iHKwnsnDs rsr r: „DE EEMLANDER" PRÜS DER ADVERTEHTilH X TWEEDE BLAD. BINNENLAND 0 WILLEM GROENHUIZEN o J Langstraat 43, Amersfoort J e Goud- en Zilverwerken c o o FEUILLETON. LIS DORIS 17e Jaargang No. 244 prr post f 2.30. per week (met BHtie verrekering tegen ongelukken) f 0.15. atiqnderlijke nummci» f 0.05. - Wekehjksch tAKosgtel >Weccldrevue* per y maanden 60 cent. HOOFDREDACTEUR: M». D J. VAN SCHAARDENBURG UITGEVERS: VALKHOFF 4 Co BUREAU: ARNHEMSCHE POORTWAL, wore UT„CHT9Chestn INTERCOMM. TELEFOONNUMMER 513 Zaieraag 12 April 1919 dienstaanbiedingen V5 regels f 0.50, groote letters naar plaatsruimte Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordcclige bepalingen tof het herhaald advcr* tecren In dit Blad. hi) abonnement. Gene circulaire bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Uit dp Perj „Terhetering" tier XetlerlHiulich® greus- In den geest der kanüeeker.inger# die wij plaatsten onder het bericht van de Londen- sche Daily Mail omtrent wijziging der Ne derlandsche grens bij den Eemsmoncl en de Noordelijke pimt van den linker-Rijnoever maakt ook de Nieuwe Rottendam- sche Courant in een hoofdartikel „Zon derlinge bepalingen'' enkele opmerkingen. Ten aanzien van de kwestie van den Eems mond schrijft het blad „Voor zoover ons bekend is, zijn de rech ten von Nederland door geschiedkundige onderzoekingen voldoende to staven, om ■net het nieuwe Duitschland de zaak in der minne te schikken. «Van het oogenblik af. Jat Duitschland van zijn zijde geen militai- ristische overwegingen rner "zal laten gel den, kan, dunkt ons," eene bevredigende regeling niet zoo wonder moeilijk verkrijg baar zijn. Een bijzonder voorschrift daar omtrent in het vredestractaat lijkt volstrekt overbodig. Trouwens, indien Nederland en Duitschland het niet eens konden worden, en de volkerenbond tot stand is gekomen, zou een beroep op dit instituut ook zonder dat dit in het vredestractaat uitdrukkelijk wordt gestipuleerd, niet uitgesloten zijn." Ten aanzien van het. Rijnoever-gebied schrijft het blad „Wat den gebiedsafstnnd van Duitsch land ten bate van ons land aangaat in dien inderdaad de correspondent van de Daily Mail juist ingelicht mocht zijn, dan lijkt ons deze bepaling bedenkelijk. Zij zou neerkomen op cene soort van zochten drang op Nederland uitgeoefend, om mede te werken tot terugdringing van Duitschland tot achter den Rijn. Het komt ons voor, dat het niet op den weg van Nederland ligt, op deze wijze de belangen der Entente te die nen." Het blacl citeert dan dé* uitlatingen van een correspondent van een ander Engelsch blad. België, heet het daarin, verlangt geen Hollandsch gebied in te lijven, doch niette min wil het zijn positie aan de Schelde ver beteren, en tegelijk Holland in staat stellen, zijn grens te verbeteren. Dit „proces" zal ons gemakkelijker worden gemaakt door ver betering van onze .grens aan de Eems en door den Duitschen inspringenden hoek langs den Rijn te verkleinen. „Een goed verstaander heelt rdet veel woorden noodig. De „verbeteringen", die hier voorgesteid worden, en iets later zon- derlingerwijze worden aangeduid als een „proces", dat vergemakkelijkt moet worden, zouden blijkbaar moeten bestaan* uit een gebiedsafstand, aan dc gehelde, waartegen gebiedsvermeerdcring in het Oosten zou over staan, eene zuivere versjachering dus van provincies cn gebiedsdeelen, in vier kanten strijd met de beginselen van Wilson. Zoo komt het telegram van den corres pondent van de Daily Mail in een nieuw licht. Hetgeen ons volgens dat bericht in uitzicht gesteld v/ordt, moet dienen als lok aas, om ons tot gebiedsafstand aan de Schelde, die dan het mom von grensverbc- tcring zou verkrijgen, over te halen Hej is, dunkt ons, voldoend^ dezen proef ballon le signaleeren. Ons standpunt daar tegenover kan geen onder zijn, dan wij doen aan zulk een handel niet mee. Neder land is bereid, omtrent de vaar? op de Schelde in minnelijk overleg te treden. Het wil alle zelfs overdreven cischen van België toetsen en tegemoet komen aan alle ver- langefts, die met de belangen van ons land vereenigbaar zijn. Tegen den duidelijk ge bréken wil der bevolking in eene zooge naamde grensverbetering bewerkstelligen wil Nederland nipt. En allerminst zal het vooruitzicht, een stuk vreemd gebied met eene mct-Nedvriandsche bevolking aan ons land ir kunnen toevoegen, ons duartóe overhalen. Indien België zich vei beeldt dat het min nelijk overleg, waartoe Nederland bereid is, daartoe kan leiden, iviera het wellicht beier niet ondernomen. Het kan dan tot niet meer dan lot ongewenschte wrijving en verwijde ring leiden, die beter zullen worden voor komen." Wat <!e bolajewliteit In «na laesil willen. Tn „De Tribune'' van Dinsdagavond wordt het program gepubliceerd, dat ook door de Communisten in Nederland als leden van de Communistiche Internationale is aangeno men. Daarin wordt o. a. gezegd: „Dc verovering _der politieke machi door het proletariaat beteekent de vernietiging der politieke macht van de bourgeoisie en de vernietiging van het vijandelijke staats- instrument: de ontwapening der bourgeoi sie en de bewapening van het proletariaat of de roode arbeidersgarde; de verwijdering van alle burgerlijke rechten en de instelling van proletarische rechtbanken. „Het proletariaat, als overgroote meer derheid der bevolking, oefent geheel open lijk de klassemacht zijner raden uit, tenein de de klasse-voorrechten der bourgeoisie te verwijderen. Het Radensysteem is dus ge baseerd op de massa-organisatie van het proletariaat, op de raden zelf, de revolution- naire vakorganisatie, de coöperaties enz. „Als eerste sehvede op den ler-socia- liseering van de geheelc maatschappij gel den de socialiseering der groote bankinstel lingen, oeconomische staatskopitalistische lichamen, de overname van alle gemeente bedrijven, de socialiseering van dc groote goederen dei grondbezitters. „Op het gebied der distributie moet de priletarische dictatuur den handel verven- gen door de planmatige verdeeling der producten door socialiseering van de en- grosrzaken, de overname van alle burgerr lijke, staats- cn gcmeente-distributie-instel- lingen door het proletariaat enz. Naast de onteigening der fabrieken, mijnen, landgoe deren enz., moet het proletariaat de groole huizen in handen geven van de plaatselijke sowjels, het proletariaat onderbrengen in de kapitalistcrtwoningcn enz." Del ij d schrijft naar aanleiding hiervan: En de kleine communistische minderheid, die uit de provinciale stembus te voorschijn is gekomen, wil aan geheel Nederltand deze krankzinnige misdadigheid opdringen, daar bij rekenend op de revolutionraire zuiging in de S. D. A. P., op het „geschikte oogen blik" von Troelstra's ingrijpen, op zekere lijdzame stemming in de publieke opinie, op bet gebrek aan zich verwerende energie bij plaatselijke overheidspersonen en op den angst von de burgerij, die zich, ondanks haar meerderheid zoo redeneert men onmiddellijk zal laten intimideeren^ indien een Arbeiders- en Soldatenraad met machi negeweren en revolvers zal optreden. De mislukking van dergelijke berekening zal alfeen afhangen van de wijze, waarop men tijdig de tegen-organisatie voorbereidt! In een ingezonden stuk in de N. R. Ct. deelt de majoor van de marechaussee te Arnhem G. J. P. A. Thomson, naar aanlei ding van allerlei geruchten over invallen van Duitsche bolsjewiki mede, dat de r.egeering maatregelen heeft genomen. Hij juicht het toe, dat het Nederlandsche volk hier in het Oosten van ons land heeft gezien, dat de regeering waakzaam is; dat zelf een troepenverplaatsing reeds geschied de met het oog op mogelijke aanvallen uit het Oosten en dat de hindernissen, die reeds waren opgeborgen, weder te voorschijn kwa men op plaatsen, waar ze vier jaren Irouw een afwachtende houding hadden ingeno men. De regeering heeft dan ook eenigo maat regelen genomen, doch m. i. onvoldoende. Majoor Thomson wil verder gaan; véél ver der, en geeft het volgende als zijn meening dienaangaande te kennen: Onze regeering stelle zich in verbinding met de Duitsche regeering, ten einde waarborgen te eischen, dal er geen Duitsche troepenafdcclingen (lees gewapende Spartacisten) ons lni-cl bin nen zullen rukken; onze regeering eische alzoo afdoende maatregelen in zake de Duitsche grensbewaking I\en do Duit cho regeering geen waarborgen geven, dan zoe- be men overeenstemming te krijgen met de entente, ten einde het ons mogelijk re ma ken om in verceniging met Engelsche, Amc- rikaansche, Belgische of Fransche troepen ook een gedeelte van Duitsehland, tor breed te van 25 K.M. ten Oosten van onze grens te bezetten, vormende uls het ware een ver lenging van de neutrale strook der Entente- legers; een strook alzoo, waarin ook wij zeggenskracht hebben, om een binnenruk-» ken van Spartacisten, behoorlijk uiig riist met allerlei verfijnde oorlogsarlikclcn te voorkomen. Voorkomen, dat is hetgeen *vat wij moe ten. Is eenmaal de Spartacistische olievlek- in een gedeelte vpn ons land binnengeko men, dan zijn wij, wellicht niet -direct ver loren, dan toch r-eeds veel kwijt. Om tot dit doel-te geraken, zou een ge deelte van ons leger gemobiliseerd'moeten worden, niet om oorlog le gaan voeren le gen Duitschland, begrijp mij goed, neen; mobiliseercn voor ons eigen leven en goed, voor allé" waarachtige vaderlanders, die orde en welvaart wenschen in stede van t oof, moord en dwingelandij van een minderheid, zooale öns de voorbeelden in Rusland, Duitschland cn Hongarije toonen. Onze wel denkende arbeiders, wij Nederlanders, die waarlijk toch onder democratische wetten en beginselen leven, wij toch hebben door onze ondubbelzinnige liefde voor hel Vor stenhuis, zoo spontaan in November geuit; door onze uitingen van gehechtheid aan het behoud van den vaderlartdschen bodem, getoond, dat Nederland ons lief is, dat d overgrootle massa van het Nederlandsche volk niet rijp is voor een revolutie, voor eer. burgeroorlog met al zijn verschrikkingen, zijn ellende, zijn verdriet, zijn hongerlijden, Ked«nkemtt advies. Men herinnert zich dat de Nieuwe Rotterdam sche Courant onlangs als haar opinie uitsprak dat nu wij c-en nieuw kiesstelsel hebben gekregen de Eer ste Kamer dient te worden ontbonden, wijl zij een zedelijken grondslag mist. De (Chr. Hist.) Nederlander noemt dit een be denkelijk advies. „Nemen wij eer. oogenblik aan, dut de bewering juist ware. Dan zou. daaruit vol gen, dat bijv. bij invoering van Vrouwen kiesrecht een nieuwe ontbinding zou moe ten plaats grijpen. En niet alleen dat. Als nien in di' verband van een ontbreken van een zedelijkén grondslag spreekt, kan zulks toch niet alleen liggen-» de fcrmeelc ver andering van het kiesstelsel, maar zeker niet minder in de veranderde groepeering van het kiezerscorps. Wij bedoelen dit. Stel dat de nieuw samengestelde Statencolleges in dezelfde provincie dezelfdee meerder heden zouden opleveren als in dc bestaand^. Dun zou het toch zeer formalistisch zijn een ontbinding van de Eerste Kamer te vorderen, alleen omdat dit resultaat op andere wijze bereikt is dan eertijds, daar ieder begrijpi dat dan juist dezelfde Kamer zou worden gekozen als thans zit. Anders staat het, indien de nieu we Statencolleges andere meerderheden zouden te zien geven, zoodat een andere linksche Kamer de plaats van de oude zou innemen. Dan zou er in den gedechtengang van de N. Rotterdammer eerder reden.zijn tot ontbinding. Want dan is in haar ge- dachtengang de zedelijke grondslag zeker weg. Doch don is niet meer het motief, dat op andere wijze en met een ruimer kiezers corps is gestemd, doch alleen, dat uit het resultaat der verkiezing een vc-randering van de volksovertuiging blijkt. Dus zou in dit systeem de Eerste Kamer altijd moeten vtarden ontbonden als de Statenverkiezin gen een ander geluid gaven dan de verkie zingen waaruit dc zittende Tweede Kamer is voortgekomen." Toch hoeft men geluk kig nooit deze conclusie getrokken, al weer omdat zij lijnrecht zou ingaan tegen het denkbeeld, dat aan dc verkiezing af treding in gedeelten der Eerste Kemer ten grondslag ligt. Zoo zou ook de Eerste Ka mer volkomen worden verpolitiekt, terwijl zij juist zooveel mogelijk boven de partij politiek behoort te staan. Met name van de zittende Kamer is nooit aangetoond, dat zij in dit opzicht belangrijk zou zijn tekort geschoten en dat wordt dan ook door do N. Rotterdam m e r niet beweerd. Wij noemden het advies bedenkelijk. Omr dat het de constitutioneel»* beteckenis van de Eerste Kamer miskent. Maar ook nog, hoewel geheel in de tweede plaats, om een prakt isch-politieke 'reden. In deze gevaar lijke tijden is een krachtig gouvernement een zegen. Dit gouvernement heeft getoond kiachtig te zijn en tevens doortastend op sociaal gebied. Algemeen, ook bij links, heeft 'het een goede pers. Elke verzwakking is dus nhdeeHg voer het land en wij kunnen ons niet anders voorstellen of vele libera len denken daar evenzoo over. Ontbinding van de Eerste Kamer nu kun leiden tot omzetting van dit college, hetgeen de Re- gcering in moeilijkheden zou kunnen bren gen, moeilijkheden, die thans niemand mag wenschen." I>« Arbtthier en het prodnetie- nroee». Een dër# politieke dogma's en gemeen- plaotsen door de Nationale Staat- k.u n d i g e G i Ts gelaakt, is, dar ,/le arbei der" te weinig invloed op het productie-pro ces heeft en dat de tijd van zijn economische emancipatie is aangebroken. „De arbeider" men verzuimt dit op te merken heeft op het productie-proces juist evenveel of even weinig invloed uls ieder ander, in wiens handn niet de hoogre of lagere leiding er van berust. Het is waar, de kleine winkelier, de kun stenaar, de publicist, zij allen zijn in zekeren zin meer zelfstandig. Maar hebben zij daar om ook meer invloed, rechtstreeks althans, op wat wij algemeen onder het productie proces verstaan Wij vragen niet dat „de arbeider" meer invloed op de kunst zal hebben, omdat nu eenmaal alléén de kunstenaar tot taak kan hebben ons kunst te bieden. Wij eischen evenmin .dat „dc aTb'eider" de techniek zou bepalen, overtuigd als wij zijn det dit slechts bij den technicus in de juiste handen is. Waarom zou die andere sociaal-economi sche taak, het Ieidèn der productie, dan wel voor een deel moeten worden overgedragen aan handen, die dódrvooC niet méér ge vormd of geoefend zijn dan tot het boelsec- ren von een beeld of schrijven van ccn drama De eisch kan niet beleekcnen, dat de in- dividueele arbeider kans behoort te krijgen cene plaats in de leiding in te nemen. Want die kans heeft hij, sedert drie, vier honderd jaar eigenlijk, in het eene tijdperk wat meer, in het andere wat minder, dc laatste halve eeuw, met zijn snelle economische ontwik keling, mer dan ooit. De geheele lagere leiding van het pro ductie-proces, en drie kwart van de hoo gere, stamt uit eènvoudigen kring. De groot vaders van haast al ónze industrieelen en groote handels-ondernemers waren arbeider of klein-baosje. Men kan zelfs niet zeggen, dat er te wei nig plaatsen open zijn .om velen een kans te doen krijgen. Want de kracht is door loopend loonden wij hier- of daarvoor maar een goede kracht vinden. Dikwerf zal die onder de groote massa schuilen, maar daar- niet ontdekt worden. Maar wie weet een middel die ontdekking te vergemakkelijken Meer kennis bijbrengen Hel gaat im mers niet om kennis, maar om kunnen. En het kunnen bewijst -men slechts" in de praktijk. Dc knapste professor is veelal een geheel onbruikbaar chef of onder-chef van een onderneming, en een schrander baasje zonder veel meer kennis dan die de lagere school hem gaf, wordt _ynor zijn organisce- rend talent, zijn kijk, zijn vermogen met menschqn om te gaan en menschcn te *be- 'heerschen, met goud betaald. Er blijft nog écne taak te verrichten^ vooral in ons land Door beter en meer: vakonderwijs het onderkennen van hoogere economische bruikbaarheid te vergemakke lijken. Voor de vervulling dézer taak heb ben dc „arbeidersvrienden" bij uitnemend-'j heid, de socialisten, zich nimmer beijverd.' Het verschaft hun immers niet de massa l De klacht kan misschien gedaan worden, dut „bourgeois-zoontjes" zooveel gemakke- 1 lijker aan het hoofd van zaken komen. Zij is gezond, maar het* bezwaar moeilijk te verhelpen. Leiding kunnen geven veronderstelt reeds boven anderen uitgekomen zijn, een A.*ind boven de massa uitsteken. Ook bij staats- of gemeente-exploitatie, zelfs onder socia-^ listisch bewind, zijn hl* niet de eigenlijke arbeiders, maar de boven hen uitgekomen elementen met bedenkelijk „bourgeois"- uiterlijk, aan welke de hoogere functies worden opgedragen." Een mogelijke "bedoeling van den eischi tot meer invloed op het productie-proces lieten wij onbesproken. Het is cle zooge naamd constitueele fabrieksleiding. Er bestaat in niet veel opzichten een com munis opinio in de wereld, maar deze mee ning is vrijwel algerrteen dat het parlemen taire stelsel, het stelsel van éc eenige hon derden die mee-besturen, wellicht op poli tiek gebied het eenig mogelijke toch hoog stens het minst slechte genoemd kan wor den. Kan er eenig ideaal in schuilen het op economisch terrein over te brengen Waarom dan elkaar na te praten dat bet mogelijk zou zijn den arbeider meer invloed op het productie-proces le geven? Berichten ïtoter veilen. De Minister van Landbouw heeft een •wetsontwerp ingediend, strekkende over te gaan tot intrekking van de wet van 1 Juni 1918 (Stbl. no. 307), houdende bepalingen, afwijkende van die der Boterwet. De nood zakelijkheid, die tot de totstandkoming van de wet geleid heeft, is thans vervallen, ver klaart de Minister in de toelichting. Sedert cle laatste weken zijn n.l. de vooruitzichten voor den aanvoer van grondstoffen voor margarinefabrieken gereedelijk gunstiger ge worden, zoodai ook zonde r menging van boter en niet van melk afkomstige vetten in de behoefte aan niet te dure vetten zat kunnen worden voorzien. Reeds zijn belang rijke partijen plantaardige vgtten en oliën, alsmededierlijk vet.(spek) van overzee aan gevoerd, terwijl krachtens een met cle ge allieerde mogendheden gesloten overeen komst, een veelvoud van deze hoeveelheden in de eerstvolgende maanden zalkunnen worden aangevoerd. Volgens die overeen komt zal ons land in de periode October 1918—October 1919, mét inbegrip van de eigen boterpróductie, de beschikking kunnen erlangen over in totaal 100.000 ton vetten en oliën; daarenboven kan buiten difcrfanf- soen, zonder eenige beperking van hraveel-~ heid, reuzel worden aangevoerd. Tevens zat voor de vetvoorziening ten onzent kunnen beschikt worden over de binnenlandscho productie van slachtvetten en van plantaar dige oliën. Door een en ander is de binnen- Iandsche voorziening met goedkoope vetten (margarine, bakolie) op den voet van het normale verbiuik voldoende gewaarborgd. De algemeer.e economische vooruitzichten toch nöpen daarbij reeds nu voorbereidingen te treffen voor een mogelijken uitvoer van boter met de noodige waarborgen van echt heid en kwaliteit. Ten zeerste zal nu Je afzet van de Nederlandsche productie van slacht vetten en var. wereldmarkt moeilijkheden on dervinden^ indien niet aan het btatenlaru? Het getuigt van domheid, laaghartigheid en zwakheid, zoo men z'n tegenstander slechts op grove of beleedigende wijze weet te bestrijden. ooo o<o o oo <o e> °°-r t -- De Roman van een Nederlandsche:?. Schilder. Naar bet Engelsch van MAARTEN MAAHTENS door J. L. van der Moer. 90 Och, dat kan me niet schelen. Is zc bed legerig? Lis haalde zich een hoekje van de kamer voor den geest, waar de bedstee was, waarin rijn vader zoo lang gelegen had. Ja, cn waarschijnlijk zal zc wel blijven liggen. Die vrouw is mij 'n voortdurende kwelling. Nu is weer dc onzinnige gedachte bij haar opgekomen om haar kind te wiLUu zien' "Wat? zei Lis. Nadat ze 't al hoeveel jaar totaal verge ten heeft? Vijftien? Bijna twintig. Nu, z.ic 's aan. 't Is 'n krankzinnig idee. Ze zegt dat ze gaai sterven en klaagt cn schreeuwt voortdurend. Zoo'n vrouw liad 'n gceseling verdiend. Daar is 't nu te laat voor. De predikantsweduwe zuchtte plechtig en dronk haar thee uit Men kon haar hooren drinken en zag bij eiken slok haar keel bewe gen. En dan zeurt ze dat ze 'l meisje vergiffe nis wil vragen. Wat 'ri malligheid! Goeie hemel! Als dat 't geval is, dan moeten wc 't meisje laten overkomen, ver klaarde Lis. 't Is belachelijk! Zoo veel onkosten le maken! Zc kan wel per brief vergiffenis vra gen. WV moeien er wat op zien ie vinden, her nam hij. hl gedachten. Ik vrees dat ik me te wéinig van dat kind heb aangetrokken. Zc i\ bizonder leelijkl Jullie artisten bobben 'n manier van spreken, die ik niet recht begrijp. We bedoelen niets kwaads. Die Fransche Barones heeft mc drie portretten gezonden, waarop 't meisje cr alles behalve bekoorlijk uitziet- Dat kind is totaal veranderd. Zoo gaat 'l gewoonlijk met kleine kinde ren. Ik znl cr tivcr schrijven. U meent toch in .ernst dat de moeder werkelijk zwaar ziek is en behoefte gevoelt om vergiffenis tc vragen? Zeker omdat ze haar kind roomsch heelt laten rdaken! Maar die zonde heb i ij begaan. Lis... dat is 'n betreurenswaardige, groote zonde, die men haar eigen1 ijk niet kan aan rekenen i Lis schreef dus, tegen zijn zin aan Jetta, nadat hij zich zelf had over tuigd,*dat de gees telijke krankheid van de drankzuchtige moe der zelfs nog erger was dan dc lichamelijke. De dagen gingen voorbij. IIij had een En gelsch echtpaar en twee Duifcbers Ic logee- ren, allen bevriende kunstenaars Hij begon aan het schilderij, waarvoor Saskia als mo del zal. en was weldra hard aan bet werk. Het was een plastische voorstelling van een zinnelijke vrouw..Zijn landschap had hij tegen den kalen wand van de studeerkamer gehan gen. Uren lane koniiij in stilte in .Abraham's Schoot" naar het doek liggen turen, met ge mengde gevoelens van vreugde en van smart. Na verloop van eenige dagen kwam .Tetla's antwoord. Dc opvoeding van bot meisje*was thans voltooid, en in het klooster had men cr reeeïs over beraadslaagd, welke bestem ming men haar zou geven, Impend dat de pleegvader Lis wel iets van zich zou doen hooren'. Zij zou een betrekking als gouvernan te kunnen zoeken, bij voorkeur in Nederland, Vaar de kennis van de Fransche taal haar goed zou kunnen' tc pas kom Natuurlijk kon zij eerst haar moeder con bezoek brengen, indien dit wenschclijk werd gracht. In bel klooster was zij nu zoo zachtjesaan een beetje overbodig, veronderstelde Jelta. Lis schreef aan de klooster-overste, met verzoek het meisje naar Nederland te zen den, waar zij aanvankelijk ook onder dak zou komen bij de predikantsweduwe, die cr vurig* naar verlangde baar weer te bekearen. Het tweede gedeelte van Telia's brief Wékte geheel andere gedachten bij hem op en veroor zaakte hem nieuwe zorg. De dagen van mijn man zijn geteld", schreef zij. ..Een vreeselijké ziekte heeft zijn lichaam langzamerhand on- ':,,d. cn genezing is niet mocaliik. De dokters hebben me gezegd dat hii misschien nog een jaar kan leven. Ilij weel dit zelf niet en tot nu toe leed hij niet veel. Maar hij is zóó ellendig, dat ik het niet kan aanzien, en hij tobt vreeselijk. „Lis, ijk kan er niets aan doen, maar ik schrijf met dezelfde post aan .Tob Boonhakker en%verzock hem naar hier te komen. Ik geloof dat hij de mmi is. dien Odo het liefst bij zich heeft; zeker heeft hij hem op het oogenblik het meest noodig. Het is waar, dal mijn leven, met dien man in huis, vroeger ondragelijk was; maar de dood brengt in alles verande ring. Laat Odo maar in z ij n armen stcrVfen. als hij dit" gaarne wenscht. „En een paar dagen geleden, toen hij een beet ie ijlde, na liet gebruik van een wat ster ke dosis ehloraal. praatte hi; van het grootste geluk dat .Tob hem uit Holland moest bren gen, eer hij stierf Want hij preekt van ster ven, ofschoon bij niet weet. dat hij er zoo na aan toe is. Toen ilc cr heni later naar vroeg, zei hij dal .het werkelijk zoo was. Jol) heeft te Aldcrvank nog" ccn schilderij, dat mooier is dan een vaiual de andere, die Odo ooit heeft laten zien. Zijn grootste geluk zou wezen, di» schilderij, -dat bij voor de kunstwereld altijd onzichtbaar heeft gehouden, ten toon le stel len. Het zou een afdoend antwoord zijn op de praatjes en op do verwijtingon/dat hij niets nieuws meer kan schilderen. Ik kan me er zoo gchec-l indenken, cn in zijn gevoelens doelen. Arme jongen! Ik voel me zoo gelukkig voor hem! Én ook voor mij zelve!" Na lezing van dcien brief, liet Lis dc nacht voorbijgaan. Maar 's morgens vroeg, eer zijn gasten op .waren, sloop hij naar het voorma lige studeervertrek van wijlen den dominee, nam het schilderij van den wand, pakte hot in cn zond het, zonder eenige verklaring, aan „Den»lieer Job Boonbakkcr, te AldervanU", XLIII. Wanneer bon je van plan om weer ccn\ wat aaii 't schilderij te werken, vroeg Saskia. vrijmoedig, terwijl zij om den hoek van het huis kwam. Lis Tmtslelde. Ilij was juist bezig het over geschoten brood voor de vogels te strooien. Je hebt al in geen weck iets uitgevoerd. I Is nu juist zoo'ii* prachtige morgen om tc schilderen. Dc ochtend is veel mooier om de mus- sehen tc voeren? Je moet vooral musxehen voeren: ze doen meer kwaad dan goéd. Zc worden vet. Sja! riep Lis tot de vogels, die van alle kanten kwamen aanvliegen Ja. dal helpt je wat! Kom ga mee naar binnen? Dat schilderij is werkelijk heel goed.' Nee, 't is heelemaal niet goed. Saskia riep de gasten er bij. die zich op liet grasveldje bevonden. Men sprak Engelsch, na tuurlijk wel min of meer gebroken. 't Is prachtig weer, zei een van de (wee, Duitschers, die cr nog al mager uitzag. Net "n mooie dag voor 'n pic-nic. Dat zou leulc zijn. Nee. nee, riep de ander, die meer cor« pulent was, terwijl ze allen naderbij kwamen» r.ee, nee, van morgen moet er gewerkt wojV den. 't Schilderij moet af. 't Is uitstekendl (Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1919 | | pagina 5