„DE EEMLANDER"
*MEHispRi)sr::;Tm:;r:tr0
PRIJS DER ADVE8MK ÏÜrS'É,
BUITENLAND
FEUILLETON.
OE SPOO KHOEVE
18e Jaargang No. 24^
et post f 2.30. per week (met gratis verzekerdis
Ugm ongelukken) f 0.15. Wonderlijke nummers
C.0L
HOOFDREDACTEUR: M,. D. J. VAN SCHAARDENBURG
UITGEVERS: VALKHOFF&Ca
BUREAU: ARNHEMSCHE POORTWAL. HOÉK utaechtschestr.
tNTERCOMM. TELEFOONNUMMER 513
Maandag 28 Juli 1919
bewijsnummer, elke regel meer 0.20, dicnsfnanbic#
dingen 1—5 jcgcls 0 50. Voor handel cn bedrijf
beslaan zcci voordcciigc bepalingen lol hei herhaald*
advcrtecrcn. bij abonnement. Ecnc ciicuiairc,
bcvaltcndc de voorwaarden, wordt op aanvraag v
toegezonden. Bewijsnummers 5 cent.
Tan week tot week,
3eer\ actueeler vraagstuk en onuitputte-_
lliker onderwerp van gesprek dan de wo
ningnood. In stad en dorp, in luxe-kwartie-
rin en arbeiderswijken.
"u Huizen Kuren komt niet meer
ijn nog slechts te koop. De
niet aan het fantastische doch zijn
^Evenals elke loonsverhoging de 'prijzen
der artikelen doet stijgen en elke pr.jsver-
hoosing weer stijging der loonen noodig
maakt, wérkt elke duurkoop van. huizen n
nieuwe prijsstijging in de hand. Wie n per
ceel duur'kocht, zal 't slechts tegen nog
hooger bod weer willen afstaan. En dat
gaat zoo moeielijk niet, want .men. krijgt nu
eenmaal voor 'n woning wat n gek er voor
geven wil.
Wij gelooven niet, dat het in Amersloort
voor komt, maar er zijn steden waar eige
naren hun huizen liever leeg laten staan dan
ze tegen 'n redelijken prijs verkoopen. Ze
wachten op den dwaas, die de buitenspori
ge vraagsom betalen wil. Maar die zelfde
eigenaren geven misschien onbewust t
beste middel aan de hand om de onzinni
ge prijsopdrijving den kop in te dr-ukken.
In een der voorsteden van Brussel heeft
het gemeentebestuur wel drastische maar
afdoende maatregelen tot bestrijding van
den woningnood en tegengaan der prijsop
drijving genomen. Het besloot
Welkdanige woningen, zooals huizen,
kwartieren, kamers, enz., die onbewoond
zijn, zullen bij onderhavig besluit opgevor
derd worden2. Al de huizen, waarvan de
bewoning onderbroken wordt door onvrij
willig vertrek of uitzetten van den huidigen
bewoner, zullen als onbewoond beschouwd
worden3. Het college van burgemeester
en schepenen zal de bewoning van de opge
vorderde huizen regelen; 4. Onderhavig
besluit zal onmiddellijk in werking treden.
Zoo wordt er inderdaad 'n stokje voor
gestoken. En ook in ons land! moest men
maar eens beginnen de leegstaande wonin.-
gen op te vorderen. Het zijn vooral zeer
groole huizen, welke leegstaan, mischien
wel oipdat ze langzamerhand wegens de al-
gemeene duurte, onbewoonbaar worden.
De woningnood zelf zou er niet door op
geheven maar toch wel ietwat verminderd
worden, doch van grooten invloed is de af
schrikwekkende werking van zulk 'n maat
regel. De eigenaren zouden ongetwijfeld
dadelijk 'n toontje lager gaan zingen erv
haast-je-rep-je probeeren hun huizen dan
maar op wat minder voordeelige wijze be
woond te krijgen. En als de daling bovenaan
begint, zal zij zich vanzelf naar beneden
voortzettenvooral als inlussohen 'n handje
geholpen wordt door snellen bijbouw van
middenstands- en arbeiderswoningen.
Na den universeelen oorlog hadden wij
de vorige week bijna ook 'n universeele
staking beleefd.
Tijdens, den oorlog heeft men nooit ge
dacht over 'n wereldstaking om te protes
teeren tegen de vernielingen. Nu er opge
bouwd en hersteld moet worden, de produc
tiviteit van de overlevenden tot de helft ge
daald is en de eene groote staking de an
dere op den voet volgt, nu had men alle
aanstalten tot 'n wereldstaking gemaakt.
Allerlei leuzen waren bij .elkaar geschar-
reld, de een al meer inslaande dan de an
der tegen d-e duurte, tegen den geweldvre-
de, tegen de langzame demobilisatie, tegen
de interventie in Rusland. En er zal wel
niemand ter wereld geweest zijn, die niet
een dezer leuzen kon onderschrijven en
dus aan de staking moest meedoen.
En niettemin is er niets van terecht ge
komen. Het. bleek, dat de vakvereenigingen
zich toch nog niet geheel als 'n speeltuig
handen der politieke leiders lieten ge
bruiken en zoo is de een na den ander te
ruggekrabbeld.
In Frankrijk heeft men t langst op de
wereldstaking van 21 Juli gevlast. Maar ook
daar bleek meer en meer naar mate de dag
naderde, dat de meerderheid der arbeiders
voor zulk 'n staking met politiek bijsmaakje
zich niet zou leenen. Om het fiasco te voor
komen, heeft men toen in de afkeuring van
het beleid van den Franschen distributie
minister door de Kamer, 't voorwendsel ge
vonden om op 't laatste nippertje nog de
staking af te gelasten.
Maar in Duitschland, waar mei\ geen ar
beiders meer heeft die wél eei\s staken
doch slechts stakers die ook wel eens ar
beiden, hebben dezen natuurlijk niet de ge
legenheid laten voorbijgaan om 'n staking
te proclameeren uit sympathie-met de we
reldstaking, welke niet doorging. Die sym
pathiestaking ging wel door maar leverde
toch niet het genoegen op, dat men zich er
van voorgesteld had. Er kwamen hierdoor
wel botsingen tussohen arbeiders onderling
voor en er vielen enkele slachtoffers en de
economische schade beliep wel weer in de
millioenen maar daar bleef het dan ook bij
Zoo werd het 'n manifestatie niet van de
eenheid van het „proletariaat" maar van de
hopelooze verdeeldheid van inzichten. En
dat, terwijl men nog strijdt om de macht.
Wat moet er dan toch wel van terecht ko
men, als de socialisten werkelijk eens „baas
weiden", de macht in handen kregen Zul
len ze dan, net als in Rusland, na eerst met
de burgerij afgerekend te hebben, elkaar
gaan uitroeien?
Als er in het laatste halfjaar iets bewezen
ns, dan is het wel dit, dat er van het soci
alisme als zoodanig voor de toekomstmaat
schappij bitter weinig goeds te verwachten
is. Hetgeen natuurlijk niet wegneemt dat cr
onder de leiders eminente personen kun
nen voorkomen, die in de uit deze barnen-
de tijden geboren wordende democratische
periode de groole mannen zullen blijken te
zijn, die hun land behoeft. Maar tot heden
bemerkt men van zulke eerst-rangs-krach-
ten nog niet veel. Zij die thans voor het
voetlioht treden, zijn spelers, die'sléchts 'n
bijrolletje verdienden en tot hun en aller
ongeluk 'n wereldrol te spelen krijgen.
'n Revolutie maken kan Jan Alleman,
maar om 'n revolutie te doen slagen, moet
men groote mannen hebben.
Politiek Overzicht
De militaire bepalingen van het vredes
verdrag met Duitsch Oostenrijk herinne
ren sterk aan de voorwaarden, die aan
Duitschland zijn opgelegd. Er mag slechts
een leger van 30.000 man onderhouden
worden, uitsluitend gebaseerd op vrijwil
lige dienstneming; de manschappen zullen
zich moeten verbinden minstens zes jaren
onder de wapenen te blijven. Dit leger zal
slechts dienst mogen doen tot handhaving
van de orde en tot bewaking van de gren
zen. Slechts ééne fabriek, door den staat
beheerd, zal gerechtigd zijn oorlogsmate-
rieel te vervaardigen. Al het* materieel bo^
ven een zekere limiet zal binnen drie maan
den aan de geallieerden uitgeleverd moeten
worden.
Van groot gewicht zijn de bepalingen,.die
betrekking hebben op het weer goed ma
ken van de oorlogsschaden. Welke bedra
gen en in welke termijnen die binnen der
tig jaren moeten worden betaald, zal de in
het verdrag met Duitschland ingestelde
commissie van herstel bepalen. Zij zal in
de eerste plaats een som vaststellen, die in
de jawn 1919 -en 1920 in goud, waren,
schepen, papieren van waarden of andere
goederen moeten worden uitgekeerd. Van
deze som zullen in de eerste plaats de kos
ten van de bezettingstroepen, vervolgens de
voedingsmiddelen en de grondstoffen be
taald worden, die de geallieerde groote
mogendheden Oostenrijk toestaan te be
trekken. De commissie zal don bepalen tot
welk bedrag de goudbons moeten worden
uitgegeven. De commissie zal er voor zor
gen, dat de belastingdruk in Oostenrijk
niet lager is dan in een van de aan de
commissie deelnemende staten. Zij zal re
kening houden met den economischen en
financieelen toestand van Duitsch Oosten
rijk en met de vermindering van zijn ver
mogen om te betalen, zoolang de toestand
niet verandert. Oostenrijk moet alle zee
schepen afstaan en de aan rivierschepen
geleden verliezen vergoeden, echter niet
meer dan tot 20 pet. van het scheepspork
van November 1918. Dieren, machines en
andere goederen moeten geleverd worden
tot vervanging van wat verloren is, waarbij
echter, in aanmerking moet worden geno
men, dat het industrieele apparaat niet mag
worden gedesorganiseerd. Aan geen onder
nemer mag meer dan 30 pet. van zijn in
dustrieel apparaat ontnomen worden. Voor-
loopig moeten 6000 melkkoeien, 2000
stuks jong vee, 3000 kalveren, 2000 paar
den, 1000 schapen en 1000 varkens ge
leverd worden. Verder moet -een node.r te
bepalen gedeelte geleverd worden van de
in Oosterrrijk voor verkoop voorradige meu
bels. Gedurende vijf jaren wordt aan de ge
allieerde en geassocieerde mogendheden
het recht van optie op het betrekken van
hout, fiset en magnesiet toegekend. Een
commissie van drie rechtsgeleerden zal on
derzoeken of een aantal speciaal genoem
de schilderijen en museum-voorwerpen niet
onrechtmatig uit Italië zijn weggevoerd, en
wel in 't bijzonder de Italiaansche kroon-
juweelen, vier schilderijen van Correggio,
de Biblia Wulgata, het Breviarium Roma-
num en het Officium Beatoe Virginis.
Voor de uit het vredesverdrag voortko
mende verplichtingen wordt een eerste hy
potheek gevestigd op staatseigendom en
staatsinkomsten. De groote mogendheden
zullen bepalen in hoever voor de betaling
van voedingsmiddelen en grondstoffen prio
riteit wordt gegeven voor de herstellings
kosten, De met hypotheek belaste schulden
worden verdeeld onder de staten, onder wie
het gebied van de monarchie is \erdeeld.
Dit gedeelte van het verdrag eischt een
speciale studie, want men moet naast el
kaar stellen de aan Oostenrijk opgelegde
voorwaarden en die wélke, meer of minder
vrijwillig, worden aanvaard door de andere
staten-erfgenamen van het oude Oosten-
rijk-Hongarije. Die staten zullen als bijdrage
in de oorlogskosten een som moeien
betalen, die na langdurige debatten is vast
gesteld op 1500 millioen gouden fiancs;
de eene helft daarvan zal betaald worden
door Czecho-Slowakije, de andere helft door
Polen, Rumenie en .Töego-Slavie gezamen
lijk. Bovendien zal ieder van deze staten
een gedeelte dragen van de Oostenrijksche
schuld van vóór den oorlog. Wat de Oos
tenrijksche oorlogsschuld betreft, daarvan
zal ieder ven hen op zijne manier de aan
spraken moeten bevredigen van de hou
ders op zijn gebied, die tegen Oostenrijk
geene rechten kunnen doen gelden. Zij zul
len voorts den last op zich moeten nemen
van de op hun gebied aanwezige bankbil
jetten en op eigen kosten de domeinen von
den vroegeren staat en de voormalige dy
nastie moeten koopen en de pensioenen
betalen van de rechthebbenden, die onder
hunne burgers zijn opgenomen.
De commissie van herstel zal, alvorens
van Oostenrijk de betalingen te vorderen,
die na 1921 zijn te .doen, zich onledig moe
ten houden met de vraag of Duitschland
niet in staat zou zijn het totale bedrag van
de vorderingen te voldoen.
Bnite&landscbe Berichtm
Parijs, 2 6 Juli. (N. T. A. Draadloos
uit Lyon). De opperste raad der geallieerden
heeft den tekst goedgekeurd von twee ant
woorden op Duitsche nota's, betrekking heb
bende op de uitvoering van het verdrag over
de oostelijke grenzen van Duitschland. In
de eerste antwoordnota wordt de wijze om
schreven, waarop de ontruiming van het aan
Polen afgestaan gebied moet plaats hebben.
De tweede nota bepaalt de taak van de
intergeallieerde commissie, die voor de uit
voering van de volksstemming in Opper-
Silezië zal moeten zorgen.
De raad heeft zich verder bezig gehouden
met het vredesverdrag met Bulgarije, waar
van de opstelling goed is opgeschoten. Ook
2ijn de bepalingen goedgekeurd over de
terugzending van de In de verschillende lan
den geïnterneerde gevangenen.
De raad heeft het legerbevel opgedragen
gecommitteerden aan te wijzen voot het in
stellen van een onderzoek naar de gebeurte
nissen in Smyrna en heeft aan de Polen en
dc Czecho-Slowaken nog een nadere termijn
van acht dagen toegestaan om tot overeen
stemming te komen over de kwestie von
Teschen.
St.-Germain, 2 7 Juli. (R.) Renner
vroeg verlenging van den termijn, noodig
om het vredesverdrag te overwegen.
Washington, 27 Juli. (R.). Wilson
heeft in antwoord op een vraag van Lod
ge geschreven, dat voor zoover hem be
kend is, de geallieerden nog geen overeen
komst getroffen hebben voor de verdecling
der jaarlijksche termijnen van Duitschland s
schadevergoeding, die voorzien is in arti
kel 357 van het vredesverdrag.
P a r ij s^, 26 Juli. (R). Men bericht, dat
Foch heden in de vergadering van den op
persten raad der bondgenooten als zijn mee
ning heeft te kennen gegeven, dat er
150,000 man voor den linker Rijnoever
noodig zijn.
B e r 1 ij.n, 2 7 Juli. (W. B.) Naar de Wie
ner Mittag bericht, kreeg Erzberger het be
richt van Czernin van den vroegeren kei
zer Karl zelf met de verplichting over de
herkomst van het bericht het zwijgen te be
waren.
B e v 1 ij n, 2 6 Jul i. (W. B.) In aanslui
ting op de redevoering, die Erzberger giste
ren in de Nationale vergadering.gehou.den
hpeft, maken de bladen een brief openbaar,
dien de Pauselijke nuntius te Miinchen den
50stcn Juni 1917 had geschreven, waarin de
nuntius, op aandringen van den kardinaal-
staatssecretaris vraagt naar de oogmerken
van de keizerlijke regeerin^ ten opzichte van
de volledige onafhankelijkheid van België
en de schadevergoeding, aan België te be
volen, voor de door den oorlog toegebrachte
schade. Voorts wordt in dezen brief ge
vraagd, welke waarborgen de Duitsche re
geering verlangt voor de politieke, economi
sche en militaire onafhankelijkheid van Bel
gië.
Iri verband hiermee publiceeren de bladen
het antwoord, dat de rijkskanselier Michaelis
den 24sten September 1917 daarop heeft
gegeven. Hij verklaart daarin, dat Duitsch
land bij den toenmaligen staat van zaken
nog niet in de gelegenheid was, aan dc wen-
schen van den nuntius te voldoen en een
stellige verklaring af te leggen over de oog
merken van de keizerlijke regeering ten op
zichte van België.
Zij hoopte evenwel, den nuntius binnen
niet al te langen tijd nauwkeuriger te kun
nen inlichten.
B e r 1 ij n26 Juli. (Wf-B.). Noor aanleg
ding van de onthullingen van gisteren iit
de nationale vergadering heeft de Berlincn
Zeitung am Mittag van hooggeplaatste zij*
de uit het opperste legerbevel, namens goJ
neraol Ludendorff, een verklaring ontvan
gen, waarin gezegd wordtDe brief voiYj
den nuntius Pncelli en het antwoord van
rijkskanselier Michaelis zijn generaal Lu-!
dendorff hedenmorgen voor het eerst on«*
der de oogen gekomen. Terloops en ge
heimzinnig is eind Augustus of begin Sep*
tember 1917 aan het opperbevel meege
deeld, dat Engeland voeling met ons tracht
te te krijgen. Geheel onafhankelijk damvwt
was den generaal begin Augustus, op gron<(
\an mededeelingen uit pacifistische krin«
gen in het onzijdige buitenland, meege
deeld, dat Engeland thans een openlijk^
verklaring van Duitschland over België ver
wachtte. De generaal meende, dot beida
gevallen op hetzelfde sloegen en verkïonrda
beide keeren, dat hij instemde met het ge
ven van een verklaring over België. Er had
den tal van besprekingen plaats over het
Belgische vraagstuk, ook een kroonraad op
11 September. In de besprekingen werd rneit'
het over de formule ten aanzien van BelgiS
eens. Eenige dagen later gaf d-e rijkskanse
lier in overweging de openbare meening in
het binnenland en aan het front voor te be
reiden op een aanzienlijke inkrimping van
't geen ten aanzien van België werd beoogd.
Generaal Ludendorff heeft later nog eens
aan den rijkskanse^fer of aar» staalssecrelo-
ris Von Kühlmann gevraagd, wat cr terecht
was gekomen van de Engelschc poging tot
toenadering. Hij kreeg toen een ontwijkend
antwoord.
Berlijn, 2 3 .T li li. (W. B.) In eon gebei*
men brief van graaf Czernin aan keizer Ka
rei van 12 April 1917 wordt gezegd Het is
vol-komcn duidelijk, dat onze militaire kracht
ten einde loopt- Hierover cèrst nog in bij
zonderheden I Ireden zou misbruik maken*
betcckciven van den tijd van Uwe Me.jcs(jeil.
11c wijs alleen maar op dc schaarschte van
grondstoffen v:nr miinitienanmanl;, op de
totale uilputtiii van h menSchenmalcriaal
cn bovenal op tb- -co-ar,zinnige vertwijfeling,
die zich in 'I bijzonder tengevolge van de orr-
der voeding meester heeft gemaakt van nlle
kringen der bevolking, on die een verder
doorslaan van de oorioa-cllendc onmogelijk!
maakt. Het is voor mij volkomen duidelijk,
dat een nieuwe wiotervcldtocht volkomcrr
buitengesloten i>. Met andere woorden, dat?
er in den hazurfiêr of iu den herfst tot eiken
prijs een einde aan gemaakt moet worden.
De grootste beteekenis meet ongetwijfeld ge
hecht worden aan hét daarvoor te kieze*
oogenblik, da ;oo grko. mtnoet zijn, dat ooze
vijanden zivli nog niet ten volle ervan be
wust zijn, dal onze krachten, uitgeput raken.
IIcl is van het groobb belang om op het
goede oogenblik te beginnen,
Ik kan hie:- tiet punt biet terzijde laten,
waaraan mijn h ele betoog den nadruk ont
leent Dat ligt in liet revolutionaire gevaar,
dat aan den horizont .van geheel Europa op
doemt en dal, door Engeland gesteund, een.
nieuwe slrijdmelhode heeft aangenomen. Op
onze Slavische bevolking maakt de Russische
revolutie meer indruk dan op de Duilsclier#
en dc verantwoordelijkheid voor - het voort**
zetlcn van den- oorlog is veel grooter voor
den vorst, wiens land slechts saamgehoudetf
wordt door dc banden van dc dynastie, dan'
voor hem, wiens volk zelf strijdt voor zijn na
tionale öfiafhantvclijklieid. Komen er échter
ernstige onlu-t n bij ons of- in Duits, hl and"
aan hat licht, dan 'M het onmogelijk zijn
dien factor voor bet buitenland geheim te
houden cn zullen allo pogingen orn vrede te
krijgen tcvergccfsch zijn Ik geloof niet. dat do
binnenlandsehc politieke toestand in Duitsch
land beter is dan hier. Maar ik ben bang, dat
men fe Berlijn iu militaire kringen zich den
toestand verkeerd voorstelt. Ik ben er vasf
van overtuigd, jlat Ur.ii>chLuMl cvcr.^ücu als
wij aan het etoid van zijn krachten is, zooals
toon wens Verantviordelijkc kringen tc Ber-
Wezenlijke omwentelingen kunnen slechts
•voortvloeien uit omwentelingen in den men-
schelijken geest. Revoluties door geweld du
ren slechts zoolang zij zich door het geweld
fcunnen staande houden.
door
JEAN "WEBSTER.
Schrijfster van Vadertje Langbeen.
.Vertaald door A*. Quarles de Quarlcs.
27
»H'j ging naar den stal en vloekte tegen den
jongen, omdat hij zoo teutte. En hij trok zelf
den zadelgordel met zulk een.ruk aan, dat de
merrie sloeg, waarop hij haar terugsloeg. Ge
woonlijk is hij vrijwel overdreven zacht in
het omgaan met paarden en wij vroegen ons
iverbaasd af
Hier werd hij weer in de rede gevallen en
'erzocht zonder verbazen verder tc gaan.
„Nu, laat me eens zien,"' zeide de getuige
onverstoorbaar. „Hij wierp zich in den zadel,
.en zijn sporen in de flanken van de merrie zet-
yfend, vertrok hij in een wolk van stof, zonder
maar even om te zien. Dit verwonderde ons
allemaal, omdat hij anders altijd nogal min
zaam is; -wij spraken er later over; maar wij
.dachten er niets bijzonders van tot dien avond
,!bet bericht van den moord kwam en wij toen
natuurlijk gevolgtrekkingen gingen maken."
J Mier protesteerde ik en .werd de waard be-
„Jake" Hcnley, de stalknecht werd geroe
pen. Zijn getuigenis kwam vrijwel op hetzelfde
neer en bevestigde wat de waard gezegd had.
„Je zei, dat hij je uitvloekte, omdat je zoo
teutte?'' vroeg dc lijkschouwer.
Jake knikte grijslachend. #;Ik weet niet
precies de woorden ik krijg zooveel vloeken
naar mijn hoofd, dat het misschien niet meer
dien indruk maakte als het wel moest
maar het was niettemin stijf vloeken."
„En het viel je op, dat hij zenuwachtig
was?''
De grijnslach* verbreedde zich*. „Ik geloof
wel, dat u zenuwachtig moogt zeggen," erken
de hij, behoedzaam. ,.IIij was al wat nijdig in
het begin en nu begon dc cognac ook nog te
werken. Bovendien had hij ontzettend veel
haast om weg te komen, voordat de anderen
terug waren en terwijl ik het paard voor
bracht, hoorde hij hen reeds lachen. Ze wa
ren nog niet in 't gezicht, maar zij maakten
al lawaai genoeg. Een van dc meisjes had op
een slang getrapt en schreeuwde zoo hard,
dat men haar wel twee mijl in den omtrek kon
hooren.''
„En Gaylord vertrok, voordat één van hen
hem zag?"
De jongen knikte. „En of hij vertrok'. U lieeft
vergeten voor uw paard le betalen," riep ik
hem na, „waarop hij me vijftig cent toewierp,
die in. den waterbak terechtkwamen."
Hiermee eindigde zijn getuigenis.
(Verscheiden menschen van de buitenpartij
werden nu opgeroepen cn niets dat. bijzonder
ten nadeele van Radnor was, kwam voor den
dag. Hij scheen heel goed in zijn humeur ge
weest te zijn, voordat hij de spelonk binnen
trad, on het bleek, dat niemand hem gezien
had, nadat liij cr uitgekomen was, hoewel dat'
then niet opgemerkt werd. Ook had niemand
hem in gesprek met zijn vadgr gezien. Dc lijk
schouwer bleef bij dit punt stilstaan, doch
kon geen enkele inlichting uitlokken. Polly
Mathers was niet tegenwoordig. Zij had wel
een dagvaarding gekregen docli was te ziek
en zenuwachtig om de spanning tc doorslaan
en dc dokter had haar verboden tc komen. De
lijkschouwer had haar getuigenis echter thuis
afgenomen en zijn klerk las het verslag hard
op voor. Het handelde enkel over de kwestie
van den mantel cn waar zij Radnor het laatst
gezien had.
„Vraag. „Merkte u iets bijzonders in het
gedrag van Radnor Gaylord den dag van zijn
vaders dood?"
„Antwoord. „Niets buitengewoon bijzon
ders neen."
„V. „Was cr geen enkele omstandigheid,
die u deed -vermoeden, dat hij en zijn vader
niet op goeden voet stonden
wA. „Neen, zij schenen beiden heel ge
woon.*'
„V. „Heeft u .Radnor in dc spelonk ge
sproken?''
„A. „Ja, wij wandelden een poosje sa
men en hij droeg mijn mantel. Hij legde hem
op 'den gebroken zuil cn vergal het. Ik vergat
het ook en dacht er niet meer aan tot wij uit
dc spelonk waren. Toen sprak ik er toevallig
tegenover kolonel Gaylord over en ik* vermoed,
dat hij hem ging halen."
„V. „Zag u Radnor Gaylord niet meer
nadat liij de spelonk verlaten had ?"-
,,A'. „Neen, Ik zag hem niet meer nadat
wij uit de gaanderij van de gebroken zuil ge
gaan waren. De gids stok zijn lantaarn aan
om ons dc rotsformatie aan de zoldering te
laten zien. Wij vertoefden cr ongeveer een
minuut of vijf om alle» goed te bekijken cn
daarna sinsén we allen in een groepje ver
der. Radnor was niet blijven wachten om deze
gaanderij tc bezichtigen, dorh was ^oruit
geloopen in dc richting van den ingang.
Dat was alles wal Polly's getuigenis betrof
en waardoor men niets wijzer werd.
Salomo bijna huilen zichzelf van schrik,
werd nu geroepen en zijn getuigenis bracht de
twist tusschen kolonel Gaylord en Radnor ter
sprake. Salomo vertelde het vinden van dc
Franschc klok en een mcnigle dingen boven
dien die liij, naar ik zeker weet, zelf maar
verzon.
Daarna werd Radnor voor geroepen. Toen
hij plaats nam, ging cr een opgewonden *gc-
mömpel door de zaal en iedereen rekte zich
zooveel mogelijk naar voren. Hij was kalm
en rustig en zeer ernstig, elk tceken van leven
digheid was uit zijn gezicht verdwenen.
De lijkschouwer begon onmiddellijk over de
twist met zijn vader den avond voor zijn dood
en Radnor beantwoordde al de vragen open
hartig en duidelijk. Hij poogde geen enkele
bijzonderheid le verbloemen. Wat de zaak in
een hc.el leelijk daglicht stelde, was het feit'
dal dc reden van de twist een geldkwestie was
Rad had zijn vader verzocht een bepaalde som
op hem vast tc zetten, zoodat hij in 't ver
volg onafhankelijk zou zijn en zijn vader had
dit geweigerd. Zij waren beiden driftig gewor
den en verder gegaan dan gewoonlijk. Toen hij
hel verhaal vertelde, nam Radnor openlijk al
de schuld op zich, hoewel ik sterk vermoed,
dat in verscheiden gevallen, de kolonel er de
oorzaak van was. Doch ten spijt van het feit,
dat het verhaal een betreurenswaardige ver
houding tusschen vader en zoon aan het licht
bracht, wekte, hij door zijn edelmoedigheid om
al de verantwoordelijkheid op zich te nemen,
■meer sympathiek dan men hem sinds den
moord betoond had.
„Hoe brak dc klok?" vroeg de lijkschouwer
„Mijn vader stootte haar van den schooiu
steenmantel op den grond
Hij gooidp haar niet r.aar u loc, zooals
lomo vermoedde?''
Radnor hief roe! een plotselinge be weging
van toorn zijn hoofd op.
„Ze vicj op den grond en brak.''
„Heeft u dikwijls met uw vader getwist?**
„Nu en dan. Hij was driftig en wilde altijd
zijn zin doordrijven en ik was niet zoo gedul'
dig inet hem als ik had moeten zijn."
„Waar twistte u over?'
„Over allerlei."
„Ovc-r wat, bij voorhield?"
„Soms omdat hij dacht dat ik tc veel geld
verteerde, soms over het besturen van dc
plantage en ook wel omdat hij praatjes over
me gehoord had."
„Wat bedoelt u mei „praatjes?"
„Verhalen dat ik gespeeld of te veel gedron
ken had."
„En waren die verhalen waar?"
„Ze waren altijd erg overdreven."
„En was die twist.den avond voor zijn dood
ernstiger dan gewoonlijk?"
„Mogelijk wel."
„Aan 'l ontbijt sprak u niet met elkaar?"
„Nceiiy
Radnor's gelaat was strak gespannen, het
was duidelijk, dat dit een zeer pijnlijk onder
werp was. ;ji
„Sprak u hem later nog?"
„Wij wisselden slechts enkele woorden."
„Wees zoo goed te herhalen-, wat gezegd
werd.'',
JWordt vervolgd.) 1