iHKwnsnDs rsr r:
„DE EEMLANDER"
PRÜS DER ADVERTEHTilH X
TWEEDE BLAD.
BINNENLAND
0 WILLEM GROENHUIZEN o
J Langstraat 43, Amersfoort J
e Goud- en Zilverwerken c
o o
FEUILLETON.
LIS DORIS
17e Jaargang No. 244
prr post f 2.30. per week (met BHtie verrekering
tegen ongelukken) f 0.15. atiqnderlijke nummci»
f 0.05. - Wekehjksch tAKosgtel >Weccldrevue*
per y maanden 60 cent.
HOOFDREDACTEUR: M». D J. VAN SCHAARDENBURG
UITGEVERS: VALKHOFF 4 Co
BUREAU: ARNHEMSCHE POORTWAL, wore UT„CHT9Chestn
INTERCOMM. TELEFOONNUMMER 513
Zaieraag 12 April 1919
dienstaanbiedingen V5 regels f 0.50, groote letters
naar plaatsruimte Voor handel en bedrijf bestaan
zeer voordcclige bepalingen tof het herhaald advcr*
tecren In dit Blad. hi) abonnement. Gene circulaire
bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Uit dp Perj
„Terhetering" tier XetlerlHiulich®
greus-
In den geest der kanüeeker.inger# die wij
plaatsten onder het bericht van de Londen-
sche Daily Mail omtrent wijziging der Ne
derlandsche grens bij den Eemsmoncl en de
Noordelijke pimt van den linker-Rijnoever
maakt ook de Nieuwe Rottendam-
sche Courant in een hoofdartikel „Zon
derlinge bepalingen'' enkele opmerkingen.
Ten aanzien van de kwestie van den Eems
mond schrijft het blad
„Voor zoover ons bekend is, zijn de rech
ten von Nederland door geschiedkundige
onderzoekingen voldoende to staven, om
■net het nieuwe Duitschland de zaak in der
minne te schikken. «Van het oogenblik af.
Jat Duitschland van zijn zijde geen militai-
ristische overwegingen rner "zal laten gel
den, kan, dunkt ons," eene bevredigende
regeling niet zoo wonder moeilijk verkrijg
baar zijn. Een bijzonder voorschrift daar
omtrent in het vredestractaat lijkt volstrekt
overbodig. Trouwens, indien Nederland en
Duitschland het niet eens konden worden,
en de volkerenbond tot stand is gekomen,
zou een beroep op dit instituut ook zonder
dat dit in het vredestractaat uitdrukkelijk
wordt gestipuleerd, niet uitgesloten zijn."
Ten aanzien van het. Rijnoever-gebied
schrijft het blad
„Wat den gebiedsafstnnd van Duitsch
land ten bate van ons land aangaat in
dien inderdaad de correspondent van de
Daily Mail juist ingelicht mocht zijn, dan
lijkt ons deze bepaling bedenkelijk. Zij zou
neerkomen op cene soort van zochten drang
op Nederland uitgeoefend, om mede te
werken tot terugdringing van Duitschland
tot achter den Rijn. Het komt ons voor, dat
het niet op den weg van Nederland ligt, op
deze wijze de belangen der Entente te die
nen."
Het blacl citeert dan dé* uitlatingen van
een correspondent van een ander Engelsch
blad. België, heet het daarin, verlangt geen
Hollandsch gebied in te lijven, doch niette
min wil het zijn positie aan de Schelde ver
beteren, en tegelijk Holland in staat stellen,
zijn grens te verbeteren. Dit „proces" zal
ons gemakkelijker worden gemaakt door ver
betering van onze .grens aan de Eems en
door den Duitschen inspringenden hoek
langs den Rijn te verkleinen.
„Een goed verstaander heelt rdet veel
woorden noodig. De „verbeteringen", die
hier voorgesteid worden, en iets later zon-
derlingerwijze worden aangeduid als een
„proces", dat vergemakkelijkt moet worden,
zouden blijkbaar moeten bestaan* uit een
gebiedsafstand, aan dc gehelde, waartegen
gebiedsvermeerdcring in het Oosten zou
over staan, eene zuivere versjachering dus
van provincies cn gebiedsdeelen, in vier
kanten strijd met de beginselen van Wilson.
Zoo komt het telegram van den corres
pondent van de Daily Mail in een nieuw
licht. Hetgeen ons volgens dat bericht in
uitzicht gesteld v/ordt, moet dienen als lok
aas, om ons tot gebiedsafstand aan de
Schelde, die dan het mom von grensverbc-
tcring zou verkrijgen, over te halen
Hej is, dunkt ons, voldoend^ dezen proef
ballon le signaleeren. Ons standpunt daar
tegenover kan geen onder zijn, dan wij
doen aan zulk een handel niet mee. Neder
land is bereid, omtrent de vaar? op de
Schelde in minnelijk overleg te treden. Het
wil alle zelfs overdreven cischen van België
toetsen en tegemoet komen aan alle ver-
langefts, die met de belangen van ons land
vereenigbaar zijn. Tegen den duidelijk ge
bréken wil der bevolking in eene zooge
naamde grensverbetering bewerkstelligen
wil Nederland nipt. En allerminst zal het
vooruitzicht, een stuk vreemd gebied met
eene mct-Nedvriandsche bevolking aan ons
land ir kunnen toevoegen, ons duartóe
overhalen.
Indien België zich vei beeldt dat het min
nelijk overleg, waartoe Nederland bereid is,
daartoe kan leiden, iviera het wellicht beier
niet ondernomen. Het kan dan tot niet meer
dan lot ongewenschte wrijving en verwijde
ring leiden, die beter zullen worden voor
komen."
Wat <!e bolajewliteit In «na
laesil willen.
Tn „De Tribune'' van Dinsdagavond wordt
het program gepubliceerd, dat ook door de
Communisten in Nederland als leden van de
Communistiche Internationale is aangeno
men. Daarin wordt o. a. gezegd:
„Dc verovering _der politieke machi door
het proletariaat beteekent de vernietiging
der politieke macht van de bourgeoisie en
de vernietiging van het vijandelijke staats-
instrument: de ontwapening der bourgeoi
sie en de bewapening van het proletariaat
of de roode arbeidersgarde; de verwijdering
van alle burgerlijke rechten en de instelling
van proletarische rechtbanken.
„Het proletariaat, als overgroote meer
derheid der bevolking, oefent geheel open
lijk de klassemacht zijner raden uit, tenein
de de klasse-voorrechten der bourgeoisie te
verwijderen. Het Radensysteem is dus ge
baseerd op de massa-organisatie van het
proletariaat, op de raden zelf, de revolution-
naire vakorganisatie, de coöperaties enz.
„Als eerste sehvede op den ler-socia-
liseering van de geheelc maatschappij gel
den de socialiseering der groote bankinstel
lingen, oeconomische staatskopitalistische
lichamen, de overname van alle gemeente
bedrijven, de socialiseering van dc groote
goederen dei grondbezitters.
„Op het gebied der distributie moet de
priletarische dictatuur den handel verven-
gen door de planmatige verdeeling der
producten door socialiseering van de en-
grosrzaken, de overname van alle burgerr
lijke, staats- cn gcmeente-distributie-instel-
lingen door het proletariaat enz. Naast de
onteigening der fabrieken, mijnen, landgoe
deren enz., moet het proletariaat de groole
huizen in handen geven van de plaatselijke
sowjels, het proletariaat onderbrengen in
de kapitalistcrtwoningcn enz."
Del ij d schrijft naar aanleiding hiervan:
En de kleine communistische minderheid,
die uit de provinciale stembus te voorschijn
is gekomen, wil aan geheel Nederltand deze
krankzinnige misdadigheid opdringen, daar
bij rekenend op de revolutionraire zuiging
in de S. D. A. P., op het „geschikte oogen
blik" von Troelstra's ingrijpen, op zekere
lijdzame stemming in de publieke opinie, op
bet gebrek aan zich verwerende energie bij
plaatselijke overheidspersonen en op den
angst von de burgerij, die zich, ondanks
haar meerderheid zoo redeneert men
onmiddellijk zal laten intimideeren^ indien
een Arbeiders- en Soldatenraad met machi
negeweren en revolvers zal optreden.
De mislukking van dergelijke berekening
zal alfeen afhangen van de wijze, waarop
men tijdig de tegen-organisatie voorbereidt!
In een ingezonden stuk in de N. R. Ct.
deelt de majoor van de marechaussee te
Arnhem G. J. P. A. Thomson, naar aanlei
ding van allerlei geruchten over invallen van
Duitsche bolsjewiki mede, dat de r.egeering
maatregelen heeft genomen.
Hij juicht het toe, dat het Nederlandsche
volk hier in het Oosten van ons land heeft
gezien, dat de regeering waakzaam is; dat
zelf een troepenverplaatsing reeds geschied
de met het oog op mogelijke aanvallen uit
het Oosten en dat de hindernissen, die reeds
waren opgeborgen, weder te voorschijn kwa
men op plaatsen, waar ze vier jaren Irouw
een afwachtende houding hadden ingeno
men.
De regeering heeft dan ook eenigo maat
regelen genomen, doch m. i. onvoldoende.
Majoor Thomson wil verder gaan; véél ver
der, en geeft het volgende als zijn meening
dienaangaande te kennen: Onze regeering
stelle zich in verbinding met de Duitsche
regeering, ten einde waarborgen te eischen,
dal er geen Duitsche troepenafdcclingen
(lees gewapende Spartacisten) ons lni-cl bin
nen zullen rukken; onze regeering eische
alzoo afdoende maatregelen in zake de
Duitsche grensbewaking I\en do Duit cho
regeering geen waarborgen geven, dan zoe-
be men overeenstemming te krijgen met de
entente, ten einde het ons mogelijk re ma
ken om in verceniging met Engelsche, Amc-
rikaansche, Belgische of Fransche troepen
ook een gedeelte van Duitsehland, tor breed
te van 25 K.M. ten Oosten van onze grens
te bezetten, vormende uls het ware een ver
lenging van de neutrale strook der Entente-
legers; een strook alzoo, waarin ook wij
zeggenskracht hebben, om een binnenruk-»
ken van Spartacisten, behoorlijk uiig
riist met allerlei verfijnde oorlogsarlikclcn
te voorkomen.
Voorkomen, dat is hetgeen *vat wij moe
ten. Is eenmaal de Spartacistische olievlek-
in een gedeelte vpn ons land binnengeko
men, dan zijn wij, wellicht niet -direct ver
loren, dan toch r-eeds veel kwijt.
Om tot dit doel-te geraken, zou een ge
deelte van ons leger gemobiliseerd'moeten
worden, niet om oorlog le gaan voeren le
gen Duitschland, begrijp mij goed, neen;
mobiliseercn voor ons eigen leven en goed,
voor allé" waarachtige vaderlanders, die orde
en welvaart wenschen in stede van t oof,
moord en dwingelandij van een minderheid,
zooale öns de voorbeelden in Rusland,
Duitschland cn Hongarije toonen. Onze wel
denkende arbeiders, wij Nederlanders, die
waarlijk toch onder democratische wetten
en beginselen leven, wij toch hebben door
onze ondubbelzinnige liefde voor hel Vor
stenhuis, zoo spontaan in November geuit;
door onze uitingen van gehechtheid aan
het behoud van den vaderlartdschen bodem,
getoond, dat Nederland ons lief is, dat d
overgrootle massa van het Nederlandsche
volk niet rijp is voor een revolutie, voor eer.
burgeroorlog met al zijn verschrikkingen,
zijn ellende, zijn verdriet, zijn hongerlijden,
Ked«nkemtt advies.
Men herinnert zich dat de Nieuwe
Rotterdam sche Courant onlangs
als haar opinie uitsprak dat nu wij c-en
nieuw kiesstelsel hebben gekregen de Eer
ste Kamer dient te worden ontbonden, wijl
zij een zedelijken grondslag mist. De (Chr.
Hist.) Nederlander noemt dit een be
denkelijk advies.
„Nemen wij eer. oogenblik aan, dut de
bewering juist ware. Dan zou. daaruit vol
gen, dat bijv. bij invoering van Vrouwen
kiesrecht een nieuwe ontbinding zou moe
ten plaats grijpen. En niet alleen dat. Als
nien in di' verband van een ontbreken van
een zedelijkén grondslag spreekt, kan zulks
toch niet alleen liggen-» de fcrmeelc ver
andering van het kiesstelsel, maar zeker niet
minder in de veranderde groepeering van
het kiezerscorps. Wij bedoelen dit. Stel dat
de nieuw samengestelde Statencolleges in
dezelfde provincie dezelfdee meerder
heden zouden opleveren als in dc
bestaand^. Dun zou het toch zeer
formalistisch zijn een ontbinding van de
Eerste Kamer te vorderen, alleen omdat dit
resultaat op andere wijze bereikt is dan
eertijds, daar ieder begrijpi dat dan juist
dezelfde Kamer zou worden gekozen als
thans zit. Anders staat het, indien de nieu
we Statencolleges andere meerderheden
zouden te zien geven, zoodat een andere
linksche Kamer de plaats van de oude
zou innemen.
Dan zou er in den gedechtengang van
de N. Rotterdammer eerder reden.zijn
tot ontbinding. Want dan is in haar ge-
dachtengang de zedelijke grondslag zeker
weg. Doch don is niet meer het motief, dat
op andere wijze en met een ruimer kiezers
corps is gestemd, doch alleen, dat uit het
resultaat der verkiezing een vc-randering
van de volksovertuiging blijkt. Dus zou in
dit systeem de Eerste Kamer altijd moeten
vtarden ontbonden als de Statenverkiezin
gen een ander geluid gaven dan de verkie
zingen waaruit dc zittende Tweede Kamer
is voortgekomen." Toch hoeft men geluk
kig nooit deze conclusie getrokken, al
weer omdat zij lijnrecht zou ingaan tegen
het denkbeeld, dat aan dc verkiezing af
treding in gedeelten der Eerste Kemer ten
grondslag ligt. Zoo zou ook de Eerste Ka
mer volkomen worden verpolitiekt, terwijl
zij juist zooveel mogelijk boven de partij
politiek behoort te staan. Met name van de
zittende Kamer is nooit aangetoond, dat zij
in dit opzicht belangrijk zou zijn tekort
geschoten en dat wordt dan ook door do
N. Rotterdam m e r niet beweerd.
Wij noemden het advies bedenkelijk. Omr
dat het de constitutioneel»* beteckenis van
de Eerste Kamer miskent. Maar ook nog,
hoewel geheel in de tweede plaats, om een
prakt isch-politieke 'reden. In deze gevaar
lijke tijden is een krachtig gouvernement
een zegen. Dit gouvernement heeft getoond
kiachtig te zijn en tevens doortastend op
sociaal gebied. Algemeen, ook bij links,
heeft 'het een goede pers. Elke verzwakking
is dus nhdeeHg voer het land en wij kunnen
ons niet anders voorstellen of vele libera
len denken daar evenzoo over. Ontbinding
van de Eerste Kamer nu kun leiden tot
omzetting van dit college, hetgeen de Re-
gcering in moeilijkheden zou kunnen bren
gen, moeilijkheden, die thans niemand mag
wenschen."
I>« Arbtthier en het prodnetie-
nroee».
Een dër# politieke dogma's en gemeen-
plaotsen door de Nationale Staat-
k.u n d i g e G i Ts gelaakt, is, dar ,/le arbei
der" te weinig invloed op het productie-pro
ces heeft en dat de tijd van zijn economische
emancipatie is aangebroken.
„De arbeider" men verzuimt dit op te
merken heeft op het productie-proces
juist evenveel of even weinig invloed uls
ieder ander, in wiens handn niet de hoogre
of lagere leiding er van berust.
Het is waar, de kleine winkelier, de kun
stenaar, de publicist, zij allen zijn in zekeren
zin meer zelfstandig. Maar hebben zij daar
om ook meer invloed, rechtstreeks althans,
op wat wij algemeen onder het productie
proces verstaan
Wij vragen niet dat „de arbeider" meer
invloed op de kunst zal hebben, omdat nu
eenmaal alléén de kunstenaar tot taak kan
hebben ons kunst te bieden. Wij eischen
evenmin .dat „dc aTb'eider" de techniek zou
bepalen, overtuigd als wij zijn det dit slechts
bij den technicus in de juiste handen is.
Waarom zou die andere sociaal-economi
sche taak, het Ieidèn der productie, dan wel
voor een deel moeten worden overgedragen
aan handen, die dódrvooC niet méér ge
vormd of geoefend zijn dan tot het boelsec-
ren von een beeld of schrijven van ccn
drama
De eisch kan niet beleekcnen, dat de in-
dividueele arbeider kans behoort te krijgen
cene plaats in de leiding in te nemen. Want
die kans heeft hij, sedert drie, vier honderd
jaar eigenlijk, in het eene tijdperk wat meer,
in het andere wat minder, dc laatste halve
eeuw, met zijn snelle economische ontwik
keling, mer dan ooit.
De geheele lagere leiding van het pro
ductie-proces, en drie kwart van de hoo
gere, stamt uit eènvoudigen kring. De groot
vaders van haast al ónze industrieelen en
groote handels-ondernemers waren arbeider
of klein-baosje.
Men kan zelfs niet zeggen, dat er te wei
nig plaatsen open zijn .om velen een kans
te doen krijgen. Want de kracht is door
loopend loonden wij hier- of daarvoor
maar een goede kracht vinden.
Dikwerf zal die onder de groote massa
schuilen, maar daar- niet ontdekt worden.
Maar wie weet een middel die ontdekking
te vergemakkelijken
Meer kennis bijbrengen Hel gaat im
mers niet om kennis, maar om kunnen.
En het kunnen bewijst -men slechts" in de
praktijk. Dc knapste professor is veelal een
geheel onbruikbaar chef of onder-chef van
een onderneming, en een schrander baasje
zonder veel meer kennis dan die de lagere
school hem gaf, wordt _ynor zijn organisce-
rend talent, zijn kijk, zijn vermogen met
menschqn om te gaan en menschcn te *be-
'heerschen, met goud betaald.
Er blijft nog écne taak te verrichten^
vooral in ons land Door beter en meer:
vakonderwijs het onderkennen van hoogere
economische bruikbaarheid te vergemakke
lijken. Voor de vervulling dézer taak heb
ben dc „arbeidersvrienden" bij uitnemend-'j
heid, de socialisten, zich nimmer beijverd.'
Het verschaft hun immers niet de massa l
De klacht kan misschien gedaan worden,
dut „bourgeois-zoontjes" zooveel gemakke- 1
lijker aan het hoofd van zaken komen. Zij
is gezond, maar het* bezwaar moeilijk te
verhelpen.
Leiding kunnen geven veronderstelt reeds
boven anderen uitgekomen zijn, een A.*ind
boven de massa uitsteken. Ook bij staats-
of gemeente-exploitatie, zelfs onder socia-^
listisch bewind, zijn hl* niet de eigenlijke
arbeiders, maar de boven hen uitgekomen
elementen met bedenkelijk „bourgeois"-
uiterlijk, aan welke de hoogere functies
worden opgedragen."
Een mogelijke "bedoeling van den eischi
tot meer invloed op het productie-proces
lieten wij onbesproken. Het is cle zooge
naamd constitueele fabrieksleiding.
Er bestaat in niet veel opzichten een com
munis opinio in de wereld, maar deze mee
ning is vrijwel algerrteen dat het parlemen
taire stelsel, het stelsel van éc eenige hon
derden die mee-besturen, wellicht op poli
tiek gebied het eenig mogelijke toch hoog
stens het minst slechte genoemd kan wor
den. Kan er eenig ideaal in schuilen het op
economisch terrein over te brengen
Waarom dan elkaar na te praten dat bet
mogelijk zou zijn den arbeider meer invloed
op het productie-proces le geven?
Berichten
ïtoter veilen.
De Minister van Landbouw heeft een
•wetsontwerp ingediend, strekkende over te
gaan tot intrekking van de wet van 1 Juni
1918 (Stbl. no. 307), houdende bepalingen,
afwijkende van die der Boterwet. De nood
zakelijkheid, die tot de totstandkoming van
de wet geleid heeft, is thans vervallen, ver
klaart de Minister in de toelichting. Sedert
cle laatste weken zijn n.l. de vooruitzichten
voor den aanvoer van grondstoffen voor
margarinefabrieken gereedelijk gunstiger ge
worden, zoodai ook zonde r menging van
boter en niet van melk afkomstige vetten
in de behoefte aan niet te dure vetten zat
kunnen worden voorzien. Reeds zijn belang
rijke partijen plantaardige vgtten en oliën,
alsmededierlijk vet.(spek) van overzee aan
gevoerd, terwijl krachtens een met cle ge
allieerde mogendheden gesloten overeen
komst, een veelvoud van deze hoeveelheden
in de eerstvolgende maanden zalkunnen
worden aangevoerd. Volgens die overeen
komt zal ons land in de periode October
1918—October 1919, mét inbegrip van de
eigen boterpróductie, de beschikking kunnen
erlangen over in totaal 100.000 ton vetten
en oliën; daarenboven kan buiten difcrfanf-
soen, zonder eenige beperking van hraveel-~
heid, reuzel worden aangevoerd. Tevens zat
voor de vetvoorziening ten onzent kunnen
beschikt worden over de binnenlandscho
productie van slachtvetten en van plantaar
dige oliën. Door een en ander is de binnen-
Iandsche voorziening met goedkoope vetten
(margarine, bakolie) op den voet van het
normale verbiuik voldoende gewaarborgd.
De algemeer.e economische vooruitzichten
toch nöpen daarbij reeds nu voorbereidingen
te treffen voor een mogelijken uitvoer van
boter met de noodige waarborgen van echt
heid en kwaliteit. Ten zeerste zal nu Je afzet
van de Nederlandsche productie van slacht
vetten en var. wereldmarkt moeilijkheden on
dervinden^ indien niet aan het btatenlaru?
Het getuigt van domheid, laaghartigheid
en zwakheid, zoo men z'n tegenstander
slechts op grove of beleedigende wijze weet
te bestrijden.
ooo o<o o oo <o e>
°°-r t --
De Roman van een Nederlandsche:?. Schilder.
Naar bet Engelsch van
MAARTEN MAAHTENS
door
J. L. van der Moer.
90
Och, dat kan me niet schelen. Is zc bed
legerig?
Lis haalde zich een hoekje van de kamer
voor den geest, waar de bedstee was, waarin
rijn vader zoo lang gelegen had.
Ja, cn waarschijnlijk zal zc wel blijven
liggen. Die vrouw is mij 'n voortdurende
kwelling. Nu is weer dc onzinnige gedachte bij
haar opgekomen om haar kind te wiLUu zien'
"Wat? zei Lis.
Nadat ze 't al hoeveel jaar totaal verge
ten heeft? Vijftien?
Bijna twintig.
Nu, z.ic 's aan. 't Is 'n krankzinnig idee.
Ze zegt dat ze gaai sterven en klaagt cn
schreeuwt voortdurend. Zoo'n vrouw liad 'n
gceseling verdiend.
Daar is 't nu te laat voor.
De predikantsweduwe zuchtte plechtig en
dronk haar thee uit Men kon haar hooren
drinken en zag bij eiken slok haar keel bewe
gen.
En dan zeurt ze dat ze 'l meisje vergiffe
nis wil vragen. Wat 'ri malligheid!
Goeie hemel! Als dat 't geval is, dan
moeten wc 't meisje laten overkomen, ver
klaarde Lis.
't Is belachelijk! Zoo veel onkosten le
maken! Zc kan wel per brief vergiffenis vra
gen.
WV moeien er wat op zien ie vinden, her
nam hij. hl gedachten. Ik vrees dat ik me te
wéinig van dat kind heb aangetrokken. Zc i\
bizonder leelijkl
Jullie artisten bobben 'n manier van
spreken, die ik niet recht begrijp.
We bedoelen niets kwaads. Die Fransche
Barones heeft mc drie portretten gezonden,
waarop 't meisje cr alles behalve bekoorlijk
uitziet- Dat kind is totaal veranderd.
Zoo gaat 'l gewoonlijk met kleine kinde
ren.
Ik znl cr tivcr schrijven. U meent toch in
.ernst dat de moeder werkelijk zwaar ziek is
en behoefte gevoelt om vergiffenis tc vragen?
Zeker omdat ze haar kind roomsch heelt
laten rdaken! Maar die zonde heb i ij begaan.
Lis... dat is 'n betreurenswaardige, groote
zonde, die men haar eigen1 ijk niet kan aan
rekenen i
Lis schreef dus, tegen zijn zin aan Jetta,
nadat hij zich zelf had over tuigd,*dat de gees
telijke krankheid van de drankzuchtige moe
der zelfs nog erger was dan dc lichamelijke.
De dagen gingen voorbij. IIij had een En
gelsch echtpaar en twee Duifcbers Ic logee-
ren, allen bevriende kunstenaars Hij begon
aan het schilderij, waarvoor Saskia als mo
del zal. en was weldra hard aan bet werk.
Het was een plastische voorstelling van een
zinnelijke vrouw..Zijn landschap had hij tegen
den kalen wand van de studeerkamer gehan
gen. Uren lane koniiij in stilte in .Abraham's
Schoot" naar het doek liggen turen, met ge
mengde gevoelens van vreugde en van smart.
Na verloop van eenige dagen kwam .Tetla's
antwoord. Dc opvoeding van bot meisje*was
thans voltooid, en in het klooster had men
cr reeeïs over beraadslaagd, welke bestem
ming men haar zou geven, Impend dat de
pleegvader Lis wel iets van zich zou doen
hooren'. Zij zou een betrekking als gouvernan
te kunnen zoeken, bij voorkeur in Nederland,
Vaar de kennis van de Fransche taal haar
goed zou kunnen' tc pas kom Natuurlijk
kon zij eerst haar moeder con bezoek brengen,
indien dit wenschclijk werd gracht. In bel
klooster was zij nu zoo zachtjesaan een beetje
overbodig, veronderstelde Jelta.
Lis schreef aan de klooster-overste, met
verzoek het meisje naar Nederland te zen
den, waar zij aanvankelijk ook onder dak zou
komen bij de predikantsweduwe, die cr vurig*
naar verlangde baar weer te bekearen.
Het tweede gedeelte van Telia's brief Wékte
geheel andere gedachten bij hem op en veroor
zaakte hem nieuwe zorg. De dagen van mijn
man zijn geteld", schreef zij. ..Een vreeselijké
ziekte heeft zijn lichaam langzamerhand on-
':,,d. cn genezing is niet mocaliik. De
dokters hebben me gezegd dat hii misschien
nog een jaar kan leven. Ilij weel dit zelf niet
en tot nu toe leed hij niet veel. Maar hij is
zóó ellendig, dat ik het niet kan aanzien, en
hij tobt vreeselijk.
„Lis, ijk kan er niets aan doen, maar ik
schrijf met dezelfde post aan .Tob Boonhakker
en%verzock hem naar hier te komen. Ik geloof
dat hij de mmi is. dien Odo het liefst bij zich
heeft; zeker heeft hij hem op het oogenblik
het meest noodig. Het is waar, dal mijn leven,
met dien man in huis, vroeger ondragelijk
was; maar de dood brengt in alles verande
ring. Laat Odo maar in z ij n armen stcrVfen.
als hij dit" gaarne wenscht.
„En een paar dagen geleden, toen hij een
beet ie ijlde, na liet gebruik van een wat ster
ke dosis ehloraal. praatte hi; van het grootste
geluk dat .Tob hem uit Holland moest bren
gen, eer hij stierf Want hij preekt van ster
ven, ofschoon bij niet weet. dat hij er zoo na
aan toe is. Toen ilc cr heni later naar vroeg,
zei hij dal .het werkelijk zoo was. Jol) heeft te
Aldcrvank nog" ccn schilderij, dat mooier is
dan een vaiual de andere, die Odo ooit heeft
laten zien. Zijn grootste geluk zou wezen, di»
schilderij, -dat bij voor de kunstwereld altijd
onzichtbaar heeft gehouden, ten toon le stel
len. Het zou een afdoend antwoord zijn op de
praatjes en op do verwijtingon/dat hij niets
nieuws meer kan schilderen. Ik kan me er zoo
gchec-l indenken, cn in zijn gevoelens doelen.
Arme jongen! Ik voel me zoo gelukkig voor
hem! Én ook voor mij zelve!"
Na lezing van dcien brief, liet Lis dc nacht
voorbijgaan. Maar 's morgens vroeg, eer zijn
gasten op .waren, sloop hij naar het voorma
lige studeervertrek van wijlen den dominee,
nam het schilderij van den wand, pakte hot
in cn zond het, zonder eenige verklaring, aan
„Den»lieer Job Boonbakkcr, te AldervanU",
XLIII.
Wanneer bon je van plan om weer ccn\
wat aaii 't schilderij te werken, vroeg Saskia.
vrijmoedig, terwijl zij om den hoek van het
huis kwam.
Lis Tmtslelde. Ilij was juist bezig het over
geschoten brood voor de vogels te strooien.
Je hebt al in geen weck iets uitgevoerd.
I Is nu juist zoo'ii* prachtige morgen om tc
schilderen.
Dc ochtend is veel mooier om de mus-
sehen tc voeren?
Je moet vooral musxehen voeren: ze doen
meer kwaad dan goéd. Zc worden vet.
Sja! riep Lis tot de vogels, die van alle
kanten kwamen aanvliegen
Ja. dal helpt je wat! Kom ga mee naar
binnen? Dat schilderij is werkelijk heel goed.'
Nee, 't is heelemaal niet goed.
Saskia riep de gasten er bij. die zich op liet
grasveldje bevonden. Men sprak Engelsch, na
tuurlijk wel min of meer gebroken.
't Is prachtig weer, zei een van de (wee,
Duitschers, die cr nog al mager uitzag. Net "n
mooie dag voor 'n pic-nic. Dat zou leulc
zijn.
Nee. nee, riep de ander, die meer cor«
pulent was, terwijl ze allen naderbij kwamen»
r.ee, nee, van morgen moet er gewerkt wojV
den. 't Schilderij moet af. 't Is uitstekendl
(Wordt vervolgd.)