?S!!S m ADÏERIHIIfl Sr.S'^a
BUITENLAND
^binnenland"
„DE EEIV1 LANDER"
17e Jaargang No, 195
»BnHBtUfUT<!PDIH ""nt1eD vo°*
flBUnntmtnlorniio (onrt IJK. idero tranen
pc, oral t 2JQ po week (nul er.tii «eoekenng
ttgen ongtliikktn) t 0.15. ahondcrliikr oumrorr»
1 OXJJ WtkelUkMb hnvoeeiel HolUndvnm
Huurrouw (onder redactie eao rhirèsa Hnvetl)
pet 5 maanden ?S cent Wekeliiktd» bUvoegstl
nWcretórevnev pel maanden 60 cent
AMEBSFOOBTSCH DAGBLAD
Vriidag !4 Februari 1919
HOOFDREDACTEUR Ma. O J. VAN SCHAARDENBURG
UITGEVERS VALKHOF? C»
BUREAU - ARNHEMSCHE POORTWAU «nat
INTERCOMM TELEFOONNUMMER 613
dsemfA.mbifdinacp I S reed* f 0.50. groole Icï;
n.u» n'-Jatsnjimte Voor handel en brdri]/ bestaan
zret «oordeehgc bepalingen b»t hel herhaald adver*
t?rreo Id dit Rl*d, h<j abonnement Eene circulairs
bevarend# d« voorwaarden. wordt op aanvraag
ioeserondeo.
Politiek Overzicht
Als bewijs, (Jat het werk van de voorloo-
pige vredesconferentie te Parijs goed vordert
en dat er geen onoverkomelijke beletselen
zijn om op alle punten tot een regeling te
•komen, wordt de mededeeling aangehaald
van een der Britsche gedelegeerden, dat
eene schikking is tot stand gekomen tus-
schen Italië en Griekenland, waardoor de
aanspraken, die deze twee staten doen gel
den, tot overeenstemming zijn gebracht.
Van de Grieksche aanspraken heeft de
premier Venizelos een overzicht gegeven
aan de commissie van vertegenwoordigers
der groote mogendhedendie deze zaken
heeft te onderzoeken. Zij hebben in de eer
ste plaats betrekking op Noord-Epirus, ver
der op de eilanden van deit Dodekanesos,
op Thracië met zijn kustgebied aan de
Egeïsche zee, de zee Aran Marmara en de
Zwarte zee, op het eiland Cyprus en einde
lijk op Klein-Azië.
Naar de Grieksdie eis oh en zal de noorde
lijke grens van Epirus bepaald worden door
een lijn, gaande van het oosten naar het
westen, van het zuidelijke einde van het
Ochridameer over Tepelini om ten noorden
van Himara de zee te bereiken. Griekenland
maakt aanspraak op dit gebied sedert den
oorlog van 19o, waarin het op verzoek van
Engeland door de Grieken bezet werd. De
meerderheid van de bevolking is Grieksch.
Het eiland Cyprus, dat in 1Q15 door de
regeering te Londen aan Griekenland was
aangeboden als Toon voor zijne militaire me
dewerking, welk aanbod door koning Kon-
stantijn geweigerd werd; wordt thans opge-
ëischt. De bevolking is Grieksch."
Op de eilanden van den Dodekanesos (in
de Egeïsche zee ten zuiden van Klein Azië)
wordt ook door de Grieken aanspraak ge
maakt. Die eilanden zijn na den Italiaansch-
Turkschen oorlog van 1912 voorloopig aan
Italië afgestaan. In dit bezit is Italië beves
tigd door het accoovd, dat in April 1916 ge
sloten is tusschen Italië, Engeland, Frank
rijk en Rusland, op het tijdstip dat Italië in
den oorlog ging. Ook hier beroept Grieken
land zich op het nationaliteitsbeginsel.
Op hetzelfde beginsel steunt de opeïsching
van Thracië, dat na den oorlog van 1912 aan
Bulgarije was toegekend. Het gebied, waar
op Griekenland aanspraak maakt, wordt in
het zuiden begrensd door de Egeïsche zee,
het noordelijke gedeelte van het schiereiland.
Gallipoli en de zee van Marmara tot Silivri,
in het westen door de tegenwoordige
Grieksch-Bulgaarsche grens en in het noor
den door den loop van de Arda tot hare
samenvloeiing met de Maritza, waarbij
Adrianopel .en Kirkkilisse aan Griekenland
vallen, en den loop van de Rezvai tot aan
kaap Vniada.
Ten aanzien van Konstantinopel en van
hel oevergebied der zeestraten, refereert
Griekenland zich aan de beslissing, die de
mogendheden daarover zullen nemen. Wat
Klein-Azië betreft, wordt de inlijving ver
langd van het geheele westelijke gedeelte,
de gebieden van Smyrna, Aivali en Artaki,
cood-at de Egeïsche zee eene uitsluitend
Grieksche zee wordt, in het westen, noorden
en oosten door Grieksch vasteland ingeslo
pen, in het zuiden door het Grieksche eiland
.<andia afgesloten. Voor de Grieken in het
binnenland van Klein-Azië wordt plaatse
lijke autonomie verlangd.
Di' z jj* de aanspraken, voor vva'ker be-
vrediging Griekenland opkomt. Men is ge
neigd te vragen: Wat zal er van Turkije te
recht komen, wonneer al deze eischen een
gewillig gehoor vinden? Dat is intusschen
een vraag, waarvoor op deze conferentie
zeer weinig belangstelling zal zijn te vinden.
De aanneming van ee$e voorloopige
grondwet door de nationale vergadering te
Weimar, waardoor in Duitschland het optre
den mogelijk is geworden van eene op wet-
telijken grondslag steunende regeering, zal
uit den aard der zaak van invloed zijn op
de positie, waarin Duitschland staat tegen
over zijne vijanden. Eene regeering, die
haar mandaat ontleent aan de wettig geko
zen vertegenwoordiging van het Duitsche
volk, neemt natuurlijk een geheel andere
positie in dan de regeering, die door de
revolutie aan het bewind was gekomen. De
'Deutsche Allg. Zeitung drukt hare vreugde
er over uit, dat hierdoor de andere wetlooze
toestand, waaraan Duitschland onderworpen
is, spoedig zal kunnen eindigen. Zij schrijft:
„Niet voor niets dateert de Fransche pers
hare berichten over de aan Duitschland op
gelegde vernederingen steeds van den llen
November, den dag waarop de wapenstil
stand gesloten werd. Zoo vele dagen, zoo
vele Fransche triomfen. Den 17en Februari
is de onder zware offers verlengde termijn
afgeloopen; dan moet Duitschland in slaat
zijn met een naar binnen en buiteij voelbare
verantwoordelijkheid nieuwe verplichtingen,
verder reikende dan datgene waarvoor over
eenkomst en recht den maatstaf aangeven,
le weigeren, den preliminairen vrede te
sluiten en de opheffing te verlangen van een
toestand, waaronder Duitsohland zijne zaken
nooit in orde zal kunnen brengen. Dit is
vooral 3e opheffing van de blokkade, de
openstelling van de grens voor een onbe
lemmerd verkeer met het buitenland en de
Invoer van voedingsmiddelen en grondstof
fen om 7
industrie met -het allernoodigste te voor
zien."
Men verheugt zich aan Duitsche zijde dus
er over, dat door het werk van de vergade
ring te Weimar de gelegenheid is geopend
om tot een beteren toestand te komen. Wat
echter aan Duitsche zijde een reden tot
blijdschap is, wordt aan de andere zijde
aangevoerd als motief om in dubbele mate
tegenover Duitschland op de hoede te zijn.
Een voorbeeld hiervan levert de Temps, die
wijst op de tegenstelling, dat men drie maan
den na den wapenstilstand in Weimar bij
eenkomt maar in Parijs uiteengaat. Lloyd
George en Orlando zijn re.eds vertrokken,
omdat de binnenlandsche politiek hunne
tegenwoordigheid in het eigen land eischt;
Wilson zal binnen kort moeten terugreizen.
De Temps verheelt daarover hare bezorgd
heid niet; zij schrijft:
„Daar de intergeallieerden conferentie tot
dusver slechts aan 't werk is geweest onder
den vorm van vertrouwelijke gesprekken
lusschen de regeeringen der groote mogend
heden, zullen de ontstaande leegten alles
ondersteboven werpen. Men zal van methode
moeten veranderen of met werken moeien
ophouden. Terwijl de zegevierende natiën
de verrassing hebben voor dit dilemma te
staan, heeft Duitschland de voldoening de
afgevaardigden, die het den 19en Januari
heeft gekozen, in goede orde te zien verga
deren. Dit is geen vergadering, die inder
haast benoemdis moeten worden om de
voorwaarden v$n den overwinnaar te onder
gaan. Het Duitschland van 1919 is niet, zoc-
als het Frankrijk van Februari 1871, in ge
sprek met een gebiedenden en haastigen
vijand. De vergadering van Weimar is be
noemd om de Duitsche regeering te helpen
de orde te herstellen, de nationale eenheid
nauwer toe te halen. Ween en in te lijven en
weerstand te bieden aan de eischen van de
geallieerden."
Ten bewijze, dat de Duitsche regeering
de zaken zoo opvat, beroept de Temps rich
op de woorden, die het hoofd der regeerïng
Bbert gesproken heeft bij de opening var.
de eetste zitting der nationale vergadering.
En zij vindt daarin aanleiding om waarschu
wend uit te roepen: „De weken, die nu ver-
loopen, zijn bindend voor de toekomst van
Frankrijk en van de gansche wereld,
lederen dag gebeurt er iets wat niet Is-te
herroepen. Dit is het oogertblik om te waken,
het oogenblik om te handelen. Men bedenkt
dat in Weimar. Laat men ook in Par'js er
aan denken."
Bultenlandsche Berichten.
P a r ij s 13 F e b r. (H.) ^Woensdagmor
gen heeft een vergadering praats gehad van
de internationale arbeidscommissie. De
commissie, die benoemd is tot onderzoek
van de gebiedsaanspraken van Griekenland,
is gister namiddag bijeengekomen aan de
Quai d'Orsay.
P a r ij s 13 F e b r. (H.) De delegatie van
de republiek Guatemala naar de vredescon
ferentie, is naar Frankrijk op reis gegaan.
B e r 1 ij n, 1 3 Febr (W. BDe Fransche
delegatie in Spa heeft de Duitsche vertegen
woordiging in den morgen van 13 Februari
om half vier per telefoon verwittigd, dat zij
het volgend telegram van generaal Wiegand
had ontvangen: De op 16 Januari hernieuw
de wapenstilstand loopt den 17cn Februari af.
De geallieerde regeeringen hebben dc vcrlen-.
ging van den termijn tot de onderteokeniog
van den voorloopigen vrede goedgekeurd.
Dientengevolge zhllcn de geallieerde cn Duit
sche gevolmachtigden, welke de overeenkoms
ten van 11 November, 13 December en 16
Januari hebben gesloten, bijeen moeien komen
om over de verlenging van den wapenstil
stand n& 17 Februari te beraadslagen.
Het opperbevel der geallieerden heeft de
eer het Duitsche opperbevel voor te stellen
dc conferentie den 1 fen Februari*'s middags
le Trier te doen plaats vinden, cn v.c 1 onder
dezelfde omstandigheden als in Januari. Er
wordt dadelijk antwoord verzocht.
Het vertrok <ler Duitsche gedelegeerden
heeft hedennnmiddag om vier uur in een extra-
trein uit Berlijn plaats. Staatssecretaris Erz-
berger, die van "Weimar komt, sluit zich in
Kassei bij de Berlijnsche leden der commis
sie aan.
Brussel, 12 Febr. (H. R.) Ingevolge
een besluit van den minister vun industrie
en arbeid is de invoer van wijnen, spiri
tualiën. ruwe tabak en manufacturen van
heden af weer vrij.
Weimar, 13 Febr. (W. B.) De rijks-
pi^sident Ebert heeft gister namiddag de
vertegenwoordigers van de Duitsche en
zeide daarbij:
Het is mijn taak en een eisch van mijn
ambt met u allen in betrekkingen te treden,
zonder er op le letten tot welke partij gij of
ik behooren. Geen partij maar de groote
meerderheid van het geheele volk heeft mij
gekozen. Gij kunt dus ook van mij verlan
gen, dat ik de president van het volk, niét
yen een partij ben.
Wij allen, die in het openbare leven poli
tiek werkzaam zijn, hebben den plicht ons
als vertegenwoordigers van het geheele volk
te voelen. Partij-ideaien zijn slechts uit te
voeren en mogen slechts uitgevoerd worden,
alst zij aan de meening en aan het welzijn
van het geheel beantwoorden. Tot dé demo
cratie behoort ook de eerbied voor de mee
ning van anderen. De groote meerderheid
van u behoort tot de partijen, waaruit de
nieuwe regeering wordt gevormd. De andere
hoeren verzoek ik in onze daden niet slechts
pel.jke te -willen zien en bij mij te onderstel
len wat ik ook bij hen wil onderstellen: een
diepe- ernstige opvatting van den plicht je
gens h&t vaderland.
Twee dingen behooren vóór alle anderen
tof de taak der nieuwe regeering: den vre
de te verzekeren en cle grondwet tot stand
le brengen. Het werkprogramma, op grond
waarvan de nieuwe regeering deze twee din
gen zal oplosser., zal de minister-president
morgen vootbjggen. Alle crie partijen, die
daaraan meewerkten, plaatsten zich onvoor
waardelijk op den bodem van de onver-
valschte en onverkorre democratie. De de
mocratie is voor Duitschland in een omvang
verzekerd, zooals voor geen ander land.
Ook onze socialistische idealen hebben de
opstelling van_het program in aanzienlijke
mate beinvloed. Wij hebben mogelijk ge
maakt, dat volkomen overeenstemming ver
kregen wordt over de wijze, waarop de so
cialiseering moet worden begonnen. Die tak
ken van bedrijf, die naar hun aard en hun ont
wikkelingsgang een monopolistisch karakter
hebben aangenomen en daarom voor de so-
cialiseering rijp geworden zijn, in 't bijzonder
de mijnwerken en de inrichtingen tot voort
brenging van kracht, zullen door staat of ge
meente overgenomen moeten worden. De
socialistische partij zal hare idealen niet on
trouw worden, maar zij weigert het beginsel
van geweldpleging te stellen in de plaats van
het beginsel van den organischen groei.
Toen de tijd rijp was v<jpr de democratie,
'ontstond het democratische Duitschland. Nu
moet het rijp worden voor het socialisme.
Tot dien tijd moet de sociale gedachte alle
handelingen van iedere regeering bepalen.
De organen van de re^eering, die met de
pers te doen hebben, zijn aangewezen hun
werk le doen in een zin, d>e niets te maken
heeft met beïnvloeding, maar die in staat is
de medewerking van de pers in te roepen.
Ik zeg heden en hel zou mij verheugen
wannec-r ik daarbij uwe toestemming vond
dat de vrijheid van de pers. hare kritjek,
hare medewerking, opwekkingen en voorstel
len. zooals dit alles in het huidige Duitsch
land van iedere beperking bevrijd moet zijn,
de noodzakelijke voortzetting van onzen ar
beid in de regeering vormt en ons dag aan
dag in levendig verband met de volksmee-
nmg en den volkswil moet brengen.
South port, 13 Febr. (R.) Op dc confe
rentie van mijnwerkers werd een beslnit ge
nomen, waarbij allé leden van den bond wer
den aangespoord zich te verklaren ten gunste
eener nationale staking, totdat de eischen der
mijnwerkers ingewilligd zyllen zijn. Dc con
ferentie stelt den 15don Maart voor als den
datum, waarop het werk moet worden neer
gelegd.
Kaapstad, llFebr. (R.) In een debat
in het huis van vertegenwoordigers over de
republikeinsche beweging veroordeelde Sir
Thomas Smartt de republikeinsche propa
ganda. Hij zeide, dat ieder Engelschman en
loyale Hollander tot het einde toe zou strij
den voor de handhaving ven de unie.
De waarnemende premier Malen verklaar
de, dat het parlement duidelijk zijne stem
moest doen hooren, voordot de nationalis
tische deputatie, die aan Wilsdn onafhanke
lijkheid wilde vragen, uit Zuid-Afrika ver
trok. Zuid-Afrika heeft thans de onafhanke
lijkheid en het is niet noodig, dat een depu
tatie om meer vrijheid vraagt.
Hertzog antwoordde, dat het parlement
van de Unie hun geen vrijheid kon- geven.
Daarom gingen zij naar Europa, waar hun
vrijheid kon worden verschaft.
Kameroverzicht
Tweede Kamer
Vergadering van Donderdag 13 Februari.
FINANCIËN.
Aan de orde is de stemming o\er het
amendement-Teenstra op het begrootings-
srtikel 4 van hoofd Vil B, 't welk werd aan
genomen met 37 tegen 28 stemmen.
De begrooting werd hierna-aangenomen
met 66 tegen 3 stemmen.
MARINE-BEGRÖOTING.
Aan de orde is de verdere behandeling
van hoofdstuk VIIB.
De Minister, de heer N a u d i n t e n C a t e,
zet zijn gisteren aangevangen rede voort en
bespreekt eerst de personeelskwestie en zegt
dat ook in de Novemberweek in 't algemeen
geen daden zijn gepleegd, welke in strijd
waren met de belofte, door dat personeel bij
0. .dén aanvang van hun indiensttreding afge-
Duitsch-<^pstenrijksche pers ontvangen. Hij "Tegd. Gedurende die week is de leiding der
marine in Den Helder niet in krachtige han
den geveest.
Deze had met kracht elk begin varvplichts
verzaking den kop in moeten drukken.
Teen spreker de overtuiging had, dat dit
niet geschied was, kon hij dezen vlootvoogd
niet langer handhaven. De konjst van den
vicê-admiraal Hecking Colenbrander was of
ficieel aangekondigd, in zijn rapport is al
leen melding gemaakt van het gebeurde, ven
criiiek heeft deze vice-admircal zich geheel
onthouden. Naar aanleiding van het gebeur
de in die week zijn de marine-autoriteiten
van oordeel, dat in 't algemeen geen maat
regelen tegen het personeel behoeven te
worden genomen.
De kern van de marine meet bestaan uit
vrijwilligers, zoonoodig aangevuld met mili
tie - n iniandsche matrozen.-
De huisvesting der matrozen is niet vol-
ncle, aan do wenschen van de heer-en
ier van Twist e Schéurer zal hii zoo
veel mogelijk tegemoet komen. Het vloeken
moet jnet kracht worden onderdrukt.
Hii zal overwegen wat hij kan dr.en voor
een betere geestelijke verzorging der man
schappen.
Maatregelen zullen worden genomen, dat
niemand door de nieuwe loonregeling achter
uitgaat. De regeling der periodieke verhoo
ging heeft eenipen tijd op zich loten wach
ten, daar hij zich niet met de regeling van
zijn ambtsvoorganger kon vereenigen. De
bedragen welke uitgekeerd worden bij over
lijden zullen worden verhoogd
De kazerne in Rotterdam is verouderd en
moet vervangen worden. Hij zal gaarne van
den heer Schreuder vernemen op wélke
gronden deze een reorganisatie noodig
acht. Het'materieel is wel zwak, maar nipt
waardeloos en was zeer goed in staat ons
fend te verdedigen tegen een kleine natie.
(Geroep: „Zwitserland").
De Minister geeft hierna een lijstje
van den ouderdom der schepen en wijst er
op, dat over een paar jaar slechts nog 3
schepen beschikbaar zullen zijn. Indien
wordt overgegaan tot staking van den bouw
der 3 op stapel staande schepen, dan betee-
kent dat voor ons een schade v ruim 15
millioen gulden. Bovendien, ook al moc'nt de
Volkerenbond tot stond komen, dan zullen
wij deze schepen toch nog noodig hebben
voor het verkeer mei Indië. De beide moties
moet spieker ontraden.
De heer B o m a n s (R.-K.) repliceert en
handhaaft zijn.motie, wijl uit het debat van
den minister duidelijk gebleken is, dat de
handhaving van onze vloot geen nationaal
belang meer is.
De heer Hugènholtz (S.D.A.P.) dient
n motie in, waarin de Kamer t' als haar oor
deel uitspreekt, dat thans tot afschaffing dei-
vloot kan worden overgegaan, en waarin zij
den minisler verzoekt een commissie le be
noemen, waarin ook niet-militairen zitting
hebben, welke dit plan nader zal overwegen
De heer Oud (V. D.) zegt, dat hef betoog
van den minister hem in geen enkel opzicht
bevredigd hec-ft- en hij kan daarom dezen
minister ivet langer steunen. Hij handhaaft
zijn motie, maar wrzigt deze in dien geest,
dat gestaakt zal worden met den aan- en
afbouw van de vloot.
De heer A. P. Staalman (Chr.-Dem.)
zegt, dat de rede van dezen minister hem
totaal verbaasd heeft. Deze npnister erkent
zelf: „In November heb ik raij vergist" cn
daarom mag de Kamer hem geen dag langer
handhaven. Zou de rechterzijde dit toch
doen, dan laadt zij een zware verantwoorde
lijkheid op zich.
De heer Lohman'(C. H.) zegt, dat hij
tegen de motie zal stemmen, al wil hij daar
mede niet zeggen, dat hij vertrouwen heeft
in den minister. De moties Ioopen echter op
de toekomst vooruit.
De heer Nolens (R. K.) zegt, dat het
hier gaat om twee zaken: het beleid van deh
minister en de marine-kwestie zelf. Die geen
vertrouwen heeft in den minister kan tegen
de begrooting stemmen. De moties zijn ech
ter voorbarig. Zij loopen vooruit op gebeur
tenissen die nog lang niet zeker. zijn.
De heer L e 1 y (U. L.) zegt, dat het ant
woord van den minister inzake den afbouw
der drie schepen totaal onvoldoende is ged
weest. De hoofdvraag is: «Wat moeten wij
nog uitgeven voor den afbouw der schepen?
En dit zou hij nog gaarne van den minister
willen vernemen.
De heer Van Ravesteyn (C. P.) du
pliceert en zal tegen de motie-Hugenholiz
stemmen, wijl deze een militaristisch stand
punt aanvaardt.
De heer Bom an s (R. K.) dupliceert en
trekt zijn motie in, wijl zijn hoofdgedachte
in die motie, nfl. de ontwapening, geen
steun vond noch bij rechts, noch bij links.
De heer Visser van IJ zendoorn
(V. L.) motiveert zijn stem tegen beide
moties, al wil hij daarmede niet ziin instem
ming uitspreken in het beleid van dezen
minister. En de heer Oud èn de heer Hu
gènholtz hebben uit het oog verloren, dat
wij een koloniale mogendheid zijn, zoodat
wij, wat ook in Versailles 'besloten wordt,
toch*een vloot noodig hebben.
De heer M a r c h a n tt (V.-D.) verdedigt
de motie-Oud.
Spreker verdedigt de motie-Oud.
De heer Schaper beveelt nadere aan
neming van de motie-Hugenholtz aan.
De M i n i s t e r verzoekt schorsing der be
raadslagingen.
De heer Schaper vreest daarvan een
op-de-lange-baan-schuiving.
De heer M a r c h a n t verlangt motivee
ring van 's ministers verzoek.
De heer Lohman meent dat als de mi
nister schorsing vraagt, die moet worden
toegestaan.
De heer de Muralt is eveneens voor
het toestaan van het verzoek.
De heer Nolens dringt op metiveering
aan.
De Minister vraagt schorsing tot
Woensdag, om enkele punten te kunnen na
gaan.
De heer Ketelaar wil eerst de spre
kers, die ingeschreven zijn, laten spreken.
De V o o r z i t t:e r vindt het goed.
De heer Wij n\oop bepleit afschaffing
der vloot.
De beraadslagingen over de marine-be
grooting worden daarna verdaagd tot
Woensdag.
Te 4 uur 15 wordt de vergadering ver
daagd tot 's avonds o uur.
adoring van Donderdagavond 13
beschouwingen v.orden gc-
- Verg
Februari.
STAATSBEGROOTING VOOR 1019.
Hoofdstuk VIII (O 9i' 1 o g).
Aan «lc orde is de behandeling vaii Hoo'■<!-
stuk VIII (Oorlog) der Staatshegrooting voor
1919.
De algcmecno
opend.
Dc heer Bomans (R. K.) nicc-nt, dat voor
alles aan dc orde is het vraagstuk van dé ver
mindering van bewapening, in verband r.wt
de reorganisatie van onze weermacht. Ook
deze weermacht beantwoordt niel aan haai*
roeping, zooals dc Minister zelf zal moe', a
erkennen Dit is voornamelijk tc wijten aan
den slechten möreclén geest in het leger. Spr.
kan zich geheel niet de aangekondigde her
vormingsplannen van den Minister vert, eni
gen. Maai hoe hij zich dc reorganisatie van
onze weemaclu denkt, hebben we nog niet
vernomen.
Spr. stelt de volgende motie voor:
De Kamer, van oordeel, dat reed ll .tr.s,
met de reorganisatie van de weermacht, (le
uitgaveiï van Hoofdstuk VIII belangrijk kun
nen worden verminderd, nondigf dc rcgcering
uil dc daartoe strekkende maatregelen te wil
len nemen, en gaat over tot de orde van den
dag.
De Jicêr Schaper: En wanneer trekt U
die' nu weer in?
De heer V a n Z a <1 e l h o I f (S D.) komt
voor de ge-demobiliseerden op, die l
Augustus 1918 zijn ontslagen.
Spreker bepleit amnestie voor dc dienst
weigeraars en Ijcloogt, dat velen, die in dienst
gestraft zijn geworden, in dc burgermaat
schappij ri'-li steeds goed hebben gedragen.
Uit vérselieidenc brieven blijkt sprl;-dat
de slechte behandeling der dienst
voortduurt. Aan (leze dicnslwcigerru iroert
amnestie worden verleend en door de strai'-
lijslen moet de Minister een streep halen. Wil
hij voorU de censuur opheffen? Voor den mi
litair moet cr ooi; vrijheid van overtuiging
zijn.
De Minister moet de vergaderingen
cn niel belemmeren. Ook voor den solt!nut
moet het grondwettig recht van vereeniging
cn vergadering gehandhaafd worden, ih t lijkt
soms of de lioogerc cn lagere Lgnraiit'-'i iui-
tvn vooral dc -oeialisten in liet legci willen
legen werken. Dien indruk moed de Minister
wegnemen.
Dc heer De Muralt (U L. zegt, dat het
merkwaardig Is, dat dezelfde mensehen. die
vroeger steeds wilden worden geacht te heb
ben tegengestemd tegen de. Oorlogsbegroolin-
gen, thans moeten ervaren, dat ook zij nog
wel eens een sterk leger noodig kunnen heb
ben. Iloc. ging het Rusland en Duitschland?
Iloe zouden Trolzky eh Noskè het daar zon
der, hun. marine hebben moeten maken?
AVij moct'Vi, of wij willen ol niel, op hef
oogenblik ons leger handhaven. Maar wel
moet cr hel „ancien régime" uit verwijderd
worden. Wij moeten een volksleger hebben,
zooals men dat ju Duitschland ook wil.
Dc opperbevelhebber heeft den geest van
den nieuwen lijd niet begrepen, maar de re-
geerinfj heeft hem toch vier jaren g> haud-
liaard en ook de Kamer. De lieer Snijiieis
heeft fe elk geval ons land groote diensfeft
bewezen en zijn scheiden had waardig r hun
nen zrjn! Het leger meet gedemoci iliscerrt
worden. Pe dcmocratisecring bereikt men
niet door een kolonel een rede te laten hou
den voor officieren, die tien jaren geleden i?
afgestoken voor korporaals en soldaten. De
demoeratiseering moet aanvangen bij dc op
leiding dér beroepsofficieren, de verouderde
voorschriften mo. ten worden opgeruimd. Het
a.uital bi-roopMuiieieron bij de genie h.:u aan
merkelijk worden verminderd. Di i\ 1 -
kan als brigade niet worden gchn dhi nfd.
Ifet verblijf lil de kazernes moet tot n mini
mum w -rden beperkt.
Sprekn komt er tegen op, dat de rve-
offcieren, die worden gedemobiliseerd, wor
den gezonden haar het Steuncomité.
Sprekei* hoopt, dat de Minister den \erdc-
ren bouw van bel fort Vlissingcn zul stakca».
AniL rs zal hij met een motie, die daai l o
uitnoodigt, komen.
De heer D u a m acr van T v: i t A R
ibetóogt. dat allen, naast God, ook den opper'
bévelhebber Snijders hebben te danken
hetgeen bij voor ons land heeft gedaan. W;tt
de steunregeling van den Minister voor de -
demobiliseerden betreft, dc Minister had te
gelijk met (leze steunregeling de gronden,
waarop zij ruslle, moeten bekend maken.
Als er gesteund zul worden, wil spreker rich
niet houden «ran oen grens van f,6 per ma in d.
Steun moet worden verleend naar de b> lu-of
te; de een moet f 2 ontvangen, de ander 0
of meer.
Uitvoerig I Mvandelt spreker vervolger-
plannen van den Minister, aio len aanzien \an
dc algeheel»- reorganisatie, voorloopig wil of-
wachten..
Er bestaan thans drie commissies, die vooi
de Harskamp, die voor dc rechtspositie van
de militairen: beneden den rang van oliiciei,
en dc commissie Fabius voor dc morgan; al.c
van (le weermacht. Hebben deze commeVics
nog geen rapporten uitgebracht? Zoo jn. dan
moet de Minister deze bekend makein
Is de Minisler bereid, om, als de I-cgc
commissie zich daartoe niet v il laten vinden,
een aparte commissie in te stellen voor bet
onderzoek naar het besteden der toegestane
gelden? Spr. bepleit voorts een betere pen
sioenregeling en ruimere subsidies voor d®
militaire tehuizen.
De heer Reijmcr 0' K) bespreekt cc
schade, die voor belanghebbenden is voortge
vloeid uit de toepassing van de wet op den
slaat van oorlog en van beleg, van -> Me.
1S99
De heer Van Ravesteyn (Commklaag'
over hot optreden van het militair gezag tc*
gen over zijn pnrtijgenoofen. Het verwijt van
den heer De Muralt tegenover Rusland is on
billijk.
Indien de arbeiders in rv deel der wereKl
tot de maetlT ziin afkomen en zii
bic den de»