rossac voorstellen ,J?u; pok al 'n barones", dacht LLs, die onder de aanwezigen g&cn enkelen kennis aan trof TT>i maakte een 1;-' khir.c '.«.«iikcre dame. Zij droeg een moiisse-' Henen japon. In* aardig klinkend gebroken Hollandsch merkte zij op: Dc jonge dame is zoo klein en vond toch al r. knappen Ridder. Ken jc mijn broer niet nicer vroeg .ItIn ongeduldig.' En /.ij wees op Riik, d.ie d*an stond als een stevige, gezonde kerel in eert flanellen zomerpak. Hij was meer veranderd' dan de overigen, gedurende zijn weinig succes volle sludcritenloopliaan le Utrecht dit laatste natuurlijk beschouwd van professoraal standpunt. Men begaf zich naar dc tafel, die schitterde van zilver en kristal. - *t Spijl me, dat de lunch afgcloopon is. Ze moeten je nog maar gauw wat brengon. O, daar kom' zékgr je telegram aan. 't Kantoor is hier zoo zelden open. Je bent zoo grosz- stadtisch'.' gewordenWat zul-je uitge hongerd zijn Arme jongen. Er staat hier nog veel meer op tafel dan ik verorberen kan. zei Lis lachend, terwijl hij een blik over den beladen disch liet gaan. Hij was altijd matig, zoowel van nature als uil noodzakelijkheid* Ik vrees, dal wc liier niets anders doen dan eten, zei Jetta snel, terwijl zij het kind; dat nog steeds aan haar japon hing, een sluk! roomtaart gaf-. Dat is werkelijk de voornaam ste bezigheid op t plaltc-land, zelfs op zoo n hee'en dag, vervolgdzij. Ik weet waarlijk niet meer, of dit nu de koffie van drie uur, of de thee van vier uur is't Loopt in elkaar» Kom, kies nu eenc wal uit Moet jc niet waf drinken sloeg Rijk" voor. (Wordt vervolcd.il

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1919 | | pagina 1