„DE EEMLANDER"
BUITENLAND
Van week tot week
17e Jaargang Ne. 295
ABOHHEMENTSPRUS ^rt3 7 uo° ZZ Af°n«
per post f 2-W. P« week (met gratis verzekering
tegen ongelukken) f 0.15, afzonderlijke nummer»
f 0.05. - Wekelijksch bijvoegsel .WereWrevue»
pet 3 maanden 60 cent
HOOFDREDACTEUR: M„. D. J. VAN SCHAARDENBURG
UITGEVERS: VALKHOFF Co
BUREAU: ARNHEMSCHE POORTWAL. hoekutrzchtbchestp.
INTERCOMM. TELEFOONNUMMER 513
Maandag 16 Jun! 1919
PRIJS 0E^MEIie^Vr^3r'o0:S
dienstaanbiedingen l5 regels f 0.50, groote letters
naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijt bestaan
zeer voordeeüge bepalingen tot het herhaald advor»
toeren in dit Blad, bij abonnement. Eene circulaire
b.vattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden. Bewijsnummers 5 cent.
Het is opmerkelijk 'hoe men aan alle prik-
kels gewend geraakt, 'n Teveel van emoties
leidt Ha overgevoeligheid tot ongevoelig
heid Wie op de lichtste kitteling reageerde,
eindig* met onbewogen te blijven onder de
hevigste schokken.
Wij, die tijdens den oorlog m angstige
spanning elke beweging aan het front volg
den, in iedere schermutseling bet voorspel
der'ovenwinning vermoedden en van elk of
fensief de eindbeslissing verwachtten hoe
vaak werden wij teleurgesteld en van hoe
geringe beteekenis zijn ten slotte al die met
zooveel ophef aangekondigde offensieven
geveest! wij, diezelfde wij, nemen thans
vrijwel apathische kennis van wat er uitlekt
over de vredesonderhandelingen, zoo dat
woord gebruikt mag worden te Parijs en
Versailles.
Zeker, elk nieuw telegram, al is 't in lijn
rechte tegenspraak met 't vorige, interes
seert ons, wij bespreken met elkaar de mo
gelijkheid van verzachting der voorwaarden
en de waarschijnlijkheid van onderteeke-
nirtg door de Duitschers, maar wij doen dit
aHes zoo kalm, zoo onbewogen, als gold het
'n transactie tusschen twee partijen, waarbij
wij slechts indirect belang hebben.
En toch, is er sinds Augustus 1914 wel
één fedt te noemen, dat voor Europa's toe
komst beslissende^ was en dat eerder de
uiterste spanning onzer zenuwen verklaar
baar zou maken, dan wat zich thans achter
de gesloten deuren te Parijs afspeelt?
Het antwoord van die 3 of 4 mannen, die
de wereldhervormers, scheppers van 'n
nieuwe! wereldorde konden zijn, doch ook in
één oogen'blik van zwakte en kortzichtigheid
civ inenschheid in de zwartste chaos kunnen
slomer», dat antwoord, dat de streep kan
-trekken onder de optelsom van alle rampen
en ontberingen, alle smart en ellende der
laatste vijf jaren, doch ook 'n nieuwe reeks
daar aan toevoegen kan, dat antwoord
blijft maar uit, wordt van dag tot dag uitge
steld (o, er zullen wel goede redenen toe
zijn) maar wij blijven er gelaten onder en
kennen geen spanning of ongeduld. Zij, die
in de oorlogsdagen elkaar voor de aange
plakte bulletins verdrongen om te weten of
Prszemysl al gevallen was en die met hun
beste vrienden de heftigste twisten hadden
als toevallig hun sympathieën voor de oor
logvoerenden niet dezelfde waren zij
wachten nu, rustig de kranten af achter hun
kopje thee en lezen dan nog eeist het feuil
leton vóór het buitenlandsch nieuws.
Is het oververzadigdheid van sensatie of
lijdelijke berusting in wat nu eenmaal ko
men moet?
De annexionisten in België hebben een
kater 1
Ook die kregen zij van Holland.
De overwinningsroes had, in België mis-
'den nog meer dan elders, heel wat slacht
offers gemaakt. Aan de dapperheid en het
uithoudingsvermogen der soldaten aan den
Yzer meenden sommige uit le Havre en En
geland teruggekeerde patriotten het recht te
kunnen ontleenen om langs den meer en
meer gebruikelijken weg zich ten koste van
'n buurman te verrijken.
Hun eischen waren al te plomp aanmati
gend; zij vergaten, dat ook de Belgen
slechts een kleine natie zijn en dat kleine
naties niet veel in te brengen hebben, voor
al niet als hun eichen in gaan tegen het
recht en tegen do belangen der machtige
bondgenooten.
Voor die belangen weten dezen zeker wel
te waken en voor het recht kwam onze re
geering in 't veld, en haar inderdaad uitne-
nend beleid in deze delicate zaak verdient
alle bewondering.
Inlijving van Nederlandsch gebiecl bij Bel
gië is thans uitgesloten, minzaam overleg
kan nog veel goed maken, wat door dol
driftige chauvinisten, allicht wederzijds, be
dorven was.
Het aanvankelijk resultaat is 'n mooi suc
ces voor onze diplomatiewant al stond zij
voor 'n goede zaak, wij zien het dagelijks
om ons heen, dat ten slotte macht gaat bo
ven recht. Daarom wekt het.te meer voldoe
ning, nu uit het gebeurde gebleken is, dat
ondanks de laster welke soms verspreid
werd, Nederland door de machthebbers van
het oogen'blik ten volle gerespecteerd wordt
en niet de geringste aanranding te vreezen
heeft.
De onderwijsdebatten zijn in de Tweede
Kamer tot een voor min. De Visser goed
einde gebracht. Dank zij zijn tegemoetko
mende houding in zake veriaegen rechten,
hebben ten slotte alle partijen met uitzon
dering van de Communisten, voorgestemd.
In ons materialistisch tijdperk gaat het in
de politiek al maar meer om de dubbeltjes
en zoo worden wij geneigd bij elk wets
voorstel te vragen ten wiens bate is het
nu weer bedoeld Als we die vraag ook hier
stellen, zal wel niemand er aan twijfelen of
Donderdag is de dag 't voordeeligst ge
weest voor de voorstanders van de bijzon
dere school. De bijzondere onderwijzers
worden thans op denzeifden voet als de
openbare van overheidswege bezoldigd.
Voor de openbare onderwijzers beteekent de
nieuwe regeling over 't algemeen geen ver
betering, maar de bijzondere, die met recht
minimumlijders mochten heeten, zullen er in
den vervolge heel wat beter aan toe zijn. De
contribuanten, die zooveel olfers brachten
voor het instandhouden der bijz. scholen,
mogen wel 'n zucht van verlichting slaken
en 't is dus geen wonder, dot in rechtscKe
sferen 'n als t woord niet zoo zondig
klonk, zouden wij zeggen fuifstemming
heerschte.
De finantieele gevolgen voor 's rijks
schatkist zi;n natuuriijk van niet g erin gen
omvang, maar men heeft wel geleerd niet
meer op te zien tegen de vroeger zoo ge
vreesde rijtjes van 6 nullen.
Als hiermee overigens bereikt wordt, dat
de onzalige schoolstrijd voortaan buiten het
politieke erf gestreden wordt, is dat wel 'n
offer waard.
Mensohen die nooit 'n oog slaan in de
Kamerverslagen, zagen wij Vrijdag vediept
in het verslag van Wijnkoop's interpellatie
over de inbeslagneming van „De Hel" van
Barbusse. Zoo boosaardigheid ons niet
vreemd ware, zouden wij Wijnkoop's zeer
juiste opmerking, dat de inbeslagneming het
boek juist in handen gebracht had van de
moreel minderwaardigen, kunnen beant
woorden met de wedervraag of zijn inter
pellatie niet evenzeer de ongezonde nieuws
gierigheid van die zelfde en nog vele an
dere categorieën opgewekt had.
Tot 'n afkeuring van. de onhandig uitge
voerde en averechtsche reclame is de Ka
mer intüsschen niet kunnen komen. De
rechterzijde gelooft nog altijd met zulke
middelen de onzedelijkheid te kunn-en be
strijden, blind als zij is voor het feit, dat dit
boek, dat vóór de inbeslagneming slechts 'n
zeer beperkten lezerskring vond onder de
irvtellectueelen, daarna eerst met recht door
diegenen, voor wie het niet geschikt en be
stemd was, verslonden werd.
En eenige voorzichtige liberalen durfden
over de flater waarvoor min. Heemskerk de
verantwoordelijkheid maar liever aan den
Haagschen proc.-gen. liet, geen oordeel vel
len omdat zij het boek niet gelezen hadden.
Als er onder onze lezers nog mochten
zijn, die op de gelegenheid azen om dit werk
in handen te krijgen, willen wij hen toch tij
dig waarschuwen zich niet te veel „prikkel-
genot" voor te stellen. Of er in „De Hel"
onzedelijke passages voorkomen, durven
wij niet zeggen, 't hangt er maar van af
wat men onzedelijk noemt en onzedelijk
zietde verdorvenen en de artisfciek-blinden
kunnen wel bij de edelste kunstwerken on
zedelijke gewaarwordingen krijgen, terwijl
onderen slechts "de schoonheid zien in wat
volgens de meesten inderdaad zedeloos is.
Maar dit willen wij wel zeggen, dat wie zich
niet in 't bezit van 'n zeer ontwikkelden litte-
rairen smaak mag verheugen en van 't be
staart van de thans zoo befaamd geworden
passages niet afwist, dit boek al heel spoe
dig op zij zou leggen. Wie hel om de
„schouwiteiten" te doen is, zal slechts van
enkele bladzijden kunnen „genieten" en,
waar de rest niets bekorends voor hem
heeft, zich bekocht achten.
Politiek Overzicht
Wanneer niet op het laatste oogenblik
onvoorziene dingen een spaak in het wiel
steken, dan wordt heden op het middaguur
in Versailles het antwoord van de geallieer
de en geassocieerde mogendheden op de
Duitsche tegenvoorstellen aan graaf Brock-
dorff-Rantzau ter hand gesteld. De tijd van
wachten is dus voorbij; men zal nu spoedig
vernemen hoe het antwoord luidt.
Wat eenige dagen geleden verluidde over
de in de Ententekringen bovendrijvende
stemming scheen reden te geven om te ver
wachten, dat in den Raad van Vieren ge
neigdheid bestond aan Duitschland zekere
concessiën te doen, die zonder dat aan de
hoofdbeginselen te kort werd gedaan de
mogelijkheid openlieten om het verdrag te
onderteekenen en eerlijk uit te voeren, op
dat men zoo spoedig mogelijk kunne komen
tot het herstel van den vredestoestand. De
laatste mededeelingen, die hierover zijn ge
daan, luiden minder hoopvol in dien zin.
Havas, het officieele Fransche nieuws
agentschap, zegt van de inleidende nota, die
het antwoord zal vergezellen, dat zij in zeer
nadrukkelijke bewoordingen is gesteld en dat
het noodig is geacht, tegenover de onjuiste
voorstelling, die de Duitschers van de betee
kenis van den vrede hebben trachten te ge
ven, nogmaals de Duitsche aansprakelijk
heid naar voren te halen en uiteen te zet
ten waarom deze vrede wordt opgelegd.
Dit behoeft niet te beletten, dat in het
opstellen van de n gmaals in overweging
genomen vGorwaa/fcen eenige meegaand
heid is betracht, en daarep komt het ten
slotte aan. Maar het is geen geheim ge
bleven, dat vooral van Fransche zijde het
verzet tegen het brengen van wijzigingen
in het verdrag van eenige beteekenis zeer
sterk is geweest. Men heeft van die zijde
alles in beweging gebracht om te dwars-
boomen wat in die richting "werd beproefd
Zelfs is eene verklaring gepubliceerd, die
heette van Wilson zelf afkomstig te zijn,
dat het den 7en Mei overhandigde ontwerp
verdrag geheel in overeenstemming was
met zijne veertien punten. Dat is met na
druk tegengesproken; er is van gezagheb
bende zijde verkondigd, dat Wilson de
woorden, die hem in den mond werden ge
legd, niet heeft gesproken, zoo min in het
openbaar als in privé. Maar het is een feit
van sinisfre beteekenis, dat dit praatje is ver
spreid juist op het kritieke punt der herzie
ning van het verdrag.
Op het product van deze herziening
wacht de wereld thans. Het geheim is goed
bewaard; er is geen betrouwbare aanwijzing
gegeven wat verstandige raadgevingen heb
ben uitgewerkt en in hoever het verzet te
gen elke wijziging van beteekenis is kunnen
worden overwonnen. Een snedige opmer
king maakt de Parijsche correspondent van
de Daily News, die schrijft:
„De vloek van drie verkiezingen brengt
de geheele toekomst 'van de wereld in ge
vaar. Die waarop 't het minst aankomt, is
de Amerikaansche, maar de ongunstige uit
slag van November van verleden jaar heeft
aan Wilson's tegenstanders althans moge
lijk gemaakt op zijne voorstellen af te. ge
ven door de bewering, dat hij niet spreekt
zelfs voor de meerderheid van zijne lands
lieden. De Engelsche en de Fransche ver
kiezingen zijn van veel meer gewicht. Lloyd
George heeft zijne verkiezing en al de
buitensporige verwachtingen, die er door
werden gewekt, achter zich. Clemenceau en
zijne ambtgenooten hebben de hunne on
middellijk voor zich en zij weten, dat zij
zullen staan of vallen door net oordeel, dat
heè volk. voorgelicht door een krijschende
pers, velt over hunne zorg voor de bijzon
dere belangen van Frankrijk gedurende de
vredesonderhandelingen. Onder de schaduw
van deze invloeden is het verdrag in zijn
defiriitieven vorm opgesteld."
Pniteülamlscfte ^erichttu
P a r ij s, I 4 J u n i. (Havas). De raad van
vieren, waarin Sonnino Orlando, die naar
Rome teruggekeerd is, verving, heeft zijne
beraadslagingen geëindigd. Vrijdag behan
delde hij de negen rapporten, die ingediend
waren door de commissiën voor de Ooste
lijke grenzen van Duitschlénd, de Sleeswijk-
sche, Belgische en Czecho-Slowakische gren
zen, de krijgsgevangenen, de luchtyaartbe-
palingen, de economische bepalingen, de
havens en het arbeidsvraagstuk. De raad
heeft al deze rapporten goedgekeurd en ze
doorgezonden naar de commissie van redac
tie, die Vrijdag benoemd is. Deze commissie
heeft in een langdurige zitting de eindredac
tie vastgesteld van het antwoord, dat aan de
Duitschers zal worden overhandigd, op ge
lijke wijze als geschied is met de conclusiën
van de negen eerste rapporten, die in hare
handen zijn gesteld en die o.a. betrekking
hadden op Elzas-Lotharingen, de Saar, de
toelating van Duitschland tot den volken
bond en de bezetting van de Rijnstreek door
de geallieerden.
De tekst van de inleidende nota is even
eens vastgesteld. Deze is zeer nadrukkelijk
gesteld. De regeeringshoofden hebben het
noodig geacht om, daar de Duitschers trach
ten de beteekenis van den vrede onjuist
voor té stellen, nogmaals uiteen te zetten
waarom deze vrede wordt opgelegd en aan
Duitschland zijn verantwoordelijkheid voor
oogen te stellen. Er zijn nog slechts enkele
bijkomstige kleinigheden te regelen, zooals
de termijn, die Duitschland voor zijn ant
woord zal worden toegestaan. De commissie
van redactie moet Zaterdagavond met de
redactie van de negen laatste rapporten ge
reed ziin. De landsdrukkerij is reeds met
I het drukken van het stuk, dat ten minste
50 bladzijden zal beslaan begonnen. Het zal
dus, behoudens onvoorziene omstandighe
den, Maandagmiddag opistreeks 12 uur aan
de Duitsche delegatie overhandigd kunnen
worden. Dit zal op de gebruikelijke wijze,
zonder eenige plechtigheid, geschieden.
Graaf Brockdorff Rantzau, die om een extra
j trein gevraagd heeft, dadelijk nadat hem het
j stuk zal zijn overhandigd, zal Versailles zes
uren later verlaten met veertig leden van de
Duitsche delegatie en zich onmiddellijk naar
Keulen, misschien ook naar Weimar bege
ven.
P a r ij s, 1 4 Jun i. (R.) Men verneemt, dat
de korte tijdlimiet van vijf dagen voor het
Duitsche antwoord grootendeels te wijten is
aan de Duitschers zelf, die te kennen heb
ben gegeven, dat dit voor hen voldoende
zou zijn.
De raad van vieren heeft gister de arbei<
dersovereenkomst gewijzigd met het oog op
de arbeiderstoestanden in verschillende !an*
den en naar aanleiding van de handige tak-
tiek der Duitschers bij de aanwending van
dezen factor in hunne tegenvoorstellen
Luxemburg, 1 4 J u n i. (H. R.) Maar
schalk Foch is heden voormiddag om 9 uur
hier aangekomen en heeft zich begeven naar
het intergeollieerde hoofdkwartier.
B e r 1 ij n, 15 Juni. (N. T. A. Draadlooy
van Nassen). De bijeenkomst van de Duit
sche Nationale Vergadering is nog niet de
finitief vastgesteldzij hangt af van het tijds
stip, waarop het antwoord der Entente op
de Duitsche tegenvoorstellen wordt overhan*
digd.
De leidende ministers der Duitsche staten
zijn naar Weimar geroepen, om na ontvangst
van het antwoord der geallieerden met da
rijksregeering te beraadslagen.
P a r ij s, 15 Juni. (Havas). De blokkade
commissie heeft de noodige maatregelen
genomen. Het hoofdcomité voor de blokkade
is op 14 Juni bijeen gekomen, teneinde over
de maatregelen te beslissen, w elke in zekere
gevallen noodzakelijk zouden kunnen wor»
den.
B e r 1 ij n, 15 Juli. (W. B.) Op de vraag
van den voorzitter van de intergeallieerde
wapenstilstandscommissie le Spa, generaal
Nudant, of Erzberger het beticht omtrent de
van Duitsche zijde teweeggebrachte onder
breking van het transport van het leger-
Haller bevestigde, antwoordde die met een
nota, waarin o.m. wordt gezegd
„De plaatselijke Duitsche bevelhebbers
aan de Duitsch-Poolsche demarcatielijn re«
gelen, zonder medeweten van het opperste
legerbestuur en zonder mijn toestemming op
eigen initiatief, op grond van de hun bekend
geworden en door mij per nota van 12 Juni
aan Dupont meegedeelde berichten omtrent
de Poolsche aanvalsplannen, de transporten
van het leger-Haller. Ik verzocht Duport op
heldering omtrent deze mededeelingen en
maatregelen als deze berichten met de feiten
overeenstemmen. Voordat zij deze verkla
ring van Dupont ontvangen heeft, wil de
Duitsche regeering de berichten omtrent
Poolsche aanvalsplannen niet tot grondslag
van haar-optreden maken.
In de aanvullende overeenkomst tot hef
protocol van 4 April is nadrukkelijk over
eengekomen, dat de transporttreinen na da
ontlading binnen den kortst mogelijken tijd
langs denzelfden weg uit Polen terugge
bracht moeten worden. Er zijn echter sedert
gistermorgen geen Ieege treinen meer te
ruggekomen. De Duitsche regeering kan*
hare bereidwilligheid om het leger-Hallef
door haar gebied te transporteeren niet be
ter bewijzen dan door de plaatselijke Duif-
sche bevelhebbers te ins'nueeren, dat zij"
deze transporten vooreerst moeten voort
zetten.
B e r 1 ij n, 15 Juni. (Havas). Tengevolge
van het ultimatum van maarschalk Foch aan
de Duitsche militaire autoriteiten, is bevel
gegeven tot hervatting van het transport van
de divisiën van generaal Halier door Duitsch
land.
Koningsbergen, 15 Juni. (W. B.)
De vaste wil van de rijksregeering om da
oostelijke provinciën gewapenderhand te be
schermen tegen den Poolschen inmarsch.
blijkt uit eene verklaring van den rijkscom
missaris Winnig, die de pers gemachtigd is
op te nemen. Daarin wordt gezegd: De be
volking moet weten, dat zij op de regeering
kan vertrouwen. De tegenwoordige regeering
zal een vrede, die het oosten prijs# geeft,
nooit aannemen en onderteekenen. Da
regeering is besloten den Poolschen in*
Elkaar begrijpen en verdragen is de
grootste levenskunst.
FEU8LLETOM.
LIS DO^IS
Dc Roman van een Ncderlandschen Schilder.
Naar het Engelsch van
maarten maartens
door
J. L. van derMoer.
131
Die andere maakte ik alleen mnnr om
geld te -verdienen. Ze hebben ine voldoer.de op
gebracht... "We kunnen onzen eigen levensloop
niet geheel zelf bepalen. Ik heb den mijnen
dan ook in geen enkel opzicht geregeld. Van
jongsaf heb ik mij eenvoudig aan 't noodlot
overgegeven. Je weet niet hoé rustig 't iemand
stemt, wanneer ie terugziet op zijn levenspad
on overtuigd is dat l zóó, en niet anders heeft
moeten zijn, dal 't Noodlot 't zoo gewild heeft.
.vfaar dat weet ik heel best, mijn jongen.
Ik ben blij dat ik heb leeren werken. Ja,
daar ben ik recht blij om. Ik geloof dat ik altijd
miiu best heb gedian. Maar 't werk dat ik
liefhad, dat ik maakte uit liefde voor dat werk
zelve, is daar ginds I t Wacht op je, om door
je ie worden bekeken! Versta me wel, ik be
doel: door jou alléén, want de buitenwereld
lie eft er niets mee te maken. Laat de wereld
Pareys waar loven en roemen!
Ben je dan van plan om die leugen te la
ten voortbestaan?
Ja, voor altijd. Wat doet 't er toe? Hon
derden leugens, die 'n veel wijdere strekking
hebben, zijn voor eeuwig in de wereldgeschie
denis opgenomen. Laat dat kleine leugentje
betreffende mijn werk dan ook maar blijven
bestaan. Ik ben 't wel verschuldigd aan diege
nen, waarvoor ik er mee begon. Welk nut
heeft een langdurige opoffering, wanneer men
er ten slotte toch op terugkomt?
Dat is waar, maar de schilderijen...
De ouwe zullen blijven gelden als werk
van Pareys. Dc andere zullen na mijn dood
worden vernietigd.
Nee, dat mag nicl! Dat zou schande zijn
en dat zal de goeie God niet dulden!
Stil toch! Je hebt ze immers nog niet ge
zien, Jacob? Je doet me beven als 'n jonge
juffrouw. Je zult zeer teleurgesteld zijn!
Ik heb altijd veel verwachting van je
kunst gehad zeg eens, rijdt die kerel niet
verschrikkelijk hard?
Och, dat lijkt maar zoo... Ja, je hebt me
altijd aangemoedigd, je schonk me kracht en
vreugde in mijn leven als kunstenaar. Ik kan
't niet zoo precies uitdrukken wat je voor me
geweest bent, en ik zou dwaasheden gaan ver
kondigen als ik 't woord meer zei. Dc hemel
geve dat je iets goeds ziet in die schilderijen.
Niemand zal ze ooit zien, behalve dé weini
gen, die er zich om bekommerd hebben 1
Hij scheen zóó diep bewogen, dat Raff het
noodig vond zijn gedachten een beetje af
leiden.
Wat is 't zacht in de lucht, sprak hij.
Bloeit de brem al?... Kijk, dat lijkt wel 'n
ster...
Meen-je die fiets? vroeg Lis, op de aar
digheid ingaand. Want heel ver op den weg
sphitterde een lichtje.
Maar ze konden het geen yan heiden volhou
den. Zij verzonken in diepe stilte, terwijl de
wagen trillend voortstoof.
Job keek star recht vooruit, terwijl de af
stand snel verminderde; krampachtig hielden
zijn handen het stuur ömkneld. Zijn ganschc
wezen was vervuld van die éénc slem, die
hem voortdurend luide.in de ooren klonk. Hij
was gek, stapel gek! I-Iij wist het, en hij was
er blij om. Dc geest van Pareys, dc stille
kracht van den doode, had hem volslagen
krankzinnig gemaakt.
De weinigen, die er zieli om bekommer
den, herhaalde Lis zacht. Ik sprak zooeven
van ons drieën aan wie 't geheim bekend is;
maar er is nog een vierde, die ook vermoe
dens heeft: de vrouw, die ik mijn ganschc leven
heb liefgehad!
Ik begrijp 't, zei Raff.
Juist. En omdat je 't begrijpt, kan ik er
ook over spreken. Met jou -lean men over de
liefde van zijn leven spreken. Altijd, altijd,
mijn leven lang had ik haar lief, Raff! Is 'n
zaligheid dat ik t tegenover jou bij herhaling
mag uitspreken. Al die lange jaren heb ik
zielsveel van harfr gehouden, zoowel om haar
zelve als om alles wat zij voor mij gedaan
heeft, toen ik nog 'n kleine jongen was, 'n
arme boerenknaap, hier, in 't dorp, en ook
naderhand. Ik kan onmogelijk alles vertellen
wat ze vqpr me deed.-Ze weet H zelf niet, ze
ontkent 't tegenover mij cn te^jjnover zich
zelve! Als men er over nadenkt, dan is 't ze
ker waard, dat men er voor geleefd heeft.
Veel, veel meer dan dat geroep van de men-
schen dat je zoo'n groot schilder bent! Bin
nen enkele minuten zul-je haar terugzien. Je
herinnert je haar toch nog wel? 'I Is al ont
zettend lang geleden, 'n halve menschenlc'ef-
lijd. En weet-je nog wel- van die twee Duit
sche landschappen, die ze van. me gekocht
had? Je zult nu samen met haar en met mij
wat anders zien!
En voor jullie beiden zal er nu nog 'n na
zomer komen, sprak Jacob, met ernst terug
denkend aan zijn eigen bedorven Lente.
Nee. dat "iet, tenminste niet zooals jij be
doelt. Daar is geen kans meer op. Voor mij
*is de zomer voorbij. Ik heb één vergissing be
gaan, die meer don voldoende is. Enfin, ik heb
in mijn leven 'n massa verkeerde en domme
dingen gedaan Maar ik deed ook mijn best om
bescheiden te blijven. Wacht op de vervulling
van dc belofte" placht mijn arme vader tc
zeggen. Dat heb ik gedaan op m ij n manier.
Ik heb getracht meer te geven dan te ont
vangen.
Juist.
En 'l leven is niet kwaad voor me ge
weest. Ik ben schilder geweest. Is dat niet
voldoende? En hoeveel vriendcA heb ik niet
gehad! Jij -was nooit bezorgd over me, Jacob!
Maar je komst hierheen maakt me 't hoofd
op hol.
Ik maak me niet bezorgd, maar ik ver
lang dat die zaak in orde komt.
Die is al in orde. Ik hoop dat God mij
eenmaal vergiffenis van mijn zonden zal
schenken, zooals ik dien stumperd daar ver
geef.
En zelfs Pareys öok?
O, den armen Pareys even goed... Kijk,
daar zijn de lichtjes van Boldam. 'n Klein
plaatsje hé? Niet meer dan 'n paar dozijn
huisjes, rondom ingesloten door de groote hei.
Wat zijn die huisjes toch klein, en wat is de
hei groot!
Hij rijdt goed, zeg; maar ik geloof dat ie
nu toch op den berm zit.
Ja, daar is hier zoo'n scherpe bocht. On-
lanas
Voordat Lis den zin voltooid had, bemerk*
ten zc dat de wagen sterk overhelde. Job wa£
op den smallen aarden wal gereden, juist in
de bocht bij de berkenboompjes. Hij boog zicK
sterk' voorover; met steeds groofcer herigheid
zette de geheimzinnige kracht, die hem bc-
heerschte, hem aan. Het bloed bruiste in zijn
aderen, liet was als werden zijn zenuwen ge
galvaniseerd. „Ja" riep hij, „ja, ja, ja!" Hij
verminderde de vaart van de auto, naar zijn
meening, tot die van een electrische tram, als
de mensehen cr zonder gevaar af kunnen
springen. Terwijl hij op het laatste oogenblik
het stuur plotseling omzette in de richting van
dc grintgroeve, schoof hij naar linksi van de
bank. Maar hij had niet op het valies gere
kend. Hij stootte er tegen aan en viel er lang
uit over heen. Eén oogenblik hing zijn lichaam
half buiten den wagen, en terwijl deze kan
telde, werd het er uitgeslingerd en kwam en
kele meters verder in het zand gat terecht. De
auto reed met dc voorwielen over den rand
van den put, bleef één seconde tusschen de
berkenboompjes hangen en stortte vervolgens
met een luid gekraak naar omlaag.
Iloe eenzaam de plek ook mocht schijnen,
het duurde maar heel kort of verschillende
personen kwamen toegesneld. Sommigen bic
ven ontdaan staan kijken, anderen staken dc
handen uit de mouwen en uit de chaos nog te
redden, wat te redden viel. De wielrijder was
naar het dorp teruggereden en had om hulp
geroepen. De eerste huisjes stonden dicht in
de buurt; de tijding van het ongeval ging als
een loopend vuurtje door het plaatsje. Alle
menschen stormden naar buiten en vroegen
nieuwsgierig en verschrikt wat cr aan d#
hand; was.
(Wordt vervolgd)»