„DE EEMLANDER" *MEHispRi)sr::;Tm:;r:tr0 PRIJS DER ADVE8MK ÏÜrS'É, BUITENLAND FEUILLETON. OE SPOO KHOEVE 18e Jaargang No. 24^ et post f 2.30. per week (met gratis verzekerdis Ugm ongelukken) f 0.15. Wonderlijke nummers C.0L HOOFDREDACTEUR: M,. D. J. VAN SCHAARDENBURG UITGEVERS: VALKHOFF&Ca BUREAU: ARNHEMSCHE POORTWAL. HOÉK utaechtschestr. tNTERCOMM. TELEFOONNUMMER 513 Maandag 28 Juli 1919 bewijsnummer, elke regel meer 0.20, dicnsfnanbic# dingen 1—5 jcgcls 0 50. Voor handel cn bedrijf beslaan zcci voordcciigc bepalingen lol hei herhaald* advcrtecrcn. bij abonnement. Ecnc ciicuiairc, bcvaltcndc de voorwaarden, wordt op aanvraag v toegezonden. Bewijsnummers 5 cent. Tan week tot week, 3eer\ actueeler vraagstuk en onuitputte-_ lliker onderwerp van gesprek dan de wo ningnood. In stad en dorp, in luxe-kwartie- rin en arbeiderswijken. "u Huizen Kuren komt niet meer ijn nog slechts te koop. De niet aan het fantastische doch zijn ^Evenals elke loonsverhoging de 'prijzen der artikelen doet stijgen en elke pr.jsver- hoosing weer stijging der loonen noodig maakt, wérkt elke duurkoop van. huizen n nieuwe prijsstijging in de hand. Wie n per ceel duur'kocht, zal 't slechts tegen nog hooger bod weer willen afstaan. En dat gaat zoo moeielijk niet, want .men. krijgt nu eenmaal voor 'n woning wat n gek er voor geven wil. Wij gelooven niet, dat het in Amersloort voor komt, maar er zijn steden waar eige naren hun huizen liever leeg laten staan dan ze tegen 'n redelijken prijs verkoopen. Ze wachten op den dwaas, die de buitenspori ge vraagsom betalen wil. Maar die zelfde eigenaren geven misschien onbewust t beste middel aan de hand om de onzinni ge prijsopdrijving den kop in te dr-ukken. In een der voorsteden van Brussel heeft het gemeentebestuur wel drastische maar afdoende maatregelen tot bestrijding van den woningnood en tegengaan der prijsop drijving genomen. Het besloot Welkdanige woningen, zooals huizen, kwartieren, kamers, enz., die onbewoond zijn, zullen bij onderhavig besluit opgevor derd worden2. Al de huizen, waarvan de bewoning onderbroken wordt door onvrij willig vertrek of uitzetten van den huidigen bewoner, zullen als onbewoond beschouwd worden3. Het college van burgemeester en schepenen zal de bewoning van de opge vorderde huizen regelen; 4. Onderhavig besluit zal onmiddellijk in werking treden. Zoo wordt er inderdaad 'n stokje voor gestoken. En ook in ons land! moest men maar eens beginnen de leegstaande wonin.- gen op te vorderen. Het zijn vooral zeer groole huizen, welke leegstaan, mischien wel oipdat ze langzamerhand wegens de al- gemeene duurte, onbewoonbaar worden. De woningnood zelf zou er niet door op geheven maar toch wel ietwat verminderd worden, doch van grooten invloed is de af schrikwekkende werking van zulk 'n maat regel. De eigenaren zouden ongetwijfeld dadelijk 'n toontje lager gaan zingen erv haast-je-rep-je probeeren hun huizen dan maar op wat minder voordeelige wijze be woond te krijgen. En als de daling bovenaan begint, zal zij zich vanzelf naar beneden voortzettenvooral als inlussohen 'n handje geholpen wordt door snellen bijbouw van middenstands- en arbeiderswoningen. Na den universeelen oorlog hadden wij de vorige week bijna ook 'n universeele staking beleefd. Tijdens, den oorlog heeft men nooit ge dacht over 'n wereldstaking om te protes teeren tegen de vernielingen. Nu er opge bouwd en hersteld moet worden, de produc tiviteit van de overlevenden tot de helft ge daald is en de eene groote staking de an dere op den voet volgt, nu had men alle aanstalten tot 'n wereldstaking gemaakt. Allerlei leuzen waren bij .elkaar geschar- reld, de een al meer inslaande dan de an der tegen d-e duurte, tegen den geweldvre- de, tegen de langzame demobilisatie, tegen de interventie in Rusland. En er zal wel niemand ter wereld geweest zijn, die niet een dezer leuzen kon onderschrijven en dus aan de staking moest meedoen. En niettemin is er niets van terecht ge komen. Het. bleek, dat de vakvereenigingen zich toch nog niet geheel als 'n speeltuig handen der politieke leiders lieten ge bruiken en zoo is de een na den ander te ruggekrabbeld. In Frankrijk heeft men t langst op de wereldstaking van 21 Juli gevlast. Maar ook daar bleek meer en meer naar mate de dag naderde, dat de meerderheid der arbeiders voor zulk 'n staking met politiek bijsmaakje zich niet zou leenen. Om het fiasco te voor komen, heeft men toen in de afkeuring van het beleid van den Franschen distributie minister door de Kamer, 't voorwendsel ge vonden om op 't laatste nippertje nog de staking af te gelasten. Maar in Duitschland, waar mei\ geen ar beiders meer heeft die wél eei\s staken doch slechts stakers die ook wel eens ar beiden, hebben dezen natuurlijk niet de ge legenheid laten voorbijgaan om 'n staking te proclameeren uit sympathie-met de we reldstaking, welke niet doorging. Die sym pathiestaking ging wel door maar leverde toch niet het genoegen op, dat men zich er van voorgesteld had. Er kwamen hierdoor wel botsingen tussohen arbeiders onderling voor en er vielen enkele slachtoffers en de economische schade beliep wel weer in de millioenen maar daar bleef het dan ook bij Zoo werd het 'n manifestatie niet van de eenheid van het „proletariaat" maar van de hopelooze verdeeldheid van inzichten. En dat, terwijl men nog strijdt om de macht. Wat moet er dan toch wel van terecht ko men, als de socialisten werkelijk eens „baas weiden", de macht in handen kregen Zul len ze dan, net als in Rusland, na eerst met de burgerij afgerekend te hebben, elkaar gaan uitroeien? Als er in het laatste halfjaar iets bewezen ns, dan is het wel dit, dat er van het soci alisme als zoodanig voor de toekomstmaat schappij bitter weinig goeds te verwachten is. Hetgeen natuurlijk niet wegneemt dat cr onder de leiders eminente personen kun nen voorkomen, die in de uit deze barnen- de tijden geboren wordende democratische periode de groole mannen zullen blijken te zijn, die hun land behoeft. Maar tot heden bemerkt men van zulke eerst-rangs-krach- ten nog niet veel. Zij die thans voor het voetlioht treden, zijn spelers, die'sléchts 'n bijrolletje verdienden en tot hun en aller ongeluk 'n wereldrol te spelen krijgen. 'n Revolutie maken kan Jan Alleman, maar om 'n revolutie te doen slagen, moet men groote mannen hebben. Politiek Overzicht De militaire bepalingen van het vredes verdrag met Duitsch Oostenrijk herinne ren sterk aan de voorwaarden, die aan Duitschland zijn opgelegd. Er mag slechts een leger van 30.000 man onderhouden worden, uitsluitend gebaseerd op vrijwil lige dienstneming; de manschappen zullen zich moeten verbinden minstens zes jaren onder de wapenen te blijven. Dit leger zal slechts dienst mogen doen tot handhaving van de orde en tot bewaking van de gren zen. Slechts ééne fabriek, door den staat beheerd, zal gerechtigd zijn oorlogsmate- rieel te vervaardigen. Al het* materieel bo^ ven een zekere limiet zal binnen drie maan den aan de geallieerden uitgeleverd moeten worden. Van groot gewicht zijn de bepalingen,.die betrekking hebben op het weer goed ma ken van de oorlogsschaden. Welke bedra gen en in welke termijnen die binnen der tig jaren moeten worden betaald, zal de in het verdrag met Duitschland ingestelde commissie van herstel bepalen. Zij zal in de eerste plaats een som vaststellen, die in de jawn 1919 -en 1920 in goud, waren, schepen, papieren van waarden of andere goederen moeten worden uitgekeerd. Van deze som zullen in de eerste plaats de kos ten van de bezettingstroepen, vervolgens de voedingsmiddelen en de grondstoffen be taald worden, die de geallieerde groote mogendheden Oostenrijk toestaan te be trekken. De commissie zal don bepalen tot welk bedrag de goudbons moeten worden uitgegeven. De commissie zal er voor zor gen, dat de belastingdruk in Oostenrijk niet lager is dan in een van de aan de commissie deelnemende staten. Zij zal re kening houden met den economischen en financieelen toestand van Duitsch Oosten rijk en met de vermindering van zijn ver mogen om te betalen, zoolang de toestand niet verandert. Oostenrijk moet alle zee schepen afstaan en de aan rivierschepen geleden verliezen vergoeden, echter niet meer dan tot 20 pet. van het scheepspork van November 1918. Dieren, machines en andere goederen moeten geleverd worden tot vervanging van wat verloren is, waarbij echter, in aanmerking moet worden geno men, dat het industrieele apparaat niet mag worden gedesorganiseerd. Aan geen onder nemer mag meer dan 30 pet. van zijn in dustrieel apparaat ontnomen worden. Voor- loopig moeten 6000 melkkoeien, 2000 stuks jong vee, 3000 kalveren, 2000 paar den, 1000 schapen en 1000 varkens ge leverd worden. Verder moet -een node.r te bepalen gedeelte geleverd worden van de in Oosterrrijk voor verkoop voorradige meu bels. Gedurende vijf jaren wordt aan de ge allieerde en geassocieerde mogendheden het recht van optie op het betrekken van hout, fiset en magnesiet toegekend. Een commissie van drie rechtsgeleerden zal on derzoeken of een aantal speciaal genoem de schilderijen en museum-voorwerpen niet onrechtmatig uit Italië zijn weggevoerd, en wel in 't bijzonder de Italiaansche kroon- juweelen, vier schilderijen van Correggio, de Biblia Wulgata, het Breviarium Roma- num en het Officium Beatoe Virginis. Voor de uit het vredesverdrag voortko mende verplichtingen wordt een eerste hy potheek gevestigd op staatseigendom en staatsinkomsten. De groote mogendheden zullen bepalen in hoever voor de betaling van voedingsmiddelen en grondstoffen prio riteit wordt gegeven voor de herstellings kosten, De met hypotheek belaste schulden worden verdeeld onder de staten, onder wie het gebied van de monarchie is \erdeeld. Dit gedeelte van het verdrag eischt een speciale studie, want men moet naast el kaar stellen de aan Oostenrijk opgelegde voorwaarden en die wélke, meer of minder vrijwillig, worden aanvaard door de andere staten-erfgenamen van het oude Oosten- rijk-Hongarije. Die staten zullen als bijdrage in de oorlogskosten een som moeien betalen, die na langdurige debatten is vast gesteld op 1500 millioen gouden fiancs; de eene helft daarvan zal betaald worden door Czecho-Slowakije, de andere helft door Polen, Rumenie en .Töego-Slavie gezamen lijk. Bovendien zal ieder van deze staten een gedeelte dragen van de Oostenrijksche schuld van vóór den oorlog. Wat de Oos tenrijksche oorlogsschuld betreft, daarvan zal ieder ven hen op zijne manier de aan spraken moeten bevredigen van de hou ders op zijn gebied, die tegen Oostenrijk geene rechten kunnen doen gelden. Zij zul len voorts den last op zich moeten nemen van de op hun gebied aanwezige bankbil jetten en op eigen kosten de domeinen von den vroegeren staat en de voormalige dy nastie moeten koopen en de pensioenen betalen van de rechthebbenden, die onder hunne burgers zijn opgenomen. De commissie van herstel zal, alvorens van Oostenrijk de betalingen te vorderen, die na 1921 zijn te .doen, zich onledig moe ten houden met de vraag of Duitschland niet in staat zou zijn het totale bedrag van de vorderingen te voldoen. Bnite&landscbe Berichtm Parijs, 2 6 Juli. (N. T. A. Draadloos uit Lyon). De opperste raad der geallieerden heeft den tekst goedgekeurd von twee ant woorden op Duitsche nota's, betrekking heb bende op de uitvoering van het verdrag over de oostelijke grenzen van Duitschland. In de eerste antwoordnota wordt de wijze om schreven, waarop de ontruiming van het aan Polen afgestaan gebied moet plaats hebben. De tweede nota bepaalt de taak van de intergeallieerde commissie, die voor de uit voering van de volksstemming in Opper- Silezië zal moeten zorgen. De raad heeft zich verder bezig gehouden met het vredesverdrag met Bulgarije, waar van de opstelling goed is opgeschoten. Ook 2ijn de bepalingen goedgekeurd over de terugzending van de In de verschillende lan den geïnterneerde gevangenen. De raad heeft het legerbevel opgedragen gecommitteerden aan te wijzen voot het in stellen van een onderzoek naar de gebeurte nissen in Smyrna en heeft aan de Polen en dc Czecho-Slowaken nog een nadere termijn van acht dagen toegestaan om tot overeen stemming te komen over de kwestie von Teschen. St.-Germain, 2 7 Juli. (R.) Renner vroeg verlenging van den termijn, noodig om het vredesverdrag te overwegen. Washington, 27 Juli. (R.). Wilson heeft in antwoord op een vraag van Lod ge geschreven, dat voor zoover hem be kend is, de geallieerden nog geen overeen komst getroffen hebben voor de verdecling der jaarlijksche termijnen van Duitschland s schadevergoeding, die voorzien is in arti kel 357 van het vredesverdrag. P a r ij s^, 26 Juli. (R). Men bericht, dat Foch heden in de vergadering van den op persten raad der bondgenooten als zijn mee ning heeft te kennen gegeven, dat er 150,000 man voor den linker Rijnoever noodig zijn. B e r 1 ij.n, 2 7 Juli. (W. B.) Naar de Wie ner Mittag bericht, kreeg Erzberger het be richt van Czernin van den vroegeren kei zer Karl zelf met de verplichting over de herkomst van het bericht het zwijgen te be waren. B e v 1 ij n, 2 6 Jul i. (W. B.) In aanslui ting op de redevoering, die Erzberger giste ren in de Nationale vergadering.gehou.den hpeft, maken de bladen een brief openbaar, dien de Pauselijke nuntius te Miinchen den 50stcn Juni 1917 had geschreven, waarin de nuntius, op aandringen van den kardinaal- staatssecretaris vraagt naar de oogmerken van de keizerlijke regeerin^ ten opzichte van de volledige onafhankelijkheid van België en de schadevergoeding, aan België te be volen, voor de door den oorlog toegebrachte schade. Voorts wordt in dezen brief ge vraagd, welke waarborgen de Duitsche re geering verlangt voor de politieke, economi sche en militaire onafhankelijkheid van Bel gië. Iri verband hiermee publiceeren de bladen het antwoord, dat de rijkskanselier Michaelis den 24sten September 1917 daarop heeft gegeven. Hij verklaart daarin, dat Duitsch land bij den toenmaligen staat van zaken nog niet in de gelegenheid was, aan dc wen- schen van den nuntius te voldoen en een stellige verklaring af te leggen over de oog merken van de keizerlijke regeering ten op zichte van België. Zij hoopte evenwel, den nuntius binnen niet al te langen tijd nauwkeuriger te kun nen inlichten. B e r 1 ij n26 Juli. (Wf-B.). Noor aanleg ding van de onthullingen van gisteren iit de nationale vergadering heeft de Berlincn Zeitung am Mittag van hooggeplaatste zij* de uit het opperste legerbevel, namens goJ neraol Ludendorff, een verklaring ontvan gen, waarin gezegd wordtDe brief voiYj den nuntius Pncelli en het antwoord van rijkskanselier Michaelis zijn generaal Lu-! dendorff hedenmorgen voor het eerst on«* der de oogen gekomen. Terloops en ge heimzinnig is eind Augustus of begin Sep* tember 1917 aan het opperbevel meege deeld, dat Engeland voeling met ons tracht te te krijgen. Geheel onafhankelijk damvwt was den generaal begin Augustus, op gron<( \an mededeelingen uit pacifistische krin« gen in het onzijdige buitenland, meege deeld, dat Engeland thans een openlijk^ verklaring van Duitschland over België ver wachtte. De generaal meende, dot beida gevallen op hetzelfde sloegen en verkïonrda beide keeren, dat hij instemde met het ge ven van een verklaring over België. Er had den tal van besprekingen plaats over het Belgische vraagstuk, ook een kroonraad op 11 September. In de besprekingen werd rneit' het over de formule ten aanzien van BelgiS eens. Eenige dagen later gaf d-e rijkskanse lier in overweging de openbare meening in het binnenland en aan het front voor te be reiden op een aanzienlijke inkrimping van 't geen ten aanzien van België werd beoogd. Generaal Ludendorff heeft later nog eens aan den rijkskanse^fer of aar» staalssecrelo- ris Von Kühlmann gevraagd, wat cr terecht was gekomen van de Engelschc poging tot toenadering. Hij kreeg toen een ontwijkend antwoord. Berlijn, 2 3 .T li li. (W. B.) In eon gebei* men brief van graaf Czernin aan keizer Ka rei van 12 April 1917 wordt gezegd Het is vol-komcn duidelijk, dat onze militaire kracht ten einde loopt- Hierover cèrst nog in bij zonderheden I Ireden zou misbruik maken* betcckciven van den tijd van Uwe Me.jcs(jeil. 11c wijs alleen maar op dc schaarschte van grondstoffen v:nr miinitienanmanl;, op de totale uilputtiii van h menSchenmalcriaal cn bovenal op tb- -co-ar,zinnige vertwijfeling, die zich in 'I bijzonder tengevolge van de orr- der voeding meester heeft gemaakt van nlle kringen der bevolking, on die een verder doorslaan van de oorioa-cllendc onmogelijk! maakt. Het is voor mij volkomen duidelijk, dat een nieuwe wiotervcldtocht volkomcrr buitengesloten i>. Met andere woorden, dat? er in den hazurfiêr of iu den herfst tot eiken prijs een einde aan gemaakt moet worden. De grootste beteekenis meet ongetwijfeld ge hecht worden aan hét daarvoor te kieze* oogenblik, da ;oo grko. mtnoet zijn, dat ooze vijanden zivli nog niet ten volle ervan be wust zijn, dal onze krachten, uitgeput raken. IIcl is van het groobb belang om op het goede oogenblik te beginnen, Ik kan hie:- tiet punt biet terzijde laten, waaraan mijn h ele betoog den nadruk ont leent Dat ligt in liet revolutionaire gevaar, dat aan den horizont .van geheel Europa op doemt en dal, door Engeland gesteund, een. nieuwe slrijdmelhode heeft aangenomen. Op onze Slavische bevolking maakt de Russische revolutie meer indruk dan op de Duilsclier# en dc verantwoordelijkheid voor - het voort** zetlcn van den- oorlog is veel grooter voor den vorst, wiens land slechts saamgehoudetf wordt door dc banden van dc dynastie, dan' voor hem, wiens volk zelf strijdt voor zijn na tionale öfiafhantvclijklieid. Komen er échter ernstige onlu-t n bij ons of- in Duits, hl and" aan hat licht, dan 'M het onmogelijk zijn dien factor voor bet buitenland geheim te houden cn zullen allo pogingen orn vrede te krijgen tcvergccfsch zijn Ik geloof niet. dat do binnenlandsehc politieke toestand in Duitsch land beter is dan hier. Maar ik ben bang, dat men fe Berlijn iu militaire kringen zich den toestand verkeerd voorstelt. Ik ben er vasf van overtuigd, jlat Ur.ii>chLuMl cvcr.^ücu als wij aan het etoid van zijn krachten is, zooals toon wens Verantviordelijkc kringen tc Ber- Wezenlijke omwentelingen kunnen slechts •voortvloeien uit omwentelingen in den men- schelijken geest. Revoluties door geweld du ren slechts zoolang zij zich door het geweld fcunnen staande houden. door JEAN "WEBSTER. Schrijfster van Vadertje Langbeen. .Vertaald door A*. Quarles de Quarlcs. 27 »H'j ging naar den stal en vloekte tegen den jongen, omdat hij zoo teutte. En hij trok zelf den zadelgordel met zulk een.ruk aan, dat de merrie sloeg, waarop hij haar terugsloeg. Ge woonlijk is hij vrijwel overdreven zacht in het omgaan met paarden en wij vroegen ons iverbaasd af Hier werd hij weer in de rede gevallen en 'erzocht zonder verbazen verder tc gaan. „Nu, laat me eens zien,"' zeide de getuige onverstoorbaar. „Hij wierp zich in den zadel, .en zijn sporen in de flanken van de merrie zet- yfend, vertrok hij in een wolk van stof, zonder maar even om te zien. Dit verwonderde ons allemaal, omdat hij anders altijd nogal min zaam is; -wij spraken er later over; maar wij .dachten er niets bijzonders van tot dien avond ,!bet bericht van den moord kwam en wij toen natuurlijk gevolgtrekkingen gingen maken." J Mier protesteerde ik en .werd de waard be- „Jake" Hcnley, de stalknecht werd geroe pen. Zijn getuigenis kwam vrijwel op hetzelfde neer en bevestigde wat de waard gezegd had. „Je zei, dat hij je uitvloekte, omdat je zoo teutte?'' vroeg dc lijkschouwer. Jake knikte grijslachend. #;Ik weet niet precies de woorden ik krijg zooveel vloeken naar mijn hoofd, dat het misschien niet meer dien indruk maakte als het wel moest maar het was niettemin stijf vloeken." „En het viel je op, dat hij zenuwachtig was?'' De grijnslach* verbreedde zich*. „Ik geloof wel, dat u zenuwachtig moogt zeggen," erken de hij, behoedzaam. ,.IIij was al wat nijdig in het begin en nu begon dc cognac ook nog te werken. Bovendien had hij ontzettend veel haast om weg te komen, voordat de anderen terug waren en terwijl ik het paard voor bracht, hoorde hij hen reeds lachen. Ze wa ren nog niet in 't gezicht, maar zij maakten al lawaai genoeg. Een van dc meisjes had op een slang getrapt en schreeuwde zoo hard, dat men haar wel twee mijl in den omtrek kon hooren.'' „En Gaylord vertrok, voordat één van hen hem zag?" De jongen knikte. „En of hij vertrok'. U lieeft vergeten voor uw paard le betalen," riep ik hem na, „waarop hij me vijftig cent toewierp, die in. den waterbak terechtkwamen." Hiermee eindigde zijn getuigenis. (Verscheiden menschen van de buitenpartij werden nu opgeroepen cn niets dat. bijzonder ten nadeele van Radnor was, kwam voor den dag. Hij scheen heel goed in zijn humeur ge weest te zijn, voordat hij de spelonk binnen trad, on het bleek, dat niemand hem gezien had, nadat liij cr uitgekomen was, hoewel dat' then niet opgemerkt werd. Ook had niemand hem in gesprek met zijn vadgr gezien. Dc lijk schouwer bleef bij dit punt stilstaan, doch kon geen enkele inlichting uitlokken. Polly Mathers was niet tegenwoordig. Zij had wel een dagvaarding gekregen docli was te ziek en zenuwachtig om de spanning tc doorslaan en dc dokter had haar verboden tc komen. De lijkschouwer had haar getuigenis echter thuis afgenomen en zijn klerk las het verslag hard op voor. Het handelde enkel over de kwestie van den mantel cn waar zij Radnor het laatst gezien had. „Vraag. „Merkte u iets bijzonders in het gedrag van Radnor Gaylord den dag van zijn vaders dood?" „Antwoord. „Niets buitengewoon bijzon ders neen." „V. „Was cr geen enkele omstandigheid, die u deed -vermoeden, dat hij en zijn vader niet op goeden voet stonden wA. „Neen, zij schenen beiden heel ge woon.*' „V. „Heeft u .Radnor in dc spelonk ge sproken?'' „A. „Ja, wij wandelden een poosje sa men en hij droeg mijn mantel. Hij legde hem op 'den gebroken zuil cn vergal het. Ik vergat het ook en dacht er niet meer aan tot wij uit dc spelonk waren. Toen sprak ik er toevallig tegenover kolonel Gaylord over en ik* vermoed, dat hij hem ging halen." „V. „Zag u Radnor Gaylord niet meer nadat liij de spelonk verlaten had ?"- ,,A'. „Neen, Ik zag hem niet meer nadat wij uit de gaanderij van de gebroken zuil ge gaan waren. De gids stok zijn lantaarn aan om ons dc rotsformatie aan de zoldering te laten zien. Wij vertoefden cr ongeveer een minuut of vijf om alle» goed te bekijken cn daarna sinsén we allen in een groepje ver der. Radnor was niet blijven wachten om deze gaanderij tc bezichtigen, dorh was ^oruit geloopen in dc richting van den ingang. Dat was alles wal Polly's getuigenis betrof en waardoor men niets wijzer werd. Salomo bijna huilen zichzelf van schrik, werd nu geroepen en zijn getuigenis bracht de twist tusschen kolonel Gaylord en Radnor ter sprake. Salomo vertelde het vinden van dc Franschc klok en een mcnigle dingen boven dien die liij, naar ik zeker weet, zelf maar verzon. Daarna werd Radnor voor geroepen. Toen hij plaats nam, ging cr een opgewonden *gc- mömpel door de zaal en iedereen rekte zich zooveel mogelijk naar voren. Hij was kalm en rustig en zeer ernstig, elk tceken van leven digheid was uit zijn gezicht verdwenen. De lijkschouwer begon onmiddellijk over de twist met zijn vader den avond voor zijn dood en Radnor beantwoordde al de vragen open hartig en duidelijk. Hij poogde geen enkele bijzonderheid le verbloemen. Wat de zaak in een hc.el leelijk daglicht stelde, was het feit' dal dc reden van de twist een geldkwestie was Rad had zijn vader verzocht een bepaalde som op hem vast tc zetten, zoodat hij in 't ver volg onafhankelijk zou zijn en zijn vader had dit geweigerd. Zij waren beiden driftig gewor den en verder gegaan dan gewoonlijk. Toen hij hel verhaal vertelde, nam Radnor openlijk al de schuld op zich, hoewel ik sterk vermoed, dat in verscheiden gevallen, de kolonel er de oorzaak van was. Doch ten spijt van het feit, dat het verhaal een betreurenswaardige ver houding tusschen vader en zoon aan het licht bracht, wekte, hij door zijn edelmoedigheid om al de verantwoordelijkheid op zich te nemen, ■meer sympathiek dan men hem sinds den moord betoond had. „Hoe brak dc klok?" vroeg de lijkschouwer „Mijn vader stootte haar van den schooiu steenmantel op den grond Hij gooidp haar niet r.aar u loc, zooals lomo vermoedde?'' Radnor hief roe! een plotselinge be weging van toorn zijn hoofd op. „Ze vicj op den grond en brak.'' „Heeft u dikwijls met uw vader getwist?** „Nu en dan. Hij was driftig en wilde altijd zijn zin doordrijven en ik was niet zoo gedul' dig inet hem als ik had moeten zijn." „Waar twistte u over?' „Over allerlei." „Ovc-r wat, bij voorhield?" „Soms omdat hij dacht dat ik tc veel geld verteerde, soms over het besturen van dc plantage en ook wel omdat hij praatjes over me gehoord had." „Wat bedoelt u mei „praatjes?" „Verhalen dat ik gespeeld of te veel gedron ken had." „En waren die verhalen waar?" „Ze waren altijd erg overdreven." „En was die twist.den avond voor zijn dood ernstiger dan gewoonlijk?" „Mogelijk wel." „Aan 'l ontbijt sprak u niet met elkaar?" „Nceiiy Radnor's gelaat was strak gespannen, het was duidelijk, dat dit een zeer pijnlijk onder werp was. ;ji „Sprak u hem later nog?" „Wij wisselden slechts enkele woorden." „Wees zoo goed te herhalen-, wat gezegd werd.'', JWordt vervolgd.) 1

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1919 | | pagina 1