,,DE EEMLANDER" llOltKHTSFIIIS Nabetrachting over de Raadsvergadering. BUITENLAND Buitenlanüsche Berichtm FEUILLETON. DE SPOOKHOEVE 18e Ja argang Mo. «5 p« 3 maanden voor Amcrs» foort f 1-SO, idem franco er ost f P" weck (n>tt S"tiS vcrIckcrlD8 ongelukken) f O.IJ. sfionderUjke nummer» f O.OS. HOOFDREDACTEUR! Mr. D. J. VAN SCHAARDENBURG UITGEVERS: VALKHOFF C. fi'- POORTWAL, hock UTnccHrsciieatn. I(Y r^RCOWM. TELEFOONNUMMER Üi3 Donderdag 17 Juli 1939 dienstaanbiedingen 1—5 rcgeU f 0.50, groofc letters' naar plaatsruimte. Voor lundel en bcdrjjf bestaan teer voordccligc bepalingen tot het herhaald adver* iccrcn in dit Blad, bij abonnement. Ecne circulaire vattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Bewijsnummers 5 cent. 't Was niet zoozeer de lengte van de igenda als wel de belangrijkheid van som- .nige punten, welke 'n lange vergadering voorspelde. En we hebben er van gelust I Eerst Maandag van 2 tot half O, en toen 's avonds nog eens van halt 8 lot 10 uur. Er is eigenlijk over niet veel anders ge- sproken dan over den directeur van onder wijs en de salarisherziening en deze laatste is, half af, aangehouden wegens 't. aanne men van 'n ingrijpend voorstel des heeren v. Nijnatten. Op dien directeur van onderwijs waren sommige leden niet erg happig. Voor zoon nieuwigheid zijn ze altijd bang. Niet dat ze er tegen waren, gossie neen, ze zijn nooit ergens tegen, ze kunnen er alleen maar niet vóór stemmen, omdat ze 't voor Amers foort nog niet geschikt achten. Ze willen altijd dolgraag mee vooruit, doch alleen als alle anderen reeds voorgingen. Amersfoort m?.g vooral niet de eerste zijn. De burgemeester somde 'n heele ceel pri meurs op, waarmee Amersfoort andere ge meenten den loef afgestoken had en welke nu geen sterveling zou willen missen. En waren het niet altijd dezelfde bangen, die p aanvankelijk niet van wilden weten en met hand en tand verzetten zooals tegen het grondbediijf, dat thans zoo schit terende resultaten oplevert en een der be langrijkste factoren voor Amersfoort's op bloei was weet ge nog, lezer, wat er des tijds om te doen geweest is? En tegen de Cc-'rale Boekhouding, waarvoor Amers foort veel te klein heette en tegen zoovele andere uitingen van modern gemeentebe- heer Ook tegen de nieuwe functie van direc teur van onderwijs waren de heeren Kroes c.s. weer geenszins gekant. Alleen maar, ze .vilden er nog eens 'n poosje over nadenken alvorens ze tegen stemmen zouden. Daarom moest de- voordracht liever aangehouden worden. Maai de Raad zette door. Ons onderwijs is berucht om z'n voortref felijkheid. Alleen* de eenheid, de samen- hung ontbreekt. In de toekomst zal de drang .vaar ontwikkeling bizondere eischen stellen aan de onderwijstaak van de overheid. En daai bij zagen B. en W. zich gaarne bijge staan door 'n adviseur met den titel direc teur /an onderwijs en 'n salaris van 4000. De tmdere wethouders hebben hun advi seurs in de directeuren van bedrijven, al leen de weth. van onderwijs staat alleen met z'n _zoi gen. Wethouders'deskundigen zullen in de toekomst steeds moeielijker te vinden zijn ,óndér de raadsleden en vooral hier zal steliij' aan zoo n adviseur behoefte bestaan als straks weth. Verhoef, door Jan Kiezer van z'n zetel verjaagd, z'n portefeuille zal moeten overdragen aan ja aan wie? God zegen' de greep! Toen kwamen de salarisvoorstellen aan de orde. 'n Heerlijk kluifje f De heer Hof- lar a, die bij 't vorige onderwerp op z'n beit geweest was, sober, kort en bondig ree:l nu urenlang op z'n hobbelpaard. Zon der nochtans iets vooruit te komen. En toen hij vermoeid geraakte, ruimde hij z'n plaats voor z'n makker Overeem, die al evenmin opschoot. Er was vrij debat zonder eind. Dat gaat zoo.: A zegt wat en B zegt wat. En in wat B zegt, vindt A dan weer aanleiding om 'n nieuwe redevoering te plegen, terwijl één enkele ongelukkige zinsnede daarin gretig door B benut wordt om nog 'n oratie af te steken, waarop A 't antwoord niet kan schul dig blijven. C, die 't heilig en loffelijk voor nemen had om z'n geachten mond te hou den, voelt zich dan ook gedrongen 'n woerd- je mee te spreken, 't geen weer 'n nieuwe woordenvloed van A en B ontketent, welke C tot verweer noopt. D, die zich al dien tijd vastgehouden heeft, breekt dan ook los en noodzaakt dus A, B en C om nog eens in anderen vorm te herhalen wat ze al 3 of 4 keer gezegd hebben. En als dan te langen leste de voorzitter de zaak voldoende toegelicht acht en tot bekorting der discussies tot stemming over gaat, stemt iedereen precies zoo als hij zich voorgenomen had te stemmen toen hij de vergaderzaal betrad. Eigenlijk was er al heel weinig reden voor zoo lange discussies. Want o wonderlijk verschijnsel bij salarisvoorstellen er was, dank zij het georganiseerd overleg, vrijwel algeheele overeenstemming verkregen. Al leen ten opzichte van de periodieke verhoo gingen waren de meeningen verdeeld. De raadscommissie en B. en W. wilden daar mee voor de werklieden breken en telken jare de loonregeling herzien om voeling te blijven houden met den loonstandaard in 't vrije bedrijf en de loonen der gem. werklie den steeds iets daarboven te doen zijn. De gem. werklieden schenen echter zeer ge porteerd om de period, verhoogingen (reeds genoten verhoogingen blijven gehandhaafd) ook in de toekomst te behouden. Waarom? dat is noch door den heer Hofland, noch door den heer Overeem duidelijk gemaakt. De praktische beteekenis is niet te begrij pen, want ook al werden de per. verh. vast gelegd, dan zal wel niemand gelooven, dat daarmee voor 'n reeks van jaren de loon- actie stopgezet zou werden. De heer Over eem deed wel schrikkelijke voorspellingen omtrent de eischen welke volgend jaar bij de nieuwe herziening gesteld zouden wor den, maar als de toestand die eischen wet tigt, is het niet waarschijnlijk, dat de gem. werkl. zich dan wel met de period, verhoo gingen zouden laten afschepen. Zoodat 'n herziening dan toch onvermijdelijk vare en de verhoogingen slechts 'n vodje papier waren, 'n dooie musch, zei de 'neer v. Mij- natten. Alleen de heeren Rant en Leinweber schaarden zich achter de heeren Overeem en Hofland, wier eenig helder argument dit wasde ambtenaren krijgen periodieke ver hoogingen, en daarom moeten de werklie den ze ook hebben. Vergeten werd daarbij, dat de bruikbaarheid van 'n ambtenaar toe neemt naar mate hij zich „er meer inge werkt" en grootere routine verworven heeft en dat de ambtenaarssalarissen sta bieler zijn dan die van werklieden en dus behoudens onvoorziene omstandigheden, volgend jaar nog wel geen herziening be hoeven. Toen de dooie musch eenmaal goed en wel begraven was, kwam de heer v. Nij natten, die aan het debat maar weinig deel genomen had en dus allerminst aan het op bieden was, met 'n ander voorstel. Hij had voor de per. verhoogingen ook niets ge voeld; den werklieden schenen deze ech ter, zij het ook verkeerd gezien, wel iets waard te zijn, zij hadden er althans n loon- concessie voor over gehad. Nu de per. verh. niet aangenomen waren, vond hij 't billijk, dat deze concessie ongedaan ge maakt werd en daarom stelde- hij voor de minima en maxima te verhoogen met 1. Dat was 'n levende musch. En daarover behoefde niet zoolang gewurmd te worden. De heeren Hofland en Overeem deden er nu 't zwijgen toe, de heeren Kroes en Jo- rissen ontrieden het voorstel. Niettemin werd het met 9 tegen 7 st. aangenomen. Waren de heeren Stadig en De Kempenaer, die vast tegengestemd hn'aen, niet afwezig geweest, 't zou verworpen zijn bij staking der stemmen. Nu gaven de heeren v. Kal ken en Oosterveen den doorslag ten gunste. B. en W. en de rapporteur Kroes vonden nu aanhouding gewenscht om nader over het schema met georg. overleg te beraden. Bij de alg. beschouwingen had de heer Hofland z'n teleurstelling uitgesproken, dat niet tegelijkertijd met deze voorstellen de invoering van den 8 urendag te berde ge bracht was. £eer terecht, al was het vGrkeerd van hem om argwaan te wekken ontrent de bedoe lingen der commissie, welke er wel niet naar talen zal om den 8 urendag te weren. Maar stond het aan den heer Hofland om die klacht te uiten In Nov. heeft de vrijz. dem. raadsfractie 'n motie ingediend, uitsprekend de wén- schelijkheid om den 8 urendag in te voe- uen. In Maart, meenen wij, heeft zij opnieuw gepoogd 'n principieele uitspraak van den raad uit te lokken. Maar daartoe wilde toen ook de heer Hofland niet meewerken. Wnat- schijr.lijk uit dépit, wijl het voorstel van den heer v. N. kwam. Hij verwijt dezen wel al tijd tegen 'n voorstel te ziin als 't van Hof land komt, maar de raadsverslagen konden wel eens uitwijzen dat de heer H. heel wat vaker steun bij den heer v. N. gevonden heeft dan omgekeerd. Maandagavond nog stak de heer Hofland geen vinger uit" cm 't voorstelrv. Nijnatten iet- verhooging der loonen met 1.— te ondersteunen Was toen in Maart de principieele uit spraak van den raad gevallen, dan zou Maandag alles wat over den 8 urendag ge zegd werd, vermeden zijn, ja dan ware de heele gong van zaken allicht verkort. De heer Hofland vond dat in Maart niet noodig, doch wilde nu opeens wel 'n uit spraak van den raad. Ral ra 1 De heer v. Nijnatten kon niet nalaten hieraan te herinneren. Hij heeft op den heer Hofland denzelfden invloed als 'n roode lap op 'n mannelijke koe. De heer v. N. is wat plaagziek en hij houdt z'n rooden collega wel eens 'n spiegeltje voor, waarin deze het niets prettig vindt te moeten kijken. Hij wordt dan wat wild en wil. hem het spiegitje met 'n behendige zwaai uit de hand slaan. Maar daarmee draait hij zich er nog niet uit. 'n Leelijk mensch wordt niet knapper als hij alle spiegels stuk slaat. Intusschen, het is vqor den heer Hofland z'n gemoedsrust maar gelukkig, dat de heer v. Nijnatten Amersfoort verloten gaat. Holitiek Overiicht Als onderdeel, van zijne plannen om aan de schatkist cle noodige middelen te verschaf fen om de verplichtingen na te komen, die de oorlog en zijne gevolgen op haar legt, heeft de Duitsche rijksminister van finan ciën aangekondigd een heffing op hei ver mogen. De daad heefi ditmaal het woord spoedig gevolgd; het ontwerp van de wet tot regeling van deze heffing is bij de na tionale vergadering ingediend en tegelijk door opneming in den Reichsanzeiger tot j meer kinderen heeft, dan wordt voor ieder men met elkaar wedijverde in oorlogstoe rustingen, is er in Duitschland eene ver mogensheffing geweest. Het doel daarvan was een groot bedrag in eens ter beschik king van do regeering te stellen, ten eir.de haar in staat te .stellen de bewapening met bekwamen spoed op de hoogte te brengen van den lijd. Een milliard mark is daar door bijeengebracht. Dat was toen een be drag, waarover ieder riep. Maar in verge lijking met de 70 milliard, die het nu voor gestelde rijksnoodoffer moet opbrengen, is de toenmalige heffing niet meer don een peulschil. Aan de nieuwe heffing zullen onderwor pen zijn de burgers van het Duitsche rijk, niet genaturaliseerde personen wanneer zij in het Duitsche rijk een woonplaats of vast verblijf hebben, en vreemdelingen, die in het Duitsche rijk duurzaam vertoeven ter wille van hun bedrijf. Voorts maatschappijen op aandeelen, nnnmiooze vennootschappen, rechtspersoonlijkheid bezittende vereenigin- gen en ook vereenigingen en stichtingen zonder rechtspersoonlijkheid. Vermogen in den zin van deze wet is het geheele roerende en onroerende vermogen na aftrek van de schulden, waarbij echter huishoudelijke schulden buiten rekening blij ven. De dag voorde bepaling van de waar de van-het venvtogen is d^ 31e December 1919. Het hedrag van de heffing is 10 pet. voor binnenlandsche maatschappijen en verdere i vereenigingen en stichtingen, al of niet it_ rechtspersoonlijkheid bezittende. Voor de óverige"belastingplichtigen bedraagt de hef fing voer-de-eerste 50.000 merk 10 pet., voor dc volgende 50.000 12 pet., voor cle volcrende 100.000 15 pet. en verder gelei delijk meer; voor 1.000.000 mark bedraagt het 50 pet., voor 2.000.000 60 pet. Belastingplichtig is het gedeelte van het vermogen, dat 5000 mark te boven gaat. Van een vermogen van 50000 mark is dus 45.000 mark belastingplichtig en aan een heffing van 4500 mark onderworpen. Hoe de heffing werkt blijkt uit het volgende over zicht: Belastingplichtig Bedrog von de vermogen heffing in M. in 100.000 11.000 11 200.000 25.000 13 300.000 46.000 15.3 400000 66.000 16.5 500.000 91.000 18.3 600.000 116.000 19.3 700.000 146.000 20.9 800.000 176.000 22.0 900.000 211.000 23.4 1.000.000 245.000 24.6 1.500.000 446.000 29.7 2.0C0.000 671.000 33.5 3.000.000 1.171.000 39.3 4.000.000 1.721.000 43.3 5.000.COO 2.271.000 454 6.000.000 2.871.000 47.8 7.000.000 3.471.000 49.6 8000.000 4 171.000 51.4 9.000.000 4.771.000 53.1 10.000.000 5.421.000 54.2 100.000.000 63 921.000 639 Wanneer de belastingplichtige twee of algemeenc kennis gebracht. Dit ontwerp draagt den kenschetsendèn titel „ontwerp van een wet over het rijksnoodoffer" en art. 1 luidt: „Aan den uitersten nood van het rijk brengt het bezit een offer door een naar de voorschriften van deze wet te bepalen groote heffing van het vermogen (rijksnood offer)." De oude waarheid, die is uitgedrukt in het woord: „Er is niets nieuws onder de zon", wordt ook hier weer bevestigd. Lenige jaren vóór den oorlogtoen kind het bedrag van 5000 M. vrijgesteld en van de rest van het vermogen de belasting geheven naar. het voor het geheele belas tingplichtige vermogen verschuldigde per centage. De betaling van de belasting geschiedt als rente in dezer voege, dat het verschuldigde bedrag met bijberekening van 5 pet. interest von 1 Januari 1920 af binnen 30 jaren in gelijke termijnen, waarvan de eerste op 1 October 1920 vervalt, afgelost moet zijn. Voorde verschuldigde rente-moet zekerheid gesteld worden. In plaats van. de '30-jarige rente kan voor het op het grondbezit vallen-' de deel der heffing een 50-jarige rente tre den, die als een publieke last, d>n naam „Rijksnoodrente" dragende, in de registers wordt ingeschreven. De inkomsten uit de opbrengst van het rijksnoodoffer moeten uisluitend aange wend worden tot vermindering van riiks- schuld. In deze bepaling is het groote doel uitgedrukt, dat het bestuur der rijks! .an ion zich heeft gesteld met het voorstel om dit „rijksnoodoffer" te doen opbrengeh. Men wil door vermindering van de schulden van' het rijk, inzonderheid van de vlottende schuld, de volkshuishouding Op een gezon der basis plaatsen. Maar dit is nog slechts een eerste stap in die richting, en die levert oen maatstaf tot beoordeeling van de be teekenis der bittere waarheid, die in het de bat, dot aan hot besluit der nationale ver gadering tot ratificatie van het vredesver drag voorafging, door den minister van bui- tenlandsche zaken MÜller werd uitgedrukt in de woorden: „Wij staan gereed om een tocht van veertig jaren in den woestijn te begin nen. Ut kon geen ander woord vinden voor den lijdensweg, dien de naleving van het vredesverdrag ons aanwijst." P o r ij s 7 6 Juli. (Havas). De opperst» raad dér geallieerden heeft Woensdagmid dag om half vier vergaderd. Op de agenda kwam onder mee»' voor de bestucleering van eenige- kwesties, die geregeld moeten wor den om de opstelling van. het verdrag van: Oostenrijk le kunnen voltooien, de kwestie van de afbakening der Grieksche en Ita- ansche machtssferen in de streek van Smyrna en het onderzoek van de rapporten in zake het Saar-bekken, Sleeswijk, Polen, Dantzig en Memel an de commissie, die te waken heeft over de uitvoering van het vredesverdrag. Die commissie had Woens dagmorgen vergaderd. Er is een Amerikaanse!» voorstel ingeko men, bestemd om de goede somenwerking dei' goallieerden en geassocieerden te ver zekeren bij de gezamenlijke uilvoering van het verdrag. Het onderzoek van dat voorstel zal waarschijnlijk verscheidene bijeenkom sten in beslag nemen. De commissie, die de kwestie van de Oos- tenrijksche concessie te Tientsin onderzoe ken moet, heeft eveneens vergaderd. Pnrijs, 1G T u 1 i. (N .T. A. Draadloos uit Lvon). Opperste Raad heeft beraadslaagd over do blokkade van'Rusland cïi den -gevol gen bestudeerd, die tic opheffing der Duitsche blokkade voor Rusland zal hebben. Dc com missie voor dc vcrant' oord. iiikhcid heeft zich' bezig gehouden met de bepalingen, die in liet verdrag.met Bulgarije 'ingclascht zullen wor den. Dc territoriale commsisie heeft Vcnizclos gehoord over cle Bulgaarscho grenzen Rome, 16 Juli. (Slefani.) Het gezant schap van Italië te Biussel is tot den rong van een ambassade verheven. M unst er1 6 J u 1 i. (W. B.) De ,Mün- stersche Anzeiger" verneemt uit Weimar: De commissie uit de Nationale Vergadering voor indirecte belastingen wil verder gaon don het regeeringsvoorstel inzake de belas ting op sigaretten. Dit laatste maakte bij si garetten boven de 25 pfennig halt. Pc com. missie verhoogt de belasting tot die van 5C pfg. en daarboven en wel met belangrijke bedragen, tot 300 mark op de duizend toe. Eveneens werd het invoerrecht op de dub bele centenaar sigaretientabak van 4500 mark tot 7500 verhoogd. B e r 1 ij n 1 6 J u 1 i. (W. B.) De staten commissie heeft in de Nationale Vergade ring een wetsonierp ingediend, dat de be taling der douane-iechten regelt. De douane-rechtendie'an de rijkskas vloeien, Niets is zoo potsierlijk als hetenthou- Siasme van 'n opgezweepte menigte. door JEAN WEBSTER. Schrijfster van Vadertje Langbeen. Vertaald door A. Quarles de Quarlcs. 20 Hij stond met gekruiste armen voor b*cl schilderij en zijn oogen, <lic van oncler zijn ruige, wenkbrauwen schitter den, verslonden het, vol begeeren, trek voor trek. Zijn gelaat was strak gespannen, of het van\verdriet, eenzaamheid of berouw was, Weet ik niet. maar wel, -dat het de treurigste uitdrukking had, die ik ooit op eenig mcnsche- lijk gelaat aanschouwd had. Het was, alsof door een enkelen verlichten den bliksemstraal j^hij in zijn eigen ziel gelezen had en de ver woesting gezien, die zijn onbeteugelde trots en !.drift bij degenen, die hem lief waren, had aan- (gericht. Zoo was hij in gedachten verdiept, dat hij ïuet had hooren aankomen. Ik keerde me om en sloop weg, plotseling beseffend, dat hij ,feen oude, gebroken, zieke man wasdat zijn ['leven met zijn invloed op goed en kwaad reeds iten einde liep nu kon hij zijn karakter nooit i£neer veranderen, hoezeer hij zich ook van zijn jg&breken bewust was. De eigenzinnigheid1 van %wc arme, kleine Nannie was haar ten laatste .Xprgeven, doch de yergiffenis kwam vijftien! jaar te laat. Waarom kon hij niet eerder tot dat inzicht gekomen zijn, bijtijds, om al dat leed.te voorkomen? Ik ging weer naar buiten en peinsde ecnigs- zins bitter over de moeilijkheden van hel men- scbelijke leven. De vroolijke lentemorgen met zijn beloften van jeugd en vreugde schenen een schellen wanklank te geven. De schoonheid lag slechts aan de oppervlakte, zeide ik som ber bij mezelf, daaronder was de wreede we reld. Voor mij op het tuinpad haalde een jui chend roodborstje een ongelukkige worm uit den grond to. voorschijn, en iets verder onder een bloeiende appelboom nuttigde dc poes uit de keuken haar ontbijt met een jong roodborstje. Dit schouwspel trof me, als naar het leven geteekend. Ik zocht te vergeefs naar eenige philosophischc waar heden, om mijn beschouwingen te staven, toen mijn d roomcrijen door een roepen'van Radnor afgebroken veerden. Ik keerde me om en vond dc paarden drie in getal aan de stoep van-het terras v ach ten. Rad ging dus achteraf tocli mee. Hij en zijn vader hadden dus blijkbaar een soort wapenstilstand gesloten, doch ik zag. weldra, dat het ook niets meer dan een wapenstilstand was. Beiden vermeden elkaar in de oogen te zien en loen wij verder reden, spraken zij met mij, in plaats van met elkander. Op „Mathers Hall" kwam het geheele ge zelschap bijeen. Het plan was, dat wij dien morgen naar Lu ray zouden rijden, daar groo- tendeels den middag doorbrengen en dan naar huis terugkecren om te soupeeren en 's avonds nog wat te dansen. De oudere dames gingen per rijtuig, de overigen te paard en eenige bedienden volgden in de brik met de lunch- Mose, blootsvoets, in zijn gewone piunje, werd ook meegenomen, om als gids op te treden en hij spinde van tevredenheid over deze onder scheiding tegenover dc andere negers. liet schijnt, dat hij, sinds hij een kleine deugniet was, de gewoonte had,, den weg in de spelonk te zoeken en, naar Radnor me vertelde, kende hij den weg beter dan welke beroepsgids ook. Hij kende hem inderdaad zoo goed, dat de ge heele buurt gewoon was hem te leenen, wan neer er tochten naar Luray ondernomen wer den. Wij lieten onze paarden in het dorpshotel en na een picnic-lunch in het bosch, gingen wij de gewone ronde door dc spelonk doen. Luray is sindsdien clcctrisch verlicht cn men heeft er paden van cement aangelegd, doch dc tijd. waarvan ik spreek, was, voordat het door de spoorwegen geëxploiteerd werd en dc spelonk bevond zich nog in haar natuurlijken toestand Ieder van ons droeg óf een kaars óf een toorts en dc gidsen waren van acetyleenlantaarns voorzien, die zij bij tusschenpoozen aanstaken, wanneer er iets bijzonder merkwaardigs to zien was. Dit was dc eerste spelonk van eenig belang, die ik ooit bezocht had en ik was zoo verdiept in dc beschouwing der grillige rots- vormen en moest zoo oppassen mijn. handen niet aan de toorts te branden, dat ik niet veel aandacht aan hel overige gezelschap schonk. De geheele tocht duurde meer dan twee uur en wij moeten wel ongeveer vijf mijl geloopen hebbenvoeg daarbij de zware, vunzige lucht en dc gladde paadjes, dan kan men begrijpen» lioc blij ik tenminste was, weer buiten in den zonneschijn te zijn. Ik" sloot me aan bij het groepje van Polly Mathers en vroeg terloops, of zij wist, waar Radnor was heen gegaan. „Ik heb hem een poosje niet gezien, ik denk, dat hij cr al -\óór ons is uitgekomen," ant woordde zij. „en tenzij ik me vergis, kolonel Gaylord," voegde zij cr, zich tot mijn oom wendend, bij, „liet hij nrijn mantel op die ge broken zuil bij het ..Kristallenmccr" liggen. Ik vrees, dat hij geen zeer galant cavalier is.'' Ik vermoed, dat dc kolonel in zijn jeugd een zeer galant cavalier geweest was, en ik geloof niet, dut hij in dat opzicht veranderd was. .,Ik zal zijn verzuim herstellen, juffrouw Polly/' antwoordde de oude heer met een be leefde buiging, „en u bewijzen, dat de jongen dat gebrek aan galanterie niet van zijn vader heeft.'* „Neen, zeker niet, kolonel Gaylord riep Polly uit, „ik maakte maar gekheid, ik zou er niet aan denken, u terug te laten. gaan. Een van dc bedienden kan hem wel halen." Kort daarop zag ik Mose, wien ik zeidc den mantel (e gaan halen, en daarmee was hel voorval vergeten. Wij liepen in kleine groep jes naar het hotel terug, de paarden kwamen voor en wij vertrokken in een algemecne ver warring. Ik reed eerst een paar mijl naast bet rijtuig, terwijl ik eenige beleefdheidszinnetjes met mevrouw Matlicrs wisselde, toen galop peerde ik naar voren en voegde me bij de andere ruiters, liet verwonderde me noch mijn oom noch Radnor ergens tc zien en vroeg waar zij waren. „Ik dacht, dat zij bij u waren," zeidc Polly, naar mij toezwTenkcnd. „U veronderstelt toch niet," vroeg zij. plotseling, „dat dc kolonel dwaas genoeg was om voor mijn mantel terug te keeren en dat wij hem achtergelaten heb ben?^ Een van d<5 liecren lachte. „Hij heeft een paard, juffrouw Polly, en hij weet, hoe hij daar gebruik van moet maken. Zelfs al hadden wij hem achtergelaten, dan kan hij nog don weg naar huis wel vinden." „Ik om den mantel." roe.rfcto ik op. ..Dé kolonel vindt zeker, dal hij genoeg wuftheid voor één -lag gehad heeft en verkoos regelrecht naar „De vier Plassen" tc rijden." Hci kwarn bij me op. dat Rad cn zijn vader wellicht samen naar huis waren gereden om hun twist bij U leggen en die gedachte gaf mij een aanmerkelijke vcriichlihg. Toen wij op „Mathei:, Hall' aankwamen, gleed Polly van haar zadel en kwam naar mo toesnellen, toen ik wilde afstijgen. Zij legde haar hand op den teugel en vroeg op haar lief ste wijze of ik zoo vriendelijk zou willen zijn naar de plantage terug tc rijden om te gaan zien of de kolonel daar werkelijk was, daar zij niet kon nalaten ongerust over hem to zijn. Ik merkte met een glimlach op, dat zij niets over de afwezigheid van den zoon zei, hoewel ik sterk vermoedde, dat dit niet min der haar belangstelling gaande maakte. Ik wendde het paard om en galoppeerde wccit weg, bereid genoeg om aan haar verzoek l«s voldoen, hoewel ik niet kon nalaten te den-, ken, flat hel even gemakkelijk voor haar en vrij wat gemakkelijker voor mij geweest was, als zij haar ongerustheid eenige mijlen ecrdcc tc kennen gegeven had. Toen ik aan het kruispunt kwam. waar d& weg naar ..De vier Plassen" van den lol at' slaat, zag ik de brik met dc twee negers det familie Mathers er in, doch zonder ccnig tee* ken van Mose „Hola, jongens 1" riep ik. „Wat is cr mei Mose gebeurd?"- (Wordt vervolgd)!

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1919 | | pagina 1