?S!!S m ADÏERIHIIfl Sr.S'^a BUITENLAND ^binnenland" „DE EEIV1 LANDER" 17e Jaargang No, 195 »BnHBtUfUT<!PDIH ""nt1eD vo°* flBUnntmtnlorniio (onrt IJK. idero tranen pc, oral t 2JQ po week (nul er.tii «eoekenng ttgen ongtliikktn) t 0.15. ahondcrliikr oumrorr» 1 OXJJ WtkelUkMb hnvoeeiel HolUndvnm Huurrouw (onder redactie eao rhirèsa Hnvetl) pet 5 maanden ?S cent Wekeliiktd» bUvoegstl nWcretórevnev pel maanden 60 cent AMEBSFOOBTSCH DAGBLAD Vriidag !4 Februari 1919 HOOFDREDACTEUR Ma. O J. VAN SCHAARDENBURG UITGEVERS VALKHOF? C» BUREAU - ARNHEMSCHE POORTWAU «nat INTERCOMM TELEFOONNUMMER 613 dsemfA.mbifdinacp I S reed* f 0.50. groole Icï; n.u» n'-Jatsnjimte Voor handel en brdri]/ bestaan zret «oordeehgc bepalingen b»t hel herhaald adver* t?rreo Id dit Rl*d, h<j abonnement Eene circulairs bevarend# d« voorwaarden. wordt op aanvraag ioeserondeo. Politiek Overzicht Als bewijs, (Jat het werk van de voorloo- pige vredesconferentie te Parijs goed vordert en dat er geen onoverkomelijke beletselen zijn om op alle punten tot een regeling te •komen, wordt de mededeeling aangehaald van een der Britsche gedelegeerden, dat eene schikking is tot stand gekomen tus- schen Italië en Griekenland, waardoor de aanspraken, die deze twee staten doen gel den, tot overeenstemming zijn gebracht. Van de Grieksche aanspraken heeft de premier Venizelos een overzicht gegeven aan de commissie van vertegenwoordigers der groote mogendhedendie deze zaken heeft te onderzoeken. Zij hebben in de eer ste plaats betrekking op Noord-Epirus, ver der op de eilanden van deit Dodekanesos, op Thracië met zijn kustgebied aan de Egeïsche zee, de zee Aran Marmara en de Zwarte zee, op het eiland Cyprus en einde lijk op Klein-Azië. Naar de Grieksdie eis oh en zal de noorde lijke grens van Epirus bepaald worden door een lijn, gaande van het oosten naar het westen, van het zuidelijke einde van het Ochridameer over Tepelini om ten noorden van Himara de zee te bereiken. Griekenland maakt aanspraak op dit gebied sedert den oorlog van 19o, waarin het op verzoek van Engeland door de Grieken bezet werd. De meerderheid van de bevolking is Grieksch. Het eiland Cyprus, dat in 1Q15 door de regeering te Londen aan Griekenland was aangeboden als Toon voor zijne militaire me dewerking, welk aanbod door koning Kon- stantijn geweigerd werd; wordt thans opge- ëischt. De bevolking is Grieksch." Op de eilanden van den Dodekanesos (in de Egeïsche zee ten zuiden van Klein Azië) wordt ook door de Grieken aanspraak ge maakt. Die eilanden zijn na den Italiaansch- Turkschen oorlog van 1912 voorloopig aan Italië afgestaan. In dit bezit is Italië beves tigd door het accoovd, dat in April 1916 ge sloten is tusschen Italië, Engeland, Frank rijk en Rusland, op het tijdstip dat Italië in den oorlog ging. Ook hier beroept Grieken land zich op het nationaliteitsbeginsel. Op hetzelfde beginsel steunt de opeïsching van Thracië, dat na den oorlog van 1912 aan Bulgarije was toegekend. Het gebied, waar op Griekenland aanspraak maakt, wordt in het zuiden begrensd door de Egeïsche zee, het noordelijke gedeelte van het schiereiland. Gallipoli en de zee van Marmara tot Silivri, in het westen door de tegenwoordige Grieksch-Bulgaarsche grens en in het noor den door den loop van de Arda tot hare samenvloeiing met de Maritza, waarbij Adrianopel .en Kirkkilisse aan Griekenland vallen, en den loop van de Rezvai tot aan kaap Vniada. Ten aanzien van Konstantinopel en van hel oevergebied der zeestraten, refereert Griekenland zich aan de beslissing, die de mogendheden daarover zullen nemen. Wat Klein-Azië betreft, wordt de inlijving ver langd van het geheele westelijke gedeelte, de gebieden van Smyrna, Aivali en Artaki, cood-at de Egeïsche zee eene uitsluitend Grieksche zee wordt, in het westen, noorden en oosten door Grieksch vasteland ingeslo pen, in het zuiden door het Grieksche eiland .<andia afgesloten. Voor de Grieken in het binnenland van Klein-Azië wordt plaatse lijke autonomie verlangd. Di' z jj* de aanspraken, voor vva'ker be- vrediging Griekenland opkomt. Men is ge neigd te vragen: Wat zal er van Turkije te recht komen, wonneer al deze eischen een gewillig gehoor vinden? Dat is intusschen een vraag, waarvoor op deze conferentie zeer weinig belangstelling zal zijn te vinden. De aanneming van ee$e voorloopige grondwet door de nationale vergadering te Weimar, waardoor in Duitschland het optre den mogelijk is geworden van eene op wet- telijken grondslag steunende regeering, zal uit den aard der zaak van invloed zijn op de positie, waarin Duitschland staat tegen over zijne vijanden. Eene regeering, die haar mandaat ontleent aan de wettig geko zen vertegenwoordiging van het Duitsche volk, neemt natuurlijk een geheel andere positie in dan de regeering, die door de revolutie aan het bewind was gekomen. De 'Deutsche Allg. Zeitung drukt hare vreugde er over uit, dat hierdoor de andere wetlooze toestand, waaraan Duitschland onderworpen is, spoedig zal kunnen eindigen. Zij schrijft: „Niet voor niets dateert de Fransche pers hare berichten over de aan Duitschland op gelegde vernederingen steeds van den llen November, den dag waarop de wapenstil stand gesloten werd. Zoo vele dagen, zoo vele Fransche triomfen. Den 17en Februari is de onder zware offers verlengde termijn afgeloopen; dan moet Duitschland in slaat zijn met een naar binnen en buiteij voelbare verantwoordelijkheid nieuwe verplichtingen, verder reikende dan datgene waarvoor over eenkomst en recht den maatstaf aangeven, le weigeren, den preliminairen vrede te sluiten en de opheffing te verlangen van een toestand, waaronder Duitsohland zijne zaken nooit in orde zal kunnen brengen. Dit is vooral 3e opheffing van de blokkade, de openstelling van de grens voor een onbe lemmerd verkeer met het buitenland en de Invoer van voedingsmiddelen en grondstof fen om 7 industrie met -het allernoodigste te voor zien." Men verheugt zich aan Duitsche zijde dus er over, dat door het werk van de vergade ring te Weimar de gelegenheid is geopend om tot een beteren toestand te komen. Wat echter aan Duitsche zijde een reden tot blijdschap is, wordt aan de andere zijde aangevoerd als motief om in dubbele mate tegenover Duitschland op de hoede te zijn. Een voorbeeld hiervan levert de Temps, die wijst op de tegenstelling, dat men drie maan den na den wapenstilstand in Weimar bij eenkomt maar in Parijs uiteengaat. Lloyd George en Orlando zijn re.eds vertrokken, omdat de binnenlandsche politiek hunne tegenwoordigheid in het eigen land eischt; Wilson zal binnen kort moeten terugreizen. De Temps verheelt daarover hare bezorgd heid niet; zij schrijft: „Daar de intergeallieerden conferentie tot dusver slechts aan 't werk is geweest onder den vorm van vertrouwelijke gesprekken lusschen de regeeringen der groote mogend heden, zullen de ontstaande leegten alles ondersteboven werpen. Men zal van methode moeten veranderen of met werken moeien ophouden. Terwijl de zegevierende natiën de verrassing hebben voor dit dilemma te staan, heeft Duitschland de voldoening de afgevaardigden, die het den 19en Januari heeft gekozen, in goede orde te zien verga deren. Dit is geen vergadering, die inder haast benoemdis moeten worden om de voorwaarden v$n den overwinnaar te onder gaan. Het Duitschland van 1919 is niet, zoc- als het Frankrijk van Februari 1871, in ge sprek met een gebiedenden en haastigen vijand. De vergadering van Weimar is be noemd om de Duitsche regeering te helpen de orde te herstellen, de nationale eenheid nauwer toe te halen. Ween en in te lijven en weerstand te bieden aan de eischen van de geallieerden." Ten bewijze, dat de Duitsche regeering de zaken zoo opvat, beroept de Temps rich op de woorden, die het hoofd der regeerïng Bbert gesproken heeft bij de opening var. de eetste zitting der nationale vergadering. En zij vindt daarin aanleiding om waarschu wend uit te roepen: „De weken, die nu ver- loopen, zijn bindend voor de toekomst van Frankrijk en van de gansche wereld, lederen dag gebeurt er iets wat niet Is-te herroepen. Dit is het oogertblik om te waken, het oogenblik om te handelen. Men bedenkt dat in Weimar. Laat men ook in Par'js er aan denken." Bultenlandsche Berichten. P a r ij s 13 F e b r. (H.) ^Woensdagmor gen heeft een vergadering praats gehad van de internationale arbeidscommissie. De commissie, die benoemd is tot onderzoek van de gebiedsaanspraken van Griekenland, is gister namiddag bijeengekomen aan de Quai d'Orsay. P a r ij s 13 F e b r. (H.) De delegatie van de republiek Guatemala naar de vredescon ferentie, is naar Frankrijk op reis gegaan. B e r 1 ij n, 1 3 Febr (W. BDe Fransche delegatie in Spa heeft de Duitsche vertegen woordiging in den morgen van 13 Februari om half vier per telefoon verwittigd, dat zij het volgend telegram van generaal Wiegand had ontvangen: De op 16 Januari hernieuw de wapenstilstand loopt den 17cn Februari af. De geallieerde regeeringen hebben dc vcrlen-. ging van den termijn tot de onderteokeniog van den voorloopigen vrede goedgekeurd. Dientengevolge zhllcn de geallieerde cn Duit sche gevolmachtigden, welke de overeenkoms ten van 11 November, 13 December en 16 Januari hebben gesloten, bijeen moeien komen om over de verlenging van den wapenstil stand n& 17 Februari te beraadslagen. Het opperbevel der geallieerden heeft de eer het Duitsche opperbevel voor te stellen dc conferentie den 1 fen Februari*'s middags le Trier te doen plaats vinden, cn v.c 1 onder dezelfde omstandigheden als in Januari. Er wordt dadelijk antwoord verzocht. Het vertrok <ler Duitsche gedelegeerden heeft hedennnmiddag om vier uur in een extra- trein uit Berlijn plaats. Staatssecretaris Erz- berger, die van "Weimar komt, sluit zich in Kassei bij de Berlijnsche leden der commis sie aan. Brussel, 12 Febr. (H. R.) Ingevolge een besluit van den minister vun industrie en arbeid is de invoer van wijnen, spiri tualiën. ruwe tabak en manufacturen van heden af weer vrij. Weimar, 13 Febr. (W. B.) De rijks- pi^sident Ebert heeft gister namiddag de vertegenwoordigers van de Duitsche en zeide daarbij: Het is mijn taak en een eisch van mijn ambt met u allen in betrekkingen te treden, zonder er op le letten tot welke partij gij of ik behooren. Geen partij maar de groote meerderheid van het geheele volk heeft mij gekozen. Gij kunt dus ook van mij verlan gen, dat ik de president van het volk, niét yen een partij ben. Wij allen, die in het openbare leven poli tiek werkzaam zijn, hebben den plicht ons als vertegenwoordigers van het geheele volk te voelen. Partij-ideaien zijn slechts uit te voeren en mogen slechts uitgevoerd worden, alst zij aan de meening en aan het welzijn van het geheel beantwoorden. Tot dé demo cratie behoort ook de eerbied voor de mee ning van anderen. De groote meerderheid van u behoort tot de partijen, waaruit de nieuwe regeering wordt gevormd. De andere hoeren verzoek ik in onze daden niet slechts pel.jke te -willen zien en bij mij te onderstel len wat ik ook bij hen wil onderstellen: een diepe- ernstige opvatting van den plicht je gens h&t vaderland. Twee dingen behooren vóór alle anderen tof de taak der nieuwe regeering: den vre de te verzekeren en cle grondwet tot stand le brengen. Het werkprogramma, op grond waarvan de nieuwe regeering deze twee din gen zal oplosser., zal de minister-president morgen vootbjggen. Alle crie partijen, die daaraan meewerkten, plaatsten zich onvoor waardelijk op den bodem van de onver- valschte en onverkorre democratie. De de mocratie is voor Duitschland in een omvang verzekerd, zooals voor geen ander land. Ook onze socialistische idealen hebben de opstelling van_het program in aanzienlijke mate beinvloed. Wij hebben mogelijk ge maakt, dat volkomen overeenstemming ver kregen wordt over de wijze, waarop de so cialiseering moet worden begonnen. Die tak ken van bedrijf, die naar hun aard en hun ont wikkelingsgang een monopolistisch karakter hebben aangenomen en daarom voor de so- cialiseering rijp geworden zijn, in 't bijzonder de mijnwerken en de inrichtingen tot voort brenging van kracht, zullen door staat of ge meente overgenomen moeten worden. De socialistische partij zal hare idealen niet on trouw worden, maar zij weigert het beginsel van geweldpleging te stellen in de plaats van het beginsel van den organischen groei. Toen de tijd rijp was v<jpr de democratie, 'ontstond het democratische Duitschland. Nu moet het rijp worden voor het socialisme. Tot dien tijd moet de sociale gedachte alle handelingen van iedere regeering bepalen. De organen van de re^eering, die met de pers te doen hebben, zijn aangewezen hun werk le doen in een zin, d>e niets te maken heeft met beïnvloeding, maar die in staat is de medewerking van de pers in te roepen. Ik zeg heden en hel zou mij verheugen wannec-r ik daarbij uwe toestemming vond dat de vrijheid van de pers. hare kritjek, hare medewerking, opwekkingen en voorstel len. zooals dit alles in het huidige Duitsch land van iedere beperking bevrijd moet zijn, de noodzakelijke voortzetting van onzen ar beid in de regeering vormt en ons dag aan dag in levendig verband met de volksmee- nmg en den volkswil moet brengen. South port, 13 Febr. (R.) Op dc confe rentie van mijnwerkers werd een beslnit ge nomen, waarbij allé leden van den bond wer den aangespoord zich te verklaren ten gunste eener nationale staking, totdat de eischen der mijnwerkers ingewilligd zyllen zijn. Dc con ferentie stelt den 15don Maart voor als den datum, waarop het werk moet worden neer gelegd. Kaapstad, llFebr. (R.) In een debat in het huis van vertegenwoordigers over de republikeinsche beweging veroordeelde Sir Thomas Smartt de republikeinsche propa ganda. Hij zeide, dat ieder Engelschman en loyale Hollander tot het einde toe zou strij den voor de handhaving ven de unie. De waarnemende premier Malen verklaar de, dat het parlement duidelijk zijne stem moest doen hooren, voordot de nationalis tische deputatie, die aan Wilsdn onafhanke lijkheid wilde vragen, uit Zuid-Afrika ver trok. Zuid-Afrika heeft thans de onafhanke lijkheid en het is niet noodig, dat een depu tatie om meer vrijheid vraagt. Hertzog antwoordde, dat het parlement van de Unie hun geen vrijheid kon- geven. Daarom gingen zij naar Europa, waar hun vrijheid kon worden verschaft. Kameroverzicht Tweede Kamer Vergadering van Donderdag 13 Februari. FINANCIËN. Aan de orde is de stemming o\er het amendement-Teenstra op het begrootings- srtikel 4 van hoofd Vil B, 't welk werd aan genomen met 37 tegen 28 stemmen. De begrooting werd hierna-aangenomen met 66 tegen 3 stemmen. MARINE-BEGRÖOTING. Aan de orde is de verdere behandeling van hoofdstuk VIIB. De Minister, de heer N a u d i n t e n C a t e, zet zijn gisteren aangevangen rede voort en bespreekt eerst de personeelskwestie en zegt dat ook in de Novemberweek in 't algemeen geen daden zijn gepleegd, welke in strijd waren met de belofte, door dat personeel bij 0. .dén aanvang van hun indiensttreding afge- Duitsch-<^pstenrijksche pers ontvangen. Hij "Tegd. Gedurende die week is de leiding der marine in Den Helder niet in krachtige han den geveest. Deze had met kracht elk begin varvplichts verzaking den kop in moeten drukken. Teen spreker de overtuiging had, dat dit niet geschied was, kon hij dezen vlootvoogd niet langer handhaven. De konjst van den vicê-admiraal Hecking Colenbrander was of ficieel aangekondigd, in zijn rapport is al leen melding gemaakt van het gebeurde, ven criiiek heeft deze vice-admircal zich geheel onthouden. Naar aanleiding van het gebeur de in die week zijn de marine-autoriteiten van oordeel, dat in 't algemeen geen maat regelen tegen het personeel behoeven te worden genomen. De kern van de marine meet bestaan uit vrijwilligers, zoonoodig aangevuld met mili tie - n iniandsche matrozen.- De huisvesting der matrozen is niet vol- ncle, aan do wenschen van de heer-en ier van Twist e Schéurer zal hii zoo veel mogelijk tegemoet komen. Het vloeken moet jnet kracht worden onderdrukt. Hii zal overwegen wat hij kan dr.en voor een betere geestelijke verzorging der man schappen. Maatregelen zullen worden genomen, dat niemand door de nieuwe loonregeling achter uitgaat. De regeling der periodieke verhoo ging heeft eenipen tijd op zich loten wach ten, daar hij zich niet met de regeling van zijn ambtsvoorganger kon vereenigen. De bedragen welke uitgekeerd worden bij over lijden zullen worden verhoogd De kazerne in Rotterdam is verouderd en moet vervangen worden. Hij zal gaarne van den heer Schreuder vernemen op wélke gronden deze een reorganisatie noodig acht. Het'materieel is wel zwak, maar nipt waardeloos en was zeer goed in staat ons fend te verdedigen tegen een kleine natie. (Geroep: „Zwitserland"). De Minister geeft hierna een lijstje van den ouderdom der schepen en wijst er op, dat over een paar jaar slechts nog 3 schepen beschikbaar zullen zijn. Indien wordt overgegaan tot staking van den bouw der 3 op stapel staande schepen, dan betee- kent dat voor ons een schade v ruim 15 millioen gulden. Bovendien, ook al moc'nt de Volkerenbond tot stond komen, dan zullen wij deze schepen toch nog noodig hebben voor het verkeer mei Indië. De beide moties moet spieker ontraden. De heer B o m a n s (R.-K.) repliceert en handhaaft zijn.motie, wijl uit het debat van den minister duidelijk gebleken is, dat de handhaving van onze vloot geen nationaal belang meer is. De heer Hugènholtz (S.D.A.P.) dient n motie in, waarin de Kamer t' als haar oor deel uitspreekt, dat thans tot afschaffing dei- vloot kan worden overgegaan, en waarin zij den minisler verzoekt een commissie le be noemen, waarin ook niet-militairen zitting hebben, welke dit plan nader zal overwegen De heer Oud (V. D.) zegt, dat hef betoog van den minister hem in geen enkel opzicht bevredigd hec-ft- en hij kan daarom dezen minister ivet langer steunen. Hij handhaaft zijn motie, maar wrzigt deze in dien geest, dat gestaakt zal worden met den aan- en afbouw van de vloot. De heer A. P. Staalman (Chr.-Dem.) zegt, dat de rede van dezen minister hem totaal verbaasd heeft. Deze npnister erkent zelf: „In November heb ik raij vergist" cn daarom mag de Kamer hem geen dag langer handhaven. Zou de rechterzijde dit toch doen, dan laadt zij een zware verantwoorde lijkheid op zich. De heer Lohman'(C. H.) zegt, dat hij tegen de motie zal stemmen, al wil hij daar mede niet zeggen, dat hij vertrouwen heeft in den minister. De moties Ioopen echter op de toekomst vooruit. De heer Nolens (R. K.) zegt, dat het hier gaat om twee zaken: het beleid van deh minister en de marine-kwestie zelf. Die geen vertrouwen heeft in den minister kan tegen de begrooting stemmen. De moties zijn ech ter voorbarig. Zij loopen vooruit op gebeur tenissen die nog lang niet zeker. zijn. De heer L e 1 y (U. L.) zegt, dat het ant woord van den minister inzake den afbouw der drie schepen totaal onvoldoende is ged weest. De hoofdvraag is: «Wat moeten wij nog uitgeven voor den afbouw der schepen? En dit zou hij nog gaarne van den minister willen vernemen. De heer Van Ravesteyn (C. P.) du pliceert en zal tegen de motie-Hugenholiz stemmen, wijl deze een militaristisch stand punt aanvaardt. De heer Bom an s (R. K.) dupliceert en trekt zijn motie in, wijl zijn hoofdgedachte in die motie, nfl. de ontwapening, geen steun vond noch bij rechts, noch bij links. De heer Visser van IJ zendoorn (V. L.) motiveert zijn stem tegen beide moties, al wil hij daarmede niet ziin instem ming uitspreken in het beleid van dezen minister. En de heer Oud èn de heer Hu gènholtz hebben uit het oog verloren, dat wij een koloniale mogendheid zijn, zoodat wij, wat ook in Versailles 'besloten wordt, toch*een vloot noodig hebben. De heer M a r c h a n tt (V.-D.) verdedigt de motie-Oud. Spreker verdedigt de motie-Oud. De heer Schaper beveelt nadere aan neming van de motie-Hugenholtz aan. De M i n i s t e r verzoekt schorsing der be raadslagingen. De heer Schaper vreest daarvan een op-de-lange-baan-schuiving. De heer M a r c h a n t verlangt motivee ring van 's ministers verzoek. De heer Lohman meent dat als de mi nister schorsing vraagt, die moet worden toegestaan. De heer de Muralt is eveneens voor het toestaan van het verzoek. De heer Nolens dringt op metiveering aan. De Minister vraagt schorsing tot Woensdag, om enkele punten te kunnen na gaan. De heer Ketelaar wil eerst de spre kers, die ingeschreven zijn, laten spreken. De V o o r z i t t:e r vindt het goed. De heer Wij n\oop bepleit afschaffing der vloot. De beraadslagingen over de marine-be grooting worden daarna verdaagd tot Woensdag. Te 4 uur 15 wordt de vergadering ver daagd tot 's avonds o uur. adoring van Donderdagavond 13 beschouwingen v.orden gc- - Verg Februari. STAATSBEGROOTING VOOR 1019. Hoofdstuk VIII (O 9i' 1 o g). Aan «lc orde is de behandeling vaii Hoo'■<!- stuk VIII (Oorlog) der Staatshegrooting voor 1919. De algcmecno opend. Dc heer Bomans (R. K.) nicc-nt, dat voor alles aan dc orde is het vraagstuk van dé ver mindering van bewapening, in verband r.wt de reorganisatie van onze weermacht. Ook deze weermacht beantwoordt niel aan haai* roeping, zooals dc Minister zelf zal moe', a erkennen Dit is voornamelijk tc wijten aan den slechten möreclén geest in het leger. Spr. kan zich geheel niet de aangekondigde her vormingsplannen van den Minister vert, eni gen. Maai hoe hij zich dc reorganisatie van onze weemaclu denkt, hebben we nog niet vernomen. Spr. stelt de volgende motie voor: De Kamer, van oordeel, dat reed ll .tr.s, met de reorganisatie van de weermacht, (le uitgaveiï van Hoofdstuk VIII belangrijk kun nen worden verminderd, nondigf dc rcgcering uil dc daartoe strekkende maatregelen te wil len nemen, en gaat over tot de orde van den dag. De Jicêr Schaper: En wanneer trekt U die' nu weer in? De heer V a n Z a <1 e l h o I f (S D.) komt voor de ge-demobiliseerden op, die l Augustus 1918 zijn ontslagen. Spreker bepleit amnestie voor dc dienst weigeraars en Ijcloogt, dat velen, die in dienst gestraft zijn geworden, in dc burgermaat schappij ri'-li steeds goed hebben gedragen. Uit vérselieidenc brieven blijkt sprl;-dat de slechte behandeling der dienst voortduurt. Aan (leze dicnslwcigerru iroert amnestie worden verleend en door de strai'- lijslen moet de Minister een streep halen. Wil hij voorU de censuur opheffen? Voor den mi litair moet cr ooi; vrijheid van overtuiging zijn. De Minister moet de vergaderingen cn niel belemmeren. Ook voor den solt!nut moet het grondwettig recht van vereeniging cn vergadering gehandhaafd worden, ih t lijkt soms of de lioogerc cn lagere Lgnraiit'-'i iui- tvn vooral dc -oeialisten in liet legci willen legen werken. Dien indruk moed de Minister wegnemen. Dc heer De Muralt (U L. zegt, dat het merkwaardig Is, dat dezelfde mensehen. die vroeger steeds wilden worden geacht te heb ben tegengestemd tegen de. Oorlogsbegroolin- gen, thans moeten ervaren, dat ook zij nog wel eens een sterk leger noodig kunnen heb ben. Iloc. ging het Rusland en Duitschland? Iloe zouden Trolzky eh Noskè het daar zon der, hun. marine hebben moeten maken? AVij moct'Vi, of wij willen ol niel, op hef oogenblik ons leger handhaven. Maar wel moet cr hel „ancien régime" uit verwijderd worden. Wij moeten een volksleger hebben, zooals men dat ju Duitschland ook wil. Dc opperbevelhebber heeft den geest van den nieuwen lijd niet begrepen, maar de re- geerinfj heeft hem toch vier jaren g> haud- liaard en ook de Kamer. De lieer Snijiieis heeft fe elk geval ons land groote diensfeft bewezen en zijn scheiden had waardig r hun nen zrjn! Het leger meet gedemoci iliscerrt worden. Pe dcmocratisecring bereikt men niet door een kolonel een rede te laten hou den voor officieren, die tien jaren geleden i? afgestoken voor korporaals en soldaten. De demoeratiseering moet aanvangen bij dc op leiding dér beroepsofficieren, de verouderde voorschriften mo. ten worden opgeruimd. Het a.uital bi-roopMuiieieron bij de genie h.:u aan merkelijk worden verminderd. Di i\ 1 - kan als brigade niet worden gchn dhi nfd. Ifet verblijf lil de kazernes moet tot n mini mum w -rden beperkt. Sprekn komt er tegen op, dat de rve- offcieren, die worden gedemobiliseerd, wor den gezonden haar het Steuncomité. Sprekei* hoopt, dat de Minister den \erdc- ren bouw van bel fort Vlissingcn zul stakca». AniL rs zal hij met een motie, die daai l o uitnoodigt, komen. De heer D u a m acr van T v: i t A R ibetóogt. dat allen, naast God, ook den opper' bévelhebber Snijders hebben te danken hetgeen bij voor ons land heeft gedaan. W;tt de steunregeling van den Minister voor de - demobiliseerden betreft, dc Minister had te gelijk met (leze steunregeling de gronden, waarop zij ruslle, moeten bekend maken. Als er gesteund zul worden, wil spreker rich niet houden «ran oen grens van f,6 per ma in d. Steun moet worden verleend naar de b> lu-of te; de een moet f 2 ontvangen, de ander 0 of meer. Uitvoerig I Mvandelt spreker vervolger- plannen van den Minister, aio len aanzien \an dc algeheel»- reorganisatie, voorloopig wil of- wachten.. Er bestaan thans drie commissies, die vooi de Harskamp, die voor dc rechtspositie van de militairen: beneden den rang van oliiciei, en dc commissie Fabius voor dc morgan; al.c van (le weermacht. Hebben deze commeVics nog geen rapporten uitgebracht? Zoo jn. dan moet de Minister deze bekend makein Is de Minisler bereid, om, als de I-cgc commissie zich daartoe niet v il laten vinden, een aparte commissie in te stellen voor bet onderzoek naar het besteden der toegestane gelden? Spr. bepleit voorts een betere pen sioenregeling en ruimere subsidies voor d® militaire tehuizen. De heer Reijmcr 0' K) bespreekt cc schade, die voor belanghebbenden is voortge vloeid uit de toepassing van de wet op den slaat van oorlog en van beleg, van -> Me. 1S99 De heer Van Ravesteyn (Commklaag' over hot optreden van het militair gezag tc* gen over zijn pnrtijgenoofen. Het verwijt van den heer De Muralt tegenover Rusland is on billijk. Indien de arbeiders in rv deel der wereKl tot de maetlT ziin afkomen en zii bic den de»

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1919 | | pagina 1